1
Het werkveld van de helpende
Wat moet je zeggen tegen een cliënt die vraagt of je geld voor hem wilt pinnen? Of een cliënt die vraagt of je oogdruppels kunt toedienen? Je kunt het best, want je doet het soms ook voor je moeder. Maar past het binnen je werk als helpende zorg en welzijn? Dit hoofdstuk gaat over wat er nu wel en niet bij je werk als helpende hoort, waar je gaat werken, wat je taken zijn en hoe de zorg is georganiseerd.
1.1
Kerntaken en werkprocessen De helpende wordt opgeleid om te kunnen werken in de gezondheidszorg en in de welzijnssector. Haar werk bestaat uit drie hoofdtaken, zogenaamde kerntaken: 1 Zorg en ondersteuning geven met behulp van een werkplanning. 2 Ondersteunen bij zelfstandig functioneren. 3 Uitvoeren van organisatie- en beroepsgebonden taken. Elke kerntaak heeft weer deeltaken. Deze worden werkprocessen genoemd. Het zijn de volgende: 1 een werkplanning maken; 2 helpen bij het huishouden en de woon- of verblijfsomgeving of opvangsituatie; 3 helpen bij ADL; 4 helpen bij (sociale) activiteiten en recreëren; 5 handelen in onvoorziene situaties (waaronder de dagelijkse EHBO); 6 ondersteunen bij emoties en zelfredzaamheid; 7 werken aan deskundigheidsbevordering en professionalisering (je vak bijhouden); 8 samenwerken met anderen en het werk afstemmen;
16
werken als helpende
9 het werk evalueren en waar nodig verbeteren. In je opleiding zul je deze woorden (kerntaken en werkprocessen) vaak tegenkomen. Elke praktijkinstelling vult de kerntaken en werkprocessen op eigen wijze in. Het huishoudelijk werk in een kinderdagverblijf is natuurlijk anders (wieg en ledikantje verschonen, flesjes afwassen) dan bij een ouder echtpaar (seniorenbed verschonen, vitrage wassen), maar er zijn ook overeenkomsten (het werk plannen, hygiënisch werken, vloer wissen en ramen zemen). Je zult ook vaak het woord competentie tegenkomen. Dat is een ander woord voor bekwaamheid, iets wat iemand goed kan. Als je kijkt naar wat die persoon nu precies goed kan, zie je dat daar verschillende kanten aan zitten: kunnen, weten, begrijpen en willen. Die onderdelen samen maken dat iemand ergens goed in is.
Voorbeeld Rosa ziet bij een nieuwe cliënt in de thuiszorg al snel wat er in het huishouden moet gebeuren. Ze overlegt met de cliënt over haar werk en gaat aan de gang.
Ze kan het huishoudelijk werk goed uitvoeren (kunnen), ze snapt hoe dingen werken, bijvoorbeeld de wasmachine (weten), ze begrijpt dat ze in een bepaalde volgorde snel en handig kan werken (begrijpen) en ze doet het ook (willen). Rosa kan haar werk dus goed plannen en organiseren. Plannen en organiseren is een van de competenties waar je als helpende in je opleiding en tijdens je werk mee bezig bent. Andere competenties voor de helpende zijn: ! !aandacht en begrip tonen; ! !samenwerken en overleggen; ! !formuleren en rapporteren; ! !vakdeskundigheid toepassen; ! !materialen en middelen inzetten; ! !op de behoeften en verwachtingen van de ‘klant’ richten; ! !instructies en procedures opvolgen.
1
het werkveld van de helpende
17
Figuur 1.1 Helpende aan het werk op een kinderdagverblijf.
De opleiding Helpende zorg en welzijn is een opleiding op niveau 2. In tabel 1.1 zie je een totaaloverzicht van de verschillende beroepsopleidingen in zorg en welzijn. De verzorgende IG (VIG) en verpleegkundige doen een aantal dezelfde werkzaamheden als de helpende. VIG’ers en verpleegkundigen hebben meer taken in het organiseren van de zorg en verpleegtechnische vaardigheden (zoals medicijnen toedienen). De cliëntsituaties waarin zij werken zijn ook vaak ingewikkelder. Het accent van de helpende ligt vooral op de persoonlijke en huishoudelijke zorg en de sociale activiteiten.
1.2
Werkvelden en cliëntgroepen De helpende kan gaan werken in veel verschillende werkvelden van de gezondheidszorg (tabel 1.2).
18
werken als helpende
Figuur 1.2 Helpende aan het werk in de thuiszorg.
De functie van helpende kan in veel werkvelden ingezet worden. Of dat gebeurt, bepaalt de zorg- of welzijnsinstelling zelf. Aandachtspunt bij alle functies waarin de helpende werkt is dat het werk gebeurt in aanwezigheid of onder verantwoordelijkheid van een medewerker met niveau 3 of hoger. Dit is bijvoorbeeld een VIG, een verpleegkundige, een pedagogisch medewerker, een medewerker maatschappelijke zorg, een activiteitenbegeleider of een leerkracht. Een gastouder kan zelfstandig werken of in dienst zijn van een gastouderbureau. Een gastouder heeft een diploma nodig op minimaal niveau 2 (zoals helpende) en een geldig EHBO-diploma.
1
Tabel 1.1
19
het werkveld van de helpende
Mbo-opleidingen in zorg en welzijn.
Kwalificatie-
Verpleging en Verzor-
Assisterenden Gezond-
niveau
ging (V&V)
heidszorg (AG)
4
Mbo-verpleegkundige
Apothekersassistent
Sociaal Agogisch Werk (SAW)
Pedagogisch werk
Doktersassistent Uitstromen: Tandartsassistent
!
! Gespecialiseerd pedagogisch
medewerker 4 Kinderopvang !
! Pedagogisch medewerker 4
Jeugdzorg Maatschappelijke zorg
Uitstromen: !
! Persoonlijk begeleider speci-
fieke doelgroepen !
! Persoonlijk begeleider gehan-
dicaptenzorg Sociaal-cultureel werker
Sociaal-maatschappelijk dienstverlener
Onderwijsassistent 3
Verzorgende IG (Verzorgende Individuele Gezondheidszorg, VIG)
Pedagogisch Werk
Uitstroom: !
! Pedagogisch medewerker 3
Kinderopvang Maatschappelijke zorg
Uitstroom: !
! Medewerker maatschappelijke
zorg 2
Helpende Zorg en Welzijn
Helpende Zorg en Welzijn
1
Zorghulp AKA (Arbeidsmarkt Gekwalificeerd Assistent Zorg en Welzijn)
AKA (Arbeidsmarkt Gekwalificeerd Assistent)
20
Tabel 1.2
werken als helpende
Werkvelden en cliëntgroepen.
Werkveld
Voorbeeld
Doel
Cliëntgroep
Functie als helpende
Verpleeghuis/Verzorgingshuis
Zorg- en servicecentrum
Zelfredzaamheid behouden of uitbreiden/revalideren Zorgen voor een goed leefklimaat Zorg verlenen aan mensen die niet meer beter worden
Dementerende ouderen Volwassenen en ouderen met lichamelijke beperking
Huiskamermedewerker Huishoudelijk medewerker ADL-assistent Assistent persoonlijke zorg
Thuiszorg
Bij mensen thuis Fokuswoningen
Zelfredzaamheid behouden of uitbreiden Zorgen voor een schoon huis Persoonlijke zorg verlenen aan mensen met een (chronische) ziekte of beperking
Dementerende ouderen Volwassenen en ouderen met lichamelijke beperking
Huishoudelijk medewerker Helpende in de thuiszorg/ADLassistent Sociaal begeleider
Kleinschalige woonvormen
De Herbergier Thomashuizen
Zelfredzaamheid behouden of uitbreiden Zorgen voor een optimaal en kleinschalig leefklimaat/wonen
Dementerende ouderen Verstandelijk gehandicapten
Huishoudelijk medewerker ADL-assistent
Ziekenhuis
Academisch ziekenhuis
Verplegen en behandelen van mensen met een (chronische) ziekte of beperking
Kinderen Volwassenen Ouderen
Medewerker van de beddendienst of ‘linnenkamer’ Voedingsassistent Afdelingsassistent
Maatschappelijke dienstverlening/jeugdzorg
Welzijnsinstelling
Zelfredzaamheid uitbreiden Zorgen voor een goed leefklimaat/ wonen Ondersteunen op sociaal gebied
Jongeren of ouderen, alleenstaande moeders
Groepsassistent Huishoudelijk medewerker
1 Werkveld
21
het werkveld van de helpende Voorbeeld
Doel
Cliëntgroep
Functie als helpende
Kinderopvang
Kinderdagverblijf en buitenschoolse opvang
Opvangen en begeleiden van kinderen van wie de ouders werken
Kinderen 012 jaar
Groepsassistent Huishoudelijk medewerker Gastouder Medewerker BSO (buitenschoolse opvang)
Gastouderopvang
Gastouderbureau
In huiselijke omgeving opvangen en begeleiden van kinderen van wie de ouders werken
Kinderen 012 jaar
Gastouder
Gehandicaptenzorg
Gezinsvervangend tehuis (GVT)
Zelfredzaamheid behouden of uitbreiden Zorgen voor een goed leefklimaat/ wonen
Lichamelijk gehandicapten Verstandelijk gehandicapten
Huishoudelijk medewerker ADL-assistent
Geestelijke gezondheidszorg
Kleinschalig wonen voor psychiatrische cliënten
Verplegen en behandelen van mensen met een psychiatrische ziekte Zorgen voor een goed leefklimaat/ wonen
Psychiatrische cliënten
Huishoudelijk medewerker ADL-assistent
Basisonderwijs
De Brede School
Onderwijs
Kinderen 412 jaar
Pleinwacht Hulp in de klas Huishoudelijk medewerker Conciërge
1.3
Vormen van zorg Zorgen houdt in dat je aandacht en liefde hebt voor degene voor wie je zorgt. Er zijn verschillende vormen van zorg. Je kunt zorgen voor jezelf: dat heet zelfzorg. Je kunt zorgen voor anderen, zoals je vader of moeder, vriend of vriendin, of je buurvrouw. Dit heet mantelzorg. Daarnaast kun je ook beroepsmatig voor anderen zorgen die hulp nodig hebben. Dit is wat je als helpende doet en dat wordt professionele zorg genoemd.
22
werken als helpende
Figuur 1.3 Zelfzorg. 1.3.1
Zelfzorg
Zelfzorg is een alledaags en een belangrijk gebeuren. Je bent eigenlijk de hele dag bezig om voor jezelf te zorgen. Het kan natuurlijk zijn dat je niet in staat bent om geheel of gedeeltelijk voor jezelf te zorgen, doordat je ziek bent, een aandoening hebt of een ongeval hebt gehad.
1
het werkveld van de helpende
23
Figuur 1.4 Helpende aan het werk in de persoonlijke zorg bij verstandelijk
gehandicapten.
Voorbeeld zelfzorg Marieke neemt elke ochtend een douche. Pieter haalt ’s ochtends een natte washand over zijn gezicht en gaat elke zaterdag uitgebreid in bad. Karel gaat onder de douche als hij van zijn werk thuiskomt. Marieke gaat met een lege maag naar school, terwijl Pieter zweert bij een stevig ontbijt. Hij lust ook graag een pilsje, en rookt. Marieke moet van beide niets hebben en houdt het ’s avonds op een beker rooibosthee. Karel werkt op zijn vrije dagen het liefst in de tuin. Pieter stapt elke zaterdag op zijn racefiets en rijdt zich kilometers lang in het zweet, terwijl Marieke het liefst met haar vriendinnen op haar kamer films kijkt.
Op het moment dat iemand niet meer in zijn zelfzorg kan voorzien, is er een probleem. Dit noem je een zelfzorgtekort.
24
werken als helpende
Voorbeeld zelfzorgtekort Mevrouw Frequin is 84 jaar oud. De laatste tijd heeft ze veel moeite met het zien. De huisarts zegt dat ze staar heeft aan beide ogen. Mevrouw Frequin kan eigenlijk niet meer borduren, terwijl dit haar grootste liefhebberij is. Ook heeft ze problemen met het lezen van de krant. De dagelijkse lichamelijke verzorging gaat ook achteruit. Ze loopt bijvoorbeeld soms een hele tijd met een vlek in haar kleding. Dat overkwam haar vroeger nooit.
1.3.2
Mantelzorg
Bij een zelfzorgtekort is iemand aangewezen op de hulp van een ander. De ander hoeft niet meteen een professionele hulpverlener te zijn, bijvoorbeeld een helpende of verzorgende. Er kan ook sprake zijn van mantelzorg. Mantelzorg is de zorg van bekenden aan en voor elkaar, die gevraagd of ongevraagd gegeven wordt. Bekenden zijn familieleden, vrienden, buren en kennissen. Voorwaarde voor mantelzorg is dus dat mensen elkaar al kennen en bereid zijn iets voor elkaar te doen. Mantelzorg is niet eenmalig, maar voor langere tijd. Wie nu mantelzorg ontvangt, is bereid om (als dat later nodig en ook mogelijk is) mantelzorg ‘terug te geven’ aan degene van wie hij nu zorg ontvangt. Dit noem je wederkerigheid. De zorg wordt niet betaald, mensen helpen elkaar gratis. Door mantelzorg kan een cliënt langer zelfstandig blijven. Als je een beroep doet op professionele hulpverleners moet je meer van je onafhankelijkheid inleveren. Toch kan ook mantelzorg negatieve kanten hebben, bijvoorbeeld als de mantelzorger te bezorgd is of de cliënt gaat betuttelen. Ook kan er onenigheid ontstaan over de wederkerigheid. Stel dat een vriendin aan je vraagt haar te komen helpen, omdat ze griep heeft. Zij heeft jou de vorige keer geholpen, maar nu heb je net een toetsweek. Dat kan spanning geven. Hoe moet je reageren?
Voorbeeld mantelzorg Mevrouw Willems, 89 jaar, woont zelfstandig, maar loopt moeilijk. Ze krijgt hulp van de thuiszorg bij het huishouden. Een buurman onderhoudt haar kleine voortuintje en haar
1
het werkveld van de helpende
25
dochter doet al jaren elke vrijdag de boodschappen voor de hele week. Ook zorgt ze dat de kleding van mevrouw Willems schoon en heel blijft. Met deze mix aan hulp kan mevrouw Willems thuis blijven wonen. En dat is ook precies wat ze wil.
Je kunt meer lezen over mantelzorg in hoofdstuk 3.3 Het sociale netwerk. 1.3.3
Professionele zorg
Professionele zorg of beroepsmatige zorg is de zorg die wordt verleend door mensen die er hun beroep van hebben gemaakt om an-
Figuur 1.5 Helpende aan het werk in het ziekenhuis bij de voedingsdienst.
26
werken als helpende
deren te helpen en te verzorgen. Ze hebben daarvoor een opleiding gehad en zijn dus deskundig. Ze ontvangen daarvoor een salaris. Een professional moet kwaliteit leveren. De zorg wordt betaald vanuit de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ), uit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) of uit een persoonsgebonden budget (PGB) en de cliënt betaalt een eigen bijdrage. Deze eigen bijdrage is wettelijk vastgelegd en is inkomensafhankelijk: mensen met hoger inkomen betalen meer.
Voorbeeld professionele zorg Mevrouw Pels woont in een zorgcentrum. Ze kan zichzelf goed redden. De helpende komt bij haar langs om koffie en thee te brengen en om ’s ochtends de steunkousen aan te doen. Dit lukt mevrouw Pels niet meer zo goed, omdat het veel kracht kost om de steunkousen aan te trekken. Tweemaal per week gaat mevrouw naar de oefenzaal, waar de fysiotherapeut spierversterkende oefeningen met haar doet. De pedicure komt eenmaal per vier weken haar nagels verzorgen.
1.3.4
Zorgsettings
De zorg die mensen ontvangen wordt op verschillende plaatsen gegeven. Dit wordt ook wel aangeduid met het woord ‘zorgsetting’. Intramurale zorg: zorg wordt gegeven binnen (‘intra’) de muren (‘muraal’) van een instelling. Cliënten overnachten hier. Dit kan zowel tijdelijk zijn (in een ziekenhuis) als voor altijd (in een zorgcentrum).
A
Figuur 1.6a Mantelzorg.
B
Figuur 1.6b Professionele zorg.
1
het werkveld van de helpende
27
Figuur 1.7 Werken in een zorgcentrum.
Extramurale zorg: de zorg wordt buiten (‘extra’) de muren van de zorginstelling gegeven. Er is geen sprake van opname. Men spreekt ook wel van thuiszorg. Semimurale zorg: dit is poliklinische zorg in een ziekenhuis, de zorg wordt verleend door behandelaars (artsen) van het ziekenhuis, de cliënt verblijft daar niet, is slechts voor enkele uren of een dag aanwezig. Transmurale zorg: dit is zorg die ‘over de muren van de zorginstelling heen’ aan een cliënt verleend wordt. De zorg wordt wel gegeven vanuit een zorginstelling, maar de cliënt woont thuis. Voorbeeld hiervan is een psychogeriatrische dagbehandeling (bijv. van 9.00 uur tot 16.00 uur) in een verpleeghuis, waarbij de cliënt thuis woont. Of verpleegthuiszorg voor cliënten die verpleeghuiszorg nodig hebben, maar deze zorg thuis krijgen van deskundige zorgverleners uit het verpleeghuis. De meeste cliënten willen, net als mevrouw Willems, zo lang mogelijk in hun vertrouwde omgeving blijven. Mensen zijn pas bereid om te verhuizen als het echt niet meer kan. Gelukkig kunnen zorg en hulp steeds vaker naar de mensen toekomen. Vroeger was het heel gewoon dat ouderen vanaf 65 jaar een plekje in het bejaardenhuis kregen. Tegenwoordig komt iemand alleen in aanmerking voor een zorginstelling als daar alle reden
28
werken als helpende
Figuur 1.8 Werken bij de cliënt thuis.
toe is. Hiervoor heeft de cliënt een indicatiebesluit nodig. Dit besluit wordt genomen door een indicatiesteller van het Centrum indicatiestelling zorg (CIZ). Een indicatiesteller kijkt welke zorg nodig is en of deze zorg thuis gegeven kan worden. Heeft een cliënt zorg nodig in de directe nabijheid dan wordt er zorg met verblijf geïndiceerd. Zorg met verblijf wordt geïndiceerd als een ZZP (zorgzwaartepakket). Er zijn zorgzwaartepakketten voor de verschillende settings.
1
het werkveld van de helpende
29
Cliënten kunnen bij de verschillende zorgzwaartepakketten altijd kiezen om toch thuis te blijven. Gezondheidszorg- en welzijnsinstellingen werken steeds vaker met elkaar samen in het voordeel van de cliënt. Dit wordt ook wel ketenzorg genoemd: de zorg wordt verleend door verschillende zorgverleners die allemaal, als schakels in een keten, met elkaar zijn verbonden en samenwerken. 1.3.5
Nulde-, eerste-, tweede- of derdelijnszorg
Begrippen die veel gebruikt worden in de gezondheidszorg zijn: nuldelijnszorg, eerstelijnszorg, tweedelijnszorg en derdelijnszorg. Als helpende kun je in alle vier de typen zorg werkzaam zijn. Nuldelijnszorg is de zorg die gegeven wordt door mantelzorgers, vrijwilligers en familie. Eerstelijnszorg is zorg in de buurt. Als iemand zorg nodig heeft, is de eerstelijnszorg het eerste aanspreekpunt. Het gaat dus om ‘laagdrempelige zorg’, zoals de persoonlijke zorg door de thuiszorg. Zorgverlening in de eerste lijn is onder andere de apotheek, de fysiotherapie of de huisarts. Iedereen kan er zonder verwijzing van een andere zorgverlener naartoe. De eerstelijnszorg werkt aan het gezond blijven van mensen. De eerstelijnszorg zit voor een groot deel in het basispakket van de ziektekostenverzekering. Enkele zorgsoorten vallen onder de aanvullende verzekering of AWBZ. Vanuit de eerstelijnszorg kan doorverwezen worden naar de tweedelijnszorg. Tweedelijnszorg is zorg die alleen toegankelijk is na verwijzing door een zorgaanbieder uit de eerste lijn, zoals een huisarts. Bij tweedelijnszorg gaat het om bijvoorbeeld een behandeling door een specialist op de polikliniek van het ziekenhuis (zoals een chirurg, internist, oogarts of kinderarts) of een psychiater in een GGZ-instelling (geestelijke gezondheidszorg). Derdelijnszorg is zorg die verleend wordt aan mensen die langer dan 24 uur in een instelling verblijven zoals een verpleeg- of verzorgingshuis, een ziekenhuis of een instelling voor mensen met een verstandelijke beperking. Veel helpenden zijn werkzaam in de derdelijnszorg.
30
werken als helpende
1.4
Sociale kaart Een sociale kaart geeft informatie over waar de burger informatie over zorg, wonen en welzijn kan vinden. Waar zit de thuiszorg, waar is een pedagogisch spreekuur, waar is de uitleen van hulpmiddelen of de speelotheek? Het is handig als je als helpende op de hoogte bent van de sociale kaart in je eigen regio. Zo kun jij cliënten en familie doorverwijzen als zij vragen hebben op dit gebied. Ook kun je vragen doorgeven aan je leidinggevende. Door de digitale ontwikkelingen en het gebruik van internet is de informatie over beschikbare zorg, wonen en welzijn voor veel mensen snel bij de hand. De Vereniging Openbare Bibliotheken (VOB), GGD Nederland, MEE Nederland en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) zijn samen bezig een digitale sociale kaart van Nederland te ontwikkelen (www.socialekaarten.nl).