Aan de slag in de vlindertuin Naast het uitvoeren van diverse activiteiten in de vlindertuin, kunnen bewoners en kinderen ook een bijdrage leveren aan het onderhoud van de tuin. Hieronder wordt een aantal mogelijkheden genoemd. In dit schema kun je zien welke ideeën voor activiteiten je verder nog kunt vinden op www.vlindertuinen.nl.
Kinderen
levend materiaal
in de klas
buiten
Bewoners
binnen
buiten
Samen
groep 1-2
o
o
o
beleving
o
o
binnen
o
groep 3-4
o
o
o
creatief
o
o
buiten
o
groep 5-6
o
o
o
informatief
o
o
groep 7-8
o
o
o
werken in de tuin
Alle groepen: Werken in de tuin
x
Extra knutselideeën
x
DE VLINDERSTICHTING
2005 | www.vlindertuinen.nl - Werken in de tuin
1
Werken in de tuin
Inhoudsopgave Werken in de tuin......................................................................................2 Inhoudsopgave ......................................................................................2 Onderhoud van de vlindertuin ....................................................................3 Haag.....................................................................................................3 Border...................................................................................................3 Heesters................................................................................................4 Puinheuvel ............................................................................................4 Bloemrijk gras........................................................................................4 Zaaibedden ...........................................................................................5 Overige zaken........................................................................................5 Samen werken in de vlindertuin..................................................................6 Planten zaaien .......................................................................................6 Eenjarige planten zaaien.........................................................................7 Zaaien in verhoogde zaaitafel of zaaibak ..................................................7 Zaden verzamelen..................................................................................7 Zaaien in de puinheuvel..........................................................................7 Ideeën voor de puinheuvel......................................................................8 Wieden in de border...............................................................................8 Bloemrijk gras knippen ...........................................................................8 Composteren .........................................................................................8 Snoeien.................................................................................................9 Uitgebloeide bloemen afknippen ..............................................................9 Planten weghalen...................................................................................9 Planten verzorgen ..................................................................................9 Plantjes stekken.....................................................................................9
DE VLINDERSTICHTING
2005 | www.vlindertuinen.nl - Werken in de tuin
2
Onderhoud van de vlindertuin
Er zijn diverse klusjes die bewoners en kinderen in de tuin kunnen uitvoeren. Om te begrijpen waarom bepaalde werkzaamheden nodig zijn, wordt toegelicht wat het beheer van een vlindertuin nu vlindervriendelijk maakt.
In de Vlindertuin zijn de volgende delen te onderscheiden: • de haag • de border • de heesters • de puinheuvel • het bloemrijk gras • de zaaibedden Per onderdeel wordt het gewenste beheer van de tuin besproken.
Haag De haag is in feite een rand van verschillende struiken. De belangrijkste functie van de haag is zijn werking als windbreker. Daarnaast fungeren de bladeren van enkele struiken als voedsel voor sommige rupsen, terwijl de vlinders er nectar komen halen wanneer de struik bloeit.
Aandachtspunten voor het beheer: •
•
Snoei de haag aan de buitenzijde strak, zodat deze verdicht en als windbreker kan fungeren. Zorg er echter voor dat de binnenkant van de haag wat onregelmatiger is. Op die manier ontstaan opwarmplekjes voor insecten. Niet schoffelen onder de haag! Er is een mengsel van wilde planten ingezaaid, die vlinders nectar bieden. Op de site staat vermeld uit welke planten het mengsel bestaat.
Border De border is een bron van nectar. De planten die er staan, zorgen van het vroege voorjaar tot laat in de herfst voor een groot nectaraanbod voor de vlinders in de tuin.
Aandachtspunten voor het beheer: • •
Knip uitgebloeide bloemen af om de bloeitijd en daarmee het aanbod aan nectar te vergroten. Maak de tuin niet 'winterklaar': laat in ieder geval een deel van de uitgebloeide planten staan. In de stengels kunnen allerlei kleine dieren overwinteren.
DE VLINDERSTICHTING
2005 | www.vlindertuinen.nl - Werken in de tuin
3
Heesters De heesters bevinden zich deels in de border, tegen de haag aan (de vlinderstruiken en Heptacodium) en deels aan de rand van het bloemrijke gras.
Aandachtspunten voor het beheer: •
Hoog opschietende kruiden kunnen een belemmering vormen voor de groei van de lage heesters in de heestergroep die grenst aan het gras. Deze hoog opschietende kruiden moeten teruggeknipt worden. Enige kruidengroei tussen de heesters is geen enkel probleem.
Puinheuvel De puinheuvel is een berg puin met zand erover. Hierdoor is de puinheuvel een plek waar juist planten die van voedselarme bodems houden, het goed zullen doen.
Aandachtspunten voor het beheer: • De puinheuvel kan op verschillende manieren worden beheerd. Er zullen zich spontaan allerlei planten vestigen. Dit zijn met name planten die van een droge, voedselarme omgeving houden. Naar eigen voorkeur, kan men ervoor kiezen deze planten (deels) te verwijderen of te laten staan. Sommige kruiden kunnen nogal gaan overheersen (zoals bijvoet). Deze kunnen dan beter worden verwijderd.
Bloemrijk gras In het bloemrijke gras is een mengsel van eenjarige kruiden ingezaaid. In de bijlage staat vermeld uit welke planten dit mengsel bestaat. De bloemen bieden vlinders nectar, terwijl het gras voor de rupsen van zandoogjes en dikkopjes als voedsel kan dienen.
Aandachtspunten voor het beheer: •
Het bloemrijke gras mag maar twee keer per jaar worden gemaaid, eind mei en in september/oktober. Maai in mei maar de helft van het geheel, omdat er in die periode nog veel insecten in het gras leven. Laat het maaisel even liggen, zodat insecten en zaden de kans hebben om achter te blijven in de tuin.
Afhankelijk van de uitgangssituatie ontwikkelt het bloemrijke gras zich op verschillende manieren. De volgende problemen kunnen zich voordoen: •
•
Grassen kunnen in het bloemrijke gras gaan overheersen, waardoor de bloemen verdwijnen. Dit kan verholpen worden door hier en daar een gedeelte van de grasmat te verwijderen en daar opnieuw een mengsel van zaden voor bloemrijk gras in te zaaien. Op een voedselarme bodem (als zandgrond) kan het wat langer duren voordat de zaden ontkiemen. Geduld is hierbij op zijn plaats. Als de bloemen te lang op zich laten wachten, kan eventueel nogmaals een mengsel worden ingezaaid. Op een voedselrijke bodem kunnen ongewenste kruiden als melde en bijvoet gaan overheersen. Het is dan zaak om toch vaker te maaien. Maai op 10 cm hoogte, zodat de kiemplanten uit het ingezaaide mengsel wel de kans krijgen zich verder te
DE VLINDERSTICHTING
2005 | www.vlindertuinen.nl - Werken in de tuin
4
ontwikkelen. Het maaisel moet worden afgevoerd, om de bodem te verschralen. Laat het echter een dag liggen, zodat eventueel aanwezige dieren de kans krijgen om weg te kruipen.
Zaaibedden Bij de oplevering van de tuin zijn de zaaibedden niet ingevuld. Het is juist de bedoeling dat de zorginstelling, liefst samen met de school, een manier bedenkt om de zaaibedden te gebruiken. Dat kan door elk jaar eenjarigen te zaaien, maar er kan ook voor gekozen worden om vaste planten te plaatsen. Ze kunnen ook thematisch worden ingevuld, bijvoorbeeld met verschillende koolplanten (die als voedsel dienen voor rupsen van koolwitjes).
Overige zaken • Indien nodig de tuin sproeien. Het bloemrijke gras en de puinheuvel niet sproeien. Deze onderdelen hebben over het algemeen minder water nodig. Sproeien kan het beste 's avonds plaatsvinden omdat dan de verdamping minder groot is dan overdag en natte bladeren onder invloed van de felle zon kunnen verbranden (de druppels werken als brandglas). • Minstens één keer per jaar het bord in de tuin reinigen. • De verhardingen onkruid- en bladvrij houden. Vooral als de vlindertuin veel door minder-valide mensen wordt bezocht, is het van belang dat er geen belemmeringen zijn bij het bezoek aan de tuin. Bij het bestrijden van onkruid in de vlindertuin is het gebruik van chemische onkruidbestrijdingsmiddelen niet toegestaan. Chemische onkruidbestrijding heeft negatieve effecten op het planten- en dierenleven en past dus niet in de vlindertuin. Er zijn verschillende alternatieven om onkruid tussen bestrating te bestrijden, zoals thermische onkruidbestrijding door middel van branden, borstelen of handmatig.
DE VLINDERSTICHTING
2005 | www.vlindertuinen.nl - Werken in de tuin
5
Samen werken in de vlindertuin
In overleg met de hovenier of de groenmedewerker die voor het onderhoud van de vlindertuin zorgt, kunnen bewoners en schoolkinderen helpen bij het onderhoud van de vlindertuin. Informatie over alle onderhoudswerkzaamheden is te vinden op de site www.vlindertuinen.nl.
Bij verschillende instellingen voor verstandelijk gehandicapten dragen de bewoners tijdens het werk de daarbij behorende werkkleding. Zij hebben daar zichtbaar aardigheid in, het maakt herkenbaar welke functie ze hebben. Door de kleding voelen ze zich belangrijk en horen ze ergens thuis. Wanneer de bewoners in de tuin meehelpen krijgen ze dus tuinmanskleren aan. Ze voelen zich dan ook echt een tuinman en spreken er met groot enthousiasme over naar personeel en bezoekers. Ook schoolkinderen kunnen speciale tuinkleding aan doen (oude broek, boerenzakdoek in de nek, eventueel een pet). Een overzicht van werkzaamheden: • • • • • • • • • • • • • •
Planten zaaien Eenjarige planten zaaien Zaaien in verhoogde zaaitafel of zaaibak Zaden verzamelen Zaaien in de puintuin Ideeën voor de puinheuvel Wieden in de border Bloemrijk gras knippen Composteren Snoeien Uitgebloeide bloemen afknippen Planten weghalen Planten verzorgen Planten stekken
Planten zaaien De zaaibedden in de tuin zijn speciaal ontworpen om kinderen of bewoners te laten experimenteren met het zaaien en verzorgen van planten. April en mei zijn geschikte maanden om éénjarige planten in te zaaien. Het zaaien van de planten kan direct in de zaaibedden gebeuren, maar het werkt beter om de zaden binnen voor te zaaien. Kinderen en bewoners kunnen zelf voor de plantjes zorgen en het groeiproces van dichtbij meemaken. Het binnen zaaien gaat als volgt. Vul potten en bakjes met tuinaarde en maak de bovenzijde vlak. Strooi tussen duim en wijsvinger de zaadjes over de grond en bedek ze weer met een klein laagje grond. Let er op dat de zaden niet te dicht worden gezaaid. Maak de grond vochtig met een kleine gieter. Het is belangrijk om de grond niet te laten uitdrogen. Als de planten na het opkomen te dicht bij DE VLINDERSTICHTING
2005 | www.vlindertuinen.nl - Werken in de tuin
6
elkaar staan en ze zijn nog te klein om buiten uit te planten, dan kunnen ze voorzichtig uit het bakje gehaald worden en in een ander bakje op een ruime afstand van elkaar opnieuw geplant worden. Plantjes van ongeveer 5 cm groot kunnen buiten worden geplant, zie hiervoor de activiteit Eenjarige planten
zaaien.
Eenjarige planten zaaien Als de plantjes groot genoeg zijn, kunnen ze verspeend en uitgeplant worden (dit zal rond mei/juni zijn). Als er grote gaten vallen in de beplanting van de borderrand, kunnen de bewoners of kinderen een deel van de plantjes daar uitplanten. Maak met de vingers of een plantschopje een gaatje in de grond dat minstens even diep is als de lengte van het plantenworteltje. Vul het plantgat op met losse vochtige grond en druk het een beetje aan. Vervolgens moet er een kopje water bij gegoten worden. Om de plantjes te beschermen tegen de felle zon is het mogelijk snoeimateriaal tussen de rijen te steken. De volgende (vlindervriendelijke) planten kunnen in de zaaibedden geplant worden: • Pinksterbloem (Cardamine pratensis) • Judaspenning (Lunaria biennis) • Grijskruid (Berteroa incana) • Scheefbloem (Iberis amara) • Bos vergeet-me-niet (Myosotis sylvatica) • Oost Indische Kers (Tropaeolum "Tiptop") • Viool (Viola tricolor) • Kleine zinnia (Zinnia pumila) • Mignondahlia, enkel geel (ook als knol) • Siertabak (Nicotiana)
Zaaien in verhoogde zaaitafel of zaaibak Zaadjes kunnen natuurlijk ook meteen buiten ingezaaid worden. Voor de leerlingen is het geen probleem om dit op de grond te doen, maar voor oudere mensen en rolstoelgebruikers is dat niet mogelijk. Plaats daarom in de buurt van de tuin een verhoogde zaaibak of zaaitafel waarin de bewoners plantjes kunnen zaaien. Als de plantjes in deze bak groot genoeg zijn kunnen ze door de leerlingen worden overgeplant in de vlindertuin. Het is natuurlijk het leukst als de zaaibakken door enkele bewoners en leerlingen uit de hoogste groepen zelf gemaakt worden. Benodigdheden: hout, schroeven, plastic, potgrond, bouwtekening. Een handige ouder of klusjesman kan daarbij helpen.
Zaden verzamelen Laat de bewoners en de schoolkinderen aan het einde van de bloeitijd van de gezaaide planten de nieuw gevormde zaadjes weer verzamelen. Deze zaadjes kunnen worden bewaard tot het volgende seizoen om dan opnieuw in de zaaibedden of de zaaibakken te zaaien.
Zaaien in de puinheuvel Ook op de puinheuvel kunnen de leerlingen planten zaaien. Daarbij kunnen ook de bewoners ingeschakeld worden. Deskundige begeleiding is hierbij wel noodzakelijk. Let goed op de spontane ontwikkeling van inheemse planten.
DE VLINDERSTICHTING
2005 | www.vlindertuinen.nl - Werken in de tuin
7
Door het schrale en droge milieu kunnen er heel andere planten groeien dan in de andere delen van de vlindertuin. Ideeën voor de puinheuvel De puinheuvel is vrij glad en netjes aangelegd. Dit hoeft niet persé zo te blijven. In de puinheuvel kan reliëf aangebracht worden met allerlei harde materialen. Er kunnen steenhopen neergelegd worden of er kunnen kleine muurtjes van losse stenen worden gemaakt. Ook is het erg leuk om stapels oude (kapotte) dakpannen tegen de puinheuvel te leggen. Dit biedt voor kleine bodemdiertjes veel schuilmogelijkheden. Planten kunnen gewoon over de stenen of dakpannen heen groeien.
Wieden in de border Ongewenste kruiden nemen voedsel, vocht en licht weg en kunnen veel ruimte innemen. Laat deze kruiden niet te groot worden, want dan bestaat de kans dat de planten die je wel wilt hebben zich niet goed kunnen ontwikkelen. De leerlingen kunnen helpen met het wieden van onkruid in de border. Leg goed uit welke planten weg kunnen en laat ze alleen die stukken van de border wieden waar ze vanaf het pad goed bij kunnen. Het is beter om de kinderen niet door de border zelf te laten lopen, omdat er makkelijk iets vertrapt kan worden. Wel kunnen de leerlingen voorzichtig wieden in de zaaibedden. Het op rijtjes zaaien maakt wieden een stuk gemakkelijker. Het beste gereedschap om onkruid te verwijderen zijn de vingers. Voor grote oppervlakten kan de schoffel gebruikt worden. Het is mogelijk hier een stukje samenwerking tussen bewoners en leerlingen te stimuleren door de bewoners (eventueel vanuit hun rolstoel) te laten wieden en de leerlingen het onkruid te laten oprapen en opruimen.
Bloemrijk gras knippen Onder deskundige leiding kan het bloemrijke gras door de leerlingen worden geknipt. Let wel op dat dit in de juiste periode gebeurt (eind mei of september/oktober) en dat maar de helft van het bloemrijk gras mag worden geknipt. In het andere deel kunnen vlinders en andere insecten dan nog voedsel vinden. De leerlingen kunnen de bloemen die ze knippen aan enkele bewoners geven of mee naar de klas nemen. In oktober zijn de meeste bloemen al uitgebloeid; dat is een goede maand om de zaden te verzamelen.
Composteren Een tuin geeft groenafval. Een leuke en leerzame manier om dit afval te verwerken is via een composthoop. Om de 'hoop' in de hand te kunnen houden, kun je hiervoor zelf met gaas een plek afzetten of een mand vlechten van wilgentakken. In de vlindertuin staat een bandwilg. Wanneer deze voldoende takken geeft, kunnen die daarvoor gebruikt worden. De leerlingen en de bewoners kunnen samen de mand vullen met het groenafval dat ze verzamelen in de vlindertuin. Met snoeisel van hagen en struiken kan ook een zogenaamde houtmijt gemaakt worden. Dat is een losse hoop takken en bladeren, waar niet alleen vlinders, maar ook allerlei andere insecten kunnen overwinteren.
DE VLINDERSTICHTING
2005 | www.vlindertuinen.nl - Werken in de tuin
8
Snoeien Bewoners of kinderen kunnen ingeschakeld worden bij het snoeiwerk in de tuin. De haag moet aan de buitenkant strak worden gesnoeid, zodat deze als windkering kan werken. Aan de binnenkant moet de haag wat losser worden gesnoeid, zodat er opwarmplekjes voor insecten ontstaan. Van het snoeiafval kunnen de leerlingen takkenbossen maken, die ergens in de tuin kunnen worden neergelegd als schuilplek voor bijvoorbeeld egels. Ook vogels maken graag gebruik van de takkenbossen.
Uitgebloeide bloemen afknippen Enkele bewoners kunnen de taak op zich nemen om de uitgebloeide bloemen van de vlinderstuik (Buddleja) weg te knippen. De struik wordt dan namelijk gestimuleerd om in het najaar nog een keer te gaan bloeien. De najaarsgeneraties van vlinders als kleine vos, atalanta en gehakkelde aurelia zullen er graag nog nectar van komen drinken. De eerste bloemen zijn ongeveer eind juli of begin augustus uitgebloeid. Gedurende een aantal weken kunnen op een vaste middag in de week steeds de uitgebloeide bloemen weggeknipt worden. Ditzelfde geldt voor de rode spoorbloem, waarvan in mei/juni de uitgebloeide bloemen moeten worden afgeknipt.
Planten weghalen Een aantal planten in de vlindertuin, zoals de guldenroede, kogeldistel en herfstaster, hebben de neiging om zich sterk uit te breiden. Na een paar jaar moeten deze planten dan ook uitgedund worden. De beste periode hiervoor is april/mei. Het overtollige plantmateriaal kan gebruikt worden om binnen een mooi boeket of knutselwerk van te maken of om aan te bieden aan de school.
Planten verzorgen Voor het tappen van water om de planten in de vlindertuin te begieten, is het erg leuk om zo dicht mogelijk bij de tuin op een verhoging een regenton te plaatsen. Aan deze regenton kan een kraantje bevestigd worden. Ook rolstoelgebruikers kunnen op deze manier zelf water tappen om de planten in de tuin water te geven. In principe hebben de planten in de vlindertuin wanneer ze eenmaal goed groeien geen extra water meer nodig, aan de regen hebben ze genoeg. Het water geven geldt dan ook vooral voor de zaaibedden, waar jonge planten staan die zich nog moeten ontwikkelen.
Plantjes stekken Verschillende meerjarige planten uit de vlindertuin kunnen gestekt worden. De stekjes kunnen op school of in de zorginstelling opgekweekt worden. Nieuwe plantjes kunnen worden uitgedeeld aan bewoners, de school of buurtbewoners. Ook zouden de plantjes tijdens een verkoop in school of in de zorginstelling verkocht kunnen worden.
DE VLINDERSTICHTING
2005 | www.vlindertuinen.nl - Werken in de tuin
9