Hondenoverlast de baas
Hondenbeleid, Gemeente Helmond, Augustus 2008
Hondenoverlast de baas Hondenbeleid, Gemeente Helmond, Augustus 2008
Status: Besproken in MO dienst SB: 28 oktober 2008 Vastgesteld door B&W:
2 december 2008
Raadsinformatiebrief:
8 december 2008
Inhoudsopgave 1 Inleiding 2 Visie 3 Basisvoorwaarden Inrichting 4 Aanpak 4.1 Handhaving 4.2 Communicatie 4.3 Reiniging 4.4 Acties
1 Inleiding Iedereen is er wel eens ingetrapt: hondenpoep. Niet voor niets staat hondenpoep al jarenlang op nummer 1 van ergernissen in de openbare ruimte1. Maar het vinden van goede oplossingen is een behoorlijke uitdaging. Voor een groot deel is het simpelweg het gedrag van die paar hardnekkige overtreders die het voor de rest van de stadsinwoners verpesten. Wat gaan we doen om Hondenoverlast de baas te zijn? Visie Alle inwoners van Helmond kunnen genieten van een schone, prettige woonomgeving, waarbij honden een normaal verschijnsel zijn in de openbare ruimte, voldoende faciliteiten hebben en de hondenoverlast beperkt is. Basisvoorwaarden (inrichting) Het hondenbeleid is intern en extern geëvalueerd. Daaruit kwamen verschillende aandachtspunten. Eén van de belangrijkste punten is dat er geen beleid is voor hondenvoorzieningen. Er zijn dus geen richtlijnen die een ontwerper ter hand kan nemen om ervoor te zorgen dat die nieuwe woonwijk ook voor hondenbezitters (en dus ook voor andere gebruikers) een aantrekkelijke wijk wordt. Dit beleidsplan biedt de benodigde basisvoorwaarden voor hondenvoorzieningen (zie hoofdstuk 3). Deze zijn bedoeld voor nieuw te ontwikkelen gebieden in de stad, maar kunnen ook worden toegepast in bestaande wijken. Handhaving Regels voor honden zijn er zodat de leefomgeving voor iedereen prettig te gebruiken is, zonder overlast van andere gebruikers. Maar zonder handhaving hebben regels geen nut. Uit de Inwonersenquête bleken weinig inwoners tevreden over het optreden van de Stadswacht bij het niet naleven van de regels. Dit is een belangrijk aandachtspunt voor een succesvol hondenbeleid. In deze nota wordt de gewenste handhaving beschreven vanuit het oogpunt van het hondenbeleid (zie paragraaf 4.1). Communicatie Het overbrengen van informatie over hondenvoorzieningen en de regels voor honden kan worden verbeterd. Het gaat dan vooral over het positief brengen van de informatie. Maar ook de bruikbaarheid van de Hondenkaart kan beter. In deze nota worden verbeterpunten beschreven voor de communicatie (zie hoofdstuk 4.2). Beheer Goed gebruik van de hondenvoorzieningen en acceptatie voor deze voorzieningen van (niet) hondenbezitters is mede afhankelijk van goed beheer. In dit beleidsplan wordt ook het gewenste beheer beschreven (zie paragraaf 4.3).
1
Elk jaar blijkt men het minst tevreden te zijn over het verwijderen van hondenpoep. In de inwonersenquête 2007 staat (op pagina 7) dit punt onderaan de lijst met slechts 45% tevredenheid. Onderzoek en Statistiek: In de periode 1996 t/m 2006 scoort “hondenpoep op straat” als één van de vier verloederingsfactoren ieder jaar het hoogst.
2 Visie De visie van dit hondenbeleid is: Alle inwoners van Helmond kunnen genieten van een schone, prettige woonomgeving. Honden zijn een normaal verschijnsel in de openbare ruimte, hebben voldoende faciliteiten en de hondenoverlast is beperkt. Hondenpoep is het grootste kleinste probleem. Het is een ergerlijk fenomeen in de stad. Iedereen heeft het wel eens aan zijn of haar schoen zitten. Mensen worden er dagelijks mee geconfronteerd. In die zin is het een groot probleem. Maar hoe belangrijk is het vergeleken met andere aspecten in de stad? Veilige oversteekplekken voor kinderen, het winnen van het gevecht tegen drugshandel op straat, een goede afvalinzameling. Vergeleken met die aspecten is hondenpoep een klein probleem. Het hondenbeleid heeft niet als doel om het hondenpoepprobleem op te lossen. Zelfs een hele hoge inzet van geld, tijd en maatregelen zal de hondenpoep niet uit het geheugen wissen van de Helmondse inwoner. Zie voorbeeld gemeente Venlo2.
Voorbeeld gemeente Venlo: “Vijf jaar geleden stond hondenpoep op nummer 1 in de ergernis top 10 van de gemeente Venlo. Dit vormde de aanleiding om vijf jaar lang alles uit de kast te halen. Van verwijderen tot communicatie tot handhaven. En wat bleek, na vijf jaar stond hondenpoep nog steeds op nummer 1, terwijl er geen drol meer te vinden was!?”
Doelstelling De succesformule om hondenpoep tegen te gaan3 bestaat uit vier onderdelen. Op volgorde van belangrijkheid zijn dat: Handhaaf
Meest effectief
Informeer Voorkom Verwijder
Minst effectief
Handhaving is dus het meest effectieve middel en reiniging het minst effectieve. Veel belangrijker dan het oplossen van het hondenpoepprobleem is dus het beheersbaar maken ervan. Dit kan worden bereikt door de vier succesingrediënten: handhaving, communicatie, voorzieningen en reiniging. Efficiënte en effectieve handhaving staat daarbij op nummer 1. Daarnaast een goede communicatie van het hondenbeleid met een positieve benadering van de hond en zijn baasje, voldoende hondenvoorzieningen in de stad, binnen bereik van de hondenbezitters en onderhoud van de voorzieningen.
2 3
Bron: NVRD, Handreiking ‘schoon’ januari 2007 NVRD: Handreiking ’schoon’ januari 2007
3 Basisvoorwaarden voor hondenvoorzieningen De basisvoorwaarden voor hondenvoorzieningen zijn richtlijnen om ervoor te zorgen dat een nieuwe woonwijk ook voor hondenbezitters (en dus ook voor andere gebruikers) een aantrekkelijke wijk wordt. Deze basisvoorwaarden zijn bedoeld voor nieuw te ontwikkelen gebieden in de stad, maar kunnen ook worden toegepast in bestaande wijken. Voorwaarden voor situering Verkeersveiligheid Het gaat hier om de veiligheid van de hondenbezitter, de hond en andere weggebruikers. Uitlaatstroken, waar de hond aangelijnd is, en loslaatterreinen moeten niet langs drukke wegen lopen, tenzij er een goede afscheiding is van het terrein. De hondenbezitter moet bij voorkeur niet over een fietspad of rijweg hoeven lopen om de hond uit te kunnen laten. Langs uitlaatstroken moet dus een smal trottoir komen. En bij loslaatterreinen moet er altijd een fysieke afscheiding zijn met andere functies in de openbare ruimte om te voorkomen dat een loslopende hond de weg op loopt of kinderen die argeloos aan het spelen zijn, verrast met zijn enthousiasme. Bereikbaarheid en spreiding De slagingskans van het hondenbeleid is mede afhankelijk van de voorzieningen die er zijn. Kunnen alle (potentiële) hondenbezitters in Helmond binnen een redelijke afstand bij een voorziening komen? Binnen een straal van 350 meter moet een hondenuitlaatvoorziening zijn. Deze norm is gekozen omdat het overeen komt met de bereikbaarheidsnorm van een speelplek voor basisschoolkinderen4. Van kinderen wordt verwacht dat ze deze afstand afleggen om bij een speelplek te komen, dan kan ook van de hondenbezitter hetzelfde worden verwacht om de hond uit te laten. Vervolgens moet er een dekkende spreiding van de hondenvoorzieningen zijn zodat iedere woning binnen zo´n straal van 350 meter valt. Er moet wel rekening gehouden worden met barrières waardoor de daadwerkelijke bereikbaarheid moeilijk wordt. Sociale veiligheid Bij het kiezen van een geschikte locatie speelt sociale veiligheid ook een rol. Bij voorkeur moet de plek niet achteraf liggen, maar het liefst in de nabijheid van woningen of op een plek waar meerdere mensen komen. Dit is echter geen harde eis, omdat er een alternatief is, namelijk elders uitlaten en de uitwerpselen direct opruimen. Waterkwaliteit Bij het zoeken naar een geschikte locatie voor een hondenuitlaat- of loslaatterrein moet ook gekeken worden naar de afstand tot een eventuele watergang in verband met afspoeling van de hondenuitwerpselen in het water. Een afstand van ongeveer 5 meter is gewenst. Dit is wel afhankelijk van het type water. Overleg met een waterdeskundige is dus nodig. Er zijn veel woongebieden in Helmond met een gescheiden rioolstelsel. Dit houdt in dat regenwater op daken en verhardingen in een apart (schoon) stelsel worden afgevoerd. In deze gebieden is hondenpoep in de goot dus niet gewenst. Dat is één van de redenen dat hondenpoep niet meer in de goot mag.
4
Zie Speelruimtebeleidsplan 2003
Voorwaarden voor inrichting Typering Er zijn drie mogelijke voorzieningen voor honden: ▪ Losloopterrein - hier mag de hond loslopen en hoeven de uitwerpselen door het hondenbaasje niet opgeruimd te worden. ▪ Uitlaatterrein - hier moet de hond aangelijnd zijn en hoeven de uitwerpselen door het hondenbaasje niet opgeruimd te worden. ▪ Hondenpoepbakken (depodogs) – dit zijn afvalbakken waar de hondenpoep in gedeponeerd kan worden, meestal gecombineerd met een poepzakjesautomaat. Ook kunnen afzonderlijke poepzakjesautomaten geplaatst worden. Dit type voorziening is geschikt op locaties waar er ruimte tekort is om een uitlaatterrein te maken. Grootte Een losloopterrein moet minimaal 1000m2 groot zijn en voor een uitlaatterrein is het streven minimaal 300m2 (in hoogstedelijk gebied absoluut minimum van 100m2). De grootte van het terrein bepaalt ook de bruikbaarheid en gebruiksgenot. Een ruim loslaatterrein is nodig zodat de hond ook echt vrij kan lopen. Een uitlaatterrein moet voldoende groot zijn zodat de plek tussen reinigingsbeurten nog steeds goed functioneert. Uitlaatterreinen zijn hebben ook vaan de vorm van een bermstrook. In samenhang met elkaar kunnen uitlaatroutes gevormd worden. Dit verhoogd vaak het gebruiksgenot. Verlichting en bankjes Ook ’s avonds laat moet de voorziening bruikbaar zijn. In principe zijn de uitlaatplekken gelegen in woonwijken en ontvangen ze doorgaans voldoende licht van straat- en trottoirverlichting om te kunnen oriënteren. Overige uitlaatplekken bevinden zich in het buitengebied en daar wordt niet verlicht om te voorkomen dat er een schijnveiligheid wordt gecreëerd, vanwege flora en fauna en om de nacht zwart te laten. Het plaatsen van bankjes is mogelijk op aanvraag van gebruikers. Technische eisen Losloopterrein: ▪ Afscheiding (bijvoorbeeld hek of haag). Eventueel een klaphek of poort ▪ Minimale opening in de afscheiding van 2,5 meter ten behoeve van onderhoud ▪ minimale afstand tussen obstakels (bijv. bomen) 2,5 meter Uitlaatterrein: ▪ afscheiding gewenst wanneer grenzend aan druk fietspad of drukke weg ▪ minimale afstand tussen obstakels (bijv. bomen) 2,5 meter ▪ minimale breedte van het terrein (en van de toegang tot het terrein) 2,5 meter Hondenpoepbakken (depodogs): ▪ vandalismebestendig ▪ gebruiksfunctie moet duidelijk zijn ▪ Voor de herkenbaarheid is één type bak gewenst Overige technische eisen: ▪ Hondenborden zoveel mogelijk aan bestaande palen bevestigen ▪ Voor de herkenbaarheid is één bebordingsstijl noodzakelijk (verbodsbord, overige borden eigen ontwerp). Zie foto’s.
▪
Minimale afstand tussen woonperceel en hondenvoorziening 10 meter. Aan de voorzijde van de woning kan de afstand kleiner zijn maar niet aangrenzend (voortuin wordt doorgaans niet gebruikt om buiten te zitten).
Verbodsgebieden Er zijn gebieden waar de aanwezigheid van honden niet gewenst is. Het gaat hierbij om gebruiksfuncties die moeilijk samengaan met honden. Op de volgende locaties zijn honden niet welkom: ▪ Speelvoorzieningen ▪ Gemeentelijke dierenparken ▪ Vennen in Stiphoutse bossen ▪ Warandepark, Kasteeltuin, Hortensiapark ▪ (Overdekte) winkelcentra (voor zover gemeentelijk eigendom) In alle gevallen is dit aangegeven met verbodsbordjes en staat de plek vermeld op de Hondenkaart. Terreinen die een eigen beheerder hebben, zoals zwemplas Berkendonk en sportvelden kunnen zelf hun regels bepalen. Beperking van overlast door inrichting Met name grasstroken langs woonpercelen zijn een geliefde plek op de route van de hondenbezitter waar de hond graag zijn behoefte doet. Maar deze locaties zorgen voor veel overlast: stankoverlast voor mensen die graag in hun tuin zitten, viezigheid voor spelende kinderen. Echter, met de inrichting van de openbare ruimte kan het uitlaten van de hond worden ontmoedigd. Ruig (hoog) gras en (lage) beplanting is niet prettig voor honden om hun behoefte te doen. Deze oplossing is met name geschikt voor groenstroken langs tuinafscheidingen.
4 Aanpak Zoals in hoofdstuk 2 besproken, zijn de vier onderdelen om hondenpoep tegen te gaan: ▪ Handhaving ▪ Communicatie ▪ Voorzieningen ▪ Reiniging In dit hoofdstuk wordt de gewenste aanpak van deze vier onderwerpen beschreven. 4.1 Handhaving Zonder handhaving wordt het hondenbeleid geen succes. Handhaving is het meest belangrijke wapen in de strijd tegen hondenoverlast. Aspecten die belangrijk zijn, zoals blijkt uit de evaluatie, zijn de aanwezigheid van de Stadswacht, kordaat optreden en voldoende uren voor inzet handhaving. Handhaving moet effectief en efficiënt worden ingezet. Aanwezigheid van de Stadswacht Er moeten meer uren daadwerkelijk worden ingezet op handhaving van het hondenbeleid, zo blijkt uit de Inwonersenquête 2007. Voor de meetbaarheid van de handhaving moet er terugkoppeling komen van de (manier van) inzet van deze uren. Bewoners moeten ook op de hoogte worden gebracht van de resultaten. Effectief handhaven - pakkans vergroten ▪ Handhaving op uitlaattijdstippen. Dit zijn tijden die vallen voor of na reguliere kantooruren: tussen 06:30u en 08:30 en tussen 17:00u en 19:00u. ▪ Extra intensieve acties op overlastplekken. ▪ Meerdere keren per jaar kan voor een kortere periode een intensieve handhaving gevoerd worden. De pakkans wordt daardoor groter en de aanwezigheid van de Stadswacht op straat is groter. Het effect van deze korte maar intensieve actie zal naar verwachting lang voelbaar blijven en meer effect hebben dan diezelfde ureninzet verspreid over het jaar. ▪ Controle in burger. Het probleem bij de handhaving is dat je de hondenbezitter op heterdaad moet betrappen. De notoire overtreder zal zijn gedrag tijdelijk aanpassen op momenten dat hij een Stadswacht in de buurt ziet. Controle in burger is daarom een goede methode om de pakkans te vergroten. ▪ Verplicht bijhebben opruimmiddel. Met de invoering van het verplicht bijhebben van een opruimmiddel is een efficiëntere handhaving mogelijk. Tegenover de moeilijkheid van het op heterdaad betrappen staat nu het gemak van de controle op het opruimmiddel. Handhaving moet gepaard gaan met voldoende voorzieningen die van voldoende kwaliteit zijn. Het gaat dus hand in hand met de basisvoorwaarden, met reiniging en met communicatie. 4.2 Communicatie Het is van belang dat communicatie een continue proces is. Dit werkt effectiever dan eenmalige campagnes. Positieve benadering Ook kan een meer positieve benadering helpen. De folder “Helmond Schoon” heeft al een vrij positieve benadering van de hondenregels. Dit kan wellicht bij de volgende editie nog verder wordt doorgevoerd. Op de website is de informatie veel minder positief verwoord dan in de folder “Helmond Schoon”. Hier is dus nog een slag te slaan om positieve benadering van het hondenbeleid te krijgen.
Informatievoorziening De hondenkaart moet duidelijk leesbaar zijn. Er moeten straatnamen op en op wijkniveau moet de kaart groter zodat ook de hondenuitlaatstroken goed zichtbaar zijn. De folder moet automatisch meegegeven/ verzonden worden aan bewoners die een nieuwe hond aanmelden. Daarnaast kan een aparte folder, specifiek over honden, gemaakt worden voor de controleurs die aan de deur controleren op betaling van de hondenbelasting. Doorlopende communicatie Om de communicatie een meer continu karakter te geven, is het wenselijk om op de Gemeente TV hier ook aandacht aan te schenken. Behalve het uitleggen van de regels en het laten zien van de faciliteiten, kunnen ook trotse hondenbezitters vertellen over hun lievelingsplekje waar ze graag met hun hond komen. Een positieve benadering dus. Belanghebbenden Overleg is gewenst met belanghebbende partijen. Dit zijn de hondenbezitters, maar ook de niet-hondenbezitters. De wijkraden kunnen hierin een rol vervullen. Ook de dierenbescherming of kynologenclubs hebben kennis en ervaring die van waarde kan zijn bij het zoeken naar wijkgerichte oplossingen. Promotieacties Om het hondenbeleid te stimuleren kunnen diverse acties worden bedacht. Bijvoorbeeld het uitdelen van een etui voor hondenpoepzakjes die aan de riem kan worden bevestigd of het gratis beschikbaar stellen van hondenpoepzakjes. Regels In Helmond gelden de volgende regels voor honden(bezitters): ▪ Plicht om hondenbelasting te betalen ▪ Plicht om hond te voorzien van halsband met naam en adres van eigenaar ▪ Aanlijnplicht, overal van toepassing m.u.v. loslaatterreinen en beige gebieden in het buitengebied ▪ Opruimplicht (hondenpoep direct opruimen), overal van toepassing m.u.v. loslaatterreinen, uitlaatterreinen en beige gebieden op de Hondenkaart ▪ Verplicht bijhebben van een opruimmiddel, zijnde een poepschep of -zakje ▪ Gebieden verboden voor honden (bijvoorbeeld speelplek) 4.3 Reiniging Het reinigingsniveau van alle hondenuitlaat- en loslaatstroken moeten voldoen aan het gebruiksniveau. Passend bij de gebruiksintensiteit en vervuilingsnelheid moeten de terreinen minimaal eens per half jaar tot maximaal eens per week worden gereinigd. Door het reinigen van de stroken wordt overlast door vervuiling en stank zoveel mogelijk beperkt. Het grasmaaien van de uitlaatterreinen en loslaatterreinen moet afgestemd zijn op het reinigen of gecombineerd uitgevoerd worden. De maaifrequenties van de loslaat- en uitlaatterreinen is tien keer per jaar. 4.4 Acties ▪ ▪ ▪ ▪ ▪ ▪ ▪
Huidige voorzieningen toetsen aan basisvoorwaarden Handhaving aanpassen per 1 januari 2009 Communicatie aanpassen en opzetten gemeente TV per 1 januari 2009 Beheer aanpassen per 1 januari 2009 Verbodsgebieden - aantal verminderen en aanpassen op Hondenkaart per 1 januari 2009. Dit moet samengaan met het optimaliseren van de handhaving. (communicatietraject i.v.m. wijziging van situatie die mensen jarenlang gewend zijn) Zie verder acties n.a.v. evaluatie Hondenbeleid Na 2 of 5 jaar een enquête houden met dezelfde vragen om de vooruitgang te toetsen