Blijf armlymfoedeem de baas! Cursusboek
NEDERLANDSE VERENIGING VAN
HUIDTHERAPEUTEN
Inhoud Inleiding 5 Cursusavond 1 Algemene informatie 7 Introductie 7 Algemeen: het lymfestelsel 7 Wat is lymfoedeem en hoe ontstaat het? 8 Herkennen van lymfoedeem 8 Erysipelas 8 Wat zijn de verschijnselen van erysipelas? 9 Lymfoedeempatiënten en erysipelas 9 Behandeling van erysipelas 9 Meten van de arm 9
© 2012 De Nederlandse Vereniging van Huidtherapeuten, Utrecht Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of vermenigvuldigd door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de Nederlandse Vereniging van Huidtherapeuten. Deze cursus is samengesteld door: Margrit Frenzel Jos van der Ploeg Lilian Dekkers Eva Streutker Marlies Tol Yvonne Born De vakgroep Hulpmiddelen van de NVH De vakgroep Oedeem van de NVH Studenten Hogeschool Utrecht, Faculteit Gezondheidszorg, afd. Huidtherapie
Cursusavond 2 Preventieve maatregelen, zelf zwachtelen 11 Preventie 11 • Wondjes 11 • Overbelasting 12 • Afknelling 12 • Warmte en koude 12 Huidverzorging 13 • Algemene adviezen 13 • Huidverzorging bij chemoen/of radiotherapie 13 Zwachtelen van de arm 14 • Wat hebt u nodig? 14 • Materiaal 14 • Hoe zwachtelt u? 14 • Criteria bij het zwachtelen 14 Zwachtelen van hand en onderarm 15 Zwachtelen van onder- en bovenarm 15 Stappenplan 15 Cursusavond 3 Therapieën 19 Wat doet de huidtherapeut? 19 • Meten 19 • Manuele lymfedrainage 19 • Lymfapress 19 • Lymftaping 19 • Therapeutische elastische kousen 20 • Borstprothesen 20
Cursusavond 4 Zelfmassage 23 Zelfmassage bij lymfoedeem 23 Massage van onderarm, pols, hand en vingers 26 Cursusavond 5 Oefeningen 29 Ademhalingsoefeningen 29 • Buikademhaling 29 • Flankademhaling 30 Bewegingsoefeningen 30 • Oefeningen voor hals en nek 31 • Oefeningen voor de schouder 31 • Oefeningen voor de borst 32 • Oefeningen voor de bovenarm 33 • Oefeningen voor de onderarm, hand en vingers 33 • Belangrijke tips voor de bewegingsoefeningen 34 Partnermanagement 34 Cursusavond 6 Armkousen aan- en uittrekken 37 Kousen aan- en uittrekken 37 • Aantrekken van de kous 37 • Uittrekken van de kous 39 Behandeling van de kous 39 Bronvermelding 41
Inleiding U neemt deel aan de zelfmanagementcursus voor borstkankerpatiënten. Met dit boekje willen wij u een leidraad, een geheugensteuntje en een naslagwerk geven. Het is een beknopte versie. Mist u onderwerpen? Hebt u vragen? De cursusleiders lichten u graag in. Na deze zelfmanagementcursus beschikt u over inzichten en vaardigheden die het mogelijk maken zelf een actieve bijdrage te leveren aan het behandelen en voorkomen van uw lymfoedeem. Met zelfmanagement hebt u de regie over uw eigen zorgproces in handen en bent u minder afhankelijk van therapie. De cursus bestaat uit zes avonden van anderhalf uur en is als volgt opgebouwd: cursusavond
tijd
inhoud
1
19.00-19.30 19.30-20.30
Introductie, patiëntenverenigingen/websites Algemene informatie over lymfoedeem en meten van de arm
2
19.00-19.30 19.30-20.30
Terugblik en vragen Preventie van lymfoedeem, huidverzorging, leefregels en adviezen; zwachtelen van de arm
3
19.00-19.30 19.30-20.30
Terugblik en vragen Therapieën huidtherapeut: MLD, zwachtelen, lymftaping, TEK, borstprothesen en therapeutische bh’s, Lymfapress en begin van zelfmassage
4
19.00-19.30 19.30-20.30
Terugblik en vragen Zelfmassage
5
19.00-19.30 19.30-20.30
Terugblik en vragen Bewegings- en ademhalingsoefeningen; partnermanagement
6
19.00-19.30 19.30-20.30
Kousenweetjes Terugblik op de gehele cursus
Op cursusavond 5 kunt u uw partner of een familielid meenemen. Die avond wordt er speciaal aandacht besteed aan de manier waarop uw partner of familielid u thuis kan steunen. Er is dan ook gelegenheid om vragen te stellen. Na de cursus weet u meer over lymfoedeem en het effect ervan. U kent de risico’s en weet wat u moet doen. U bent daardoor minder afhankelijk van externe hulpverlening.
5
Cursusavond 1 Algemene informatie Na een korte algehele introductie staat de eerste avond van de cursus in het teken van algemene informatie: over patiëntenverenigingen, over websites en over lymfoedeem. U krijgt een demonstratie over het meten van uw arm.
Introductie
Voorstelronde. Iedere cursist vertelt iets over zichzelf en geeft aan waarom zij meedoet aan de cursus.
Algemeen: het lymfestelsel Hoe ontstaan oedeem en bijbehorende klachten? We kijken naar de werking en de functie van het lymfestelsel. Naast het bloedvatenstelsel heeft ons lichaam nog een vaatstelsel: het lymfestelsel. Het lymfestelsel ligt parallel langs de aderen en bestaat uit lymfevaten, lymfeklieren en lymfeweefsel. Door de lymfevaten stroomt weefselvocht. Dit weefselvocht noemt men lymfe. Via de lymfevaten komt de lymfe uiteindelijk in de bloedvaten (ten hoogte van het hart). Voordat de lymfe in de bloedvaten terechtkomt passeert dit vocht ten minste één lymfeklier. Lymfeklieren worden ook wel lymfeknopen genoemd en liggen vlakbij de organen. In de hals, oksels, liezen en buik bevinden zich meerdere grote klieren. De lymfeklieren zijn de zuiveringsstations van het lymfestelsel. Ziekteverwekkers zoals bacteriën en virussen worden hier onschadelijk gemaakt. Verder dienen deze klieren als filters: zij zeven lichaamsvreemde stoffen zoals afvalstoffen uit de lymfe. Omdat het lymfestelsel parallel langs de aderen ligt en daarmee in contact staat, komen deze lichaamsvreemde stoffen in de bloedbaan terecht. Via de bloedbaan worden ze naar de nieren geleid en uiteindelijk uitgeplast. De lymfeklieren in het vrouwelijk lichaam. A hals B oksel C luchtpijp D longen E darmen en achter buikholte F bekkenstreek G liezen. 1 milt (Uit: www.levenmetkanker.nl)
7
Wat is lymfoedeem en hoe ontstaat het?
Lymfoedeem is een ophoping van vocht en eiwitten in het lichaamsweefsel als gevolg van een verstoord evenwicht tussen aan- en afvoer van vocht. Het kan optreden na beschadiging van lymfevaten of lymfeknopen, door een kneuzing, operatie, uitzaaiing in de lymfklieren of bestraling. Een okselkliertoilet bij een borstamputatie kan oedeem veroorzaken in een arm en hand. Lymfoedeem bevat zeer veel eiwit. Daardoor is het een goede voedingsbodem voor bacteriën. De kans op een ontsteking zoals wondroos (erysipelas, zie verder) is vergroot. Beschadiging van de huid moet dus worden voorkomen, zodat bacteriën de huid niet kunnen binnendringen. Niet iedereen die een okselkliertoilet heeft gehad krijgt lymfoedeem. De afvoer van lymfe zal namelijk voor een deel worden overgenomen door andere lymfebanen en door de bloedbaan. Wel is het belangrijk dat u een aantal voorzorgsmaatregelen neemt om de kans op het ontstaan van lymfoedeem zoveel mogelijk te beperken. Het is ook goed als u beginnend lymfoedeem kunt herkennen. Hoe eerder u met een behandeling begint, hoe meer een toename van klachten wordt voorkomen.
Wat zijn de verschijnselen van erysipelas?
De aangetaste huid is felrood, gezwollen en warm. De plek is bovendien scherp afgegrensd van de normale huid. De patiënt kan acuut of binnen enkele uren koorts, koude rillingen en een ziek gevoel krijgen en moet soms overgeven. Vaak wordt erysipelas 1-2 dagen voorafgegaan door algehele malaise, moeheid, lusteloosheid e.d. Vooral bij patiënten met lymfoedeem kan dit zeer snel ontstaan en wanneer iemand eerder erysipelas heeft gehad, voelt men de wondroos ‘aankomen’.
Wondroos aan de arm. (Uit: www. tidsskriftet.no)
Herkennen van lymfoedeem
Bij lymfoedeem in de arm kunnen een aantal klachten ontstaan. Misschien herkent u zelf ook een of meer van deze klachten: • strak zitten van uw horloge • een vermoeid en zwaar gevoel • pijn in het behandelde gebied of in de arm • beperkingen in de beweging • beperkingen in het dagelijks functioneren zoals bijvoorbeeld boodschappen dragen • huidafwijkingen en infecties
Door de beschadigde lymfevaatjes neemt de kans op lymfoedeem toe en dat is op zich weer een risicofactor voor het opnieuw ontstaan van erysipelas. Bij ieder optreden van erysipelas wordt het lymfesysteem verder beschadigd. Elk wondje is een ingang (porte d’entrée) voor bacteriën. Wondjes moeten dus zoveel mogelijk worden voorkomen.
Lymfoedeem in de arm. (Uit: www.lymfoedeem.nl)
Erysipelas
Iemand met lymfoedeem krijgt regelmatig te horen dat hij bedacht moet zijn op wondjes in verband met de kans op ontstaan van erysipelas. Wat is erysipelas en hoe ontstaat het? Erysipelas (wondroos) is een acute infectie van de oppervlakkige huidlaag die gepaard kan gaan met algehele malaise en koorts. Erysipelas wordt veroorzaakt door bacteriën. Deze bacteriën kunnen op de intacte huid aanwezig zijn zonder ziekteverschijnselen te geven. De bacterie moet een ingang hebben om door de huid heen te dringen, een ‘porte d’entrée’. Dit kan een gewoon wondje zijn, zelfs een wondje dat met het blote oog niet zichtbaar is, zoals een insectenbeet. De bacteriën die verantwoordelijk zijn voor erysipelas vermenigvuldigen zich gemakkelijk in het eiwitrijke weefselvocht. Omdat lymfoedeem veel eiwit bevat, is het een goede voedingsbodem voor bacteriën, wat de kans op het krijgen van een ontsteking als wondroos/erysipelas vergroot. Daarom moet een beschadiging van de huid (wondje) aan de aangedane arm worden voorkomen, zodat bacteriën niet de huid kunnen binnendringen. Op cursusavond 2 geven we u advies hierover. Erysipelas kan in alle huidgebieden ontstaan, maar treedt het meest op aan de benen, armen en het gezicht. Erysipelas kan ook optreden op plaatsen van grote, verse operatielittekens. De bacteriën die bij erysipelas in de lymfevaten zitten, beschadigen deze; daardoor is de afvoer niet meer optimaal. 8
Lymfoedeempatiënten en erysipelas
Behandeling van erysipelas
Soms is zelfs een ziekenhuisopname noodzakelijk totdat de koorts en de roodheid van de huid verdwenen zijn. Zodra de koorts weg is moet er een goede lokale behandeling plaatsvinden die ten minste uit goede compressietherapie (= druktherapie) bestaat. Uw huidtherapeut gaat u zo snel mogelijk met manuele lymfdrainage behandelen. Als de arm zijn oorspronkelijke omvang weer terug heeft, wordt een therapeutische elastische kous aangemeten. Patiënten die al een kous droegen kunnen deze opnieuw dragen als de zwelling is afgenomen. Tips en adviezen over hoe wondjes te voorkomen, hoe een droge huid behandeld kan worden en wat te doen als er wel een wondje ontstaat, worden besproken op cursusavond 2.
Meten van de arm
Om te kunnen zien of uw arm door oedeem dikker is geworden, kunt u uw arm meten. Het is gemakkelijk om herkenbare punten op uw arm te zoeken, bijvoorbeeld een moedervlek, een litteken of de pols. U gebruikt dan elke keer dezelfde meetpunten, Hieronder ziet u hoe in de huidtherapeutische praktijk wordt gemeten. Zoveel meetpunten hoeft u zelf niet te gebruiken.
9
Ruimte voor aantekeningen
Cursusavond 2 Preventieve maatregelen, zelf zwachtelen In dit gedeelte van de cursus wordt een aantal preventieve maatregelen besproken die kunnen helpen bij het beperken van klachten wanneer u lymfoedeem heeft. Verder leert u vandaag hoe u zelf uw arm en hand kunt zwachtelen.
Preventie Wondjes
Een aantal adviezen om wondjes aan de aangedane arm te voorkomen: • Draag handschoenen bij vuil werk en tuinieren. • Vet de huid regelmatig in om kloofjes en kapotte nagelriemen te voorkomen (zie ook kopje ‘Huidverzorging’). • Voorkom insectenbeten. • Krab geen puistjes of insectenbeten open. • Onthaar de oksels met crème, niet met een mesje. • Wanneer er bloed afgenomen wordt of er een infuus aangelegd moet worden, gebruik dan uw niet-geopereerde zijde. • Probeer zoveel mogelijk aanraking met scherpe voorwerpen te voorkomen. • Wees extra behoedzaam bij het koken en bij gebruik van strijkijzer, hete oven en heet water, zodat u brandwondjes voorkomt. • Gebruik in de zon een zonnebrandmiddel met hoge beschermingsfactor, zodat u de kans op zonnebrand verkleint.
Wat te doen wanneer u een wondje hebt opgelopen? • Ontsmet wondjes met een desinfecterend middel, bijv. Betadine® of Sterilon®. Zorg dat u altijd Betadine of Sterilon bij u hebt. • Raadpleeg uw arts of therapeut bij een wondje aan de geopereerde arm.
11
Overbelasting Probeer overbelasting te voorkomen. Bij intensief gebruik van de spieren komt er extra bloed in de spieren om ze van brandstof te voorzien. Een gedeelte van dit bloed moet via het lymfestelsel worden afgevoerd. Maar wanneer de lymfeklieren in de oksel verwijderd zijn, is de capaciteit van het lymfestelsel kleiner geworden. Daardoor kan er vocht in de arm blijven zitten. Het is belangrijk uw arm in de eerste 4-6 weken na de operatie niet te zwaar te belasten. In deze weken herstellen de lymfevaten rond het litteken zich namelijk nog gedeeltelijk. Een aantal adviezen om overbelasting te voorkomen: • Probeer niet zwaar te tillen (boodschappentassen e.d.). • Probeer pauzes in te lassen bij computerwerk, handwerken etc. • Probeer intensief sporten te vermijden. • Probeer lichamelijk werk over de dag te verdelen. • Probeer evenwicht te zoeken tussen rust en inspanning. • Probeer krachtige en herhalende bewegingen tegen een weerstand te vermijden (bijv. schrobben, duwen, trekken, zoals bij stofzuigen en ramenzemen). • Als u voor langere tijd zit of ligt, wordt de afvoer van het lymfevocht vergemakkelijkt als u uw arm hoger legt. Andersom wordt de afvoer van lymfe bemoeilijkt als uw arm langdurig naar beneden hangt. Het lymfevocht moet dan omhoog, tegen de zwaartekracht in en dat gaat nu eenmaal moeilijk. Een kussentje ter ondersteuning wil vaak helpen. • Het is belangrijk de aangedane arm wel te blijven gebruiken. In geval van pijn legt u de arm hoger dan de rest van het lichaam.
Afknelling Probeer afknelling van de arm (door bijv. een nauwe mouw van een blouse) te voorkomen. Wanneer de arm wordt afgekneld, worden zowel de bloed- als lymfevaten dichtgedrukt, waardoor de afvoer wordt belemmerd. Hierdoor kan oedeem ontstaan of verergeren. Een aantal adviezen om afknelling te voorkomen: • Laat geen bloeddruk meten aan de aangedane arm. • Vermijd het dragen van knellende, schurende kleding, sieraden of ‘mouwophouders’. • Draag goedpassende bh’s met brede bandjes zonder beugel.
Warmte en koude Probeer voorzichtig te zijn met warmte en koude. Extreme warmte kan tot gevolg hebben dat er veel bloed naar het weefsel stroomt. Als de afvoer hiervan onvoldoende is (zoals bij verwijderde lymfeklieren), kan de opeenhoping van lymfe toenemen. Extreme kou vernauwt de bloedvaten, waardoor de doorbloeding vermindert. Een aantal adviezen over warmte en/of koude: • Pas op met heet douchen, baden, saunabezoek en langdurig zonnebaden. • Probeer het gebruik van kruiken, rode lamp of andere warme pakkingen op de arm of schouder te vermijden. • Probeer overmatige inspanning bij warm weer te vermijden. • Probeer het gebruik van warme/koude kompressen te vermijden. 12
Huidverzorging
Een goede huidverzorging is belangrijk om uitdroging van de huid te voorkomen. Bij een droge huid hebt u een grotere kans op wondjes. Algemene adviezen • Probeer uw huid één keer per dag in te smeren met een pH-neutrale crème. Wanneer u een kous draagt mag de crème alleen ’s avonds gebruikt worden. De huid heeft een bepaalde zuurgraad. Deze pH-waarde is +/– 5. Een crème waarvan de pH-waarde ook 5 is, wordt een pH-neutrale crème genoemd. Het beste is een crème te gebruiken waar aan geen parfum is toegevoegd. Parfum heeft een uitdrogende werking op de huid. Een voorbeeld van een pH-neutrale crème zonder parfum is Eucerin®. Deze is bij uw huidtherapeut verkrijgbaar. • Probeer tijdens het douchen, baden, afwassen en andere momenten wanneer u in contact komt met water, lauwwarm water te gebruiken. Hoe heter het water, hoe groter de kans op uitdroging van de huid. • Probeer de natte huid droog te deppen in plaats van te wrijven. Door het wrijven kunnen er gemakkelijker wondjes ontstaan. • Vet na het handenwassen de handen in met crème of lotion. • Hebt u eczeem of allergieën, neem dan contact op met uw huisarts. Wanneer deze klachten zich verder ontwikkelen wordt de kans op het ontstaan van wondjes groter. • Gebruik bij nagelverzorging een kartonnen vijl in plaats van een schaar. Vijl één kant op, dit verkleint de kans op scheurtjes. • Nagelriemen kunt u met een wattenstaafje voorzichtig terugduwen. Gebruik hierna een goede handcrème Huidverzorging bij chemo- en/of radiotherapie Wanneer u chemo- of radiotherapie krijgt, kan uw huid veranderen: zij kan droog en schilferig worden. Ook kan de huid dunner lijken, of er juist opgezet en rood of vlekkerig uitzien. Ten slotte kan uw huid gevoeliger zijn voor infecties en gemakkelijker bloeden. We gaven al algemene tips en adviezen, maar hier volgen nog enkele aanvullingen. • U kunt uw huid het beste wassen met lauwwarm water en zonder zeep. Mocht u toch zeep willen gebruiken, gebruik dan een pH-neutrale zeep. Dep uw huid goed droog met een schone, zachte handdoek. • Omdat uw huid gevoeliger is, kan het zijn dat uw gebruikelijke make-up en deodorant huidirritaties veroorzaken. Dit is te verhelpen door pH-neutrale, ongeparfumeerde of hypoallergene producten te gebruiken. • Vermijd de felle zon; deze kan een huidreactie veroorzaken, waarbij ontsierende vlekken ontstaan. Ook heeft uw huid een grotere kans om te verbranden, omdat zij door de chemo- of radiotherapie kwetsbaarder is geworden. Als u dus de zon in gaat, gebruik dan een goede zonbeschermingsfactor (spf 30/50). • Wanneer uw huid door de chemo- en radiotherapie droger is geworden, is het verstandig om producten zonder alcohol te gebruiken. Lang baden is niet verstandig. Een bad nemen kan wel, maar doe dit zeker niet vaker dan 2x per week. Gebruik in uw bad geen badschuim, maar een scheutje amandelolie. • Wanneer u last hebt van een droge en schilferige huid kunt u één keer in de 6 weken gebruik maken van een peeling of scrubcrème. Deze moet zo zacht zijn dat u hem nauwelijks voelt. Hiermee worden de oude opperhuidcellen verwijderd en neemt eventuele jeuk af. • Wanneer u last hebt van jeuk is het beter om niet te krabben. In plaats daarvan kunt u talkpoeder op de jeukende plek doen of even in de frisse lucht gaan staan. Vermijd het gebruik van crèmes en parfum. • Was uw kleren het liefst met milde en neutrale wasmiddelen en laat de wasverzachter een tijdje achterwege. • Ten slotte is het advies om tijdens en kort na de behandeling het zwembad te vermijden. Het vele chloor kan uw kwetsbare huid aantasten.
13
Zwachtelen van de arm Het doel van het zwachtelen is het lymfoedeem te verminderen door druk van buitenaf te geven. U zwachtelt wanneer de armomvang is toegenomen of wanneer u spanning in de arm voelt. In les 1 hebt u geleerd hoe u de arm kunt opmeten. Het lymfoedeem kan toenemen zonder dat u het merkt. De kous gaat dan moeilijker aan en het effect is niet optimaal. De omvang van de arm kan toenemen: • als de kous langere tijd niet gedragen is, • door overbelasting, • als u in de buurt bent geweest van warmtebronnen (zon, zonnebank, sauna, heet douchen of baden, rode lamp, warme kruiken en warmtepakkingen), • zonder duidelijk aanwijsbare reden. Wordt de arm tijdens het zwachtelen niet dunner of blijft het gevoel van spanning en/of pijn aanwezig, dan is het verstandig om uw huidtherapeut te raadplegen. Wat hebt u nodig? Bij het zwachtelen van de arm wordt met zo weinig mogelijk materiaal geprobeerd een optimaal effect (afname van omvang of spanningsvermindering) te bereiken. De keuze van de materialen kan verschillend zijn. De basale uitrusting bestaat uit: • 1 korte rekzwachtel van 6 cm breed (bij voorkeur Ideaalbinde), • 2 korte rekzwachtels van 10 cm breed, • leukoplast. Het is het beste om twee setjes te gebruiken, zodat de zwachtels om de dag gewassen kunnen worden. Ze blijven dan elastisch. Materiaal • U gebruikt de korte rekzwachtel; deze wordt gebruikt bij mobiele patiënten. Deze zwachtel kan (mag) ook ’s nachts omgelaten worden. • U gebruikt de 6 cm-zwachtel voor de hand. • Voor uw onder- en bovenarm gebruikt u de twee 10 cm-zwachtels. De leukoplast wordt gebruikt om de zwachtels aan het eind te fixeren. Gebruik nooit de bijgeleverde clips: hierdoor kan de huid beschadigd worden. Hoe zwachtelt u? U gaat in deze les leren om uw hand, onder- en bovenarm te zwachtelen. De vingers worden alleen bij uitzondering gezwachteld. Het zwachtelen van de vingers is vrij moeilijk en u kunt door bepaalde oefeningen (regelmatig knijpen in een stressbal of gericht bewegen van de vingers) de lymfeafvoer zelf stimuleren. Criteria bij het zwachtelen U houdt de zwachtel altijd zo, dat u in de rol kunt kijken. Houd de zwachtel dicht bij de arm, hierdoor is de spanning goed te controleren. Het is goed om een constante lage spanning op de zwachtel te geven, te veel druk kan de fijne lymfevaatjes afknellen. U kunt de zwachtels op verschillende manieren om uw arm leggen. Het is het gemakkelijkst om de arm circulair te zwachtelen. ’s Nachts mag u de korte rekzwachtels omhouden.
14
Zwachtelen van hand en onderarm U zwachtelt eerst uw hand en een deel van de onderarm. Hiervoor gebruikt u de 6 of 8 cm brede zwachtel. Knip voor het zwachtelen 6 stukken van ca. 5 cm pleistermateriaal af, om de zwachtels straks te kunnen fixeren. 1 Begin het zwachtelen door de zwachtel schuin in de handpalm te leggen, zodat u hem met uw middelvinger vast kunt houden. 2 Maak een toer om de pols en leg het schuin gezette stuk om en zwachtel eroverheen. 3 Rol de zwachtel door de handpalm naar de pink toe, over de handrugzijde, en kom met de rol weer terug tussen duim en wijsvinger. Herhaal dit een aantal keren; u draait als het ware achten. Belangrijk is dat de zwachtel op de hand tot de inplant van de vingers gaat. 4-6 Als de hand volledig is gezwachteld kan de zwachtel doorgerold worden naar de pols. Plak de zwachtel vast.
Zwachtelen van onder- en bovenarm Voor het zwachtelen van onder- en bovenarm gebruikt u de 10 cm-zwachtels. De richting van zwachtelen is bij de eerste 10 cm-zwachtel gelijk aan die van de hand. 7 Leg de eerste 10cm zwachtel weer schuin in de handpalm ter fixatie. Maak een toer om uw pols en zwachtel circulair in richting van uw elleboog, die u licht gebogen houdt. Zwachtel tot 2 vingers breed uit de oksel. Pak vervolgens de tweede 10 cm-zwachtel en begin met het bevestigingsrondje bij uw pols. De tweede zwachtel wordt in tegengestelde richting van de eerste neergezet. Dat betekent dat, als de handzwachtel en de eerste brede zwachtel rechtsom gedraaid werden, de tweede brede zwachtel linksom aangebracht moet worden. Zwachtel met de tweede zwachtel ook tot de oksel. • Let op: niet te strak zwachtelen. • Het zwachtelmateriaal overal gelijk verdelen. • Als het de eerste keer niet meteen lukt, geen probleem. Probeer het opnieuw of vraag het eventueel aan uw partner.
Stappenplan 1
2
15
3
7
4
8
5
9
6
Aandachtspunten bij het gebruik van een zwachtel • Was de zwachtels om de dag op 30º C. • Was de zwachtels met fijn wasmiddel, geen wasverzachter. • Laat de zwachtels drogen op een rekje (niet in de droger). • De zwachtels mogen ook ’s nachts gedragen worden. • De zwachtel mag niet nat worden tijdens het dragen omdat dan de huid week en kwetsbaar kan worden. 16
17
Ruimte voor aantekeningen
Cursusavond 3 Therapieën Deze avond staat in het teken van de verschillende soorten therapieën die een huidtherapeut u kan bieden. Daarnaast wordt er informatie gegeven worden over therapeutische elastische kousen, borstprotheses en therapeutische prothese-bh’s.
Wat doet de huidtherapeut? Bij de behandeling van lymfoedeem kan de huidtherapeut verschillende therapieën instellen: meten van de armen, manuele lymfedrainage, gebruik van de lymfapress, lymfetaping, aanmeten van therapeutische elastische kousen en borstprotheses. Meten Bij het intakegesprek worden beide armen gemeten, ook wanneer maar één arm aangedaan is. Zo kunnen de gegevens worden vergeleken. De meting gebeurt regelmatig, om te kunnen zien of de omvang van de arm afneemt. Manuele lymfedrainage Manuele lymfdrainage is een met de handen uitgevoerde, zachte massage van de huid. De therapeut maakt met de hand en vingers draaiende pompbewegingen. Zo wordt de lymfecirculatie in het bindweefsel gestimuleerd en verbetert de afvloed van de lymfe door de lymfvaten. Het oedeem en schadelijke stoffen worden afgevoerd. (Uit: www.lymfoedeem.nl)
Lymfapress De Lymfapress bestaat uit een pomp die is aangesloten op een arm- of beenmanchet. Deze manchet is verdeeld in verschillende kamers die met elkaar in verbinding staan. Het apparaat pompt lucht door de kamers; dit veroorzaakt drukgolven. De drukgolven geven een masserend, drainerend effect, waardoor het vocht geleidelijk wordt afgevoerd. Lymftaping Lymfetaping kan worden toegepast bij lymfoedeem en bij zenuwpijn. Door de tape zonder spanning aan te brengen op een gerekte huid wordt de bovenste huidlaag gelift, ofwel iets opgetild. Dit vergroot de ruimte tussen de eerste en tweede huidlaag, waarin 19
zich kleine bloed- en lymfevaatjes bevinden. Hierdoor wordt de doorbloeding bevorderd en dit leidt tot een betere afvoer van lymfevocht. Het oedeem vermindert. Door de liftende werking van de tape neemt bovendien de druk op de zenuwuiteinden af; de tape heeft zo een pijndempende werking. Door de grotere ruimte tussen de huidlagen wordt hard geworden oedeem – de zogenaamde fibrose – losser van structuur (zachter) en daardoor kunnen de lymfevaatjes het vocht beter opnemen en afvoeren.
(Uit: Silima)
Lymfetaping kan door de huidtherapeut worden toegepast als aanvulling op de eerder genoemde behandelingen (manuele lymfedrainage, ambulante compressietherapie). Zij kan ook uitleggen hoe de lymfetape op de juiste manier wordt aangebracht. Therapeutische elastische kousen Een therapeutische elastische kous (TEK) geeft net als een zwachtel een verhoogde druk op het weefsel van de arm. Het doel van de TEK is niet het verdrijven van het oedeem in de arm, maar ervoor te zorgen dat het oedeem niet terug kan komen. Een TEK wordt alleen overdag gedragen. De kous bestaat vaak uit een armkous en een handschoen. Deze compressiekousen worden meestal op maat gemaakt. Zo wordt de druk zo effectief mogelijk verdeeld. Omdat de kous precies is aangemeten, is het soms moeilijk om hem aan en uit te trekken. Uw huidtherapeut leert u de armkous aan te doen, eventueel met een hulpmiddel. Borstprothesen Wanneer u een prothese draagt is het belangrijk dat de maat en het model van uw bh goed zijn. Naast de bh’s zijn er ook speciale badpakken verkrijgbaar waar een hoesje voor de prothese is ingenaaid. Deze badpakken sluiten hoog aan, waardoor het litteken niet zichtbaar is en de prothese niet uit het badpak kan vallen. Belangrijk om te weten • Wanneer u een prothese gaat aanschaffen is het belangrijk om bij het passen flink te bewegen, zodat u kunt zien of en hoe de prothese op zijn plaats blijft zitten. Neem een strak en effen T-shirt mee: onder zo’n kledingstuk kunt u goed zien of de prothese ook echt goed zit. • Wanneer u een grote, zware prothese hebt, kunnen er door het gewicht nek- en schouderklachten ontstaan. Tegenwoordig bestaan er lichtgewichtprothesen. Deze zijn hol en wegen door de speciale samenstelling veel minder.
Waar moet u op letten bij de aanschaf van een goede bh? 1 Brede, ontlastende schouderbanden om insnijden te voorkomen. 2 Brede afsluiting onder de borst om afknellen van de borststreek en vochtophoping te voorkomen. Geen beugel-bh. 3 Een goed aansluitend decolleté. Dit zorgt voor een goede steun en voorkomt inkijk bij vooroverbuigen. 4 Een hoog middenstuk: dit zorgt voor een perfect veilige pasvorm en vormt een mooie afsluiting. 5 Een hoge zachte afsluiting onder de arm zorgt ervoor dat de prothese mooi blijft zitten. 6 Een in de bh verwerkte ondersteuning voorkomt verschuiving en geeft gelijkmatige steun aan borst en de borstprothese. Laat u vooral goed voorlichten bij de aanschaf van een prothese en/of bh. Er zijn in Nederland speciale borstprothese-informatiecentra (BIC’s) die kunnen adviseren welke prothese voor u geschikt is. Zie voor adressen: www.kankerpatient.nl/BVN. Ook bij een huidtherapeut kunt u terecht voor adviezen en het aanmeten van een goede prothese en/of bh.
• Een aanvullende mogelijkheid is de zelfklevende mamillen-tepelset. Deze tepels kunt u op de prothese plakken; ze geven een natuurlijk uiterlijk, vooral bij doorschijnende kleding. U kunt ze ook op de huid plakken na een borstsparende operatie of borstreconstructie. • Bedenk dat alle borsten door de jaren heen in vorm en grootte veranderen. Een prothese verandert niet mee! Het kan zijn dat u bij aanschaf van een nieuwe prothese een ander model nodig hebt. • De prothesen kunnen eenvoudig verzorgd worden, het kost niet veel tijd. Het is van belang om dagelijks met vloeibare zeep of vloeibaar fijnwasmiddel de prothese op de hand te wassen en met een handdoek af te drogen. • Vermijd trekken of uittrekken van de stof, agressieve reinigings- en oplosmiddelen, spitse of scherpe voorwerpen. • U kunt de prothese het beste bewaren in het bijhorende doosje. Zo blijft hij het mooist. 20
21
Ruimte voor aantekeningen
Cursusavond 4 Zelfmassage Uw huidtherapeut behandelt u met manuele lymfedrainage (MLD), maar u kunt ook een aantal handgrepen bij uzelf toepassen.
Zelfmassage bij lymfoedeem
Er zijn verschillende handgrepen mogelijk. Met behulp van plaatjes en een korte beschrijving van de handgreep kunt u deze gemakkelijk thuis uitvoeren. In verband met de afvoer van het oedeem is het van belang dat u de hier gegeven volgorde van de grepen aanhoudt. Daarnaast is het belangrijk dat u de grepen in een laag tempo uitvoert: lymfevocht is stroperig en kan zich dus maar langzaam verplaatsen.
Plaats twee of drie vingers in de holte achter uw sleutelbeen. Maak een draaiende beweging en geef hierbij druk in de diepte. Draai altijd met uw hand in de richting van uw pink. U kunt dit 5-7x aan beide kanten herhalen. Gebruik voor links de rechterhand en voor rechts de linkerhand.
Plaats uw hand in de hals onder het oor. Maak een draaiende beweging naar de schouder en geef druk op het moment dat de hand naar beneden gaat. U kunt dit 5-7x aan beide kanten herhalen. Verplaats de hand naar beneden tot hij bij het sleutelbeen terecht is gekomen. Gebruik voor links de rechterhand en voor rechts de linkerhand.
23
Pas deze handgreep alleen toe aan de geopereerde zijde. Plaats de hand op de schouderkop en maak een draaiende beweging met de hand. Geef druk op het moment als de hand naar de hals beweegt. U kunt dit 5-7x aan beide kanten herhalen. Herhaal de handeling tot u bij de hals bent aangekomen.
Plaats de hand op de borst naast de geopereerde oksel. Maak een draaiende beweging. Geef rek op de huid in de richting van de niet-geopereerde oksel. Verplaats de hand bij elke draai van de geopereerde oksel af. Herhaal dit enkele malen. Verwissel bij het borstbeen van hand.
Pas deze handgreep alleen toe aan de geopereerde zijde. Plaats de hand op de schouder-neklijn. Maak een draaiende beweging naar uw hals. Verplaats na elke draai de hand naar de hals. Herhaal dit enkele malen. Gebruik voor links de rechterhand en voor rechts de linkerhand.
Pas deze handgreep alleen toe aan de niet-geopereerde zijde. Neem eerst een washandje en leg dit over uw gestrekte vingers.
Plaats uw gestrekte gesloten vingers in de okselholte aan de niet-geopereerde zijde. Maak een pompende beweging naar de schouder. Herhaal dit 5x. Gebruik uw linkerhand voor de rechterkant en uw rechterhand voor de linkerkant.
24
Plaats de hand direct boven de elleboog . Maak een draaiende beweging naar boven richting hals. Verplaats uw hand iedere keer een stuk richting oksel. Werk zo de hele bovenarm af.
25
Leg uw hand in de elleboogholte en maak een draaiende beweging. Geef druk in de diepte. U kunt dit 5-7x aan beide kanten herhalen. Werk langzaam naar binnen toe. U kunt tevens een pompbeweging maken. U geeft eerst druk in de holte. Vervolgens beweegt u de onderarm naar u toe.
Leg uw duim en wijsvinger op de punt van uw elleboog. Maak een knijpbeweging waarbij u uw duim en wijsvinger naar elkaar toe beweegt. Doe dit enige tijd.
Massage van onderarm, pols, hand en vingers Pak met uw hand uw pols vast. Maak een knedende beweging waarbij u druk naar boven uitoefent. Verplaats uw hand bij elke beweging totdat u bij uw elleboog uitkomt. Begin vervolgens weer opnieuw bij de pols. U kunt dit een aantal keren herhalen.
26
Plaats uw vingers dwars op de binnenkant van de pols. Maak een draaiende beweging met de vingers. Geef druk in de richting van de elleboog. Verplaats na elke beweging de vingers iets naar boven.
Plaats uw vingers op de rug van uw hand. Maak een draaiende beweging met uw vingertoppen. Geef druk in de richting van uw pols. Verplaats naar elke beweging de vingers iets naar boven. Werk zo de handrug in een aantal banen af.
Pak met uw duim en wijsvinger een van uw vingers vast. Maak een draaiende beweging waarbij u druk uitoefent in de richting van uw hand. Werk zo een voor een alle vingers af.
27
Ruimte voor aantekeningen
Cursusavond 5 Oefeningen Vandaag maakt u kennis met ademhalings- en bewegingsoefeningen die thuis gemakkelijk zijn uit te voeren. Verder wordt er tijd vrijgemaakt voor partnermanagement. De oefeningen moeten in een bepaalde volgorde worden uitgevoerd. De ademhalingsoefeningen dienen vóór de bewegingsoefeningen gedaan te worden. Dit zorgt voor ontspanning en bevordert de afvoer van het lymfevocht. De hier gegeven oefeningen zullen op de cursusavond worden besproken. Het is raadzaam het oefenschema drie keer verspreid over de dag uit te voeren.
Ademhalingsoefeningen Buikademhaling
Buikademhaling heeft een aanzuigende werking op het lymfevocht. • U gaat gemakkelijk zitten of liggen en probeert zoveel mogelijk te ontspannen. • U plaatst de handen midden op de buik, net onder de rand van de borstkas. • U ademt door de neus in en laat de buik opbollen; u controleert met de handen of de buik uitzet; houd de adem even vast en laat de lucht door uw mond langzaam ontsnappen waarbij u met de handen voelt hoe de buik weer platter wordt. • Deze oefening doet u 5x. 29
Flankademhaling Flankademhaling bevordert de lymfafvoer uit de romp. • Zet uw vlakke handen in uw zij, met de duimen naar achter en adem ‘in de breedte’ in. • Geef met uw handen een lichte druk richting buik bij het uitademen. Adem ook weer door uw mond uit. • Deze oefening doet u 5x.
Oefeningen voor hals en nek Hoofd voorover, achterover en zijwaarts buigen. Dit stimuleert de lymfafvoer in hals en nek.
Bewegingsoefeningen Bewegingsoefeningen helpen de afvoer van lymfevocht te bevorderen. De aanspanning van spieren geeft extra druk op de lymfevaten waardoor zij gestimuleerd worden om harder te werken. Wanneer u voor borstkanker bent geopereerd kan de beweeglijkheid in uw schouder beperkt zijn geraakt door o.a. littekenweefsel of oedeemvorming in de arm. Door bewegingsoefeningen van de arm kan deze beperking in de schouder deels of geheel worden opgeheven. Het is goed om de armoefeningen zo snel mogelijk na de operatie uit te voeren, bijvoorbeeld op de tweede of derde dag. U hoeft niet bang te zijn dat het litteken bij deze armoefeningen opengaat, maar het is altijd verstandig om uw behandelend arts te raadplegen. De arts kan bepalen welke bewegingsoefeningen voor u van toepassing zijn. Als u bestraald bent is het zinvol om een jaar na het afronden van de radiotherapie regelmatig de hier gegeven bewegingsoefeningen te herhalen. Bij het uitvoeren van onderstaande oefeningen is het belangrijk om op de volgende punten te letten: • Ga bij het oefenen goed rechtop zitten of staan (trek uzelf recht met een denkbeeldig draadje dat uit de kruin van uw hoofd komt). Door gebruik te maken van een spiegel kunt u uw houding controleren. • Het is niet de bedoeling dat u pijn voelt. Dit zal juist een averechts effect op het oedeem hebben. • Lymfevocht is stroperig en verplaatst zich langzaam. De oefeningen moeten daarom in een laag tempo worden gedaan. • Probeer de oefeningen elke dag 3x uit te voeren. • Voer elke oefening 5x uit. • Houd tussen elke oefening een kleine pauze (5 seconden).
Oefeningen voor de schouder Schouders naar voren, naar achteren, omhoog en omlaag trekken. Dit stimuleert de lymfafvoer in het schoudergebied. U kunt ook een denkbeeldig rondje met de schouders draaien.
Als eerste start u met bewegingsoefeningen van de hals. Daar wordt de lymfe weer in de bloedbaan opgenomen. Door de oefeningen worden de lymfeknopen op die plek extra gestimuleerd lymfe af te voeren. Vervolgens worden er oefeningen gedaan die steeds een stukje verder van de hals liggen, waardoor langzaamaan alle lymfeklieren in de arm worden gestimuleerd. Bij de pols beginnen zou weinig tot geen effect hebben omdat de lymfeklieren die boven de pols zitten, nog niet gestimuleerd zijn.
30
31
Oefeningen voor de bovenarm Arm buigen en weer laten zakken. Dit stimuleert de lymfafvoer in de bovenarmen.
Arm voorwaarts, achterwaarts en zijwaarts heffen. Dit stimuleert de lymfafvoer in het schoudergebied.
Oefeningen voor de onderarm, hand en vingers Pols buigen en strekken stimuleert de lymfafvoer in de onderarm.
Oefeningen voor de borst De armen over een horizontale as van zij naar voren bewegen. Dit stimuleert de lymfafvoer in de borst.
32
Vingers en duim buigen en sluiten, dan spreiden en strekken. Dit stimuleert de afvoer in de onderarm, hand en vingers. Via de huidtherapeut is ook aan een handig hulpmiddeltje te komen waarmee u dezelfde oefening kunt doen.
33
Belangrijke tips voor de bewegingsoefeningen • Probeer elke dag uw schouderoefeningen te doen. Het is het beste dat u elke oefening zo’n 5-10x uitvoert. Zorg dat u hierbij geen pijn hebt, terwijl u toch maximaal beweegt. • Een ‘rekgevoel’ bij de oefeningen is geen probleem, maar zorg ervoor dat dit niet pijnlijk wordt. Elke ‘rek’ kunt u vier à vijf tellen vasthouden, terwijl u rustig blijft doorademen. • Bij het oefenen is een goede houding van het bovenlichaam en de schouders belangrijk: goed rechtop staan en zitten, schouders niet laten afhangen maar eerder iets naar achteren trekken. • Let op dat u bij de oefeningen niet met de armen gaat ‘veren’. • Ook na afloop van het oefenen ‘mag’ u geen pijn hebben. Is dit wel het geval, oefen dan de volgende keer minder intensief.
Partnermanagement Hebt u een partner, dan kan deze een actieve rol spelen in het leren omgaan met de gevolgen van borstkanker. Het doel van partnermanagement is dat uw partner weet wat u doormaakt, waarom u na de operatie klachten kunt krijgen en hoe hij of zij u kan bijstaan. Het is bijvoorbeeld mogelijk om uw partner het zwachtelen, massages en bewegingsoefeningen aan te leren, zodat u geholpen kunt worden met het uitvoeren ervan. Ook bij het aan- en uittrekken van de compressiekous kan uw partner u helpen. Op cursusavond 5 wordt een aantal voorbeelden van oefeningen gegeven. Naast het uitvoeren van de oefeningen kan uw partner eventueel helpen bij huishoudelijke taken. Hierbij kunt u denken aan hoogreikende en/of zware bezigheden, zoals bijvoorbeeld het ophangen van wasgoed, ramenlappen of stofzuigen.
34
Ruimte voor aantekeningen
Cursusavond 6 Armkousen aan- en uittrekken Deze avond besteden we aandacht aan het aan- en uittrekken van armkousen. Alles wat u in de afgelopen cursusavonden geleerd hebt, wordt herhaald, zodat u goed weet hoe u lymfoedeem de baas blijft. Verder is er tijd voor andere vragen.
Kousen aan- en uittrekken
Om het aan- en uittrekken van uw kous te vergemakkelijken staan hieronder een aantal tips en adviezen op een rijtje. • Trek de armkous ’s morgens direct na het opstaan aan. Na de nachtrust zit er het minste vocht in de arm. Zorg ervoor dat de armen en de kousen droog zijn, anders moet er extra hard aan de kousen getrokken worden. • Heeft u moeite met het aantrekken van de armkous, gebruik dan een aantrekhulp en een rubberhandschoen met noppen. Uw huidtherapeut kan u hierin adviseren. • Is de huid door omstandigheden (bijvoorbeeld transpiratie) toch wat vochtig, gebruik dan voor het aantrekken een klein beetje talkpoeder of leg de arm 10 minuten op een kussentje te drogen, zodat het oedeem niet kan toenemen. U kunt ook een aantrekhulp gebruiken. • Trek aan uw niet-aangedane zijde een rubberhandschoen aan. Dit zorgt voor meer grip op de kous zodat u deze gemakkelijker omhoog kunt schuiven. • Neem de tijd voor het aantrekken van de kous, vooral in het begin als het nog niet soepel gaat. • Zorg dat uw nagels geen scherpe randjes of haakjes hebben: dit kan beschadiging van de kous veroorzaken. Aantrekken van de kous Het aantrekken van de kous blijkt voor velen een hele klus te zijn. Er is kracht in de arm(en) voor nodig om de kous goed aan te krijgen. Er zijn hulpmiddelen om het aantrekken van de kous te vergemakkelijken. 1 Draai de kous binnenstebuiten. 2 Sla het onderste gedeelte van de kous om in het bovenste gedeelte van de kous. De kous zit nu dubbel. 3 Trek de kous met uw andere arm aan, zorg dat het onderste gedeelte goed op zijn plek zit. 4 Nu kunt u telkens de kous een stukje verder omhoog omslaan. Dit doet u door eerst aan de binnenzijde van uw arm de kous om te slaan en vervolgens aan de buitenzijde van uw arm, dit herhaalt u totdat de kous op zijn plaats zit. 5 De kous is nu geheel omgeslagen en zit goed over uw arm. Controleer of hij hoog genoeg zit, zo niet, dan kunt u met wrijfbewegingen de kous kleine stukjes omhoog of omlaag doen. Controleer of de naad aan de buitenkant van uw elleboog loopt, zodat het elleboogstuk op de juiste plaats zit.
37
1 2
Uittrekken van de kous Het uittrekken van de kous kan kracht vragen. Sla de kous naar beneden om. Trek de kous tot de pols. Pak de kous dubbel en trek de kous in één beweging over de hand.
Behandeling van de kous Therapeutische elastische kousen verdienen een speciale behandeling. Aangezien slechts enkele kousen per jaar worden verstrekt (verschilt per verzekering), is het belangrijk zuinig te zijn op uw kousen.
3 4
Aandachtspunten bij het gebruik van een TEK: • Pas op met scherpe voorwerpen; hierdoor kan de kous kapot gaan. • Pas op met strakke kleding; deze kan extra druk veroorzaken. • De kousen moeten om de dag gewassen worden. Transpiratievocht en huidschilfers moeten verwijderd worden. Zo blijft de elasticiteit behouden. • De kousen moeten met een zacht vloeibaar wasmiddel gewassen worden (max. 30º C) zonder wasverzachter. • Was de kousen met de hand en spoel ze zeer goed na. • Droog de kousen niet in de zon of op de verwarming, maar rol ze in een handdoek. Leg de kousen te drogen. • Wring de kousen niet uit. • Gebruik geen vlekkenwater. • Wanneer u een crème gebruikt, gebruik deze dan ’s avonds. De crème kan de elastische vezels aantasten.
(Uit: Verdonk, 2000)
Er zijn hulpmiddelen om de kous aan- en uit te trekken, bijv. de Easy Slide. Deze hulpmiddelen berusten op het idee van een gladde hoes om de arm zodat de kous er gemakkelijker overheen glijdt. Dit geldt alleen voor de kousen zonder duimstuk. Hieronder ziet u hoe u de aantrekhulp kunt gebruiken. De huidtherapeut kan deze hulpmiddelen leveren en hierover meer informatie geven.
38
Op deze avond wordt ook de cursus geëvalueerd. Wanneer u het evaluatieformulier wilt invullen, kunnen wij deze cursus steeds verder verbeteren. Wij hopen dat u met een voldaan gevoel deze cursus afsluit.
39
Ruimte voor aantekeningen
Bronvermelding
Internetsites
www.kwfkankerbestrijding.nl/kbb/armoefeningen.html www.kwfkankerbestrijding.nl/kbb/ www.vosshelm.com/kanker/borstkanker.htm www.borstkanker.nl www.kwfkankerbestrijding.nl www.ikc.nl www.nysmellnghe.nl/specialismen/overzicht/artikelen.php?id=10&artkelid=s www.levenmetborstkanker.nl/nieuwslymfoedeem.html www.oncoline.nl/richtlijnen/item/pagina.phplrichtlijnen_id=423-40k www.goedverzorgdbetergevoel.nl www.gezondheid.be/index.cfm?fuseaction=art&art_id=2920 www.borstkanker.nl/php/bibliotheek/download.php?id=470&bestand=LEREN_LEVEN_met_ voorblad_sep.pdf&P
Afbeeldingen
www.levenspad.be www.betadine-blooper.nl www.huidtherapie.com www.medireva.nl http://www.silima.de/silima/index.php?land=de www.pieval.nl
Boeken
Damstra, R.J. Richtlijn Lymfoedeem. Kwaliteitsinstituut voor de gezondheidszorg CBO, Utrecht; Alphen a/d Rijn: Van Zuiden, 2002. Coëlho, M.B. Zakwoordenboek der geneeskunde. Doetinchem: Elsevier, 2009. Verdonk, H.P.M. Oedeem en oedeemtherapie; 2e dr. Houten: Bohn Stafleu van Loghum, 2011. Vloten van, W.A. Dermatologie en venereologie; 3e dr. Maarssen: Elsevier, 2000. Zee, T., Steenks, M. Balans bij lymfoedeem van de arm. Amersfoort: NPI Kenniscentrum Paramedische Zorg, 2008.
Overige informatie
Blokboek (mammacare) KWF-folder Borstkanker KWF-folder Lymfoedeem Folder Silima® over borstprotheses Folder Anita Care® over borstprotheses NVH-Productomschrijving Integrale Oedeemtherapie Classificaties voor de huidtherapie
41
Evaluatieformulier Wij vinden uw mening heel belangrijk. Wilt u daarom zo vriendelijk zijn dit evaluatieformulier in te vullen? Met uw medewerking kunnen wij de zelfmanagementcursus aanpassen en verbeteren. Zet een kruisje in het vakje van uw keuze. omschrijving De gegeven informatie is duidelijk en begrijpelijk. Het werkboek geeft voldoende informatie over de aandoening en het zelfmanagement. De informatie is goed op te zoeken en terug te vinden. De oefeningen zijn nuttig en bruikbaar. De adviezen zijn nuttig en bruikbaar. De begeleiders waren duidelijk. De begeleiders waren behulpzaam. De cursus was leerzaam. Ik zal de cursus bij lotgenoten aanbevelen.
Opmerkingen
zeer mee eens
mee eens
neutraal
niet mee eens
helemaal niet mee eens