Holland Space Cluster
“Ready for take-off”
Colofon Redactie: Redacteur: Christiaan de Goeij (
[email protected] ) Co‐redacteur: Simon Bremmer (
[email protected] ) In opdracht van de Trekkersgroep Holland Space Cluster bestaande uit Leendert de Lange (Gemeente Noordwijk), Geert Mennenga (SpaceNed), Nico van Putten (Netherlands Space Office), Wilfried Boland (Universiteit Leiden), Pieter Visser (TU Delft), Peter Meijer (Kamer van Koophandel), Toon Buddingh (Akebia Management), Wim Rutgers (WFIA), Martijn Weeber (ESA BIC) en Jeroen Thijs (ATG Europe). Februari 2013 Foto Omslag: © Arianespace. 2
Inhoudsopgave
Samenvatting 1. Introductie 1.1 Aanleiding 1.2 Holland Space Cluster: regionale afbakening 1.3 Methodiek 2. Achtergrond Ruimtevaart in Nederland 2.1 ESA ESTEC 2.2 ESA BIC 2.3 Bedrijfsleven 2.4 Kennis‐ en onderzoeksinstellingen 2.5 Beleid 3. Netwerken, samenwerking en maatschappelijke meerwaarde 3.1 Waardecyclus Ruimtevaartsector 3.2 Netwerken en samenwerking 3.3 Maatschappelijke meerwaarde 4. Mogelijke rol Holland Space Cluster 5. Uitvoering en organisatie 5.1 Missie Holland Space Cluster 5.2 Uitvoering en organisatie 5.3 Financiën 5.4 Governance Literatuur Bijlagen Bijlage 1: Overzicht leden trekkersgroep Bijlage 2: Gesproken personen / organisaties Bijlage 3: Methodiek Bijlage 4: Overzicht Upstream bedrijvigheid in Provincie Zuid‐Holland Bijlage 5: Overzicht Downstream bedrijvigheid in Provincie Zuid‐Holland
4 6 6 6 8 9 9 10 10 11 13 16 16 17 20 22 25 25 26 29 29 31 32 32 32 33 34 41
3
Samenvatting Ruimtevaart is in de regio Holland Rijnland aangewezen als één van de kansrijke topsectoren. Daarom is verkend hoe de ruimtevaartsector verder versterkt kan worden in de regio. Door bedrijfsleven, kennisinstellingen en overheden in de regio (Triple Helix), is de wens uitgesproken om meer intensief samen te werken. In het programma Holland Space Cluster is aangeven hoe deze samenwerking vorm kan krijgen. Ruimtevaartactiviteiten in Nederland concentreren zich sterk op de kennisas Noordwijk, Leiden en Delft. De grootste vestiging van Europese ruimtevaartorganisatie ESA is ESA ESTEC in Noordwijk. Hier werken zo’n 2.700 mensen. Naast ESTEC zijn ook zijn ook ruimtevaartindustrie en kennisinstellingen sterk vertegenwoordigd. Ruimtevaart bestaat uit een ‘upstream’ en een ‘downstream’ segment. Het upstream segment houdt zich bezig met productie van de ‘harde infrastructuur en technologie’ (bijv. de ontwikkeling van raketten en satellieten). Bij het downstream segment gaat het om de (commerciële) exploitatie van die infrastructuur en technologie (bijvoorbeeld het gebruik van satellietdata). Daarnaast is de ruimtevaartsector een motor voor innovaties in andere sectoren zoals Agro & Food (bijv. precisielandbouw), Water (bijv. dijkbewaking via satellieten) en logistiek (bijv. verkeersnavigatie). Zowel de upstream als downstream zijn sterk vertegenwoordigd in de regio. Voor upstream geldt zelfs dat zo’n 80% van de activiteiten binnen Nederland in Noordwijk‐Leiden‐Delft zit. Het programma Holland Space Cluster zet in op twee pijlers waarmee de ruimtevaartsector in de regio versterkt kan worden: profilering en versterken van netwerkvorming en samenwerking. 1. Profilering Het cluster als geheel duidelijk profileren, zowel op nationaal als internationaal schaalniveau. Daarbij wordt de maatschappelijke relevantie van de activiteiten in het cluster goed onder de aandacht gebracht. Directe aanleiding voor de vorming van het Holland Space Cluster zijn dreigende rijksbezuinigingen op ruimtevaartbudgetten, die inmiddels voor 2013 en 2014 zijn teruggedraaid, maar vanaf 2015 nog op de planning staan. De sector heeft overheidsinvesteringen in de sector te lang als een vanzelfsprekendheid gezien. Mede door gezamenlijke inzet van bedrijfsleven, kennisinstellingen en regionale overheden is het gelukt om de politiek te overtuigen dat bezuinigen op ruimtevaart onverstandig is. De media‐aandacht rond André Kuipers is cruciaal geweest om de politiek van gedachte te doen veranderen. Deze media‐aandacht is een eenmalig ‘geschenk uit de hemel’ dat helaas geen vervolg zal krijgen. Het is de uitdaging van de Holland Space Cluster partijen om de maatschappelijke meerwaarde van de ruimtevaart blijvend onder de aandacht te houden bij de burger en politiek. Het cluster biedt een platform voor profilering van de sector. Profilering is ook van belang om nationale en internationale bedrijven en kenniswerkers aan te trekken, met daarbij de beperkingen van geo‐return in gedachten. 2. Versterken netwerkvorming en samenwerking Bedrijven, ESA ESTEC, kennis‐ en onderzoeksinstellingen en overheidsinstanties stimuleren, activeren, faciliteren en verbinden. Het Cluster is een platform voor samenwerking en netwerkvorming. Netwerkvorming is niet alleen belangrijk binnen de sector, het gaat ook om cross‐overs met andere sectoren. In de sector spelen al verschillende initiatieven omtrent netwerkvorming. Vanuit de sector wordt de wens uitgesproken 4
voor meer coördinatie en overzicht in de verschillende initiatieven. Het Holland Space Cluster is een platform dat voor die coördinatie kan zorgen. Om de uitdagingen aan te gaan zullen de Holland Space Cluster partijen de handschoen op moeten pakken vanuit de eigen organisatie. Er zal gezamenlijk moeten worden gekeken op welke manier bijgedragen kan worden aan profilering en de samenwerking. Faciliterend aan dit proces is het nodig om een ‘kleine’ werkorganisatie op te zetten. Deze fungeert als een “Start Lean en Mean / zwaan kleef aan” organisatie die bedrijven, kennisinstellingen en overheid weet te vinden en te binden. Daarnaast kan deze organisatie uitvoering geven aan de taken die gezamenlijk kunnen worden opgepakt.
5
1. Introductie 1.1 Aanleiding Naar aanleiding van het topsectorenbeleid van het Rijk heeft Holland Rijnland in het najaar van 2011 door Bureau Blaauwberg een quick scan laten uitvoeren naar de kansen van dit beleid voor de regio Holland Rijnland. Hieruit kwam naar voren dat in de regio Holland Rijnland drie van deze topsectoren sterk zijn vertegenwoordigd: 1. Life Sciences & Health, vooral door de aanwezigheid van het BioSciencePark 2. Tuinbouw & Uitgangsmaterialen, met de Greenports Duin‐ en Bollenstreek, Aalsmeer en regio Boskoop. 3. Space Technology, als onderdeel van topsector High Tech Systems en Materialen (HTSM). Op 9 maart 2012 heeft de voorzitter van Holland Rijnland, Henri Lenferink, een groot aantal stakeholders uit de sector uitgenodigd om te verkennen hoe de ruimtevaartsector in de regio Noordwijk‐Leiden‐Delft versterkt kan worden. Tijdens de lunch werd duidelijk dat de dreigende bezuinigingen op de ruimtevaartbudgetten als een zwaard van Damocles boven de sector hangt. De stakeholders spraken af om de reeds door de sector gestarte lobby kracht bij te zetten door gezamenlijk de maatschappelijke meerwaarde van de sector voor het voetlicht te brengen, en daarmee de minister en de Tweede Kamer op andere gedachten te brengen. Tijdens de lunch werd ook de wens uitgesproken voor oprichting van een regionaal Space Cluster waarin overheid, bedrijfsleven en kennisinstellingen intensief samenwerken, de ‘Triple Helix’. Een aantal stakeholders heeft het voortouw genomen voor het opzetten van het regionale cluster en heeft een trekkersgroep gevormd (zie Bijlage 1 voor een overzicht van de leden van de trekkersgroep). Onder leiding van de trekkersgroep is voorliggend programma Holland Space Cluster opgesteld, dat nu voorligt. Dit programma wordt tijdens de lunchbijeenkomst van 8 maart 2013 voorgelegd aan de stakeholders uit de sector. 1.2 Holland Space Cluster: regionale afbakening De activiteiten rondom Space concentreren zich sterk in de omgeving Noordwijk‐Leiden‐Delft. Er kan een onderscheid gemaakt worden tussen ‘upstream’ en ‘downstream’ in de ruimtevaartsector. Bij upstream gaat het om de provisie van technologie en het bouwen van de ‘harde’ infrastructuur (satellieten, platforms en instrumenten), terwijl het bij downstream gaat om de exploitatie van die technologie en infrastructuur (Oxford Economics, 2009). Binnen Nederland bevinden de upstream activiteiten zich voor zo’n 80% binnen Noordwijk‐Leiden‐Delft. Ook de downstream is goed vertegenwoordigd in de regio. Het is echter lastig om dit in percentages aan te geven, aangezien het gaat om een moeilijk af te bakenen segment binnen de ruimtevaart. Zie paragraaf 2.3 en bijlagen 3 en 4 voor een meer uitgebreid overzicht van upstream en downstream bedrijvigheid in de regio. Ook buiten Noordwijk‐Leiden‐Delft zijn er bedrijven en instellingen die zich met Space of haar toepassingen bezig houden, denk bijvoorbeeld aan het Geomatics Business Park in Marknesse, het astrofysica expertise instituut SRON in Utrecht en Groningen, bedrijvigheid in Noord‐Brabant of universiteiten in Wageningen, Twente, Amsterdam en Groningen. De basisgedachte van een cluster is echter geografische nabijheid. Aan bijvoorbeeld het Bio Science Park in Leiden is te zien dat die geografische nabijheid van belang is. Daarom is er voor gekozen om klein te beginnen. Toch is er specifiek voor de naam Holland Space Cluster gekozen, omdat samenwerking met andere partijen, in overige delen van Nederland, belangrijk is voor de ruimtevaartsector. In figuur 1 is een overzicht te zien van ruimtevaart(gerelateerde) instituten en bedrijven in Nederland. Figuur 2 geeft een overzicht van wat zich specifiek in de regio Noordwijk‐Leiden‐Delft bevindt aan ruimtevaartpartijen. 6
Figuur 1: Ruimtevaart in Nederland
7
8
2. Achtergrond ruimtevaart in Nederland Ruimtevaart wordt traditioneel beschouwd als een motor voor nationale technologische ontwikkeling. De sector werd in zijn begindagen vooral gezien als van militair belang. Maar in de afgelopen decennia heeft ruimtevaart zich ontwikkeld tot veel meer dan een sector die militaire toepassingen oplevert. Het belangrijkste voorbeeld hiervan is het Global Positioning System (GPS) dat op basis van satellietgegevens informatie over locaties kan geven. Ruimtevaart is in verschillende opzichten van toenemend maatschappelijk, sociaal‐economisch en commercieel belang: van wetenschap (het beter begrijpen van het universum en de aarde), tot technologie (bijv. high tech systemen die in de sector ontwikkeld worden), tot applicaties (communicatie, navigatie en aardobservatie, waaronder begrepen meteorologie). In dit hoofdstuk wordt een overzicht gegeven van wat er op het gebied van ruimtevaart speelt in Nederland. Daarbij wordt een onderscheid gemaakt tussen bedrijfsleven (2.2), kennis‐ en onderzoeksinstellingen (2.3) en overheid (2.4). ESA ESTEC wordt apart besproken in paragraaf 2.1. 2.1 ESA ESTEC Internationaal is het speelveld in de ruimtevaartsector sterk veranderd vanaf 1990. Er zijn steeds meer landen gekomen die satellieten lanceren (zie figuur 3). De Verenigde Staten blijft hierbij verreweg het belangrijkste, gevolgd door de BRIC‐landen Brazilië, Rusland, India en China en enkele Europese landen. De organisatie die Europese landen actief op het gebied van ruimtevaart verenigt is de European Space Agency (ESA). Door ESA is Europa één van de sleutelspelers op ruimtevaartgebied. ESA beheert de R&D programma’s in Europa die nodig zijn om op de voorgrond te blijven qua wetenschap, technologie en applicaties. De organisatie ziet het als haar taak om investeringen in ruimtevaart te initiëren opdat die voordelen opleveren voor mensen: van banen en economische groei via een bijdrage aan klimaatbeheersing tot efficiënte communicatie en beveiliging. De doelstelling om een competitieve ruimtevaartindustrie te creëren hangt daarmee samen. Elke lidstaat levert een contributie aan ESA. In 2012 was het totale budget 4,02 miljard euro. ESA opereert op basis van ‘Geo‐return’, dat wil zeggen dat industrieën in elke lidstaat kunnen meedingen naar programma’s en industriële contracten naar mate van de hoeveelheid contributie die de lidstaat heeft bijgedragen. Figuur 3: Landen die satellieten hebben gelanceerd in de ruimte
Bron: OECD, 2011.
9
ESA is gevestigd op verschillende locaties in Europa, maar verreweg de grootste vestiging is het European Space Research and Technology Centre (ESTEC) in Noordwijk. ESTEC is het technische hart van ESA, waar de meeste ESA‐projecten ontstaan en door de verschillende fasen van ontwikkeling worden geloodst. Meer dan 60% van het budget van ESA wordt uitgegeven door ESTEC. De belangrijkste taken van ESTEC zijn als volgt: - Onderzoek, voorbereiding en management van de meeste Space programma’s van ESA (wetenschap, applicaties, bemande ruimtevaart en exploratie). - Technische hulp bij ESA project teams (inclusief voorbereiding en coördinatie van het ESA R&D programma). - Verantwoordelijkheid voor kwaliteit en veiligheid van ESA programma’s. - Management van het ESTEC Test Centre en coördinatie met de overige Test Centres in Europa. Er werken zo’n 2.700 mensen bij ESTEC, waardoor het op de vierde plaats staat van grootste Kennis‐ en Onderzoeksinstituten in Nederland, na TNO, Deltares en Stichting FOM (Position Paper Ruimtevaart, 2012). 2.2 ESA BIC ESA kent via het ESA Business Incubation Centre (ESA BIC) een incubatieprogramma waarin de start‐ up van nieuwe ondernemingen met financiering van de Rijksoverheid en ESA wordt ondersteund. ESA BIC op het Space Business Park in Noordwijk ondersteunt ondernemers met het omzetten van vernieuwende ideeën in bedrijven. Het is gespecialiseerd in het helpen van start‐ ups die technologie uit ruimtevaart vermarkten in andere sectoren. Sinds 2005 zijn in ESA‐incubators verspreid over Europa 110 nieuwe bedrijven ontstaan. Nederland heeft de basis gelegd voor dit initiatief binnen ESA en is nog steeds leidend hierin: de helft van deze 110 bedrijven ontstond in Noordwijk. Het zijn solide bedrijven: de ‘survival rate’ bedraagt bijna 95%. ESA BIC is gevestigd in het European Space Innovation Centre (zie foto, © ESA, 2012). Het huidige incubator programma loopt tot 2014. Om een zwart gat na 2014 te voorkomen is een plan voor voortzetting essentieel. 2.3 Bedrijfsleven
Er kan een onderscheid gemaakt worden tussen upstream en downstream bedrijvigheid in de ruimtevaart(gerelateerde) industrie. Zoals ook in paragraaf 1.2 beschreven gaat het bij upstream om de provisie van technologie en het bouwen van de ‘harde’ infrastructuur (satellieten, platforms, instrumenten), terwijl het bij downstream gaat om de exploitatie van technologie en die infrastructuur (Oxford Economics, 2009). Upstream bedrijven houden zich voornamelijk bezig met het ontwikkelen van producten, subsystemen, instrumenten en technieken die gebruikt worden in de ruimte of voor testonderzoek op de grond. Te denken valt aan zonnepanelen voor satellieten, optische instrumenten voor ruimteverkenning of software voor toepassing in ruimtestations. Verreweg het grootste gedeelte van de upstream bedrijvigheid in Nederland bevindt zich in de regio Noordwijk‐Leiden‐Delft. In bijlages 4 en 5 is een overzicht te zien van upstream en downstream bedrijven binnen de provincie Zuid‐Holland. Er is meer aan ruimtevaartwerkgelegenheid in Nederland dan alleen ESA ESTEC. Er zijn tenminste 70 bedrijven die direct of indirect leveren aan het instituut. In de (upstream) ruimtevaartindustrie 10
De meest voorkomende functiecategorieën zijn technici en ingenieurs die betrokken zijn bij het ontwerp, de fabricage en het bedienen van ruimte‐ en grondsegmenten. Daarnaast zijn er ook veel specialisten informatietechnologie. Ruimtevaart is over het algemeen een zeer geconcentreerde industrie. Vier grote industriële bedrijven zijn direct verantwoordelijk voor ruim 70% van de totale Europese werkgelegenheid in Space Technology. In Nederland is Dutch Space met zo’n 250 werknemers (waarvan ± 75% hoogopgeleid) het grootste bedrijf werkzaam op gebieden als lanceervoertuigen, instrumenten voor aardobservatie en zonnepanelen voor satellieten. Dutch Space is onderdeel van EADS Astrium, een van de vier grootste Europese bedrijven in de ruimtevaartindustrie met vestigingen in vijf verschillende landen. Dutch Space treedt vaak op als hoofdaannemer van projecten, en zet daarnaast ook subopdrachten uit naar MKB‐bedrijvigheid in Nederland. Daarnaast zijn er nog enkele bedrijven met tussen de 50 en 100 werknemers zoals AOES Technology Group en Satellite Services. Het overgrote deel van de ongeveer 70 bedrijven die leveren aan ESA ESTEC is midden‐ en kleinbedrijf. Het downstream segment in de ruimtevaart is moeilijk af te bakenen. Het gaat om toepassingen van technologie uit het upstream segment. Die toepassingen zijn er in zeer verschillende sectoren, wat het lastig maakt om een eenduidige definitie van downstream te geven. In brede zin valt een onderscheid te maken tussen navigatie, aardobservatie en telecommunicatie. Telecommunicatie is de belangrijkste commerciële markt voor ruimtevaart. Het gaat bijvoorbeeld om internetverbindingen, satelliettelefoons en televisie‐uitzendingen door middel van satellieten. Navigatie is een sterk groeiende markt voor de sector. Een bekend voorbeeld is het autonavigatiesysteem van TomTom. Daarnaast is er aardobservatie, waar ook veel ruimte voor groei zit. Het gaat om gebruik van satellietgegevens (in een combinatie van hiervoor genoemde gebieden) voor het monitoren van grond-, lucht- en waterbewegingen. Dit kan bijvoorbeeld toegepast worden voor dijkbewaking, precisie‐landbouw en het voorspellen van overstromingen. In paragraaf 3.3 staat meer uitgebreid beschreven in welke sectoren ruimtevaarttechnologie haar toepassingen heeft. Naast Noordwijk‐Leiden‐Delft zijn voor het downstream segment ook andere delen van Nederland belangrijk. Zo is in Marknesse het Geomatics Business Park gevestigd, waar een cluster van bedrijven zit dat zich met aardobservatie bezig houdt. Daarnaast zijn veel bedrijven te vinden rondom universiteiten als die van Wageningen en Twente. 2.4 Kennis- en onderzoeksinstellingen
De kennis die ten behoeve van de ruimtevaartsector wordt geproduceerd is zeer divers van aard. Er valt in brede zin een onderscheid te maken in de volgende drie soorten kennis: Fundamenteel en theoretisch onderzoek, zoals kosmologie, sterrenstelsels en ruimtematerie. De Universiteit Leiden is daar een belangrijke speler in. De wetenschappelijke uitdagingen zijn zeer groot. Daarom wordt er in fundamenteel onderzoek goed samengewerkt, onder meer met de universiteiten in Twente (ITC: instituut voor geo‐informatie wetenschap en aardobservatie), Groningen en Amsterdam (VU). Maar als het gaat om ‘space law’ – het zich snel ontwikkelende ruimterecht –is Leiden het enige kenniscentrum in Nederland, en zelfs in Europa (zie ook kader 1) ‘Upstream activiteiten’ worden ondersteund vanuit de Technische Universiteit in Delft. Op de faculteit lucht‐ en ruimtevaarttechniek is een sectie ‘Space Systems Engineering’ en een sectie ‘Astrodynamics and Space Missions’. Het gaat om de mechanische ’harde’ kant van de ruimtevaart (instrumenten, aandrijvingen, enzovoort). Studenten en hoogleraren van de TU Delft hebben, overigens voornamelijk voor educatieve doeleinden, een eigen microsatelliet ontworpen en geproduceerd. Deze is uiteindelijk ook gelanceerd (Delfi‐C3). Op het gebied van instrumentatie hebben naast het bedrijfsleven ook de kennisinstellingen in de regio een vooraanstaande rol. Zo is TNO een belangrijk instituut. Het houdt zich bezig met de ontwikkeling van instrumenten voor wetenschappelijk onderzoek, ruimtetelescopen en sensoren voor satellieten. De Universiteit Leiden is een belangrijke speler op het gebied van ruimte‐observatieinstrumenten. Daarnaast kent Leiden 11
een Mbo‐instituut, de Leidse Instrumentmakers School (LIS), welke van belang is als toeleverancier van hooggekwalificeerde technici.
Onderzoek naar toepassingen van satellietgegevens wordt verricht door het KNMI in De Bilt (atmosfeer, weer‐ en dampkringanalyse), Netherlands Institute for Space Research (SRON), in Utrecht (astrofysica), Deltares in Delft (water, ondergrond en infrastructuur), de TU Delft (atmosfeer, zeespiegelverandering, oceaanstromingen, aardkorstbewegingen, afsmelten van poolkappen enz.), Unesco‐IHE, in Delft (watermanagement), het IGRAC in Delft (grondwatermanagement), Alterra in Wageningen (bodem, klimaat, gebiedsontwikkeling, watermanagement en natuur & biodiversiteit) en het ISRIC, ook in Wageningen (bodemonderzoek). De regio Noordwijk‐Leiden‐Delft heeft met de Technische Universiteit Delft en de Universiteit Leiden twee universiteiten die belangrijk zijn voor de ruimtevaartsector. De ruimtevaartindustrie vraagt om studenten met een technische opleiding. De opleidingen van de TU Delft die hierbij aansluiten zijn Lucht‐ en Ruimtevaarttechniek en in mindere mate Werktuigbouwkunde, Elektrotechniek, (Technische) Informatica en Technische Natuurkunde. Kennisinstellingen als ESA ESTEC, TNO alsmede de universiteiten zelf zoeken ook fundamentele onderzoekers met een achtergrond in Sterrenkunde, Wiskunde of Natuurkunde. De Universiteit Leiden heeft een sterke positie op het gebied van Astronomie. Er wordt gewerkt aan het bouwen van nieuwe ruimte‐observatieinstrumenten. Astronomie in Leiden is vertegenwoordigd in NOVA (Nederlandse Onderzoeksschool voor Astronomie). NOVA is een netwerk van astronomen die werkzaam zijn bij de universiteiten van Amsterdam, Leiden, Groningen en Nijmegen, en is gevestigd in Leiden. De Leiden Observatory (Sterrewacht) is het observatorium van de Universiteit Leiden waar veel fundamenteel onderzoek plaatsvindt. De Universiteit Leiden is actief in het aantrekken van internationale afgestudeerden binnen de astronomie, wiskunde en natuurkunde. Het maakt hiervoor onderzoeksgeld vrij, bijvoorbeeld via haar zogeheten Leiden/Huygens Fellowships, bestemd voor PhD projecten van maximaal 4 jaar. Kader 1: Space Law in Leiden Het Leidse International Institute of Air and Space Law is internationaal een unieke onderwijs‐ en onderzoeksgroep. Er zijn ongeveer 30 studenten per jaar die de opleiding volgen aan de Universiteit Leiden. Omdat Leiden de enige stad in Europa is met een opleiding Air and Space Law, komen de studenten uit vele verschillende landen. De toenemende commercialisering in de ruimte – denk bijvoorbeeld aan space toerisme – vraagt om licentierechten en het opzetten van een vergunningenstelsel. Grotere bedrijven moeten gaan voldoen aan richtlijnen en internationaal ruimterecht. Ook is er steeds meer aandacht voor ruimteafval. Het instituut onderhoudt contacten met zowel “law firms” als bedrijven en onderzoeksinstellingen die zich met Space bezighouden in Nederland (bijvoorbeeld ISIS, Dutch Space en TNO). Daarnaast zijn er contacten met het Permanent Court of Arbitration in Den Haag, waar internationale space geschillen worden beoordeeld. Daarbij komen ook zaken naar voren als het gebruik van satellietdata voor opsporing van verdachten.
2.5 Beleid
Bij het bepalen van ruimtevaartbeleid zijn een aantal spelers primair betrokken: 1) Rijksoverheid Het ministerie van Economische Zaken, is penvoerder. Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap is belangrijk voor het wetenschappelijke deel. Verder zijn in de laatste periode ook de ministeries van Infrastructuur en Milieu en Buitenlandse Zaken meer gaan bijdragen aan ruimtevaartbeleid. Naast het specifieke ruimtevaartbeleid valt de ruimtevaartsector ook onder het 12
topsectorenbeleid. In 2011 heeft de Rijksoverheid negen topsectoren aangewezen waarmee Nederland op internationaal niveau toonaangevend is of kan worden. Ruimtevaart valt als onderdeel van de topsector High Tech Systemen en Materialen binnen dit topsectorenbeleid. (Zie tabel 2 voor de door het rijk aangewezen topsectoren). In het ‘ESTEC White Paper’, geschreven door het topteam HTSM, wordt ruimtevaart omschreven als kansrijke sector die een belangrijke bijdrage levert aan het innovatie ecosysteem van HTSM (zie kader 2). Vanuit topsector HTSM is ook de Roadmap Space 2012‐2020 geschreven. Hierin staat beschreven hoe bedrijfsleven, kennisinstellingen en overheid in de komende jaren willen gaan samenwerken aan innovaties in de sector. Het beleid van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap sluit aan bij het topsectorenbeleid door voor elke topsector (waaronder HTSM/ruimtevaart) een Human Capital Agenda op te stellen. Met de Human Capital agenda’s moet de aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt verbeterd worden. Kader 2: ESTEC White Paper In het White Paper worden kansen beschreven voor het verder benutten van de aanwezigheid van ESA ESTEC als innovatiemotor voor de ruimtevaartsector, topsector HTSM en andere sectoren. Om deze kansen te benutten moet de samenwerking tussen ESTEC en de Nederlandse industrie en kennisgemeenschap verder worden uitgediept. Een basisvoorwaarde om de kansen te benutten is het in stand houden van de bijdrage aan ESA. Hoewel de aanwezigheid van ESTEC al veel oplevert in economische en maatschappelijke zin geeft het white paper 5 punten waarop actie kan worden ondernomen om de meerwaarde van ESTEC te verbeteren: 1. Stimuleren van het gebruik van economische en maatschappelijke toepassingen gebaseerd op gegevens en infrastructuren uit de ruimtevaart. 2. Verbeteren van technologieoverdracht en valorisatie. 3. Versterken van de banden tussen academici, onderzoeksinstituten en ESTEC. 4. Gemeenschappelijke gebruik en onderhoud van onderzoeksfaciliteiten. 5. Verbeteren van de zichtbaarheid van de ruimtevaartsector en ESTEC binnen de Nederlandse kennisinfrastructuur. Het ministerie van Economische Zaken heeft de aanbevelingen van het White Paper ESTEC overgenomen (Beleidsbrief ruimtevaart 26‐06‐2012) en heeft de coördinatie van de uitvoering bij het NSO gelegd. Een stap in goede richting is het eenmalig ophogen van de financiële middelen in 2012 (Kamerbrief Ruimtevaartbeleid / ESA minstersconferentie te Napels dd. 20 november en 21 november 2012) Daarmee is er binnen het ‘flankerend beleid’ voor de periode 2013‐2015 in totaal 8 miljoen euro beschikbaar om de acties uit het white Paper uit te voeren. De dreiging van een structurele korting vanaf 2015 is er echter nog steeds. 2) Netherlands Space Office (NSO) Het Netherlands Space Office (NSO) is een ruimtevaartorganisatie die in opdracht van de Nederlandse overheid het Nederlandse ruimtevaartprogramma ontwikkelt en uitvoert. Het Nederlands ruimtevaartprogramma bestaat uit de bijdrage aan ESA (in de periode 2013 tot en met 2015 121 miljoen euro) en het ‘flankerend beleid’ onder coördinatie van NSO (in de periode 2013 tot en met 2015 15 miljoen euro). Het NSO vertegenwoordigt Nederland naar andere nationale en internationale ruimtevaartorganisaties zoals ESA, NASA, DLR en CNES. In Nederland is het NSO het nationale contactpunt voor het ruimtevaartprogramma. Het heeft als taak de communicatie over ruimtevaart te versterken richting ruimtevaartsector, docenten en studenten en algemeen publiek. Daarnaast heeft het NSO de coördineerde taak om de aanbevelingen uit het ESTEC White Paper tot uitvoering te brengen. 13
Naast de uitvoering van het ESTEC white Paper heeft NSO binnen het ‘flankerend beleid’ voor de periode 2013‐2015 1,5 miljoen euro gereserveerd voor stimulering van gebruik van ruimtevaartdata en 5,5 miljoen euro voor onder meer het opzetten van een satellietinstrumentatie cluster. Nederland heeft in Europa en ESA‐kader een sterke positie opgebouwd rond de ontwikkeling van optische satellietinstrumenten. 3) Space Ned Brancheorganisatie Space Ned streeft er naar de sector te vertegenwoordigen en neemt initiatieven om het gezamenlijk belang te formuleren. 4) Regionale en lokale overheden De keuze voor de topsectoren van het Rijk zijn ook bepalend geweest voor beleid op lager schaalniveau. In tabel 2 zijn tevens de sectoren te zien die gekozen zijn voor de Economische Agenda van de Zuidvleugel. Dit is een agenda van verschillende partijen binnen die Zuidvleugel met initiatieven om de concurrentiekracht van de zuidelijke vleugel van de Randstad te versterken). In de Economische Agenda Zuidvleugel wordt Space niet separaat genoemd als topsector en is het ook niet omschreven als een onderdeel van één van de negen Zuid‐Hollandse topsectoren. Opvallend is dat ESA ESTEC wel als één van de ‘parels op de kennis‐as’ van Zuid‐Holland wordt gezien en de sector Space als één van de schakels (zie figuur 4). Tabel 2: Topsectoren Rijksoverheid en Economische Agenda Zuidvleugel Topsectoren Rijksoverheid Speerpunten Economische Agenda Zuidvleugel Tuinbouw en uitgangsmaterialen Greenports Agri & food Cleantech Water Maritiem Life sciences & health Life & health sciences High tech systemen en materialen ICT & Telecom Chemie Chemie & Energie Energie Pensioenen & Verzekeringen Logistiek Transport & Logistiek Creatieve Industrie Recht, Vrede en Veiligheid Onderdeel van de Economische Agenda Zuidvleugel is de structurele borging van samenwerking op economisch terrein, via de vorming van een Regionale Ontwikkelingsmaatschappij (ROM) Zuidvleugel. De planning is erop gericht om nog in 2013 besluitvorming te laten plaatsvinden door de gewenste partners in de ROM. De ROM Zuidvleugel zal zich richten op 3 kerntaken: 1. Marketing & acquisitie. 2. Participatie en financiering: deelnemingen en cofinanciering met externe fondsen (Rijk, EU, derden). 3. Ontwikkeling en innovatie: aanjagen van innovaties. In het participatiefonds van de ROM ligt de focus echter op drie sectoren. HTSM en Space horen daar niet bij. Het gaat om cleantech (subcategorieën hierin zijn biobased, water/deltatechnologie en infra en mobiliteit), medical en security. Wel wordt aangegeven dat de ROM Zuidvleugel aanvullend zal worden ondersteund door een brede basis gericht op Topsectoren, technologische innovatie en cross‐overs. Ook in de ‘Beleidsvisie en uitvoeringsstrategie regionale economie en energie 2012‐2015’ van de Provincie Zuid‐Holland is geen uitgesproken rol voor Space weggelegd. In de samenwerkingsagenda van de provincie Zuid‐Holland met de regio Holland Rijnland neemt ruimtevaart echter wel een belangrijke positie in. Het gezamenlijk opzetten van een Space Cluster is één van de aandachtspunten in deze agenda. 14
Figuur 4: Parels en schakels op de kennis‐as Zuid‐Holland
© Economische Agenda Zuidvleugel, 2011.
In ‘Quickscan: topsectorenbeleid en kansen voor Holland Rijnland’ zijn vier economische speerpunten aangewezen voor de regio Holland Rijnland. Space is naast Life Sciences & Health, Greenports en Bio‐based Economy één van deze vier speerpunten. De Gemeente Noordwijk werkt aan een Algemene Economische Visie 2012‐2020 waarin ‘Space Technology’ naast ‘badplaats Noordwijk’ en ‘Greenport’ een centrale plek inneemt. Ook de Gemeente Leiden ziet het belang van de ruimtevaartsector voor haar lokale economie in (zie kader 3). De gemeente Delft heeft, met name door aanwezigheid van de TU, veel verschillende sectoren die lokaal belangrijk zijn. Het heeft gekozen voor twee speerpunten (Medical Delta en Cleantech), waar Space niet bij hoort. Tenslotte is ruimtevaart ook door de Kamer van Koophandel Den Haag aangewezen als kernsector. De KvK heeft in het rapport ‘Tempo in de Topregio’ vijf kansrijke clusters aangewezen, waarvan ruimtevaart er één is. Op lager schaalniveau wordt de waarde van Space voor de regionale en lokale economie ingezien. Maar de beperkte aandacht vanuit Rijksoverheid en Provincie Zuid‐Holland voor Space roept de vraag op wat de sector kan doen om zichzelf beter op de kaart te zetten. Mogelijkheden hiervoor worden besproken in hoofdstuk 4. Kader 3: Leiden Kennisstad en Space De Gemeente Leiden werkt aan een breed beleidsprogramma genaamd ‘Leiden Kennisstad’. Hierin is samenwerking tussen bedrijfsleven, Universiteit en Gemeente Leiden een belangrijk doel. Valorisatie van wetenschappelijke kennis staat centraal. Er zijn vijf ‘kennisbiotopen’ gekozen voor het programma. Naast Life Sciences, Zorg, Communicatie en Creatieve industrie is ook Space en instrumentatie, als cross‐over tussen Life Sciences en Space, één van deze kennisbiotopen.
15
3. Netwerken, samenwerking en maatschappelijke meerwaarde In dit hoofdstuk wordt in beeld gebracht wat er al bestaat aan netwerken en samenwerking in de sector in paragraaf 3.1. In paragraaf 3.2 wordt de maatschappelijke meerwaarde van de sector besproken, mede door te kijken naar cross‐overs van ruimtevaart met andere (top)sectoren.
3.1 Waardecyclus Ruimtevaart In hoofdstuk 2 zijn de verschillende spelers die van belang zijn in de regionale ruimtevaartsector, geïntroduceerd. Figuur 5 is een compacte schets van de waardecyclus van de Nederlandse ruimtevaartsector in de mondiale context, waarin de industrie, de kennisinstellingen en de partijen die ruimtevaartbeleid maken een plek krijgen. Enkele belangrijke nuanceringen zijn weggelaten, voor de eenvoud. Het figuur schetst naast de waardecyclus ook de besturing er van op hoofdlijnen. De besturing heeft politieke, wetenschappelijke & technologische, maatschappelijk en commerciële dimensies. Zichtbaar is een institutionele (overheids) investering (aan de rechterzijde). Daarnaast een groeiende commerciële lus (aan de linkerzijde), gesymboliseerd door een (groeiend) geel gebied. Blauwe pijlen representeren daarbij behorende geldstromen. Groene objecten in het schema zijn elementen in de waardecyclus die voor de regio economisch profijtelijk zijn (en dat vermoedelijk meer en meer zullen worden). Bovenaan het figuur staat de behoeftestelling. Deze behoeftestelling kan voortkomen uit de maatschappelijke dimensie (vraag om downstream toepassingen) of de wetenschappelijke dimensie (vraag om wetenschappelijke of technologische kennis). Aan een zeer beperkt gedeelte van deze behoeftestelling kan via volledig private investeringen worden voldaan. Andere behoeften zijn niet meteen commercieel rendabel en gaan daarom via ruimtevaartbeleid, deze vragen om overheidsinvesteringen. In ruimtevaartbeleid zijn de Europese Commissie en ESA de belangrijkste partijen. Nationaal zijn dit vooral de ministeries van Economische Zaken, Onderwijs, Cultuur & Wetenschap en Infrastructuur & Milieu en daarnaast ook het Netherlands Space Office (NSO). Ruimtevaartinvesteringen van overheden komen terecht bij bedrijfsleven (zie linkerkant schema) of bij kennisinstellingen (zie rechterkant schema), die uitvoering geven aan het beleid. Onder bedrijven staat upstream infrastructuur genoemd. Vanuit de upstream infrastructuur kunnen downstream toepassingen ontstaan. Om de grote commerciële kansen voor downstream toepassingen aan te geven, is er in het figuur een (gele) commerciële lus getekend die weer teruggaat naar de bedrijven. ESA BIC is bijzonder in de regio omdat het voor de generatie van spin‐off van ruimtevaarttechnologieën binnen ESTEC kan profiteren; spin‐off kan echter tegelijkertijd ook van bedrijfsleven of wetenschap komen. Het schema geeft daarnaast (blauwe pijlen) een orde van grootte van de geldstromen mondiaal. Per continent zijn er verschillen. In China bijvoorbeeld zal het commerciële deel nagenoeg afwezig zijn. In Europa is het commerciële deel relatief groter dan in de VS; in absolute omvang echter is de Amerikaanse activiteit bijna een factor 10 groter dan de Europese. Met het figuur wordt geïllustreerd dat het veld veel innovatieve krachten in zich verenigt: high tech industrie, vooraanstaande wetenschap, opkomende commerciële krachten en de overheid in zijn rol van aanjager van innovatie door juiste beleidskeuzes in internationaal perspectief. Op regionaal niveau kan dit figuur worden gebruikt als startpunt om vanuit gerichte bestuurlijke aandacht het veld extra te stimuleren. 16
Figuur 5: (Besturing) Waardeketen Nederlandse Ruimtevaartsector
* Getallen genoemd in het figuur zijn gebaseerd op cijfers van de Satellite Industry Association ( www.sia.org ). Bij de institutionele investeringen zijn Europa en de VS meegerekend; van de investeringen van bijvoorbeeld China bestaan geen betrouwbare schattingen. Het getal weergegeven is een ondergrens. Mondiaal is de totale gegenereerde omzet een kleine 200 mrd €/jr.
3.2 Netwerken en samenwerking ESA ESTEC is de belangrijkste opdrachtgever voor bedrijven in de Nederlandse ruimtevaartsector. Ondanks dat ESTEC een spilfunctie heeft in de sector werd het, buiten de direct betrokkenen, tot voor kort als een vrij gesloten instelling gezien. De geïnterviewde bedrijven en kennisinstellingen merken echter op dat zij hier verandering in zien optreden. ESTEC en de omliggende regio trekken steeds meer gezamenlijk op om bijvoorbeeld de commerciële kansen die ruimtevaart biedt te 17
benutten. Zo wil ESTEC meer ‘joint research projecten’ gaan doen om inbedding in de regio te bevorderen. Ook Nederlandse kennisinstellingen zien ESTEC langzaam ‘achter de hekken vandaan komen’. De verplaatsing van de incubator ESA BIC naar het Space Business Park is daar een letterlijk voorbeeld van maar ook op andere terreinen is deze ontwikkeling waar te nemen. Nederlandse wetenschappers zijn betrokken in ESTEC’s ‘Mission Advisory Groups’ en ‘Scientific Advisory Groups’. Dit zijn adviesgroepen van deskundigen die een schakel vormen tussen plannen van wetenschappers en het werk wat technici daadwerkelijk moeten uitvoeren om die plannen te realiseren. ESTEC organiseert met kennisinstellingen gezamenlijke workshops, conferenties en symposia. Daarnaast is het een belangrijke plek voor studenten om stage te lopen vanuit een universiteit of een PhD project mede inhoud te geven. In het ESA ESTEC white paper van het topteam HTSM wordt de ambitie van de ruimtevaartsector en kennisinstellingen om de banden met elkaar aan te halen verwoord. Door het ‘achter de hekken vandaan komen’ van ESA ESTEC wordt verwacht dat de lijnen in figuur 5 van ESTEC naar kennisinstellingen, bedrijfsleven en spin‐off in de toekomst belangrijker worden. Figuur 6: Locatie ESA ESTEC in Noordwijk
© ESA, 2010.
De Nederlandse ruimtevaartindustrie bestaat voornamelijk uit midden‐ en kleinbedrijf. Het grootste bedrijf is Dutch Space, een belangrijke partner voor andere bedrijven en kennisinstellingen in de regio. Zo werkt het samen met TNO, SRON en KNMI aan het grootste instrumenten‐project ooit in Nederland: TROPOMI (de opvolger van eerdere atmosfeer‐instrumenten. Daarnaast is er ook een samenwerking met Cosine en TNO in de ontwikkeling van een innovatieve spectrometer (SPEX) en werkt het met ISIS aan de ontwikkeling van kleine zonnepanelen. Verder schakelt het regelmatig ATG in wanneer het specialisten wil inhuren (alle genoemde bedrijven zijn terug te vinden in Bijlage 4). Een groot deel van de Nederlandse ruimtevaartindustrie is vertegenwoordigd in brancheorganisatie SpaceNed, dat fungeert als een platform voor kennisuitwisseling en communicatie van de sector naar de overheid. Relaties tussen universiteiten en bedrijven zijn er, zo zijn bedrijven als ISIS en Cosine spin‐offs van de TU Delft en Universiteit Leiden en doen deze universiteiten ook gezamenlijke projecten met verschillende bedrijven. Toch wordt door bedrijven aangegeven dat zij meer mogelijkheden zien voor kennisvalorisatie. Zowel bedrijven als universiteiten zouden graag zien dat samenwerking tussen industrie en kennisinstellingen tot zichtbare perspectieven van studenten op een carrière in een ruimtevaartbedrijf in Nederland leidt. Ruimtevaart is een internationale business en de netwerken en samenwerking van de bedrijven en kennisinstellingen zijn dan ook internationaal van aard. Feit is echter dat er erg veel 18
ruimtevaartactiviteit binnen de driehoek Noordwijk‐Leiden‐Delft zit. Bedrijven geven aan dat dit een voordeel is, vanwege praktische redenen. Zo’n 80% van de mensen die met ruimtevaart bezig zijn in Nederland is binnen een half uur bereikbaar. Mede door de regionale nabijheid wordt de sector door veel partijen gezien als een klein clubje waarin mensen elkaar goed kennen. Volgens veel van de geïnterviewden zijn zij door hun locatie in de regio Noordwijk‐Leiden‐Delft ook meer betrokken in de ruimtevaartnetwerken dan bijvoorbeeld partijen in Marknesse. Ruimtelijke nabijheid blijkt niet conditionerend, maar zeker faciliterend te zijn voor het ontstaan en onderhoud van netwerken. Waar veel partijen het cluster zien als een klein clubje waar iedereen elkaar al kent, geven anderen aan dat zij nog veel winst kunnen halen uit betere netwerken in de regio. Een voorbeeld is ATG dat ingenieurs en specialisten plaatst bij bedrijven. Als zij iemand zoeken voor een functie, wordt de vraag internationaal uitgezet. Maar zij geven aan nog niet geheel te weten wat voor talent er in de regio zit. Meer contact met bijvoorbeeld de TU Delft en de Universiteit Leiden is iets waar zij aan denken voor de toekomst. Om tot toepassingen te komen is voor de sector ook belangrijk om ‘vreemd bloed’ te betrekken, mensen die openstaan voor samenwerking met andere werelden. Zo zijn er evenementen geweest waarbij studenten van de TU Delft en de businessschool in Rotterdam werden uitgedaagd om Space patenten te vermarkten. Maar terwijl bij upstream netwerken wel eens wordt gesproken over een ‘klein clubje’, is downstream qua netwerken vaak nog onontgonnen terrein. Verschillende partijen zien nog veel winst in meer contact tussen upstream en downstream. Als in figuur 5 de pijl van upstream naar downstream belangrijker wordt, kan het commerciële gedeelte (de exploitatielus) van ruimtevaart verder groeien. Er bestaan al wel een aantal initiatieven voor het vermarkten van de upstream kennis om te komen tot downstream producten en tot toepassingen. Deze worden verder besproken in paragraaf 3.3. Een andere belangrijke factor zijn investeringen, want voor samenwerkingsverbanden is geld nodig. Enkele MKB‐bedrijven geven aan dat zij in vergelijking met grotere bedrijven meer kosten kwijt zijn aan ‘netwerkdagen’. Kleine bedrijven kost het relatief meer om één werknemer een dag kwijt te zijn dan grote bedrijven. Belangrijke locatiefactor voor de ruimtevaartsector is de nabijheid van Schiphol. In de sector werken namelijk een groot aantal expats uit vele verschillende landen die de nabijheid van een vliegveld erg belangrijk vinden. In de regio wordt een internationale oriëntatie herkend en gewaardeerd:
“Dit is een regio waarin men je niet vreemd aankijkt als je Engels spreekt in de supermarkt.” 3.3 Maatschappelijke meerwaarde In hoofdstuk 2 is besproken hoeveel mensen er werkzaam zijn bij ESTEC en in de ‘upstream’ ruimtevaartindustrie. Ondanks dat het om een relatief kleine industrie gaat (er zijn zo’n 1.000 mensen werkzaam in de upstream industrie), realiseert de ruimtevaartsector verrassend veel toegevoegde waarde. Er is berekend dat elke euro contributie die Nederland aan ESA betaalt, 5 euro oplevert. Zie ook tabel 3 voor enkele cijfers van de ruimtevaartsector. Belangrijk voor deze hoge multiplicatiefactor zijn opdrachten die ESTEC aan de Nederlandse industrie verleent en inkomsten van hotel‐ en congresfaciliteiten die in Noordwijk gegenereerd worden dankzij ESTEC. Het belangrijkste gedeelte van de toegevoegde waarde die ruimtevaart oplevert, zit echter in de ‘downstream’ toepassingen. De maatschappij is de afgelopen decennia steeds afhankelijker geworden van toepassingen uit de ruimtevaartsector. Veel economische activiteiten worden gecreëerd of ondersteund door op satellieten gebaseerde services. Zo wordt mobiliteit van personen en goederen ondersteund door netwerken van navigatie‐, communicatie‐ en informatiesystemen. GPS ontvangers en toegang tot snel internet hebben impact op dagelijkse sociale en economische bezigheden. Aardobservatie vanuit de ruimte is erg belangrijk om snel en accuraat te kunnen reageren op onverwachtse veranderingen in de natuur. 19
Tabel 3: Enkele cijfers ruimtevaartsector Werkgelegenheid ESA ESTEC Werkgelegenheid ‘Upstream’ industrie Werkgelegenheid ‘Downstream’ Aantal start‐ups 2005‐2012 Berekende multiplier ESA contributie Omzet ‘Upstream’
2.700 mensen 1.000 mensen Enkele duizenden mensen Minimaal 55 (alleen Noordwijk) 1 euro input = 5 euro output 144 miljoen euro (niet geconsolideerd)
Ruimtevaarttoepassingen zorgen in toenemende mate voor essentiële informatie op verschillende sociaal‐economische en maatschappelijk relevante terreinen. Producten die in de ruimte functioneren, moeten aan hoge eisen voldoen. Zo krijgt het materiaal bijvoorbeeld te maken met enorme trillingen (tijdens lancering), eenmaal in een baan om de aarde met hevige temperatuurschommelingen (van ‐100 naar +135 graden Celsius) en agressief ruimtestof. Materialen ontwikkeld voor ruimtevaart zijn kwalitatief hoogwaardig en erg sterk, wat vervolgens kennis en producten heeft opgeleverd die we nu dagelijks tegenkomen. Deze ‘technology transfer’ heeft sterk geholpen bij het opbouwen van een aantal high tech industrieën. Ruimtevaart is een subthema binnen Topsector High Tech Systemen en Materialen (HTSM). Toepassingen uit ruimtevaart komen ook veel andere subthema’s binnen HTSM ten goede. Naast HTSM vinden ruimtevaarttoepassingen ook hun weg in andere Topsectoren zoals Water, Agri & Food, Logistiek, Energie en Life Sciences & Health (zie Tabel 4 voor voorbeelden).
Tabel 4: Toepassingen van ruimtevaart in Nederlandse Topsectoren Topsector Toepassingen / relevantie ruimtevaart in betrokken Topsector HTSM Productie halfgeleiders (optomechanica); Gebruik apparatuur in automotive en luchtvaart sector. Agri & Food + Water Het Nederlandse Nationale Satelliet Dataportaal verstrekt drie jaar lang (2012‐2014) satellietbeelden en data die geschikt zijn voor het ontwikkelen en gebruiken van allerlei toepassingen in landbouw en waterbeheer. Agri & Food Precision Farming, vocht‐monitoring open‐teeltgebieden, voedselzekerheid, ‘yield mapping & prediction’, oogstverzekeringen. Water Droogte‐ en overstromingsvoorspelling, waterbeheer stroomgebieden, maritieme diensten voor efficiënter en veiliger varen (zee‐ en windstromen, ijsbedekking, ijsbergen), dijkbewaking, monitoren van olievervuiling en waterkwaliteit, planologie (deltaplannen, milieu‐effect‐rapportages). Logistiek Navigatie, ‘tracking & tracing’, transportbewaking wereldwijd, Automatic Identification System voor schepen, Air Traffic Management. Energie (Objectieve) bewaking klimaatverandering, ondersteuning on‐ en offshore winnings‐ activiteiten, inklinken land t.g.v. olie‐ en gaswinning, conditiebewaking ‘deep‐sea‐mining’, bewaking lange pijpleidingen, opbrengstvoorspelling van windenergie. Life Sciences & Health Meetapparatuur ademhaling en bloeddruk; Gebruik apparatuur van bemande ruimtevaart (lichamelijke gezondheid, closed cycle afvalverwerking etc.); Gebruik van speciale ruimte‐ omstandigheden (micro‐zwaartekracht, stralingsbelasting etc.). 20
Er wordt nog veel groei verwacht in toepassingen uit de ruimtevaart. Het is namelijk zo dat veel uitvindingen uit de upstream industrie, met grote mogelijkheden, nog onbekend zijn buiten de ruimtevaartsector. Ontwikkelde producten of gegevens wachten op bedrijven die slimme toepassingen kunnen bedenken. Producten, die eenmalig in productie zijn genomen voor upstream activiteiten, maar daarna niet meer zijn gebruikt, kunnen wellicht op andere plaatsen zeer nuttig worden gebruikt. Er bestaan verschillende initiatieven om een brug te slaan tussen producten uit de ruimtevaart en toepassingen. Zo is er ESA’s Technology Transfer Programme Office (TTPO) dat bemiddelt in het overbrengen van technologie uit de ruimtevaart naar andere sectoren. Andere initiatieven gericht op deze technologie overdracht zijn bijvoorbeeld Space Match (door TNO , in opdracht van Netherlands Space Office), het Small Business Innovation Research Programme (van TNO, gericht op overdracht technologie niet alleen uit ruimtevaart) en ESA BIC’s Woensdagmorgensessies (netwerkbijeenkomsten met cross‐over ruimtevaart en andere sectoren als thema).
21
4. Mogelijke rol Holland Space Cluster In hoofdstuk 3 is een overzicht gegeven van de netwerken die bestaan in de ruimtevaartsector en de wijze waarop de sector voor maatschappelijke meerwaarde zorgt. In dit hoofdstuk wordt besproken wat op basis van de bevindingen uit hoofdstuk 3 de belangrijkste conclusies en aandachtspunten zijn. Vervolgens is de vraag wat de rol voor het Holland Space Cluster is bij het aanpakken van deze aandachtspunten.
De netwerken in de sector zijn redelijk ontwikkeld in de regio Noordwijk‐Leiden‐Delft. Enkele geïnterviewden beweren dat het een ‘klein clubje’ is waarin iedereen elkaar al kent. Maar het gaat om een internationale business waarin niet elke partij even goed weet wat er regionaal speelt, en niet elke regionale partij even goed weet wat er internationaal speelt. Informele contacten zijn sterk aanwezig, maar op bepaalde inhoudelijke thema’s is er nog veel te winnen in meer structurele kennisuitwisseling. Voorbeelden van zulke thema’s zijn vraagstukken met betrekking tot het opleiden en tevreden houden van werknemers en vraagstukken met betrekking tot het vinden en delen van faciliteiten in de regio. Het contact van ESTEC met de regio is in de afgelopen tien jaar sterk verbeterd. Toch geven een aantal partijen aan dat deze contacten meer structureel kunnen worden, een mening die ook gedeeld wordt in het ESTEC White Paper (p.15): “The building blocks that form the foundation for strengthening these ties have already been established. Collaboration is already strong in some areas. The often ad hoc informal contacts can be turned into a structured dialogue to foster cooperation.” ESA als opdrachtgever is cruciaal voor een stevige basis. Daarnaast kan, via de technologieontwikkelingsprogramma’s van ESA, de concurrentiepositie zowel binnen als buiten de ruimtevaartsector worden verbeterd. Een betere balans door meer commerciële opdrachtgevers (buiten de ESA‐omgeving) is ook van belang. Afhankelijkheid van ESA betekent ook afhankelijkheid van overheidsbijdragen aan ESA. Het merendeel van de bedrijven in de ruimtevaartindustrie is MKB. In vergelijking met grotere bedrijven kost het de kleinere bedrijven relatief meer tijd en geld om te investeren in netwerken en kennisoverdracht. Het op een goede manier betrekken van het MKB uit de industrie is een uitdaging voor het Holland Space Cluster. De grootste uitdaging voor de ruimtevaartsector ligt echter in het verbeteren van het contact tussen upstream en downstream partijen en het vermarkten van de ruimtevaartproducten voor andere sectoren. De branche overschrijdende sector instrumentatie, dat sterk is vertegenwoordigd in Leiden en Delft en nauwe banden heeft met zowel de ruimtevaart als de Life Science sector, kan hierin een rol spelen. Er zijn al enkele initiatieven die zich hier op richten zoals het Technology Transfer Program Office en Space Match. Verschillende geïnterviewden merken op dat er goed moet worden gekeken naar wat er al gedaan wordt en waar de meerwaarde van het Holland Space Cluster ligt op dit terrein. Daarbij komt de behoefte voor een strakke coördinatie tussen al bestaande initiatieven in de sector duidelijk naar boven: “Het heeft geen zin om een tweede Space Match te laten doen door een andere organisatie. De krachten kunnen beter gebundeld worden. Zo kan van wat er al bestaat de functie verzwaard worden. Voorkom versplintering. Zorg voor een strakke coördinatie, zodat iedereen weet waar hij moet zijn met bepaalde vragen. Zorg dus voor een aanspreekpunt dat gekoppeld is aan alle verschillende initiatieven in ruimtevaart. “ 22
Via Space Match wordt door TNO als kennisintermediair opgetreden tussen ruimtevaart en andere sectoren. Geïnterviewden geven aan dat er voor het Holland Space Cluster geen directe rol ligt in deze functie van kennisintermediair, maar wederom wel een coördinerende rol: “Moet het Holland Space Cluster zich richten op het vergroten van toepassingen uit de sector? Een volmondig nee en een volmondig ja. Nee, omdat anderen hier al mee bezig zijn die dit beter kunnen. Maar ja, omdat het Space Cluster de mensen bij elkaar kan brengen die er al mee bezig zijn. Er ligt een rol in het leggen van verbindingen tussen deze mensen.”
Er zijn vele verschillende toepassingen die ervoor zorgen dat ruimtevaart een grote relevantie voor de maatschappij heeft. De sector heeft ook voor andere (top)sectoren veel toegevoegde waarde. Toch is er geen expliciete plek voor ruimtevaart in het beleid van Rijksoverheid en de Economische Agenda Zuidvleugel. Hierdoor bestaat onder het merendeel van de geïnterviewden het gevoel dat ruimtevaart als sector zichzelf beter moet profileren:
“Ruimtevaart moet op de kaart gezet worden, men moet laten zien dat het belangrijk is. De wetenschappelijke wereld schiet hierin tekort. Het Holland Space Cluster is hier een goede partij voor, omdat het ondersteund wordt door zowel industrie, overheid als kennisinstellingen. Hierdoor heeft het meer massa.”
Een brug naar pers en politiek (en via hen naar het “algemeen publiek”) is essentieel voor ruimtevaart. Dit blijkt ook uit de duidelijk rol die politiek en pers hebben gespeeld rond de Rijksplannen voor de bezuinigingen op de contributie aan ESA. Deze hebben er toe geleid dat voor de korte termijn, via een verdubbeling van het beschikbare budget tot 136 miljoen euro, de Nederlandse inschrijving in ESA op niveau is gebleven. Maar de lange termijn korting op de Nederlandse ESA‐contributie is nog niet hersteld. Het aantonen van de maatschappelijke meerwaarde van de sector blijft dus van eminent belang. Ruimtevaart is onderdeel van topsector HTSM; maar het uitgangspunt is dat de contributie aan ESA onafhankelijk van de topsector blijft bestaan (dit is ook bevestigd door de topsector HTSM zelf). Behalve het profileren van de sector zelf gaat het ook om het profileren van de regio Noordwijk‐ Leiden‐Delft als dè ruimtevaartregio, zowel nationaal als internationaal. Uit paragraaf 3.2 is op te maken dat veel partijen het als een groot gemak zien dat er zoveel ruimtevaart(gerelateerde) activiteit in de regio zit. En dit mag volgens hen ook best verteld worden aan de buitenwereld. Zo zien verschillende partijen het als een gemiste kans dat SRON (expertise instituut voor astrofysica gevestigd te Utrecht) voor een nieuwe locatie koos op het Science Park in Amsterdam in plaats van in de regio Noordwijk‐Leiden‐Delft. Als bedrijven het vijfjarige incubator programma (ESA BIC) eenmaal doorlopen hebben moet er zoveel mogelijk worden gedaan om deze ondernemingen te behouden voor de regio. Naast aantrekken is ook het binden van bedrijvigheid van groot belang. Het gaat niet alleen om het stimuleren van Nederlandse bedrijvigheid. Ruimtevaart is een internationale business, dus er moet ook internationaal gedacht worden. Daarbij is het belangrijk dat de regio aantrekkelijk wordt voor hoogopgeleide buitenlandse kenniswerkers. Een goed voorbeeld hierbij is Eindhoven dat zich nadrukkelijk manifesteert als ‘Brainport’ van Nederland. Volgens velen is het gebied Noordwijk‐Leiden‐Delft als hightech regio erg gunstig gelegen in het land, in het midden van de Randstad met veel voorzieningen dichtbij, zoals luchthaven Schiphol en internationale scholen in Voorschoten en Wassenaar. Wat de regio echter mist is een grote naam zoals Eindhoven die heeft met Philips of ASML. Ander aandachtspunt is de toekomst van het incubator programma (zie paragraaf 2.2). De financiering van dit programma loopt tot en met 2014. Het is van groot belang voor het Holland Space Cluster dat er geen zwart gat valt na 2014. Aandacht vanuit Nederlands ruimtevaartbeleid, dan wel vanuit de mogelijkheid tot grotere Europese samenhang, zijn suggesties.
23
Waar de geïnterviewden het over eens zijn is dat er iets gedaan moet worden aan de profilering van de ruimtevaartsector in het algemeen en van Noordwijk‐Leiden‐Delft als ruimtevaartregio in het bijzonder. Het aantonen van de maatschappelijke meerwaarde van de sector is nodig om andere sectoren te doen inzien wat er mogelijk is met ruimtevaarttechniek en om een meer prominente plek voor ruimtevaart in beleidsplannen te krijgen. Het profileren van de regio Noordwijk‐Leiden‐Delft is belangrijk voor het aantrekken en het binden van binnen‐ en buitenlandse bedrijvigheid en kenniswerkers. De meningen zijn verdeeld over het stimuleren van netwerken en samenwerking. Volgens sommigen is ruimtevaart in de regio een klein clubje waarin iedereen elkaar al kent. Anderen beweren dat er wel degelijk veel te winnen is in beter (structureel) contact op inhoudelijke thema’s. Bekend is dat er al initiatieven lopen om de netwerken (binnen en tussen upstream en downstream) te versterken. Verschillende partijen geven te kennen dat een strakke coördinatie over alle lopende initiatieven gewenst is.
24
5. Missie, Uitvoering en Organisatie Profilering en het versterken van de netwerkvorming en samenwerking zijn de twee uitdagingen voor het Holland Space Cluster. In paragraaf 5.1 wordt de missie voor deze twee taken beschreven. In paragraaf 5.2 uitvoering en organisatie wordt ingegaan op hoe de partijen binnen het Holland Space Cluster de missie kunnen verwezenlijken.
5.1 Missie Holland Space Cluster
Profilering De missie wat betreft profilering kan als volgt worden omschreven:
Het cluster als geheel duidelijk profileren, zowel op nationaal als internationaal schaalniveau. Daarbij wordt de maatschappelijke relevantie van de activiteiten in het cluster goed onder de aandacht gebracht. Er ligt een duidelijk rol voor het Holland Space Cluster in de profilering van de sector en de regio. De maatschappelijke relevantie van ruimtevaart moet beter onder de aandacht worden gebracht. De externe profilering is zowel internationaal als binnen Nederland van belang. Internationaal is dit van belang om buitenlandse bedrijvigheid en kenniswerkers aan te trekken, daarbij rekening houdend met de beperkingen van geo‐return. Binnen Nederland om de ruimtevaartbedrijvigheid (nog) meer in deze regio te concentreren en de steun van overheden (vooral het Rijk) voor de ruimtevaartsector te versterken. Initiatieven die in het kader van de dreigende bezuinigingen zijn opgezet zoals SpacePoort, de notitie De Nederlandse Ruimtevaart, de aparte Space bijlage in de ‘Metro’ en opinie artikelen van bijvoorbeeld FME, VNO‐NCW, Bart Reijnen (SpaceNed) en André Kuipers hebben sterk bijgedragen om het maatschappelijk belang van de ruimtevaart te tonen. Wat ontbreekt in de profilering is een gezamenlijke aanpak en structuur van ESA ESTEC, overheden, bedrijfsleven en kennisinstellingen om het maatschappelijk belang van de ruimtevaart aan te tonen. Naast de inzet van partijen binnen het Holland Space Cluster om te werken aan profilering is er ook een centrale werkorganisatie nodig die de profilering versterkt en op elkaar afstemt. Deze werkorganisatie kan ook fungeren als aanspreekpunt van het NSO om aandachtspunt 5 uit het ESTEC White Paper, het verbeteren van de zichtbaarheid van de ruimtevaartsector (zie kader 2 ESTEC white Paper), tot uitvoering te brengen. De meerwaarde van het Holland Space Cluster ten opzichte van het NSO ligt ook in het feit dat het Holland Space Cluster een vrijere rol op zich kan nemen in het kader van lobby activiteiten richting het Rijk. In tegenstelling tot NSO is het Holland Space Cluster namelijk geen onderdeel van het Rijk. Een vaste ambassadeur voor de ruimtevaartsector die sterke contacten heeft met politiek en pers kan helpen in de profilering. Door het gebruik van het merk ‘Holland Space Cluster’ bij activiteiten van partijen binnen het Holland Space Cluster wordt de profilering van de sector in deze regio versterkt. Het is de uitdaging voor het Holland Space Cluster om het maatschappelijk belang van de ruimtevaart naar voren te blijven brengen, ook wanneer besluitvorming en lobby voor budgetten voor de ruimtevaart niet direct aan de orde zijn. De profilering buiten Nederland is van belang in verband met het internationale schaalniveau waarop de ruimtevaartsector opereert. De regio Noordwijk‐Leiden‐Delft moet bekend staan als een Europese topregio voor ruimtevaartbedrijvigheid vergelijkbaar met Europese Space Clusters in de omgeving van Toulouse, Turijn en München. Het aansluiten bij het Europese netwerk van Space regio’s via NEREUS of Ariane Cities kan hieraan bijdragen. In paragraaf 5.2, onder de kop “activiteitenscenario’s”, worden de activiteiten die voor de profilering moeten worden ondernomen verder uitgewerkt.
25
Samenwerking en netwerkvorming De missie wat betreft samenwerking en netwerkvorming kan als volgt worden omschreven:
Bedrijven, ESA ESTEC, kennis‐ en onderzoeksinstellingen en overheidsinstanties stimuleren, activeren, faciliteren en verbinden. Uit de interviews kwam naar voren dat het binnen de ruimtevaartsector ontbreekt aan coördinatie en afstemming. De ruimtevaartsector kent een redelijk niveau van activiteiten die inspelen op het versterken van de netwerkvorming. Space Match van TNO en de Woensdagmorgen sessies van ESA BIC zijn daar voorbeelden van. Samenwerking tussen partijen vindt vooral plaats rond specifieke projecten. Delfi‐C3 (samenwerking van o.a. de TU Delft, TNO en Dutch Space) en het Miri‐instrument (samenwerking van o.a. Astron, TNO en NOVA) zijn hier voorbeelden van. Wanneer deze projecten ten einde lopen valt ook vaak de samenwerking tussen partijen weg. Voor het versterken van de samenwerking en netwerkvorming is een structureel kader nodig waarbinnen partijen elkaar gemakkelijk kunnen vinden. Bij het verbinden van partijen moet niet enkel gekeken worden naar de ‘usual suspects’ binnen de sector maar ook naar ‘cross over’ sectoren. De samenwerking met lokale en regionale overheden is zwak. De ontwikkeling van het Space Business Park in Noordwijk en de samenwerking om de ruimtevaartbudgetten van het Rijk te behouden hebben hierin wel verbetering gebracht. Er ontbreekt echter nog een structureel kader waarin lokale en regionale overheden met de ruimtevaartsector in contact komen. Een centrale ‘werkorganisatie’ Holland Space Cluster kan informatie verschaffen aan bedrijven, kennisinstellingen, expats, beleidsmakers etc. over de netwerken‐ en samenwerkingsinitiatieven die er zijn, en kan inzicht geven in de ruimtevaartpartijen met hun activiteiten en contactpersonen. De ‘werkorganisatie’ kan optreden als adviseur om de verschillende netwerkinitiatieven beter op elkaar aan te laten sluiten. Door de oprichting van een ‘werkorgansatie’ ontstaat er meer overzicht en coördinatie in de netwerkvorming en samenwerking. Hierdoor wordt het ook inzichtelijk of er nog activiteiten ontbreken of samenwerkingskansen niet benut worden. De ‘werkorgansatie’ Holland Space Cluster kan partijen ondersteunen om gebruik te maken van innovatieregelingen binnen de topsector High Tech Systems and Materials (HTSM) en binnen het Economische Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO).
5.2 Uitvoering en organisatie Werkorganisatie De doelstelling van de werkorganisatie kan als volgt worden omschreven:
Het realiseren van een “Start Lean en Mean / zwaan kleef aan” organisatie die bedrijven, kennisinstellingen en overheid weet te vinden en te binden. Profilering en het versterken van netwerken en samenwerking zijn de twee belangrijkste uitdagingen voor de sector en de regio. Voor beide uitdagingen is naast individuele inzet van partijen binnen het Holland Space Cluster ook behoefte aan een gezamenlijke werkorganisatie die de uitvoering van missies coördineert en of uitvoert. Met betrekking tot profilering en samenwerking en netwerkvorming worden door partijen (die ook grotendeels vertegenwoordigd zijn in het Holland Space Cluster) al veel activiteiten ondernomen. Deze activiteiten vinden vaak ad hoc plaats in tijdelijke coalities met betrekking tot een project of zijn bestemd voor slechts een gedeelte van het cluster, bijvoorbeeld alleen het bedrijfsleven. Wat ontbreekt in de regio Noordwijk‐Leiden‐Delft is een centraal punt en structuur waarin ESA ESTEC, kennisinstellingen, overheden en bedrijfsleven elkaar ontmoeten, en afstemming en samenwerking tot stand kan komen. De doelstellingen van het Holland Space Cluster sluiten aan bij de aanbevelingen uit het ESTEC ‘white paper’. De coördinatie van de uitvoering van het ESTEC white Paper ligt bij NSO. Hiervoor is in 2013‐2015 8 miljoen euro 26
voor beschikbaar. De werkorganisatie Holland Space Cluster moet de organisatiekracht hebben om de partijen uit het Holland Space Cluster te binden aan de uitvoering van het ESTEC ‘white paper’ en gezamenlijk met het NSO te werken aan het verbeteren van de zichtbaarheid van de ruimtevaartsector regionaal, landelijk en in Europa. Het opzetten van een ‘werkorganisatie’ is het middel om deze stap te zetten. Het initiatief voor het oprichten van het Holland Space Cluster lag in de voorbereiding vooral bij de overheid (Holland Rijnland) met daarbij veel steun vanuit de leden van de trekkersgroep. In de volgende stap zal er een professionaliseringsslag moeten worden gemaakt. Hierbij heeft het de voorkeur om de projectleiding die nu in handen ligt van Holland Rijnland over te dragen aan een nader te definiëren en te creëren partij (bijvoorbeeld een Stichting), waarbij de trekkersgroep (of beter: een vervolg hier op) opdrachtgever is en een ondersteunende/adviserende rol heeft. Deze centrale organisatie wordt het eerste aanspreekpunt van het Holland Space Cluster en moet voldoende organiserend vermogen hebben om de gezamenlijke ambities op het gebied van Profilering en Samenwerking en netwerkvorming met de clusterpartijen tot uitvoering te brengen. De totstandkoming van de ‘werkorganisatie’ is faciliterend aan het Holland Space Cluster. Het succes van het Holland Space Cluster blijft afhankelijk van de wil en inzet van partijen om de kansen van netwerkvorming, kennisdeling en samenwerking te pakken. Eigen inzet van partijen door ‘in kind’ bijdragen aan het Holland Space Cluster en ‘cash’ bijdragen voor de werkorganisatie zijn beiden belangrijk om het Holland Space Cluster tot een succes te maken.
Activiteitenscenario’s Bovenstaande taken kunnen op verschillende activiteitenniveaus worden opgepakt. De mate van intensiteit waarop de taken worden opgepakt hangt samen met het ambitieniveau van verschillende partijen en de middelen die hiervoor worden ingezet. Niveau 1: Dit scenario richt zich op de activiteiten waarop met weinig inzet veel winst te behalen is. Werkzaamheden met betrekking tot de lobby voor ruimtevaartbudgetten, en informatiedeling van activiteiten die nu al plaats vinden zijn daar voorbeelden van. Niveau 2: In het tweede scenario gaat het cluster intenser aan de slag met profilering, door bijvoorbeeld ook een ambassadeur in te zetten en buitenlandse bedrijven en kenniswerkers meer te faciliteren. Daarnaast doet het Cluster ook meer aan samenwerking en netwerkvorming, onder andere door te participeren in bijeenkomsten en symposia. Alle activiteiten die bij niveau 1 horen, worden ook in het scenario van niveau 2 uitgevoerd. Niveau 3: In dit scenario worden alle middelen aangegrepen om de sector te stimuleren en het Holland Space Cluster op de kaart te zetten. Contact met de media is intenser, er wordt meer actief op acquisitie van buitenlandse bedrijven ingezet en er worden door het cluster ook (matchmaking) events georganiseerd. Alle activiteiten in Tabel 5, inclusief degenen die bij niveau 1 en niveau 2 horen, horen bij dit derde scenario. Onderstaande activiteiten in tabel 5 worden niet enkel door de ‘werkorganisatie’ uitgevoerd. De werkorganisatie is wel verantwoordelijk voor de coördinatie op deze activiteiten.
27
Tabel 5: Activiteitentabel Holland Space Cluster Activiteit Profilering Aantonen maatschappelijke meerwaarde ruimtevaart
Aantrekken bedrijvigheid en kenniswerkers
Samenwerking en netwerkvorming
Informatieverschaffing
Afstemming
Toelichting Niveau 1: Website, Actieve lobby politiek, Space Poort. Niveau 2: Niveau 1 + Inzetten ambassadeur, Jaarlijkse update position paper de Nederlandse ruimtevaart, Twitteraccount, opinie artikelen geplaatst krijgen, profilering projecten samen met het NSO uitvoeren in het kader van het ESTEC white paper. Niveau 3: Niveau 1 + Niveau 2 + public publishing (bijv. Metro actie). Niveau 1: Website. Niveau 2: Niveau 1 + faciliteren geïnteresseerde buitenlandse bedrijvigheid ism WFIA of ROM 1 (soft landing program), Samenwerken met Expat Centers Leiden en Delft, Samenwerking met Joint Consultative Committee, Participeren in Ariane Cities en Nereus. Niveau 3: Niveau 1 + Niveau 2 + Actieve buitenlandse acquisitie plegen i.s.m. WFIA of ROM, Reclamecampagnes ‘merk’ Holland Space Cluster. Niveau 1: Website met overzicht en agenda events in sector, Contactenlijst met activiteitbeschrijvingen, Nieuwsbrief, Nieuwsberichten, bedrijven, kennisinstellingen en overheden, Twitteraccount. Beschreven activiteiten in niveau 1 zitten ook in niveau 2 en 3. Niveau 1: Website met overzicht en agenda events in sector. Niveau 2: Niveau 1 + Centraal aanspreekpunt, Participeren in events. Beschreven activiteiten in niveau 1 en 2 zitten ook in niveau 3.
1
De WestHolland Foreign Investment Agency (WFIA) houdt zich bezig met marketing & acquisitie in Zuid‐Holland. Dit worden ook taken van de ROM (zie p. 11). Hierdoor zal de WFIA waarschijnlijk in de ROM opgaan (Boer & Croon, 2012).
28
Aansluiting bij innovatieregelingen voor samenwerking
Eigen ‘netwerk’ events organiseren
Niveau 1: / _______________________ Niveau 2: Partijen ondersteunen om gebruik te maken van kansen binnen de topsector HTSM en EFRO, Zelf gebruik maken van EFRO regelingen. _____________________ Niveau 3: Niveau 2+ Penvoerderschap subsidieaanvragen binnen de topsector HTSM. Niveau 2: 1 of 2 ‘borrel’events per jaar. Niveau 3: Matchmaking events
5.3 Financiën Op basis van de activiteiten die zijn geschetst in de verschillende scenario’s, kan een raming van de kosten voor het Holland Space Cluster worden gegeven. Om de kans van slagen te vergroten is het belangrijk dat door de verschillende partijen van het Holland Space Cluster een tweejarig commitment wordt aangegaan, waardoor het Holland Space Cluster te tijd krijgt om te ‘rijpen’. Partijen kunnen op twee manieren commitment aangaan. Enerzijds door in ‘cash’ bij te dragen aan de ‘werkorganisatie’ Holland Space Cluster, anderzijds door ‘in kind’ kennis of activiteiten in te brengen. Bij in kind gaat de voorkeur uit naar ‘nieuwe’ activiteiten die het Holland Space Cluster in het geheel versterken. De in kind inzet van partijen voor het algemeen belang voor het Holland Space Cluster, zorgt ervoor dat het cluster meer is dan op basis van de eigen organisatie verwacht mag worden. De Woensdagmorgen sessies door ESA BIC en de Spacepoort bijeenkomst van SpaceNed zijn hier voorbeelden van. Bij ‘niveau 1’ moet gedacht worden aan 80.000 tot 160.000 euro per jaar waarvan de helft ‘in kind’. Bij ‘niveau 2’ aan zo’n 160.000 tot 300.000 euro per jaar waarvan de helft ‘in kind’. Bij ‘niveau 3’ moet gedacht worden aan meer dan 300.000 euro per jaar, waarbij wederom de helft ‘in kind’. Het bedrijfsleven en de kennisinstellingen kunnen ‘in kind’ bijdragen aan het cluster door eigen kennis en expertise in te brengen. Bij overheden zijn de mogelijkheden voor ‘in kind’ bijdragen geringer en is een ‘cash’ bijdrage belangrijker. De verwachting is dat de verhouding cash / in kind voor de overheid zo’n 70 % / 30 % bedragen, terwijl deze voor universiteiten en bedrijfsleven zo’n 30% / 70% zal bedragen. De geschetste bedragen kunnen op een later moment, na de oprichting van het Cluster, mogelijk worden uitgebreid met activiteiten gefinancierd uit innovatieregelingen zoals het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO). Er is bewust gekozen om deze kansen niet op te nemen in de scenario’s omdat deze regelingen gebonden zijn aan een aantal jaar en het wegvallen van deze mogelijkheden niet mag leiden tot het ‘eind’ van het Holland Space Cluster. 5.4 Governance Uit de interviews met stakeholders is gebleken dat er behoefte is aan een vast kader waarbinnen samenwerking in de ruimtevaartsector plaatsvindt. Met het Holland Space Cluster wordt getracht dit vaste kader voor de sector te bieden. Zo moet worden voorkomen dat opgebouwde samenwerking, die na losse projecten van partijen ontstaat, in elkaar valt wanneer een project voorbij is. Het kader kan worden vormgegeven door een Stichtingsbestuur en Werkorganisatie. Het stichtingbestuur bestaat uit een beperkt aantal bestuursleden (3 tot 5) uit de ‘Triple Helix’ (overheden, 29
kennisinstellingen en bedrijfsleven) en een ambassadeur/boegbeeld als voorzitter (zie ook paragraaf 5.1 profilering). De bestuursleden zitten voor de algemene belangen van de ruimtevaartsector in de regio in het bestuur en niet namens een bepaald bedrijf, kennisinstelling of overheidsorganisatie. Het Stichtingsbestuur komt 1 keer per 2 á 3 maanden bij elkaar en geeft aansturing aan de werkorganisatie (zie paragraaf 5.1). De werkorganisatie kan haar taken uitvoeren door inzet van FTE’s voor de werkorganisatie en door projectgeld om de taken uit te voeren. Uit het traject tot de oprichting van het Holland Space Cluster is gebleken dat een brede betrokkenheid van het bedrijfsleven, kennisinstellingen en overheden, belangrijk is. Daarom zijn de stakeholders uit bedrijfsleven, overheid en kennisinstellingen vertegenwoordigd in de ‘Advisory Board’ van het Cluster. Deze ‘Advisory Board’ komt één tot twee keer per jaar bij elkaar en geeft advies aan het Stichtingsbestuur van het Cluster. Via de Advisory Board krijgt het Holland Space Cluster input vanuit de verschillende partijen in de Triple Helix. De stakeholders in de Advisory Board kunnen ook zorgen voor een breed draagvlak voor de sector, door als ambassadeurs voor het Holland Space Cluster op te treden. In figuur 10 is het governance model met Stichtingsbestuur, Advisory Board en Werkorganisatie weergegeven. Figuur 10: Governance Model Holland Space Cluster
30
Literatuur Beleidsbrief ruimtevaart dd. 26 juni (2012). Zie: www.rijksoverheid.nl/documenten‐en‐ publicaties/kamerstukken/2012/06/26/beleidsbrief‐ruimtevaart.html Boer & Croon (2012). Naar een integrale versterking van de innovatiekracht in de Zuidvleugel. Business Plan ROM Zuidvleugel. Brown, S. (2007). Wat maakt projectmatige samenwerking tussen universiteiten en de ruimtevaartindustrie succesvol? Universiteit Leiden. Economische Agenda Zuidvleugel 2012‐2015 (2011). Uitvoeringsprogramma. High Tech Systems and Materials Top Team (2012). ESTEC White Paper. Spinning in and spinning off: ways to strengthen the ties between ESTEC and the Dutch knowledge infrastructure. High Tech Systems and Materials Top Team (2011). Top sector HTSM. Roadmap Space 2012‐2020. Kamerbrief Ruimtevaartbeleid / ESA minstersconferentie te Napels dd. 20 november en 21 november (2012). http://www.rijksoverheid.nl/documenten‐en‐ publicaties/kamerstukken/2012/11/14/kamerbrief‐ruimtevaartbeleid‐esa‐ministersconferentie‐te‐ napels‐d‐d‐20‐en‐21‐november‐2012.html Kamer van Koophandel Den Haag (2011). Tempo in de Topregio. Economische Agenda 2020. OECD (2011). The Space Economy At A Glance. OECD, Directorate for Science, Technology and Industry. Oxford Economics (2009). The Case for Space: The Impact of Space Derived Services and Data. Position Paper Ruimtevaart (2012). De Nederlandse ruimtevaart: een notitie over kansen en bedreigingen van het Nederlandse ruimtevaartcluster. Provincie Zuid‐Holland (2012). Kansen zien, kansen grijpen. Beleidsvisie en uitvoeringsstrategie regionale economie en energie 2012‐2015. Satellite Industry Association (2012). Zie: www.sia.org. Geraadpleegd voor cijfers ruimtevaartindustrie. 31
Bijlage 1: Overzicht leden trekkersgroep
De trekkersgroep van het Holland Space Cluster bestaat uit: Naam Organisatie Geert Mennenga SpaceNed Leendert de Lange Overheden (Noordwijk, Leiden, Delft, Holland Rijnland en provincie Zuid‐Holland) Nico van Putten Netherlands Space Office Wilfried Boland Universiteit Leiden Toon Buddingh Akebia Management Pieter Visser Technische Universiteit Delft (later toegevoegd) Wim Rutgers WestHolland Foreign Investment Agency (later toegevoegd) Peter Meijer Kamer van Koophandel (later toegevoegd) Martijn Weeber ESA BIC (later toegevoegd) Jeroen Thijs ATG Europe (later toegevoegd) Simon Bremmer Holland Rijnland Christiaan de Goeij Holland Rijnland (later toegevoegd)
Bijlage 2: Gesproken personen / organisaties Naam Wilfried Boland Tanja Masson Pieter Visser Geert Mennenga Jeroen Rotteveel Jeroen Thijs & Bas Oberndorff Marco Beijersbergen Bart Peeters Martijn Weeber Niels Eldering Toon Buddingh Nico van Putten Ruud Grim Peter Reffeltrath Ron Overgoor Peter Meijer Linda van Duivenbode Erik Vredebregt Maarten van der Plas Joost van Hameren Martijn Schol Karim Adarghal Nettie Buitelaar
Organisatie
Universiteit Leiden Universiteit Leiden TU Delft Dutch Space ISIS ATG Europe Cosine Ursa Minor Space & Navigation ESA BIC (vanaf oktober 2012) ESA ESTEC (TTPO) Akebia Management NSO NSO Kennisalliantie Triarii Kamer van Koophandel Ministerie van Econ. Zaken, Landbouw & Innovatie Provincie Zuid‐Holland Gemeente Leiden Gemeente Noordwijk Gemeente Delft Gemeente Den Haag Leiden Bio Science Park
32
Bijlage 3: Methodiek Om tot het Programma Holland Space Cluster te komen is er een inventarisatie gedaan. De inventarisatie bestaat uit een aantal verschillende onderdelen. Ten eerste is er een literatuurstudie gedaan om een achtergrond te geven over ruimtevaart in de regio en in Nederland. De weerslag van deze inventarisatie treft komt met name in hoofdstuk 2 aan bod. In de bronvermelding is een overzicht te zien van de literatuur die hiervoor gebruikt is. Om tot resultaten te komen is gesproken met verschillende stakeholders uit bedrijfsleven, kennisinstellingen en overheden om een beeld van het cluster te geven en om te weten te komen wat de verschillende partijen zien als noodzakelijke acties die namens het regionale Space Cluster ondernomen moeten worden. Zie bijlage 2 voor een overzicht van de geïnterviewden. Om een beeld van de sector te geven zijn bedrijven en instellingen naar hun kernactiviteiten gevraagd. De gesprekspartners is ook gevraagd naar hun belangrijkste relaties in de regio, zodat het regionale netwerk beschreven kan worden. Om te kijken op welke wijze een regionaal cluster kan bijdragen aan betere samenwerking is getracht de succesfactoren achter huidige samenwerkingsvormen te achterhalen. Als gevraagd wordt naar kernactiviteiten en relaties wordt ook doorgevraagd naar de cross‐overs van bedrijven en instellingen met andere sectoren, in het bijzonder de topsectoren. Het in kaart brengen van cross‐overs met andere sectoren dient om iets te kunnen zeggen over de maatschappelijke relevantie van ruimtevaart. Om er achter te komen wat de verschillende partijen als noodzakelijke acties zien, is er ten eerste gevraagd naar het type ondersteuning waar vanuit de organisatie behoefte aan is en ten tweede wat de rol van een regionaal Space cluster daarbij kan zijn. Ook is de partijen gevraagd wat hun eigen bijdrage kan zijn aan het Space cluster De bevindingen die uit de gesprekken zijn voortgekomen zijn verwoord in hoofdstuk 3, 4 en 5.
33
Bijlage 4 ‐ Overzicht Upstream bedrijvigheid in Provincie Zuid‐Holland Bedrijf Dutch Space (onderdeel EADS Astrium) Cosine Research
Kernactiviteit Adres en website (Aero‐) Space Industry: Mendelweg 30 R&D, manufacturing 2333 CS Leiden Tel: 071 524 5000 Website: www.dutchspace.nl (Aero‐) Space Industry: Niels Bohrweg 11 R&D, manufacturing 2333 CA Leiden. Tel: 071 528 4964. Website: www.cosine.nl
Terma
(Aero‐) Space Industry: development, operating and monitoring services
Schuttersveld 9 2316 XG Leiden Tel: 071 524 0800 Website: www.terma.com
Schonenborg Space Engineering
(Aero‐) Space Industry: Residence Astrid 23 development of flight 2202 BM Noordwijk hardware Tel: 06 24519822 Website: www.schonenborg.com
Taniq
(Aero‐) Space Industry
Sydneystraat 112 3047 BP Rotterdam Tel: 010 415 6170 Website: www.taniq.com
Active Space Technologies V.O.F.
(Aero‐) Space Industry
Huygensstraat 34 2201 DK Noordwijk Tel: 06 25135966 Website:http://www.activespacete ch.com
Omschrijving Dutch Space designs, develops and test subsystems for satellites and launch vehicles, and supports industry and science, for example with micro‐gravity research. Dutch Space is the leading independent supplier of solar panels in Europe. Cosine develops and builds measurement systems for its customers. These find use in scientific, industrial, medical, environmental, energy, agri/food, security, semiconductor and space applications, with customers ranging from small high‐tech companies to the European Space Agency, IBM and EADS. Terma B.V. is an international supplier of mission‐critical high‐tech products, solutions and systems to the aerospace, defense and homeland security markets. The products, developed both in The Netherlands and in Denmark, are designed for use in extreme mission‐critical environments and situations, where human lives and high value material assets are at risk. Schonenborg Space Engineering has been founded by R.A.C. Schonenborg and exists since 2002. The main areas of expertise are: development of flight hardware for the International Space Station for experimental as well as for supporting equipment; chemical propulsion engineering and the conduct of feasibility studies. TANIQ develops unique technology for manufacturers of reinforced rubber products to improve their product performance and production process. TANIQ offers this technology through product redesign and supply of software and production equipment. Thermal Analysis and Simulation of instruments, satellites, and launchers. Development, calibration, and qualification of instrumentation and optoelectronics.
34
Bedrijf JAQAR Space Engineering
Marshall Aerospace Netherlands
Kernactiviteit Adres en website (Aero‐) Space Industry: Postadres: ESTEC‐TEC/SYE space engineering P.O. Box 299 2200 AG Noordwijk Tel: 06 31388218 Website: www.jaqar.com/engineering.html (Aero‐) Space Industry: Haagse Schouwweg 8‐M design & engineering 2332 KG Leiden Tel: 071 579 5949 Website: www.marshallaerospace.nl
AOES Technology (Aero‐) Space Industry: Huygensstraat 34 Group (ATG) engineering services 2201 DK Noordwijk and consultancy Tel: 071 5795500 Website: www.aoes.com West Consulting
(Aero‐) Space Industry: Delftechpark 5 ICT services and 2628 XJ Delft consultancy Tel: 015 219 1600 Website: www.west.nl
Aurora Technology
(Aero‐) Space Industry: Heereweg 345 engineering 2161 CA Lisse consultancy Tel: 0252 532 239 Website: www.aurora.nl (Aero‐) Space Industry: Huygensstraat 44‐2A engineering 2201 DK Noordwijk consultancy Tel: 071 341 7500 Website: www.hespace.com
HE Space Operations
Omschrijving JAQUAR’s business philosophy is to respond to the needs of the latest trend in the Space and Non‐Space industry: smaller and cheaper missions, spacecrafts, systems and products, which require fast solutions to system design. JAQAR Space Engineering was formed on January 1st, 1999 and is part of the JAQAR group. The main activities of Marshall Aerospace Netherlands BV are design and analysis of conventional and composite structures, concept and feasibility studies, avionics and structural modification design and analysis, certification and approval, aircraft interiors design, refurbishment and certification and m odifying special missions aircraft. ATG consists of ATG People, ATG Projects and ATG Medialab. ATG People is most important within the company, it’s a key player in delivering highly educated personnel for R&D environments throughout Europe. The headquarter is located in Noordwijk, The Netherlands and ATG has subsidiaries in Germany and the UK. West is an IT company specialised in developing demanding, business critical IT‐systems. West has a working relationship with a number of leading companies in the space sector and is currently actively involved in providing solutions and setting up services based on SAR/Galileo technology. Aurora, formed in 1995, is firmly established within the Space industry as a support company providing a high level of service. Aurora’s core business activity is the provision of engineers and scientists as on‐site support. The European Space Agency (ESA) is the main client. Personnel recruitment with an exclusive focus on the space sector. HE Space has concentrated its activities on supplying space experts to ESA, to EUMETSAT and to the European space industry. Industry customers include EADS‐Astrium, Kayser‐Threde, Jena‐Optronik, SES Astra, TESAT Spacecom, IABG, Spaceopal and Euro Cryospace. 35
Bedrijf Science and Technology Corp. (S&T)
Kernactiviteit (Aero‐) Space Industry: engineering consultancy in earth observation and astronaut support
NCIM Group
(Aero‐) Space Industry: Overgoo 11 Leidschendam ICT services and consultancy Tel: 070 350 1554 Website: www.ncim‐groep.nl (Aero‐) Space Industry: Witte Singel 85 Consultancy 2311 BP Leiden Tel: 071‐5127493 Website: www.black‐holes.eu (Aero‐)Space Industry: Molengraaffsingel 12‐14 Manufacturing 2629 JD Delft Tel: 015 256 93 00 Website: www.type22.aero
Black Holes
Type 22 (Quintech)
Sapienza Consulting
VorTech
Lens Research & Development
Adres en website Olof Palmestraat 14 2616 LR Delft Tel: 015 262 9889 Website: www.stcorp.nl
(Aero‐) Space Industry: Rijnstraat 3 software engineering 2223 EG Katwijk consultancy Tel: 071 407 6518 Website: www.sapienzaconsulting.com (Aero‐) Space Industry: Martinus Nijhofflaan 2 software engineering 2624 ES Delft consultancy Tel: 015 285 0125 Website: www.vortech.nl (Aero‐) Space Industry Kapteynstraat 1 2201BB Noordwijk Tel: 071 2020 123 Website: www.lens‐rnd.nl
Omschrijving S&T is a private company conducting challenging high‐tech projects and consultancy. S&T started in 2000 and has grown to a diverse group of scientists and engineers. Typical customers and partners are the European Space Agency (ESA), TNO, EADS, ASTRIUM, VEGA, Siemens, SNECMA, Logica and more. NCIM Group is specialised in the secondment of well educated professionals for project management, consulting, the development of software and system management. Black Holes B.V. was established in 2007 in order to accommodate the growing need for professional advice on international legal, policy and political aspects of outer space activities and their applications here down on Earth in the broadest sense of the word. Quintech designs and manufactures state‐of‐the‐art proprietary hardware solutions (DC to 40 GHz) to facilitate RF signal management for Satellite uplink and downlink applications in satellite teleports, cable HFC head ends, broadcast, wireless and military telecommunications networks. Sapienza Consulting is a leading supplier of collaborative web‐based solutions and services in the area of Space Project Management and Product Assurance for institutional and commercial space industry.
VORtech is a combination of a software company and an engineering office in the field of applied mathematics. Knowlede of mathematical modelling, simulation and calculation techniques gets combined with state‐of‐the‐art methods for software development. The activities of Lens R&D include design for manufacturing, multi disciplinary research and development activities, optical detectors, EMC engineering, high reliability interconnect and packaging, miniaturisation and MEMS. 36
Bedrijf 3D‐One
Kernactiviteit (Aero‐) Space Industry: Electronics and Software
Adres en website Niels Bohrweg 11 2333 CA Leiden Tel: 071 524 10 91 Website: www.3d‐one.com
J‐CDS
(Aero‐)Space Industry
Advanced Lightweight Engineering
Composites & New Materials
Crown Business Center Keypoint (4th floor) Schipholweg 103 2316 XC Leiden Website: www.j‐cds.nl Rotterdamseweg 145 2628 AL Delft Tel: 015 251 3430 Website: www.ale.nl
Leuveco
Composites & New Materials
Ambachtstraat 4 2861 EX Bergambacht Tel: 0182 353 944 Website: www.leuveco.nl
GTM‐Adanced Structures
Composites & New Materials
Laan van Ypenburg 84 2497 GB Den Haag Tel: 070 319 50 30 Website: http://www.gtm‐ ap.com/company.html
Kok & van Engelen Composite Structures (KVE)
Composites & New Laan van Ypenburg 56 Materials: Composites 2497 GB Den Haag Tel: 070 307 47 10 Website: www.kve.nl
Omschrijving 3D‐ONE supplies 3D (stereoscopic) imaging modules tailor‐made for a wide variety of applications, ranging from high accuracy stereoscopic metrology systems to quality assurance systems. 3D‐One delivers complete modules with integrated motorised optics, processing electronics and software. The majority of their customers are system integrators. J‐CDS B.V. is the leading provider of Concurrent Design Services and Solutions. Concurrent Design is the multidisciplinary, integrated approach to engineering. J‐CDS focuses on the application of this approach during the early stages of complex system design e.g. the preliminary conceptual and feasibility stages. Advanced Lightweight Engineering (ALE) is a highly innovative company that specializes in the design, development and production of lightweight structures. With expertise in fiber‐reinforced polymers and light metals (and combinations of these two), they offer ready‐to‐ use solutions where weight, strength and maintenance are important. Leuveco specializes in cables, assemblies, umbilicals and connectors. It develops, produces mechanical and electrical components according all specifications. Leuveco is involved in several space projects, e.g. for Dutch Space and Surrey Satellite Technology Ltd, Leuveco delivered interface connectors for solar arrays and flexprint cable assemblies. GTM is founded in 2004 to perform R&D on advanced materials and structures. During the first 5 years of its existence the prime focus of GTM was on hybrid materials and structures. Recently GTM has expand its R&D service into testing of customer materials and structures and has include manufacturing of proto‐types and small scale series production. The combination of high performance fibers and plastics, named composites, possess unique characteristics. KVE uses these unique characteristics for efficient product design. 37
Bedrijf Airborne Composites
Kernactiviteit Adres en website Composites & New Laan van Ypenburg 70 Materials: Composites 2490 AA Den Haag Tel: 070‐3017400 Website: www.airborne.nl
LW Materials / L‐ Sim
Composites & New Materials: Composite Products
Specto Group
Promolding
Sergem Engineering
Integricom
Leidsestraat 170 2182DS Hillegom Tel: 0252‐516941 Website: www.lwmaterials.nl Composites & New Wassenaarseweg 75/ 356‐B Materials: Composites 2223 LA Katwijk Components Tel: 071 589 8798 Website: www.spectoaerospace.com Composites & New Laan van Ypenburg 100 Materials: Light weight 2497 GB Den Haag materials Tel: 070 3074730 Website: www.promolding.nl Composites & New Spoorlaan 6 Materials: Light weight 2495 AL Den Haag products, installations Tel: 070 307 47 25 and constructions Website: www.sergem.nl Satellite Industry Tjalkenwerf 30 2317 DD Leiden Tel: 071‐8795620 Website: www.integricom.nl
Omschrijving Airborne Composites specialises in the development and production of advanced composite products. The privately owned company has two sites: one in The Hague, The Netherlands and one in Girona, Spain. Products range from solar arrays for satellites to deep sea risers for oil & gas production. LW Materials is a producer of L‐Sim. L‐Sim is a very strong type of composite which is translucent, UV‐resistant and insensitive to aggressive solvents, cleaning fluids, boiling water and steam.
Composite maintenance, composite manufacturing and composite training.
Promolding designs, develops and manufactures products wherein plastic (injection molded) parts are important. The in‐house development team consists of industrial designers, polymer chemists, production technologists, medical technologists and toolmakers. Development and design of solid (lightweight) structures, new materials and production processes, strength calculations and lifetime analysis.
Integricom is a company that provides technical consultancy in the field of navigation systems. It specialises in performance‐related issues and has a proven track record with Eurocontrol, national aviation authorities, industry and navigation service providers. 38
Bedrijf ISIS
Kernactiviteit Satellite Industry: Satellite Engineering Services & Development of nano satellites
Adres en website Molengraaffsingel 12‐14 2629 JD Delft Tel: 015 256 9018 Website: www.isispace.nl
Satellite Services
Satellite Industry: Satellite Engineering Services & Development
Huygensstraat 44 2201 DK Noordwijk Tel: 071 3615092 Website: www.ssbv.com
SystematIC
Satellite Industry: Power Systems for Nano Satellites
Motorenweg 5G 2623 CR Delft Tel: 015 25 111 00 Website: www.systematic.nl
MetaSensing
Satellite Industry: Satellite based services for high resolution radar imaging
Huygensstraat 44 2201DK Noordwijk Tel: 0717515960 Website: www.metasensing.com
Ursa Minor Space Satellite Industry: & Navigation Development of location based services
Rotterdamseweg 183C 2629 HD Delft Tel: 015 2682559 Website: www.ursaminor.nl
Omschrijving ISIS is a vertically integrated small satellite company, focused on providing highly value, cost effective space solutions by making use of the latest innovative technologies. As one of Europe’s leaders in the nanosatellite domain, ISIS offers contract research, innovative satellite systems and turnkey space solutions to a broad range of customers for small satellite missions and applications. SSBV is a technology driven organisation, active in the domains of (aero)Space, Remote Sensing & Monitoring, Defence & Security and development of High‐Tech Systems. Based on in‐house technology, engineering skills and long‐lasting partnerships, SSBV is able to provide system, subsystem and unit level solutions. SystematIC Design is an IC design company offering various services in Electronic and Integrated Circuit (IC) design. The complete IC design trajectory, from system‐level specification to IC layout is supported. The services include consulting, feasibility study, design of system architecture, technology evaluation, analog, digital and mixed‐mode IC design and prototype implementation. By combining a new radar technology and advanced Synthetic Aperture Radar (SAR) techniques, MetaSensing offers high resolution airborne sensors and quality radar mapping services. High resolution mapping is used for homeland security, environmental assessment and infrastructure monitoring. Ursa Minor provides a range of services, based on experience in the space industry, involving software and hardware development as well as development of novel space‐based integrated applications. The main services are space systems engineering, communication and navigation hardware design, software development, technology analysis and Cospas Sarsat Distress Beacon Signal Testing. 39
Bedrijf Logica
Kernactiviteit Satellite Industry: Software Solutions for SatelliteSystems
Adres en website George Hintzenweg 89 3068 AX Rotterdam Tel: 088 564 0000 Website: http://www.logica.nl/we‐ work‐in/space
Omschrijving Logica is a leading IT and business services company. Because of knowledge of space systems and the excellence in IT systems, Logica focuses on development of, and generating trust and confidence in, software solutions for satellite systems.
40
Bijlage 5 – Overzicht Downstream bedrijvigheid in Provincie Zuid‐Holland Bedrijf 06 GPS
Kernactiviteit Navigatie
ARS Traffic & Transport Technology
Navigatie
DSH Electronics
Navigatie
Geometius
Navigatie
Kanteff Speech Processing
Navigatie
Adres en website Kubus 11 3364 DG Sliedrecht. Tel: 0184 448 900. Website: www.06‐gps.nl Nassaulaan 25 2514 JT Den Haag. Tel: 070 360 8559. Website: www.ars.nl
Koningsspil 17 2265 VH Leidschendam. Tel: 070 3206117. Website: www.dsh2000.com Maatschapslaan 39 2404 CL Alphen aan den Rijn. Tel: 088 436300. Website: www.geometius.nl
Lijnbaanstraat 4, 2222 AR Katwijk aan Zee. Tel: 088 526 8333. Website: www.kanteffspeech.nl
Omschrijving Provides a nationwide network for GPS RTK and post‐processing based on 21 referential stations.
ARS T&TT is an independent provider of technology for the international market of Intelligent Transport Systems (ITS). They provide traffic information and traffic management systems for inter alia road and rail transport, fleet management systems, on board systems for tracking & tracing, traffic information, route planning and route guidance, road‐rail planning and tracking tracing systems. Supplies receivers and software for GPS navigation, tracking & tracing, weather satellite receivers, consultancy and training. The core activity is Holux GPS.
Geometius is a supplier of positioning systems (GNSS) and measurement equipment for geodesy, hydrography, geo‐ICT, GIS and civil engineering. Geometius is the primary distributor of Trimble. Other dealerships include Teledyne Odom Hydrographic, Getac, Pacific Crest, Ohmex, Laser Technology, GPS Networking, General Dynamics and IDS, FARO, IDBLUE and Optimal Ranging. Kanteff provides speech recognition software, for example for vehicle navigation systems. 41
Bedrijf LNR Globalcom
Kernactiviteit Navigatie
Adres en website Verrijn Stuartlaan 1 2288 EK Rijswijk. Tel: 070 413 4000. Website: www.lnrglobalcom.nl
First Element
Navigatie
Pitney Bowes Software (voormalig MapInfo)
Navigatie
Scheepmakerij 11 2628 AA Delft. Tel: 015 219 0885. Website: www.firstelement.nl Stephensonweg 14 4207 HB Gorinchem. Tel: 0183 642 950. Website: www.pbinsight.nl
Telepointer
Navigatie
Fugro (Omnistar)
Navigatie
Thales Navigation
Navigatie
Nijverheidsweg 13 3381 LM Giessenburg. Tel: 0184 ‐ 65 44 73 Website: www.telepointer.com Dillenburgsingel 69 2263 HW Leidschendam. Tel: 070 311 1422. Website: www.fugro.com
Ketelweg 12‐14 3356 LE Papendrecht Tel: 078 615 79 88 Website: www.thalesgroup.com/NLHome
Omschrijving LNR develops, optimizes and expands a network of reference stations, whereby a GPS user can access accurate, quality‐controlled data 24 hours a day in real‐time and/or post‐processing mode. This allows the user to measure with accuracy while operating only one mobile rover receiver. First Element develops software in‐house and on behalf of customers. With geographic analysis software, named MapAnalyse, First Element has a leading position within the Dutch police. Developer of MapInfo Professional. MapInfo Professional is a powerful Microsoft Windows–based mapping and geographic analysis application. Designed to easily visualise the relationships between data and geography, the latest version of MapInfo Professional makes it fast and easy to create, share and use maps. TelePointer B.V. Mobile Location Solutions and Services is a mobile Telematics Service Provider. Their key activity is the provision of Location Based Services.
Fugro is the largest Dutch company active in the navigation segment. The company’s core business consists of the collection and interpretation of data of the earth’s surface and the sea bed and consultancy based on these data, mostly for oil and gas industry, mining companies and construction works. Thales Navigation is a innovator of global satellite positioning, navigation, and guidance equipment operating throughout the U.S. and Europe. Popular brands are Magellan®, MLR, Ashtech®, and DSNP.
42
Bedrijf iOpener Media BV
Kernactiviteit Navigatie
Mobzili
Navigatie
bliin yourLive
Navigatie
Toogethr
Navigatie
EARS
Aardobservatie
Arcadis
Aardobservatie
Carthago Consultancy B.V.
Aardobservatie
Adres en website Molengraaffsingel 12‐14 2629 JD Delft (R&D Office) Tel: +49 (0)241 894 671 89 Website:www.iopenermedia.com Kapteynstraat 1 2201 BB Noordwijk Tel: 06 24 828 949 Website: www.mobzili.com Keplerlaan 1 2201 AZ Noordwijk (R&D Office) Tel: 020 681 5751 Website: http://bliin.com/ Kapteynstraat 1 2201 BB Noordwijk Tel: +31208932828 Website: www.toogethr.com Kanaalweg 1 2628 EB Delft Tel: 015 2562404 Website: www.ears.nl Vestigingen in o.a. Rotterdam, Berkel en Rodenrijs en Bodegraven. Website: www.arcadis.nl Oostzeedijk Beneden 23‐A 3062 VK Rotterdam. Tel: 010 213 0004. Website: www.carthago.nl
Omschrijving iOpener is headquartered in Aachen (Germany), with an R&D office at the Delft University of Technology. iOpener is active in the games and motorsports industries. It has the goal to become a leader in providing and facilitating real‐time data into a wide spectrum of applications. Mobzili uses satellite navigation data to help mobile phone users to discover places based on their location and the time. It's a location‐ centric service, which enlivens the user's experience of their surroundings by bringing together shopping, entertainment, culture, tourism and public service information in an intuitive manner. The product bliin lets you find and follow your friends across the world in real‐time via your phone and over the web. By using their GPS locator, people can share their Live location‐stream without the fuzz of ever setting their location manually. Toogethr is an online and mobile service that lets people make optimum use of social networks. It allows people to carpool quickly and flexibly. Environmental Analysis and Remote Sensing. Providing systems and data services for climate monitoring, crop yield forecasting, river flow forecasting and photosynthesis monitoring Arcadis Netherlands has extensive experience in hosting and providing access to geo‐information for local governments. It contributes to IRIS, the Integrated Results‐oriented Information System, which ensures the standardization of work for water and the management of large (geographical) data streams. Carthago Consultancy is a consultancy for GIS and spatial analysis. Carthago’s main services and products are: GIS applications, consultancy concerning geo‐information and climate‐water interaction modelling. 43
Bedrijf Royal HaskoningDHV
Kernactiviteit Aardobservatie
GeoRas
Aardobservatie
Grontmij
Aardobservatie
Hansje Brinker
Aardobservatie
Imagem
Aardobservatie
EA Tops
Aardovservatie
Oranjewoud
Aardobservatie
Adres en website Vestigingen in o.a. Den Haag, Capelle a/d IJssel en Rotterdam. Website: www.royalhaskoning.com Amaliastraat 5 2514 JC Den Haag Tel: 070 517 0900 Website: www.georas.nl
Omschrijving DHV is an international consultancy and engineering organisation active in various markets: Construction, industry and tele‐ communications, airports, mobility and infra‐structure, environment and water management. GeoRas provides various digital and analytical photogrammetric services using aerial or satellite imagery. Their core activities are remote sensing, photogrammetry, scanning and image mapping and agricultural control. Grontmij is a consultancy supplying added value in the form of advice, Vestigingen in o.a. Waddinx‐ design, engineering, exploitation and management. The key areas of veen en Rotterdam. expertise are soil, water, wastage, sports, recreation, nature, con‐ Webstie: www.grontmij.nl struction, real estate, traffic, infrastructure and telecommunications. Oude Delft 175 Hansje Brinker is a TU Delft spin‐off, developing space technology for 2611 HB Delft the monitoring of water defense structures such as dikes, dams, or Tel: 015 8200225 other water barriers. Hansje Brinker developed a method based on Website:www.hansjebrinker.com satellite radar technology for the systematic stability analysis of such vital infrastructure. Barbizonlaan 1 Provides imaging solutions for reliable processing and analysis of 2908 MA Capelle aan den IJssel geographic information. Tel: 010 – 4200830 Website: www.imagem.nl ESTEC ‐ TEC/ST P.O.Box 299, The French‐Dutch‐Norwegian start‐up company EATOPS provides Keplerlaan 1 2201 AZ Noordwijk advanced tools and systems to monitor remote gas and oil offshore Tel: +31 71 565 6208 installations. The initial target groups are members of the oil & gas industry with fields and offshore platforms in the North Sea. Gevestigd o.a. in Capelle a/d Supplier of high‐quality services in the area of infrastructures, urban IJssel. development, construction, nature and environment, real estate and Website: www.oranjewoud.nl leisure. Services offered cover the end‐to‐end traject: training, advise, design, planning, realization, management and exploitation. 44
Bedrijf Svasek Hydraulics
Kernactiviteit Aardobservatie
Black Shore Aardobservatie (E‐ Creative ǀ Cerberus learning in Geology, Space and Earth Observation) Esri Nederland
Aardobservatie
Magion Industrial Software Solutions
Telecommunicatie
SES World Skies
Telecommunicatie
O3b Networks
Telecommunicatie
Adres en website Schiehaven 13G 3024 EC Rotterdam Tel: 010 ‐ 467 13 61 Website: www.svasek.com Keplerlaan 1, Mb 029 2200 AG Noordwijk Tel: 0614 104 204 Website: www.cerberusplatform.com Weena 695 (B2.036) 3013 AM Rotterdam Tel: 010 217 0700 Website: www.esri.nl Wolga 5 2491 BK Den Haag Tel: 070 444 2770 Website: www.magion.nl
Omschrijving Svasek is a Dutch consultancy firm specialised in the field of hydraulics, morphology and hydrographical surveys. The company is a specialist consultant in coastal, harbour and river engineering. Their expertise focuses on water dynamics (currents and waves) and sediment transport caused by the water dynamics. BlackShore ‐ creative is working on the Cerberus platform. Cerberus can be defined as an automated processing engine to translate any type of photographic satellite data into usable GIS data by using the power of the crowd. Esri is a software development and services company providing Geographic Information System (GIS) software and geodatabase management applications.
MAGION delivers software solutions to the satellite communication industry in the field of satellite network management, frequency planning and fraud detection applications. As part of the ESA Telecom Initiative programme, MAGION has developed the Mobile Server Framework. SES New Skies and SES Americom have formed SES World Skies. Rooseveldtplantsoen 4 Together, they offer 25 satellites spanning the globe, covering 99% of 2517 KR Den Haag the Earth's surface providing tailored solutions for satellite Tel: 070 3064100 communication needs. Website: www.ses.com Johan van Oldenbarneveltlaan 5 O3b Networks is a next generation network service provider building 2582 NE Den Haag the world’s first medium Earth orbit satellite constellation. The Tel: 017 0711 6500 network combines the ubiquitous reach of satellite with the speed of Website: www.o3bnetworks.com fibre to deliver satellite Internet services and mobile backhaul services to emerging markets. 45
Bedrijf Inmarsat Solutions (voormalig Stratos Global)
Kernactiviteit Telecommunicatie
Adres en website Loire 158‐160 2491AL Den Haag Tel: 0703013200 Website: www.inmarsat.com
Vizada
Telecommunicatie
Binckhorstlaan 151‐A 2516 BA Den Haag Tel: 070 300 1818 Website: www.vizada.com
Omschrijving Inmarsat is a British satellite telecommunications company, offering global, mobile services. It provides telephony and data services to users worldwide, via portable or mobile terminals which communicate to ground stations through eleven geostationary telecommunications satellites. Vizada is the leading independent provider of global satellite‐based mobility services. The company, which has recently been acquired by Astrium (EADS Group), offers mobile and fixed connectivity services from multiple satellite network operators through a network of 400 service provider partners.
46