HOGESCHOLEN MANAGEMENT INFORMATIE 2005
november 2005
Colofon Titel: Hogescholen Management Informatie 2005
Hogescholen Management Informatie (HMI) is een publicatie van de HBO-raad. Dit is de negende uitgave van deze jaarlijkse publicatie van de afdeling bestuurlijke informatievoorziening, gericht op managementinformatie voor het hoger beroepsonderwijs.
Aanvullende cijfermatige informatie vindt u op www.hbo-raad.nl onder ‘over de hogescholen’ en ‘kengetallen’, voor inhoudelijke vragen en opmerkingen kunt u zich wenden tot: HBO-raad T.a.v. Informatie & Communicatie Drs. S.A. van der Wulp / Dhr. H. Bönhke Postbus 123 2501 CC Den Haag
[email protected] /
[email protected]
De digitale versie van deze publicatie kunt u ook vinden op www.hbo-raad.nl onder ‘over de hogescholen’ en ‘kengetallen’. Hebt u liever een papieren versie, dan kunt u extra exemplaren bestellen onder vermelding van titel, jaartal en adresgegevens: HBO-raad T.a.v. Besteladministratie Postbus 123 2501 CC Den Haag Tel.: 070-3122121
[email protected]
© HBO-raad, vereniging van hogescholen, november 2005 Het copyright geldt voor activiteiten met commercieel gebruik. Wanneer uit deze uitgave gegevens worden overgenomen dient de bron te worden vermeld. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar worden gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopie, opnamen, of op enige andere manier zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Hogescholen Management Informatie 2005
Pagina 2
Inhoudsopgave
Colofon ........................................................................................................................................................... 2 Inhoudsopgave............................................................................................................................................... 3 Inleiding ......................................................................................................................................................... 5 1 Ontwikkelingen in het hbo ........................................................................................................................ 7 1.1 Algemeen .............................................................................................................................................. 7 1.2 Domein financiën .................................................................................................................................. 7 1.3 Domein personeel.................................................................................................................................. 7 1.4 Domein studenten.................................................................................................................................. 8 1.5 Domein onderwijs ................................................................................................................................. 8 2 Kengetallen Domein Financiën ................................................................................................................ 9 2.1 Samenvatting (procentueel overzicht)................................................................................................. 11 2.2 Samenvatting (absoluut in duizenden euro’s) ..................................................................................... 12 2.3 Financiële indicatoren ......................................................................................................................... 13 2.4 Personeelskosten per student............................................................................................................... 15 2.5 Overige kosten per student .................................................................................................................. 16 3 Kengetallen Domein Personeel............................................................................................................... 17 3.1 Samenvatting....................................................................................................................................... 19 3.2 Omvang in fte en personen.................................................................................................................. 20 3.3 Studenten per fte personeel ................................................................................................................. 21 4 Kengetallen Domein Studenten.............................................................................................................. 23 4.1 Samenvatting....................................................................................................................................... 25 4.2 Marktaandeel instroom per sector ....................................................................................................... 26 5 Kengetallen Domein Onderwijs ............................................................................................................. 33 5.1 Samenvatting....................................................................................................................................... 35 5.2 Maatschappelijke positie anderhalf jaar na afstuderen 2004............................................................... 36 5.3 Afgestudeerden die dezelfde studiekeuze zouden maken ................................................................... 37 Bijlage – Kengetallen in HMI..................................................................................................................... 39 1 Overzicht digitale tabellenset ................................................................................................................. 39 2 Omgang met kengetallen........................................................................................................................ 39 3 Gehanteerde bronnen.............................................................................................................................. 41 4 Definities domein financiën ................................................................................................................... 41 5 Definities domein personeel................................................................................................................... 43 6 Definities domein studenten................................................................................................................... 44 7 Definities domein onderwijs .................................................................................................................. 45
Hogescholen Management Informatie 2005
Pagina 3
Hogescholen Management Informatie 2005
Pagina 4
Inleiding Voor u ligt de negende uitgave van Hogescholen Management Informatie (HMI). HMI staat inmiddels bekend als een uitgave waarin gegevens van hogescholen met betrekking tot financiën, personeel, studenten en onderwijs op een gestandaardiseerde en vergelijkbare wijze worden gepresenteerd. De cijfers bieden inzicht in de bedrijfsvoering van hogescholen en kunnen gebruikt worden bij het management van hogescholen. De vergelijking met andere instellingen biedt daarbij een meerwaarde naast de gegevens van de eigen bedrijfsvoering. Deze publicatie beperkt zich tot geselecteerde kerngegevens die samen een beeld geven van de ontwikkelingen in het hbo. In het eerste hoofdstuk worden de belangrijkste ontwikkelingen in de branche gepresenteerd. In de navolgende hoofdstukken zijn per domein – achtereenvolgens financiën, personeel, studenten en onderwijs – tabellen opgenomen waarin de betreffende gegevens per hogeschool en/of sector worden gepresenteerd. Op deze manier kunt u de gegevens van uw eigen hogeschool vergelijken met die van andere hogescholen. Buiten de kerngegevens die in deze publicatie zijn opgenomen, is een gedetailleerde tabellenset digitaal beschikbaar op de kengetallen website van de HBO-raad: www.hbo-raad.nl onder ‘over de hogescholen’ en ‘kengetallen’. Op deze website vindt u het bestand ‘HMI 2005’ met alle detailtabellen zoals u ze wellicht kent van vroegere uitgaven van HMI. In de bijlage is een overzicht opgenomen van alle tabellen die u in dit digitale bestand kunt vinden. We hechten belang aan een brede set kengetallen die een evenwichtig beeld geeft van de diverse activiteiten van hogescholen. Het is daarbij van belang dat de bronnen en definities die ten grondslag liggen aan de kengetallen transparant zijn. Om deze reden bevat de bijlage ook meer informatie over de omgang met en interpretatie van kengetallen en de bronnen en definities die aan de kengetallen ten grondslag liggen.
Hogescholen Management Informatie 2005
Pagina 5
Hogescholen Management Informatie 2005
Pagina 6
1 Ontwikkelingen in het hbo 1.1 Algemeen Het hbo heeft zich in 2004 weer verder ontwikkeld. Het aantal nieuwe studenten, ingeschreven studenten en afgegeven diploma’s is wederom gestegen. De groei van het personeelsbestand zet zich voort en inmiddels is het aandeel van vrouwen in de hogere salarisschalen 21.3%. Op financieel terrein is een verslechtering van de liquiditeit en rentabiliteit zichtbaar. Hoewel de solvabiliteit licht toeneemt, bevindt deze zich nog onder het gewenste niveau. In dit hoofdstuk worden de belangrijkste ontwikkelingen die zich in de kengetallen aftekenen gepresenteerd. Dit wordt gedaan door per domein de belangrijkste trends en veranderingen in de afgelopen 0jaren te benoemen. Centraal hierbij staat vanzelfsprekend het jaar 2004; het meest recente jaar waarop de kengetallen betrekking hebben. 1.2 Domein financiën Exploitatieresultaat onder druk, achterblijvende rijksbijdrage Het exploitatieresultaat van de hogescholen is in 2004 voor de tweede keer achtereen fors gedaald. Na een daling van 5.6% naar 4.0% in 2003, is het resultaat in 2004 gedaald naar 3.1%. De totale omzet steeg met 5.1%, terwijl de inkomstenstijging uit de rijksbijdrage en de collegegelden achter is gebleven met respectievelijk 4.6% en 4.7%. De inkomsten uit werk voor derden zijn daarentegen iets gegroeid tot 7,1% van de omzet. Tegenover de omzetgroei staat een uitgavengroei van 6.1%. De personeelskosten die in 2003 met 7.7% stegen, zijn het laatste jaar met nog eens 5.9% gegroeid. Dit bij een personeelsbestand dat met 0.9% is toegenomen. Meer investeringen in gebouwen, minder in apparatuur De vermogenspositie van de hogescholen is in 2004 vrij stabiel gebleven ten opzichte van 2003. Een lichte stijging van het eigen vermogen zorgt voor een solvabiliteit van 32.5% die zich daarmee nog onder het niveau van 35% bevindt, dat de Stichting Vangnet HBO1 als wenselijke situatie ziet. De investeringen in gebouwen en terreinen zijn ten opzichte van 2003 met 30% gestegen. Daar tegenover staat echter een daling van de investeringen in inventaris en apparatuur van 27%. Verslechtering liquiditeit en rentabiliteit De financiële ratio’s tonen in 2004 net als een jaar eerder een verslechtering. De liquiditeitspositie van de hogescholen is verder verslechterd als gevolg van toename van de kortlopende schulden. De rentabiliteit is in 2004 gedaald naar 1.3% en blijft daarmee ruim onder het niveau van 3% dat als gezond beschouwd mag worden. Continuering van deze situatie leidt op termijn tot uitholling van de vermogenspositie van de hogescholen.
solvabiliteit liquiditeit rentabiliteit
2000 25.5% 0.94 2.3%
2001 27.9% 0.98 2.5%
2002 30.7% 1.02 3.2%
2003 32.1% 0.91 2.0%
2004 32.5% 0.83 1.3%
1.3 Domein personeel Groeiend personeelsbestand In 2004 is de omvang van het personeelsbestand verder toegenomen met 0.9% tot 25,111 fte. Het aantal personen dat werkzaam is in het hbo groeide met 1.3% tot 34,100. Op het gebied van de salariëring zetten de trends zich ook voort. Het aandeel van vrouwen in de hogere salarisschalen is met 21.3% voor het eerst meer dan eenvijfde. 1
Stichting Vangnet HBO (2003), Zuinig op de toekomst – Van vroegtijdig waarschuwen naar toekomstgericht besturen, Amsterdam.
Hogescholen Management Informatie 2005
Pagina 7
Gemiddelde leeftijd licht gestegen De gemiddelde leeftijd van het hbo personeel steeg in 2004 met 0.2 jaar naar 45.1 jaar. Het deel van het personeelsbestand dat 55 jaar of ouder is, nam in 2004 toe tot 20.8%. De groei in de afgelopen jaren van de groep personeelsleden jonger dan 35 jaar stagneert in 2004, waardoor deze groep 17.5% van het personeel beslaat. Mobiliteit personeel rond 10% Bij een groeiend personeelsbestand hoort op het gebied van de mobiliteit een sterkere instroom dan uitstroom. Bij hogescholen is dit dus ook het geval, maar samenhangend met de beperktere groei van het personeelsbestand is ook het verschil tussen in- en uitstroom kleiner. De instroom is in 2004 gedaald tot 10.5%, terwijl de uitstroom licht steeg naar 9.1%. 1.4 Domein studenten Wederom groei instroom, ingeschrevenen en gediplomeerden In 2004 is de instroom van nieuwe studenten weer gestegen. Met 107,131 studenten was de instroom 1.8% hoger dan in 2003. Het aantal ingeschreven studenten is gegroeid met 3.7% tot 340,300 studenten in 2004. Het aantal gediplomeerden steeg met 2.7% naar 63,138 in 2003. Afnemende studieduur voor gediplomeerden en uitvallers De tijd dat studenten ingeschreven staan bij een hogeschool neemt af. De studenten van cohort 1999 die binnen vijf jaar hun diploma hebben gehaald, stonden gemiddeld 43.3 maanden ingeschreven; 5% korter dan cohort 1995. Ook studenten die hun studie staken doen dat steeds sneller. De studenten van cohort 1999 die binnen vijf jaar hun studie staakten, stonden gemiddeld 17.5 maanden ingeschreven; 11% korter dan cohort 1995. 1.5 Domein onderwijs Arbeidsmarkt voor afgestudeerde hbo’er relatief gunstig Slechts 3.3% van de hbo’ers was anderhalf jaar na het afstuderen werkzoekend. Een jaar eerder waren er met 3.2% ongeveer evenveel werkzoekenden. Uit onderzoek blijkt dat de arbeidsmarktpositie van pas afgestudeerde hoger opgeleiden bij een neergaande economie gunstiger en stabieler is dan de positie van lager opgeleide schoolverlaters2. Het aantal studenten dat na het behalen van het hbo-diploma een vervolgstudie start is het laatste jaar met één procentpunt gestegen naar 13.4% ten koste van de afgestudeerden met een ‘overige’ maatschappelijke positie, waaronder personen gerekend worden die onbetaald werk verrichten. Afgestudeerden tevreden over studiekeuze Achteraf bezien zijn afgestudeerde hbo’ers erg tevreden over hun studiekeuze. 81.8% zou opnieuw dezelfde studie kiezen als zij voor de keuze zouden worden gesteld. Dit is een stijging ten opzichte van een jaar eerder, toen 80.0% van de afgestudeerden aangaf opnieuw dezelfde studie te kiezen. Het oordeel van afgestudeerden over de aansluiting van de opleiding op de arbeidsmarkt is afgenomen: 78.5% is tevreden over de aansluiting. Uit nadere analyses blijkt dat de daling direct samenhangt met de algemene economische situatie op het enquêtemoment.
2
Borghans, L. en M. Wolbers (2003), Schoolverlaters in moeilijke tijden in: Economisch Statistische Berichten (ESB) Vol. 88, No. 4401 (2 mei 2003), blz. 212-214.
Hogescholen Management Informatie 2005
Pagina 8
2 Kengetallen Domein Financiën
Hogescholen Management Informatie 2005
Pagina 9
Hogescholen Management Informatie 2005
Pagina 10
2.1 Samenvatting (procentueel overzicht)
balans vaste activa in % van balanstotaal immateriële activa gebouwen en terreinen inventaris financiële vaste activa vlottende activa in % van balanstotaal voorraden vorderingen effecten liquide middelen passiva in % van balanstotaal eigen vermogen voorzieningen vreemd vermogen lang vlottende passiva exploitatierekening baten in % van totale baten rijksbijdrage collegegelden derden overig lasten in % van totale lasten personeel huisvesting beheerskosten financieel resultaat omvang baten (in duizenden euros) bedrijfsresultaat bedrijfsvoering (ke) bedrijfsresultaat bedrijfsvoering na rentelasten (ke) totaal resultaat (ke) bedrijfsvoering exploitatieresultaat resultaat na rentelasten resultaat buitengewone bedrijfsvoering
2000
2001
2002
2003
2004
0.1% 55.8% 9.7% 5.5%
0.1% 54.7% 9.5% 4.7%
0.1% 54.0% 9.4% 4.7%
0.1% 54.5% 9.9% 5.3%
0.1% 56.5% 9.1% 5.9%
0.5% 10.6% 1.3% 16.5%
0.3% 10.5% 0.9% 19.4%
0.4% 9.6% 1.1% 20.8%
0.3% 10.2% 2.6% 17.1%
0.3% 10.0% 0.8% 17.3%
25.5% 9.6% 34.5% 30.3%
27.9% 8.8% 32.1% 31.3%
31.2% 8.6% 29.4% 30.8%
32.1% 8.2% 26.7% 33.0%
32.5% 8.7% 24.9% 33.8%
65.9% 18.6% 7.2% 8.2%
67.2% 17.7% 6.9% 8.2%
67.5% 17.2% 6.7% 8.6%
66.1% 17.5% 7.0% 9.3%
65.8% 17.5% 7.1% 9.7%
69.2% 10.7% 20.2%
68.5% 10.1% 21.4%
69.2% 10.1% 20.7%
69.9% 9.7% 20.5%
69.7% 9.8% 20.5%
1,983,806 2,192,223 2,360,796 2,475,103 2,601,827 96,069 106,641 132,713 99,347 81,460 45,162 54,398 76,687 48,640 37,732 37,190 67,047 127,365 41,790 40,946
4.8% 2.3% 1.9%
4.9% 2.5% 3.1%
5.6% 3.2% 5.4%
4.0% 2.0% 1.7%
3.1% 1.4% 1.6%
financiële indicatoren * solvabiliteit liquiditeit rentabiliteit
25.5% 0.9 2.3%
27.9% 1.0 2.5%
30.7% 1.0 3.2%
32.1% 0.9 2.0%
32.5% 0.8 1.3%
ev/rb en collegegelden
0.340
0.351
0.371
0.395
0.398
kosten per student personeelskosten (ke) 4.3 4.5 4.9 5.1 personeelskosten (ke) (corr. ink. derden) 3.8 4.1 4.4 4.5 huisvestingskosten (ke) 0.7 0.7 0.7 0.7 beheerskosten (ke) 1.2 1.4 1.5 1.5 * In deze totalen zijn de vorderingen op de minister van OCW uit 1986 inzake sociale lasten van de dertiende maand verwerkt (zie bijlage)
Hogescholen Management Informatie 2005
5.2 4.6 0.7 1.5
Pagina 11
2.2 Samenvatting (absoluut in duizenden euro’s) 2000 balans vaste activa immateriële activa gebouwen en terreinen inventaris financiële vaste activa vlottende activa voorraden vorderingen effecten liquide middelen passiva eigen vermogen voorzieningen vreemd vermogen lang vlottende passiva
2001
2002
2003
2004
2,879 1,893 1,538 1,400 1,848 1,249,698 1,280,444 1,315,858 1,390,644 1,497,422 216,285 221,250 230,236 253,324 240,533 123,689 109,652 113,812 134,129 156,725 10,898 236,990 28,045 370,069
7,524 244,760 20,806 453,970
9,190 234,103 25,934 506,087
7,691 259,996 66,230 436,484
8,522 265,316 21,128 459,686
571,171 215,494 772,852 679,035
652,172 205,148 751,188 731,792
759,858 209,223 717,418 750,258
818,423 209,218 680,262 841,994
862,898 230,673 661,244 896,368
balanstotaal
2,238,552 2,340,300 2,436,757 2,549,897 2,651,183
exploitatierekening baten rijksbijdrage collegegelden derden overig totale baten
1,307,908 1,473,201 1,593,052 1,636,326 1,711,655 369,838 387,060 406,999 433,991 454,353 142,788 151,974 157,478 173,996 183,610 163,271 179,989 203,267 230,789 252,210 1,983,806 2,192,223 2,360,796 2,475,103 2,601,827
lasten personeel huisvesting beheerskosten totale lasten
1,305,571 1,428,465 1,541,636 1,659,867 1,757,033 201,408 211,485 225,284 229,293 245,783 380,759 445,633 461,163 486,595 517,551 1,887,738 2,085,583 2,228,083 2,375,756 2,520,367
resultaat bedrijfsresultaat bedrijfsvoering rentelasten bedrijfsresultaat bedrijfsvoering na rentelasten buitengewone lasten totaal resultaat
Hogescholen Management Informatie 2005
96,069 50,907 45,162 -7,972 37,190
106,641 52,242 54,398 12,649 67,047
132,713 56,026 76,687 50,677 127,365
99,347 50,707 48,640 -6,850 41,790
81,460 43,729 37,732 3,215 40,946
Pagina 12
2.3 Financiële indicatoren
hogeschool amsterdamse hs v.d. kunsten avans hogeschool chr. agrarische hs (aeres groep) chr. hogeschool ede chr. hogeschool nederland chr. hogeschool windesheim chr. hs de driestar codarts, hs voor de kunsten design academy eindhoven fontys hogescholen gereformeerde hogeschool gerrit rietveld academie haagse hogeschool/th rijswijk hanzehogeschool groningen has den bosch hogeschool de horst hogeschool diedenoort * hogeschool domstad hogeschool drenthe hogeschool edith stein hogeschool helicon hogeschool inholland hogeschool leiden hogeschool rotterdam hogeschool utrecht hogeschool van amsterdam hogeschool zeeland hogeschool zuyd hotelschool den haag hs de kempel hs ipabo hs van arnhem en nijmegen hs voor de kunsten utrecht iselinge hs katholieke pabo zwolle kon. ac. van beeldende kunsten nhtv internationale hs breda noordelijke hs leeuwarden p.c. hs 'marnix academie' saxion hogescholen stichting artez stoas hogeschool van hall larenstein totaal * Hogeschool opgeheven in 2004
Hogescholen Management Informatie 2005
2000 50.9% 39.8% 33.9% 16.5% 57.3% 28.2% 29.2% 37.6% 34.9% 25.1% 16.4% 34.9% 43.8% 22.7% 20.0% -2.1% 13.5% 19.3% 16.4% 52.0% 14.7% 20.8% 56.6% 26.7% 20.8% 18.3% 13.8% 31.4% 45.2% 35.4% 32.1% 15.8% 19.1% 23.2% 72.7% 19.5% 6.3% 24.9% -5.9% 30.4% 23.4% 14.1% 29.3% 27.7%
solvabiliteit liquiditeit 2001 2002 2003 2004 2000 2001 2002 2003 2004 52.6% 71.7% 72.8% 73.1% 1.4 1.8 2.5 2.8 2.4 45.9% 50.0% 57.1% 55.3% 1.1 1.2 1.4 1.2 1.5 18.7% 39.7% 32.9% 46.3% 1.3 0.8 1.0 1.7 0.5 22.4% 28.6% 30.3% 29.8% 0.3 0.5 0.7 0.8 0.8 59.8% 58.9% 56.5% 38.9% 2.3 2.0 1.5 0.7 0.2 28.5% 31.2% 29.3% 30.9% 0.9 0.7 0.6 0.5 0.6 33.7% 40.3% 54.3% 52.7% 1.1 1.3 1.8 0.9 1.2 38.0% 41.1% 39.9% 40.2% 1.6 1.4 1.7 1.6 1.8 37.3% 37.9% 61.1% 59.6% 0.4 0.8 0.9 0.9 0.9 23.9% 23.5% 23.6% 27.0% 0.7 0.6 0.7 0.7 0.7 27.2% 47.3% 47.2% 43.4% 0.9 1.5 1.6 1.2 1.2 35.5% 37.9% 77.7% 64.7% 2.1 1.9 1.4 2.1 0.3 44.0% 47.3% 46.1% 46.8% 1.2 1.3 1.4 1.5 0.7 27.2% 30.5% 31.2% 33.0% 1.1 1.3 1.0 0.8 0.9 21.1% 28.1% 31.2% 31.2% 1.5 1.1 1.2 1.1 1.1 21.5% 18.9% 23.0% 23.7% 1.0 1.3 1.2 1.5 1.7 18.7% 35.2% 19.4% 0.8 0.9 1.7 1.4 18.5% 21.4% 22.8% 19.9% 0.7 0.4 0.9 1.2 1.1 23.1% 21.3% 20.3% 20.9% 1.1 0.8 0.9 0.9 0.9 59.8% 68.3% 72.5% 71.5% 3.7 4.0 3.7 3.0 2.6 12.7% 7.4% -14.6% 16.5% 1.0 1.0 0.9 0.7 1.2 19.4% 25.5% 21.6% 23.0% 1.3 1.1 1.0 0.6 0.6 64.8% 67.2% 62.0% 63.2% 1.5 1.8 2.1 1.9 1.8 22.0% 22.3% 26.1% 27.5% 1.1 1.1 0.9 0.5 0.6 29.3% 38.5% 43.5% 43.0% 0.7 1.0 1.4 1.5 1.4 21.3% 17.7% 20.0% 21.7% 0.5 0.6 0.4 0.9 0.8 17.4% 15.7% 20.9% 24.3% 1.2 1.2 1.2 1.4 1.6 31.2% 31.9% 32.3% 33.2% 0.9 1.0 1.1 1.0 0.8 48.6% 47.9% 43.3% 16.2% 1.2 1.3 0.9 0.7 1.0 42.1% 54.4% 55.4% 68.7% 1.5 1.9 3.3 3.5 4.1 37.0% 31.9% 32.2% 34.5% 1.8 0.8 1.3 1.3 1.4 16.1% 16.6% 17.8% 17.0% 1.1 1.2 1.2 0.8 0.7 21.4% 22.5% 24.3% 24.8% 0.9 0.8 0.7 0.7 0.6 24.2% 20.9% 25.8% 30.4% 2.7 2.6 1.6 1.3 1.3 72.9% 80.0% 81.5% 81.0% 3.6 3.9 4.4 6.3 7.1 19.7% 21.2% 24.0% 21.1% 1.8 1.5 0.9 0.8 0.7 19.5% 25.5% 27.5% 30.6% 0.8 1.4 1.5 0.8 1.0 23.8% 18.7% 25.1% 37.6% 0.9 1.0 0.9 0.7 0.9 -1.2% 7.7% 22.9% 35.3% 0.4 0.6 0.3 0.8 1.2 28.9% 14.4% 19.9% 24.2% 0.6 0.5 0.3 0.5 0.7 25.9% 28.5% 31.9% 31.1% 1.0 1.3 1.1 0.5 0.8 8.9% 10.0% -31.5% -21.0% 1.4 1.2 1.3 0.6 0.7 29.7% 30.1% 28.3% 14.5% 1.3 1.4 1.3 0.8 0.7 29.4% 32.3% 32.7% 33.9% 1.0 1.0 1.0 0.9 0.9
Pagina 13
hogeschool amsterdamse hs v.d. kunsten avans hogeschool chr. agrarische hs (aeres groep) chr. hogeschool ede chr. hogeschool nederland chr. hogeschool windesheim chr. hs de driestar codarts, hs voor de kunsten design academy eindhoven fontys hogescholen gereformeerde hogeschool gerrit rietveld academie haagse hogeschool/th rijswijk hanzehogeschool groningen has den bosch hogeschool de horst hogeschool diedenoort * hogeschool domstad hogeschool drenthe hogeschool edith stein hogeschool helicon hogeschool inholland hogeschool leiden hogeschool rotterdam hogeschool utrecht hogeschool van amsterdam hogeschool zeeland hogeschool zuyd hotelschool den haag hs de kempel hs ipabo hs van arnhem en nijmegen hs voor de kunsten utrecht iselinge hs katholieke pabo zwolle kon. ac. van beeldende kunsten nhtv internationale hs breda noordelijke hs leeuwarden p.c. hs 'marnix academie' saxion hogescholen stichting artez stoas hogeschool van hall larenstein totaal * Hogeschool opgeheven in 2004
Hogescholen Management Informatie 2005
2000 7.1% 5.4% -3.0% 3.8% 6.4% 3.7% 7.1% -4.3% 0.5% -0.8% 1.0% 4.7% 4.7% 0.6% 6.1% 8.9% 1.6% -2.4% -6.1% 11.7% -16.6% 5.2% 1.6% 1.6% 1.9% -0.5% 7.7% 1.6% 2.7% 12.5% 13.1% 1.5% 0.6% 1.4% 7.9% 1.8% 16.4% 1.5% -8.6% 1.7% -2.4% -0.2% -2.1% 2.3%
rentabiliteit 2001 2002 2003 2004 8.1% 12.5% 4.7% 3.3% 1.6% 5.8% 3.3% 1.4% 0.2% -2.3% 0.0% -2.8% 6.5% 6.8% 1.8% 0.1% 3.0% 3.6% -2.8% -6.3% 3.2% 3.2% 0.7% 2.5% 13.3% 15.5% 7.0% -5.0% 0.7% 6.9% 0.1% 1.4% 4.5% 0.1% 0.2% 3.0% -0.8% 0.2% 2.1% 1.8% 7.8% 7.0% 2.1% -2.9% 7.4% 6.4% 3.4% 8.2% 2.1% 5.2% 2.0% -1.4% 8.0% 5.0% -0.5% 0.7% 2.6% 2.1% -0.9% -0.9% 12.3% -1.7% 3.1% 8.6% 1.0% 9.6% 7.4% -3.5% 5.7% 4.1% -4.5% -3.1% -0.3% -0.8% 0.8% 9.8% 7.2% -0.9% 4.7% -1.0% -6.9% 2.9% 25.7% 3.0% 0.4% -1.4% 1.0% 10.7% 9.4% 9.0% 9.0% 5.9% 1.5% 1.1% 1.4% 2.4% 6.6% 5.1% 2.5% -3.7% 3.1% 2.6% 0.8% 4.4% -5.3% 5.5% 3.9% 2.8% 3.0% 1.1% 1.2% 4.8% 1.0% -8.3% -8.3% 19.5% 18.7% 12.4% 13.7% 15.5% 2.9% 1.6% 2.5% 1.2% 1.3% 1.4% 0.1% 0.6% 3.4% 1.9% 0.3% 1.6% -1.7% 0.2% 1.3% 13.8% 15.0% 15.0% 7.5% 3.7% 0.8% -3.4% -3.9% 18.9% 8.6% 3.2% 5.0% 2.8% 9.4% 6.4% 8.7% 3.7% 9.7% 12.0% 12.9% 3.1% -1.6% 4.5% 5.6% 2.2% 4.1% 4.3% 2.4% -8.6% 2.5% 5.9% 5.4% 2.4% 2.1% -4.5% -10.4% 2.5% 3.2% 2.0% 1.3%
Pagina 14
2.4 Personeelskosten per student personeelskosten hogeschool 2000 2001 amsterdamse hs v.d. kunsten 11.3 11.0 avans hogeschool 4.2 4.6 chr. agrarische hs (aeres groep) * 5.4 5.2 chr. hogeschool ede 3.8 4.0 chr. hogeschool nederland 3.9 4.3 chr. hogeschool windesheim 4.0 4.2 chr. hs de driestar 3.5 3.7 codarts, hs voor de kunsten 9.6 10.4 design academy eindhoven 3.9 4.1 fontys hogescholen 5.2 5.4 gereformeerde hogeschool 3.5 5.5 gerrit rietveld academie 4.8 5.3 haagse hogeschool/th rijswijk 3.6 4.0 hanzehogeschool groningen 4.0 4.1 has den bosch 5.8 6.4 hogeschool de horst 3.2 4.0 hogeschool diedenoort ** 4.0 4.6 hogeschool domstad 3.8 4.5 hogeschool drenthe 4.6 5.0 hogeschool edith stein 4.2 4.4 hogeschool helicon 5.9 5.8 hogeschool inholland 3.8 4.1 hogeschool leiden 3.8 3.9 hogeschool rotterdam 4.0 4.1 hogeschool utrecht 3.7 4.1 hogeschool van amsterdam 3.6 4.0 hogeschool zeeland 3.1 3.1 hogeschool zuyd 4.7 5.0 hotelschool den haag 4.2 4.5 hs de kempel 3.3 3.1 hs ipabo 3.7 4.3 hs van arnhem en nijmegen 4.3 4.8 hs voor de kunsten utrecht 6.2 6.3 iselinge hs * 9.9 10.2 katholieke pabo zwolle 3.8 3.8 kon. ac. van beeldende kunsten 8.6 9.0 nhtv internationale hs breda 2.9 2.7 noordelijke hs leeuwarden 4.4 4.5 p.c. hs 'marnix academie' 4.0 4.3 saxion hogescholen 4.5 4.9 stichting artez 7.4 8.0 stoas hogeschool 6.2 5.9 van hall larenstein 5.9 5.6 totaal 4.3 4.5 * Afwijkende ratio's als gevolg van fusies (zie bijlage) ** Hogeschool opgeheven in 2004
Hogescholen Management Informatie 2005
2002 10.1 5.1 7.0 4.5 4.5 4.4 4.2 11.4 4.6 5.3 6.3 5.7 4.4 4.6 6.8 4.9 4.8 5.3 5.1 5.0 6.7 4.4 4.2 4.4 4.5 3.2 4.2 5.5 5.2 3.7 4.7 5.1 6.5 12.4 4.3 9.7 3.2 4.8 4.4 5.5 9.0 5.8 6.0 4.9
2003 10.9 5.2 5.7 4.8 5.1 4.5 4.1 12.0 4.9 5.3 6.1 6.0 4.9 5.0 7.4 4.9 5.6 5.2 5.0 4.8 5.9 4.5 4.4 4.5 4.9 3.9 4.1 5.6 5.4 3.6 4.7 5.2 6.6 30.5 4.3 9.8 3.6 5.1 4.5 5.1 7.9 5.7 7.3 5.1
2004 10.3 5.2 26.6 4.6 5.4 4.6 4.8 12.0 5.4 5.4 6.7 5.5 4.8 5.0 7.4 4.9 5.8 5.3 4.9 6.4 4.7 4.5 4.4 5.0 3.8 5.9 5.5 4.7 4.0 5.0 5.1 6.7 29.6 4.6 10.2 3.8 5.1 4.4 4.8 8.4 5.7 7.1 5.2
personeelskosten gecorr. voor inkomsten derden 2000 2001 2002 2003 2004 10.9 10.9 9.9 10.6 10.1 4.0 4.4 4.9 5.0 4.6 4.6 4.6 6.6 5.3 21.6 3.6 3.7 4.2 4.4 4.2 3.4 3.7 3.8 4.4 4.9 3.6 3.7 4.0 4.1 4.2 3.4 3.6 4.1 4.0 4.7 9.5 10.3 11.1 11.6 11.3 3.9 4.1 4.2 4.5 5.0 4.2 4.5 4.4 4.4 4.3 3.4 4.0 5.2 4.9 5.4 4.7 5.2 5.7 6.0 5.4 3.5 3.7 4.1 4.9 4.5 3.6 3.7 4.2 4.5 4.6 4.8 5.4 5.5 6.2 6.3 3.1 3.8 4.8 4.8 4.8 4.0 4.6 4.8 5.6 3.8 4.5 5.3 5.2 5.8 4.2 4.6 4.5 4.6 4.9 3.9 4.2 4.7 4.5 4.4 5.6 5.5 6.2 5.3 5.9 3.4 3.8 4.1 4.1 4.3 3.7 3.5 3.7 3.9 3.9 3.6 3.7 3.9 4.0 4.0 3.3 3.7 4.0 4.4 4.5 3.3 3.6 3.0 3.5 3.6 2.9 3.0 4.0 3.4 5.0 4.3 4.7 5.2 5.3 5.3 3.7 4.5 5.2 5.4 4.7 3.1 3.0 3.6 3.5 3.9 3.2 3.4 4.1 4.2 4.4 3.3 3.9 4.2 4.1 4.2 6.0 6.2 6.1 6.2 6.4 2.9 3.0 3.2 30.3 29.5 3.7 3.7 4.0 4.1 4.2 8.6 9.0 9.7 9.8 10.2 2.8 2.7 3.2 3.5 3.8 3.9 4.0 4.3 4.1 4.2 4.0 4.3 3.7 3.8 3.8 4.0 4.1 4.8 4.4 4.3 7.4 7.9 8.9 7.7 8.3 3.6 4.3 5.8 5.7 5.7 4.3 4.1 4.2 5.4 5.4 3.8 4.1 4.4 4.5 4.6
Pagina 15
2.5 Overige kosten per student
hogeschool amsterdamse hs v.d. kunsten avans hogeschool chr. agrarische hs (aeres groep) chr. hogeschool ede chr. hogeschool nederland chr. hogeschool windesheim chr. hs de driestar codarts, hs voor de kunsten design academy eindhoven fontys hogescholen gereformeerde hogeschool gerrit rietveld academie haagse hogeschool/th rijswijk hanzehogeschool groningen has den bosch hogeschool de horst hogeschool diedenoort * hogeschool domstad hogeschool drenthe hogeschool edith stein hogeschool helicon hogeschool inholland hogeschool leiden hogeschool rotterdam hogeschool utrecht hogeschool van amsterdam hogeschool zeeland hogeschool zuyd hotelschool den haag hs de kempel hs ipabo hs van arnhem en nijmegen hs voor de kunsten utrecht iselinge hs katholieke pabo zwolle kon. ac. van beeldende kunsten nhtv internationale hs breda noordelijke hs leeuwarden p.c. hs 'marnix academie' saxion hogescholen stichting artez stoas hogeschool van hall larenstein totaal * Hogeschool opgeheven in 2004
Hogescholen Management Informatie 2005
2000 1.9 0.6 0.8 0.3 0.5 0.6 0.6 1.4 1.7 0.6 0.4 1.4 0.9 0.6 0.7 0.3 0.8 1.0 0.4 0.7 0.9 0.6 0.4 0.6 0.6 0.6 0.5 0.7 1.3 0.6 0.7 0.6 1.6 1.1 0.6 1.4 0.5 0.6 0.6 0.6 1.5 0.8 1.2 0.7
huisvestingskosten 2001 2002 2003 1.5 2.0 2.1 0.7 0.7 0.7 0.7 0.9 1.1 0.3 0.4 0.4 0.5 0.5 0.8 0.6 0.5 0.5 0.6 0.6 0.5 0.7 0.7 0.8 1.6 1.8 1.8 0.6 0.6 0.5 0.6 0.5 0.5 1.6 1.6 1.7 0.9 1.0 0.7 0.7 0.7 0.7 1.0 0.9 0.9 0.3 0.4 0.3 0.8 0.9 1.0 1.1 1.3 1.2 0.5 0.5 0.4 0.6 0.7 0.6 0.9 0.9 0.7 0.5 0.6 0.5 0.5 0.4 0.5 0.6 0.9 0.6 0.6 0.7 0.7 0.6 0.5 1.0 0.5 0.5 0.5 0.8 0.8 0.7 0.9 1.3 1.7 1.2 0.5 0.5 0.9 0.8 0.7 0.7 0.6 0.6 1.3 1.3 1.3 1.1 1.2 1.7 0.6 0.6 0.7 1.5 1.6 1.3 0.5 0.5 0.6 0.6 0.6 0.5 0.6 0.4 0.6 0.7 0.8 0.8 1.4 1.3 1.4 0.5 0.7 0.6 1.1 1.1 1.1 0.7 0.7 0.7
2004 2.1 0.7 3.8 0.3 0.6 0.4 0.6 1.4 1.8 0.7 0.5 1.7 0.7 0.7 0.9 0.3 1.1 0.5 0.6 0.8 0.6 0.6 0.6 0.7 0.8 0.6 0.7 1.5 0.3 0.7 0.5 1.5 1.6 0.6 1.3 0.6 0.6 0.6 0.7 1.7 0.8 1.2 0.7
2000 3.3 1.5 1.3 0.9 1.2 1.0 0.7 2.1 0.9 1.3 0.8 1.1 0.8 1.2 1.3 0.9 1.5 1.4 1.6 1.3 2.2 1.3 1.3 1.0 1.0 1.3 1.5 1.0 1.5 1.3 1.0 1.3 1.7 3.0 1.4 1.8 0.7 1.1 1.1 1.1 2.0 3.3 2.7 1.2
beheerskosten 2001 2002 2003 3.0 3.1 3.0 1.7 1.6 1.5 1.4 2.7 2.1 1.0 1.1 1.1 1.5 1.8 1.8 1.2 1.2 1.4 1.1 1.1 1.1 2.2 1.9 2.8 1.3 1.5 1.5 1.4 1.5 1.3 1.2 1.5 1.4 1.4 1.5 1.2 1.2 1.4 1.4 1.2 1.3 1.4 1.6 1.6 1.5 0.9 1.1 1.0 1.5 1.5 1.4 1.9 2.3 1.9 2.0 1.7 1.8 1.6 1.8 1.8 2.0 1.9 2.2 1.4 1.2 1.4 1.0 0.9 1.0 1.2 1.3 1.2 1.4 1.3 1.2 1.5 1.4 1.8 2.4 3.3 3.0 1.3 1.3 1.4 2.0 2.7 2.7 1.3 1.5 1.2 1.2 1.5 1.5 1.4 1.4 1.7 2.2 2.3 2.2 2.6 3.0 5.9 1.4 1.8 1.7 1.8 1.7 2.0 0.9 1.0 1.1 1.1 1.1 1.2 1.3 1.3 1.2 1.2 1.3 1.2 2.0 2.1 2.1 4.8 4.1 3.0 2.5 2.5 3.0 1.4 1.5 1.5
2004 3.4 1.8 11.0 1.1 1.7 1.2 1.2 2.4 1.3 1.4 1.4 1.4 1.4 1.4 1.6 1.0 2.1 2.1 1.3 0.6 1.3 1.0 1.2 1.2 1.6 3.7 1.4 2.4 1.2 1.3 1.6 2.7 5.1 1.9 2.3 1.0 1.1 1.3 1.0 2.4 2.6 3.6 1.5
Pagina 16
3 Kengetallen Domein Personeel
Hogescholen Management Informatie 2005
Pagina 17
Hogescholen Management Informatie 2005
Pagina 18
3.1 Samenvatting 2000
2001
2002
2003
2004
omvang fte personen
22,485 30,153
23,368 31,353
24,256 32,073
24,897 33,649
25,111 34,100
leeftijdsopbouw <25 25-29 30-34 35-39 40-44 45-49 50-54 55-59 60+
2.0% 5.2% 8.7% 11.4% 16.6% 19.4% 21.3% 12.6% 2.7%
2.5% 5.4% 8.9% 11.1% 15.7% 19.2% 20.5% 14.0% 2.8%
2.2% 5.7% 9.5% 11.0% 15.3% 18.4% 19.4% 15.2% 3.2%
2.3% 6.2% 9.4% 11.2% 14.7% 17.8% 18.8% 16.0% 3.6%
2.1% 6.2% 9.2% 11.3% 14.2% 17.7% 18.5% 16.5% 4.3%
46.6 42.3 44.8
46.7 42.3 44.7
47.0 42.4 44.9
47.0 42.5 44.9
47.2 42.7 45.1
verdeling salarisschalen <=8 9 10 11 12 13=> % vrouwen schaal 13=>
28.5% 5.8% 5.9% 19.9% 33.0% 6.9% 16.2%
28.7% 6.7% 6.3% 19.4% 32.3% 6.7% 16.3%
29.1% 7.4% 6.7% 19.0% 31.2% 6.5% 18.1%
29.4% 7.4% 6.9% 19.1% 30.6% 6.6% 19.4%
28.7% 7.6% 7.3% 19.3% 30.5% 6.6% 21.3%
personeel in einde salarisschaal percentage
49.3%
50.3%
51.7%
53.3%
55.2%
externe mobiliteit instroom uitstroom
13.3% 11.5%
14.6% 11.2%
12.8% 10.8%
13.1% 8.9%
10.5% 9.1%
13.6
13.4
13.0
13.2
13.6
gemiddelde leeftijd personeel man vrouw totaal
student/personeelratio's ratio
Hogescholen Management Informatie 2005
Pagina 19
3.2 Omvang in fte en personen fte personen hogeschool 2000 2001 2002 2003 2004 2000 2001 2002 2003 2004 amsterdamse hs v.d. kunsten 367 386 396 395 409 689 695 702 720 749 avans hogeschool 1,245 1,292 1,326 1,322 1,270 1,666 1,733 1,718 1,768 1,725 chr. agrarische hogeschool (aeres groep) 90 99 105 111 113 106 119 121 132 136 chr. hogeschool ede 195 201 219 227 235 269 283 307 327 362 chr. hogeschool nederland 397 412 448 470 481 469 488 535 575 590 chr. hogeschool windesheim 851 876 923 987 1,034 1,075 1,120 1,171 1,269 1,337 chr. hs de driestar 90 89 92 96 105 105 104 110 152 163 codarts, hs voor de kunsten 161 176 177 175 185 282 316 312 311 325 design academy eindhoven 44 46 48 52 52 102 106 102 106 97 fontys hogescholen 2,489 2,595 2,731 2,806 2,763 3,220 3,282 3,403 3,579 3,517 gereformeerde hogeschool 59 66 73 83 93 89 102 106 128 145 gerrit rietveld academie 88 87 91 86 90 220 207 218 194 227 haagse hogeschool/th rijswijk 1,136 1,168 1,149 1,149 1,152 1,481 1,519 1,463 1,515 1,558 hanzehogeschool groningen 1,196 1,249 1,320 1,365 1,425 1,608 1,682 1,765 1,888 2,002 has den bosch 145 158 162 148 145 170 185 184 175 176 hogeschool de horst 93 97 102 103 82 146 151 146 136 113 hogeschool diedenoort 70 72 70 65 98 101 99 93 hogeschool domstad 71 80 80 85 92 97 109 105 117 127 hogeschool drenthe 175 176 172 179 183 231 227 215 226 231 hogeschool edith stein 78 84 79 82 80 100 112 99 110 106 hogeschool helicon 48 39 38 34 35 76 70 67 58 63 hogeschool inholland 1,936 2,113 2,345 2,361 2,226 2,575 2,801 3,032 3,075 2,838 hogeschool leiden 240 272 291 313 335 337 379 400 434 467 hogeschool rotterdam 1,337 1,327 1,321 1,388 1,387 1,775 1,776 1,786 1,921 1,930 hogeschool van amsterdam 1,596 1,619 1,582 1,658 1,764 1,983 1,994 1,980 2,081 2,148 hogeschool utrecht 1,866 1,904 2,000 2,050 2,094 2,528 2,577 2,628 2,769 2,842 hogeschool zeeland 258 269 293 303 291 324 344 359 389 362 hogeschool zuyd 966 988 1,044 1,080 1,130 1,244 1,305 1,340 1,392 1,455 hotelschool den haag 92 100 118 131 130 105 114 131 150 150 hs de kempel 35 39 42 50 55 47 51 59 68 72 hs ipabo 85 94 103 100 110 107 117 130 126 144 hs van arnhem en nijmegen 1,248 1,338 1,375 1,447 1,556 1,630 1,748 1,796 1,940 2,088 hs voor de kunsten utrecht * 284 295 300 309 312 517 543 548 583 591 iselinge hs ** 47 45 47 54 54 61 55 56 70 74 katholieke pabo zwolle 48 47 47 50 50 62 60 60 64 64 kon. ac. van beeldende kunsten 278 273 292 294 271 515 519 523 558 566 nhtv internationale hs breda 254 275 342 372 393 310 339 419 468 496 noordelijke hs leeuwarden 693 718 732 731 759 895 949 951 962 1,015 p.c. hs 'marnix academie' 87 94 97 96 102 115 123 127 136 143 saxion hogescholen 1,208 1,267 1,255 1,215 1,191 1,494 1,606 1,564 1,544 1,522 stichting artez 340 341 335 348 355 635 642 631 691 720 stoas hogeschool *** 67 87 81 83 84 78 101 96 101 102 van hall larenstein 432 414 412 444 441 517 499 509 548 562 totaal 22,485 23,368 24,256 24,897 25,111 30,153 31,353 32,073 33,649 34,100 * Gegevens 2004 niet beschikbaar, schatting o.b.v. ontwikkeling totale bestand ** Gegevens 2002 niet beschikbaar, schatting o.b.v. ontwikkeling totale bestand *** Gegevens 2003 en 2004 niet beschikbaar, schatting o.b.v. ontwikkeling totale bestand
Hogescholen Management Informatie 2005
Pagina 20
3.3 Studenten per fte personeel
amsterdamse hs v.d. kunsten avans hogeschool chr. agrarische hogeschool (aeres groep) chr. hogeschool ede chr. hogeschool nederland chr. hogeschool windesheim chr. hs de driestar codarts, hs voor de kunsten design academy eindhoven fontys hogescholen gereformeerde hogeschool gerrit rietveld academie haagse hogeschool/th rijswijk hanzehogeschool groningen has den bosch hogeschool de horst hogeschool diedenoort * hogeschool domstad hogeschool drenthe hogeschool edith stein hogeschool helicon hogeschool inholland hogeschool leiden hogeschool rotterdam hogeschool utrecht hogeschool van amsterdam hogeschool zeeland hogeschool zuyd hotelschool den haag hs de kempel hs ipabo hs van arnhem en nijmegen hs voor de kunsten utrecht iselinge hs katholieke pabo zwolle kon. ac. van beeldende kunsten nhtv internationale hs breda noordelijke hs leeuwarden p.c. hs 'marnix academie' saxion hogescholen stichting artez stoas hogeschool van hall larenstein totaal * Hogeschool opgeheven in 2004
Hogescholen Management Informatie 2005
2000 5.5 14.1 10.2 13.8 12.4 13.7 12.7 6.1 15.6 12.5 15.8 9.7 15.2 14.4 9.9 18.5 13.3 14.9 11.3 13.0 6.9 16.7 15.8 14.7 15.4 15.9 14.8 12.4 14.3 17.8 14.1 13.5 9.4 10.4 13.6 6.1 17.2 12.0 13.1 13.1 7.1 9.5 9.6 13.6
2001 5.9 14.0 10.7 13.8 12.8 14.0 12.4 5.6 15.8 12.3 14.4 9.1 14.3 13.9 8.9 16.9 12.7 12.6 11.5 12.2 8.9 16.4 14.9 14.7 15.4 16.0 15.2 12.0 13.1 16.5 12.9 12.7 9.5 11.8 14.3 6.1 17.8 11.7 12.3 12.9 7.1 7.9 10.4 13.4
2002 6.2 13.2 10.7 12.8 12.1 13.9 11.7 5.4 15.2 12.2 13.3 8.8 14.0 12.9 8.6 14.3 12.5 12.2 12.2 13.0 8.7 15.4 14.7 14.5 14.4 15.6 13.7 11.6 11.8 16.8 12.6 12.9 9.9 11.1 13.7 6.0 15.3 11.7 12.4 12.6 7.6 8.9 10.3 13.0
2003 6.3 13.5 10.8 12.8 12.0 14.1 13.5 5.4 14.3 12.5 13.5 9.8 14.0 12.9 9.7 13.6 12.4 12.4 12.7 13.4 10.9 16.0 14.6 14.5 13.8 15.8 14.2 11.6 11.2 16.5 14.7 12.9 10.2 12.1 13.8 6.4 15.0 12.0 13.5 13.4 7.5 9.4 9.1 13.2
2004 6.4 14.0 11.4 14.0 12.2 14.5 12.5 5.3 14.0 13.0 12.4 10.2 14.4 13.0 9.8 15.5 11.2 12.6 14.7 10.2 17.3 14.8 15.4 14.1 15.9 11.6 11.5 12.8 16.3 15.1 13.4 10.5 12.6 14.1 6.8 15.0 11.9 13.5 14.1 7.3 11.0 9.1 13.6
Pagina 21
Hogescholen Management Informatie 2005
Pagina 22
4 Kengetallen Domein Studenten
Hogescholen Management Informatie 2005
Pagina 23
Hogescholen Management Informatie 2005
Pagina 24
4.1 Samenvatting 2000
2001
2002
2003
omvang instroom 100,150 100,760 98,984 105,269 ingeschrevenen 306,598 313,973 315,486 328,049 gediplomeerden* 56,294 59,468 61,455 63,138 * 2004 niet beschikbaar als gevolg van peildatum bronbestand (zie bijlage)
2004
107,131 340,300
cohort 1995 cohort 1996 cohort 1997 cohort 1998 cohort 1999 rendement voltijd hao heo hgzo hpo hsao htno kuo totaal studieduur gediplomeerden uitvallers
49.9% 52.5% 63.8% 53.2% 54.9% 59.8% 47.5% 54.9%
61.1% 50.9% 66.1% 53.6% 55.6% 57.9% 46.5% 54.9%
56.9% 50.0% 63.2% 54.3% 54.8% 57.3% 48.4% 54.1%
56.1% 49.5% 63.3% 58.8% 54.6% 55.7% 48.4% 54.1%
57.5% 48.9% 64.5% 57.2% 52.6% 55.6% 51.7% 53.7%
45.6 19.6
44.6 19.3
44.3 18.7
43.9 18.0
43.3 17.5
Hogescholen Management Informatie 2005
Pagina 25
4.2 Marktaandeel instroom per sector
hogeschool avans hogeschool chr. agrarische hogeschool (aeres groep) has den bosch hogeschool inholland noordelijke hs leeuwarden saxion hogescholen van hall larenstein totaal
Hogescholen Management Informatie 2005
2000 0.7% 14.8% 20.6% 8.1% 0.8% 3.6% 51.4% 100.0%
sector hao 2001 2002 0.4% 0.4% 16.1% 16.3% 16.1% 18.7% 14.6% 12.7% 0.5% 0.6% 1.5% 0.9% 50.8% 50.5% 100.0% 100.0%
2003 0.0% 16.8% 19.9% 13.2% 0.5% 1.7% 48.0% 100.0%
2004 0.0% 21.0% 20.9% 8.3% 0.3% 0.5% 49.0% 100.0%
Pagina 26
hogeschool avans hogeschool chr. hogeschool ede chr. hogeschool nederland chr. hogeschool windesheim fontys hogescholen haagse hogeschool/th rijswijk hanzehogeschool groningen hogeschool diedenoort hogeschool drenthe hogeschool inholland hogeschool leiden hogeschool rotterdam hogeschool utrecht hogeschool van amsterdam hogeschool zeeland hogeschool zuyd hotelschool den haag hs van arnhem en nijmegen hs voor de kunsten utrecht nhtv internationale hs breda noordelijke hs leeuwarden saxion hogescholen totaal
Hogescholen Management Informatie 2005
2000 6.9% 0.2% 2.6% 3.4% 6.3% 5.8% 6.9% 0.9% 0.4% 17.1% 0.0% 5.5% 8.1% 11.7% 2.1% 4.2% 1.0% 4.3% 0.0% 4.3% 2.5% 5.7% 100.0%
sector heo 2001 2002 7.6% 7.0% 0.4% 0.3% 3.1% 3.4% 3.9% 4.1% 6.8% 7.3% 5.5% 5.7% 6.3% 5.7% 0.7% 0.7% 0.4% 0.5% 17.5% 18.2% 0.0% 0.0% 4.0% 4.7% 7.4% 7.3% 12.3% 9.0% 2.1% 2.3% 3.8% 4.3% 0.9% 1.2% 4.2% 4.8% 0.1% 0.4% 4.7% 5.3% 2.4% 2.7% 5.8% 5.0% 100.0% 100.0%
2003 6.4% 0.4% 3.5% 3.8% 7.4% 6.4% 6.0% 0.5% 0.5% 16.9% 0.2% 5.9% 6.7% 9.3% 2.2% 4.0% 1.2% 5.4% 0.4% 5.2% 2.2% 5.5% 100.0%
2004 5.5% 0.4% 3.4% 3.5% 7.5% 5.9% 6.0% 0.0% 0.6% 16.9% 0.3% 6.4% 8.3% 10.1% 1.1% 3.9% 1.3% 6.3% 0.4% 4.8% 2.2% 5.1% 100.0%
Pagina 27
hogeschool avans hogeschool chr. hogeschool ede chr. hogeschool windesheim fontys hogescholen gereformeerde hogeschool haagse hogeschool/th rijswijk hanzehogeschool groningen hogeschool inholland hogeschool leiden hogeschool rotterdam hogeschool utrecht hogeschool van amsterdam hogeschool zeeland hogeschool zuyd hs van arnhem en nijmegen noordelijke hs leeuwarden saxion hogescholen totaal
Hogescholen Management Informatie 2005
2000 4.6% 1.4% 3.4% 6.5% 0.7% 3.8% 10.4% 6.4% 4.9% 6.9% 13.1% 10.7% 2.0% 6.7% 11.1% 1.9% 5.5% 100.0%
sector hgzo 2001 2002 4.7% 5.4% 1.3% 1.3% 3.3% 3.3% 6.9% 7.5% 0.7% 0.7% 3.0% 3.5% 9.6% 10.1% 6.3% 6.3% 5.0% 4.9% 6.3% 6.3% 16.9% 13.3% 9.6% 10.0% 2.1% 1.9% 6.3% 6.6% 10.4% 11.4% 2.0% 1.5% 5.5% 6.0% 100.0% 100.0%
2003 5.3% 1.2% 3.5% 7.2% 0.8% 3.0% 11.3% 5.3% 4.8% 6.7% 13.6% 10.2% 2.3% 6.7% 10.9% 1.5% 5.6% 100.0%
2004 5.3% 1.5% 3.3% 7.9% 0.6% 3.0% 11.4% 4.9% 4.9% 7.3% 13.9% 9.4% 1.1% 6.2% 12.6% 1.3% 5.3% 100.0%
Pagina 28
hogeschool avans hogeschool chr. hogeschool ede chr. hogeschool nederland chr. hogeschool windesheim chr. hs de driestar fontys hogescholen gereformeerde hogeschool haagse hogeschool/th rijswijk hanzehogeschool groningen hogeschool domstad hogeschool drenthe hogeschool edith stein hogeschool helicon hogeschool inholland hogeschool leiden hogeschool rotterdam hogeschool utrecht hogeschool van amsterdam hogeschool zeeland hogeschool zuyd hs de kempel hs ipabo hs van arnhem en nijmegen iselinge hs katholieke pabo zwolle noordelijke hs leeuwarden p.c. hs 'marnix academie' saxion hogescholen stoas hogeschool totaal
Hogescholen Management Informatie 2005
2000 2.0% 1.1% 2.1% 6.3% 1.8% 18.6% 0.8% 2.5% 2.3% 1.9% 1.8% 1.9% 0.7% 9.8% 2.7% 5.0% 13.0% 4.1% 1.0% 1.4% 1.0% 2.6% 6.2% 0.9% 1.2% 2.6% 1.9% 1.3% 1.4% 100.0%
sector hpo 2001 2002 1.7% 1.6% 1.3% 1.1% 2.1% 2.1% 6.6% 6.8% 1.4% 1.4% 20.7% 21.1% 0.8% 0.8% 2.0% 2.3% 2.2% 2.0% 1.3% 1.4% 2.0% 2.2% 1.7% 1.6% 0.6% 0.6% 9.5% 9.5% 2.6% 2.7% 4.8% 5.0% 14.8% 13.4% 4.0% 4.6% 1.0% 1.0% 1.0% 1.0% 1.1% 1.4% 2.4% 2.5% 5.4% 5.3% 1.0% 0.8% 1.2% 1.0% 2.7% 2.7% 1.8% 1.8% 1.0% 1.0% 1.2% 1.3% 100.0% 100.0%
2003 1.4% 1.1% 1.9% 8.3% 2.2% 19.8% 0.9% 2.2% 1.9% 1.7% 2.2% 1.7% 0.6% 8.7% 2.4% 4.3% 12.2% 5.3% 1.2% 1.0% 1.5% 2.9% 5.2% 1.3% 1.1% 2.7% 2.0% 1.0% 1.4% 100.0%
2004 1.1% 1.1% 2.1% 8.6% 1.7% 20.4% 1.0% 2.0% 2.2% 1.4% 1.8% 1.9% 0.4% 7.7% 2.8% 4.5% 12.5% 5.6% 0.9% 1.1% 1.4% 2.8% 5.7% 1.1% 1.1% 2.5% 2.0% 0.9% 1.8% 100.0%
Pagina 29
hogeschool avans hogeschool chr. hogeschool ede chr. hogeschool nederland chr. hogeschool windesheim fontys hogescholen gereformeerde hogeschool haagse hogeschool/th rijswijk hanzehogeschool groningen hogeschool de horst hogeschool inholland hogeschool leiden hogeschool rotterdam hogeschool utrecht hogeschool van amsterdam hogeschool zuyd hs van arnhem en nijmegen noordelijke hs leeuwarden saxion hogescholen totaal
Hogescholen Management Informatie 2005
2000 6.3% 2.7% 1.7% 4.8% 9.0% 0.7% 3.8% 5.4% 3.5% 15.3% 2.8% 5.4% 8.5% 9.1% 3.8% 7.7% 2.5% 6.9% 100.0%
sector hsao 2001 2002 5.8% 5.0% 2.8% 2.8% 1.9% 1.5% 4.9% 5.1% 9.1% 10.6% 0.7% 0.5% 3.8% 3.5% 5.4% 4.7% 3.3% 2.9% 16.5% 16.6% 2.8% 2.9% 5.3% 5.3% 8.4% 8.5% 7.6% 8.9% 4.1% 3.8% 7.9% 7.7% 2.3% 2.6% 7.4% 7.1% 100.0% 100.0%
2003 5.5% 3.1% 1.7% 5.3% 10.5% 1.0% 3.6% 4.5% 2.7% 14.5% 2.4% 5.3% 8.2% 8.6% 3.8% 8.8% 2.7% 7.8% 100.0%
2004 5.6% 4.5% 1.8% 6.2% 10.0% 1.0% 3.7% 4.9% 2.4% 12.3% 2.0% 5.6% 7.9% 8.5% 3.8% 9.3% 2.7% 7.9% 100.0%
Pagina 30
hogeschool avans hogeschool chr. hogeschool windesheim fontys hogescholen haagse hogeschool/th rijswijk hanzehogeschool groningen hogeschool drenthe hogeschool inholland hogeschool leiden hogeschool rotterdam hogeschool utrecht hogeschool van amsterdam hogeschool zeeland hogeschool zuyd hs van arnhem en nijmegen hs voor de kunsten utrecht nhtv internationale hs breda noordelijke hs leeuwarden saxion hogescholen van hall larenstein totaal
Hogescholen Management Informatie 2005
2000 8.1% 2.6% 8.3% 10.8% 4.9% 0.6% 4.6% 1.0% 7.9% 14.7% 11.2% 2.6% 3.6% 6.1% 1.0% 0.9% 2.4% 8.6% 0.0% 100.0%
sector htno 2001 2002 9.4% 9.8% 2.5% 2.9% 8.7% 9.5% 8.9% 9.0% 4.7% 5.1% 0.7% 0.6% 5.2% 5.5% 1.2% 1.2% 8.4% 8.7% 12.3% 10.3% 11.5% 11.1% 2.6% 2.3% 3.2% 3.6% 6.4% 7.5% 1.1% 1.2% 0.8% 0.6% 3.3% 3.7% 9.0% 7.1% 0.0% 0.1% 100.0% 100.0%
2003 9.4% 3.4% 8.6% 7.9% 4.8% 0.6% 5.3% 1.4% 10.4% 9.6% 11.7% 2.7% 4.0% 7.6% 1.1% 0.8% 3.6% 7.1% 0.1% 100.0%
2004 9.4% 3.4% 7.2% 7.0% 5.1% 0.6% 5.7% 1.8% 10.3% 9.2% 12.8% 2.4% 4.0% 7.7% 1.3% 0.9% 3.8% 7.3% 0.1% 100.0%
Pagina 31
hogeschool amsterdamse hs v.d. kunsten avans hogeschool chr. hogeschool windesheim codarts, hs voor de kunsten design academy eindhoven fontys hogescholen gerrit rietveld academie hanzehogeschool groningen hogeschool helicon hogeschool inholland hogeschool rotterdam hogeschool van amsterdam hogeschool zuyd hs van arnhem en nijmegen hs voor de kunsten utrecht kon. ac. van beeldende kunsten noordelijke hs leeuwarden saxion hogescholen stichting artez totaal
Hogescholen Management Informatie 2005
2000 12.9% 5.8% 1.0% 7.0% 3.1% 6.9% 4.7% 3.8% 0.2% 0.8% 7.1% 1.0% 7.2% 1.0% 11.5% 9.7% 0.9% 1.3% 14.0% 100.0%
sector kuo 2001 2002 13.9% 15.6% 6.0% 5.2% 0.9% 1.1% 5.9% 5.3% 3.4% 3.1% 6.8% 6.6% 3.6% 5.0% 4.5% 4.2% 0.3% 0.4% 0.8% 0.4% 7.9% 6.3% 0.8% 0.0% 7.4% 7.3% 0.7% 0.4% 11.8% 11.3% 8.9% 10.5% 1.1% 0.7% 1.2% 1.2% 14.0% 15.4% 100.0% 100.0%
2003 13.8% 5.5% 1.3% 5.0% 3.1% 7.6% 5.3% 5.7% 0.6% 0.5% 6.1% 0.0% 7.2% 0.0% 11.2% 10.3% 0.6% 1.0% 15.3% 100.0%
2004 13.9% 6.0% 1.2% 5.1% 3.0% 7.5% 5.9% 5.5% 0.6% 0.6% 6.0% 0.0% 10.0% 0.0% 10.7% 8.9% 0.6% 1.3% 13.2% 100.0%
Pagina 32
5 Kengetallen Domein Onderwijs
Hogescholen Management Informatie 2005
Pagina 33
Hogescholen Management Informatie 2005
Pagina 34
5.1 Samenvatting 2000
2001
2002
2003
2004
maatschappelijke positie afgestudeerden werkzaam werkzoekend studie overig
85.0% 1.8% 11.5% 1.7%
83.8% 1.7% 11.5% 3.0%
82.3% 2.1% 12.3% 3.3%
80.6% 3.2% 12.4% 3.8%
80.6% 3.3% 13.4% 2.6%
oordeel afgestudeerden over studiekeuze aandeel opnieuw dezelfde studiekeuze
79.4%
77.1%
79.3%
80.0%
81.8%
oordeel afgestudeerden over aansluiting op arbeidsmarkt aandeel voldoende/goed
84.8%
84.3%
84.6%
79.2%
78.5%
Hogescholen Management Informatie 2005
Pagina 35
5.2 Maatschappelijke positie anderhalf jaar na afstuderen 2004 hogeschool werkzaam werkzoekend amsterdamse hs v.d. kunsten 75.8% 7.4% avans hogeschool 78.1% 2.8% chr. agrarische hogeschool (aeres groep) 78.3% 3.4% chr. hogeschool ede 91.6% 1.0% chr. hogeschool nederland 78.0% 4.3% chr. hogeschool windesheim 77.5% 3.2% chr. hs de driestar 91.5% 6.1% codarts, hs voor de kunsten * * design academy eindhoven 82.4% 0.0% fontys hogescholen 81.3% 3.0% gereformeerde hogeschool 86.2% 1.4% gerrit rietveld academie 72.5% 10.2% haagse hogeschool/th rijswijk 83.0% 2.8% hanzehogeschool groningen 74.2% 4.9% has den bosch 77.5% 1.5% hogeschool de horst 88.4% 4.6% hogeschool diedenoort * * hogeschool domstad * * hogeschool drenthe * * hogeschool edith stein 85.0% 0.0% hogeschool helicon * * hogeschool inholland 84.3% 2.3% hogeschool leiden 89.6% 2.7% hogeschool rotterdam 84.1% 2.6% hogeschool utrecht 81.8% 3.6% hogeschool van amsterdam 75.2% 3.6% hogeschool zeeland 74.7% 1.1% hogeschool zuyd 78.9% 3.6% hotelschool den haag * * hs de kempel 93.6% 0.0% hs ipabo * * hs van arnhem en nijmegen 81.3% 3.6% hs voor de kunsten utrecht 79.7% 6.8% iselinge hs * * katholieke pabo zwolle * * kon. ac. van beeldende kunsten 78.0% 4.9% nhtv internationale hs breda 72.8% 4.6% noordelijke hs leeuwarden 75.4% 5.1% p.c. hs 'marnix academie' 88.4% 0.0% saxion hogescholen 78.3% 4.1% stichting artez 73.9% 3.0% stoas hogeschool 93.8% 4.9% van hall larenstein 69.6% 7.8% totaal 80.6% 3.3% * Deze hogescholen namen in dit jaar niet deel aan de HBO-Monitor
Hogescholen Management Informatie 2005
studie 11.9% 17.3% 16.4% 4.4% 13.0% 15.8% 0.8% * 8.3% 14.1% 5.8% 11.2% 11.8% 17.3% 20.4% 2.5% * * * 8.7% * 11.3% 7.0% 11.1% 12.1% 19.5% 21.5% 15.3% * 4.8% * 11.6% 4.5% * * 9.4% 19.9% 18.1% 6.7% 15.7% 12.8% 1.3% 19.0% 13.4%
overig 4.8% 1.8% 1.9% 2.9% 4.7% 3.5% 1.6% * 9.3% 1.7% 6.6% 6.1% 2.4% 3.6% 0.6% 4.6% * * * 6.3% * 2.1% 0.7% 2.2% 2.5% 1.7% 2.8% 2.2% * 1.6% * 3.6% 9.0% * * 7.7% 2.8% 1.4% 4.9% 2.0% 10.4% 0.0% 3.6% 2.6%
Pagina 36
5.3 Afgestudeerden die dezelfde studiekeuze zouden maken 2000 2001 amsterdamse hs v.d. kunsten 87.0% 83.0% avans hogeschool 81.2% 80.8% chr. agrarische hogeschool (aeres groep) 84.5% 79.0% chr. hogeschool ede * * chr. hogeschool nederland 82.2% 75.7% chr. hogeschool windesheim 82.3% 79.4% chr. hs de driestar * * codarts, hs voor de kunsten * 100.0% design academy eindhoven 100.0% * fontys hogescholen 78.4% 76.8% gereformeerde hogeschool 85.9% 87.2% gerrit rietveld academie 88.2% 91.0% haagse hogeschool/th rijswijk 75.7% 75.2% hanzehogeschool groningen 74.8% 78.9% has den bosch 85.8% 76.0% hogeschool de horst 84.9% 85.0% hogeschool diedenoort * * hogeschool domstad 91.4% * hogeschool drenthe * * hogeschool edith stein 88.5% 85.0% hogeschool helicon * * hogeschool inholland 79.8% 76.4% hogeschool leiden 83.6% 82.0% hogeschool rotterdam 80.4% 75.9% hogeschool utrecht 77.1% 75.4% hogeschool van amsterdam 76.3% 73.6% hogeschool zeeland 83.6% 82.7% hogeschool zuyd 80.0% 75.7% hotelschool den haag 82.3% 66.0% hs de kempel 100.0% 89.0% hs ipabo * * hs van arnhem en nijmegen 78.2% 80.6% hs voor de kunsten utrecht 88.7% 77.0% iselinge hs 92.9% * katholieke pabo zwolle * * kon. ac. van beeldende kunsten 88.7% 94.0% nhtv internationale hs breda 75.9% 70.3% noordelijke hs leeuwarden 77.9% 79.3% p.c. hs 'marnix academie' * 84.0% saxion hogescholen * 70.8% stichting artez 88.2% 90.0% stoas hogeschool 81.6% 82.0% van hall larenstein 79.1% 69.4% totaal 79.4% 77.1% * Deze hogescholen namen in dit jaar niet deel aan de HBO-Monitor ** Oordeel niet beschikbaar voor het kunstvakonderwijs
Hogescholen Management Informatie 2005
2002 95.4% 80.5% 81.6% * 74.2% 78.2% 96.2% 85.6% 92.9% 79.7% 92.0% 85.9% 75.3% 72.1% 75.1% 87.2% * 92.2% * 95.5% * 80.8% 87.1% 80.1% 77.9% 66.4% 81.4% 76.8% * 97.9% * 80.4% 81.2% * * 77.3% 68.0% 79.3% * 88.4% 91.2% 79.5% 79.4% 79.3%
2003 ** 81.2% 78.7% 88.5% 72.6% 82.8% 93.3% ** ** 80.4% 84.9% ** 77.5% 83.0% 82.0% 89.1% * 92.2% * 94.1% * 77.6% 88.2% 78.4% 77.1% 73.4% 81.5% 82.0% * 100.0% 93.1% 80.8% ** * * ** 61.6% 85.1% * * ** 80.8% 78.1% 80.0%
2004 77.4% 85.1% 86.0% 87.8% 80.7% 84.1% 91.4% * 79.2% 83.9% 90.9% 97.9% 77.2% 78.8% 82.7% 87.0% * * * 91.6% * 78.2% 87.9% 82.8% 78.5% 73.8% 85.4% 86.9% * 98.2% * 87.3% 83.5% * * 93.8% 68.5% 74.5% 92.9% 80.5% 94.3% 87.2% 78.2% 81.8%
Pagina 37
Hogescholen Management Informatie 2005
Pagina 38
Bijlage – Kengetallen in HMI 1 Overzicht digitale tabellenset Hieronder volgt een opsomming van de tabellen die zijn opgenomen in de digitale tabellenset die u kunt downloaden van de website www.hbo-raad.nl onder ‘hbo in cijfers’. Elk van deze tabellen – behalve de samenvattingen – bevatten gegevens met betrekking tot de afzonderlijke hogescholen. Daar waar jaartallen achter de titel van een tabel zijn opgenomen, is voor elk van de jaren in de genoemde periode een tabel beschikbaar. Domein financiën • Samenvatting – Procentueel • Samenvatting – Absoluut • Kasstroomoverzicht totaal hbo • Personeelskosten per student • Overige kosten per student • Financiële indicatoren • Financieel resultaat 2000-2004 • Exploitatierekening 2000-2004 • Balans 2000-2004 Domein personeel • Samenvatting • Omvang in personen en fte • Leeftijdsopbouw 2000-2004 • Gemiddelde leeftijd 2000-2004 • Salarisverdeling 2000-2004 • Externe mobiliteit • Personeel aan einde salarisschaal • Student/personeelratio’s Domein studenten • Samenvatting • Instroom studenten • Marktaandeel instroom per sector • Ingeschreven studenten • Marktaandeel inschrijvingen per sector • Gediplomeerde studenten • Sectorrendement cohorten 1994-1998 • Studieduur afgestudeerden per cohort • Studieduur uitvallers per cohort • Onderwijsvraagfactor stabiele opleidingen Domein onderwijs • Samenvatting • Maatschappelijke positie afgestudeerden 2000-2004 • Oordeel afgestudeerden over studiekeuze • Oordeel afgestudeerden over aansluiting op de arbeidsmarkt
2 Omgang met kengetallen Het is lastig om een set indicatoren te kiezen die als maatgevend beschouwd kan worden als het gaat om de prestaties van hogescholen. De keuze is beperkt doordat er hoge eisen worden gesteld aan de
Hogescholen Management Informatie 2005
Pagina 39
betrouwbaarheid van gegevens en doordat brede beschikbaarheid vaak een probleem is. Daarnaast dient de keuze voor een samenhangend geheel van indicatoren, het aggregatieniveau en de definities consequent doorgevoerd te worden, zodat prestaties in de tijd gevolgd kunnen worden. Om tot een juiste interpretatie van gegevens te komen is het noodzakelijk om deze in samenhang te beschouwen, waarvoor extra informatie over achterliggende ontwikkelingen vereist is. Een populair middel om indicatoren in hun context te plaatsen is de Balanced Scorecard van Kaplan en Norton3. Naast de financiële indicatoren spelen ook andere indicatoren een belangrijke rol. De prestaties worden ook bekeken vanuit het afnemers-, interne processen- en leer & groei-perspectief. Bij het interpreteren van de kengetallen die zijn opgenomen in deze publicatie geldt dan ook dat het geheel in samenhang bezien moet worden. Hieronder wordt aan de hand van drie voorbeelden besproken hoe tegen verschillende kengetallen aangekeken kan worden. Bij de interpretatie van financiële kengetallen Aan de hand van de rentabiliteit, de solvabiliteit en de liquiditeit is een vergelijking van de financiële positie van hogescholen mogelijk. Voor een goede interpretatie van deze indicatoren zijn specifieke prognoses van de toekomstige posities belangrijk. Deze kunnen natuurlijk slechts ten dele uit de jaarrekening worden afgeleid, doordat de gegevens hierin voornamelijk betrekking hebben op het verleden. Ondanks het retrospectieve karakter kunnen de drie indicatoren een signaalfunctie vervullen. Enerzijds maken ze de ontwikkeling binnen de branche zichtbaar en anderzijds kunnen ze in voorkomende gevallen aanleiding geven tot nader onderzoek. Het is belangrijk om het geheel van de kengetallen en prognoses in ogenschouw te nemen bij een nadere analyse van de financiële positie. Bij de interpretatie van de student/personeelsratio De student/personeelsratio wordt gedefinieerd als het aantal studenten gedeeld door het aantal personeelsleden uitgedrukt in fte’s. Deze ratio is een populair maar ook tweeslachtig kengetal. Vaak wordt gesteld dat een lage waarde van dit kengetal een goede kwaliteit betekent, aangezien dit wijst op een hoge mate van persoonlijke begeleiding. Tegelijkertijd wordt uit het oogpunt van doelmatigheid juist gestreefd naar een hoge waarde van het kengetal. Naast de tweeslachtigheid van deze ratio moet opgemerkt worden dat het kengetal wordt berekend met behulp van gegevens uit het RAHO. In dit gegevensbestand zijn alleen medewerkers opgenomen die daadwerkelijk in dienst zijn van hogescholen en bevat dus geen gegevens over uitzendkrachten. Doordat deze in toenemende mate worden ingezet, kan de student/personeelsratio een vertekend beeld opleveren. De waarde van het kengetal wordt hoger wanneer uitzendkrachten worden ingezet in plaats van vast personeel. Bij de interpretatie van de maatschappelijke positie en het oordeel van afgestudeerden De gepresenteerde cijfers binnen het domein onderwijs zijn afkomstig uit de HBO-Monitor. Deze gegevens worden in deze publicatie gepresenteerd zonder aandacht te besteden aan de context waarin een hogeschool opereert. De cijfers worden bijvoorbeeld niet gecorrigeerd voor regionale verschillen en verschillen in het opleidingenaanbod van hogescholen. Uit nader onderzoek is gebleken dat deze factoren in belangrijke mate de verschillen tussen instellingen verklaren. Door hogescholen in dezelfde regio met een gelijksoortig opleidingenaanbod met elkaar te vergelijken, wordt een beter beeld van de verschillen verkregen. Deze handreikingen bij de interpretatie van de gegevens in deze publicatie geven eens te meer aan dat het belangrijk is om kengetallen kritisch te bekijken. Kengetallen dienen te worden gebruikt als indicator, wat staat voor richtinggever. Ze geven een richting aan, maar schrijven niets voor want ‘kennen’ de context niet. De informatie in deze publicatie geeft zeker geen volledig beeld van alle ontwikkelingen die zich in het hbo afspelen. Toch biedt HMI 2005 een betrouwbare indicatie van de prestaties van hogescholen in het zichzelf ontwikkelende veld van het hoger beroepsonderwijs in Nederland.
3
Kaplan R.S. en D.P. Norton (1997), Op kop met de Balanced Scorecard – Strategie vertaald naar actie, Uitgeverij Contact, Amsterdam.
Hogescholen Management Informatie 2005
Pagina 40
3 Gehanteerde bronnen Ten behoeve van de managementinformatie beschikt de HBO-raad over een aantal bronbestanden. Deze bestanden vormen de basis van waaruit de kengetallen worden gegenereerd: • Het financiële databestand omvat gegevens van de financiële jaarverslagen van hogescholen vanaf het verslagjaar 1995. • Sinds 1995 is de HBO-raad eigenaar van de Registratie Arbeidsrelaties Hoger Onderwijs (RAHO). Dit is een rijke gegevensbron die bestaat uit een extract van CASO en een aparte levering van de hogescholen die geen gebruik maken (of maakten) van CASO (Hogeschool van Amsterdam, Stoas Hogeschool, Iselinge, educatieve faculteit en Hogeschool voor de Kunsten Utrecht). Via RAHO kan kwantitatieve informatie over personeelsformaties van hogescholen afgeleid worden. • Een extract van het CRIHO waarover de HBO-raad beschikt, vormt de basis voor de studentgegevens. Met behulp van dit extract is het studieverleden van elke student die vanaf 1986 een hbo-opleiding volgde te ontsluiten. Het genereren van een breed scala aan student en onderwijs gerelateerde kengetallen (zoals in de publicatiereeks ‘Het hbo ontcijferd’ is opgenomen) is daardoor mogelijk geworden. • De gegevens over onderwijs zijn afkomstig uit tabellen uit het Schoolverlaters Informatie Systeem van het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA). Hierin staan de antwoorden op de enquêtes van de HBO-Monitor vanaf 1991. Door het gebruik van deze gestandaardiseerde en betrouwbare gegevensbronnen bij het verenigingsbureau zijn praktische en resultaatgerichte oplossingen mogelijk. De gegevensbronnen bieden voldoende basis om in de informatiebehoefte van de leden te voorzien. Doordat de meeste gegevens in ‘ruwe vorm’ zijn opgeslagen, is het daarnaast ook mogelijk om informatie te genereren volgens uniforme definities. In deze en navolgende paragrafen wordt per domein een overzicht gegeven van de gehanteerde bestanden en de gekozen definitie per indicator. Bij de presentatie wordt in deze publicatie aangesloten bij de beschikbaarheid van de jaarrekeningen van de hogescholen. In dit geval betreffen de meest recente jaarrekeningen het jaar 2004. Als gevolg hiervan zijn in deze publicatie kengetallen opgenomen met betrekking tot de jaren 2000 tot en met 2004, zodat de huidige situatie ook vergeleken kan worden met het recente verleden. Ook bij het samenstellen van de lijst met hogescholen zijn de financiële jaarverslagen van 2004 als uitgangspunt genomen. Dit betekent dat elk financieel jaarverslag met betrekking tot het jaar 2004 correspondeert met een hogeschool in de gehanteerde lijst. Het gevolg hiervan is dat in geval van fusie voorgaande verslagjaren zijn vertaald naar de situatie van 2004. Voor de overige domeinen geldt ook dat de gegevens op dit niveau zijn geaggregeerd. Verder kan het incidenteel voorkomen dat nieuwe inzichten ertoe leiden dat gegevens met betrekking tot voorgaande jaren in deze uitgave op een andere wijze worden gepresenteerd dan voorheen, waardoor kleine verschillen tussen deze en de vorige uitgave kunnen zijn ontstaan.
4 Definities domein financiën De informatie in dit domein met betrekking tot de financiële situatie van de hogescholen, is ontleend aan de jaarrekeningen van door OCW of LNV bekostigde hogescholen. Voor de kalenderjaren 2000 tot en met 2004 zijn balans- en jaarrekeningsposten in een databank ingevoerd. In deze uitgave worden de financiële gegevens van de afgelopen vijf jaar gepresenteerd. Als basis voor het bestand zijn de gegevens uit de geconsolideerde jaarrekening meegenomen. Jaarrekeningen van rechtspersonen behorende tot de eigen groep zijn daarin geconsolideerd met de enkelvoudige jaarrekening van de hogeschool. Deze informatie geeft een beter inzicht in de totale bedrijfsvoering. De jaarrekeningen komen tot stand op basis van de richtlijnen jaarrekening van het Ministerie van OCW en LNV. Op het moment dat deze publicatie werd opgesteld, hadden wij nog geen beschikking over het financiële jaarverslag van de HAS Den Bosch over het verslagjaar 2004. Voor deze hogeschool zijn de gegevens over 2003 hergebruikt om toch een beeld te krijgen van de ontwikkelingen in de totale branche.
Hogescholen Management Informatie 2005
Pagina 41
Balans Van de balansposten worden in de tabellen de activa en passiva gepresenteerd als percentages van het balanstotaal van de jaren 2000 tot en met 2004. Hierbij zijn de posten direct overgenomen vanuit de door de accountant goedgekeurde jaarrekening. In deze balans zijn geen correcties uitgevoerd met betrekking tot de ontvangen collegegelden en de vorderingen van 1986 inzake sociale lasten. Vereveningsbijdragen ontstaan in het kader van de OKF zijn beschouwd als een bestanddeel van het eigen vermogen. Egalisatierekeningen met betrekking tot huisvesting worden toegerekend aan de bestemmingsreserves en daarmee aan het eigen vermogen van de hogeschool. Exploitatierekening Van de posten op de exploitatierekening worden de baten gepresenteerd als percentage van de totale baten en de lasten als percentage van de totale lasten. De baten zijn verdeeld over de categorieën rijksbijdrage, collegegelden, derden (contractactiviteiten) en overig. Onder deze laatste vallen bijvoorbeeld de rentebaten. De lasten zijn verdeeld over de categorieën personeel, huisvesting en beheer. Huisvestingslasten zijn inclusief afschrijvingskosten op gebouwen. Beheerslasten zijn inclusief afschrijvingskosten op apparatuur en inventaris. Financieel resultaat In het financieel resultaat wordt de exploitatie in k€ uitgesplitst naar omvang van de baten, bedrijfsresultaat gewone bedrijfsvoering en totaal resultaat. De bedrijfsvoering wordt over verschillende categorieën (incl. de rentelasten) uitgesplitst in percentages van de totale baten. Voor de bepaling van de resultaten wordt uitgegaan van de volgende definities: • Exploitatieresultaat = Totaal baten (incl. rentebaten) - totaal lasten • Bedrijfsresultaat uit gewone bedrijfsvoering = Exploitatieresultaat - rente lasten • Totaal resultaat = Bedrijfsresultaat uit gewone bedrijfsvoering + resultaat buitengewone bedrijfsvoering (incl. deelnemingen). Financiële indicatoren De financiële indicatoren worden uitgedrukt in solvabiliteit, liquiditeit en rentabiliteit. De solvabiliteit kan in algemene zin worden omschreven als de mate waarin een hogeschool op lange termijn aan haar verplichtingen kan voldoen. Onder liquiditeit wordt verstaan het vermogen van een hogeschool om op korte termijn aan haar verplichtingen te voldoen. De rentabiliteit is de basiseigenschap voor de continuïteit van een hogeschool. Ze geeft aan in hoeverre een hogeschool middelen kan genereren om te investeren in het onderwijsproces. Voor de bepaling van de indicatoren wordt uitgegaan van de volgende definities: • Solvabiliteit = Eigen vermogen / totaal vermogen • Liquiditeit = (Vlottende activa - voorraden) / vlottende passiva • Rentabiliteit = Resultaat uit gewone bedrijfsvoering / baten Naast deze drie standaard indicatoren is ook nog de ratio opgenomen tussen het eigen vermogen (EV) enerzijds en de rijksbijdrage (RB) en collegegelden anderzijds. Deze ratio – ook wel bekend als het weerstandsvermogen – geeft een indicatie van het vermogen van hogescholen om niet-structurele tegenvallers op te kunnen vangen en de taken te kunnen voortzetten. Kosten per student Om te komen tot de kosten per student worden de kosten, verantwoord in de jaarrekening, gedeeld door het aantal ingeschreven studenten. Het betreft de ingeschreven studenten per 1 oktober van het betreffende jaar. De definitie van student is verder omschreven bij het domein studenten. De kosten per student (in k€) worden uitgesplitst naar personeel, huisvesting en beheerskosten. Voor de personeelskosten worden ook de kosten per student voor de gecorrigeerde personeelskosten (voor inkomsten derden) gepresenteerd. In deze correctie worden de inkomsten gegenereerd uit bijvoorbeeld contractactiviteiten (derden uit exploitatierekening) niet meegenomen. Doordat de geconsolideerde jaarrekening als basis geldt voor de financiële gegevens, komt het voor dat de relatie tussen kosten en studenten niet eenduidig is. Bijvoorbeeld heeft de fusie van Iselinge, educatieve faculteit met een aantal onderwijskundige centra tot de IJsselgroep in 2003 geleidt tot een sterke stijging van de personeelskosten per student. Deze stijging is het gevolg van het feit dat er in de nieuwe situatie veel personeel wordt meegeteld dat geen directe relatie heeft met het onderwijs aan de studenten. Welke
Hogescholen Management Informatie 2005
Pagina 42
kosten van personele inzet precies gebonden zijn aan de studenten is niet uit de geconsolideerde jaarrekening af te leiden. Samenvatting Ten behoeve van een vergelijking van de instellingsgegevens en landelijke gegevens zijn in de samenvatting van het domein financiën correcties doorgevoerd in de balans (dit is bij geen van de andere tabellen gebeurd). Deze landelijke informatie betreft het totaal/gemiddelde van de instellingsgegevens. Er zijn twee correcties uitgevoerd. In de balans van hogescholen die de in september ontvangen collegegelden volledig als baten verantwoorden is een deel van het eigen vermogen overgeheveld naar vlottende passiva. • Eigen vermogen (t) - 8/12 * collegegeldopbrengst (t) • Vlottende passiva (t) + 8/12 * collegegeldopbrengst (t) De vordering op de minister van OCW uit 1986 inzake sociale lasten van de 13e maand is opgeboekt van het eigen vermogen. Deze vordering wordt pas voldaan bij liquidatie van de hogeschool. Een deel van de hogescholen heeft deze vordering reeds afgeboekt. • Financiële vaste activa - vordering op de minister uit 1986 • Eigen vermogen - vordering op de minister uit 1986
5 Definities domein personeel Sinds 1995 is de HBO-raad eigenaar van de Registratie Arbeidsrelaties Hoger Onderwijs (RAHO). De gegevens hierin zijn een extract van CASO en een aparte levering van de hogescholen die geen gebruik maken van CASO (Hogeschool van Amsterdam, Stoas Hogeschool, Iselinge, educatieve faculteit en Hogeschool voor de Kunsten Utrecht). In RAHO staan de betrekkingen per persoon (geanonimiseerd) met bijbehorende kenmerken als bezoldiging, functie en persoonskenmerken. De gegevens hebben betrekking op de datum 1 oktober van elk jaar en geven een overzicht van het personeelsbestand op de betreffende datum. In deze publicatie betreft het de jaren 2000 tot en met 2004. Leeftijd Per leeftijdsklasse wordt op het peilmoment het percentage van de personeelsformatie van de betreffende hogeschool weergegeven. Het betreft hier de personeelsformatie uitgedrukt in fte. In de tabellen wordt een beeld gegeven van het totale personeelsbestand en op enkele plaatsen worden de gegevens verbijzonderd naar de categorieën OP (Onderwijzend Personeel) en OBP (Ondersteunend en Beheer Personeel) en/of naar geslacht. De gemiddelde leeftijd is bepaald per werknemer, onafhankelijk van de omvang van de dienstbetrekking in fte. Salaris Per feitelijke salarisschaal (indien bekend) wordt op het peilmoment het percentage van de personeelsformatie uitgedrukt in fte van de betreffende hogeschool weergegeven. In het kader van het HOOP hebben instellingen afgesproken dat zij zich zullen inspannen het aandeel vrouwen in hogere functies te vergroten. De HBO-raad rapporteert het kengetal ’percentage vrouwen in schaal 13 of hoger’ op brancheniveau aan het Ministerie van OCW. Het betreft hier het percentage vrouwen van het totaal aantal werknemers in schaal 13 of hoger (gewogen naar aanstellingsomvang). Personeel in einde salarisschaal In deze tabel wordt het percentage personeelsformatie per hogeschool weergegeven, waarvoor geldt dat de aanstelling bezoldigd wordt in de hoogste periodiek bij de salarisschaal. Deze indicator geeft een indicatie van het percentage van de totale personeelsformatie dat aan het einde van de carrièrepatroon zit. Externe mobiliteit De externe mobiliteit wordt weergegeven als een percentage van in- en uitstromend personeel. Onder instroom in een bepaald jaar wordt verstaan het percentage werknemers (onafhankelijk van de omvang van de aanstelling in fte) dat in dat jaar wel, maar in het voorafgaande jaar niet in dienst was bij de betreffende hogeschool. Onder uitstroom in een bepaald jaar wordt verstaan het percentage werknemers dat in dat jaar niet, maar in het voorafgaande jaar wel in dienst was bij de betreffende hogeschool.
Hogescholen Management Informatie 2005
Pagina 43
Student/personeelsratio Om te komen tot de student/personeelratio wordt het aantal ingeschreven studenten gedeeld door het aantal fte’s. Het betreft de ingeschreven studenten per 1 oktober van dat jaar. De definitie van student is verder omschreven bij het domein studenten. Bij personeel worden zowel de OP als de OBP in fte van de betreffende hogeschool bedoeld. Een extract van het CRIHO waarover de HBO-raad beschikt, vormt de basis voor de studentgegevens. Met behulp van dit extract is het studieverleden van elke student die vanaf 1986 een hbo-opleiding volgde te ontsluiten. Het genereren van een breed scala aan student en onderwijs gerelateerde kengetallen (zoals in de publicatiereeks ‘Het hbo ontcijferd’ is opgenomen) is daardoor mogelijk geworden.
6 Definities domein studenten De kengetallen in het domein studenten zijn gebaseerd op een extract van het CRIHO dat in december 2004 is aangemaakt. Het vermelden van deze datum is van belang in verband met het dynamische karakter van het CRIHO. Indien het extract op een later tijdstip wordt aangemaakt zullen er andere studentenaantallen in de tabellen verschijnen aangezien hogescholen doorlopend mutaties kunnen aanbrengen in het CRIHO. De ervaring leert echter dat het veelal om kleine verschillen gaat. Toch heeft het dynamische karakter van het CRIHO tot gevolg dat de kengetallen met betrekking tot studenten afwijken van de cijfers in de vorige uitgave van HMI. Ter berekening van de onderwijsvraagfactor is gebruik gemaakt van het bestand waarin de rijksbekostigingsbrieven in zijn opgeslagen. Dit bestand wordt door CFI aangemaakt en aan de HBOraad verstrekt. Net als in het domein personeel wordt ook bij de studentgegevens uitgegaan van de peildatum 1 oktober. Deze datum sluit aan bij de inschrijfprocedure van het CRIHO. Voor de kengetallen worden alleen die studenten meegenomen die op de peildatum staan ingeschreven bij een betreffende hogeschool en geregistreerd staan als bekostigde student. De gegevens betreffen de jaren 2000 tot en met 2004. Ingeschreven studenten De ingeschreven, bekostigde studenten in het studiejaar dat begint in het genoemde jaar. Hierbij worden zowel voltijd, deeltijd als duale studenten geteld. Instroom De instroom van bekostigde studenten in het studiejaar dat begint in het genoemde jaar. Een instromende student heeft geen bekostigingsverleden bij de betreffende hogeschool. Ook hier worden studenten met alle inschrijvingsvormen geteld. Marktaandeel De marktaandelen zijn weergegeven naar ingeschreven studenten en naar instroom van studenten. Per jaar is per sector het aandeel van de betreffende hogeschool in het totaal van die sector bepaald. De basis voor deze marktaandelen wordt gevormd door de hierboven beschreven ingeschreven studenten en instroom. Als gevolg daarvan wordt een omzwaaier die binnen de hogeschool overstapt naar een studie in een andere sector niet opnieuw als nieuwe instroom beschouwd. Gediplomeerden De studenten die één of meerdere diploma’s hebben behaald in het studiejaar dat begint in het genoemde jaar. Hierbij worden propedeusediploma’s niet geteld en wordt niet gekeken naar de bekostigingsstatus van de student. Deze gegevens betreffen de uitstroom van afgestudeerde studenten per jaar. Doordat de gegevens in deze publicatie zijn gebaseerd op een extract uit het CRIHO van december 2004, zijn de gediplomeerden van het studiejaar 2004/2005 nog niet opgenomen. Van een enkele hogescholen is bekend dat het CRIHO met betrekking tot gediplomeerden in bepaalde jaren niet goed gevuld is. Het betreft het Hogeschool INHOLLAND (1999, specifiek studenten van de voormalige Hogeschool Delft) en de Marnix Academie (2000).
Hogescholen Management Informatie 2005
Pagina 44
Rendement Het rendement van een cohort wordt na vijf jaar berekend. Een cohort bestaat uit studenten die in het betreffende jaar zijn ingestroomd en het rendement geeft aan welk deel van het cohort binnen een bepaalde periode gediplomeerd is. De basis voor de instroom en gediplomeerden wordt gevormd door de hierboven beschreven definities, met dien verstande dat in dit geval alleen de voltijd studenten worden geteld. Doordat bovenstaande definitie als basis voor de instroom wordt gebruikt, wordt een omzwaaier binnen de hogeschool naar een studie in een andere sector niet als nieuwe instroom beschouwd. Zo’n student wordt op dat moment als uitvaller binnen die sector aangemerkt en verder voor de betreffende hogeschool buiten beschouwing gelaten. Studieduur Ook de studieduur van een cohort wordt na vijf jaar berekend. Bij de berekening van de studieduur zijn dezelfde uitgangspunten gehanteerd als hierboven beschreven voor het rendement. De studieduur voor gediplomeerde studenten en uitvallers wordt afzonderlijk gepresenteerd. Uitvallers zijn studenten die in het betreffende jaar niet meer staan ingeschreven bij de betreffende hogeschool en geen gediplomeerde zijn van die hogeschool. De studieduur wordt uitgedrukt in maanden en is gecorrigeerd voor studieonderbrekingen. Onderwijsvraagfactor De onderwijsvraagfactor (ovf) wordt afgeleid van de rijksbijdragebrief van OCW. Het betreft de ovf van het betreffende bekostigingsjaar en is berekend op basis van het peilmoment oktober t-2. Voor de bepaling van onderwijsvraagfactor van een hogeschool is het aantal onderwijsvragenden van de stabiele opleidingen gedeeld door het aantal ingeschreven studenten voor die opleidingen. In deze berekening wordt het aantal ingeschreven studenten volgens de opgave in de rijksbijdragebrief gebruikt. Het onderscheid tussen voltijd en deeltijd is per begrotingsjaar 1998 komen te vervallen. De gegevens met betrekking tot de sectoren hao en kuo zijn niet opgenomen als gevolg van de afwijkende bekostigingssystematiek.
7 Definities domein onderwijs De HBO-raad heeft in 1991 het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA) opdracht verleend een instrument te ontwikkelen waarmee de arbeidsmarktintrede van afgestudeerden van het hbo in kaart gebracht kan worden. Dit onderzoek, dat bekend staat als de HBO-Monitor behelst een enquête onder een grote hoeveelheid afgestudeerden die elk najaar wordt uitgevoerd wanneer de ondervraagden één à anderhalf jaar zijn afgestudeerd. De gegevens binnen het domein onderwijs betreffen de resultaten van de enquêtes die in de 2000 tot en met 2004 zijn afgenomen. Doordat niet alle hogescholen elk jaar deelnemen aan dit onderzoek zijn niet alle gegevens voor elke hogeschool beschikbaar. Maatschappelijke positie Aan de afgestudeerde hbo’ers gevraagd wat hun voornaamste bezigheid is op het moment van enquêteren. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen de categorieën werkzaam, werkzoekend, studie en overig. Deze laatste categorie bevat onder andere onbetaald werk en arbeidsongeschiktheid. Oordeel over aansluiting opleiding op de arbeidsmarkt De afgestudeerde hbo’ers wordt ook een oordeel gevraagd over de aansluiting tussen de gevolgde opleiding en de arbeidsmarkt. In deze publicatie zijn de percentages afgestudeerden opgenomen die de aansluiting als voldoende of goed bestempelden. Oordeel over de gemaakte studiekeuze De afgestudeerde hbo’ers wordt ook gevraag of zij achteraf bezien voor dezelfde studie zouden hebben gekozen, al dan niet aan dezelfde hogeschool. In deze publicatie zijn de percentages afgestudeerden opgenomen die opnieuw dezelfde studie zouden kiezen.
Hogescholen Management Informatie 2005
Pagina 45