‘Hoeveel zou de wereld wegen?’ door Theatergroep Fien
Spel: Joep Conjaerts en Susanne Roos - Muziek: Joep Conjaerts Regiecoach: Agnes Bergmeijer Tekst: Jaap Robben – Decor: Rogier Willems – Flyer: Maartse Hazen
Inleiding De voorstelling in een notendop Theatergroep Fien De spelers De schrijver De regisseur
Pag. 3 Pag. 3 Pag. 3 Pag. 4 Pag. 4 Pag. 4
Vóór de voorstelling • Voorbereiding: Brief van Fien • Het ‘Hoeveel zou de wereld wegen? – memory spel’
Pag. 5 Pag. 5 Pag. 6&7
Na de voorstelling • Nagesprek • Opdracht 1: Voor je hoofd is niks te groot! (Een verzin-en-theater-opdracht). • Opdracht 2: ik ben astronaut (een bedenk-teken-en-knutsel-opdracht) • Werkblad: Ik ben een astronaut
Pag. 8 Pag. 9 Pag. 10 Pag. 11 Pag. 16
2
Inleiding U staat op het punt om met uw groep te kijken naar de voorstelling Hoeveel zou de wereld wegen? van Theatergroep Fien. Hier vindt u achtergrondinformatie over de voorstelling, de spelers en een aantal opdrachten die u met uw groep vóór de voorstelling kunt uitvoeren. Wij wensen u veel plezier met de voorbereidingen en de voorstelling. Tot dan!
De voorstelling in een notendop Hoeveel zou de wereld wegen? is een grappige, ontroerende en verrassende voorstelling neemt je mee naar een schuurtje. Vol geheimzinnig gereedschap en gekke apparaten. Het is de schuur van Rosies vader. Rosie krijgt er onverwacht bezoek van een mannetje met een pakketje. Een doos met daarin een antwoord. Maar waarop? Op welke vraag? Kunnen zeepaarden galopperen? Zijn sterren gaatjes in het donker?? Samen gaan ze op zoek welke vraag bij het antwoord hoort. Rosie ontdekt wat verdwijnen is. En wat je allemaal kunt zien met dichte ogen. Vinden ze de juiste vraag en durft Rosie die wel te stellen?
Theatergroep Fien Theatergroep Fien maakt intieme, muzikale familievoorstellingen die de fantasie prikkelen en je meenemen naar plekken die je nog niet kende. Fien`s voorstellingen zijn ontroerend, grappig, verrassend èn poëtisch! Eerdere en andere voorstellingen die Theatergroep Fien maakte zijn • Het verloren sporen museum • Een buik van wol • Ariadne, het meisje en de minotaurus • Een broer om in te bijten. Met deze laatste maakte Fien kans op de Zapp-theaterprijs. Dit is de landelijke publieksprijs voor de beste jeugdtheatervoorstelling van een betreffend seizoen. Voor meer informatie over Fien verwijzen we u graag naar www.theatergroepfien.nl
3
De spelers ‘Hoeveel zou de wereld wegen?’ wordt gespeeld door Susanne Roos en Joep Conjaerts. Susanne Roos is actrice en jeugdtheatermaker. Ze studeerde aan de theaterschool in Utrecht en speelde o.a. in de voorstelling ‘Sjonny & Bep’ van Frank Groothof uit Sesamstraat. Ze is vaste maker en speler bij Theatergroep Fien. Ze speelt in alle eerdergenoemde voorstellingen. Joep Conjaerts is singer-songwriter en acteur. Hij studeerde Kleinkunst aan het Koninklijk Conservatorium Antwerpen. Eerder speelde hij met Theatergroep Fien in Een buik van wol en Een broer om in te bijten. Ook maakt en speelt hij bij Theater Luxemburg (Antwerpen) in Bij de buren, Keepvogel, e.a. voorstellingen. Daarnaast zingt hij zijn eigen liedjes in het Nederlands en Limburgs dialect, solo of met band.
De schrijver Hoeveel zou de wereld wegen? werd geschreven door Jaap Robben. Jaap Robben is schrijver, dichter en theatermaker. Hij is bij Theatergroep Fien vaste schrijver. Er staan enkele gedichtenbundels op zijn naam, waaronder Zullen we een bos beginnen? (nominatie Gouden Uil voor de Jeugdliteratuur 2009) en Als iemand ooit mijn botjes vindt. Daarnaast schreef hij de jeugdromans De Zuurtjes en Josephina. Hij was stadsdichter van Nijmegen en schreef ook enkele teksten voor Theatergroep Kwatta. Hij heeft gestudeerd aan de Koningstheaterakademie in Den Bosch.
De regisseur De regisseur die de voorstelling heeft begeleid is Agnes Bergmeijer. Zij speelde in vele jeugdvoorstellingen bij Theatergroep Kwatta en werkte vroeger bij Teneeter. Naast actrice is zij regisseur en coach.
4
Vóór de voorstelling
Voorbereiding: Brief van Fien
Beste Juf / Meester en kinderen, Binnenkort gaan jullie kijken naar de voorstelling Hoeveel zou de wereld wegen? van Theatergroep Fien. Joep en Susanne spelen daarin. Ze hebben er nu al veel zin in en ze hopen jullie ook. Hoeveel zou de wereld wegen? speelt zich af in een schuurtje vol geheimzinnig gereedschap en gekke apparaten. Het is de schuur van Rosies vader. Rosie krijgt er onverwacht bezoek van een mannetje met een pakketje. Een doos met daarin een antwoord. Maar waarop? Op welke vraag? Kunnen zeepaarden galopperen? Zijn sterren gaatjes in het donker?? Samen gaan ze op zoek naar welke vraag bij het antwoord hoort. Heeft iemand van jullie een bijzondere vraag? Denk hier even over na en bespreek je vraag dan in de klas. Weet je het antwoord op je vraag? Is er iemand in de klas die het weet? Misschien zijn er meerdere antwoorden mogelijk! Of is er géén antwoord...dat kan ook. In de voorstelling wacht Rosie op iemand die weg is gegaan. Is er iemand van jullie die dat ook wel eens heeft moeten doen? Van wie of wat? Hoe was dat? Is diegene ooit teruggekomen? Hoe was het om diegene weer terug te zien? De voorstelling gaat ook over het heelal. Weet iedereen wat dat is, het heelal? Misschien kan iemand het uitleggen. Een ander woord is: de ruimte. De maan, de zon, de sterren, planeten en de aarde zweven allemaal in het heelal of de ruimte. Op internet zijn de mooiste afbeeldingen te vinden. Moet je maar eens kijken. Theatergroep Fien heeft ook een website: <www.theatergroepfien.nl>. Hier kunnen jullie meer informatie vinden over Hoeveel zou de wereld wegen? en andere voorstellingen waar Joep en Susanne in speelden. Tot slot nog ‘Het Hoeveel zou de wereld wegen?-memory spel’ op de volgende twee pagina`s. Knip de plaatjes uit, zoek iemand om het mee te spelen en veel plezier. En o ja, vergeet vooral niet naar de plaatjes te kijken! Ik hoop dat jullie benieuwd zijn geraakt naar Hoeveel zou de wereld wegen? Tot bij de voorstelling! Lieve groetjes, Theatergroep Fien. P.s.: Wist je dat… • Het in een theaterzaal meestal best wel donker is? Dat is omdat je dan de theaterlichten beter kunt zien en je de wereld om je heen een beetje kunt vergeten. • Je een voorstelling niet net als een tv-programma kan wegzappen? De acteurs praten live en maken ook muziek. Hoeveel zou de wereld wegen? duurt ongeveer 45 minuten. • Je vóór de voorstelling naar de wc moet zijn geweest, want tijdens de voorstelling gaat dat niet. • Het erg stoort als je door een theatervoorstelling heen praat? Dus: goed opletten en stil zijn!
5
'Het Hoeveel zou de wereld wegen?-memory spel’. Knip uit en speel! (meer plaatjes op de volgende pagina).
6
'Het Hoeveel zou de wereld wegen?-memory spel’. Knip uit en speel!
7
Na de voorstelling Wanneer u en uw leerlingen de voorstelling Hoeveel zou de wereld wegen? hebben gezien, kunt u een verwerkingsles geven op basis van een nagesprek en twee opdrachten.
Het nagesprek Iedereen beleeft een voorstelling op zijn eigen manier. Door na te praten over de voorstelling krijgen leerlingen de mogelijkheid om te reageren op wat ze hebben gezien en ervaren. Ze kunnen nog eens over de voorstelling nadenken, iets beter begrijpen en ze kunnen vertellen wat ze ervan vonden. Ook horen ze dat van anderen waardoor ze misschien wel iets nieuws kunnen leren. Op pagina 8 vindt u vragen die u kunt stellen om het nagesprek richting te geven. De gegeven antwoorden zijn een leidraad en een hulpmiddel. Misschien komen de leerlingen zelf met andere verrassende ideeën of inzichten die ook juist zijn of aanzetten tot verder denken en praten. Dat is alleen maar goed! De opdrachten Door de verwerkingsopdrachten komen uw leerlingen vanuit een ander oogpunt in aanraking met de thematiek en disciplines van de voorstelling. Ze gaan zelf aan de slag door na te denken, te verzinnen en dit om te zetten in beweging of een beeldende activiteit. Hierdoor vindt verdieping plaats.
De voorstelling gaat over vragen stellen, nieuwsgierig zijn en is een ode aan de fantasie. U zult merken dat de opdrachten daarvan in het verlengde liggen. De opdrachten zijn een voorstel. Mocht u er een eigen draai aan willen geven, dan mag dat.
8
Nagesprek Hieronder vindt u mogelijke vragen om te stellen. De antwoorden kunnen als richtlijn gebruikt worden. • Over wie gaat de voorstelling? Over Rosie, een maffe postbezorger. En Rosies vader. • Waar speelt de voorstelling zich af? In de schuur van Rosie`s vader. • Welke apparaten heb je allemaal gezien? Waar zouden ze voor dienen? Er stonden een boel apparaten in de schuur. De enige die echt benoemd is is de Telekopkijker. Verder ging er nog een radio aan. De apparaten zouden kunnen dienen om te meten hoe groot de zon is, hoe zwaar de wereld is, uitvindingen mee te doen, ..... etc. •
Met de Telekopkijker kun je in iemands hoofd kijken en zien waar iemand aan denkt. Weet je nog waar de postbezorger aan dacht? Aan een fanfare, vogels, druppels, blubbergeluiden en.. een galopperende zeepaard. (Misschien hebben uw leerlingen specifieke beelden gemaakt bij deze geluiden, bijvoorbeeld druppels die in een donkere grot van het plafond in een plas vallen. Dat kan en is alleen maar heel goed!). •
Stel, je hebt een eigen Telekopkijker. Bij wie zou je willen kijken? En wat hoop je dan te zien?
•
De postbezorger zegt: “Het begint vaak bij een vraag, daarna denk je heel diep na, en nog iets dieper”. Voor het beantwoorden van de volgende vragen mag je dus heeeeeel diep nadenken. En je mag je fantasie gebruiken! • Welke geluiden zou een galopperend zeepaard maken? • Welke kleur zou hij hebben? • Waar zou hij leven? • Waar zou hij heen galopperen? En met wie? • • • •
Een inktvis die schrijft met een vulpen... met welke arm houdt hij die vulpen vast? Stel hij schrijft een brief. Voor wie zou die brief zijn? Hoe ziet de brievenbus eruit? En de postbezorger?
• In de voorstelling heeft Rosie een geheim. Wat is dat geheim? Het geheim is een vliegmachine, gemaakt door haar vader. De vliegmachine heet de Karimoflapflap. Rosies vader is er op een nacht mee weggevlogen omdat hij wilde weten wat er achter de maan is. •
In de voorstelling pest de postbezorger Rosie. Hij doet alsof hij haar vergeet. Is Rosie`s vader haar vergeten denk je? Waarom wel of niet?
• Welke vraag zit er in het pakketje? Meerdere antwoorden zijn denkbaar: Waar is mijn vader? Is hij mij vergeten? Komt mijn vader ooit terug? Is mijn vader overleden? … • De vader van Rosie is nooit meer terug gekomen. Waar denk je dat hij nu is? Ook hier kunnen meerdere antwoorden het juiste zijn: Hij vliegt in het heelal om te zien of sterren gaatjes in het donker zijn. De doos weegt bijna niks dus hij zweeft, vliegt of is ergens waar geen zwaartekracht is. Hij vliegt waar geen licht meer is, in het donker. Hij is dood. ...
Op www.theatergroepfien.nl kun je bij het kopje 'Fienden en Fiendinnen' een bericht achterlaten. Dus wil je ons vertellen wat je van de voorstelling vond en waarom, of heb je nog vragen? Ga dan snel naar onze website. Op je vraag krijg je antwoord terug!
9
Opdracht 1: Voor je hoofd is niks te groot! (Een verzin-en-theater-opdracht). Benodigdheden: Aantal deelnemers: Opstelling: Duur:
Een bord en een krijtje/digibord De hele klas. In een kring en het liefst met ruimte om te bewegen. Of met de leerlingen achter hun bankje. 15 min, afhankelijk van het aantal leerlingen.
Opdracht 1a Voor de leerkracht: Lees de volgende tekst voor aan uw leerlingen: De postbezorger en Rosie zingen een lied over dat àlles wat je maar kunt bedenken in je hoofd past. Zo ging de tekst. Voor je hoofd is niets te groot Nee niets te gek of raar De mafste dingen passen, in je hoofd Kan het allemaal bestaan Een kunstgebit, een kunstgebit Dat stiekem uit een oude mond gesprongen is Dat met scherpe klappertanden mensen in hun blote billen bijt Een cavia, een cavia een cavia die nooit meer naar de kapper gaat als ze hem zie lopen schrikken mensen van een wandelende pruik. Voor je hoofd is niets te groot Nee niets te gek of raar De mafste dingen passen, in je hoofd Kan het allemaal bestaan Opdracht 1b Zulke maffe beelden kunnen jullie ook bedenken! Deze opdracht prikkelt de fantasie. Vorm met iedereen een kring. Onderstaande zinnen zijn de startzin van een gek, raar, maf verhaal. De juf of meester begint. Die leest steeds een zin voor. Het kind dat naast de juf of meester staat bedenkt er een zin bij en vertelt het aan de klas. Het kind daar weer naast vult verder aan. Het kind daarnaast doet dit ook. Zo gaan jullie door tot de kring rond is of het verhaaltje klaar. Dit kan na 5 kinderen zijn, of na 20! P.s.: De juf of meester schrijft mee op een (digi)bord zodat de verhaaltjes bewaard blijven. Ze zijn nog nodig in opdracht 1c. • • • • •
Er was eens een hele dikke, vette, groene olifant met een roze strikje in zijn staart die in de zee zwom.... Er was eens een oud, rimpelig, krom oud vrouwtje dat haar huisje binnenkwam.... Er was eens een aap met veel te lange armen die in een kerstboom klom... Er was eens een teddybeer die aan een ballon de ruimte in vloog... Er waren eens een vriendje en vriendinnetje die met een raket landden op de maan...
Opdracht 1c De gekke verhaaltjes die ontstaan zijn in opdracht 1b kunnen ook nagespeeld worden! Met je lijf kun je alles namelijk, als je maar durft. Doe maar eens alsof je een hele dikke, vette, groene olifant bent. Met een strikje in je staart! Goed zo! Laat maar zien. Je zwemt in de zee. Hoe doe je dat?! .... Voor de leerkracht: Lees de zinnen op het (digi)bord hardop en stimuleer uw leerlingen om dit te laten zien. Allemaal tegelijkertijd of per 4-tal. Zo hebben uw leerlingen steun aan elkaar. • Werk per zin en niet te snel zodat de leerlingen even de tijd krijgen om uit te spelen of te acteren. • Probeer te letten op details en geef aanwijzingen om dat te sturen: “De dikke olifant heeft een strikje in zijn staart. Laat dat strikje zien!”. Of: “Het oude vrouwtje is krom. Laat zien hoe krom!” De aap heeft veel te lange armen... “Laat die armen zien. Ze bungelen!” • Er mag lol zijn!
10
Opdracht 2: Ik ben astronaut! (een bedenk-teken-en-knutsel-opdracht) Benodigdheden: Aantal deelnemers: Opstelling: Duur:
Voor ieder kind een werkblad (zie bladzijde 16) en een pen. De hele klas. De leerlingen achter hun bankje. 30 min tot een middag, afhankelijk van het aantal leerlingen.
Voor de leerkracht: Deze opdracht gaat over de ruimte, het heelal, ruimtereizigers en planeten. Hij bestaat uit 3 deelopdrachten. De eerste 2 dienen als vooropdracht voor de teken- of knutselopdracht. Opdracht 2a Voor de leerkracht: Lees het volgende voor aan uw leerlingen: In de voorstelling is Rosies vader met de Karimoflapflap het heelal in gevlogen. Rosie zingt daar een lied over. Als je de wolken van dichtbij wil zien En je opstijgt in je vliegmachien En dan zo hoog gaat tot je niet meer valt En verder zweven kan Je zwaait naar astronauten op de maan Ze zijn verbaasd dat je zo ver durft gaan Want je gaat rechtdoor bij de vijfde ster Nog verder weg dan ver Niemand weet nog waar je bent Maar in mijn hoofd ben jij niet kwijt Hoe zwart en donker het ook wordt Ik zie je nog Op een komeet maak je een laatste stop En eet je allerlaatste broodje op Nog even rusten voor je naar het eind Van de Melkweg rijdt Alle planeten zijn nu ingehaald En alle zonnen zijn hier uitgestraald Misschien vind jij hier in het donker iets Wat eerst nog leek op niets Opdracht 2b Voor de leerkracht: Kopieer voor elke leerling het werkblad op bladzijde 16. Laat uw leerlingen de plaatjes zien op de volgende bladzijden. Stel de vragen die boven aan elke bladzijde staan. Neem per bladzijde even de tijd zpdat uw leerlingen na kunnen denken, ieder voor zich of misschien krijgen sommigen de beurt om te vertellen wat ze voor zich zien, om andere kinderen op ideeën te brengen. Op het werkblad kunnen de leerlingen hun eigen antwoorden opschrijven. Ook hier mogen de leerlingen hun fantasie gebruiken! Hoe meer hoe beter.
11
Op deze bladzijde zie je voorbeelden van vliegmachines waarmee je naar de ruimte zou kunnen vliegen. Stel je hebt een eigen vliegmachine en je gaat zo hoog tot je niet meer valt. Je zweeft in het heelal. (Natuurlijk heb je een zuurstoffles bij je en een extra dikke sjaal om). Hoe ziet jouw vliegmachine er uit? Waar lijkt hij op? Welke kleuren heeft hij? Hoe snel kan hij gaan?
12
Op deze bladzijde zie je voorbeelden van ruimtereizigers die je tegen zou kunnen komen. Welke ruimtereiziger hoop jij tegen te komen? Je mag er zelf een verzinnen. Hoe ziet hij uit. Welke kleur heeft hij? Wat is zijn naam? Welke taal spreekt hij? Wat doet hij het liefst?
13
Op de volgende plaatjes zie je het heelal, met planeten, astronauten, de melkweg en ruimteschepen. Jouw eigen ruimtereiziger neemt je mee naar de planeet Upter. Dat is een nog niet eerder ontdekte planeet. Gefeliciteerd! Jij bent de eerste aardbewoner die deze planeet mag bekijken. Hoe ziet het uit op Upter? Welke kleuren zie je? Zijn er bergen, is er water? Zijn er bomen en bloemen? Leven er ruimte-wezens of dieren? Is het koud of warm?
14
Opdracht 2c Voor de leerkracht: Er is nu behoorlijk wat voorwerk gedaan voor de eindopdracht. Dat is een teken- of knutsel opdracht. Afhankelijk van de beschikbare tijd en de mogelijkheden in de klas kunt u kiezen voor het een of het ander. De tekenvariant: enkele ideeën. Laat uw leerlingen op basis van hun eigen werkblad een tekening maken Of: Prepareer een hoek in de klas voor jullie eigen heelal. Het liefst een hoek die donker is. Te denken valt aan zwarte doeken tegen de muur of een hokje met kijkgaten en een bedlampje op de grond. Laat uw leerlingen op basis van hun werkblad 3 tekeningen maken: één van hun vliegmachine, één van hun ruimtevriend, en één van de planeet Upter. Laat ze hun tekeningen uitknippen en ophangen in de heelal-hoek. De knutselvariant: enkele ideeën. Prepareer een hoek in de klas voor jullie eigen heelal. Het liefst een hoek die donker is. Te denken valt aan zwarte doeken tegen de muur of een hokje met kijkgaten en een bedlampje op de grond. Laat uw leerlingen op basis van hun werkblad één van/ alle drie hun objecten knutselen: hun vliegmachine, hun ruimtevriend, de planeet Upter. Wat betreft materialen kunt u denken aan karton, papier maché, klei, hout... etc. Hang hun kunstwerken in de heelal-hoek. Wij nodigen u uit om foto`s hiervan te mailen naar
[email protected] of ze te plaatsen op de facebookpagina van Theatergroep Fien.
15
Werkblad: Ik ben astronaut! Mijn vliegmachine Mijn vliegmachine lijkt op een:
........................................................................................................................................ ........................................................................................................................................ ........................................................................................................................................ Hij heeft deze kleur of deze kleuren:
........................................................................................................................................ ........................................................................................................................................ Mijn vliegmachine kan zo snel als:
........................................................................................................................................ ........................................................................................................................................ Mijn ruimte-reiziger Ik kom een ruimtereiziger tegen. Hij heeft deze kleur of kleuren:
........................................................................................................................................ ........................................................................................................................................ Zijn naam is:
........................................................................................................................................ Hij spreekt een taal, namelijk:
........................................................................................................................................ Het liefst doet hij:
........................................................................................................................................ ........................................................................................................................................ ........................................................................................................................................ ........................................................................................................................................ De planeet Upter Mijn ruimtereiziger neemt me mee naar de planeet Upter. Dat is een nog niet eerder ontdekte planeet. Wat ik kan vertellen over Upter is:
........................................................................................................................................ ........................................................................................................................................ ........................................................................................................................................ ........................................................................................................................................ ........................................................................................................................................ ........................................................................................................................................ ........................................................................................................................................ 16