NUKKA WIL NAAR HUIS – Theatergroep De Citadel
Inhoud: 1. Ter voorbereiding op de inhoud van de voorstelling 2. Vóór de voorstelling 3. Boeken die bij het thema passen 4. Speelliedje
1. Ter voorbereiding op de inhoud van de voorstelling Laat op de wereldbol zien waar Nederland ligt. Wijs daarna aan waar de poolgebieden zijn en waar Groenland ligt. Vertel de kinderen dat in Groenland mensen wonen die Inuït (spreek uit In-oe-iet) heten. Wij kennen hen beter als Eskimo’s. Laat afbeeldingen of een filmpje zien. Bijvoorbeeld een deel van: http://www.nationalgeographic.nl/junior/mens-en-wereld/filmpje/de-inuit ( van 0.25 tot 2.00) U kunt eventueel een verteltafel maken
Stel de kinderen vragen als: – Hoe ziet het landschap eruit? – Hoe wonen de Inuït? – Waarvan was vroeger hun woning gemaakt? – Welke dieren leven daar in het poolgebied? – Wat voor weer zal het daar zijn? – Wat voor kleren zullen de Inuit of eskimo’s dragen? – Hoe reizen ze? (met kajak, hondenslee of met sneeuwscooters) – Zou jij daar willen wonen? Wat lijkt je leuk, wat niet? U vertelt dat er een toneelvoorstelling komt. Er wordt door een toneelspeelster een verhaal verteld. Er klinkt muziek bij. De speelruimte is gemaakt alsof er sneeuw en ijs is. Dat heet een decor. Het verhaal gaat over een meisje, Nukka. Zij is ook een Inuit, een Eskimomeisje. Zij woont in een iglo met haar vader en moeder. Zij maakt een spannend avontuur mee. Zij drijft de oceaan op met een afgebroken ijsschots. Gelukkig komt aan het eind alles goed. In de voorstelling komt een liedje voor: Ik wil naar huis Het is hier helemaal niet pluis Ik wil naar huis. Nukka ontmoet een raaf en een walvis. Die vertellen haar allebei oude Eskimoverhalen. Dat zijn dus verhalen binnen het verhaal.
2. Vóór de voorstelling Hoe kijk je naar een voorstelling? Het is belangrijk dat de kinderen zich realiseren dat een voorstelling 'live' is. Het gedrag van het publiek is van invloed op de kwaliteit van de voorstelling in positieve, maar ook in negatieve zin. Een goede aandacht maakt het leuker! Bespreek met de kinderen de verschillen tussen TV-kijken en Kijken naar een voorstelling.
Kijken naar een voorstelling - de voorstelling wordt gemaakt waar je bij bent - je kunt het geluid niet harder of zachter zetten. - je kunt de voorstelling niet zomaar stopzetten. - het speelt zich af in een speciale ruimte. - er zijn ook onbekende mensen bij die ernaar kijken (publiek) - er zijn speciale voorzieningen nodig (bijvoorbeeld licht en geluid). - je zit niet altijd op de eerste rang (=vooraan). - je blijft op je plaats zitten, lopen, praten, eten en schuifelen stoort. - na een voorstelling klapt het publiek om de artiest(en) te bedanken; hoe mooier de voorstelling, des te langer duurt het applaus.
Televisie kijken - het televisieprogramma is al af als je ernaar kijkt. - je kunt het geluid harder of zachter zetten. - je kunt de televisie uitzetten wanneer je wilt. - het speelt zich af in de huiskamer. - er zijn alleen bekende mensen bij die meekijken. - er zijn geen speciale voorzieningen nodig. - je zit net zo dichtbij als je zelf wilt. - je kunt lopen, snoepen of praten zonder het televisieprogramma te storen, alleen de mensen die ook kijken hebben er misschien last van. - na een televisieprogramma geef je geen applaus, want de programmamakers horen of zien je toch niet.
3. Boeken die bij het thema passen:
Eskimo woont in een iglo op de Noordpool. Het is er ijskoud. De wind bijt in zijn neus en dat is niet fijn. Binnenin heeft Eskimo's iglo de kleuren van Afrika. Het is er warm en knus. Soms verveelt Eskimo zich, en dan moppert hij wat. Soms maakt Eskimo zich zorgen, want wat als het ijs op de Noordpool smelt? Soms is Eskimo ziek, maar dan wordt hij verzorgd door Eskimomeisje. En soms valt Eskimo pardoes om, en ziet hij de wereld vanuit een nieuw gezichtspunt! Een bundel met vier verhalen over Eskimo die zich soms verveelt, zich soms zorgen maakt, en soms gewoon gelukkig is. Auteur: W. Opbrouck ISBN: 9789058384393
Willewete: Walvissen & Willewete: Noordpool en Zuidpool Willewete is een reeks informatieve prentenboeken die antwoord geven op de vragen van jonge kinderen. Sommige onderwerpen staan dicht bij hen, andere zijn een beetje verder weg. Willewete-boeken gaan over de wereld en de natuur om ons heen, over het leven in het verleden en het leven nu. Op een speelse manier vertellen deze boeken wat kinderen graag WILLEN WETEN. Elk boek in de serie is volgens een vast stramien opgebouwd. Het bevat versjes, knutseltips en opdrachten, een grote uitklappagina, een stripverhaal en een miniquiz, zodat kinderen echte experts worden!
Auteur:Hans De Beer Co-auteur:Burny Bos Een kleine ijsbeer drijft op een ijsschots weg uit zijn witte poolwereld. Hij komt in een land waar alles groen is. Hij ziet er planten en bloemen en ontmoet vreemde dieren. Wat een avontuur! Toch wil hij graag weer terug naar huis. Zijn nieuwe vriend Hippo het nijlpaard weet daar wel iets op... Een zonnig ijsberen-verhaal. Het belangrijkste thema in dit verhaal is een avontuurlijke reis en de veilige terugkeer in de eigen vertrouwde omgeving. Dit thema komt overeen met dat van het avontuur van Nukka. Intussen komen enkele tegenstellingen in klimaat/omgeving en gedragingen van dieren aan de orde. Het verhaal nodigt als vanzelfsprekend uit tot gesprekjes over verschillen in koude en warme regionen.
Zo worden kleine dieren groot in de vrieskou. Auteur: Hélène Montardre. In tekst, maar vooral ook in (kleuren)foto's, wordt verteld en getoond hoe vijftien verschillende diersoorten opgroeien en leven op en rond de Zuid- en de Noordpool. De bekendste pooldieren passeren in korte hoofdstukken van drie pagina's de revue: de walrus, de stormvogel, de pinguïn, de ijsbeer, de poolvos, de zwaan en de muskusos. Verteld wordt hoe ze opgroeien en worden gevoed, door wie ze worden verzorgd en welke gevaren hen bedreigen. De informatie in korte tekstblokken is geïllustreerd met vele scherpe, al dan niet gemanipuleerde foto's. In redelijk eenvoudige taal ( met soms wel lange, samengestelde zinnen) en in grote letters worden weetjes van elke diersoort besproken.
4. Speelliedje Zeven kleine Eskimo’s Die gingen naar de zee Ze deden warme jassen aan En klommen op hun slee Een poolhond trok de slee vooruit Glijdend over sneeuw en ijs Harder, harder, riepen ze Het was een mooie reis Zeg het liedje op of zing het voor. – Leer de kinderen het versje aan door herhaling. – Laat de kinderen in gesprek met u bijpassende bewegingen bedenken – Voer met de hele groep het liedje uit met de bewegingen. – Wanneer de kinderen het versje kennen, wijst u acht kinderen aan die het versje uitbeelden (zeven kleine Eskimo’s en een poolhond). Wijs daarna een nieuw groepje kinderen aan dat het versje mag spelen. Tot slot kunt u met de kinderen fantaseren wat ze tijdens hun sleereis door de sneeuw allemaal hebben gezien en meegemaakt.