‘Hoera, Tyfus, we zijn een zwakke school’ 24 uursconferentie De Populier, 13-14 september 2011 Harry Jansen van Interstudie-NDO opent de bijeenkomst. “Voor het eerst in de geschiedenis van het netwerk houden we een 24 uursconferentie. Aanleiding was het opspringen van Marco Sturing tijdens de bijeenkomst op het Nassau College in Assen. “We zijn een jaar verder na het predicaat ‘zwakke school’ gekregen te hebben. Jullie mogen kijken, sterker nog: jullie mogen ons van stevige feedback voorzien.”
Op de website van de vo-raad zag ik een leaflet met de mogelijkheid om een audit aan te vragen. Kosten: € 8.500. Morgen gaan wij hetzelfde doen, met maar liefst zes scholen die nota bene hun eigen hotel betalen. In onze voorbereidingsbijeenkomst kwam Harry met de titel: ‘Hoera, we zijn een zwakke school.’ Ik ben het daar niet mee eens. Ik heb er van gemaakt: ‘Tyfus, we zijn een zwakke school. Want je wilt dat niet zijn. Echt niet.’ Ik ga jullie iets over de achtergrond vertellen, te beginnen bij het begin, in mei 2009. De inspectie kwam bij het bestuur, want de opbrengsten waren niet in orde. Dat wisten we zelf ook, als je van die rode vlekken ziet op je opbrengstenkaart, en het zijn er twee, dan heb je een probleem. Eerst zeggen ze: ‘Je bent een risicovolle school.’ Dan krijg je een mailtje van de secretaresse, met de belangrijkste punten voor een verbeterplan dat we moesten schrijven. Binnen een week. Onze reactie: ‘Dat kun je niet maken, in een week tijd?’ Wij gingen bellen, het was een vergissing, dat mailtje had ze niet moeten sturen. Dan komen ze op bezoek. Vroeger werd je in zo’n geval helemaal geïnstrueerd: ‘Dit mag je wel zeggen, dat kun je maar beter niet zeggen. En zorg dat je allemaal hetzelfde zegt”. Nu zeiden we: ‘Nee, we laten het zien zoals het is.’
‘Wat nou hoera? Nee: tyfus, we zijn een zwakke school!’ Marco Sturing. “Welkom op deze bijzondere conferentie. We vragen jullie om te kijken, te observeren, maar ook om te oordelen. Vooral dat laatste is bijzonder, want dat zijn we niet gewend. Het is heel belangrijk voor ons, want we willen weten wat ons te doen staat in de komende periode.
De inspectie kwam en we hebben lang zitten praten. Hun conclusie: Jullie zijn geen zeer zwakke school, en dit zijn de belangrijkste punten waar jullie aan moeten werken: -
Het proces in de klas is niet op orde De zorgstructuur is niet in orde Je hebt geen kwaliteitsplan. 1
De impact was eerst helemaal niet zo groot De impact op school? Die was in het begin helemaal niet zo groot. Er kwamen reacties van docenten als: ‘Het is mijn afdeling niet’, of ‘Dan moet je betere leerlingen hebben’, ‘Het is hun eigen schuld’…
Morgen gaan we iets soortgelijks doen, maar nu met jullie. De focus ligt op het primaire proces. We zijn benieuwd wat jullie daar als buitenstaander van vinden.”
Wanneer kwam de impact wel? Toen we een verbeterplan hadden geschreven. We moesten leiding geven aan een veranderingsproces. Onze nieuwe rector kwam aan met twee adviseurs. Niet iedereen was daar blij mee. Op de werkvloer wordt achteraf wel eens gezegd: ‘Dat hadden we ook zelf kunnen doen, dat had niet zoveel hoeven kosten…’, maar ik heb er veel aan gehad. Daarnaast heb ik ook om me heen gekeken, hoe doen andere scholen het? Ik was onder de indruk van hoe Koos het had gedaan, op zijn nieuwe school, Dingstede. Ik vond dat hele visietraject, maar ook het document zelf zo goed. Vooral dat iedereen erbij betrokken werd. Dat zijn wij ook gaan doen: aan één tafel zitten met leerlingen, ouders en docenten en het hebben over essentiële zaken. We kregen onder andere te horen dat we niet ver genoeg vooruit kijken. Docenten zeggen dat ook: ‘De school mist visie.’ Dat klopt, we zijn doeners, we willen meteen tot actie komen. We zitten heel vaak in de lessen. Vorig jaar heeft elk directielid drie lessen per week bezocht. Daarnaast zijn feedbackformulieren ingevuld door collega's en moesten docenten zelfreflectieverslagen schrijven, naar aanleiding van die feedbackrondes.
Wat helpt nou echt in de klas? Gerrit van Pelt vult aan: “De Populier bestaat volgend jaar 100 jaar. Een kilometer verderop zit het Segbroek, een bloeiende school, 1 km de andere kant op zie je twee bloeiende gymnasia. Je moet je afvragen: “Wat doet er toe in de les? Wat helpt in de klas? Wat is bewezen succesvol en prestatieverhogend? Dan weet je waar je het echt over hebt. De school heeft lange tijd gekabbeld, opeens gingen de alarmbellen rinkelen. Het is zaak dat we de individuele leerling beter gaan bereiken en dat we meer daadkracht tonen. We hebben het idee dat er in het afgelopen jaar iets is veranderd. Als jullie morgen het idee hebben dat dit zo is, horen we dat graag. En ook als het niet zo is. Want daar kunnen we wat mee.” 2
Afscheid genomen van: onwetendheid en vrijblijvendheid Marco: “Ik vergeet het belangrijkste. Wat er veranderd is? Twee dingen: onwetendheid en vrijblijvendheid. Ten eerste de onwetendheid. Dat geldt voor mij, dat je onvoldoende hebt geweten wat er aan de hand is. Ten tweede de vrijblijvendheid. Dat zie je bijvoorbeeld als je een vergadering plant en een avond van tevoren een mailtje krijgt van docent zegt: ‘Helaas kan ik er niet bij zijn, er komen morgen mensen van het Tuincentrum en de vorige keer is dat helemaal fout gegaan…’
Vroeger mailde je terug: ‘Fijn dat je het even laat weten.’ Nu doen we het heel anders: ‘Ik vind het heel vervelend dat je het zo laat laat weten, daar wil ik het met je over hebben… ‘ En we voegen eraan toe: ‘Vanuit de school zien wij dit niet als een reden om niet naar de vergadering te komen.’”
Rector Henk Ordelman: “Het is zo'n proces dat je doorgaat, daarvoor moet je ook als directie elkaar diep in de ogen kijken. Het belangrijkste is dat je het er met elkaar over eens bent, en dat je dezelfde taal spreekt.” Marco schetst nog een voorbeeld waaruit blijkt dat de persoonlijke relatie op De Populier zo belangrijk is geworden, dat je bijna niet meer op een professionele manier over de inhoud, het werk kunt praten. Harry: “De voorbeelden zijn interessant. Het klinkt als een opvatting van vriendschap waarin je blijkbaar niet kunt zeggen wat je vindt. Naar elkaar en jezelf kijken kan mensen doen groeien of laten dichtklappen.” ‘Het zweet staat op de verkeerde rug’ Marco: “We hebben de inspectie gevraagd hun beoordelingsformulieren naar ons te mailen, maar dat doen ze niet. Daarom gaan we aan het werk met de observatieformulieren van Wim van de Grift (hoogleraar Onderwijskunde van de RUG). Die formulieren liggen heel dicht bij het kader van de Inspectie (waar Van de Grift vroeger werkzaam was). We richten ons op kwaliteitsaspect 5 en kwaliteitaspect 6. De inspectie gaf aan dat de betrokkenheid van leerlingen niet in orde is, en dat we geen recht doen aan verschillen. Een punt van kritiek is dat we geen leerstofplanner hebben en dat leerlingen daardoor niet in een eigen tempo kunnen werken. Met dat punt zijn we het overigens niet eens. Voor de rest hanteren we de normindicatoren die bij 5 worden genoemd. Waarom? Simpel: omdat bewezen is dat het werkt.” Geld van Pelt: “Een uitspraak van de inspectie was: het zweet staat op de verkeerde rug.”
3
Filmfragmenten De groep krijgt drie filmpjes te zien van lesfragmenten en wordt gevraagd de inspanningen van de docent te waarderen met een cijfer tussen 1 en 4. 1 staat voor onvoldoende, 2 voor zwak, 3 voor voldoende en 4 voor goed. Marco licht toe: “De lesbezoeken doe je met tweetallen, zoveel mogelijk van dezelfde school, omdat we er over willen praten. Op die manier hebben wij het als directie ook gedaan. Zo’n les beoordelen is natuurlijk heel subjectief, dat moeten we er zoveel mogelijk uit zien te halen. We gaan niet op zoek naar de waarheid, maar naar waarom je iets vindt. En proberen dan zo dicht mogelijk bij elkaar te komen.
inmiddels heel erg gegroeid is. Gebruik de filmpjes dus s.v.p. als kijkmateriaal, en koppel ze los van de personen.” Beoordelingen uitwisselen Na het eerste filmpje valt op dat de uitkomsten van de aanwezigen heel dicht bij elkaar liggen. De beoordelingen zijn niet gunstig, allemaal 1 of 2. Er is te weinig structuur en orde, leerlingen zijn niet betrokken. Alette voegt eraan toe dat de momenten die we nu hebben gezien je ook op een verkeerd spoor kunnen zetten. Want in het tweede deel van dezelfde les is het doodstil en hangen de leerlingen aan de lippen van de docent. Dit ter nuancering. Over de tweede film lopen de beoordelingen flink uiteen, bij film 3 weer iets minder. Betrokkenen geven aan dat het moeilijk is om in zo korte tijd in te schatten of het er IN zit. Naar aanleiding van de bespreking vraagt Kees Maas: “Gaan we beoordelen op wat we zien, of op wat we veronderstellen?” Het antwoord daarop is moeilijk te geven. De veronderstelling is dat we in redelijk korte tijd echt een goed beeld te kunnen vormen van de kwaliteit van een les. Er wordt afgesloten met diner. Aan zee!
Alette Boone, docentcoach op De Populier vult aan: “Ik heb de filmpjes gemaakt. Vooraf wil ik nog even zeggen dat ze niet met dit doel zijn opgenomen, maar voor interne coaching. Bovendien zijn het momentopnames die niet representatief zijn voor de kwaliteit van de betreffende docent. Er zit bijvoorbeeld een jonge docent tussen die 4
Volgende ochtend
Foto-impressies lesbezoeken
Gerrit en Marco leiden de dag in. “Het was onze bedoeling om zoveel mogelijk één klas te volgen. Dat is niet helemaal gelukt, door het rooster en ziekte, maar grotendeels wel. Elk duo interviewt een aantal docenten. Daarnaast vragen we jullie om tijdens de les leerlingen aan te spreken met de vraag of je ze mag interviewen.
Het doel van de interviews met leerlingen is om te onderzoeken hoe zij het onderwijsproces ervaren. Bij docenten is het doel onder meer om te onderzoeken wat de impact was van het stempel ‘zwakke school’. Na afloop staan in deze zaal laptops gereed en heb je de gelegenheid de scorelijsten in te vullen en de interviews uit te werken. Geef ons aanbevelingen in de sfeer van: ‘Hier moet je de komende periode aandacht aan schenken/zorg dat het deze kant op gaat.’”
5
Foto-impressies docentinterviews
Foto-impressies leerlinginterviews
6
7
Analyseren en uitwerken bevindingen
8
-
Bespreking indrukken/beoordelingen met het netwerk Marco: “Geef ons het totaalbeeld. Draai er niet omheen, maar geef echt een oordeel!” Hierna een collage van de bevindingen.
-
Lesbeoordelingen -
-
Wij hebben tweemaal een 4 gegeven. De docent had de klas in de hand en speelde met de stof en de werkvormen. Zelfs de SO was verrassend. Saaie les, steeds dezelfde opbouw.
-
Negatieve benadering. Waarom staat deze docent voor de klas? Onrustige les, onduidelijke uitleg, docent te lang aan het woord Inhoudelijk gezien een fantastische les: een 4, maar op differentiatie een 1. Degelijke les, professionele docent. Maar geen variatie, alles verliep klassikaal. Goede uitleg, leerlingen hebben het naar de zin. Maar er wordt niet zelfstandig gewerkt. Aangename les, goede sfeer, docent kent de leerlingen. Rommelige, vrij klassikale les die wel steeds beter werd naarmate het uur vorderde. Docent legt uit aan een deel van de groep, maar lijkt niet bezig te zijn met: wat doen de andere leerlingen? Fantastisch college, maar geen variatie. Heel goede les, maar wel centraal gestuurd van begin tot eind. De regie ligt volledig bij de docent, van vraagsturing is amper sprake. Differentiatie zagen we alleen in het meer of minder aandacht geven aan leerlingen tijdens het rondlopen in de klas. Differentiatie: nul. Heel klassieke les, 45 min praten, geen interactie, leerlingen passief, pas bij het huiswerk opgeven kwamen ze even overeind. Deze bevlogen, licht chaotische docent bracht ons op het puntje van de stoel. Hij bleef echter te lang doorgaan. Aan het eind van de les lagen twee met het hoofd leerlingen op tafel, na 30 minuten is alle aandacht weg. Bevlogen docent, die echter de gezagsondermijnende jongens niet aankan. Het is een hoorcollege, ze mogen niet zelf wat doen.
9
-
-
Voor leerlingen is dit een topdocent. Hij is actief, leerlingen denken mee, maar verder gebeurt er niet zoveel. Opvallend is dat hij zei: ‘Differentiatie? Daar doe ik niet aan.’ De docent was heel hard aan het werk, de hele les aan het woord. Wij zagen een bijzonder les: de klas bestond uit twee leerlingen die een klassikale les kregen.
-
Interviews leerlingen -
-
-
Het individuele rendement van de lessen is 30-50% (‘Dit pik ik ervan op.’) Wat oppervlakkig in hun oordeel. E zijn wel betrokken. Zoeken meer uitdaging en interactie. Huiswerk zou beter gepland en strakker georganiseerd moeten worden. Leerlingen geven de school een 7. Lesbezoeken en intervisie moeten gehandhaafd blijven. Onderwijs moet meer gericht worden op het werken vanuit verschillen en groei naar zelfstandigheid. Veilige school, leuk, betrokken, maar ook: saai. We willen veel meer zelf initiatieven kunnen nemen. De leerlingen staan op ontvangen, ze voelen zich ‘stofverwerkers’.
Interviews docenten -
-
Kwaliteit beter waarborgen. Er is geen duidelijke visie. De directie bestaat uit doeners, niet uit denkers. Er is geen goed analytisch onderzoek gedaan naar ‘waarom zijn we zwak geworden’. De directie is naar buiten toe meer een eenheid geworden.
-
Wij zijn niet zwak, wij zijn er voor onze leerlingen. Docent moest heel lang nadenken over: ‘Wat is nou de kracht van deze school?’ Zeer ingenomen met zichzelf: ‘School kan wel zwak zijn, maar wij doen het goed.’ Na het stempel ‘zwakke school’ werd de directie heel actief, vooral in het kijken naar, en benoemen van wat niet goed ging. Opeens moest er van alles gebeuren. De kracht van de school is de sfeer. Het is een familieschool, gezinnen zitten generaties lang op De Populier. Er is wel meer openheid ontstaan, dat ervaar je vooral in het bij elkaar in de les kijken. De drie R’en - rust, reinheid en regelmaat - zitten in de genen van De Populier. Wij pamperen de leerlingen. Goede traditionele school, veilig, maar wel volledig docentafhankelijk, niet leerling gericht.
Tips -
Maak ramen in de deuren, het is niet helder wat er in het lokaal gebeurt. Doe aan moment-coaching. Biedt docenten de cursus activerende didactiek aan. De leerling meer verwarren, minder vaak antwoord geven. Laat ze maar wat pijn lijden tijdens het leren.
10
11
Uitwisseling met de docenten van De Populier De eerste twintig minuten worden besteed om de docenten een algemene indruk te geven van de oogst van lesbezoeken en interviews. Dat wordt gedaan in de vorm van drie ‘Worldles’, die Mara Lammertzen heeft opgesteld door tijdens de bespreking hiervoor trefwoorden op te schrijven. Aan de docenten wordt gevraagd er steeds een woord uit te pikken waar ze wat meer over willen weten.
Wordle 1 - Lesbezoeken passief/rode draad Docent heel bevlogen, leerlingen passief, in een consumerende houding. snel Over een dag als geheel ligt het tempo zo hoog. bereidheid Leerlingen zijn bereid om te doen wat hij gevraagd wordt, braaf. chaotisch In het tweede deel van een les ebt de aandacht weg. boeiend Veel docenten zijn fantastische vertellers…die ZIJN hun stof, verbinden dat met hun eigen leven. 12
13
Wordle 2 - Docentinterviews ikdoenietaandifferentiatie Heel bevlogen docent, wisselde af op het bord, met filmpjes, maar niet in de interactie met leerlingen. rustreinheidregelmaat Deze kenmerken zitten diep in het DNA van De Populier. Dit werd door de betreffende docent als basisvoorwaarde voor leren genoemd. afwachtend Dit gaat over de docenthouding. Hij wacht af. We weten dat we een zwakke school zijn, maar we wachten af wat de directie zegt dat er moet gebeuren. Docenten zien meer eenheid bij de directie, leerlingen geven aan dat sommige docenten eilanden zijn, met name in de bèta hoek. beweging Docenten staan meer open om bij elkaar te gaan kijken en bij zichzelf in de les te laten kijken. Ook vandaag zien we dat.
14
Worlde 3 - Leerlinginterviews Meer blokuren Twee leerlingen noemden dit als tip. Saai Bijna alles is instructie. Kinderen horen heel veel, maar zijn te weinig zelf aan het werk. graagmeerlesbezoeken Leerlingen missen groei van hun zelfstandigheid. Ze zijn bang voor hoe dat straks moet op het hbo of de universiteit. pamperen Leerlingen hebben ook last van het stempel. Je wilt niet op een zwakke school zitten. graagtoneelstukjes Meer verwerkingsvormen. Met name in de eerste klas, waar de overgang voor leerlingen zo groot is. ratelen De ene leerling zei: ‘Dat geklets tijdens de les, daar leer ik van.’ Een ander zei: ‘Mij leidt het juist af, daardoor leer ik juist niks in de les.’
15
Harry: We mochten een ochtend meemaken wat leerlingen meemaken, en daar lijnen in zien. Mara: Een vervolgidee zou zijn: hoe loopt de klas een week door? Als je dat weet, snap je meer over de verdeling van het geheel. Als daarin veel afwisseling zit, valt het misschien best mee op het gebied van differentiatie. De meeste docenten weten vaak niet hoe die vorige les in elkaar steekt. Op het moment dat je je daar meer van bewust of beter over geïnformeerd bent, kun je de pedagogisch-didactische aanpak op elkaar afstemmen.
Uitwisseling: je individuele feedback halen
De bezoekende duo's van het netwerk zitten bij elkaar. ‘Gevisiteerde’ Populier docenten gaan naar hen toe en halen hun feedback.
16
we dat ook, dat neemt niet weg dat we ook hier met incidenten te maken hebben.” Gerrit: “De uitslag kan zo zijn dat de cultuur op school wel veranderd is, en dat de professionaliteit is verhoogd, maar dat je er in de klas nog niet zoveel van merkt. Ik vind dat wij daar als leiding geen genoegen mee kunnen nemen, we moeten er op blijven inzetten.”
Afsluiting Marco bedankt iedereen voor de aanwezigheid, inbreng en de positiefkritische feedback. “Het was heel spannend om te doen, en het heeft heel goed uitgepakt. De sfeer was goed en de uitkomsten waren echt een oordeel. Wat ik er uit heb gehaald? Er wordt heel klassikaal les gegeven, maar wel virtuoos. Dat is het type docent dat we in huis hebben, het is onze kwaliteit, maar ook de valkuil. Ik realiseer me overigens wel dat we vandaag te maken hadden met een redelijk brave groep leerlingen, die thuis ook gestimuleerd worden. Niet alle klassen zien er zo uit. Tot slot hebben jullie het beeld gekregen dat we een veilige school zijn. Zo voelen
Marco: “Het resultaat van vandaag is de bevestiging van wat we wisten of vermoedden en heel goede mest om op deze weg verder te gaan.” Kees Maas: “Klaarblijkelijk is er een goede beweging op gang gekomen. Dat geeft veel mogelijkheden om de volgende stappen te maken.” Hennie van de Heuvel: “Als ik inspecteur zou zijn, zou ik dit fantastisch vinden, dat je zoveel scholen uitnodigt. Chapeau.”
17
Johan: “Ja. Tegelijkertijd weet ik dat de inspectie zwart-wit kijkt, en vooral focust op wat er nog moet gebeuren. Er is nog veel te doen, gebruik de beschikbare tijd om echt van het predicaat af te komen.” Marco: “Dat moeten we de docenten duidelijk maken: jullie hebben de macht om het beeld bij te stellen.” Anja Dijkstra: “Maar jullie als leiding hebben er wel een grote rol in. Je zet docenten op een bepaald spoor. Je zag in de gesprekken: ‘O ja, het kan ook zo, daar heb ik nog nooit aan gedacht’. Dat willen ze misschien ook van de schoolleiding. En een schouderklopje.” Johan: “De inspecteur komt niet leerlingen bevragen (dat doen ze slechts hier en daar). Ik denk dat er ook gekeken moet worden naar: hoe kan je met leerlingen samenwerken om te voorkomen dat je als school het predicaat zwak krijgt of houdt. Ook in de houding en perceptie van leerlingen zitten allerlei belemmeringen.” Harry Jansen vraagt of de eerste 24 uursconferentie is bevallen. Dat is ie. Vervolgens vraagt hij de nieuwkomers een woord te geven voor hoe ze het netwerk hebben ervaren. -
Openheid. Verdraagzaamheid van scholen om elkaar, we doen dit samen. Nieuwsgierigheid en gretigheid. Openheid, maar ook kwetsbaarheid, zo om te gaan met het predicaat zwak. Betrokkenheid. Alles is al gezegd. Voor mijzelf was het buitengewoon boeiend om een keer bij een andere school in de keuken te kijken. Ik heb er heel veel van geleerd.
-
Verbondenheid, zowel binnen het netwerk als in de docenten van deze school. Dubbele spiegel, je wordt gevraagd anderen een spiegel voor te houden, tegelijkertijd kijk je er zelf keihard in.
Volgende netwerkbijeenkomst Harry: “Wat gaan we volgende keer doen?” Anja: “Wat we vandaag gedaan hebben en boven tafel hebben gekregen, is van belang voor alle scholen. Er is zoveel te verbeteren. Je moet hier een vervolg op doen.” Wout Zilverberg: “Het is heel lang geleden dat het netwerk op Stad & Esch kwam. Wij hebben het thema diversiteit en digitalisering in de aanbieding.” Mara: “Je kunt kwaliteitsindicator 6 en het thema digitalisering combineren. En koppel het ook aan Dingstede, die is ook bezig met ICT.” Als aanvullend thema wordt de mentormethode genoemd die Harke heeft geschreven en waar De Populier, Stanislascollege en CSG Dingstede mee zijn gestart. Het zou leuk zijn om de eerste ervaringen te delen met het netwerk. Als datum voor de volgende netwerkdag staat gepland 1 november. Enkele scholen geven aan dat dit voor hen niet gaat lukken. Binnenkort laten we via Datumprikker weten of er een nieuwe dag wordt gepland.
18