titel
Hoe overwin je computervrees bij medewerkers?
eerste druk
DH_SW_PT_01_13
auteur
Fred Beumer
redigeerwerk
Redigon (Mw. G. Gerritsen)
druk
Hollandridderkerk, Ridderkerk
Digitaal Leerplein Postbus 50, 6990 AB Rheden website: www.digitaalleerplein.nl E-mail:
[email protected] Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieen, opnamen, of op enige andere wijze, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Ondanks de aan de samenstelling van de tekst bestede zorg kan de uitgever geen aansprakelijkheid aanvaarden voor eventuele schade, die zou kunnen voortvloeien uit enige fout, die in deze uitgave zou kunnen voorkomen.
Hoe overwin je computervrees bij medewerkers? Docentenhandleiding
Inhoudsopgave Docentenhandleiding
De rol van de docent 10 Wat is een digibeet? 11 De opzet van de modulen PC-vaardig 12 Wat hebt u nodig om les te geven? 13 De PC-vaardig modulen 14 De begeleiding van de cursist De analyse van een groep 18 Kijkwijzer 19 Thema’s en aandachtspunten 20 Planningsformulier 21 SMART 22
Inleiding Waarom een cursus “van Digibeet naar Zelfredzaam”? De wereld om ons heen verandert zeer snel. De computer en het gebruik van internet hebben hierbij een belangrijke rol. De computer en internet zijn bijna niet meer weg te denken en bij veel dagelijkse handelingen is een computer een vereiste. Deze verandering zal steeds verder toenemen. Het is daarom van groot belang dat mensen met geen of slechts weinig computerervaring, “Digibeten”, ook vertrouwd raken met de digitale snelweg. Het is niet de bedoeling dat ze alles moeten weten, uitgangspunt is dat mensen “Zelfredzaam” worden. Zelfstandig kunnen omgaan met de computer en het internet. Deze docentenhandleiding geeft u als docent de handvatten om aan de hand van het lesmateriaal de cursisten zelfredzaam te maken. De cursus bestaat uit een werkboek en videolessen op het internet. Deze videolessen visualiseren de lesstof voor de cursist en zijn als naslagwerk een belangrijk middel. Deze handleiding laat u zien op welke wijze u de lessen onderricht en binnen welk tijdsbestek. Houd deze handleiding bij uw voorbereiding op de lessen die u begeleidt aan de cursisten. De inhoud van de lessen richt zich op de volgende thema’s: Windows Internet E-mail Word
Videolessen op het internet Digitaal Leerplein stelt de cursist in staat om na elke paragraaf die in het boek wordt behandeld een instructievideo op het internet te bekijken. Deze instructievideo laat het u na het doorlezen van de lesstof zien. Digitaal Leerplein stimuleert en ondersteunt de digibeet op het gebied van verantwoord computergebruik. Bij alle activiteiten die Digitaal Leerplein onderneemt, staat de ontwikkeling van de deelnemer centraal. Aan het einde van een paragraaf wordt middels afbeelding van een beeldscherm verwezen naar de internetpagina waar u de videoles voor die paragraaf kunt bekijken. Meerdere cursussen kunt u ook vinden op de website www.klikmee.nl
Docentenhandleiding
◊ ◊ ◊ ◊ ◊
De rol van de docent Wat is een digibeet? De opzet van de modulen PC-vaardig Wat hebt u nodig om les te geven? De PC-vaardig modulen
◊ De rol van de docent Deze handleiding is bedoeld om u als docent voldoende kennis te bieden, zodat u de lessen kunt geven. Digibeten merken vaak dat anderen hen voorbij gestreefd zijn als het gaat om computerkennis en –vaardigheden. We gebruiken zo min mogelijk computerjargon. Daar waar jargon wordt gebruikt, leggen we het begrip uit. Stap voor stap leiden we u door de materie van verantwoord computergebruik. Ga bij de lesstof ook vooral in op de leuke aspecten van de computer en het internet. Bespreek met de cursisten wat zij leuk vinden aan de computer, de e-mail en het internet en of zij websites kennen. U kunt de cursisten laten vertellen waarom ze een bepaalde website leuk vinden. Pas daarna gaat u praten over de valkuilen van de computer en het internet. En welke oplossingen zij zelf al bedacht hebben. Dit kunt u aan de hand van elk hoofdstuk herhalen. • Eerst positieve kanten van het onderwerp van het hoofdstuk • Daarna de valkuilen • En natuurlijk de oplossingen De cursist De vier hoofdstukken (ongeveer tien lesuren) laten de cursist de basishandelingen zien en zij leren ermee werken. U zult merken dat uw cursisten graag willen vertellen over wat hen bezighoudt. Geef de cursisten de ruimte om over hun eigen ervaringen te vertellen. Waarschijnlijk staat u versteld van wat ze allemaal al weten, tegen zijn gekomen en de oplossingen die ze zelf gevonden hebben. Samen met de cursisten doorloopt u het werkboek en de internetlessen. De lessen zijn erop gericht om de leerlingen inzicht en vaardigheden aan te leren om op een goede manier om te gaan met de computer, het internet en e-mail en alle aspecten die daarbij voorkomen.
10
◊ Wat is een digibeet? Volgens de “van Dale” is een digibeet iemand die niets van computers weet. We mogen er dan vanuit gaan dat deze mensen ook niets van internet weten, je komt immers alleen op internet door basiskennis computervaardigheden te hebben. In 2009 had 7% van de huishoudens geen computer in huis en ook 7% had thuis geen toegang tot het internet. Digibeten missen veelal de vaardigheden. Vaardigheden die te maken hebben met knoppenkennis. “Hoe zet ik de computer aan?” tot en met het navigeren op het internet. Het kan ook voorkomen dat digibeten geen knoppenkennis hebben, de basisvaardigheden, maar toch weten hoe ze moeten zoeken op “Google”. Digibeten zijn niet allemaal gelijk, ze zijn in groepen te verdelen. Iets wat voor u als docent ook van belang is om achter te komen. • Mensen die geen idee hebben of geen beeld bij wat de computer en internet hen brengen. • Mensen die wel gebruik willen maken, maar het niet kunnen • Mensen die internet niet als een vooruitgang zien, maar als een bedreiging • Mensen die afwachten en niet direct inzien dat internet nodig is • Mensen die wel willen werken met de computer, maar het erg moeilijk vinden Tijdens een eerste gesprek met de cursisten is het van belang om te doorgronden met welke digibeet u te maken hebt. Voor het vervolg maakt dit zowel voor u als voor de cursist veel verschil.
11
◊ De opzet van de modulen PC-vaardig De opzet van de lessen is als volgt: Drie modulen van elk ongeveer 3 uur. De cursist werkt met een werkboek en de digitale leeromgeving op internet (blended learning). In drie modulen van elk ongeveer 3 uur lopen de cursisten samen met de docent de thema’s door die de cursist de basisvaardigheden leren. Tijdens alle drie de PC-vaardig modulen is altijd het werkboek leidend. Via het werkboek wordt de cursist gevraagd de lessen op internet te oefenen. In hoofdstuk 2 van deze handleiding wordt het observeren van de cursisten door de docent besproken. Dit geeft de docent handvatten om met een groep te werken waarbij het niveau van de cursisten verschillend is. Onderstaand een korte inhoud van de drie modulen PC-vaardig: Module 1: PC vaardig Windows Om met de computer te kunnen werken is het van belang dat de cursist allereerst knoppenkennis leert. Het aan- en uitzetten van de computer, omgaan met de muis en het toetsenbord worden dan ook als eerste behandeld. Vervolgens worden lessen Windows besproken. Hierin komen alle basisvaardigheden aan bod zoals; Bureaublad en Pictogrammen, Taakbalk, Startmenu en Snelkoppelingen. Module 2: PC vaardig Internet Internet neemt een steeds belangrijkere rol in het dagelijks leven in. Om met internet te kunnen omgaan is het van belang te weten waar de cursist dit mee doet en hoe een browser werkt. Waar vult hij/zij een webadres in en hoe kun je informatie zoeken? Module 3 : PC vaardig E-mail Het versturen van E-mailberichten behoort ook tot de dagelijkse bezigheden van velen. Het werken met een e-mailprogramma en het maken, beantwoorden en doorsturen van e-mailberichten komen aan de orde. Het maken van contactpersonen en het opschonen en ordenen van berichten.
12
◊ Wat hebt u nodig om de lessen te geven? Iedere les zal er gebruik worden gemaakt van een combinatie van het werkboek en de internetlessen. De lessen vinden zowel klassikaal als achter de computer plaats. Een les wordt vooraf klassikaal behandeld en vervolgens gaan de cursisten achter de computer de videoles behorende bij het onderwerp bekijken. Vervolgens is er tijd voor vragen over het betreffende onderwerp en wordt verder gegaan met de volgende les. De reden van klassikaal en achter de computer is enerzijds het weghalen van angst voor het onbekende en anderzijds de cursist één maken met de methodiek zodat hij/zij thuis ook kan werken met de computercursus. Uw (voor)kennis Het materiaal is zo geschreven dat u er zelf vast ook van leert. Veel docenten hebben veel ervaring maar zullen desondanks van de cursisten kunnen leren. Hier voorziet deze handleiding in. Leermiddelen U werkt vanuit het werkboek en met het internet waar de videolessen staan die bij het werkboek horen. De eerste hoofdstukken uit het werkboek worden gezamenlijk doorlopen en leren de cursist knoppenkennis waaronder het aan- en uitzetten van de computer en de locatie op het internet waar de videolessen staan. Deze twee hoofdstukken zijn van groot belang voor het verdere verloop van de cursus. Media Cursisten kunnen het geleerde nakijken in videofragmenten binnen de digitale leeromgeving. Daarnaast kunnen ze daar de lesstof nalezen en oefeningen maken. Lesaanpak Gebleken is dat leerkrachten heel divers met het lesmateriaal omgaan. Dat is juist ook het sterke punt van dit lesmateriaal. Het kan op meerdere manieren doorlopen worden. Om u een indruk te geven hoe u de lessen kunt inzetten en de opdrachten kunt uitvoeren, geven we een aantal voorbeelden. Klassikaal • klassikaal de tekst van het lesboek doornemen en met de leerlingen bespreken • groepsgesprekken over de diverse onderwerpen • bekijken van de videolessen via een beamer • de opdrachten klassikaal voorbespreken en waar mogelijk opdrachten individueel uitvoeren • cursisten zelf de tekst laten doorlezen • het onderwerp in het lokaal bespreken met de hele groep (klassikaal) • leerlingen de opdrachten individueel laten uitvoeren Gemiddelde tijdsinvestering Bij elk hoofdstuk wordt aangegeven wat ongeveer de gemiddelde tijdsinvestering voor het uitvoeren van de les en opdrachten is. Met name de eerste twee hoofdstukken vergen tijd. Niet vanwege de lesstof maar vanwege de eerste ervaringen voor cursisten die niet eerder een computer hebben gezien en nog nooit met een muis hebben gewerkt.
13
◊ De PC vaardig modulen Module 1 PC vaardig Windows Doel: • • •
Cursist weet globaal hoe Windows werkt Cursist kent basisonderdelen van Windows Cursist is in staat zelfstandig de videolessen op internet te benaderen
Te behandelen onderwerpen: • Het bureaublad en de pictogrammen • De vensters • De taakbalk • Het startmenu • Snelkoppeling maken • Mappenbeheer Een nieuwe map maken Een map verplaatsen Een mapnaam wijzigen Een map verwijderen Gemiddelde tijdsinvestering: 3 lesuren Media E-learning, videofragmenten en digitale oefenstof
14
Module 2 PC vaardig Internet Doel: • • • •
Cursist weet hoe hij/zij internet opstart Cursist herkent de onderdelen van de browser Cursist kan navigeren door een internetpagina Cursist kan informatie zoeken van het internet
Te behandelen onderwerpen: • • • • • •
Internet opstarten en afsluiten Onderdelen van Internet Explorer Internetpagina openen en navigeren Startpagina aanpassen De helpfunctie Favorietenlijst maken
Gemiddelde tijdinvestering: 3 lesuren Media E-learning, videofragmenten en digitale oefenstof
15
Module 3 PC vaardig E-mail Doel: • Cursist kan het e-mailprogramma openen • Cursist kan e-mail lezen • Cursist kan e-mail maken, verzenden, beantwoorden en doorsturen • Cursist kent contactpersonen Te behandelen onderwerpen: • • • •
Onderdelen Outlook Express De basishandelingen Contactpersonen toevoegen Een bijlage versturen
Gemiddelde tijdinvestering: 3 lesuren Media: E-learning, videofragmenten en digitale oefenstof
16
De begeleiding van de cursist
◊ ◊ ◊ ◊ ◊
De analyse van de groep Kijkwijzer Thema’s en aandachtspunten Planningsformulieren SMART
17
◊ De analyse van de groep De analyse van een groep Om een groep op een hoger niveau te krijgen is een planmatige aanpak vereist. Door stelselmatig en doelgericht thema’s te behandelen, krijgen cursisten tijd en ruimte om zich computervaardigheden eigen te maken. Een planning helpt de trainer om effectief aan de slag te gaan. Het maken van een planning kan aan de hand van diverse analyseformulieren. Hieronder wordt stapsgewijs uitgelegd hoe de trainer een planning vorm kan geven. Let op: de formulieren zijn een hulpmiddel, elke groep is uniek en vraagt mogelijk om aanpassingen. Kijkwijzer: De kijkwijzer is een grof hulpmiddel om de groep te analyseren. Met behulp van de kijkwijzer kan de trainer een inzicht krijgen in de thema’s waarvan hij/zij vindt dat ze de komende periode aan bod moeten komen. Afhankelijk van het niveau van de cursisten wordt een planning voor korte of lange termijn vastgesteld. Met name voor digibeten zal gewerkt moeten worden aan de hand van een planning voor een langere periode. Thema’s en aandachtspunten: Na het invullen van de kijkwijzer kan de trainer gebruik maken van het formulier waarop de thema’s en aandachtspunten aangegeven worden. Het formulier dwingt de trainer te kiezen uit alle mogelijke thema’s van de kijkwijzer. Het vraagt erom nauwkeurig te kijken wat precies de aandachtspunten zijn bij het genoemde thema. Daardoor zorgt het ervoor dat de trainer systematisch kan werken over een bepaalde termijn. Planningsformulier: Nadat de trainer de thema’s en aandachtspunten heeft vastgesteld, kan hij/zij elk thema uitwerken in oefenstof. Analyseformulieren: Om een nog scherper beeld te krijgen van de groep en/of individuele cursisten kunnen de analyseformulieren gebruikt worden. Diverse thema’s worden op steekwoorden uitgewerkt.
18
◊ Kijkwijzer Kijkwijzer (inventariseren) Naam cursist: ………………………………………… Motivatie Cursist gemotiveerd Duidelijk beeld van de inhoud Positieve instelling Knoppenkennis PC vaardig Beheerst toetsenbord Beheerst muisvaardigheden Windows Beheerst basisvaardigheden Beheerst mappenstructuur E-mail Beheerst basisvaardigheden Beheerst Nieuwe e-mail maken Beheerst beantwoorden Beheerst doorsturen Contactpersonen toevoegen Internet Beheerst basisvaardigheden Beheerst gericht zoeken Beheerst algemene zaken Tekstverwerken Beheerst basisvaardigheden Kan nieuwe tekst maken Kan nieuwe tekst opslaan Kan nieuwe tekst wijzigen Vervolg Cursist staat open voor vervolg
Datum:………………………………… 1 2 3 4 5
Opmerkingen
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0
0 0 0 0 0
0 0 0 0 0
0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0 0
19
◊ Thema’s en aandachtspunten Thema’s en aandachtspunten Thema 1: ………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………………………......... Aandachtspunten: 1: ………………………………………………………………… 2: ………………………………………………………………… 3: ………………………………………………………………… 4: ………………………………………………………………… Thema 2: ………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………. …………………………………………………………………………………………………………..... Aandachtspunten: 1: ………………………………………………………………… 2: ………………………………………………………………… 3: ………………………………………………………………… 4: ………………………………………………………………… Thema 3: ………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………. …………………………………………………………………………………………………………..... Aandachtspunten: 1: ………………………………………………………………… 2: ………………………………………………………………… 3: ………………………………………………………………… 4: …………………………………………………………………
20
◊ Planningsformulieren Planningsformulier Naam cursist: …………………………………………
Datum:……………………………………
Thema: …………………………………………………. Aandachtspunten Oefenstof
Aandachtspunten Oefenstof
Aandachtspunten Oefenstof
Aandachtspunten Oefenstof
21
◊ S.M.A.R.T. S.M.A.R.T. Tijdens het invullen van de “Kijkwijzer”, de “Thema’s” en de “Aandachtspunten” kom je aan de planning. Om een juiste planning te maken zijn vooraf een aantal vragen erg belangrijk voor jou in het belang van de cursist: • • •
Kies je voor een korte- of een langetermijnplanning? Wat is zelfredzaam? Wanneer is een cursist zelfredzaam?
Iedere cursist is anders en heeft zijn/haar specifieke aandachtspunten. Dit wil dus tevens zeggen dat aan de hand van de ingevulde formulieren je een heel goed beeld krijgt van de cursist. Doordat je dit beeld krijgt kun je een planning op maat maken die SMART is en aansluit op bovenstaande vragen. Kies je voor een lange- of kortetermijnplanning? Bij het invullen van de “Kijkwijzer” krijg je op hoofdlijnen een goed beeld van de cursist. Wat is het niveau en waar wil je naar toe? Wanneer een cursist een beginnend niveau heeft, weet je dat de planning langer is dan wanneer het niveau bij instappen hoger ligt. Het is belangrijk dit te bepalen en ook de duur van het traject. Wil je een juiste planning dan moet naar de cursist toe duidelijk aangeven hoe lang je denkt dat het traject gaat duren. Juist de cursist moet samen met jou hiervan weten om de voortgang tot een succes te laten worden. Wat is zelfredzaam? De basistraining heeft als doel cursisten zelfredzaam te maken. Dit betekent dus allerminst dat je verplicht alle lesstof moet doorlopen. Dit betekent dat de cursist in staat moet zijn met de computer om te gaan in combinatie met de werking van het boek. Wanneer dit zo is kan zelfstudie ingezet worden voor het verdere verloop. Cursisten die een beginnend niveau hebben is wel aan te raden om de basisvaardigheden goed te doorlopen met de groep alvorens ze los te laten op zelfstudie. Cursisten die een hoger niveau hebben zijn al zelfredzaam wanneer ze geheel zelfstandig met de lessen kunnen werken. Je kunt er dan voor kiezen om huiswerkopdrachten mee te geven en terugkommomenten af te spreken met de cursist. Dit laatste is belangrijk voor het verdere verloop van de cursus. Wanneer is een cursist zelfredzaam? Dit is afhankelijk van het leerbedrijf. Kies je ervoor om iemand zo snel mogelijk zelfstandig aan de cursus te krijgen, dan is het van belang dat de cursist de werking van de cursus kent en de website op het internet kan raadplegen. Dan kan de cursist al zelfstandig verder. Blended learning: Ook kun je kiezen voor een vast aantal lessen dat klassikaal wordt verzorgd. Cursisten hebben een vast aantal dagdelen en afhankelijk van het niveau kan dit iets meer of juist minder zijn. Houd voortdurend de planning per cursist bij en bepaal wanneer de cursist de doelstelling die je hebt gemaakt als trainer hebt bereikt. 22
SMART Bij het opstellen van de planning is het van groot belang dat je een SMARTe planning maakt. Wat dit betekent lees je hieronder. Dit is van groot belang om voor beide partijen een juist beeld te hebben van de training en weet wanneer doelen zijn bereikt.
Specifiek Probeer bij het schrijven van de aandachtspunten op de verschillende thema’s zo nauwkeurig mogelijk te schrijven. Schrijf niet bijvoorbeeld: “Kan niet goed met de muis omgaan”, maar benoem veel specifieker wat er dan extra aandacht nodig heeft, bijvoorbeeld “het dubbelklikken is een groot probleem”. Alleen dan kun je daarop inspringen met lesstof.
Meetbaar Wanneer je een planning maakt is het van groot belang om meetpunten te maken. Wanneer je simpelweg start met een cursus en datgene voorlegt wat je in de planning hebt zonder echt te kijken naar de behoefte (Kijkwijzer) kun je geen meetpunten instellen. Bereikt mijn cursist vorderingen t.o.v. de eerste lessen. Waar moet ik eventueel bijspringen?
Acceptabel Bij het opmaken van een planning is acceptabel een belangrijk item. Wanneer je een digibeet in de groep krijgt is het niet acceptabel een doel te stellen om deze cursist binnen drie weken volledig mediawijs te hebben gemaakt.
Realistisch Ook realistisch blijven is van belang bij het maken van een planning. Wanneer iemand moeite heeft met lezen is het niet realistisch om deze persoon alle ins and outs van het programma Word voor te schotelen. Zorg dat je de persoon goed inschat en kijk wat een reëel doel is als einddoel. Dit is tevens van groot belang voor de cursist en zijn/haar zelfvertrouwen.
Tijdgebonden Bij aanvang van de cursus liefst een planning hebben per persoon of groep. Zij starten met de cursus voor een bepaalde termijn. Zie je als trainer dat de tijd voor een cursist te krap is dan kun je dit bijstellen wanneer je het kunt beargumenteren. Dit kan alleen wanneer je per cursist of groep bijhoudt wat we hebben besproken in voorgaande tekst. Zorg dat je een juist beeld hebt van de mensen in je groep. Het helpt jezelf tijdens het lesgeven, (denk aan structuur) en het helpt de cursist.
23