Campus Sint-Jorisstraat Bachelor Sport en bewegen St.-Jorisstraat 71, 8000 Brugge Tel.: 050 33 32 68 Fax: 050 34 62 54
[email protected] www.howest.be
Hoe kan een acht weken durend CrossFit geïnspireerd trainingsprogramma inspelen op de noden en verlangens van gedetineerde mannen binnen het PCB? “Eindwerk voorgelegd tot het behalen van de graad Professionele Bachelor Sport en Bewegen.”
Naam : Levi Debruyne Promotor Howest: Veerle Dubuy Academiejaar: 2014-2015 Opleiding: Bachelor Sport en bewegen !
Campus Sint-Jorisstraat Bachelor Sport en bewegen St.-Jorisstraat 71, 8000 Brugge Tel.: 050 33 32 68 Fax: 050 34 62 54
[email protected] www.howest.be
Hoe kan een acht weken durend CrossFit geïnspireerd trainingsprogramma inspelen op de noden en verlangens van gedetineerde mannen binnen het PCB? “Eindwerk voorgelegd tot het behalen van de graad Professionele Bachelor Sport en Bewegen.”
Naam : Levi Debruyne Promotor Howest: Veerle Dubuy Academiejaar: 2014-2015 Opleiding: Bachelor Sport en bewegen
De auteur geeft de toelating dit afstudeerwerk voor consultatie beschikbaar te stellen en delen van het afstudeerwerk te kopiëren voor persoonlijk gebruik. Elk ander gebruik valt onder de beperkingen van het auteursrecht, in het bijzonder met betrekking tot de verplichting van de bron uitdrukkelijk te vermelden bij het aanhalen van resultaten uit dit afstudeerwerk.
Woord vooraf Bij het schrijven van dit voorwoord denk ik dankbaar terug aan de inzichten en ervaringen die ik opdeed gedurende acht intensieve maanden. Het was mijn opzet om binnen de drugsvrije afdeling van de gevangenis van Brugge na te gaan in hoeverre het sportaanbod tegemoet kwam aan de noden en verlangens van de gedetineerden, om van daaruit vertrekkend een programma uit te werken dat daar rekening mee hield. Het is onmogelijk om iedereen te bedanken die een bijdrage leverde aan dit werkstuk. Ik beperk me daarom tot de belangrijkste personen. Eerst en vooral wil ik mijn dankwoord naar mijn promotor Veerle Dubuy richten, die mij gedurende deze ganse periode met raad en daad bijgestaan heeft. Haar adviezen zijn telkens van onschatbare waarde geweest. Daarnaast wil ik mijn stage mentor Eve Pittoors bedanken die me steunde tijdens het uitwerken van mijn product op de stageplaats. De directie van het PCB wil ik vooral danken omdat zij ten allen tijde aanspreekbaar was en mijn project organisatorisch mogelijk maakte. Als laatste wil ik alle beambten en deelnemende gedetineerden van het Penitentiair complex Brugge bedanken voor hun gastvrijheid en enthousiasme tijdens het uitwerken van het trainingsprogramma.
!
Abstract In deze bachelorproef wordt dieper ingegaan op het belang van een degelijk uitgebouwd sportaanbod voor personen in detentie. Beweging voor gedetineerden is onontbeerlijk. Eerst en vooral wordt sport beschreven vanuit een breder kader, waarna de effecten van fysieke activiteit en sport binnen de muren worden bestudeerd. Er wordt een duidelijk verschil geschetst tussen de waarden van teamsporten en de individuele sporten binnen detentie. Er wordt nagegaan in welke mate gedetineerden nood hebben aan bepaalde trainingsmogelijkheden of programma’s. Het praktijkgedeelte probeert van hieruit een aanbod te bieden dat inspeelt op de behoeften van zowel de directie als van de gedetineerde zelf. Dit trainingsprogramma wordt gegeven over een periode van acht weken waarbij de motivatie en feedback van de deelnemende gedetineerden in kaart worden gebracht. Er wordt gewerkt naar een Crossfit geïnspireerd trainingsprogramma waarbij de gedetineerden ruimte krijgen voor een eigen inbreng. Dit programma kan op termijn mogelijks in andere gevangenissen gegeven worden, maar werd in eerste instantie gecreëerd en uitgetest door en met gedetineerden van het Penitentiair Complex te Brugge. Aan de hand van diepte-interviews wordt nagegaan in welke mate dit programma tegemoet komt aan de wensen en verlangens van de deelnemende gedetineerden. Het resultaat is een vernieuwend en breed gevarieerd programma dat zowel oog heeft voor het aanbieden van educatieve prikkels alsook afgestemd is op het beoefenen van de meest geliefde activiteit binnen de gevangenis.
Inhoudsopgave ALGEMENE INLEIDING GEDACHTENSCHEMA ............................................................................................................................................................................. HOOFDSTUK I
1
1. FYSIEKE ACTIVITEIT EN SPORT
1
1.2 DE BETEKENIS VAN DE TERM “SPORT” ......................................................................................................................................... 2 2. ROL VAN SPORT EN FYSIEKE ACTIVITEIT BINNEN HET GEVANGENISWEZEN
5
2.1 SPORTAANBOD BINNEN HET GEVANGENISWEZEN ........................................................................................................................ 6 3. EFFECTEN VAN SPORT BINNEN GEVANGENSCHAP
7
3.1 SPORT EN FYSIEKE ACTIVITEIT IN FUNCTIE VAN GEZONDHEID .................................................................................................. 7 3.2 FYSIEKE ACTIVITEIT EN SPORT IN FUNCTIE VAN SOCIALE REHABILITATIE ............................................................................... 8 3.2.1. DE INVLOED VAN SPORT EN FYSIEKE ACTIVITEIT OP SOCIALE INCLUSIE/EXCLUSIE EN MISDAAD ............................................... 8 3.2.2. DE INVLOED VAN SPORTINTERVENTIES OP DELINQUENT EN ANTISOCIAAL GEDRAG ................................................................... 8 3.2.3 FYSIEKE ACTIVITEIT EN SPORT IN FUNCTIE VAN HET CREËREN EN VERSTERKEN VAN EIGEN IDENTITEIT .................................... 9 3.3 VOORZIENING VAN SPORT EN FYSIEKE ACTIVITEIT BINNEN DETENTIE .................................................................................... 10 4. FUNDAMENTELE INZICHTEN
11
4.1 SPORT EN SOCIALE INCLUSIE BIJ GEDETINEERDEN ................................................................................................................... 11 5. HET VINDEN VAN DE IDEALE BASIS VOOR EEN VERNIEUWEND TRAININGSPROGRAMMA
14
5.1 KEUZE VOOR ONDERBOUWING VAN HET PRAKTIJKGEDEELTE ................................................................................................. 14 5.2 ONDERSTEUNEND MODEL ............................................................................................................................................................ 16 6. SYNTHESE
17
HOOFDSTUK II
18
1. DOELGROEP FASE 1
19
1.1. MEETMETHODE ........................................................................................................................................................................... 19 1.2 DOELGROEP ................................................................................................................................................................................... 19 1.3 PROCEDURE ................................................................................................................................................................................... 20 1.4 DATAVERWERKING ........................................................................................................................................................................ 21 1.5 RESULTATEN TESTFASE 1 .............................................................................................................................................................. 22 2. ONTWIKKELEN PRODUCT
30
2.1 IMPLEMENTERING VAN HET PRODUCT: ...................................................................................................................................... 32 2.2 OPBOUW ........................................................................................................................................................................................ 32 2.2.1 SCHEMATISCHE VOORSTELLING PLANNING TRAININGSPROGRAMMA ........................................................................................ 33 2.3 TUSSENTIJDSE FEEDBACKVERSLAGEN ........................................................................................................................................ 34 2.4 DROP-OUT ..................................................................................................................................................................................... 37 3. DOELGROEP FASE 2
38
3.1 MEETMETHODE ............................................................................................................................................................................ 38 3.2 DOELGROEP .................................................................................................................................................................................. 38 3.3 PROCEDURE .................................................................................................................................................................................. 38 3.4 DATAVERWERKING ...................................................................................................................................................................... 39 3.5 RESULTATEN TESTFASE 2 ............................................................................................................................................................ 40 HOOFDSTUK III
46
1. PRAKTISCHE TOEPASSING VAN HET PRODUCT IN HET WERKVELD
46
2. CONCLUSIE
48
REFERENTIELIJST
51
BIJLAGEN
54
Algemene Inleiding “Sport behoort tot het erfgoed van elk mens. En de afwezigheid ervan kan door niets worden gecompenseerd.” (Hermans, 2013, p.3) Zowel buiten als binnen de muren is fysieke activiteit en sport van onschatbare waarde. Naast het feit dat eindeloos veel onderzoeken reeds aantoonden dat sport een positief effect heeft op het mentale en fysieke welzijn kan sport ook gewoon leuk zijn, en kan het fungeren als een sociaal terrein om bewust of onbewust met allerhande situaties te leren omgaan. Binnen de gevangenis is men reeds overtuigd van de positieve effecten van het aanbieden van sport, doch zijn de accommodatie en het aanbod gering. Er wordt aan fitness gedaan en daarnaast worden groepssporten aangeboden zoals voetbal, basketbal en volleybal. Fitness is enorm geliefd bij gedetineerden, maar hier gaat het groepsgegeven verloren. Het fitnessen is veel minder educatief van karakter dan groepssporten, er komen nu eenmaal minder leerrijke situaties voor wanneer men alleen traint dan wanneer men in groep samenwerkt en moet omgaan met medespelers. Er zou een programma ontwikkeld moeten worden die de educatieve kenmerken van groepsactiviteiten in zich draagt en deze kan combineren met de geliefde fitnessactiviteit. Gevangenen blijven op hun honger zitten en hebben een programma nodig dat hun de mogelijkheid geeft om zichzelf optimaal te kunnen ontplooien en de mogelijkheid biedt om te groeien in verschillende competenties. De gedetineerde moet zichzelf kunnen ontwikkelen door het programma en leren omgaan met verantwoordelijkheden. Door middel van een verdieping in de literatuur wordt in dit theoretisch gedeelte de aanzet gegeven tot de onderbouwing van een dergelijk programma. In het eerste hoofdstuk, het theoretisch kader van deze bachelorproef, wordt een beeld geschetst van wat sport nu precies inhoudt en wat de invloed van sport kan zijn op zowel het fysieke als het mentale welzijn en de herintegratie van een gedetineerde. Het algemene sportaanbod binnen gevangenissen, en de voor- en nadelen van het sporten in groep versus individuele activiteiten als fitness worden besproken . Ook wordt dieper ingegaan op bepaalde competenties die men kan ontwikkelen door actief deel te nemen aan sportactiviteiten.
Er wordt duidelijk geschetst waarom CrossFit de meest voor de hand liggende keuze is wanneer men een sport zoekt die aansluit bij zowel de behoeften van de gedetineerde als bij die van de organisatie. Het tweede hoofdstuk wordt gewijd aan het opstellen en implementeren van een acht weken durend CrossFit geïnspireerd trainingsprogramma binnen de drugsvrije afdeling van het Penitentiair Centrum te Brugge. Er wordt nagegaan in welke mate dit programma voldoet aan de noden van de gedetineerden, in de hoop op die manier een trainingsprogramma aan te bieden dat zaken als fun, integratieprikkels en doorzettingsvermogen in zich draagt.
Gedachtenschema Onderstaand gedachtenschema schetst een beeld van hoe deze bachelorproef zal worden opgebouwd.
Figuur 1: Gedachtenschema opbouw bachelorproef
Hoofdstuk I 1. Fysieke activiteit en sport Wanneer er ver teruggekeken wordt in de geschiedenis ziet men dat het ontstaan en de verspreiding van de Homo Sapiens gepaard ging met omstandigheden die een hoog niveau aan dagelijkse fysieke activiteit en inspanning vereisten. Men moest bewegen om te overleven. Denk maar aan jagen, vechten en het vluchten voor wilde dieren of vijanden. Gedurende tienduizenden jaren waren bovenstaande fysieke activiteiten samen met nog vele andere nodig om te overleven en zich voort te kunnen planten. Het is in dit kader dat Darwin (1809-1882) over ‘Survival of the fittest’ sprak, in zijn evolutietheorie (Matton, 2012-2013). Uit het bovenstaande kunnen we concluderen dat het menselijk lichaam bestemd is om te bewegen en aan sport te doen. Onderstaande vaststellingen staven deze conclusie: 1. Eerst en vooral is het duidelijk dat het menselijk lichaam zich kan aanpassen aan fysieke belastingen en externe weerstand. Zo kan het metabolisme van een jongvolwassene makkelijk met het tienvoudige verhogen tijdens een intensieve training of inspanning. Het feit dat dit mogelijk is bewijst dat de fysiologische bouw van ons lichaam enorm goed georganiseerd is om fysieke inspanning te leveren, waarbij de stofwisselingsratio zeer uiteenlopend kan zijn. 2. Zonder een degelijke motoriek en het vermogen om fysieke activiteit te leveren zou het voor de eerste mensen onmogelijk geweest zijn om te overleven in de levensbedreigende omstandigheden van toen (Matton, 2012). In de mens leeft van oudsher een drang naar het ongrijpbare, het bovenmenselijke, het peilen naar de grenzen van fysieke capaciteiten. Hierbij streeft de mens naar steeds betere (sport)prestaties (Bourgois, & Vrijens, 2011). Sport kan gezien worden als een steeds verder groeiend verschijnsel dat bijdraagt tot de solidariteit en welvaart van de samenleving. Sport stimuleert een aantal kernwaarden die de persoonlijke ontwikkeling en voldoening ten goede komen, zoals fair play, wederzijds respect, samenwerking, solidariteit,…
1
Sport is een soort spiegel van de maatschappij. De manier waarop men in de samenleving naar dingen kijkt of ermee omgaat zien we terug in de sport (Scheerder, Van Tuyckom & Vermeersch, 2007).
1.2 De betekenis van de term “Sport” De term sport werd afgeleid uit het Latijn. Het Latijnse woord ‘deportare’ betekent meevoeren of wegvoeren, en van hieruit werd onze hedendaagse term afgeleid. In Frankrijk werd in de 13e eeuw voor het eerst over sport gesproken onder de term ‘desport’. ‘Desport’ omvatte alle vormen van aangenaam tijdverdrijf, zoals conversatie, spel en afleiding. In de 14e eeuw werd de term ook in Engeland overgenomen, en ook hier bleef de betekenis dezelfde. Later in de achttiende en negentiende eeuw werd sport geïntroduceerd in de Britse ‘Public Schools’, de prestigieuze en niet-gesubsidieerde privéscholen in Engeland (Noukens, 2004). In 1980 werd sport door Ulmann beschreven als de fysieke activiteitsvormen met recreatief en competitief karakter, waarbij ofwel getracht wordt de eigen lichamelijke beperkingen ofwel een uitwendige hindernis te overwinnen, volgens een vooraf aanvaarde gedragscode” (Derwael, 2000). In 1988 omschreef Guttmann sport als ‘speelse fysieke activiteiten’. Met speels bedoelde hij dat de wedstrijden niet specifiek gericht waren op het bereiken van een bepaald nut. Later onderscheidde Guttmann de vormen spel, spelen, competitieve spelen en sporten. Hiervoor gebruikte hij volgend organigram, waarbij de oorsprong bij spel ligt. SPEL bestaat uit SPONTAAN SPEL en GEORGANISEERD SPEL of SPELEN bestaat uit NIET-COMPETITIEVE SPELEN en COMPETITIEVE SPELEN bestaat uit INTELLECTUELE SPELEN en FYSIEKE SPELEN of SPORT Figuur 2, Bron: Guttmann (1988)
2
Op deze manier wordt sport van alle andere vormen van vrijetijdsbesteding gescheiden. Deze figuur stelt dat activiteiten zoals joggen, fietsen, wandelen en zwemmen allen recreatievormen zijn. Recreatie wordt hier gezien als een niet op prestatie gerichte lichamelijk activiteit waarbij de focus vooral ligt op het leggen en onderhouden van sociale contacten, weg van elke vorm van competitie. Deze bovenstaande sporten vallen heden ten dage onder de term ‘breedtesport’. Levine maakte een duidelijk onderscheid tussen de bovenstaande termen: spelen, spellen en sport. - Spelen: Een bezigheid die vrijwillig of spontaan wordt bedreven met weinig reglementen en een vlucht uit de realiteit. - Spellen: een vorm van competitie met gestandaardiseerde regels waarbij ervaring en behendigheid nodig zijn. De factor geluk speelt een prominente rol en tussen de verschillende spellen is er geen sprake van consistentie. - Sport: Representeert een Darwinistische evolutie in de richting van competitie. Er wordt getraind op hoog niveau en vaardigheid wordt gewaardeerd door zowel deelnemer als toeschouwer. Op die manier kunnen atleten hun inkomen en sociale status verhogen. Bale (2002) was een Engels sportgeograaf die een nadrukkelijk onderscheid maakte tussen sport en spel in het fysieke gegeven. Bij sport is er sprake van een competitief element, spel is eerder recreatief van karakter. Sport is volgens hem duidelijk te onderscheiden van spelen en recreatie aan de hand van volgende zaken: - zijn fysiek karakter - zijn competitief karakter - zijn ruimtelijk gedefinieerde context (bv: exacte afmetingen voetbalveld, tennisveld,…) Bale komt tot de vaststelling dat de enorme diversiteit in sportactiviteiten ervoor zorgt dat sport moeilijk onder één noemer te plaatsen is (Dejonghe, 2001).
3
In 1992 adopteerde het Europese sportcharter volgende definitie: ‘Sport means all forms of physical activity which, trough casual or organised participation, aim at expressing or improving physical fitness and mental well-being, forming social relationships or obtaining results in competition at all level (Gratton & Taylor, 2000). In 1992 ging Crum sport benaderen vanuit de ‘motieven van het bewegen’ voor de sportbeoefenaar. Bij topsport draaide dit rond absoluut presteren, status en inkomen. Bij wedstrijdsport rond gezamenlijke ervaring van inspanning, ontspanning en sociaal contact. Recreatiesport wordt volgens hem vooral beoefend voor de gezamenlijkheid, het sociaal contact en de ontspannende werking. Als laatste onderscheidt hij fitnesssport, waar men streeft naar fysieke fitheid en gezondheid (Dejonghe, 2012). Uit literatuuronderzoek blijkt dus dat het beoefenen van sport een aantal voordelen (voor een individu of gemeenschap) met zich meebrengt. Zo wordt gesteld dat sporten in het algemeen de sociale integratie en samenwerking verhoogt en een collectieve identiteit creëert. Sport versterkt het groepsgevoel en de groepstrots en zet personen aan tot het nemen van initiatief in het belang van de gemeenschap of groep. Als laatste is sport het ideale middel om het zelfvertrouwen en zelfzekerheid te verhogen.
4
2. Rol van sport en fysieke activiteit binnen het gevangeniswezen Sport is een fenomeen dat een steeds belangrijkere rol inneemt in het leven van de mens, en wegens de vele linken met het maatschappelijke leven wordt sport niet langer gezien als een loutere vrijetijdsaangelegenheid. De groeiende sportindustrie en de uitbreiding van sportaccomodatie zorgen voor een groei in het beoefenen van verschillende sportieve activiteiten. Daarnaast zien we ook dat sport een steeds grotere maatschappelijke rol verwerft in zaken als opvoeding, gezondheid en (re-)integratie van mensen (De Knop & Piéron, 2000). Het verschijnsel sport kan fungeren als een soort universele taal. Mensen kunnen verschillende talen spreken maar zullen elkaar toch verstaan door sport. Sport is het ideale middel om aspecten uit het dagelijks leven te integreren. Er wordt dan ook vaak aan sport gedaan tijdens detentie, om op die manier re-integratieprikkels aan te bieden. Zo moet men leren omgaan met winst en verlies. Ook respect en solidariteit zijn zaken die zowel in sport als in het dagelijks leven zeer belangrijk zijn. Het geven van sportactiviteiten heeft niet enkel fysiologische voordelen als gevolg, maar ook op sociaal vlak leren gedetineerden nieuwe vaardigheden die onmisbaar zijn bij de latere herintegratie in familie, werksituatie en eventuele vriendenkringen (Hermans, 2013). Volgens de Belgische Basiswet Gevangeniswezen en rechtspositie van gedetineerden hebben gevangenen recht op ten minste 2 uur sport per week. Het is de bedoeling dat gedetineerden zich tijdens deze sessies even kunnen ontspannen of afreageren. Vooral gedetineerden van afdelingen als de drugsvrije afdeling (DVA) hebben hier enorm nood aan door het feit dat ze vaak vechten tegen afkickverschijnselen. Het sporten kan zelfcontrole creëren en zorgt voor een omgeving waar alle herintegratieprikkels simpel en eenvoudig kunnen worden uitgeoefend. De dubbelzinnigheid en onzekerheid van het alledaagse leven in de maatschappij zijn hier veel mindersterk aanwezig. Er is een duidelijke tegenstrever, een begin en eindpunt en een duidelijk doel. Sport kan dus aangewend worden om bepaalde situaties te creëren die in een maatschappelijke context ook voor komen. Sport wordt dan ook gezien als een enorme meerwaarde binnen het gegeven van gevangenschap (Hermans, 2013).
5
Het is zo dat sport evengoed zaken als uitsluiting, dominantie en vijandigheid kan veroorzaken. Ook dit zijn maatschappelijke stereotypen die door sport kunnen versterkt worden in plaats van doorbroken. Het is belangrijk in het achterhoofd te houden dat het aanbieden van sport verschillende uitkomsten kan hebben. Algemeen kan dus besloten worden dat sport niet goed of slecht is, maar dat sport als middel in staat is om zowel positieve als negatieve effecten met zich mee te brengen. Het is belangrijk om de aangeboden activiteiten zodanig in te kaderen dat de kans op het verkrijgen van positieve effecten groter is dan die op negatieve. Hiervoor moet er opzoek gegaan worden naar een optimale structurele en infrastructurele context waarin de activiteiten gegeven kunnen worden en de begeleiding ervan (Hermans, 2013).
2.1 Sportaanbod binnen het gevangeniswezen Wat opvalt is dat binnen het gevangeniswezen vooral de meest gekende en traditionele sporten worden aangeboden. Iedereen kan tegen een bal trappen of hem naar een korf gooien. Sporten zoals voetbal, basketbal en volleybal zijn zeer toegankelijk. Naast deze traditionele sporten, blijft fitness de meest geliefde activiteit. Een nadeel van deze laatste activiteit is dat de samenwerking verloren gaat. Men traint afgesloten van elkaar en werkt zijn eigen schema af (Johnson, 2001). Daarenboven gaat het coachingsgegeven hier volledig verloren. Er wordt weinig of niet gestuurd en er wordt geen aandacht besteed aan de rol van trainer. Wanneer men deze doelgroep op een doeltreffende en innovatieve manier een nieuw trainingsprogramma wil aanbieden, dan is het belangrijk dat de sport waarop men zich baseert minstens dezelfde integratieprikkels kan aanbieden als bovenstaande teamsporten en liefst nog meer. De keuze voor de sport CrossFit als basis voor een nieuw trainingsprogramma is dan ook vanzelfsprekend, aangezien deze sport de juiste integratieprikkels en de meest geliefde vorm van fysieke activiteit combineert. CrossFit wordt beschreven als een sport waarin constant gevarieerde, functionele oefeningen aan hoge intensiteit worden uitgevoerd (Glassman).
6
3. Effecten van sport binnen gevangenschap Door het feit dat de gevangenispopulatie in de laatste tien jaar enorm is toegenomen, is de aandacht voor de effecten van sport en fysieke activiteit binnen detentie eveneens toegenomen. Deze effecten vertalen zich op drie verschillende terreinen.
3.1 Sport en fysieke activiteit in functie van gezondheid De leefomstandigheden in een gevangenis zijn gekoppeld aan opsluiting en isolatie. Deze zorgen ervoor dat het overgrote deel van de gedetineerden kampt met fysieke en mentale problemen (Plugge, Foster, Yudkin & Douglas, 2009). Het is dus belangrijk om een sportaanbod en bewegingsmogelijkheden te voorzien voor personen in detentie. De World Health Organization (2007) beschikt over verschillende documenten en gidsen over gezondheidsbevordering binnen het gevangeniswezen. Sport en beweging worden gezien als sleutelactiviteit bij het promoten en beschermen van gezondheid van gedetineerden. Bij middel van wetenschappelijk onderzoek werd bewezen dat personen die op regelmatige basis fysiek actief zijn aan gemiddelde intensiteit, kunnen geassocieerd worden met een daling in sterfte. Ook werd de bevorderende relatie tussen beweging en cardiovasculaire gezondheid en diabetes aangetoond (Amtmann, 2001). Studies in Amerikaanse gevangeniscentra tonen aan dat gevangenen die fysiek actief waren of regelmatig sportactiviteiten bijwoonden, opvallend veel minder last hadden van depressie en stress (Buckaloo, Krug & Nelson, 2009). Daarnaast werd aangetoond dat de fysieke en verbale agressie van een groep van gedetineerden die zichzelf onderwierp aan gewichtstraining enorm daalde in verschil tot de groep gedetineerden die dit niet deed (Wagner, McBride & Crouse, 1999). Uit bovenstaande studies kan dus gesteld worden dat het positieve effect van fysieke activiteit en sport op zowel het mentale als het fysieke welzijn van gedetineerden meermaals werd aangetoond.
7
3.2 Fysieke activiteit en sport in functie van sociale rehabilitatie Ondanks het feit sport een ideaal middel is om de gezondheid van gevangenen te bevorderen, blijft de belangrijkste reden voor het aanbieden van sportactiviteiten dat er op deze manier allerhande integratieprikkels aangeboden kunnen worden. Na onderzoek werd gesteld dat de rol van sport in sociale rehabilitatie kan worden onderverdeeld in drie types: 1) De invloed van sport en fysieke activiteit op sociale inclusie/exclusie en misdaad. 2) De invloed van sport- en beweeginterventies op delinquent en antisociaal gedrag. 3) Fysieke activiteit en sport in functie van het creëren en versterken van de eigen identiteit (Devís-Devís, Peiró-Velert, Martos-García, ).
3.2.1. De invloed van sport en fysieke activiteit op sociale inclusie/exclusie en misdaad Er werden reeds een aantal onderzoeken gevoerd naar de sport en het effect op de reductie van verbale agressie, misdaad en sociale inclusie/exclusie. Bij kinderen wordt sport vaak gebruikt om tot een sociale inclusie te komen, waarbij iedereen opgenomen wordt in de groep en er sprake is van een zekere cohesie. Dit is niet anders binnen het gevangeniswezen. Het aanspreken van het zelfbewustzijn, het leren fungeren als rolmodel en versterken van cognitieve competenties door sport zou leiden tot een kleinere kans op het opnieuw plegen van een misdaad (Meek 2014; Devís-Devís, Peiró-Velert, Martos-García).
3.2.2. De invloed van sportinterventies op delinquent en antisociaal gedrag Er werd reeds aangetoond dat personen die actief deelnemen aan sportactiviteiten minder kans hebben tot het vertonen van delinquent gedrag (Seefeldt, Martha). In tegenstelling tot het bovenstaande is er ook sprake van een negatieve correlatie tussen sport en misdaad, maar de reden hiervoor is nog onduidelijk. Wel wordt gezegd dat deze link duidelijker te trekken is in de lagere klassen van de bevolking. Het zou te maken kunnen hebben met het feit dat personen ongestructureerde tijd opofferen om deel te kunnen nemen aan sport, waarbij de deelname en hard werk naar een soms teleurstellende beloning leidt. Schafer (1971) veronderstelt ook dat het gegeven van teamsport, doorzetting en voldoening door sport te vaak als afgezaagd, karakterloos en gewoon overkomen. Op die manier is sport volgens hem wel in negatieve relatie te brengen met delinquent gedrag. Er werden reeds verschillende pogingen gedaan om deze correlatie aan te tonen, maar zonder succes (Seefeldt, Ewing). 8
3.2.3 Fysieke activiteit en sport in functie van het creëren en versterken van eigen identiteit Het gevecht tegen de verveling is één van de zwaarste straffen die gekoppeld is aan het leven in gevangenschap. Sport en training zijn hierbij de ideale manier om de dag te breken, al mag dit zeker niet als de hoofdreden gezien worden bij het aanbieden van sport. De penitentiair beambte Sabo (2001) stelde dat beweging en fysieke activiteit niet enkel helpt om tijd te doden, maar ook om zichzelf mannelijker te voelen en een identiteit te geven. In 2001 voerde Johnson een gelijkaardig onderzoek in een Noorse gevangenis. Hij bevestigde dat gedetineerden trainen om een identiteit te creëren en er gehard uit te zien. Op die manier willen ze machtsposities veroveren en leiderschap uitstralen zodat ze macht kunnen uitoefenen op anderen. Johnson zegt ook dat deze hardheid en het uiterlijk macho niet is te linken aan herval in misdaad bij herintegratie bij vrijkomst, maar enkel aan het creëren van een identiteit binnen de gevangenis tegenover andere gedetineerden en beambten. Wanneer we dit vanuit maatschappelijke invalshoek gaan bekijken, kunnen we zeggen dat we overstelpt worden door technologische en economische veranderingen. Het is een vanzelfsprekend gegeven dat men bij onzekerheid of gebrek aan houvast terug zal vallen op het vatbare en controleerbare van het eigen ‘zijn’. Dit is een gegeven dat zich afspeelt ver buiten de muren van een gevangenis, maar kunt u zich voorstellen wat er gebeurt wanneer al deze chaos en gewoontes die daaraan gekoppeld zijn opeens wegvallen? Binnen de muren moet men leren omgaan met het volledig toegewezen zijn op zichzelf, ook hier grijpt men opnieuw terug naar het enige vatbare en controleerbare binnen de instelling, namelijk het eigen ‘zijn’, en dan in het specifiek eigen lichaam. Zoals Sabo (2001) en Johnson (2001) reeds aangaven creëert een gedetineerde aan de hand van dit lichaam een eigen identiteit. Een esthetisch en gespierd lichaam straalt nu eenmaal meer uit dan dat van een ongeoefend persoon . In de huidige maatschappij is dit eveneens te wijten aan het feit dat een afgetraind en esthetisch lichaam ook in de media weergegeven wordt als een symbool van mannelijkheid en begeerte (Vanreusel & Scheerder, 2000).
9
3.3 Voorziening van sport en fysieke activiteit binnen detentie Zonet werden zowel fysieke als psychische effecten van sport en fysieke activiteit besproken. Als laatste wordt het belang van de provisie en de aanwezigheid van sport voor de gedetineerde beschreven. Er werd aangetoond dat in de eerste plaats deelgenomen wordt aan sport omwille van het sociale gegeven, en pas daarna om de sleur te breken. Het feit dat sport een positief kader vormt binnen een eerder negatieve omgeving of instelling is een vaststaand gegeven. Hier kan de gedetineerde makkelijker positief gedrag stellen dat zal gewaardeerd worden, en meestal zal leiden tot resultaten of positieve bekrachtiging door medespelers of beambten (Gallant, Sherr, Nicholson ; Devís-Devís, Peiró-Velert, Martos-García). Het is dan ook zo dat uitsluiting of een schrapping van de lijst van deelname als een enorme straf wordt gezien voor de gedetineerde.
10
4. Fundamentele inzichten Wanneer een nieuw trainingsprogramma wordt ontworpen (hoofdstuk II) moet rekening gehouden worden met een aantal dimensies en competenties waarop de doelgroep zich kan gaan ontwikkelen. Een duidelijk inzicht in het onderstaande is fundamenteel, aangezien deze begrippen mede de basis vormen van het programma.
4.1 Sport en sociale inclusie bij gedetineerden Sport vormt een ideaal forum waarin mensen met een verschillende achtergrond opgenomen kunnen worden in de groep. Sportactiviteiten die gericht zijn op sociale inclusie zijn gebaseerd op wederzijds respect, kansen en ontwikkeling. Hierbij wordt onderlinge diversiteit niet gezien als iets wat het team verdeeld, maar juist versterkt. Wanneer gesproken wordt over de bijdrage van sport in het kader van sociale inclusie bij personen of in dit geval gedetineerden, moet worden gesteld dat sport in de eerste plaats de mogelijkheid biedt om sociaal actief te kunnen zijn. Op die manier breekt men met het sociaal isolement, en wordt men in staat gesteld om vriendschappen aan te gaan en een sociaal netwerk uit te bouwen (Hermans, 2013). Binnen het concept van sociale inclusie worden vier dimensies onderscheiden door Bailey (2005): De functionele dimensie van sociale inclusie spreekt over het ontwikkelen van persoonlijke competenties en vaardigheden. Sport is een leerschool die kan dienen als middel om een enorm breed gamma aan fysieke competenties en vaardigheden aan te leren (coördinatie, snelheid, lenigheid, kracht, sportspecifieke techniek,…). De relationele dimensie spreekt over het feit dat diegene die aan sport doet het gevoel krijgt dat hij ergens bij hoort. Dit kan een club zijn of vereniging, maar het feit dat de persoon zichzelf herkent in anderen die dezelfde sport beoefenen geeft een vorm van vertrouwen en zelfbewustzijn.
11
De ruimtelijke dimensie gaat over sport als middel om maatschappelijke tegenstellingen en klassenverschillen te overstijgen. Het samenkomen van mensen met verschillende achtergronden of culturele waarden in een club of sportactiviteit zal er ondanks alle verschillen toch voor zorgen dat mensen zich één voelen met elkaar. Ze spelen hetzelfde spel en verstaan elkaar door sport. Zoals in de inleiding reeds werd besproken kunnen personen die een andere taal spreken elkaar toch verstaan door een groepssport of spel. De machtsdimensie is de laatste en bespreekt het feit dat sporten de deelnemer het gevoel geeft van een bepaalde controle te hebben op hun leven. Ze vormen een groep waarin onbewust rollen verdeeld worden en waarbij samen gestreefd wordt naar een goed resultaat. Het feit dat ze samen een sociaal netwerk vormen en in een gemeenschap leren werken geeft hen een gevoel van sociale cohesie en kan zich verder doortrekken op maatschappelijk niveau (Hermans, 2013; VUB). Naast deze drie dimensies stelt Münchermeier dat de interventies bij jongeren of andere doelgroepen gericht moeten zijn op het vinden van antwoorden rond biografische , institutionele en politieke competenties. De focus bij het geven van een interventie ligt niet bij de jongere of persoon zelf maar wil een proces in werking stellen waarbij de deelnemer zich kan oriënteren in deze sociaal-ruimtelijke leefwereld en zich een identiteit kan toe-eigenen (Verschelden, 2002). In de biografische competentie wordt op zoek gegaan naar antwoorden op zingevingvragen (bv. binnen de sportcontext). Dit kunnen vragen zijn als: “Wie ben ik? Hoe sterk ben ik in een bepaalde sport? Waar blink ik in uit? Wat zijn mijn ambities?’” Dit zijn vragen die bijdragen aan het creëren van een eigen identiteit en het versterken van zelfvertrouwen en zelfbewustzijn. De institutionele of sociale competentie gaat over de verschillende contexten waarin dingen aangeleerd worden of de accommodatie die aangeboden wordt. Dit kan gaan rond het aanbod van studiemateriaal binnen een school of de beschikbaarheid van een bibliotheek of sportclub. Een gedetineerde kan bijvoorbeeld zeggen dat bepaalde aangeboden sessies eentonig zijn en saai, maar wel toedragen tot herintegratie of het verbreden van zijn kennis.
12
De politieke competentie gaat dieper in op het leren opkomen voor eigen mening en het ontwikkelen van mogelijkheden tot eventuele beleidsbeïnvloeding. Men moet ondersteund worden om in gesprek te gaan met mensen die andersdenkend zijn en leren opkomen voor eigen rechten. Hier kan nagegaan worden in welke mate de omgeving waarin men fungeert democratisch van karakter is. De verschillende competenties zijn elk verschillend van elkaar wat de componenten betreft, de een is individueel gericht, de ander eerder collectief (Verschelden 2002; Coussée & De Schepper, 2011; VUB). Het is belangrijk om het programma zodanig in te kaderen dat de deelnemer de kans krijgt om zichzelf in zowel individuele als collectieve competenties te ontwikkelen.
13
5. Het vinden van de ideale basis voor een vernieuwend trainingsprogramma Wanneer men spreekt over sport binnen een gevangenis is het zo dat bepaalde activiteiten nog steeds populairder zijn dan anderen. Zo werd reeds beschreven dat fitness de meest beoefende en geliefde vorm van fysieke activiteit is binnen de muren van een Noorse gevangenis (Johnson, 2001). De inrichting van een zaal om aan fitness te doen is in bijna elke gevangenis mogelijk, door het feit dat weinig ruimte verreist is. Ook vergt een fitnessruimte zeer weinig accommodatie, het trainen gebeurt statisch en het enige wat verreist is zijn gewichten in verschillende soorten en maten. Vanuit de gevangenis werden oorspronkelijk vooral teamsporten gepromoot vanwege hun sociaal en educatief karakter. Het individuele trainen in de fitness draagt tot deze beiden weinig toe en wordt dan ook minder gezien als leerschool dan het deelnemen aan groepsactiviteiten of sporten waarbij in teams gewerkt wordt (Johnson, 2001). Hieruit kan geconcludeerd worden dat er op zoek gegaan moet worden naar een sport die zowel een educatief karakter moet hebben, en liefst fitnessgerelateerd moet zijn.
5.1 Keuze voor onderbouwing van het praktijkgedeelte Na zowel praktijk als theoretisch onderzoek blijkt dat trainen met gewichten enorm populair is, maar dat dit minder gepromoot wordt dan groepsactiviteiten wegens een te weinig educatief en sociaal karakter. Het zou dus interessant zijn om op zoek te gaan naar een sport waarbij men een gevoel van samenhorigheid en cohesie ervaart terwijl men toch bezig is met gewichtstraining. Zo wordt er samen gestreefd naar het zo fit mogelijk zijn, terwijl het educatieve en sociale gecombineerd wordt met een vorm van fitness. CrossFit is een sport die het beste uit groeps- en fitnessactiviteiten combineert. Er wordt getraind op lichaamsgewicht of met een extern gewicht aan hoge intensiteit in constant variërende functionele oefeningen. De trainingen worden gevolgd in groepssessies waarbij men allen dezelfde workout volbrengt. De sessies worden nauw opgevolgd, en een alerte en motiverende coach is van het grootste belang. Het is aan de coach om een zo positief
14
mogelijke context te creëren waarin er ruimte en vrijheid is om tot op een bepaald niveau te gaan experimenteren. Het feit dat hier wel getraind wordt onder begeleiding zorgt ervoor dat CrossFit zich opnieuw onderscheidt van de klassieke gewichtstraining waar iedereen afzonderlijk zijn eigen schema afwerkt en weinig of niet gecoacht wordt (Glassman, 2010; Johnson, 2001). De rol van trainer/coach is hier onontbeerlijk. De deelnemers worden individueel gecoached, maar ook het feit dat men in groep dezelfde workouts volbrengt zorgt voor een gevoel die in de moderne fitnesswereld ongekend is. Samen streven naar het verbeteren van persoonlijke records en op termijn eventueel groepsrecords, geeft een fantastisch gevoel. Ook het fysiek en mentaal krachtiger en flexibeler proberen zijn dan men gisteren was is iets wat in de CrossFitwereld centraal staat en iets wat opnieuw zeer toepasselijk is bij de herintegratie van een gedetineerde. In Crossfit is het de bedoeling dat men gaat werken rond alle aspecten van fitheid. Er wordt gewerkt rond uithouding, kracht, maximale kracht, flexibiliteit, snelheid, behendigheid, balans en het controleren van bewegingen (nauwkeurigheid) waardoor men een zo veelzijdig mogelijke atleet wordt (Glassman, 2010). CrossFit wordt ook vaak geassocieerd met een zeer sterk groepsgevoel, men vormt een community. Er kan onderling geconcurreerd worden, maar de focus ligt eerst en vooral op het feit dat er gestreefd wordt naar het verbeteren van eigen tijden. Wees beter dan je gisteren was is een kernbegrip binnen de sport. Op termijn kan ook onderling geconcurreerd worden in de vorm van een competitie. Wat speciaal is aan CrossFit is dat er ondanks het feit dat er geconcurreerd wordt zeer weinig rivaliteit voorkomt. Meestal is het zelfs zo dat de winnaar de verliezer verder aanmoedigt. Hier is de belangrijke taak van de coach of trainer om de eventueel negatieve of te sterk individualistische tendensen bij te sturen. Het communitygevoel en de support zijn dus zeer belangrijk (Glassman, 2010). Vanuit deze gedachten vloeide het basisidee van het traininsprogramma voort. De verdere uitwerking ervan wordt beschreven in hoofdstuk II.
15
5.2 Ondersteunend model Onderstaand model (figuur 2) geeft de essentie weer van deze bachelorproef . Vanuit het huidige sportaanbod werd gekeken of er zaken zijn waarop ingespeeld kan worden bij het ontwerpen van een vernieuwend trainingsprogramma. Wat blijkt is dat de wensen van de gedetineerden niet altijd overeen komen met de prikkels die de organisatie wil aanbieden door sport. Wanneer de overlap van deze twee (wens gedetineerden en educatieve prikkels) groter kan gemaakt worden dan ze nu is kan dit leiden tot een nog succesvollere interventie. Sport is het ideale medium, dat is reeds duidelijk. Maar wat blijkt is dat er dus nog geen concreet programma voor handen is dat inspeelt op zowel de noden van gevangenen als de wensen van de directie of organisatoren. In de testfases van het praktijkgedeelte wordt gepeild naar noden en verlangens bij de gedetineerden. Na afronding van het project wordt het programma voorgelegd aan sportbeambten zodat ook zij hun mening kunnen geven over de effectiviteit van het programma. Dit model wordt dus gebruikt in zowel het theoretisch kader, het praktijkgedeelte als de nabeschouwing.
Sportaanbod Gedetineerden: Fitness
Vernieuwend CrossFit Programma
Directie: Integratieprikkels
Figuuur 2: Theoretisch model
16
6. Synthese Uit literatuuronderzoek blijkt eerst en vooral dat sport een onmisbaar gegeven is binnen het gevangeniswezen. De effecten van sport werden aangetoond en het feit dat sport fungeert als een sociaal medium kan niet langer ontkend worden. Sport is het ideale middel om gezondheidsgerelateerde effecten te bekomen, een sociaal netwerk uit te bouwen en zelfs om delinquent gedrag te reduceren. Via dit medium worden herintegratieprikkels aangeboden en krijgt de gedetineerde ruimte om zichzelf verder te ontwikkelen. Hierbij is het belangrijk om zowel aan individuele als groepsgerelateerde competenties te werken. Ook het feit dat sport tot sociale inclusie kan leiden is van groot belang. Het inkaderen van de activiteit speelt een grote rol bij het creëren van een optimale leeromgeving. De gevangene kan zichzelf door sport gaan identificeren, maar de kloof tussen het klassieke fitnessen en het sporten in groep is nog te groot. Uit onderzoek blijkt dat er nog geen universeel programma voor handen is dat inspeelt op deze overlap. CrossFit draagt deze beide zaken in zich en staat voor het verbeteren van jezelf binnen een groep aan de hand van fitnessgerelateerde oefeningen. Het feit dat CrossFit op die manier de ideale omgeving creëert om zowel individueel als in groep te verbeteren op allerhande vlakken maakt dat deze sport zo voor de hand liggend is. Het coachingsgegeven is hier van onschatbare waarde, aangezien het de coach een sleutelrol speelt in het creëren van de juiste sfeer. De verworven inzichten en kennis worden gebruikt bij het opmaken en implementeren van een achtweken durend CrossFitgeïnspireerd trainingsprogramma in het PCB. Dit programma wordt geïmplementeerd, getest en geëvalueerd in het praktisch gedeelte.
Figuur 3: Schematische voorstelling voorontwerp praktijkgedeelte
17
Hoofdstuk II Het tweede hoofdstuk van deze bachelorproef wordt gewijd aan het bevragen van de doelgroep en het implementeren van een product dat zal inspelen op wat er uit deze bevragingen voortkomt. Vanuit mijn stageplaats kreeg ik de opdracht om een project op te starten binnen de drugsvrije afdeling (DVA). Op deze manier kon ik het product dat ik zou gaan ontwikkelen meteen testen in de praktijk. Op de DVA geldt een open regime, wat wil zeggen dat de gedetineerden op bepaalde tijdstippen kunnen koken en samen in een gemeenschappelijk ruimte kunnen zitten. Ook kunnen ze veel vaker sporten omdat ze over een eigen (beperkte) fitnessruimte beschikken op deze sectie. Hier tegenover staat dat elke gedetineerde zich regelmatig moet laten controleren op drugs via een urineonderzoek. Ook is het zo dat alle personen op de DVA verplicht zijn om tijdens de voormiddag te gaan werken in de werkplaats. De gedetineerden op deze afdeling krijgen de gelegenheid om geregeld te gaan sporten. Eerst en vooral wil ik nagaan in hoeverre zij tevreden zijn met de inhoud van het bestaande sportaanbod. Hun noden en verlangens worden bevraagd en dienen als input om een eigen, nieuw trainingsprogramma op te stellen. Vervolgens is het de bedoeling om dit programma aan te bieden aan alle geïnteresseerde gedetineerden van de DVA.
18
1. Doelgroep fase 1 1.1. Meetmethode Tijdens mijn eerste testfase maak ik gebruik van een semigestructureerd interview. Hierbij is het zo dat de vragen op voorhand worden opgemaakt, maar er wel afgeweken kan worden van de volgorde en er een mogelijkheid is om door te vragen of extra vragen te stellen. Op die manier zal er telkens ruimte zijn om dieper in te gaan op bepaalde zaken of onduidelijkheden. Aan de hand van deze kwalitatieve onderzoeksmethode wil ik proberen om de noden van de gedetineerde mannen zo goed mogelijk in kaart te brengen, zodat ik mijn programma hierop kan afstemmen.
1.2 Doelgroep Iedere gedetineerde die enige interesse toont in het programma krijgt de kans om zich in te schrijven. De personen die ik zal interviewen zijn allen langgestrafte mannen die verblijven op de drugsvrije afdeling van het PCB. “Wanneer er een (sport)project wordt opgestart binnen het PCB heeft dit aanvankelijk veel succes, maar na drie sessies bleef de helft al weg. Het niet afwerken van een programma of lessenreeks is typisch voor deze doelgroep. Het feit dat ze geen doorzetting hebben en zelden of nooit iets tot een goed einde brengen in hun leven is een van de redenen dat sommigen hier terecht zijn gekomen. Wees dus niet teleurgesteld als een groot deel van de deelnemers afhaakt” (Marieke De Jong, beleidscoördinatrice van de Vlaamse Overheid). De doelgroep heeft dus constante prikkeling nodig om te vermijden dat ze afhaken. Het zal belangrijk zijn om ervoor de zorgen dat het programma op maat wordt ontwikkeld, waarbij er ruimte is voor het verleggen van grenzen. Het feit dat ik in interactie zal treden met de doelgroep en hen (tot op een bepaald niveau inspraak zal geven in de vordering van het programma zal de drop-out hopelijk laag kunnen houden. Een constante opvolging zal volgens mij eveneens bepalend zijn.
19
1.3 Procedure De vragen werden op voorhand opgesteld in samenspraak met de promotor en een studente psychologie, waarna ze gepretest werden op een proefpersoon. De gedetineerden worden één maand voor de start van het programma warm gemaakt om deel te nemen aan de hand van een presentatie die ik geef in de vergaderruimte van de afdeling. Na afloop wordt gevraagd wie interesse heeft om deel te nemen en wie bereid is om zich te engageren gedurende acht weken. De geïnteresseerde personen schrijven een briefje ten aanzien van een penitentiair assistent, die eerst zal nagaan of de persoon in kwestie in aanmerking komt om deel te nemen. Ten eerste mag de detentieperiode niet aflopen binnen de duur van het programma, en ten tweede wordt gekeken of er reeds voldoende lange tijd goed gedrag werd vertoond. Vervolgens geeft de dokter zijn goedkeuring, waarna ik de gedetineerden uitnodig voor een individueel intakegesprek en het tekenen van een contract. Voor het afnemen van deze interviews wordt een bureauruimte ter beschikking gesteld op de drugsvrije afdeling van het Penitentiair Complex te Brugge. Ik krijg toelating om de gesprekken op de nemen zodat ik ze achteraf letterlijk kan uittypen. De interviews hebben een tweeledige functie. Ik leer niet enkel de sportachtergrond en verlangens van de gedetineerden kennen, maar ook is dit het eerste nauwe contactmoment waarbij vaak persoonlijke verhalen zullen bovenkomen. Elk interview wordt ingeleid met een korte voorstelling van mezelf. De vragen en subvragen die daarop volgen worden opgedeeld in verschillende thema’s om toch ergens een rode draad te creëren. Er worden in totaal dertien vragen gesteld met gemiddeld twee subvragen per vraag. In de vragenlijst wordt eerst gepeild naar de leeftijd van de gedetineerde, daarna worden vragen gesteld over de sport die ze mogelijks beoefenden voor hun detentie en de sporten die zij nu binnen de gevangenis beoefenen. Om af te sluiten wordt gevraagd wat er concreet gemist wordt en welke kernelementen een vernieuwend trainingsprogramma zeker in zich zou moeten dragen. In bijlage 1 vindt u deze vragenlijst. In bijlage 5 vindt u een ingevuld voorbeeldinterview.
20
Zoals in punt 1.2 werd beschreven is het gewoonlijk zo dat de drop-out bij georganiseerde sportactiviteiten groot is. Ik zal dus op zoek moeten gaan naar een manier om de deelnemers te binden. Daarom laat ik hen voor de start van het programma een intentieverklaring ondertekenen waarin staat dat ze bereid zijn om wekelijks deel te nemen aan de trainingen, en na een tweede ‘onwettige’ afwezigheid geschrapt worden van de lijst. In bijlage 2 vindt u dit document.
1.4 Dataverwerking De interviews worden opgenomen en letterlijk uitgetypt. Daarna worden de niet relevante (en soms te persoonlijke) zaken gefilterd. De interviews worden inhoudelijk geanalyseerd. Aan de hand van kleurencodes worden de interviews van de verschillende gedetineerden gescreend op overeenkomsten en tegenstrijdigheden. Aangezien gekozen wordt voor een kwalitatieve onderzoeksmethode waarbij ik alle deelnemende gedetineerden ga ondervragen aan de hand van een diepte-interview is het volgens mij irrelevant om de resultaten te visualiseren. Ik opteer ervoor om mijn bevindingen uit te schrijven in een zo uitgebreid mogelijke analyse waarbij ik alle zaken die aangegeven worden onderbreng in zeven thema’s. Omwille van het feit dat de officiële toelating voor het gebruik van een dictafoon pas vijf dagen later dan voorzien werd gegeven konden niet alle ingeschreven gedetineerden bevraagd worden voor de aanvang van de sessies. In totaal werd bij elf gedetineerden een interview afgenomen. In bijlage 3 vindt u dit toestemmingsformulier.
21
1.5 Resultaten testfase 1 Ik nam semigestructureerde interviews af van alle gedetineerden die geïnteresseerd waren in het programma. In totaal schreven zich zestien personen in die allen werden goedgekeurd door de directie. Het afnemen van de interviews duurde gemiddeld veertig minuten per persoon. De gemiddelde leeftijd van de geïnterviewde gedetineerden was 36 jaar. Thema 1: Sport buiten de gevangenis In het begin van het interview werd gepeild naar de sportieve achtergrond van de gedetineerde en naar de mate waarin de gedetineerde fysiek actief was voor hij in de gevangenis terecht kwam. “Ik was nooit echt sportief gedurende mijn jeugd, en als ik dan al eens aan sport deed was dat gaan joggen op mezelf. Ik had vroeg zeer veel (en vaak de verkeerde) interesses, maar weinig passies.”- T.T. De twaalf gedetineerden hadden elk een totaal verschillende sportachtergrond. Sommigen waren al hun hele leven actief, terwijl anderen nog zelden of nooit hadden gesport. Dit was precies het doelpubliek dat ik beoogde, aangezien ik een zo representatief mogelijk beeld wilde schetsen. “Ik deed vroeger graag sporten die me een kick gaven, zoals vechtsport, motorrijden en bungeejumping.”- W.J. Een drietal personen gaven aan dat sporten niet te combineren was met druggebruik. Met uitzondering van de bodybuilder die ramen waste als beroep, een stukadoor en iemand die in de scheepvaart werkte was niemand echt fysiek actief. Eén iemand ging af en toe joggen met de hond, drie anderen gingen met de fiets naar het werk en enkelen brachten hun dag door in de zetel.
22
Thema 2: Sport binnen de gevangenis Aangezien ik wilde nagaan in hoeverre de gedetineerden tevreden waren met de doorsnee sportsessies die aangeboden worden binnen detentie stelde ik een aantal vragen in verband met het sportaanbod binnen de gevangenis. Wanneer het over het sportaanbod binnen de gevangenis ging, werd er vaak vanuit een zekere frustratie gesproken. Twee zaken kwamen hierbij zeer sterk terug. Enerzijds blijkt er een enorm gebrek aan variatie in de trainingen te zijn, om niet te zeggen geen, en anderzijds is er op geen enkel gebied van sport of beweging sprake van begeleiding en/of coaching. “Van variatie is geen sprake, we krijgen een bal waar we wat mee kunnen spelen terwijl er toezicht wordt gehouden maar daar stopt het dan ook” – E.E. Dit wordt enorm gemist en het feit dat ze aan hun lot overgelaten worden ligt volgens hen aan de basis van het probleem. Er wordt aangegeven dat er soms eens iemand nodig is die hen uit hun bed trekt en begeleidt in zowel de fitnessactiviteiten als de groepsactiviteiten. Ook het educatieve luik wordt door een aantal gedetineerden gemist. “Er is hier eigenlijk niets van begeleiding. Als je bijvoorbeeld niets van fitness kent ben je hier de pineut. Sommigen trainen hier volledig verkeerd en maken eigenlijk meer kapot dan dat ze iets opbouwen.” – W.J. “Begeleiding is gewoon essentieel. Soms hoef je niet hard te trainen, maar met een bepaald schema lukt het wel hé. Daar heb je gewoon begeleiding voor nodig. Als je iets doet waarvan je weet dat het ook het juiste is motiveert dat om door te zetten hé. – X.D. Thema 3: Favoriete sport binnen de gevangenis In de literatuur werd beschreven dat fitness de nummer één sportbezigheid was binnen detentie. Ik wilde dus nagaan of dit in de praktijk ook zo was. Ik bevroeg ook waarom fitness geliefd werd en waarom bepaalde teamsporten eveneens tot de favorieten behoren.
23
Om te weten te komen welke sport het meest belangrijk is voor de verschillende gedetineerden werd gevraagd welke sportactiviteit zeker niet geschrapt zou mogen worden. Drie van de elf gedetineerden gaven aan dat dit voor hen voetbal zou zijn, twee opteerden voor volleybal en vijf opteerden voor fitness. Eén van hen gaf aan dat hij onmogelijk kon kiezen omdat hij ongelofelijk veel plezier beleeft aan het in groep samen spelen tijdens de voetbal, en de fitness nodig heeft om zich goed in zijn vel te voelen. Dit gegeven kwam vaker terug. “Als ik gefitnesst heb voel ik me levendiger! Fitness geeft me een zekere structuur, ook voor als ik buiten kom. Mentaal zorgt het ervoor dat ik meer doorzetting heb en het gevoel kreeg dat ik aan iets kon werken. Ik kijk nu af en toe eens in de spiegel en denk dan: hmm, daar begint toch al iets te komen!”(lacht) – X.D. Velen van de gedetineerden geven aan dat ze enorm graag voetballen, maar wat opvalt is dat dit vooral voor het groepsgegeven is en niet zozeer voor het spel zelf. Het fitnessen wordt dan weer beoefend en geliefd door zijn opbouwende functie en het brengen van een zekere routine in het dagschema van de gedetineerde. De personen die binnen detentie fitnessen geven ook aan dat dit iets is wat ze zullen meenemen naar buiten. “Buiten zou ik nooit de motivatie gehad hebben om te trainen, maar nu heb ik de smaak echt te pakken. Het doet zo’n deugd dat ik voel dat ik terug vooruit ga, en dat ook zie! Vroeger zou dat niet gelukt zijn door mijn druggebruik, maar het fitnessen is zeker iets dat ik meeneem naar buiten wanneer ik vrijkom. – W.K. Het probleem bij deze mensen was dat ze buiten vaak een gebrek hadden aan structuur en een overvloed aan vrije tijd. Deze vrije tijd zou in de toekomst zowel door een job als door een dagelijks uurtje in de fitness opgevuld kunnen worden. Er werd ook gevraagd of fitness misschien de favoriete activiteit is bij gebrek aan beter, maar dit blijkt bij weinigen zo te zijn. Iedereen van de bevraagden die aan fitness doet geeft aan dat dit volgens hen de beste manier is om sterker te worden en wat massa op te bouwen. Met uitzondering van één iemand die aangeeft dat hij voor zijn detentie nooit gefitnesst had en niet weet of hij hier zou trainen
24
moesten er andere opties mogelijk zijn. Hij is er ondertussen wel van overtuigd dat hij het fitnessen zal doorzetten wanneer hij vrij komt, dus ook dat zegt al iets over de impact ervan.
Thema 4: Redenen van deelname sport Uit het analyseren van de antwoorden van elf gedetineerden blijkt dat er drie grote redenen zijn voor het deelnemen aan sport. Ten eerste wordt sport gebruikt als uitlaatklep waar stoom kan worden afgeblazen. Het is niet abnormaal dat er constant spanningen en frustraties worden opgestapeld in een omgeving als deze. Wanneer je 24 op 24 met dezelfde mensen doorbrengt kan dit al eens zorgen voor frustraties. “Waar ik vroeger uitspattingen zocht op andere gebieden, zoals alcohol en drugs, leerde ik binnen detentie dat ik ook gewoon kan gaan joggen of trainen. Ik ben enorm veel frustratie en spanning kwijt geraakt door te bewegen.” – T.T. Ook frustraties naar het systeem toe en onmacht kunnen door sport even vergeten of gerelativeerd worden. Blijkt ook dat velen onder de geïnterviewden een agressieprobleem hebben, desondanks zijn er zelden of nooit problemen hier op de afdeling. “De meerwaarde van sport binnen de gevangenis? Dat je er mentaal en fysiek gewoon sterker door wordt. Vooral ook naar de toekomst toe, ik wil fysiek in orde zijn. Het zorgt er ook voor dat ik wat stoom kan afblazen en iets kan opbouwen.” – E.E. Ten tweede werd bij het grote merendeel van de bevraagden aangegeven dat sporten (en dan vooral fitness) ervoor zorgt dat ze iets kunnen opbouwen, en dat geeft een goed gevoel. De meesten opteren ervoor om in de fitness te trainen, anderen kiezen ervoor om op lichaamsgewicht oefeningen te doen tijdens het wandelmoment. Het feit dat ze vooruitgang zien (al dan niet beperkt) motiveert hen om door te zetten, al wordt ook aangegeven dat consistentie hier niet vanzelfsprekend is. Ten derde wordt aangegeven dat sporten ook gewoon als enorm plezierig en leuk wordt ervaren. Het is zo dat in de gevangenis een strenge, kille en afstandelijke sfeer heerst, die in het uur dat sport wordt aangeboden even vergeten kan worden. Op dat moment wordt er 25
gelachen of zit de gedetineerde even in zijn eigen wereld. Sporten wordt hier enorm hoog in het vaandel gedragen, sport blijkt (net zoals in de literatuur wordt beschreven) van onschatbare waarde te zijn binnen detentie.
Thema 5: Groepssport versus individueel sporten Bij het bevragen van de voor- en nadelen van het sporten in groep waren er opnieuw een aantal zaken die steeds terugkwamen. Zo werd door zes van de elf personen als hoofdvoordeel van het samen sporten aangegeven dat je elkaar op die manier kunt motiveren en pushen om je eigen grenzen te verleggen. “Wanneer je in groep traint verleg je sneller je grenzen doordat je mee wilt met de rest. Wanneer je er dan in slaagt om als groep te groeien doet dat enorm veel deugd.” – W.J. “Volgens mij enkel voordelen. Je pept elkaar op, en als iemand een steek laat vallen wordt die meegetrokken door de rest” – C.K. Daarnaast zorgt het ook voor meer plezier. Zo kun je jezelf spiegelen aan anderen, moet je leren omgaan met elkaar en ga je al sneller gedachten en ervaringen uitwisselen na afloop van de training. Slechts één iemand gaf aan dat hij het voordeel van in groep trainen niet meteen ziet, ‘met twee kun je elkaar ook motiveren, hé’ luidde het. “Trainen in groep heeft zeker voordelen! Je pusht elkaar en je kan al eens lachen. Op die manier beleef je veel meer plezier” – T.E. Eén iemand geeft aan dat het enorm frustrerend is dat er zeer vaak drop-out voorkomt binnen projecten en dat dit de groep demotiveert. Iemand anders kan er moeilijk mee om dat de rest van de groep misschien zwaktes ontdekt bij hem wanneer hij aan groepsprojecten meedoet. Een derde gedetineerde geeft aan dat de onderlinge competitie misschien ook voor problemen kan zorgen in groepssport. In bepaalde sporten is het ook zo dat zwakke schakels vaak uitgemaakt of uitgesloten worden. Wanneer er bijvoorbeeld in teams tegen elkaar wordt gespeeld kan dit voor moeilijkheden zorgen. Buiten deze vier minpunten werden geen nadelen van groepssport aangegeven.
26
“Afhankelijk van de sport kunnen er ook nadelen aan gekoppeld zijn. Als je bijvoorbeeld in team tegen elkaar speelt en bepaalde teamleden zijn te traag dan leidt dat soms tot frustratie hé” – W.J. Thema 6: Het belang van coaching Vijf van de elf personen gaven letterlijk aan dat een coach zorgt voor de motivatie die ze nodig hebben om door te gaan. “Ik heb echt nood aan een coach, dat motiveert enorm. Ik weet van mezelf dat ik veel meer m’n best doe als er iemand achter me staat. Is er niemand, dan zou ik me er al eens snel durven van af maken” (lacht) – T.E. Het tweede aspect dat vaak terugkwam was het feit dat een coach iets kan aanleren, kan bijsturen en advies kan geven. “Een coach is voor mij van groot belang. Ik weet niets van training hé tot nu toe. Voor ik naar deze afdeling kwam was ik een junk. Moest ik die fitness kunnen verder zetten als ik buiten kom zou dat prachtig zijn. Maar ik heb iemand nodig die me alle basisbewegingen kan aanleren hé…” E.E. Op die manier kan men blessures gaan voorkomen. Blijkt dat deze gedetineerden toch bezig zijn met blessurepreventie en zich in bepaalde gevallen nog terugtrekken uit angst om zich te blesseren door gebrek aan expertise. “Een coach kan bevestiging geven over de dingen die ik doe. Ik ben graag zeker dat ik de oefeningen juist doe” – C.B. Thema 7: Wensen vernieuwend programma Als laatste wilde ik weten welke elementen de gedetineerden graag wilden terugzien een in vernieuwend programma. Aan de hand van deze resultaten kon ik nagaan in hoeverre CrossFit als basis van het programma kon fungeren.
27
De laatste vraag van het interview luidde als volgt: Welke drie elementen zijn volgens jou van groot belang in een vernieuwend trainingsprogramma? Hieronder een aantal letterlijke antwoorden van gedetineerden: “Ik zou liefst iets doen dat te maken heeft met fitness, waarbij ik ook mijn conditie en uithouding kan verbeteren.” – T.E. ‘Ik zou enorm graag in groep trainen, waardoor we samen sterker worden. Ook iets wat mijn uithouding test, iets wat me pusht” – E.E. “Voor mij persoonlijk moet dat gewoon iets zijn waarin ik mijn grenzen kan verleggen, want ik denk dat er nog veel meer in mij zit dan ik nu denk. Ik vind het ook plezant om eventueel iets in groep te doen, dus dat mag ook!” – W.K. “Dan zou dat iets zijn waarin ik fysiek en op vlak van kracht en behendigheid wordt gepusht. Dat is hier zo’n gigantische ramp hé, dat zijn nogal een stel luiaards hoor die hier zitten man, je kunt je dat niet voorstellen”(lacht) – W.J. “Ik zou graag iets doen rond conditie dat buiten doorgaat en ik hoop dat ik er sterker door word!” – C.K. De tabel op de volgende pagina geeft schematisch weer hoe vaak een bepaald element is teruggekomen. Niet iedereen kon drie zaken opnoemen, en sommige elementen leken zeer sterk op elkaar. De opgegeven elementen werden dus gegroepeerd van laag naar hoog.
28
Wensen vernieuwend programma Goede coach Lopen Uitgebreide opwarming Lenigheid In buitenlucht Focus op benen Full body Grensverleggend Groepsactiviteit Conditioneel 0
1
2
3
4
5
6
De bevraagde gedetineerden konden niet meteen iets opnoemen wat zeker niet in het programma mocht zitten, met uitzondering van één iets. Teveel concurrentie zou voor spanning zorgen, net zoals tijdens het voetballen. Een rechtstreekse competitie zou best vermeden worden. Uit bovenstaande gegevens blijkt opnieuw dat CrossFit de ideale basis zou kunnen zijn voor het programma aangezien het alle bovenstaande zaken in zich draagt. De gegevens uit testfase één zullen gebruikt worden om na te gaan of de basis van dit programma de deelnemer genoeg ruimte biedt om te ontwikkelen op allerhande vlakken. De resultaten van deze testfase worden eveneens gebruikt om de eerste sessies van het programma vorm te geven. Daarnaast zullen tussen de sessies door meerdere gesprekken plaatsvinden met de deelnemers om het programma constant te evalueren en eventueel aan te passen. Door het feit dat ik constant op de afdeling rondloop in functie van mijn stage kunnen deelnemers mij op elk moment van de dag aanspreken om hun bevindingen te delen. Het eindproduct wordt een trainingsprogramma dat met en door gedetineerden wordt opgesteld en getest, waarbij mijn expertise en kennis hun noden en feedback optimaal heeft kunnen vertalen.
29
2. Ontwikkelen product Zoals reeds aangegeven in het eerste bleek na de literatuurbeschouwing dat op zoek gegaan moest worden naar een programma dat zowel het groepsgegeven als het versterken van een gevoel van zelfwaarde, kracht en conditie kon combineren. De sport die als basis van het programma zou fungeren moest bovenstaande zaken dus in zich dragen en er daarbij ook voor zorgen dat er genoeg ruimte was om te gaan exploreren binnen de verschillende dimensies en competenties. CrossFit bleek in theorie de perfecte basis te kunnen zijn, dus ging ik als coach in spé op bezoek in een twee CrossFit clubs waar ik een aantal sessies analyseerde en mijn project voorstelde. De meningen van een aantal gecertificeerde trainers waren unaniem, CrossFit is ideaal als middel om alle zaken die in het eerste hoofdstuk aan bod komen te gaan vertalen in een vernieuwend programma. Tanguy Cambier (uitbater CrossFit Aalst): “CrossFit is perfect als basis voor een trainingsprogramma binnen een gevangenis. Je kan niet alleen enorm veel oefeningen doen op lichaamsgewicht en met een beperkte accommodatie, de sport biedt ook de mogelijkheid aan om constant te variëren en er kan zowel in groep als individueel getraind worden. Een mix van al deze zaken is volgens mij het perfecte recept voor een trainingsprogramma. Daarnaast ging ik samen met Stef Verbaeys (uitbater van CrossFit Brugge) na of CrossFit kon dienen als basis voor een programma waarin alle wensen van de gedetineerden uit de eerste testfase konden opgenomen worden. Stef Verbaeys (uitbater CrossFit Brugge): “CrossFit zou zeker kunnen fungeren als basis voor sportsessies binnen de gevangenis. Ik geef persoonlijk ook vaak trainingen op lichaamsgewicht in De Zande, een instelling voor probleemjongeren. Die jongens komen zichzelf tegen en verleggen keer op keer hun grenzen, ze kunnen er maar niet genoeg van krijgen!” Na deze overtuigende woorden besloot ik me in te schrijven in CrossFit Brugge, om hier aan de lijve de opbouw van de beginnerlessen te ondervinden. Van hieruit zou ik het beginniveau proberen te bepalen. Ook wilde ik inspiratie opdoen en mezelf laten onderwijzen, zodat ik een 30
aantal maanden later een groep onervaren gedetineerden op sleeptouw kon nemen bij het uittesten van mijn product. Aangezien tijdens de interviews in de eerste testfase aangegeven werd dat er nood was aan nauwe coaching en begeleiding wilde ik perfect weten op welk niveau hier begeleid werd. Het is zo dat de coach nooit meetraint tijdens de CrossFit sessies omdat hij dan geen aanwijzingen kan geven en het overzicht verliest. Uit de resultaten van de eerste testfase bleek eveneens dat er nood was aan extra kennis, die op een educatieve manier moest worden aangeboden. Het was dus belangrijk om als toekomstige coach een aantal basisbewegingen op te frissen en mezelf te laten bijscholen in een CrossFit club als die in Brugge. Ik begon met het volgen van een zestal basislessen, genaamd ‘Fundamentals’. Tijdens deze introductielessen werden alle basics aangeleerd. Na deze introductie opteerde ik ervoor om dezelfde structuur toe te passen tijdens de beginsessies van het programma. De oefeningen en workouts werden natuurlijk aangepast aangezien het programma binnen een volledig andere instelling zou gegeven worden. De workouts zelf moeten hoofdzakelijk bestaan uit oefeningen op lichaamsgewicht, aangezien trainingsmateriaal binnenbrengen niet vanzelfsprekend is. Ook werd door de gedetineerden gevraagd of er op het hele lichaam kan getraind worden, waarbij de focus op benen ligt. Ook hier moet dus rekening mee gehouden worden tijdens de opmaak van het programma. Samen met de twee gediplomeerde trainers van deze club trainde ik om mijn uitvoering perfect te krijgen. Gelukkig kon ik terugvallen op de basiskennis die ik reeds opdeed in de fitness, waardoor het aanleren van een aantal sportspecifieke oefeningen vlot verliep. Door het feit dat het afgewerkte programma elke oefening perfect zal uitleggen aan de hand van een beschrijving en demonstratiefoto zal het voor elke sportbeambte met (al dan niet beperkte) voorkennis mogelijk zijn om deze sessies te geven in eender welke penitentiaire instelling.
31
2.1 Implementering van het product: Zoals reeds aangegeven vind ik het belangrijk om rekening te houden met de feedback van de gedetineerden bij de opbouw van het verdere programma. De basislessen werkte ik van tevoren uit, want een juiste uitvoering van de oefeningen zou hoe dan ook noodzakelijk zijn. Wat de volgende trainingen betreft is het de bedoeling dat ik luister naar de wensen van de gedetineerden, en ook na ga welke trainingsvorm hen nu het meeste pusht om net dat tikkeltje harder te gaan trainen. Om de twee weken zou ik dus individueel samen zitten met de deelnemende gedetineerden om hen te bevragen omtrent het niveau, de opbouw en inhoud, de sfeer, de positieve en eventueel negatieve punten.
2.2 Opbouw De eerste zes sessies van het programma worden op voorhand inhoudelijk voorbereid. Deze zijn namelijk gebaseerd op de sessies die ik zelf heb gevolgd in een officiële CrossFitclub, maar zijn veel rijker aan oefeningen op lichaamsgewicht. Tijdens deze zes sessies worden alle basisbewegingen aangeleerd, en worden alle uitvoeringsproblemen weggewerkt. Aan het einde van de derde fundamental wordt een ‘benchmark’ gedaan. Dit is een workout die we tijdens de voorlaatste sessie opnieuw zullen herhalen om eventuele vooruitgang te kunnen aangeven. De vierde en vijfde fundamental zijn opnieuw trainingen waarin de focus ligt op het aanleren van techniek. Vanaf de zevende sessie tot en met de twaalfde sessie wordt het tempo aanzienlijk verhoogd en wordt er iets korter op techniek getraind. Het techniekgedeelte wordt nu een herhalingsmoment waarin de uitvoering van bepaalde oefeningen aangescherpt kan worden. Dit noemen we reps for quality (herhalingen voor kwaliteit), omdat hier puur op de kwaliteit van de oefening en uitvoering wordt gelet. Tijdens de workouts is dit niet altijd vanzelfsprekend aangezien iedereen zijn eigen tijd wil verbeteren en elke oefening zo snel mogelijk wil uitvoeren.
32
Hieronder een schematische voorstelling van het verloop en de inhoud van het programma.
2.2.1 Schematische voorstelling planning trainingsprogramma Week 1 Datum 24 februari 25 februari 27 februari Week 2 Datum 3 maart 4 maart 6 maart Feedbackgesprek 1 Week 3 Datum 10 maart 11 maart 13 maart Week 4 Datum 17 maart 18 maart 20 maart Feedbackgesprek 2 Week 5 Datum 24 maart 25 maart 27 maart Week 6 Datum 31 maart 1 april 3 april Feedbackgesprek 3 Week 7 Datum 7 april 8 april 10 april
Groep A B A
Inhoud Fundamental I Fundamental I Fundamental II
Tot stand gekomen Eigen onderzoek Eigen onderzoek Eigen onderzoek
Groep B A B
Inhoud Fundamental II Fundamental III Fundamental III
Tot stand gekomen Eigen onderzoek Eigen onderzoek Eigen onderzoek
Groep A B A
Inhoud Fundamental IV Fundamental IV Fundamental V
Tot stand gekomen Eigen onderzoek Eigen onderzoek Eigen onderzoek
Groep B A B
Inhoud Fundamental V Fundamental VI Fundamental VI
Tot stand gekomen Eigen onderzoek Eigen onderzoek Eigen onderzoek
Groep A B A
Inhoud Workout I Workout I Workout II
Tot stand gekomen Eigen onderzoek Eigen onderzoek Eigen onderzoek
Groep B A B
Inhoud Workout II Workout III Workout III
Tot stand gekomen Eigen onderzoek Eigen onderzoek Eigen onderzoek
Groep A B A
Inhoud Workout IV Workout IV Workout V
Tot stand gekomen Eigen onderzoek Eigen onderzoek Eigen onderzoek 33
Week 8 Datum 14 april 15 april 17 april Feedbackgesprek 4
Groep B A B
Inhoud Workout V Workout VI Workout VI
Tot stand gekomen Eigen onderzoek Eigen onderzoek Eigen onderzoek
2.3 Tussentijdse feedbackverslagen Zoals reeds aangegeven werden tussentijdse feedbackgesprekken gehouden. Dit na twee, vier, zes en acht weken. Ook na de trainingen werd vaak kort overlegd. Hieronder leest u de samenvattingen van de vier feedbackgesprekken.
Feedbackgesprek 1: Samengevat blijkt dat het enthousiasme zeer hoog is na de eerste twee weken. De eerste WOD wordt gezien als de meest intensieve, de daaropvolgende waren niet makkelijker maar de recuperatie verliep wel vlotter. De spelmomenten worden geapprecieerd en de funbeleving is hoog. Ook de flexibiliteitoefeningen die na de training aangeleerd werden namen een aantal gedetineerden mee om op cel mee aan de slag te gaan. De trainingen zelf werden een paar keer als ‘perfect op maat’ beschreven. De recuperatie verloopt tot nu toe vlot en de teamgeest groeit. Eén van de gedetineerden kreeg vlak voor de laatste training slecht nieuws en twijfelde erover om mee te gaan. Hij ging uiteindelijk toch mee om de groep niet in de steek te laten. Inhoudelijk worden geen aanpassingen doorgevoerd, aangezien er geen opmerkingen kwamen. Eén iemand gaf aan dat de opwarming nog iets langer mocht duren, maar alle anderen vonden de lengte en intensiteit van het opwarmingsgedeelte perfect. De opwarming bleef qua intensiteit dus dezelfde.
Feedbackgesprek 2: Er wordt aangegeven dat het groepsgevoel opnieuw gestegen is. Het feit dat de oefeningen individueel worden uitgevoerd maar er toch in groep wordt gewerkt valt in de smaak. “We willen niet onderdoen voor elkaar en proberen een ander soms te spiegelen wanneer we het lastig krijgen” vertellen twee gedetineerden. 34
Eén van de laatste sessies van de afgelopen twee weken werd afgesloten met een TABATA WOD. Hierbij werden acht posten opgesteld. Per post stond telkens één deelnemer die twintig seconden trainde, waarna er doorgeschoven werd in tien seconden. Vervolgens werd opnieuw twintig seconden getraind op de nieuwe post, waarna men terug doorschoof. Deze viel enorm in de smaak omdat hier constante feedback kwam en omdat er niet geteld moest worden. Gewoon doortrainen en alles geven, was de boodschap. Er werd gevraagd of er in de toekomst nog een TABATA gegeven kon worden. Ook het springtouwen triggerde blijkbaar enorm. Een aantal vroegen expliciet of er vaker gespringtouwd kan worden zodat ze dit nog beter onder de knie kunnen krijgen. De populariteit van de sessies stijgt enorm. Eén iemand geeft zelfs aan dat hij zijn geliefde bodybuilding wilt laten varen om te gaan trainen op het fit zijn aan de hand van dergelijk oefeningen. ‘Ik ben volledig verkocht, en wil zo snel mogelijk van dat lompe beeld af. Ik ben ook al bijna vijftig jaar hé, ik heb veel meer deugd van zo’n trainingen.’ vertelde hij. Inhoudelijk worden dus twee zaken meegenomen. Het springtouwen moet zeker aanwezig zijn in een aantal van de volgende sessies, en er moet nog minstens één TABATA WOD gegeven worden na afloop van een van de volgende sessies.
Feedbackgesprek 3: De afgelopen sessie was er sprake van wrijving tussen drie deelnemers. Velen betwijfelen dat één van de deelnemers eerlijk is in zijn puntentelling. Maar het is bijna onmogelijk om mee te tellen met de gedetineerden tijdens het coachen. Achteraf wordt aan elke deelnemer gevraagd hoeveel ronden deze gemaakt heeft binnen de opgegeven tijd. Dit aantal wordt genoteerd op een bord, waarop iedereen elkaars tijd kan lezen. Hieromtrent ontstond de afgelopen sessies vaak wat discussie. Ook het feit dat deze persoon vaak makkelijkere oefeningen kreeg door zijn schouderblessure zorgde voor frustratie. Als oplossing zal er gewerkt worden met ‘RX’. Deze letters krijgt iemand achter zijn aantal ronden of tijd als hij alle oefeningen van de workout uitvoert zoals gevraagd. Iemand die andere of lichtere vormen van de oefeningen krijgt (wegens blessure) zal misschien sneller finishen, maar zal geen RX krijgen. Op die manier is het meteen duidelijk met wie men kan vergelijken en met wie niet.
35
Er viel niemand af de voorbije weken, dus dat ondersteund het feit dat men nog steeds zeer gemotiveerd is. Er wordt vaak over de sessies nagepraat op de sectie en wanneer sommigen het moeilijk hebben worden zij gemotiveerd door anderen om niet op te geven. Er werd gevraagd om tijdens de volgende training een stukje te lopen. Dit zal gecombineerd worden met intervalmomentjes waarin bepaalde oefeningen zullen gedaan worden om daarna terug verder te lopen. Op die manier blijven we toch binnen dezelfde trend van het programma trainen. Ook wordt vanaf de volgende training met RX gewerkt om op die manier discussie te vermijden.
Feedbackgesprek 4: De finale WOD bleek tot nu toe de aller zwaarste. Ze worden steeds weerbaarder en zijn minder makkelijk uit hun lood te slaan. Ze begonnen met vol enthousiasme aan de workout, en werkten hem één voor één af. De laatste twee weken werden een aantal deelnemers van de afdeling verwijderd na inbreuk op de regels van de DVA. Desondanks konden toch dertien van de zestien mannen deelnemen aan de laatste sessie. De deelnemers geven één voor één aan dat hun creativiteit enorm is toegenomen. De laatste workout willen ze binnen een aantal weken opnieuw uitvoeren op zichzelf om na te kunnen gaan of er vooruitgang werd gemaakt. Gedurende de volgende weken gaan ze individueel aan de slag met de oefeningen die ze bijleerden. Het invoeren van de RX werkte fenomenaal, dus dit is zeker een aanrader voor een volgende uitvoering van dit programma.
36
2.4 Drop-out Van de zestien gedetineerden die zich inschreven startten uiteindelijk vijftien personen in de week van zeventien februari met de trainingssessies. Van deze vijftien oorspronkelijke deelnemers werkten tien het volledige programma af. Daarnaast vielen drie personen in voor deelnemers die los van het programma moesten stoppen wegens overplaatsing of verwijdering van de afdeling na inbreuk op de regels. Dit kon gaan van agressie naar een medegedetineerde of beambte, tot het positief testen op een verboden stof (drugs of alcohol). Gedetineerden die afvielen werden telkens vlot vervangen door invallers waardoor de deelnemers hier weinig last van hadden. De laatste sessie werd gegeven aan dertien gedetineerden. Het feit dat er af en toe een nieuwe deelnemer in het team kwam zorgde ervoor dat er telkens nieuwe feedback kwam waardoor het onderzoek nog representatiever werd. Dat met uitzondering van één persoon er niemand stopte vanuit vrije wil is op zich al een prestatie. Het was opvallend hoe gemotiveerd en enthousiast de gedetineerden waren gedurende de acht weken. Maar wanneer er drugs op de afdeling circuleert of er onderlinge spanningen zijn op de werkvloer blijkt dit programma niet sterk genoeg te zijn om hen te weerhouden van het plegen van een inbreuk op de regels van de DVA.
37
3. Doelgroep fase 2 3.1 Meetmethode Na afloop van het acht weken durend programma ging ik opnieuw samen zitten met elf van de gedetineerden die de sessies afwerkten. Op die manier wilde ik inzicht krijgen in de mate waarin dit programma tegemoet kwam aan hun verlangens en noden, en wat nu precies het verschil was met de doorsnede sportsessies die ze hier aangeboden kregen en nog steeds krijgen. In deze fase werd bewust gekozen voor een gestructureerd interview omdat ik zeker wilde zijn dat ik genoeg informatie over het programma zou kunnen verzamelen. Tijdens de eerste testfase was persoonlijke achtergrondinformatie relevanter, aangezien ik nog niets wist over de sportieve achtergrond van de deelnemende gedetineerden. In beide testfases ging het om een kwalitatieve dataverzameling.
3.2 Doelgroep De doelgroep die in deze fase bevraagd werd was dezelfde als in de eerste, met het verschil dat er een aantal gevangenen waren overgeplaatst naar een andere gevangenis waardoor er een aantal vervangers werden bevraagd. Tijdens het programma zijn twee mannen ingesprongen voor mannen van de afdeling verwijderd werden nadat ze inbreuk pleegden op de regels van de DVA. Ook deze twee invallers werden bevraagd in deze tweede testfase. De tweede testgroep verschilde dus licht van de eerste. Het feit dat alle mannen die hier bevraagd werden het programma afwerkten zorgt ervoor dat hun mening naar mijn gevoel nog relevanter is. Ze bewezen namelijk dat ze (zoals beloofd) kunnen doorzetten wanneer een op maat gemaakt programma tegemoet komt aan hun vragen.
3.3 Procedure De gedetineerden werden opnieuw individueel bevraagd in een bureauruimte van de DVA. Het gesprek duurde gemiddeld dertig minuten waarin alle vragen mondeling werden gesteld. Deze tweede testfase bestond uit zeventien vragen waaronder drie schaalvragen om zo een duidelijk beeld te schetsen van hun appreciatie, voorkeuren en de algemene invloed van het programma.
38
3.4 Dataverwerking Aangezien ik in de tweede testfase koos voor een gestructureerd interview (zie bijlage 4) was het deze keer relevanter om een schematische voorstelling te maken van de resultaten. Ik vond het interessant om niet enkel de inhoud van het programma te bevragen, maar ook de omkadering van een trainingsprogramma en trainingsfrequentie. Op die manier hoopte ik een beeld te kunnen schetsen van hoe een trainingsprogramma er nu uit moest zien en op welke manier deze moest gegeven worden volgens de gedetineerden. Hierna volgt een schematische voorstelling van de tweede testfase. Een ingevuld voorbeeldinterview is terug te vinden in bijlage 6.
39
3.5 Resultaten testfase 2 Naam Verschillen doorsnede sessie
Score
Score
Score
Optimale Optimale
Optimale Met of
Buiten
Zou opnieuw
programma
belang
opbouw
duur
trainingsfrequentie
groeps-
zonder
of
deelnemen
coach
intensiteit
sessies
per week
grootte
muziek
binnen
sessies E.D.
Begeleiding &
8/10
8/10
8/10
1u
2x
8-10
zonder
Buiten
Ja
10/10
10/10
9/10
1,5u
3x
8
Met
Buiten
ja
8/10
9,5/10
7,5/10
1u
2x
8-12
Geen
Buiten
Ja
grensverleggend T.E.
Groepssfeer, begeleiding & intensiteit
C.E.
Professionaliteit, onrechtstreekse
mening
competitie & coaching X.D.
Tempo/intensiteit
8/10
8/10
8/10
1u
2x
5-6
Met
Buiten
Ja
8/10
10/10
8,5/10
1u
3x
10
Met
Buiten
Ja
8/10
7/10
7/10
1,5
2x
8
mix
Buiten
Ja
& bodyweight W.J.
Intensiteit & persoonlijke begeleiding
L.K.
Educatief
40
karakter, uithouding & intensiteit D.N.
I.N.
Constante
7,5/10
10/10
10/10
1u
2
4
Geen
motivatie,
mening
begeleiding &
(liever
variatie
coaching)
Begeleiding,
Buiten
Ja
9/10
10/10
8/10
1u
2
8
zonder
Buiten
Ja
8/10
10/10
9/10
1,5u
2-3
8
Met
Buiten
Ja
9/10
9/10
8/10
1,5u
3
8
Met
Buiten
Ja
8/10
9/10
7/10
1,5u
3
8-10
Met
Buiten
Ja
intensiteit, inspiratie & vetverbranding T.U.
Compleet, onrechtstreekse competitie & conditioneel zwaarder
C.K.
Intensiteit, motivatie & allesomvattend
E.H.
Begeleiding, intensiteit &
41
motivatie Gemiddelde
8,3/10
9,14/10
8,2/10
1,25
2-3
8
Met
Buiten
/
scores
42
Uit voorgaande schaalvragen werden gemiddelde scores berekend: 1. Welke score zou je de inhoud van het trainingsprogramma geven op een schaal van nul tot tien, waarbij nul staat voor zwaar onvoldoende en tien voor uitmuntend. Kun je ook zeggen waarom? “Een dergelijke sportactiviteit heb je hier niet hé. Alles werd omkaderd en begeleidt, dat is nieuw voor ons. In andere sporten hier krijg je enorme druk en stress, daar draait het om winnen. Bij de laatste sessies ging het gewoon om het verbeteren van je eigen tijden, en dat ligt puur bij jezelf.” – C.E. “Het grote verschil is dat je nauw begeleid werd en dat het veel intensiever was dan een doorsnede sessie.” – W.J. Gemiddelde score: 8,3 2. Hoe belangrijk of onbelangrijk vond je het feit dat er een coach was die je aanmoedigde en motiveerde op een schaal van nul tot tien, waarbij nul voor totaal onbelangrijk staat en tien voor onmisbaar. “Dat is gewoon nodig hier. Moest je de gasten hier een schema geven met alle oefeningen erin denk ik dat er nog geen twintig procent doet wat ze moeten doen, of de kantjes ervan zou lopen” – W.J. “Een coach is voor mij echt belangrijk, niet enkel voor het aanleren van techniek, maar ook qua motivatie.” – T.T. Gemiddelde score: 9,1 3. Wat vond je van de opbouw in intensiteit doorheen het programma? Scoor op een schaal van nul tot tien waarbij nul voor veel te licht staat en tien voor veel te zwaar.
“Voor ons was dat zwaar genoeg. Wij hebben hier niet zoveel beweging hé. Moest je de lat nog hoger gelegd hebben zouden er mensen afgevallen zijn. ’t Was echt op niveau!” – E.D. “Het verschil tussen de eerste en de laatste sessie was echt enorm, dat was dag en nacht verschil. Je kon dat elke week voelen die opbouw, en die laatste sessie was echt kapot gaan! (lacht)” – W.J. Gemiddelde score: 8,2 Naast de schaalvragen die vooral op inhoud van het programma gericht waren bevroeg ik ook de omkadering van het programma (muziek, groepsgrootte, omgeving, frequentie,…). Mijn ervaring was dat er in het algemeen toch kan gesteld worden dat er liever met dan zonder muziek getraind wordt, maar dat de coach duidelijk over de muziek heen te horen moet zijn. Aanmoediging en bijsturing tijdens de sessies wordt enorm geapprecieerd door de gedetineerden. De groepsgrootte is iets minder makkelijk te bepalen. In de reguliere CrossFit club buiten wordt meestal in groepen van acht tot vijftien personen getraind (Tanguy Cambier), maar hier is dit minder vanzelfsprekend. Ten eerste is de ruimte hier beperkt, en ten tweede is het niet altijd evident om de sessie in goed banen te leiden door de vele verschillende karakters en individuele problematieken van de gedetineerden. Vanuit de ervaringen die ik had zou ik dus opteren voor een groep tussen de acht en twaalf personen, afhankelijk van de grootte van de beschikbare ruimte. Over de omgeving waren de gedetineerden unaniem, een dergelijk trainingsprogramma moet buiten doorgaan! Voldoende zuurstof is enorm belangrijk wanneer je aan hoge intensiteit traint en ook het feit dat deze mannen al 23/24 binnen zitten maakt het voor hen des te leuker om in open lucht te trainen. Over de trainingsfrequentie waren de meningen verdeeld. Sommigen hadden graag drie trainingen in de week, anderen twee. Er werd wel zeer duidelijk aangegeven dat één training per week te weinig was, maar in dit geval gingen de gedetineerden nog vaak trainen op de wandeling waardoor de motivatie hoog bleef. In bijlage is een van de letterlijk uitgetypte interview terug te vinden. 44
3.5.1 Aanpassingen programma na afnemen testfase 2 Inhoudelijk bleek het programma zeer nauw aan te sluiten op de noden en verwachtingen van de gedetineerden. Na afloop van het programma werden twee fundamentals met elkaar gewisseld, omdat duidelijk werd dat bepaalde oefeningen uit één ervan wat vroeger aan bod moesten gekomen zijn. Deze training werd reeds verplaatst in het trainingsprogramma zodat de volgorde reeds klopt wanneer dit programma een volgende keer gebruikt wordt. Wanneer een dergelijk programma opnieuw gegeven wordt zou ik kiezen voor twee trainingen in de week. Op die manier wordt vermeden dat bepaalde deelnemers niet vlot genoeg recupereren en afhaken. Wanneer men drie maal per week traint heeft men maar één dag om te recupereren, wat in het begin niet genoeg zal zijn. Er kan eventueel ook gekozen worden om te beginnen met twee trainingen per week om na een aantal weken over te stappen op drie trainingen per week. Ik zou opteren voor het trainen met muziek, maar belangrijk is dat de coach altijd verstaanbaar is. Indien mogelijk moet dit programma in open lucht gegeven worden, op een zo groot mogelijk terrein.
45
Hoofdstuk III 1. Praktische toepassing van het product in het werkveld In verschillende gevangenissen in Vlaanderen werden reeds eerder CrossFit initiaties gegeven, maar nooit eerder werd er een volledig programma ontwikkeld waarbij ook de noden, verlangens en meningen van de gedetineerden zelf in kaart werden gebracht. Het programma werd ook volledig uitgewerkt op papier en omkaderd. Er werd bewust gekozen voor een zo representatief mogelijk doelgroep, waardoor dit programma zonder veel risico op mislukking kan gegeven worden aan een andere groep gedetineerden in gelijk welke gevangenis. Wel is het belangrijk om te weten dat dit programma aan een groep gedetineerden werd gegeven op een open regime, waardoor er onderling misschien iets minder spanningen waren. Al werd aangegeven door de gedetineerden zelf dat deze trainingen ook te geven zouden zijn op een gesloten afdeling. Agressie op een gesloten afdeling komt veel frequenter voor dan in een open afdeling, waardoor het sporten in groep soms tot frustratie kan leiden. Bij dit progamma is geen sprake van fysiek contact, ieder traint voor zichzelf. Toch is dit ook een groepsgebeuren door het feit dat iedereen dezelfde workout uitvoert en soms moet samenwerken. Op deze manier wordt de kans op een voorval opnieuw verkleind. Emma Dooms en Heather Loontjens, sportfunctionarissen van de West- en Oost-Vlaamse gevangenissen vertelden me gedurende een persoonlijke ontmoeting dat een dergelijk programma uiterst interessant is aangezien ze al sinds een paar jaar pleiten om het (individuele) bodybuilden te vervangen of aan te vullen door/met dergelijke trainingen. Ze zijn grote voorstanders van het CrossFit gegeven, omdat hier getraind wordt op conditie en veel minder op het massieve en lompe beeld dat men bekomt door het powertrainen. Emma en haar collega Heather Loontjens wisten eveneens te melden dat er reeds CrossFitprojecten bestaan in een aantal Oost-Vlaamse gevangenissen. In fitness van de Gentse en Oudenaardse gevangenis werd het afgelopen jaar één uur per week aan CrossFit gedaan. De sessies worden gegeven door lesgevers van Vlabus die door de Rode Antraciet geïntroduceerd worden in de gevangenis. Beide sportfunctionarissen gaven aan dat deze CrossFitprojecten nog in hun kinderschoenen staan en dat de lesgevers zelf vaak weinig kennis hebben over deze vrij nieuwe sport. Het feit dat ik een programma samenstelde dat 46
voor een groot stuk op deze sport gebaseerd is, maakt het voor hen interessant om het als leidraad voor te leggen aan nieuwe lesgevers. Het unieke aan dit programma is ook dat er weinig accommodatie moet aanwezig zijn, wat het perfect uitvoerbaar maakt in elke gevangenis. De drempel voor nieuwe lesgevers is vaak hoog, en zeker in een sport als CrossFit, door de vaak beperkte voorkennis. Wanneer de Rode Antraciet dit programma mee kan geven aan nieuwe lesgevers wordt deze drempel een stuk verlaagd. Hierdoor wordt het zowel voor de mensen die lesgevers moeten werven als voor de lesgever zelf een stuk eenvoudiger. Emma Dooms vertelde me dat ze volgend jaar opnieuw CrossFit wil laten doorgaan in het PCB. Daarnaast wil ze een twaalftal uur CrossFit laten doorgaan in Ruiselede en 5 sessies in Ieper. Het programma dat ik uitwerkte in het PCB zou (ondanks het feit dat het nog verschilt van de traditionele CrossFit) perfect kunnen dienen als rode draad voor de lesgever. Het verschil met een typisch CrossFitprogramma is dat ik vooral oefeningen op lichaamsgewicht implementeerde. Dit zorgt ervoor dat de gedetineerden na afloop van het programma op eigen houtje verder kunnen, en niet beperkt worden door het wegnemen van CrossFit materiaal zoals gewichten, touwen, kettlebells, roeiers, … Ook dit gegeven maakt het programma uniek, en zorgt ervoor dat het makkelijk heruit te voeren is. Naast de interesse vanuit de Rode Antraciet en de goedkeuring die gegeven werd vanuit de organisatie van het PCB, de overheidscoördinatrice en de sportfunctionaris waren ook de gedetineerden enthousiast. Ze stelden met aandrang de vraag om de trainingssessies die we gedurende acht weken afwerkten op papier te kunnen krijgen zodat ze deze op eigen houtje konden verder zetten. Een aantal gaven aan dat ze het moeilijk zullen hebben omdat ze nooit dezelfde setting en sfeer zullen kunnen creëren zoals op de groepstrainingen met muziek en met een coach, maar ze desondanks toch zullen proberen. Het programma heeft hen geïnspireerd, en kan nog vele andere gedetineerden inspireren om in een moeilijke context als deze, met beperkte middelen een uitdagende training samen te stellen. Ondanks het feit dat bepaalde gedetineerden hier al tien jaar zitten en proberen om creatief om te gaan met hun eigen lichaamsgewicht, leerden ze gedurende deze trainingen toch nog een heel arsenaal aan oefeningen bij.
47
2. Conclusie Er kan besloten worden dat een dergelijk programma in grote mate inspeelt op de noden van gedetineerde mannen. Om te voldoen aan deze noden moest ervoor gezorgd worden dat het progamma gebaseerd was op de juiste sport. Al vroeg in dit onderzoek werd de mogelijke link met CrossFit gelegd, en dit bleek ook de juiste. Zoals beschreven in de literatuur (hoofdstuk I) werd door de gedetineerden aangegeven dat fitness de sportieve bezigheid is die ze het minst zouden kunnen missen. Daarnaast werd bevestigd vanuit de directie en de mensen van de Rode Antraciet dat groepssporten bevorderd moeten worden. De motivatie voor het spelen van voetbal blijkt vooral groepsgerelateerd te zijn, en niet zo sterk spelgerelateerd. Ook dit ondersteunt de keuze die gemaakt werd om op CrossFit verder te bouwen en niet op een andere groepssport als voetbal of volleybal. Het begeleidende, persoonlijke en het onrechtstreeks in competitie gaan met anderen zijn eveneens zaken die de keuze voor CrossFit ondersteunen. In het eerste hoofdstuk werden de effecten van sport binnen gevangenschap op de gezondheid en de sociale rehabilitatie beschreven. Eerst en vooral is het zo dat een groot aantal van de gedetineerden aangaven dat ze zich wel degelijk fitter voelden tijdens het programma. Ze sliepen vaster, hadden meer energie en minder stress. Daarnaast was er tot op een bepaald niveau sprake van een zekere cohesie. Deze cohesie viel vooral op aan het einde van de sessies, wanneer de gedetineerden elkaar de hand schudden en nog wat napraatten tijdens de stretching. Af en toe was er sprake van onderlinge spanningen maar deze werden telkens onderling opgelost, wat opnieuw positief is in functie van hun rehabilitatie. Daarnaast kan ook teruggekoppeld worden naar de verschillende inzichten die werden beschreven in hoofdstuk I. Ten eerste werd ingespeeld op het ontwikkelen van de functionele dimensie van sociale inclusie door het feit dat het programma de fysieke competenties en vaardigheden van de gedetineerden op de proef stelde en verruimde. Ten tweede werd ook het groepsgevoel versterkt door het feit dat slechts een deel van de afdeling aan CrossFit deed en samen de loodzware workouts volbracht. Dit zorgde ervoor dat ze steeds meer het gevoel kregen dat ze deel uitmaakten van een groep of team, net zoals beschreven wordt in de relationele dimensie van sociale inclusie. Er werd ook aangegeven dat de deelnemers elkaars soms motiveerden om geen enkele training te missen. 48
Het was eveneens zo dat er twee allochtonen en een aantal autochtonen die op mentaal vlak iets onder de middenmoot van de groep zaten aan het programma deelnamen. Toch werden zij opgenomen in de groep ondanks het feit dat ze van afkomst of ontwikkeling verschilden. Niet zelden is het zo dat allochtonen in detentie worden weggeduwd wanneer ze in een groep autochtonen terecht komen, maar hier was dit niet het geval. Beiden werden gerespecteerd door het feit dat ze zo sterk scoorden tijdens de workouts en de bewegingen snel oppikten. De mensen die iets minder mogelijkheden hadden om de oefeningen snel te verstaan en vaak mis telden (waardoor ze ongeloofwaardige scores bekwamen) kregen het soms iets moeilijker te verduren. Als derde punt kan dus gezegd worden dat er gedurende de acht weken dat het programma liep sprake was van een ruimtelijke dimensie waarbij sport de afkomst of klassenverschillen overstijgt. In het eerste hoofdstuk werd naast de verschillende dimensies ook over drie competenties gesproken. Door het feit dat de deelnemers zichzelf tegenkwamen tijdens de uitputtende workouts en zo extra kennis kregen over hun fysieke capaciteiten mag gesteld worden dat er meer dan voldoende ruimte was om de biografische competentie verder te ontwikkelen. Er werd door de gedetineerden vaak gereflecteerd over de eigen sterke en zwakke punten, maar ook over het kunnen van de ander. Uit de resultaten van de tweede testfase kan afgeleid worden dat context of omgeving waarbinnen deze sessies gegeven werden niet zo sterk verschilde van de doorsnede omgeving aangezien we in de gevangenis moesten blijven. Ook de accommodatie was beperkt, maar dit was een van de sterktes van het programma. Op die manier leerden de deelnemers creatief te zijn in een omgeving met beperkte mogelijkheden en materiaal, wat synoniem is voor een versterking van hun institutionele competentie. De politieke competentie is misschien wel een van de belangrijkste geweest gedurende de acht weken dat dit product werd geïmplementeerd. De deelnemers werden immers voortdurend uitgenodigd om hun mening te vormen over de inhoud en omkadering van iedere sessie en over het functioneren van de andere deelnemers. Het feit dat het product van deze bachelorproef in het Penitentiair Complex van Brugge mocht worden uitgetest was een enorme opportuniteit, maar dit bracht ook een aantal organisatorische moeilijkheden met zich mee. Het verkrijgen van een officiële goedkeuring voor het binnenbrengen van een micro of spraakrecorder verliep iets minder vlot waardoor ik 49
een week later dan gepland kon starten met de opnames van de interviews en me genoodzaakt zag om slechts elf gedetineerden te interviewen in plaats van zestien. De andere gedetineerden werden eveneens op intakegesprek uitgenodigd, maar deze werden niet opgenomen in de bachelorproef. Alle geïnterviewde gedetineerden werden op voorhand op de hoogte gebracht van het feit dat het gesprek zou worden opgenomen. Ik ben mezelf er dan ook van bewust dat dit een zeker effect gehad kan hebben op de resultaten van de twee testfases. Zoals reeds aangegeven werd de volgorde van de fundamentals ook veranderd na het uittesten ervan in de praktijk. Fundamental 5 werd gewisseld met fundamental 4 omdat bleek dat bepaalde oefeningen reeds iets vroeger in het programma moesten komen om er in de volgende fundamental op verder te bouwen. Er werd gekozen om met twee groepen te trainen waardoor het programma iets minder intensief werd, maar er wel meer gedetineerden konden meetrainen en hun mening konden geven waardoor het programma representatiever werd. Het grootste deel van de mannen had ofwel een verleden van vechtsport of voetbal. Een aantal van de mannen had ook totaal geen sportieve ervaring. Een minderheid deed reeds aan fitness buiten en één iemand van de gedetineerden had een bodybuildingverleden. De sportieve voorgeschiedenis was de gedetineerden waarmee aan de slag gegaan werd was dus zeer uiteenlopend, wat opnieuw bewijst dat dit programma ongeacht welke ervaring de deelnemers hadden uitdagend is geweest en op maat werd opgesteld. Er werd afwisselend getraind met een achttal gedetineerden in plaats van drie maal per week met dezelfde acht. De trainingsfrequentie lag dus iets te laag om een markante vooruitgang te boeken, maar de input van de gedetineerden omtrent het programma was des te groter. Deze keuze werd mede gemaakt door de stageplaats, aangezien het inspireren van aanzetten tot beweging van een grotere groep gedetineerden interessanter is dan een beperkt aantal. Het feit dat er zoveel mensen betrokken zijn in het deze bachelorproef maakt ze zo sterk. Communicatie en proactief denken zijn dan ook onmisbaar geweest tijdens het realiseren van dit product.
50
Referentielijst Schriftelijke bronnen -
Bourgois, J., & Vrijens J. (2011). Basis voor verantwoord trainen. Gent: PVLO vzw.
-
Dejonghe, T. (2012) Sport in de wereld. (5e druk). Gent: Academia.
-
Gratton C., & Taylor P. (2000). Economics of Sport and Recreation. London: Spon Press.
-
Matton, L. (2012-2013). Gezondheidsleer [Cursus]. Brugge: Howest Sport & Bewegen.
-
Meek, R. (2014). Sport in Prison: exploring the Role of Physical Activity in Correctional Settings. Verenigde Staten, uitgever Routeledge.
-
Sabo, D, Kupers & W. London (2001). Doing time, doing masculinity: sports and prison. Philadelphia: Temple University.
-
Scheerder, J. , Van Tuyckom C. & Vermeersch A. (2007.) Europa in beweging. Sport vanuit Europees perspectief. Gent: Academia Press.
-
Verschelden, G. (2002), Opvattingen over welzijn en begeleiding. Gent: Academia Press.
Digitale Bronnen: -
Coussée, F. &, De Schepper, P. (2011) De toekomst van ons maatschappelijk kwetsbaar jeugdwerkbeleid. Geraadpleegd op 27 oktober, 2014, van http://www.uitdemarge.be/media/docs/
-
De Knop, P., Piéron, M. (2000). Beheer en organisatie van de sport in België. Geraadpleegd op 4 november, 2014, van http://www.blosokics.be/Sportmanagement/Gedeelde%20%20documenten/001001_KBS_Beheer_en_org anisatie_van_sport_in_Belgie.pdf.
-
Dejonghe, T., (2001). De noodzaak aan exogeen opgelegde economisch-geografische principes bij het professionaliseren van het door endogene factoren ontstane wereldsportstelsel [Thesis]. Universiteit Gent, faculteit Wetenschappen. Geraadpleegd op 20 november, 2014, van http://lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/518/896/RUG01000518896_2010_0001_AC.pdf
51
-
Devís-Devís, J. , Peiró-Velert, C. , Martos-García, D. (z.d.) Sport and physical activity in European prisons: a perspective from sport personnel. Geraadpleegd op 22 december, 2014, van http://www.prisonersonthemove.eu/images/Annex%202%20%20Sport%20and%20physical%20activity%20in%20european%20prisons%20UVEG.p df
-
Derwael, J. (2000-2001). Sociale achtergrond van de Gentse sportverenigingen en hun bestuurders op het einde van de negentiende en het begin van de twintigste eeuw (18901914) [Thesis]. Universiteit Gent, faculteit Letteren en Wijsbegeerte. Geraadpleegd op 20 november, 2014, van http://www.ethesis.net/gent_sport/gent_sport_inhoud.htm
-
Gallant, D., Sherr E., Nicholson, M. (2014). Recreation or rehabilitation? Managing sport for developmentprograms with prison populations. Geraadpleegd op 24 december, 2014, van http://www.academia.edu/8337972/Recreation_or_rehabilitation_Managing_sport_for_d evelopment_programs_with_prison_populations
-
Glassman, G. (2010). The Crossfit Training Guide. Geraadpleegd op 23 oktober, 2014, van URL: http://journal.crossfit.com/2010/05/crossfit-level-1-training-guide.tpl
-
Hermans, K. (2013). Wie vast zit wil bewegen! Wijzer over sport in gevangenissen. Geraadpleegd op 23 oktober, 2014, van http://www.blosokics.be/doelgroepen/Gedeelde%20%20documenten/Gedetineerden/130314_Wie_vast_zi t_wil_bewegen.pdf
-
Johnson, B. (2001). Sport, masculinities and Power relations in Prison. Geraadpleegd op 19 november, 2014, van http://brage.bibsys.no/xmlui/handle/11250/160678
-
Noukens, R. (2004-2005). Mediatisering en globalisering van een sporttak Triatlon: Case study de Ironman van Hawaï [Syllabus]. Universiteit Gent, Faculteit Letteren en Wijsbegeerte. Geraadpleegd op 24 november, 2014, van http://www.ethesis.net/ironman/ironman_inhoud.htm
-
Seefeldt, D., Ewing, E. (z.d)Youth Sports in America: An Overview. Michigan State University. Geraadpleegd op 26 december, 2014, van https://www.presidentschallenge.org/informed/digest/docs/199709digest.pdf
-
Vanreusel, B. & Scheerder, J.(2000), Sport in beweging: een verkenning van cultuurtrends in de sport. Geraadpleegd op 2 november, 2014, van http://www.blosokics.be/sportinnovatie/Gedeelde%20%20documenten/000401_KBS_Sport_cultuur_in_b eweging.pdf
52
-
Vrije Universiteit Brussel - department of Sport Policy and Management (z.d) Social inclusion, sport and the prison - Theoretical framework Prisoners on the move. Geraadpleegd op 26 december, 2014, van http://www.prisonersonthemove.eu/links/itemlist/category/2-vaste-paginas
Digitale artikels: -
Amtmann, J. (2001). Physical activity and inmate health. Corrections Compendium, 26 (11), p. 6-7-9. Geraadpleegd op 22 december, 2014, van ://www.ncjrs.gov/App/publications/abstract.aspx?ID=192847
-
Buckaloo, B., J. Krug, K. & Nelson, K. (2009). Exercise and the low-security inmate: Changes in depression, stress, and anxiety. The Prison Journal, 89 (3), p. 328–343. Geraadpleegd op 1 december, 2014, van http://tpj.sagepub.com/content/89/3/328.short
-
Plugge H., Foster, E., Yudkin, L. & Douglas, N. (2009). Cardiovascular disease risk factors and women prisoners in the UK: The impact of imprisonment. Health Promotion International, 24 (4), p. 334-343. Geraadpleegd op 15 december, 2014, van http://heapro.oxfordjournals.org/content/24/4/334.shorthttp://heapro.oxfordjournals.org/c ontent/24/4/334.short
-
Wagner, M., McBride, E. & Crouse, F. (1999). Effects of weight-training exercise on aggression variables in adult male inmates. Prison Journal, 79 (26), p. 72-89. Geraadpleegd op 24 december, 2014, van https://www.ncjrs.gov/App/publications/abstract.aspx?ID=186411
53
Bijlagen Bijlage 1: Semi-gestructureerd interview testfase 1 Persoonlijk Vraag 1: Wat is uw leeftijd? Sport buiten de gevangenis Vraag 2: Indien je aan sport deed buiten de muren, welke sporten of activiteiten beoefende je dan? Subvraag: Indien je niet aan sport deed, deed je dan aan andere vormen van fysieke activiteit? Vraag 3: Kun je een overzicht geven van de fysieke activiteiten die je uitoefende buiten de muren? Deze activiteiten kunnen zowel het fietsen van en naar het werk betreffen, als het wekelijks voetballen in een voetbalploeg. Subvraag indien men aan sport doet: Indien je aan sport deed, hoe vaak en hoe lang deed je dit dan per week? Sportaanbod Vraag 4: In welke mate komt het sportaanbod binnen de gevangenis tegemoet aan jouw interesses? Noem enkel zaken die wel aan je interesses tegemoet komen, activiteiten die je mist worden straks bevraagd. Vraag 5: Kun je me zeggen aan welke activiteiten je op dit moment deelneemt? Subvraag: Hoe vaak per week neem je deel aan deze activiteiten? Subvraag: Hoe leuk vind je deze activiteiten? Geef voor elke activiteit een score van nul tot tien waarbij nul staat voor helemaal niet leuk en tien voor ontzettend leuk. Subvraag: Geef aan met een score of getal van nul tot tien hoe gevarieerd je elke activiteit vindt waarbij nul staat voor totaal ongevarieerd en tien voor zeer gevarieerd. Vraag 6: Welke activiteiten moeten volgens jou zeker behouden worden? Subvraag: Welke zou je willen veranderen? Geef aan welke verandering.
54
Subvraag: Welke activiteiten zou je nog toevoegen? Trainingsprogramma Vraag 7: Kun je beschrijven wat het fitnessen jou oplevert of bijbrengt? Subvraag: Kun je zeggen welke meerwaarde fitness heeft op zowel mentaal vlak als op vlak van kracht en uitzicht? Vraag 8: Kun je me zeggen of er volgens jou bepaalde voor- of nadelen aan sport zijn? Zo ja, welke zijn dit? Vraag 9: Zijn er elementen die je stimuleren om grenzen al of niet te verleggen, en welke zijn deze? Dit kan gaan van accommodatie (toestellen, muziek,..) tot personen (groep, coach, motivatie). Vraag 10: In welke mate heb je het gevoel dat een coach die je stimuleert en nieuwe dingen bijbrengt je zou kunnen helpen om je sportprestaties te verbeteren. Subvraag: Als je zou kunnen kiezen tussen individueel trainen of het trainen met een coach, naar welke optie gaat jouw voorkeur dan uit? Vraag 11: Als je drie elementen zou mogen opnoemen die zeker aanwezig moeten zijn in een vernieuwend trainingsprogramma, welke zouden dat dan zijn?
55
Bijlage 2: Contract deelname trainingsprogramma In functie van mijn bachelorproef richt ik, Levi Debruyne, een 24-tal CrossFit geïnspireerde trainingssessies in. Om dit project tot een goed einde te brengen is het belangrijk dat de personen die zich inschrijven de intentie hebben om het programma in groep af te werken, en bereid zijn tot een zeker engagement. Hieronder een aantal afspraken die u voor akkoord moet tekenen alvorens we van start kunnen gaan. Bij deze verklaar ik, …………………………………………… akkoord te gaan met volgende afspraken: -
Gedurende acht weken neem ik deel aan afwisselend één of twee trainingssessies per week (24 in totaal). Deze gaan door op dinsdag, woensdag en vrijdag van 19u15 tot 20u15.
-
Op zondag zorg ik ervoor dat ik ten minste 10 minuten beschikbaar ben tussen 15u30 en 17u30 om een kort feedbackgesprek te kunnen voeren met de coach.
-
Bij twee afwezigheden zonder geldige reden* wordt de deelnemer geschrapt van de lijst, zijn plaats wordt dan doorgegeven aan een andere persoon.
-
Ik ben bereid om mijn intakegesprek door de coach te laten opnemen. De informatie uit het intakegesprek zal enkel gebruikt worden voor onderzoeksdoeleinden in het kader van een bachelorproef. Alle gegevens worden anoniem verwerkt.
-
Na afloop van het trainingsprogramma ben ik bereid om het afgewerkte programma samen met de coach te evalueren.
Handtekening deelnemer:
Getekend op: ……………………………
* geldige redenen zijn: overmacht en blessures die door de dokter erkend worden.
56
Bijlage 3: Toestemming en afspraken i.v.m. gebruik dictafoon
57
Bijlage 4: Gestructureerd interview testfase 2 Vraag 1: Merk je verschillen tussen het programma van de afgelopen weken en de doorsnee sportsessies? Zo ja, kun je er een paar opnoemen? Vraag 2: Welke score zou je het trainingsprogramma geven op een schaal van 0 tot 10, waarbij nul staat voor zwaar onvoldoende en 10 voor uitmuntend. En waarom? Vraag 3: Kun je me vertellen welke positieve en/of negatieve zaken je hebt meegenomen uit het trainingsprogramma? Vraag 4: Had je ooit het gevoel dat je een training wilde afzeggen? Indien ja, wat zorgde ervoor dat je toch meedeed? Vraag 5: Hoe belangrijk vond je het feit dat er een coach was die je aanmoedigde en motiveerde op een schaal van nul tot tien, waarbij nul staat voor totaal onbelangrijk en tien voor onmisbaar. Vraag 6: Achteraf bekeken, had je de trainingen liever binnen gekregen of in open lucht? Vraag 7: Kun je me zeggen wat je van de duur van de sessies vond? Vraag 8: Wat vond je van de opbouw qua intensiteit van de sessies? Scoor op een schaal van 0 tot 10 waarbij 0 staat voor veel te licht en tien voor veel te zwaar. Vraag 9: Mocht je dit programma opnieuw aangeboden krijgen in de loop van het jaar op dezelfde manier, zou je dan overwegen om opnieuw in te tekenen? Indien ja, wat zou de reden hiervoor zijn? Vraag 10: Zou je dit programma aanraden aan medegedetineerden? En wat zou de reden zijn? Vraag 11: Wat vond je van de grootte van de groep? Vraag 12: En hoe zou je de sfeer beschrijven? Vraag 13: Wat vond je van de trainingsfrequentie? Hoeveel trainingen per week zouden voor jou optimaal geweest zijn? Vraag 14: Zijn er nog bepaalde zaken die je mist in het programma? Indien ja, welke zijn dit voor jou?
58
Bijlage 5: Voorbeeldinterview gedetineerde testfase 1 Ik zou heel even moeten weten wat je leeftijd nu precies is? Mijn leeftijd is 38, en ik word er dit jaar 39 in Juli. Ok, en indien je aan sport deed buiten de muren, welke sporten of activiteiten beoefende je dan? Wel, ik deed vrij weinig aan sport, en als ik dan al aan sport deed dan was dat gaan joggen op mezelf. Maar ik was nooit echt sportief op jeugdige leeftijd, ik heb heel veel interesses gehad maar weinig passies. Ik deed eventjes jiujitsu, voetbal, atletiek, maar niets om te zeggen dat ik het bleef doen. Ik deed zelfs korfbal, maar dat was eerder omdat er veel vrouwen in meededen. Mijn motivatie was dus niet altijd sportgeoriënteerd (lacht). En buiten die sport, kun je daar eens je fysieke activiteiten beschrijven? Wel, ik verplaatste mij altijd met de fiets. Dus om van punt A naar punt B te geraken nam ik telkens de fiets of stapte ik. Ik behaalde pas laat mijn rijbewijs en zat na een week of drie rijden hier al binnen. Ik reed ook altijd met de fiets naar het werk en liet de hond ’s avonds buiten waarbij ik geregeld eens sprintjes trok. Ik was dus niet echt sportief maar wel heel actief, ik was dus geen dikken hé! (lacht). Ik denk dat ik nu blessurevrij ben doordat ik vroeger niet echt doorgegaan ben in een bepaalde sport. Daar ben ik blij om want ik heb veel leeftijdsgenoten die vroeger voetbalden en nu kapotte knieën en enkels hebben. Vroeger heb ik mij eens ingeschreven voor het leger, waar ze mij toen uitgebreid hebben getest. Uit die testen bleek dat ik een sporthart heb, ze dachten dat ik een getraind loper was, maar dat was niet zo hé! Ik denk dat dat te wijten is aan het feit dat ik altijd bezig was en af en toe wel wat ging joggen of wat meeliep met de hond. Ik was elke dag actief, minstens een half uur toch matig intensief. Ook mijn werk was niet zittend, ik leidde dus zeker geen sedentaire levensstijl. Wat is volgens jou de meerwaarde van sport binnen de gevangenis? Wel, naast het de educatieen vormingsmomenten denk ik dat sport echt essentieel is hier binnen detentie om niet aan de pillen of andere brol te geraken. En waar ik vroeger uitspattingen zocht op andere gebieden, zoals alcohol en drugs, ga ik nu gewoon gaan joggen of trainen. Ik moet zeggen dat ik enorm veel frustratie en spanning kwijt geraak door gewoon te bewegen, en dat je je sowieso gewoon beter voelt hé. Een gezonde geest in een gezond lichaam, dat is geen flauwekul. Ik vind dat echt wel… Dat is gewoon zo. Als volgende zou ik graag willen weten welke sportactiviteiten je zou kunnen doen hier binnen het penitentiair complex? Je kunt vrijblijvend fitnessen maar ik ben er niet echt van onder de indruk. Dat kamertje is veel te klein en het materiaal is vrij beperkt. Dinsdag en donderdag kunnen we voetballen of volleyballen maar die gaan niet altijd door. Als er te weinig personeel is dan vallen die activiteiten als eerste weg. Ik hou me vooral bezig met sport op de wandeling. Er is een aanbod maar dat is niet altijd toereikend voor iedereen. En in hoeverre heb jij het gevoel dat dit aanbod tegemoet komt aan jou interesses? Moesten die altijd doorgaan zouden die sporten zeker niet slecht zijn. Maar elke sectie mag maar 5 personen sturen dus dat is maar een vierde van de hele sectie die kan deelnemen. Ik ben niet altijd even geïnteresseerd dus geef ik mijn beurt vaak door. Ze kunnen niet voor iedereen goed doen, dat is gewoon zo. Je zit nog altijd in de gevangenis hé, je moet het glas halfvol bekijken, niet half leeg. Ik vind dat ze hun best doen, daar waar het doorgaat. Ik deed Insanity een aantal maanden geleden, dat waren vijf lessen maar er zijn maar drie lessen
59
effectief doorgegaan. Dat was zeer intensief maar ik kon dat wel aan, en ik ben ook wel dankbaar voor die paar lessen die dan toch doorgegaan zijn. Ik heb dat in der tijd gedaan om eens te testen hoe fit ik nu precies was. Dat was wel eens interessant. Kun je eens zeggen welke sportactiviteiten je precies doet per week? Ik doe af en toe voetbal of volleybal mee, maar zoals ik al zei geef ik mijn plaats vaak door. 5 à 6 dagen per week ga ik trainen op de wandeling. Dan doe ik een full-body workout waarbij ik pus-hups, dips en sit-ups combineer met lopen. Twee van die trainingen zijn meer looptrainingen waarbij ik niet echt op kracht train. Ik varieer echt enorm veel. Ik train liever in de open lucht dan in de fitness, ik heb daar frisse lucht en ik heb veel minder last van mijn gewrichten. Ik ben daar bang van, want veel mensen die in de fitness zitten hebben vroeg of laat last van blessures hé. Moest ik vragen om de activiteiten die je beoefend een score te geven van 0 tot 10 waarbij 0 enorm saai en niet interessant is en 10 enorm leuk en deugddoend? De meeste activiteiten organiseer ik zelf. In samenspraak met mijn trainingspartner spreek is eens af wat we kunnen doen. Moest ik hier wat meer inspiratie over kunnen opdoen zouden onze trainingen nog prikkelender kunnen zijn hé. Ik zou de activiteiten hier gemiddeld een 6 geven, en mijn eigen activiteit toch iets hoger want daar zorg ik zelf voor hé (lacht). En moest ik je vragen hoeveel je die activiteiten scoort qua variatie in de inhoud van de sessies? Nee ik denk het niet, daar heb ik geen behoefte aan. Ik denk dat ik dan meer heb aan iets als die CrossFit omdat ik daar dingen ga bijleren die ik kan implementeren in eigen trainingen. Die volleybal en voetbal doen we maar twee keer in de week (als het doorgaat) dus ik denk dat het lang zal duren vooraleer je daar vooruitgang zal boeken met die mannen. En dan is het nog maar de vraag of ze nog veel zouden bijleren op die leeftijd, en zeker door het feit dat je maar beperkt de tijd hebt. Neem nu dat je zegt we gaan een aantal keer per week voetbaltraining doen en hier wat driehoekjes dribbelen en dan naar een match uitbouwen. Ik betwijfel of dat interessant is. Velen hebben ook geen geduld daarvoor. Die CrossFit van je zal veel fysieker zijn en het zal volgens mij veel meer opbrengen. Dat zal mij conditioneel veel sterker helpen en afmatten. Er zijn er hier veel die daar deugd van zouden hebben (lacht). Dat is een feit, het is ook zo dat iedereen zijn eigen tempo bepaalt dus ook van daaruit is CrossFit interessant. Als ik je een aantal sportactiviteiten zou laten schrappen, welke activiteit zou je dan zéker willen behouden? Voor mij zou dat het trainen op de wandeling zijn maar ik weet dat dat voor velen hier de fitness zal zijn. Ik hou van die frisse lucht en het feit dat ik veel minder kans maak op blessures. Ik ben echt tevreden met mijn fysiek, ik train niet op massa hé ik wil gewoon een mooie fysiek en een goeie conditie. En moest ik je nu vragen wat je hier zou willen veranderen aan het sportaanbod, wat zou dat dan zijn? Dan zou ik graag wat meer accommodatie hebben. En dan spreek ik niet over gewichten hé, nee, ik zou crosstrainers zetten zodat mensen met zwakke knieën ook wat cardio zouden kunnen doen hier binnen. Die wandeling ligt er hard bij hier en dat kan niet goed zijn voor de mensen hun knieën. Misschien ook nog een loopband voor de mensen die niet buiten willen lopen. En wat zou je toevoegen hier aan het aanbod, en dan puur voor jezelf? Ik zou graag eens een aantal sessies hebben rond corestability. Dat heb ik vroeger eens gekregen in de
60
gevangenis van Hasselt. Iedereen vergeet dat hé die core, maar dat komt bij jou ook voor hé in de CrossFit? Alles is functioneel hé, dus sowieso pak je die core mee hé? Hoe vaak fitness je per week? Ik doe die functionele oefeningen op de wandeling hé, gecombineerd met dat joggen. Dat doe ik 5 a 6 dagen per week. Met als doel om gewoon fit en gezond te blijven hé. Kun je beschrijven wat die functionele training jou bijbrengt? Dat geeft me structuur, ik voel me goed en fitter. Dat zorgt ervoor dat mijn emmertje niet overloopt, dat is de meest gezonde uitlaatklep die er is hé. De frustraties die je ophoopt omwille van de omgeving hier kan je daar even uitzweten. Dat is buiten ook zo hé, dat je die druk niet opstapelt. En heb je het gevoel dat die functionele trainingen vervangbaar zijn door andere vormen van training? Ik denk dat die beweging zeker nodig is, maar ik zou dat wel afwisselen met andere vormen buiten. Los daarvan ben ik zeker dat het trainen op bodyweight zeker iets is dat niet enkel van den bak is, dat wil ik later ook blijven doordoen! Heb je reeds deelgenomen aan een training in groep? En in welke mate denk je dat er eventuele voordelen of nadelen zijn? Ja, die insanity hé. Het nadeel dat ik persoonlijk vond was dat we met weinig eindigden en met veel waren begonnen. Ik erger me aan het feit dat die slechte vertegenwoordiging misschien zorgt dat ze dat in de toekomst niet meer zullen inrichten. Aangezien er maar drie doorbijten kunnen ze dan zeggen dat het de investering niet waard is, daar ben ik bang voor. Maar het voordeel is wel dat je mekaar kan warm maken en dat leidt dan weer tot doorbijten in groep hé. En zijn er bepaalde zaken die stimulerend werken? Ja, een goeie begeleiding en wat onderlinge concurrentie. Ik zou mezelf dan pushen om echt op gelijke hoogte te komen, en als hij dan toch beter is dan leg ik me daarbij neer hé. Er zijn altijd mensen die beter zijn hé, maar ik zal dan misschien uitblinken in iets wat hij minder kan. In welke mate heb je het gevoel dat een coach iets kan bijdragen aan je sportprestaties? Een coach kan me zeker nog helpen. Ik heb een bepaald zicht op training en ik weet dat jij andere inzichten zult hebben waarvan ik kan leren. Ik zal altijd kiezen om mét een coach te trainen, dat is vanzelfsprekend. Ik leer graag bij en sta open voor elke nieuwe tip. Wat zijn drie elementen die volgens jou zeker in een vernieuwend trainingsprogramma zouden moeten zitten? Hoh, voor mij is dat vooral conditie. Ook graag iets dat werkt op explosieve kracht van mijn benen. Dus iets dat sterk werkt op conditie en uithouding en zich liefst ook wat focust op benen. En zijn er zaken die je liever niet in het programma zou willen? Nee, dat kan ik niet direct zeggen, ik heb er het volle vertrouwen in dat jij dat goed gaat doen (lacht).
61
Bijlage 6: Voorbeeldinterview gedetineerde testfase 2 Merk je verschillen tussen het programma van de afgelopen weken en de doorsnede sportsessies? Zo ja, kun je er een paar opnoemen? ’t was veel completer. Alle spiergroepen kwamen aan de orde, en dan vooral de benen. In het begin had ik enorm veel last van mijn benen, omdat ik dat eigenlijk niet genoeg train. Het programma is dus veel completer op zowel het fysieke als het conditionele. Je traint echt ook voor jezelf omdat je ook altijd eerste wilt zijn, maar het is wel leuk dat je de anderen dezelfde oefeningen ziet doen! Welke score zou je het trainingsprogramma geven op een schaal van 0 tot 10, waarbij nul staat voor zwaar onvoldoende en 10 voor uitmuntend. En waarom? Ik geef daar zeker een 8 voor omdat ik het zeer goed verzorgd vond. Je legde het goed uit en het werd opgedeeld in techniek en workoutgedeelte. Je deelde de groepen op waardoor we afwisselend één of twee keer per week trainden, wat naar mijn gevoel zeker een goede keuze is geweest. Ik heb dingen gedaan die ik naar mijn gevoel nooit zou gedaan hebben, zoals de wall-climbers en TABATA circuits. Ik vrees ervoor dat ik mezelf niet genoeg zal kunnen pushen buiten deze context. De competitie zal er wat uit zijn als ik er terug uit ben. Het zou van mij het hele jaar door gegeven mogen worden, ik ben enorm blij dat ik meegedaan heb. Welke positieve zaken heb je uit het trainingsprogramma gehaald? Ik heb geleerd dat ik fysiek vrij goed in orde ben. Voor mij persoonlijk is dat het meest positieve, want dat wil zeggen dat ik los van dit programma al echt goed bezig was. Er zijn dingen uitgekomen die ik zelf nooit bedacht zou hebben. Zoals een pistol-squat, dat kan ik perfect in mijn workout op de wandeling gebruiken. Ik haal er dus zaken uit waar ik zelf niet was opgekomen. Het was enorm verrijkend en mijn gamma aan oefeningen is zeker vergroot. Welke negatieve zaken…? Ik vind dat er weinig op aan te merken is. Wat de setting en de format betreft is er weinig of geen kritiek. Als ik dan echt iets moet zoeken zou ik zeggen dat er soms wat spanning was in de groep, terwijl iedereen gewoon naar zichzelf zou moeten kijken. Dat was soms wat moeilijk in het begin, maar dat viel enorm mee. Diegenen die de kantjes ervan af liepen doen het zichzelf aan hé. Had je ooit het gevoel dat je een training wilde afzeggen? Indien ja, wat zorgde ervoor dat je toch meedeed? Nooit gehad, ik keek er altijd naar uit. Niet omwille van de sfeer of wat dan ook. Er waren soms dagen dat ik me niet goed voelde maar dat bleken dan mijn sterkste trainingen te zijn achteraf, jij hebt dat ook nog gezegd tegen me. Ik heb dus nooit een dag gehad dat ik een uitvlucht wilde verzinnen, daar heb ik zelfs niet over nagedacht. Hoe belangrijk vond je het feit dat er een coach was die je aanmoedigde en motiveerde op een schaal van nul tot tien, waarbij nul staat voor totaal onbelangrijk en tien voor onmisbaar. Ik denk dat het in dit geval zeker een 10 mag zijn. Dat is volgens mij zeer belangrijk, niet enkel op vlak van techniek maar ook qua motivatie. Je hebt dat enorm goed gedaan. Je hebt niemand achter gestoken en bent creatief omgegaan met mensen die geblesseerd waren. In het algemeen is het programma gewoon heel goed omkaderd geweest.
62
Achteraf bekeken, had je de trainingen liever binnen gekregen of in open lucht? Ik denk dat het een meer dan wijselijke beslissing is geweest om buiten te sporten. Als je die sessies hier binnen in de voetbalzaal zou moeten doen.. Dat zou niet goed afgelopen zijn. Er is daar geen zuurstof hé. We hebben ook wel geluk gehad met het weer. Wat vond je van de duur van de sessies? Voor mij mocht dat nog iets langer geweest zijn. Ik persoonlijk was nu snel mee met de oefeningen maar anderen waren soms niet direct mee en moesten dingen drie tot vier keer opnieuw horen voor ze het verstonden. Daar verloren we wel vaak wat tijd, maar qua inhoud was dat in orde ik was telkens kapotgetraind na dat uurtje. We hebben ook weinig of niet gerust tussen de oefeningen hé, dat maakt ook wel dat een uurtje goed genoeg was. Moest het langer geweest zijn hadden we gewoon wat meer rustmomenten gehad hé. Wat vond je van de intensiteit van de sessies? Scoor op een schaal van 0 tot 10 waarbij 0 staat voor veel te licht en tien voor veel te zwaar. Qua intensiteit was het toch wel vrij pittig. Ik heb altijd goed moeten doseren om rond te geraken en ben er dus niet als een gek ingevlogen, maar dat is misschien meer uit ervaring. De intensiteit bepaal je voor een stuk zelf hé, maar ik heb wel het gevoel dat die voor iedereen op maat was. Ik ben dikwijls wakker geworden ’s nachts met kramp dat ik dacht ‘hmm ik heb goed getraind’! De oefeningen waren zeker zwaar genoeg en er was zeer weinig rust, dus om daar nu een cijfer op te plakken, dan geef ik toch een 9. Wat vond je van de trainingsfrequentie? Hoeveel trainingen per week zouden voor jou optimaal geweest zijn. Het is spijtig dat het niet nog iets frequenter was maar sowieso zou het niet gelukt zijn om maandag, woendag en vrijdag te trainen door organisatorische redenen. Dinsdag, woensdag en vrijdag zou te zwaar geweest zijn denk ik, want van dinsdag op woensdag zou niet gerecupereerd kunnen worden hé. Moest het enigszins mogelijk zijn zou ik voor twee keer per week gaan per groep, en moest het dan nog kunnen zou drie maal voor mij optimaal geweest zijn. Wat vond je van de grootte van de groep? Ik vond acht personen goed, maar de groep mocht nog groter voor mij. Alhoewel, de ruimte was wel enorm klein, we zouden misschien wel tegen elkaar gelopen zijn bij die walltouches. Natuurlijk zou het wel moeilijk geweest zijn om iedereen in de gaten te houden met een grotere groep, dus misschien was de keuze om met acht personen te trainen wel de beste.
En wat van de sfeer? Er was af en toe eens spanning, maar dat werd snel opgelost hé. Ze weten ook wel dat die spanningen niet mogen escaleren. In het algemeen was de sfeer zeker ok. Diegenen die wat vals spelen bedriegen zichzelf hé, ik heb geen tijd om de anderen te controleren. Bij sommigen had ik soms mijn twijfels maar ik liet dat niet blijken. Naar het einde toe werd dat wel veel beter. De intensiteit nam toe en we hingen meer aan elkaar om erdoor te geraken. Velen maakten wat natuurlijke endorfines aan en werden zo wat happy (lacht) en dat zorgde wel voor een goeie sfeer. In welke mate voelde je dat het trainen met muziek beter ging dan zonder? Als je zou mogen kiezen, zou je dan met of zonder muziek willen trainen? Wat is de reden? Muziek heeft sowieso een versterkend effect. Als je kan meegaan in een trance of een beat
63
kan dat wel stimuleren. Die keer dat we eens geen muziek hadden ging dat eigenlijk ook wel goed, maar als ik mag kiezen zou ik toch voor muziek gaan. Met muziek heb je iets wat je focus van de workout haalt en dat help toch wel naar mijn gevoel. Mocht je dit programma opnieuw aangeboden krijgen in de loop van het jaar op dezelfde manier, zou je dan overwegen om opnieuw in te tekenen? Indien ja, wat zou de reden hiervoor zijn? Ten eerste omwille van het feit dat je goede oefeningen krijgt die intens, goed uitgelegd en verantwoord zijn. Dat op zich vind ik al super. En ten tweede is het een enorm goede uitlaatklep die gezond is. Je merkt ook dat er vorderingen zijn en je bent op een gezonde manier bezig, ik zou niet weten waarom ik niet zou meedoen. Zou je dit programma aanraden aan medegedetineerden? En wat zou de reden zijn dat je dit al dan niet doet? Gewoon het feit dat dit een gezonde en goeie uitlaatklep is waarin je je agressie kunt kwijt geraken. Als je er niet aan deelgenomen hebt, heb je op zulke manier nog nooit getraind. Ik ken niemand die op zulke combinaties komt en dan nog aan dergelijke intensiteit. Tenzij ze echt willen kiezen voor de massa, wat volgens mij totaal onbelangrijk is, maar dan denk ik dat dit minder interessant is omdat je meer op de uithouding en aflijning gaat trainen hé. Zijn er nog bepaalde zaken die je mist in het programma? Indien ja, welke zijn dit voor jou? Ik had toch graag meer klim of trekoefeningen gehad, maar ik snap wel dat dit moeilijk is hier. Er was maar één pull-up bar en een klimtouw krijg je hier onmogelijk binnen hé. Dat is natuurlijk niet gemakkelijk in een setting als deze hé, dat versta ik wel. Zijn er nog zaken die je wil zeggen omtrent het programma of de begeleiding? Beste van de sessies is dat ze ‘s avonds werden gegeven. Je kon je goed voorbereiden om klaar te zijn voor die sessies. Dat is belangrijk dat die sessies niet vlak na het werk of eten komen want dan zou je al eens sneller zeggen: ‘ik ben niet in vorm’ of ‘ik moet nog eten’.
64