In hun ontwikkeling naar volwassenheid maken jongeren in korte tijd veel veranderingen mee en ze komen in deze periode voor veel keuzes te staan. De maatschappij is complex, dynamisch en verandert snel. Het informatieaanbod verandert mee met de snelheid en het karakter van internet: snel, veel, anoniem, virtueel en niet altijd even degelijk. Wanneer informatie onvoldoende bereikbaar of onbetrouwbaar is, kan dat voor jongeren consequenties hebben. Op allerlei terreinen die voor jongeren van belang zijn, kunnen problemen ontstaan of groter worden. Goede jongereninformatie werkt preventief en kan noodzakelijke inzet van jeugdzorg voorkomen. Deze Spectrum folder beschrijft de ontwikkelingen op het gebied van jongereninformatie van de afgelopen periode; de succesfactoren worden geanalyseerd. Vanuit de informatievraag van jongeren worden kansen geïnventariseerd om effectief en actueel om te gaan met jongerenformatie. Er zijn positieve ervaringen in samenwerkingsverbanden en in effectieve verspreiding van jongereninformatie door het gebruik van veel verschillende media. Dat pleit voor de inrichting van een regionaal of groot-
Het jongereninformatienetwerk Optimaal inspelen op de informatievraag
Foto: Björn S. Ehlers
Waarom is het toch zo belangrijk dat informatie voor jongeren beschikbaar is? Wat gebeurt er op het gebied van jongereninformatie? Wie zijn de verschillende aanbieders? Wordt de informatie op elkaar afgestemd en zo ja, wat is hiervoor de beste methode? Welke rol speelt internet in het geheel? Wat zijn bevindingen en ervaringen die succesvol zijn gebleken en hoe moet je dat vervolgens aanpakken? En hoe zit het met de Wmo? Vragen waarop Spectrum met deze uitgave antwoord geeft en u laat profiteren van ervaringen die door diverse onderzoeken naar voren zijn gekomen.
stedelijk jongereninformatienetwerk onder regie van de verantwoordelijke gemeente(n). Deze uitgave geeft u een handreiking bij het nader invullen van de gemeentelijke informatie- en adviesfunctie in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Spectrum kan u in dit proces adviseren en ondersteunen.
Waar zoeken jongeren naar? Bij het aanbieden van informatie is het van belang na te gaan waarover en hoe jongeren informatie zoeken. De meest gevraagde onderwerpen betreffen uitgaan en vrijetijdsbesteding, school en opleiding, werk, geld en gezondheid. De meesten zoeken dit in eerste instantie in de eigen omgeving: familie, vrienden, internet. Voor specifieke vragen komen instellingen en de jongereninformatiepunten in beeld.
Waar zoeken jongeren niet naar? Opvallend is dat de meeste jongeren niet naar informatie zoeken over het risicogedrag dat ze vertonen. Jongeren die veel drinken of blowen zoeken bijvoorbeeld nauwelijks informatie over alcohol en drugs. Er is niet veel actief zoekgedrag. Ze zijn zich niet altijd bewust van het door henzelf vertoonde risicogedrag. Als gevolg hiervan hebben ze geen behoefte om over dat onderwerp informatie te vinden en blijft het zoeken uit.
Jongereninformatie in de Wmo
Ontwikkelingen in het jongereninformatiewerk Er is veel te doen over het thema jongereninformatie. Er spelen diverse ontwikkelingen, zoals het grote aanbod van informatie, de invoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), de onuitputtende mogelijkheden van internet en de ontwikkelingen van de jongereninformatiepunten (JIP’s).
Aanbod van informatie Diverse instanties, zoals gemeente, hulpverleningsinstellingen, middelbaar onderwijs, jongereninformatiepunten, bibliotheken en jongerenwerk hebben – elk vanuit hun verantwoordelijkheid en specifieke deskundigheid – een taak op het gebied van jongereninformatie. Er zijn knelpunten. Soms is er een overaanbod aan informatie, het internetaanbod is enorm en niet altijd betrouwbaar. Veel gerichte informatie bereikt jongeren niet en veel van wat er te vinden is, is niet afgestemd op hun belevingswereld. Ook zijn er lacunes in het informatieaanbod. Bovendien wordt de informatie door verschillende aanbieders nauwelijks op elkaar afgestemd en wordt er niet altijd optimaal gebruik gemaakt van elkaars mogelijkheden en deskundigheid.
Wet maatschappelijke ondersteuning Met de invoering van de Wmo zijn gemeenten verantwoordelijk voor het verstrekken van informatie en advies. Niet alleen voor burgers in het algemeen, ook specifiek voor jongeren. Volgens de Wet op de Jeugdzorg en het provinciale beleidskader is er geen ruimte binnen de doeluitkering jeugdzorg vanuit de provincie om de jongereninformatie te blijven financieren. De informatie- en adviesfunctie zal dus in zijn geheel door gemeenten moeten worden gefinancierd. Momenteel zijn gemeenten op zoek naar de manier waarop ze deze functie vormgeven. Er ontstaan Wmo loketten of zorgloketten, maar de vraag is of er in de hoeveelheid van informatie recht wordt gedaan aan de jongeren en of de plek van deze loketten (vaak in het gemeentehuis) wel zo aansprekend voor ze is.
Prestatieveld 2: ‘Op preventie gerichte ondersteuning van jeugdigen met problemen met opgroeien en van ouders met problemen met opvoeden’ Het gaat om jongeren met een verhoogd risico, een ontwikkelingsachterstand of schooluitval. Voorkomen moet worden dat deze jongeren voor zorg op grond van de Wet op de Jeugdzorg geïndiceerd gaan worden. Daartoe zijn vijf functies geformuleerd die er op lokaal niveau tenminste moeten zijn: 1. informatie en advies 2. signaleren van problemen (coördinatie tussen signalerende instanties) 3. toegang tot hulpaanbod (lokaal en regionaal hulpaanbod) 4. licht pedagogische hulp (opvoedingsondersteuning) 5. coördinatie van zorg (afstemmen en bundelen van zorg) Deze functies vormen een keten, waarvan informatie en advies de eerste schakel is. Dat geeft het belang en de preventieve werking van informatie aan: als de eerste functie in de keten goed wordt ingevuld, kan de volgende functie al niet meer nodig zijn. Ook voor de derde functie, toegang tot hulpaanbod kan het informatiepunt een goede rol vervullen. Prestatieveld 3: ‘Informatie, advies en cliëntondersteuning’ Gemeenten hebben een verantwoordelijkheid in het verstrekken van informatie en advies. Dat kan zowel een algemene als individuele component hebben. De informatie en advies wijst de burger de weg in het veld van maatschappelijke ondersteuning. Het kan hierbij gaan om voldoende informatiepunten, om individuele persoonlijke adviezen of hulp bij verheldering van een ondersteuningsvraag. De meeste gemeenten geven dit vorm in een Wmo of zorgloket. De situering is meestal gepland in het gemeentehuis. Daardoor en door de combinatie met zorg zal het voor de meeste jongeren niet de ‘place to be’ worden. Er moet dus gezocht worden naar alternatieven.
Internet In de afgelopen jaren is het internet een invloedrijke ontwikkeling in jongereninformatie geweest. Het vanzelfsprekende gebruik van internet, zeker door jongeren, vraagt om aanpassing van het aanbieden van informatie. Als jongeren tegenwoordig iets willen weten, gaan ze ‘googelen’ en dan is het een kwestie van seconden voor gekozen kan worden uit duizenden mogelijkheden. Daarin schuilt meteen het probleem. Hoewel jongeren als communicatieprofessionals beschouwd kunnen worden – ze zijn snel, zakelijk, functioneel en willen kwaliteit – is het de vraag of ze bij de hoeveelheid aangeboden informatie door de bomen het bos nog zien. Is het antwoord dat ze kiezen inderdaad de beste? En is een digitaal en virtueel antwoord soms niet te vluchtig? Is de informatie wel betrouwbaar genoeg? De opkomst van digitale jongerensites, zoals jongin.nl (zie kader), bieden hiertoe een oplossing.
Jongin.nl Jongin.nl is een Gelders initiatief om per gemeente een leuke, informatieve en onderhoudende jongerenwebsite aan te bieden. Het grootste deel van de informatie op de site is voor alle gemeenten gelijk en wordt centraal bijgehouden. Het resterende deel bestaat uit informatie die lokaal is. Daarin ligt de kracht van jongin.nl. Het is een website met informatie uit de buurt, met verhalen en foto’s van jongeren uit de straat, verwijzend naar de adressen in hun gemeente. Momenteel doen er twaalf gemeenten mee in de ontwikkelingsfase van het project. Het doel is om de komende jaren meer gemeenten te laten deelnemen. Meer informatie: www.jongin.nl
Gelderland, met de oostelijke Achterhoek als aandachtsgebied. Het aantal loopt momenteel terug nu de provincie hierin geen taak meer heeft en de gemeenten nog zoeken naar de invulling van hun nieuwe verantwoordelijkheden in het kader van de Wmo. Door de opkomst van internet en digitale jongerensites is de vraag wat precies de toekomst van de JIP’s is. Hebben zij nog bestaansrecht en zo ja in welke vorm? En hoe kunnen ze dan het beste inspelen op alle ontwikkelingen die er rondom jongereninformatie zijn?
Foto: JIP Antwerpen
Onderzoekservaringen
Jongereninformatiepunten (JIP’s) Met de JIP’s werd in Nederland, medio jaren negentig, een laagdrempelige fysieke informatievoorziening voor jongeren gecreëerd. Veel van deze informatiepunten hebben zich inmiddels verder ontwikkeld. Er zijn altijd verschillen geweest in vorm, omvang en financiering, sterk afhankelijk van plaatselijke situaties, behoeftes en mogelijkheden. Vanuit de landelijke vereniging voor JIP’s is gewerkt aan kwalitatieve en inhoudelijke versterking, verbetering van het foldermateriaal en er is een landelijke norm voor de JIP’s ontwikkeld in samenwerking met stichting Quia (Per 1 januari 2007 opgeheven). In Gelderland is momenteel één erkende JIP die aan deze norm voldoet. JIP medewerkers werken veelal samen met partners als jongerenwerk, bibliotheken en middelbare scholen. In sommige gevallen is daar ook een informatiepunt gehuisvest. JIP medewerkers hebben daarin een initiërende en out-reachende taak. In de samenwerkingsverbanden vervullen zij met betrekking tot de informatie een centrale rol en gebruiken de kennis van de sociale kaart bij verwijzingen naar eerste- en tweedelijnshulpverlening. Met ongeveer twintig jongereninformatiepunten is er een redelijke verspreiding over
Verschijningsvormen Bij een JIP kunnen jongeren tussen de 12 en 25 jaar terecht voor informatie en advies over verschillende onderwerpen, zoals huisvesting, onderwijs, werk, seksualiteit, alcohol, drugs, gezondheid, geld, rechten en plichten, vrije tijd en buitenland. Jongeren kunnen anoniem en gratis met al hun vragen bij een JIP terecht. Ook kunnen ouders en mensen die met jongeren werken bij het JIP terecht voor informatie en advies over jongeren. In heel Gelderland vind je JIP’s op herkenbare plekken, soms in een bibliotheek, jongerencentrum, school of bij een andere organisatie, maar ook als apart informatiepunt. Het meest effectief is wanneer al deze informatiepunten in een (regionaal) netwerk met elkaar samenwerken en hun werkzaamheden op elkaar afstemmen.
Er zijn verschillende onderzoeken en evaluaties in Gelderland uitgevoerd over aspecten van de jongereninformatie. Dat geeft zicht op kansen die er liggen voor het jongereninformatiewerk. • Het is effectief gebleken om jongereninformatie op zo veel mogelijk manieren en vormen toegankelijk aan te bieden: fysiek en digitaal, op internet, e-mail, direct mail en in folders en informatiekranten. Het meest effectief blijkt om voor algemene informatie een fysieke plek in te richten, waar jongeren weten dat er betrouwbare informatie te halen is. Belangrijk voor de verwijzing is, dat in de keten van het verspreiden van jongereninformatie er een gelegenheid is dat jongeren een ‘face-to-face’ adviesgesprek kunnen voeren. Dat kan in de verschillende verschijningsvormen van de informatieplekken: in de JIP’s, in de bibliotheken, bij het jongerenwerk en op middelbare scholen. De jongereninformatiewerker speelt daarin een centrale, verbindende rol. Vanuit de fysieke informatievoorziening kan een warme overdracht door een informatiewerker naar de eventueel noodzakelijke hulpverlening mogelijk zijn. • Jongeren zoeken niet naar informatie over het risicogedrag dat ze vertonen. Het aanbieden van informatie alleen is dus niet genoeg om een optimaal bereik te behalen. Aanbieders van informatie zullen eerst aandacht moeten besteden aan bewustwording en het actueel en persoonlijk maken van de onderwerpen voor
Peer-education Een van de methoden om jongerenparticipatie te bevorderen is peer-education. Letterlijk betekent dit ‘gelijkenonderwijs’, ofwel jongeren leren van jongeren. Vaak hebben jongeren veel goede ideeën maar weten niet hoe ze die uit moeten voeren. Via peer-education kunnen ze van andere leeftijdsgenoten met meer ervaring leren hoe ze zaken aan moeten pakken. Jongeren die bijvoorbeeld ervaring hebben in een jongerenraad, of met teambuilding door hun werk als voetbaltrainer, kunnen deze kennis overbrengen op anderen. Met peer-education zorg je ervoor dat die kennis niet verloren gaat. Jongeren in (jongeren)organisaties worden ouder, gaan ergens anders werken en nemen hun kennis en ervaring mee. Vaak zonder het door te geven binnen de organisatie. Als ze die kennis en ervaring doorgeven aan anderen raak je als organisatie niets ‘kwijt’ en hoef je niet steeds het wiel opnieuw uit te vinden. Zo kun je nog jaren activiteiten organiseren en de stem van jongeren laten horen. Spectrum biedt de training Peer-education. In vier dagdelen worden jongeren op interactieve wijze getraind in communicatie en interviewtechnieken. Meer informatie: Spectrum Cursus- en Congresbureau, tel. (026) 384 62 30 of e-mail
[email protected].
en de vindplaatsen van de jongeren anderzijds. Zij zijn initiërend in het verspreiden van informatie en gebruiken vormen van jongerenparticipatie. Het best mogelijke bereik heeft een jongereninformatiewerker die bemiddelt in zowel fysiek als digitaal aangeboden informatie. De werker kan daarbij als een spin in het web een verbindende rol spelen tussen de fysieke informatieplekken bij JIP’s, scholen en bibliotheken enerzijds en anderzijds in het netwerkverband met aanbieders van jongereninformatie.
Vanuit deze dynamische rol is hij stimulator in het actueel, toegankelijk en beschikbaar houden van de jongereninformatie.
Conclusies • Goede, betrouwbare en toegankelijke jongereninformatie werkt preventief. • Jongeren zoeken algemene informatie het eerst op internet, specifieke informatie wordt gezocht bij instellingen als het JIP. • Jongereninformatie wordt het meest effectief aangeboden in een combinatie van fysieke en digitale plekken. • Jongerenparticipatie is een opdracht en een middel voor het jongereninformatiewerk. • Een gecoördineerd samenwerkingsverband is effectief in bereik en vergroot de kwaliteit. • Een jongereninformatiewerker heeft een makelaarsrol tussen aanbieders en jongeren en is initiërend bij voorlichtingsprojecten.
Foto: Norbert Machinek
de jongeren om deze lacune te overbruggen. • Met vormen van jongerenparticipatie kunnen jongeren door leeftijdgenoten doeltreffend worden aangesproken op risicogedrag. Een belangrijk aspect is de betrokkenheid van jongeren. Participatie is een opdracht en een methode voor het jongereninformatiewerk. Samen met de jongeren wordt inhoud en vorm gegeven aan het informatiewerk. Het gaat zowel over het vervaardigen, het overdragen en het zelf organiseren van het informatiewerk. Door participatie worden jongeren ondersteund in hun dialoog met overheden en andere maatschappelijke structuren en instellingen. • De ervaringen met regionale samenwerkingsverbanden voor jongereninformatie zijn positief. Daarbij is de aanstelling van een coördinator van belang. Hij of zij werkt aan de afstemming en samenwerking tussen partners als jongerenwerk, bibliotheken en middelbare scholen. Het effect is uitbreiding van activiteiten waarbij informatie een hoofdrol heeft en daarmee is er een groter bereik. Door jongerenparticipatie wordt het bereik verder vergroot. • Jongereninformatiewerkers hebben de inhoudelijke deskundigheid en expertise om een makelaarsrol te spelen in het veld van aanbieders van informatie enerzijds
Stappenplan ontwikkeling regionaal jongereninformatienetwerk Gemeenten zullen vanuit hun regisseursrol initiatief moeten nemen tot een samenwerkingsverband voor jongereninformatie. De start is een inventarisatie van mogelijkheden: waar liggen kansen voor samenwerking met buurgemeenten en instellingen? Hoe kan de samenwerking in het te ontwikkelen jongereninformatienetwerk optimaal georganiseerd worden? De gemeente kan de inventarisatie zelf uitvoeren of de opdracht uitbesteden. In de volgende stappen wordt gewerkt naar een samenwerkingsverband: Inhoud
Resultaat
Stap 1
Inventarisatie en vaststellen van het draagvlak voor een regionaal jongereninformatienetwerk bij buurgemeenten en het uitspreken van de intentie verantwoordelijkheid te nemen voor een gezamenlijke ontwikkeling en van inhoudelijke en financiële betrokkenheid.
Duidelijk wordt welke gemeenten hun verantwoordelijkheid voor de jongereninformatie willen invullen door actieve deelname aan het informatienetwerk, daartoe de intentie uitspreken en in principe bereid zijn inhoudelijk, in de aansturing en financieel bij te dragen aan het functioneren daarvan. Deze stap is heel bepalend voor het vervolg.
Stap 2
Inventariseren welke voorzieningen met een informatiefunctie (bibliotheken, middelbaar onderwijs, welzijns- en jongerenwerk, etc.) er in de verschillende gemeenten zijn.
Duidelijk wordt welke instellingen wat doen op het gebied van jongereninformatie in de deelnemende gemeenten en welke daarvan de intentie uitspreken een rol te willen spelen in het netwerk en in staat zijn informatiepunten in te richten of daarover al beschikken.
Stap 3
Vaststellen wat de taken en de te verwachten inzet zijn van de voorzieningen als bibliotheken, onderwijs en welzijnswerk (jongerenwerk) in het regionale jongereninformatienetwerk.
Duidelijk is wat de partners als taak voor zichzelf zien en te bieden hebben als inbreng in het netwerk vanuit hun reguliere taak en financiering, wat eventueel extra kan worden gedaan en welke werknemer(s) daar op aangesproken kan (kunnen) worden.
Stap 4
Nagaan welke bestaande samenwerkingsrelaties er zijn op het gebied van jongereninformatie en in hoeverre daar in het kader van het regionale jongereninformatienetwerk op voortgebouwd kan worden.
Een overzicht van de effectief in te zetten bestaande samenwerkingsrelaties op het gebied van jongereninformatie in de regio of de stad en welke medewerkers daarbij zijn betrokken.
Stap 5
Nagaan op welke wijze de informatie door het in te stellen samenwerkingsverband van instellingen toegankelijker kan gemaakt worden voor jongeren.
Een inhoudelijk plan om de informatie te verspreiden. Onderzoeken wijzen uit dat gebruik maken van verschillende vormen (nieuwskranten, folders, campagnes, thema-activiteiten, internetsites) de beste effecten geeft voor verschillende doelgroep. Verder valt te denken aan deelname aan de lokale ‘Jongin.nl’ website met specifieke lokale/regionale informatie naast de algemene informatie en het gebruik van een gezamenlijk folderdistributiesysteem voor de informatiepunten. Verder hebben informatieaanbieders behoefte aan afstemming in hun informatiebeleid. Belangrijk in het plan is het beoogde bereik van de verschillende onderdelen.
Stap 6
Vaststellen welk organisatiemodel het meest geschikt is, welke structuur daarbij het meest effectief is, hoe de samenwerking het meest optimaal aangestuurd kan worden en voor welke termijn de afspraken gemaakt worden.
Een geaccepteerd samenwerkingsmodel, waarin duidelijk is hoe de deelnemende gemeenten de samenwerking aansturen, bijvoorbeeld in een stuurgroepmodel, wat de inhoud van de coördinatie zal zijn en hoe de positie van de deelnemende instellingen wordt ingevuld.
Stap 7
Vaststellen welke functie en taken een functionaris moet vervullen die de coördinatie van het regionale netwerk op zich gaat nemen, de gewenste omvang en de kosten van de aanstelling.
Een taak- en functiebeschrijving van de coördinator, de omvang en daarmee de kosten van de functie.
Stap 8
Nagaan welke kosten de structuur van het gewenste jongereninformatienetwerk met zich meebrengt.
Naast de kosten van de functionaris zijn er organisatie- en mogelijk extra activiteitenkosten verbonden aan de samenwerking die niet uit de reguliere begrotingen kunnen worden bekostigd. Deze worden in deze stap beschreven en vastgesteld.
Stap 9
Nagaan welke instellingen geschikt zijn om de functionaris onder te brengen (werkgeversfunctie).
Het is belangrijk de coördinator een onafhankelijke positie te geven. De instelling die als werkgever optreedt moet kunnen werken met een medewerker met een externe inhoudelijke aansturing, terwijl wel de verantwoordelijkheid als werkgever genomen wordt. Resultaat is een coördinator die een goede ondersteunende werkgever heeft en ruimte om te kunnen functioneren.
Stap 10
Vaststellen welke rol en verantwoordelijkheid iedere gemeente afzonderlijk in het regionale jongereninformatienetwerk neemt en welke kosten zij voor hun rekening willen nemen.
De concretisering van de intenties uit stap 1. De structuur, de inhoudelijke plannen, de termijnen en de beoogde effecten en de kosten zijn duidelijk. Een verdeelsleutel op bijvoorbeeld inwoneraantal kan de kostentoedeling objectiveren.
Spectrum adviseert een regionaal of grootstedelijk samenwerkingsverband in de vorm van een jongereninformatienetwerk, omdat het een effectieve vorm is gebleken voor het verspreiden van informatie. In dit samenwerkingsverband of netwerk: • neemt of nemen de gemeente(n) de regie op zich; • wordt voor de jongeren en doelgroepen daarbinnen, op diverse laagdrempelige plaatsen, fysiek en digitaal, actuele informatie verstrekt over onderwerpen die voor hen van belang zijn (variërend van drugs tot studiefinanciering) (prestatieveld 2, functie 1, prestatieveld 3); • hebben de informatiepunten de functies van: informeren, signaleren, doorverwijzen en registreren. (prestatieveld 2, functie 1, 2, 3, prestatieveld 3); • wordt door de netwerkvorm en de coördinatie van de informatiepunten, zo veel mogelijk voorkomen dat de informatieverstrekkers op de stoel van de hulpverleners gaan zitten en/of dubbel werk doen (prestatieveld 2 functie 3 en 4); • worden regelmatig activiteiten georganiseerd rondom thema’s waarbij informatie wordt gegeven aan jongeren (prestatieveld 2 functie 1, prestatieveld 3); • wordt er meer bekendheid over en meer accurate doorverwijzing gerealiseerd naar
Foto: Chris Coggburn
Aanbevelingen voor het effectief verstrekken van informatie
achterliggende voorzieningen zoals Maatschappelijk Werk, Bureau Jeugdzorg, Sociaal Raadsliedenwerk, GGD (prestatieveld 2, functie 3 en 5); • verschijnen er jongereninformatiepunten in bibliotheken, jongerenwerk en scholen (prestatieveld 2 functie 1, prestatieveld 3); • worden een of meer medewerkers van deze instellingen hiervoor gefaciliteerd • wordt er een coördinator aangesteld wordt.
Meer informatie Voor vragen, ideeën en aanvullende informatie kunt u contact opnemen met: Erna Muntendam, telefoon (026) 384 62 43, e-mail
[email protected]
JIP Liemers – JIP als netwerkorganisatie Een succesvol voorbeeld is het JIP Liemers model, dat door Spectrum en Biblioservice Gelderland is ontworpen, getest en geïmplementeerd. In zes gemeenten is met verschillende partners (middelbare scholen, bibliotheken, jongerenwerk) een aantal jaren succesvol gewerkt aan verspreiden van informatie, gezamenlijk aandacht besteden aan thema’s en organisatie van informatieprojecten en jongerenparticipatie. Uitgangspunt was een betere profilering van de informatiefunctie in bestaande instellingen en samenwerking tussen die instellingen op lokaal en regionaal niveau. De verwijzing naar tweedelijnshulpverlening werd door deze werkwijze sterk verbeterd, waarmee het geven van informatie en advies een goede schakel bleek in de hulpverleningsketen. Het JIP Liemers model kenmerkt zich door: • een regionale opzet; • geen zelfstandige JIP’s, maar JIP’s in een netwerk; • samenwerking in de uitvoering tussen instellingen met een informatietaak; bibliotheken, sociaal-cultureel- en jongerenwerk en voortgezet onderwijs; • een min of meer dekkend aanbod: altijd dichtbij en openingstijden die aansluiten bij het dagprogramma van jeugd; • gebruik van internet als middel voor informatie, communicatie, het stellen en beantwoorden van vragen; • jeugdparticipatie als methode en middel; • aansprekende informatie- en voorlichtingsactiviteiten.
Een uitgave van Spectrum, Centrum Maatschappelijke Ontwikkeling Gelderland Postbus 8007, 6880 CA Velp Tel. (026) 384 62 00 Fax. (026) 384 63 00
[email protected] www.spectrum-gelderland.nl Tekst: Rient Ploeger, Erna Muntendam Eindredactie: Paul van Dijk Vormgeving: Gerard Wagemans, Velp Drukwerk: Advadi, Westervoort
Inmiddels wordt ook in Ermelo/Putten/Harderwijk op deze manier gewerkt. April 2006