“ Hoe gekomen tot een visie voor de nieuwe gemeente SSV “
1
1
Voorwoord ............................................................................................................................................3
2
Trends en ontwikkelingen ......................................................................................................................5
3
4
5
6
2.1
Van verzorgingsstaat naar participantensamenleving ................................................................................ 5
2.2
Schaalvergroting en maatwerk ............................................................................................................... 5
2.3
24/7- samenleving in relatie tot technologische ontwikkelingen ................................................................. 5
2.4
Veranderende bevolking ........................................................................................................................ 6
2.5
Duurzaamheid ...................................................................................................................................... 6
2.6
Netwerksamenleving ............................................................................................................................. 6
2.7
Van meer naar beter ............................................................................................................................. 7
2.8
De invloed van trends op de thema’s sociaal / maatschappelijk, economie en ruimtelijk .............................. 7
Thema sociaal/maatschappelijk ..............................................................................................................8 3.1
Kernachtige beschrijving huidige situatie ................................................................................................. 8
3.2
Huidige visies; bestaande wensbeelden van de drie gemeente .................................................................. 9
3.3
Invloed trends en ontwikkelingen op het thema sociaal / maatschappelijk ................................................ 10
3.4
Maatschappelijke en vakinhoudelijke consultatie .................................................................................... 10
3.5
Het thema sociaal / maatschappelijk in de visie voor de nieuwe gemeente ............................................... 12
Thema economie ................................................................................................................................. 14 4.1
Kernachtige beschrijving huidige situatie ............................................................................................... 14
4.2
Huidige visies ..................................................................................................................................... 14
4.3
Invloed trends en ontwikkelingen op het thema economie ...................................................................... 15
4.4
Maatschappelijke en vakinhoudelijke consultatie .................................................................................... 15
4.5
Het thema economie in de visie voor de nieuwe gemeente ..................................................................... 17
Thema ruimtelijk ................................................................................................................................. 17 5.1
Kernachtige beschrijving huidige situatie ............................................................................................... 18
5.2
Huidige visies ..................................................................................................................................... 18
5.3
Invloed trends en ontwikkelingen op het thema ruimtelijk ...................................................................... 19
5.4
Maatschappelijke en vakinhoudelijke consultatie .................................................................................... 19
5.5
Het thema ruimtelijk in de visie voor de nieuwe gemeente ..................................................................... 21
Thema besturingskenmerken ................................................................................................................ 21 6.1
Invloed trends en ontwikkelingen op besturingskenmerken ..................................................................... 22
6.2
Maatschappelijke en vakinhoudelijke consultatie .................................................................................... 22
6.3
Het thema besturingskenmerken in de visie van de nieuwe gemeente ..................................................... 24
2
1
Voorwoord
Koers bepalen: een visie De toekomst is niet maakbaar. En toch is het zinvol te werken met en vanuit een toekomstvisie. We noemen drie redenen. Ten eerste. De toekomst is weliswaar niet maakbaar, maar wel beïnvloedbaar. Er zijn mogelijkheden om actief in te spelen op trends en ontwikkelingen, door bestuurlijke actie te ondernemen of er juist van af te zien. Ten tweede. Lang niet alles verandert onder invloed van nieuwe ontwikkelingen en trends. Verdraagzaamheid, zorg en gemeenschapszin, ruimte voor elkaars overtuiging, eigenzinnigheid, arbeidsethos, bedrijvigheid en ondernemerschap zijn relatief tijdloze waarden. De vormgeving van deze waarden zal onder invloed van nieuwe mogelijkheden uiteraard wel veranderen. Het leven in gezins- en familieverband verandert. Dat geldt ook voor de betekenis van kernen, buurten en wijken in een grotere netwerkachtige samenleving die de grenzen van SSV ver overschrijdt. Ten derde. De gemeente positioneert zich met een aansprekende toekomstvisie als een interessantere partner voor andere overheden, bedrijven en maatschappelijke instellingen. Ook zij zijn immers bezig met hun toekomst. Visiegerichte samenwerking biedt perspectief op een systematische bestuurlijke en maatschappelijke aanpak van brandende kwesties. Het besef van het belang van het hebben van een visie op de toekomst is bij alle drie gemeenten aanwezig. De visie van Schijndel dateert van 2005 en geeft een doorkijk naar 2020. De visie is leidend geweest bij het maken van strategische keuzes. De visie van Veghel “Smaakmakend Veghel” is opgesteld in 2008 en heeft een vergezicht tot 2030. In de opeenvolgende collegewerkprogramma’s zijn steeds elementen uit de visie tot speerpunt genomen. De Rooise draad, de visie van Sint-Oedenrode, is in 2013 tot stand gekomen. Bij de vorming van een nieuwe gemeente kan niet worden volstaan met het samenbrengen van deze drie visies. Op de eerste plaats is de tijdgeest waarin de visies zijn opgesteld te ruim, waardoor geen gelijke tred is te ontdekken in het inspelen op ontwikkelingen en trends. Maar ook de gemeentegrootte, de meerdere kernen binnen de nieuwe gemeente, de bevolkingssamenstelling met eigen identiteiten en dergelijke vragen een nieuwe en frisse kijk op de toekomst. Een nieuwe visie voor een nieuwe gemeente, tot stand gebracht met inwoners van die nieuwe gemeente. Dit laat onverlet dat het historisch besef rond de individuele gemeenten in stand moet blijven. Daarom zijn de visies van de drie gemeenten integraal als bijlage bij dit rapport opgenomen.
De nieuwe gemeente kan eigen keuzes maken Centraal staat de vraag: Wat voor gemeente willen we zijn in 2025? Een aansprekende toekomstvisie helpt om de beleidsruimte die we hebben goed te benutten. En met goed bedoelen we hier: in het belang van inwoners, bedrijven en maatschappelijke partners. De nieuwe gemeente wil immers onderscheidend zijn. Een gemeente die in staat is om de kwaliteit van onze dienstverlening op peil te houden, het voorzieningenniveau te waarborgen en tegen zo laag mogelijke kosten de samenleving van dienst te zijn. Een nieuwe gemeente die wat betreft schaal, profiel en partners meer dan voldoende toekomstbestendig en bestuurskrachtig is. Een gemeente die een sterke positie inneemt in de regio NO-Brabant, waarbij AgriFood het speerpunt is. 3
Om rekening te kunnen houden met de belangen van inwoners, bedrijven en maatschappelijke partners, moeten we deze belangen kennen. Hoe kan dat beter dan hiernaar te vragen. Dit is dan ook gebeurd. Tijdens rondetafelconferenties zijn belanghebbenden en belangstellenden uitgenodigd uitspraken te doen over ieders beeld van de nieuwe gemeente. De opbrengst van deze conferenties was overweldigend. Gesteld mag worden dat hiermee een solide basis is gelegd voor dit visiedocument. Visie gaat dus over het beeld van de toekomst. Later komt aan de orde hoe de visie te realiseren. We voeren dan een strategiediscussie: welke keuzes moeten er gemaakt worden om van A naar B te komen. Dit vormt de veranderagenda voor een reeks van jaren. Diverse werkgroepen gaan hier inhoudelijk mee aan de slag. Vandaar het belang van het kunnen beschikken over een toekomstvisie.
Leeswijzer In hoofdstuk 2 schetsen we zeven relevante trends die in de maatschappij zichtbaar zijn. Vervolgens worden in de hoofdstukken 3, 4 en 5 de thema’s uitgewerkt. Elk hoofdstuk start met een feitelijke beschrijving. Deze wordt gevolgd door de visies van de drie gemeenten. Daarna worden de vakinhoudelijke consultatie en de resultaten van de ronde tafelgesprekken op 2 juli 2014 weergegeven. Elke hoofdstuk sluit af met de visie op dat thema in de vorm van “ Het 2025… Tot slot worden in hoofdstuk 6 de besturingskenmerken van de gemeente SSV beschreven.
4
2
Trends en ontwikkelingen
De belangrijkste trends die momenteel worden onderscheiden zijn:. 1. Van verzorgingsstaat naar participantensamenleving 2. Schaalvergroting en maatwerk 3. 24/7-samenleving in relatie tot technologische ontwikkelingen 4. Veranderende bevolking 5. Duurzaamheid 6. Netwerksamenleving 7. Van meer naar beter
2.1
Van verzorgingsstaat naar participantensamenleving
Nederland bevindt zich momenteel in een overgangsfase. De verzorgingsstaat van de 20e eeuw, met zijn nadruk op centraal ingrijpen, grootschaligheid, uniformiteit en gelijkheid past steeds minder bij de veranderde maatschappelijke verhoudingen. Nieuwe ICT-toepassingen, de voortschrijdende digitalisering van de maatschappij, de netwerksamenleving, het hogere opleidingsniveau van de burger en de toenemende individualisering staan aan de basis van het feit dat steeds meer een beroep wordt gedaan op het zelforganiserend vermogen van burgers. Daarbij komt het groeiend inzicht dat de overheid het niet meer alleen kan oplossen. Het adagium verandert van ‘zorgen voor’ naar ‘zorgen dat’. Overheid en maatschappelijke organisatie doen een beroep op de eigen kracht, de kracht van de omgeving en omgekeerd wil men maatwerk in de ondersteuning. De overheid zal wel een vangnet blijven bieden voor de minder-zelfredzamen en zwakkeren in de samenleving. De ontwikkeling naar meer zelfredzaamheid van inwoners en een andere rol van de overheid zien we ook terug bij de drie transities in het Sociaal Domein.
2.2
Schaalvergroting en maatwerk
In de zorg, het onderwijs, de landbouw en bij lokaal bestuur lijkt schaalvergroting op het eerste gezicht nog altijd een dominante trend. De trend naar schaalvergroting is ingegeven door bestuurskracht, efficiency-voordelen, kostenbesparing en verbetering dienstverlening en kwaliteit. Het aantal gemeenten door herindeling is bijvoorbeeld sterk aan het afnemen. Tegelijkertijd is er sprake van een tegengestelde beweging van maatwerk en dienstverlening op een kleinere schaal. Het duidelijkste voorbeeld hiervan betreft de decentralisaties in het sociaal domein. Het Rijk stelt immers dat het beleid het beste dicht bij de burger uitgevoerd kan worden. Maatwerk ontstaat echter ook vanuit de samenleving zelf. Er is meer aandacht voor kleinschaligheid en het individu. Aandacht en herwaardering voor de eigen omgeving waar men woont, werkt en ontspant is in een hectische en snelle wereld gekoppeld aan overzichtelijkheid, herkenbaarheid en in sommige gevallen naar de eenvoud van vroeger. Kortom: er is meer aandacht voor de menselijke maat.
2.3
24/7- samenleving in relatie tot technologische ontwikkelingen
Technologie wordt meer en meer omarmd en geïntegreerd in het dagelijks leven. Een 24/7samenleving is niet langer een wenkend perspectief, maar wordt steeds meer de realiteit. Denk hierbij aan de oneindig beschikbare kennis van internet, die niet plaats- of tijdgebonden beschikbaar is. Voor veel diensten en producten kan men inmiddels 24/7 en overal ter wereld terecht. Fysieke afstand is 5
steeds minder een structurerende factor in de maatschappij. De mondige, individualistische burger wil steeds zelfstandiger en krachtiger kunnen acteren tegenover derden en heeft daarvoor ook steeds meer de mogelijkheden.
Denk in dit kader aan de huidige vorm van onderwijs in relatie tot de beschikbare informatie. En denk ook aan de integratie van technologie en diensten ten behoeve van een betere kwaliteit van wonen en leven (domotica). Technologie heeft ook invloed op de arbeidsmarkt: banen verdwijnen of veranderen. Maar denk ook aan verdergaande ontwikkelingen op het gebied van autoververvoer/mobiliteit. Voor gemeenten groeien de mogelijkheden voor (volledig) digitale dienstverlening. Datamining (big data) biedt steeds meer mogelijkheden. De toegenomen digitalisering van de maatschappij heeft het ook mogelijk gemaakt beter te sturen op informatie. De groei van technologische ontwikkelingen zorgt er echter ook voor dat groepen mensen op achterstand dreigen te raken. Het aantal minder-zelfredzamen zal toenemen. De verwachting is verder dat zowel transparantie als privacy voor belangrijke maatschappelijke discussies gaan zorgen.
2.4
Veranderende bevolking
Demografische ontwikkelingen zijn vergrijzing en ontgroening. De toekomstige oudere is vitaler en wil pas als het echt niet meer zelfstandig gaat niet meer als oudere worden gehuisvest. De babyboomgeneratie beschikt bij pensioen over relatief veel vrije tijd en geld. Zij vormt daarmee een belangrijke markt (zilveren economie). De aandacht voor een gezonde leefstijl van jong tot oud, met focus op voeding en beweging neemt toe. De vergrijzing en de toegenomen individualisering van de maatschappij leidt tot meer single huishoudens. De krimp van de bevolking wordt werkelijkheid in steeds meer landsdelen. Daarnaast zijn de inwoners steeds hoger opgeleid en mondiger. Mensen zijn losgekomen van gezaghebbende tradities (zoals de overheid) en vaste waardepatronen en zien zichzelf steeds meer als ontwerpers en uitvoerders van hun eigen leven. Dat vraagt flexibiliteit en maximale bewegingsvrijheid in tijd, ruimte, denken en handelen. Het gaat daarbij om maatwerk, aanpasbaarheid, experimenteer- en innovatieruimte. De diversiteit tussen de mensen neemt toe. De traditionele samenhang binnen een gemeenschap staat door dit alles onder druk. Tot slot dreigt nieuwe ongelijkheid. Burgers zonder groot netwerk en weinig financiële draagkracht dreigen in de toekomst buiten de boot te vallen. Dit geldt specifiek voor de arbeidsmigranten uit de voormalige oostblok-landen (MOE-landers).
2.5
Duurzaamheid
Duurzaamheid, de vraag naar de houdbaarheid van het ecologische systeem waarop onze welvaart is gebaseerd, is één van de grote thema’s van de komende decennia. Het groeiend gebrek aan grondstoffen zal noodzaken tot een technologische innovatie. De komende jaren wordt de noodzaak van alternatieve energiebronnen steeds groter. Het maatschappelijk draagvlak voor duurzame productie groeit en de verwachting is dat die groei doorzet in sectoren als food, productie en bouw. Dit komt onder meer tot uiting in meer aandacht voor korte ketens (minder transportbewegingen/streekproducten) en de transitie in de intensieve veehouderij. De trits peopleplanet-profit wordt steeds meer een leidraad in ons handelen.
2.6
Netwerksamenleving 6
De samenleving kent een andere dynamiek dan voorheen door voortschrijdende digitalisering, nieuwe (communicatie)technologieën en sociale netwerken. Zij is gericht op verbinding en flexibiliteit, op kleinschaligheid en differentiatie. De netwerksamenleving is niet alleen dynamisch, zij is ook complex. Alles hangt met alles samen. Actoren in de samenleving experimenteren en leren in onverwachte coalities. Hierdoor ontstaan nieuwe creativiteit en innovatie en sociale netwerken worden dan meer opgebouwd op basis van gelijkgestemdheid in plaats van op basis van locatie. Mensen en organisaties verbinden behoeften en zoeken naar multifunctionaliteit. Zij verwachten bijvoorbeeld van voeding dat deze ook bijdraagt aan een goede gezondheid, dat huizen niet alleen onderdak bieden, maar ook duurzaam en veilig zijn. Om op dit alles in te spelen moeten organisaties uit verschillende sectoren en disciplines intensief met elkaar samenwerken. Organisaties dienen dus op zoek te gaan naar nieuwe verbindingen en (tijdelijke) allianties. De overheid moet op zoek naar nieuwe creatieve manieren om antwoorden te bieden op maatschappelijke vraagstukken: een netwerkgemeente. De netwerkgemeente treedt verbindend op en niet als trekker. De netwerkgemeente faciliteert het proces en laat de uitvoering veelal over aan de partners.
2.7
Van meer naar beter
De jaren na de Tweede Wereldoorlog hebben - tot voor kort - met name in het teken gestaan van opbouw en groei. Zowel demografisch als economisch, hetgeen de afgelopen decennia ook heeft geleid tot meer productie, meer woningen, meer kantoren, meer winkels, meer wegen, meer geld om te besteden et cetera. Inmiddels zij we als gevolg van de vergrijzing en achtereenvolgende economische recessies in een fase van krimp beland en zullen energie- en grondstoffen schaarste de (verdeling van de) welvaart verder onder druk zetten. Steeds meer mensen en organisaties raken hiervan bewust en klinkt steeds vaker dat we ´van kwantiteit naar kwaliteit’ gaan en dat ‘welzijn boven welvaart’ gaat. Deze trend raakt gemeenten ook. Daar waar gemeenten voorheen volop bezig waren met de ontwikkeling van nieuwe woonwijken en bedrijventerreinen, is de aandacht nu verschoven naar een goed beheer en verbetering van de bestaande infrastructuur; zowel economisch, ruimtelijk als sociaal.
2.8
De invloed van trends op de thema’s sociaal / maatschappelijk, economie en ruimtelijk
Wanneer de bovengenoemde zeven trends inhoudelijk worden geprojecteerd op de thema’s sociaal/maatschappelijk, economie en ruimtelijk dan lijken bepaalde trends een grotere invloed te hebben dan andere hebben binnen de drie thema’s. We hebben dat weliswaar niet statistisch en causaal gestaafd maar wel indirect getoetst aan de opvattingen van burgers, instellingen en bedrijven tijdens de ronde tafel bijeenkomsten op 2 juli 2014. Bovendien hebben we hen toen ,gegeven de zeven trends, voorgelegd wat voor rol voor de overheid (besturingselementen) zou zijn weggelegd.
7
3 3.1
Thema sociaal/maatschappelijk Kernachtige beschrijving huidige situatie
Algemeen: Gemoedelijk, gastvrij, saamhorig, betrokken en actief; zo mogen we in zijn algemeenheid de inwoners van de drie gemeenten wel noemen. Het is er plezierig wonen, werken en verblijven. De dorpse identiteit en sociale samenhang zijn sterke punten. Mensen zijn betrokken bij elkaar, kennen elkaar en zorgen voor elkaar. Er is sprake van een grote mate van onderlinge verbondenheid. Het zijn bruisende gemeenten met jaarlijkse vele evenementen op de kalender, waar u kunt genieten van de terrassen, winkels, restaurants, musea en vele bezienswaardigheden. Op sociaalmaatschappelijk gebied is sprake van een sterk vrijwilligersleven en zijn veel sportverenigingen en culturele organisaties actief. Het behoud en versterken van de leefbaarheid, identiteit en eigenheid is een rode draad binnen elke gemeente. Dit blijkt uit de inzet van vele betrokkenen. Echter ook binnen onze gemeenschappen neemt het tekort aan vrijwilligers bij verenigingen en instellingen toe waardoor de omvang en de kwaliteit van onder meer het verenigingsleven onder druk staat. Om de leefbaarheid van kernen te ondersteunen zijn voorzieningen in de vorm van basisscholen en sportvoorzieningen in meerdere kernen aanwezig. De overige voorzieningen bevinden zich voornamelijk in de hoofdkernen. Het voorzieningenniveau staat onder druk als gevolg van enerzijds bezuinigingen en anderzijds veranderende vraagpatronen en op termijn de krimp. Specifiek: In Schijndel gebruikt men de slogan “Schijndel, het is er gewoon bijzonder!”. Het duidt daarmee de nononsens mentaliteit. In Sint-Oedenrode komt het bourgondisch karakter sterker naar voren, men is er bij de tijd maar voelt zich gelijker tijd verbonden met de historie. In Veghel gebruikt men de slogan “Veghel maakt er werk van” en komt verbondenheid meer tot uiting in de coöperatiegedachte. Ondernemingszin en arbeidsmoraal zijn eigenschappen waar de Veghelaar bekend om staat.
8
3.2
Huidige visies; bestaande wensbeelden van de drie gemeente
Leefbaarheid / Sociale Cohesie / Samen actief Sociale cohesie en een actief verenigingsleven is een kracht binnen de drie gemeenten. In kerkdorpen en wijken hebben inwoners, (sport)verenigingen en maatschappelijke ondernemingen als corporaties, scholen en welzijnsinstellingen een stevige verantwoordelijkheid. Het voorzieningenniveau op het gebied van onderwijs, zorg , sport, welzijn, kunst en cultuur is mede de drager van leefbaarheid. Dit zijn: basisonderwijs, kinderopvang, sportvoorzieningen en ontmoetingsruimten. Alle inwoners kunnen meedoen aan de samenleving en nemen verantwoordelijkheid voor zichzelf, elkaar en de omgeving. Mantelzorg en vrijwilligers leveren een belangrijke bijdrage aan de kwaliteit van leven van hulpbehoevenden. Door hechte onderlinge samenwerking worden de faciliteiten en voorzieningen optimaal benut en is de druk op vrijwilligers afgenomen. Meedoen / Zorg is geen reden tot zorg / Gezondheid Het accent komt te liggen op preventie, creatieve oplossingen, zelfredzaamheid en medeverantwoordelijkheid van inwoners. Eigen kracht is wat iedere inwoner zelf kan doen, regelen en betalen. Medeverantwoordelijkheid legt de verbinding van de inwoner naar de samenleving; wat kun je voor elkaar doen, zowel in eigen kring als in de bredere samenleving. Dat vraagt maatwerk (van verzekerd recht naar oplossingsgericht handelen) ondersteuning (van individuele voorziening naar eigen kracht) een “Inclusief beleid” (van individuele naar algemene voorzieningen). Loslaten waar het kan, vastpakken waar het nodig is. Zelfredzaamheid kent grenzen bij de meest kwetsbaren. Voor ouderen en mensen met beperkingen zijn er betaalbare aangepaste woningen, met voorzieningen op het gebied van zorg op maat en mogelijk heden tot inwoning / mantelzorg. Men woont langer zelfstandig (ouderenproof) geïntegreerd in wijken of in en aan de rand van het centrum, veilig en op korte afstand tot laagdrempelige voorzieningen op het gebied van zorg, levensbehoeften en ontspanning. Het aanbod aan flexibele basisvoorzieningen, veelal multifunctioneel gehuisvest in één gebouw, loopt uiteen van maatschappelijke zorg, 1e-lijns en geestelijke gezondheidszorg, jeugdzorg, begeleiding van gezinnen met problemen en thuiszorg, sport en beweging.. Gezondheid en beweging vertalen zich door inzet van verenigingen, instellingen en bedrijfsleven in ‘Een leven lang fit’ programma, waarin combinaties van sport, voeding en ‘wellnes’ voor beweging en ontspanning zorgen.
Breed palet aan sociaal-culturele voorzieningen De drie gemeenten zetten in op sociaal-culturele voorzieningen die een lokaal en deels regionaal verzorgingsgebied hebben. Door handige combinaties van cultuur, educatie en beleving worden leerlingen van uit de regio aangetrokken en ontstaan uitdagende ontspanningsmogelijkheden voor de jeugd en een gunstig vestigingsklimaat voor creatieve mensen. Theater en evenementen zorgen voor een passend aanbod van cultuur en ontspanning voor jong en oud. Er valt wat te kiezen binnen de drie gemeenten.
9
3.3
Invloed trends en ontwikkelingen op het thema sociaal / maatschappelijk
Bij het thema sociaal / maatschappelijk is naar voren gekomen dat de trends Van Verzorgingsstaat naar participanten-samenleving (trend 1), Schaalvergroting en maatwerk (trend 2), Veranderende bevolking,(trend 4) en Netwerk-samenleving (trend 6) een sterke invloed hebben.
3.4
Maatschappelijke en vakinhoudelijke consultatie
De rondetafelgesprekken op 2 juli 2014; Ideeën van onze burgers, bedrijven en instellingen. Ter verduidelijking: het zijn woordelijke weergaven, zonder interpretatie en waardering. Hoofdconclusie van die avond was: We bevinden ons momenteel in een overgangsfase van de verzorgingsstaat naar de participantensamenleving. Het adagium verandert van ‘zorgen voor’ naar ‘zorgen dat….’ Hoe zorg samen te organiseren; van zorgen voor ,naar zorgen dat We moeten meer omdenken: anders denken, anders werken, anders Samen-Werken, denken vanuit mogelijkheden en kansen. Zorg dient dichtbij te zijn in een pluriforme samenleving. Kijk wat je collectief kunt organiseren. Een gebiedsteam en wijkgericht werken kan daarbij helpen. We moeten weer aanleren er voor elkaar te zijn. Dat betekent nieuwe afhankelijkheid. Om de vraag en aanbod van zorg te kunnen koppelen moeten mensen leren samenwerken. Daar heb je ook professionals voor nodig. Goed contact tussen professionals en vrijwilligersorganisatie kan alleen lokaal of in de wijk. Doe lokaal wat lokaal kan met eigen ‘gezicht’ Heb aandacht voor mantelzorgers, vrijwilligers en ervaringsdeskundigen en houdt lokaal de maatschappelijke stage op scholen in stand. Deze groep moet je goede ondersteuning bieden in de vorm van een steunpunt of vrijwilligerscentrale. Let daarbij op de communicatie. Faciliteer dat mensen in de uitkering een actieve bijdrage aan de samenleving kunnen leveren. De vangnetfunctie bij kwetsbare mensen is belangrijk maar de overheid mag het niet overnemen. Het doel is om de eigen kracht van mensen aan te vullen om ze vervolgens weer los te kunnen laten. Maak duidelijk dat maatwerk kan leiden tot verschillende uitkomsten qua menselijke maat, communicatie en technologie . ‘Mensen moet afleren dat ze ergens recht op hebben’…’dat ze rechten kunnen afdwingen’.
Hoe sociale verbanden te versterken en / of in stand te houden Sociale verbanden bestaan al. Het gaat er om krachten te bundelen en niet te werken vanuit kolommen. Integrale samenwerking binnen zorg, welzijn, onderwijs en wonen is noodzaak. Cohesie begint op straat en buurtniveau. Waar de sociale verbinding zwak is zul je mensen moeten helpen met het ontwikkelen van sociale verbanden. Van de gemeente wordt verwacht dat ze gericht is op de dorpen, wijken en buurtverenigingen die veel zelf kunnen ; daar moet de gemeente bij aansluiten en gebruik van maken. Zij moeten wel onderling de samenwerking zoeken, samen dingen centraal oppakken en slim combineren. Er dient geluisterd te worden naar gekozen dorps- en wijkraden. Zij moeten een sterkere positie innemen en waar nodig geschoold worden. Participatie van burgers begint bij concrete besluiten waarbij aan actieve inwoners ruimte / een podium wordt gegeven . Speciale aandacht vraagt de nieuwe generatie die eraan komt (nieuwe jongeren, generatie Z, bedrijven die starten). Zij kijken op een andere manier naar de maatschappij.
10
Het verenigingsleven is het cement van de samenleving. Verenigingen zijn kleine gemeenschappen op zich, waarin burgers elkaar vinden. Op deze manier kunnen zij ook inspringen wanneer gelijkgezinden dit nodig hebben . Verenigingen kun je stimuleren tot activiteiten in het sociaal domein, waarbij de subsidie van de vereniging afhankelijk wordt gemaakt van de maatschappelijke bijdrage. Hoe te zorgen dat het voorzieningenniveau en de leefbaarheid op peil blijven Algemeen is de opvatting dat de couleur locale van de kernen behouden moet blijven. Doe centraal wat centraal moet, laat lokaal wat lokaal kan. Neem de tijd voor een maatschappelijke discussie over welke voorzieningen centraal kunnen en welke dicht bij de burger (om de hoek) moeten blijven. Houdt een minimaal niveau van voorzieningen vast binnen de huidige gemeenten. Leefbaarheid is de verantwoordelijkheid van bewoners zelf. De wens is dat buurthuizen vrij gebruikt kunnen worden door de verenigingen, maatschappelijke organisaties, groepen, scholen e.d. Voorzieningen, liefst multifunctionele accommodaties, dienen gedragen te worden door de buurt, dicht bij huis. Op het gebied van onderwijs en voorschoolse voorzieningen moeten organisaties en instellingen (scholen, kinderopvang etc.) samenwerking op lokaal niveau zoeken, waarbij bestuurlijk juist veel centraal geregeld kan worden. Mogelijk kunnen (brede) scholen en scholen voor voortgezet onderwijs in campusstructuur worden opgezet in combinatie met andere voorzieningen, zoals sport, kunst, cultuur en kan het vermengen van de functies zorg en de maatschappelijke functie 0-12 jaar daar plaatsvinden.
11
3.5
Het thema sociaal / maatschappelijk in de visie voor de nieuwe gemeente
Inleiding Als er nu gekeken wordt naar de karakteristieke kenmerken van de nieuwe gemeenten, de trends- en ontwikkelingen en datgene wat is opgehaald tijdens de rondetafelgesprekken ontstaat er de volgende visie:
12
13
4 4.1
Thema economie Kernachtige beschrijving huidige situatie
Algemeen Schijndel en Veghel zijn echte werkgelegenheidsgemeenten. De materiële welvaart is de laatste 50 jaar verveelvoudigd. De bedrijvigheid van Schijndel is overeenkomstig het karakter: kleinschalig, divers en bij de tijd. Bedrijvig Veghel is sterk in de voedings- en agribusiness. Speerpunten zijn industrie, logistiek en dienstverlening. Veghel huisvest een aantal toppers van ondernemend Nederland dat zich met haar grootschalige, internationaal georiënteerde bedrijvigheid onderscheidt van omliggende gemeenten. De gemeente biedt een goed vestigingsklimaat voor bedrijven. Veghel is daarmee ook een banenmotor, een echte werkstad die aan de wijde regio werk verschaft. Deze bedrijvigheid is vanuit vroeger ontstaan door de werkmentaliteit die specifiek in dit gebied erg hoog is.
Specifiek Sint-Oedenrode Het economische beleid richt zich hoofdzakelijk op het behoud van een gezonde agrarische sector, het MKB en recreatie en toerisme. Er zijn geen plannen voor grootschalige uitbreiding van de bedrijventerreinen. Het werkloosheidspercentage is relatief laag in vergelijking met Noordoost-Brabant en Nederland. Veghel Op onderwijsgebied vervult Veghel een regionale functie. Naast het voortgezet- en regulier middelbaar onderwijs zijn in Veghel het ROC de Leijgraaf en een PABO gevestigd. In totaal bieden deze instellingen aan zo’n 10.000 studenten onderwijs. Food en logistiek bieden samen met het bedrijfsleven een innovatieve combinatie van educatie en werken.
4.2
Huidige visies
Veghel: De economische motor van de regio Binnen de huidige visie van Veghel wordt ingezet op het stimuleren van een meer robuuste en gedifferentieerde economische structuur en een aantrekkelijk vestigings- en werkklimaat. Daarbij staan duurzame en kwalitatieve ontwikkelingen centraal. De voedings- en logistieke clusters hebben een prominente plek in de Nederlandse economie, het midden en kleinbedrijf is goed vertegenwoordigd. Innovatie en value added produceren leiden er toe dat Veghel aantrekkelijk wordt voor een hoger opgeleide, gevarieerde en gekwalificeerde beroepsbevolking. Er is een aanzienlijke groei van de goederenstromen over het water en de mogelijkheid van vervoer over bestaand spoor wordt nagestreefd; er wordt ingezet op een trimodaal vervoersmodel. De pendel is nog steeds een blijvende karakteristiek van Veghel gebleken. Werken en recreëren in balans; gemeenten waar het na hard werken goed toeven is In Schijndel en Sint-Oedenrode is de bedrijvigheid meer kleinschalig en divers. Werken en wonen zijn waar mogelijk geïntegreerd. De werkgelegenheid in de sectoren zorg, horeca, recreatie en toerisme is hoog. In Schijndel zijn bedrijventerreinen op korte afstand van woongebieden gesitueerd en kenmerken zich door efficiënt ruimtegebruik, goede ontsluiting en zijn gefaciliteerd naar de eisen van de tijd (o.a. glasvezelnetwerk). Voor beide gemeenten geldt dat benutting en passende herontwikkeling van bestaande bedrijvenlocaties de voorkeur hebben. Het kwalitatief hoogwaardig historisch centrum van Sint-Oedenrode met een onderscheidend winkel en horeca-aanbod voor inwoners en bezoekers is een belangrijke basis voor economische impulsen 14
en vormt met het gebied van kasteel Henkenshage kansen voor versterken van recreatie en toerisme. Ook wordt Sint-Oedenrode gezien als een toegangspoort tot Het Groene Woud. Kunst in de openbare ruimte, gebouwen en de landschap- en natuurwaarden van het buitengebied zijn belangrijke toeristische pijlers. Specifiek biedt het buitengebied een uitgebreid netwerk van fiets- en wandelpaden en laat kleinschalige verblijfsrecreatie toe.
Duurzaamheid In het kader van de discussie kwaliteit voor kwantiteit wordt bij het uitgeven van grond en het acquireren van bedrijven gekozen voor een meer zuinig, duurzaam en daarmee selectief gebruik van de beschikbare ruimte. Duurzaamheid wordt beschouwd als - de constante zoektocht naar - een evenwicht tussen de 3 P’s : People, Planet en Profit. Met als centraal en lange termijn doel, het doorgeven van een leefbare wereld aan de volgende generaties. Leren gericht op werk Kennis vervult een sleutelrol. Werkgelegenheid en onderwijs gaan hand in hand. Overheid, ondernemers en onderwijs maken zich samen sterk voor een evenwichtige arbeidsmarkt met goede toekomstperspectieven. Daarin is aandacht voor innovatieve bedrijvigheid, zelfstandig ondernemen in de vorm van ZZP en startersondersteuning. Ook voor onderwijs geldt kleinschaligheid en is een passend aanboddiversiteit op basis-, voortgezet-, beroeps- en speciaal onderwijs noodzakelijk..
4.3
Invloed trends en ontwikkelingen op het thema economie
Bij het thema economie is naar voren gekomen dat de trends 24/7- samenleving in relatie tot technologische ontwikkelingen (trend 3) en Veranderende bevolking (trend 4) een sterke invloed hebben.
4.4
Maatschappelijke en vakinhoudelijke consultatie
De rondetafelgesprekken op 2 juli 2014; Ideeën van onze burgers, bedrijven en instellingen. Ter verduidelijking: het zijn woordelijke weergaven, zonder interpretatie en waardering. Hoofdconclusie van die avond was: We zetten in op groeiende werkgelegenheid in de nieuwe gemeente. Om de eigen economische positie te versterken zien we vooral kansen op het gebied van de (Agri-)Food-keten. Een stevige regionale positie in AgriFood Capital helpt ons daarbij. Recreatie en toerisme zien we daarnaast als een economisch speerpunt. Ook op het gebied van duurzaamheid liggen kansen. De komende jaren worden alternatieve energiebronnen populairder. Particuliere initiatieven zullen we faciliteren. SSV op het kruispunt van Brainport en AgriFoodcapital De gemeente kan een kruis- of knooppuntfunctie vervullen op de bestaande grote clusters: Brainport, Foodvalley, etc.SSV kan meeliften met de sterke economie van Eindhoven Brainport. SSV zoekt de aansluiting (contact leggen, wisselwerking, versterking) vanuit de wetenschap dat samenwerking de kracht van de regio is. De huidige gemeenten zijn samen het sterkst in Agrifood en zijn daarop gefocussed. Binnen Agrifood is er ook aandacht voor duurzame vormen van voedselproductie, voor voedselveiligheid en voor toeleveranciers aanverwante producten. Door fusie is SSV binnen Agrifood krachtiger ten opzichte van Oss en Den Bosch. Bij een kruis- of knooppunt functie behoort goede bereikbaarheid. Zowel intern, tussen de verschillende kernen als extern (kanaal/A50).Een verbeterpunt is het openbaar vervoer. 15
SSV en andere economische dragers SSV is meer dan Agrifood. Zo zijn er de winkelcentra van Veghel, Schijndel en Sint-Oedenrode, waarbij de aantrekkingskracht van het centrum van Veghel in potentie het grootst is. Ook binnen SSV zijn de effecten van internet op het winkelbestand merkbaar. Een oplossing kan liggen in het gezamenlijkheid creëren van (unique selling points)) USP’s voor de winkelconcentratiegebieden. De aanwezigheid van middenstand in de kernen is nodig voor de leefbaarheid. SSV biedt vestigingsmogelijkheden voor ondernemers in alle kernen. Differentiatie tussen de drie hoofdkernen mag, waarbij het onderscheidend vermogen zelfs mag worden versterkt. Het huidige mozaïek wordt mede gelet op de spin-off als draagvlak voor het lokale verenigingsleven gekoesterd. Kanttekening hierbij: Nut en noodzaak nieuwe bedrijventerreinen overwegen: er staat inmiddels voldoende leeg. Speel in op de verschillende kwaliteiten en (uitgeefbare) ruimte van de verschillende gemeenten. SSV zoekt nieuwe economische dragers voor het buitengebied. Primair wordt daarbij de relatie gelegd met hergebruik van voormalig agrarische bedrijfsbebouwing ( VAB) en het benutten van de mogelijkheden van recreatie en toerisme in relatie tot bijvoorbeeld de Vlagheide. Speciaal wordt aandacht gevraagd voor de starters (ZZP’ers). SSV vraagt om een hogere organisatiegraad van ondernemers Het is wenselijk dat vanuit de ondernemers (meer) met één stem richting de gemeente gecommuniceerd wordt (ondanks de soms tegenstrijdige ondernemersbelangen). De huidige organisatiegraad van de ondernemers is (te) laag. Ondernemers(verenigingen) moeten elkaar opzoeken in overlegplatforms, verbindingen leggen, van elkaar leren en meer gebruik maken van de reeds aanwezige kennis en kwaliteiten bij verschillende bedrijven. Netwerksamenwerking binnen de 3 O’s De wisselwerking tussen overheid, bedrijfsleven en onderwijs kan een stuk beter. Opleidingen moeten meer aansluiten op de vraag vanuit het bedrijfsleven. Leren/werken meer combineren, inpandige bedrijven in scholen voor beroepsonderwijs, het nieuwe werken, de vorming van een campus, goede overblijfvoorzieningen zijn in dit verband suggesties. Achterliggende gedachte hierbij is dat hiermee nieuw arbeidspotentieel voor de toekomst gemakkelijker wordt bereikt. De nieuwe gemeente is een werkgemeente (meer werkgelegenheid dan werkaanbod). Vanuit duurzaamheid, lokale oriëntatie kan het wenselijk zijn om hierop aan te sluiten met het woonaanbod. Voor de gemeente ligt in dit verband de taak om de leefbaarheid in de kernen te vergroten.
16
4.5
Het thema economie in de visie voor de nieuwe gemeente
Inleiding Als er nu gekeken wordt naar de karakteristieke kenmerken van de nieuwe gemeenten, de trends- en ontwikkelingen en datgene wat is opgehaald tijdens de rondetafelgesprekken ontstaat er de volgende visie:
17
5 5.1
Thema ruimtelijk Kernachtige beschrijving huidige situatie
Algemeen Het groene landelijk gebied tussen de kernen is een belangrijke karakteristiek van de drie gemeenten. Een groot, gevarieerd en daardoor aantrekkelijk buitengebied. Diverse kernen en toch een samenhangend geheel. De gebiedseigen kenmerken en cultuurhistorische waarden worden duurzaam behouden en versterkt De ligging aan de A50, de A2 en de N 279 en de Zuid Willemsvaart maken dat de bereikbaarheid goed is te noemen. Het openbaar vervoer daarentegen is minder goed ontwikkeld en met name tussen de kerndorpen zwak. In elk van de drie gemeenten is er een gevarieerd woningaanbod .
Specifiek Schijndel De kern van Schijndel kent een lintbebouwing. Sint-Oedenrode De gemeente wordt doorsneden door de rivier de Dommel. Sint-Oedenrode is de enige kern met stadsrechten sinds 1232. Het historische centrum is aantrekkelijk door zijn fysieke kwaliteiten. Veghel De helft van de oppervlakte van de kern Veghel betreft industrie. Dat draagt bij aan het imago van werkstad. Veghel is geen typisch Bourgondische Brabantse gemeente. De Zuid Willemsvaart en de overslaghaven zijn vergroot en innovatief gemoderniseerd.
5.2
Huidige visies
Nog altijd dorps Schijndel en Sint-Oedenrode kenmerken zich door de innige relatie tussen stad en land. Het landelijke en groene karakter van het buitengebied is tot ver in de wijken gebracht. Specifieke landschappelijk waardevolle gebieden zijn gevrijwaard van bebouwing. Dit alles biedt inwoners een beleving van natuurlijke rust, ontspanning en veiligheid. De Dommel en AA zijn identiteitsdragers van ruimtelijke kwaliteit in de centra van Sint-Oedenrode en Veghel. Sint-Oedenrode heeft grote cultuurhistorische waarden met daarin centraal de markt en de Knoptoren. Veghel streeft naar een goede balans tussen de hoofdkern met stedelijke kwaliteiten en de kerkdorpen met hun dorpse waarden. De kerkdorpen van de drie gemeenten zijn dankzij de goede ontsluitingsstructuur leefbare woonkernen voor gezinnen en families, met vertrouwde dorpse waarden, beschut en verbonden door een natuurlijke omgeving. Fysieke kwaliteit en vitaal platteland De openheid van het landschap is een kwaliteit; een landschap met ruimte voor landbouw, natuur, water en mogelijkheden voor recreatie. De landbouw is nog steeds een belangrijke drager en medebeheerder van het landelijk gebied. Maatschappelijke discussies over gezondheidsrisico’s van grote intensieve veehouderijbedrijven / concentraties van bedrijven blijven actueel en zijn van invloed op de inrichting en revitalisering van het platteland. Hergebruik van vrijkomende agrarische bebouwing is enerzijds een must om verpaupering te voorkomen, maar ook kans voor vervangende economische 18
dragers. De verbinding tussen de agrarische en de recreatieve sector leidt tot een bundeling van krachten gericht op nieuwe en innovatieve vormen van recreatie, toerisme en kleinschalige bedrijvigheid. Wonen een leven lang / samen wonen Woningaanbod in alle prijsklassen voor diverse doelgroepen zorgt voor doorstroming in zowel de koop- als huursector. Waar nodig worden wijken geherstructureerd. Door woondiversiteit (levensloopbestendig) is binding aan de gemeenten gerealiseerd. Iedereen draagt zorg voor een veilig en plezierig woonmilieu waarin hij/zij de leefomgeving naar eigen wensen heeft ingekleurd. Gemeenten in beweging Er worden nieuwe bedrijventerreinen ontwikkeld en bestaande bedrijventerreinen worden doorlopend gerevitaliseerd. De positie als knooppunt op de Brabantse vervoersassen is weliswaar goed te noemen maar blijft onze aandacht vragen.
5.3
Invloed trends en ontwikkelingen op het thema ruimtelijk
Bij het thema ruimtelijk is naar voren gekomen dat de trends Veranderende bevolking (trend 4) en Van meer naar beter (trend 7) een sterke invloed hebben.
5.4
Maatschappelijke en vakinhoudelijke consultatie
De rondetafelgesprekken op 2 juli 2014; Ideeën van onze burgers, bedrijven en instellingen. Ter verduidelijking: het zijn woordelijke weergaven, zonder interpretatie en waardering. Hoofdconclusie van die avond was: De ruimtelijke opgave is om het onderscheid tussen stedelijk en landelijk gebied te handhaven. Nieuwe impulsen zijn nodig om het platteland vitaal en leefbaar te houden. De zoektocht naar nieuwe economische dragers blijft belangrijk. Maar ook: wat betekenen de trends voor de inrichting van de ruimte: digitalisering en technologische ontwikkelingen. Wat voor invloed hebben trends als schaalvergroting in de landbouw op ons buitengebied. Discussies rondom volksgezondheid. Hier spelen ook de trends schaalvergroting en maatwerk, duurzaamheid, van meer naar beter en de veranderende samenstelling van de bevolking. De gemeente kiest voor een verdeling van ruimte waarbij in iedere kern de eigen identiteit en diversiteit herkenbaar zijn. De huidige kwaliteiten worden versterkt. Sterke punten krijgen een plek en niet alles wordt centraal georganiseerd. Delen binnen het ruimtelijk gebied worden gereserveerd voor wonen, toerisme en landbouw. Bepaalde takken van de industrie worden in de toekomst minder. De gemeente stelt een plan op hoe men omgaat met ruimte en het maken van radicale keuzes wordt daarbij niet uit de weg gegaan.We denken in oplossingen en niet in problemen. Woonomgeving Behoud van identiteit en verscheidenheid van de kernen is belangrijk. Voorkom “eenheidsworst” en het aan elkaar groeien van kernen. Er wordt niet alleen gekozen voor uitbreiden , maar ook voor inbreiden met voldoende groen en ruimte binnen het stedelijk gebied. Maatwerk is de standaard en uit zich in vraaggericht bouwen, bouwen naar behoefte, levensloopbestendig bouwen en het bouwen van woningen met een beperktere levensduur. Mensen gaan meer zelf ontwikkelen en burgerparticipatie bij wonen is een gewoon goed. De trend is demontabel bouwen, flexibel bouwen met zorg voor fysieke en functionele kwaliteit en duurzaamheid. De gemeente heeft aandacht voor jongerenhuisvesting, woningbouw voor mantelzorg en passende voorzieningen in de woonomgeving. De kernen moeten onderling goed bereikbaar zijn via Hoogwaardig Openbaar Vervoer. De inzet van 19
een (gedifferentieerde) grondprijs wordt als mogelijk middel gezien om doelen te halen. Bedrijvigheid De gemeente geeft ruimte aan de (her-) ontwikkeling van bedrijven (agrarisch en/of anderszins) binnen kwalitatieve kaders (milieu, inpassing e.d.). Eén van die kaders is overleg en/of samenwerking met alle belanghebbenden, waarbij de bal op dit punt niet bij de gemeente wordt gelegd, maar juist bij de samenleving. Werken gebeurt op meerdere momenten en werken aan huis is een belangrijk aspect dat meer mogelijk gemaakt moet worden. Landschapskenmerken Mensen gaan zelf kleinschaliger produceren, grootschalige landbouw is binnen de gemeente niet aanwezig. AgriFood Capital; geen voedselindustrie zonder boeren en dus blijft een gezonde agrarische sector noodzakelijk. Er vindt samenwerking plaats tussen agrarische bedrijven en natuurbeheer. De gemeente is zuinig op groen. Een parklandschap vormt de buffer naar stedelijk gebied, maar staat de agrarische sector niet in de weg. Op het gebied van toerisme wordt er samengewerkt. Leefbaarheid De leefbaarheid in de gemeente wordt mede bepaald door de aanwezigheid van voldoende culturele voorzieningen en sportvoorzieningen, waaronder zwembaden. In elke kern is een basisniveau van voorzieningen aanwezig en bestaat er in de totale gemeente een goede mix van werkgelegenheid, wonen en ontspanning. Omdat het onmogelijk is alle huidige voorzieningen in stand te houden worden er keuzes gemaakt welke voorzieningen waar komen of blijven. Daarbij wordt zoveel als mogelijk gestreefd naar het opzetten van multifunctionele accommodaties.
20
5.5
Het thema ruimtelijk in de visie voor de nieuwe gemeente
Inleiding Als er nu gekeken wordt naar de karakteristieke kenmerken van de nieuwe gemeenten, de trends- en ontwikkelingen en datgene wat is opgehaald tijdens de rondetafelgesprekken ontstaat er de volgende visie:
21
6 6.1
Thema besturingskenmerken Invloed trends en ontwikkelingen op besturingskenmerken
Bij het thema besturingskenmerken is naar voren gekomen dat de trends Schaalvergroting en maatwerk (trend 2), 24/7- samenleving in relatie tot technologische ontwikkelingen (trend 3) en Netwerk-samenleving (trend 6) een sterke invloed hebben
6.2
Maatschappelijke en vakinhoudelijke consultatie
De maatschappelijke en vakinhoudelijke consultatie op 2 juli 2014; Ideeën van onze burgers, bedrijven en instellingen. Ter verduidelijking: het zijn soms woordelijke weergaven , zonder interpretatie en waardering. De visie die de gemeente heeft op maatschappelijke, ruimtelijke en economische ontwikkelingen en de wijze waarop zij die, samen met burgers, bedrijven en instellingen, wil realiseren stelt eisen aan de bestuurlijke en ambtelijke organisatie die de gemeente zou moeten zijn. Het bestuur (rol) en de organisatie binnen het thema sociaal / maatschappelijk
Rol en houding van de gemeente Met stip op één staat dat de gemeente goed moet (leren) luisteren naar de burger. Het bestuur en politiek moeten betrokken blijven bij wat er leeft in de samenleving. De gemeente hoeft dingen niet zelf te doen maar mag zich ook niet helemaal terugtrekken, moet steunen, faciliteren, regisseren en werken als netwerkorganisatie. De gemeente moet dienend, ‘meedenkend’ zijn, de kleine schaal kunnen blijven borgen en de lijnen kort houden. De nieuwe gemeente moeten we organiseren rondom de uitdagingen van de toekomst in plaats van op de klassieke manier. Dit vraagt om een cultuuromslag van politiek, bestuur en ambtelijke organisatie. We moeten meer omdenken: anders denken, anders werken, anders Samen-Werken. We moeten meer denken vanuit mogelijkheden en kansen, buiten kaders kunnen en willen kijken. De uitdaging is het intern verbinding kunnen maken en niet meer in hokjes gaan denken. Denk vanuit een ander beeld en de redelijkheid van de burger, met minder protocollen en meer regelruimte in plaats van bureaucratie. Dat vraagt enerzijds om een ambtelijk apparaat op hoofdlijnen, waarbij expertise bij elkaar wordt gezet, een regiefunctie waar mogelijk zaken op wijkniveau worden geregeld, een kenniscentrum van goede ideeën, die de gemeente mag uitdragen maar waarbij ook de eigen verantwoordelijkheid past om kennis op te halen. Wijkraden hoeven niet allemaal het wiel uit te vinden. Initiatieven moeten worden gedeeld waarbij de gemeente faciliteert. Burgers willen inzicht krijgen in wat er in de drie gebiedsdelen gebeurd (lokaal nieuws delen). Anderzijds vraagt dat om een ambtelijk apparaat met de ambtenaar dicht bij de burger met meer aandacht voor vraagverheldering van de zorg (houding en gedrag van ambtenaren), en besluiten die laag in de organisatie genomen kunnen worden. Regelruimte betekent ook verschillen. We moeten ook accepteren dat er verschillende oplossingen komen. De gemeente moet transparant en effectief communiceren (ben duidelijk wat kan en niet kan en ben bereid argumenten hierover te wisselen) Tot slot: geef burgerinitiatieven en onorthodoxe ideeën een kans , toon lef.
22
Het bestuur (rol) en de organisatie binnen het thema economie
Rol en houding van de gemeente Bedrijven gaan niet weg zolang de gemeente faciliteert. Dit kan mede bereikt worden door het toepassen van het principe ‘high trust, high penalty’. SSV moet actief aan de gang om werkgelegenheid te behouden, lobbyen (in en buiten Nederland) en behulpzaam zijn bij het verkrijgen van subsidies. SSV moet meer denken in kansen: zaken faciliteren en innovatie aanjagen, niet toetsend maar voorwaardenscheppend (ja, tenzij).Een pragmatische, laagdrempelige, professionele en dienstbare houding wordt gevraagd van de gemeente. Daarbij is het van belang geen belemmeringen en blokkades te veroorzaken (door regelgeving/ houding). Politiek en bestuur staan in de samenleving. Het bestuur (rol) en de organisatie binnen het thema ruimtelijk
Rol en houding van de gemeente De rol van de gemeente is initiërend en faciliterend. De dorps- en wijkraden hebben andere verantwoordelijkheden en bevoegdheden dan voorheen. Zij hebben dan meer zeggenschap en invloed op de invulling van de openbare ruimte. De burgers in de samenleving worden minder aangestuurd en bepalen veel zelf. De besluitvorming is efficiënter en de overheid luistert naar de behoeften van de burger. Burgers doen mee. De gemeente werkt met allround ambtenaren die participeren in de samenleving en efficiënter werken samen met de burgers. Er zijn korte lijnen tussen overheid en samenleving en kleinschalige initiatieven worden gestimuleerd
23
6.3
Het thema besturingskenmerken in de visie van de nieuwe gemeente
Inleiding Als er nu gekeken wordt naar de karakteristieke kenmerken van de nieuwe gemeenten, de trends- en ontwikkelingen en datgene wat is opgehaald tijdens de rondetafelgesprekken ontstaat er de volgende visie:
Besturingskenmerken Het is 2025: professioneel bestuur De bestuurders van de nieuwe gemeente SSV zijn herkenbaar, betrokken en staan dicht bij de inwoner. Zij handelen in het algemeen belang. Dat betekent: integer en effectief. Zij zoeken actief naar oplossingen voor complexe vraagstukken en doen dat met een open blik en in samenhang met de (bestuurlijke) omgeving. Het gemeentebestuur is in zijn handelen open en transparant. De rol van de gemeente in de regio is gericht op samenwerking op deelonderwerpen. Als het gaat om onder meer bedrijvigheid, werkgelegenheid, innovatie, recreatie en toerisme geeft de gemeente zelfbewust invulling aan haar bestuurlijke positie in de regio. De gemeente staat voor versterking en diversiteit van de lokale en regionale economie. Onze gemeente streeft naar een goede aansluiting tussen het onderwijs en het bedrijfsleven. Deze rol vraagt om creativiteit, alertheid én om een gemeente die open staat voor niet alledaagse antwoorden op ontwikkelingen. Daarnaast behartigt SSV als netwerker en lobbyist de belangen van de gemeente op verschillende niveaus en is SSV een actieve partner in samenwerkingsrelaties. De gemeente heeft een rol bij regionale uitdagingen. De taakverdeling tussen gemeenteraad en college is helder en professioneel. De gemeenteraad stuurt op hoofdlijnen en heeft een kaderstellende, volksvertegenwoordigende en controlerende rol. Het college vormt het dagelijks bestuur van onze gemeente. In deze rol is zij verantwoordelijk voor de totstandkoming en uitvoering van het beleid.
Het is 2025: organisatie en dienstverlening De gemeente SSV stimuleert zelfsturing en het zelforganiserend vermogen van inwoners. Dat betekent dat SSV meer loslaat en dat inwoners meer de ruimte hebben voor eigen initiatief. En dat zij de verantwoordelijkheid krijgen om hun eigen ideeën verder vorm en inhoud te geven. De gemeente SSV op haar beurt neemt haar inwoners serieus, is zichtbaar en aanspreekbaar. SSV betrekt hen bij beleid en de uitvoering daarvan en zet zich in voor een goede relatie met haar inwoners.
24
De ambtelijke organisatie stelt de gemeente SSV in staat de bestuurlijke en dienstverlenende rol waar te maken. De organisatie werkt efficiënt, transparant, servicegericht en levert kwaliteit. In de dienstverlening worden diverse doelgroepen onderscheiden, zoals: ondernemers, ouderen en jongeren. De organisatie staat dicht bij de inwoner en stelt de klant centraal. De verantwoordelijkheden liggen laag in de organisatie. De aanspreekpunten voor onze inwoners, bedrijven en verenigingen hebben een herkenbare plaats in de gemeentelijke organisatie. Op relevante onderwerpen maken we een bewuste afweging voor zelf doen, samen doen, uitbesteden of ‘aan de markt overlaten’. Steeds vaker is er sprake van samenwerking met andere (semi-) publieke organisaties. De gemeente SSV maakt als betrouwbare partner haar taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden waar. De rol van (al dan niet) wijk- en dorpsraden is belangrijk. De gemeente heeft een goed en structureel overleg met de kernen, het maatschappelijk middenveld, bedrijfsleven en medeoverheden. Zo onderhoudt de gemeente SSV haar relaties. SSV is daardoor in staat om maximaal in te spelen op wat er in de samenleving speelt.
25