1 HL7v3-domeinspecificatie Care Provision huisarts acute zorg HAZ v Datum: 25 juni 2012 Versie: Referentie: [HL7v3 DS Care Provision HAZ]2 Nictiz is h...
HL7v3-domeinspecificatie Care Provision huisarts acute zorg HAZ v1·0·0·0
Datum: 25 juni 2012 Versie: 1.0.0.0 Referentie: [HL7v3 DS Care Provision HAZ]
Nictiz is het landelijke expertisecentrum dat ontwikkeling van ICT in de zorg faciliteert. Met en voor de zorgsector voorziet Nictiz in mogelijkheden en randvoorwaarden voor elektronische informatie-uitwisseling voor en rondom de patiënt. Wij doen dit ter bevordering van de kwaliteit en doelmatigheid in de gezondheidszorg. Nictiz Postbus 19121 2500 CC Den Haag Oude Middenweg 55 2491 AC Den Haag T 070 - 317 34 50 [email protected] www.nictiz.nl
Inhoudsopgave 1
Inleiding ................................................................................... 7 1.1 Doel en scope ............................................................................................. 7 1.2 Doelgroep voor dit document ........................................................................ 7 1.3 Documenthistorie ........................................................................................ 7 1.4 Legenda ..................................................................................................... 7
2
D-MIM REPC_DM000000 Care Provision ...................................10
HL7v3-domeinspecificatie Care Provision huisarts acute zorg, v1.0.0.0
1 Inleiding 1.1 Doel en scope Dit document beschrijft het Care Provision domein, het HL7-domeinmodel voor de doorlopende zorg van individuen. Dit model is de basis voor de HL7 versie 3 interacties ten behoeve van communicatie in de zorg. De interacties zijn voor de zorgtoepassing Huisarts acute zorg beschreven in het [Ontw HAZ] en in [HL7v3 IH HAZ]. Dit document beschrijft de D-MIMs, R-MIMs, templates, message types en andere domeinspecifieke onderdelen.
1.2 Doelgroep voor dit document De doelgroep bestaat uit productmanagers en softwareontwikkelaars van informatiesystemen die de gegevensuitwisseling in de gezondheidszorg via AORTA willen implementeren.
1.3 Documenthistorie Versie
Datum
Omschrijving
1.0
25-jun-2012
Eerste versie, incl. toevoeging contra-indicaties en intoleranties
1.4 Legenda Er worden in de implementatiespecificaties bij de berichtspecificaties regelmatig de volgende symbolen gebruikt: Let op! Dit is een aandachtpunt. Een opmerking die de aandacht vestigt op een bepaald opvallend aspect.
Dit is een „open issue‟ of „known issue‟. Een kwestie die nog open ligt voor discussie, maar onderkend is.
Dit is een frequently asked question (FAQ) met antwoord. HL7 bespreekpunt. Een aspect dat nog besproken moet worden binnen de (inter)nationale HL7 versie 3 werkgroepen.
De specificatie van een bericht wordt aan de hand van de XML-structuur van het bericht beschreven. In de volgende tabel worden alle onderdelen van het bericht beschreven in de volgorde van hun voorkomen in het bericht. Element: IdentifiedPerson Pad: RegistrationProcess/subject1 Subelement
DT
Kard
C
@classCode
CS
1..1
M
CONF
LBA
Definitie Bevat de elementklasse.
Bevat de vaste waarde “ASSIGNED”
7 / 113
HL7v3-domeinspecificatie Care Provision huisarts acute zorg, v1.0.0.0
id
II
CONF
1..*
M
BSN
Bevat één of meer identificaties van de persoon.
Er moet een element id zijn met het burgerservicenummer in het attribuut @extension en met de
OID “2.16.840.1.113883.2.4.6.3” in het attribuut @root addr CONF
AD
0..*
C
Adres
Bevat het adres van de persoon.
Het adrestype moet, indien bekend, worden gecommuniceerd in het attribuut @use
...
Element – een XML-element van een interactie, een „contextnode‟ zoals die in de XMLstructuur van de interactie voorkomt. Element komt in het model (D-MIM / R-MIM) overeen met een klasse (Role, RoleLink, Entity, Act, ActRelationship, Participation) Pad – XPath-expressie. Hiërarchisch pad tot en met het element boven het eigenlijke element, de zogenaamde parent node. Er worden geen volledige en geen absolute paden gegeven, omwille van bondigheid en omdat elementen ook op allerlei plaatsen hergebruikt kunnen worden. Als het element het root element betreft dan is het pad leeg. Als het element een onderdeel van de Transmission Wrapper betreft, begint het pad met “/…”. Als het element een onderdeel van de Control Act Wrapper betreft, dan begint het pad met “ControlActProcess/…”. Als het element een deel van het Message Type (Payload) of een Common Message Element Type (CMET) betreft dan begint het pad met het eerste element van dat Message Type/die CMET “RegistrationProcess/…”. Subelement – onderdeel van het element dat in deze tabel beschreven wordt. Een onderdeel kan in XML een attribuut of een element zijn. Onderdelen die beginnen met een @ zijn een XML-attribuut; de overige onderdelen zijn een XML-element. DT – definieert het datatype van het onderdeel. Zie [HL7v3 IH BC] voor meer informatie over datatypen. Kard - definieert de kardinaliteit van het onderdeel. Dit bepaalt het aantal keer dat het onderdeel mag/moet voorkomen. Zie [HL7v3 IH BC] voor meer informatie over kardinaliteit. C - definieert de conformiteit van het attribuut. M - mandatory (vereist) R - required (verplicht ondersteunen) O - optioneel C - conditioneel verplicht X - het onderdeel mag voorkomen, maar wordt niet meegenomen in de verwerking van de interactie NP - niet toegestaan (not permitted) betekent dat het onderdeel niet mag voorkomen (en ook niet aanwezig is in het onderliggend schema). LBA - logisch berichtattribuut. Logische berichten en hun attributen zijn in het
8 / 113
HL7v3-domeinspecificatie Care Provision huisarts acute zorg, v1.0.0.0
architectuurontwerp beschreven. Wanneer het LBA niet ingevuld is betekent dit dat er geen overeenkomstig attribuut in het ontwerp beschreven is. Definitie – definitie van de functie van het onderdeel CONF
Iedere subelementrij wordt gevolgd door een rij met nul of meer conformanceregels.
9 / 113
HL7v3-domeinspecificatie Care Provision huisarts acute zorg, v1.0.0.0
2 D-MIM REPC_DM000000 Care Provision Voor een beschrijving van het D-MIM Care Provision wordt verwezen naar [HL7NL IH CareProvision Generiek].
10 / 113
HL7v3-domeinspecificatie Care Provision huisarts acute zorg, v1.0.0.0
3 Refined Message Information Models In dit hoofdstuk worden de R-MIM‟s en Constrained Information Models (CIM‟s) beschreven. R-MIM‟s zijn afgeleiden van een D-MIM. De berichtinhoud (de „payload‟) wordt bepaald door van R-MIM‟s afgeleide message types welke ingeperkt zijn door templates. Het R-MIM en de CIM wordt afgebeeld in een statisch model. In dit hoofdstuk zijn ook de statische modellen van de domeinspecifieke CMET‟s opgenomen.
3.1
R-MIM QUPC_RM740300NL
Nederlandse naam:
Primary Care Record Query
HL7v3 artefacttype:
R-MIM
HL7v3 gestructureerde naam:
Primary Care Record Query
Herkomst:
Afgeleid van QUPC_RM040300UV uit [HL7v3_NE2010]
Figuur 1 R-MIM QUPC_RM740300NL Beschrijving van R-MIM QUPC_RM740300NL Het model van het opvraagbericht is zeer eenvoudig, de query kent slechts één parameter namelijk het BSN van de patiënt, dit is opgenomen in het value attribuut van de patientId klasse. Templates HL7v3 gestructureerde naam
HL7v3 naam
Primary Care Record Profile Query
QUPC_MT740300NL
3.2
R-MIM REPC_RM004000NL
D-MIM:
REPC_DM000000UV
Nederlandse naam:
Care Record
HL7v3 artefacttype:
R-MIM
11 / 113
HL7v3-domeinspecificatie Care Provision huisarts acute zorg, v1.0.0.0
HL7v3 gestructureerde naam:
Care Record
Voor een beschrijving van dit R-MIM wordt verwezen naar [HL7NL IH CareProvision Generiek] en [HL7v3_NE2010].
3.3
R-MIM REPC_RM000100
Zie voor CMET A_CareStatement [HL7NL IH CareProvision Generiek].
3.4
R-MIM REPC_RM000300NL
D-MIM:
REPC_DM000000UV
Nederlandse naam:
A_ConcernTracking
HL7v3 artefacttype:
R-MIM
HL7v3 gestructureerde naam:
A_ConcernTracking
Voor een beschrijving zie [HL7v3_NE2010].
12 / 113
HL7v3-domeinspecificatie Care Provision huisarts acute zorg, v1.0.0.0
4
Berichten
In dit hoofdstuk worden de domeinspecifieke message types beschreven. De berichtinhoud (de „payload‟) wordt bepaald door het message type. Message types zijn afgeleiden van een R-MIM.
Definitie Bevat één of meer identificaties van de persoon.
Er moet een element value zijn met het burgerservicenummer in het attribuut @extension en met de
OID “2.16.840.1.113883.2.4.6.3” in het attribuut @root
4.2
Message Type REPC_MT004000NL
Dit internationale messages type wordt door templates ingeperkt. De templates worden in dit document beschreven. Elementen en attributen uit dit message type die niet in een template voorkomen zijn niet toegestaan (conformance X). Tabel 1 Overzicht templates van toepassing op Message Type REPC_MT004000NL Groep / item
HL7 term
Meldkamer-PS
2.16.840.1.113883.2.4.6.10.40.30
Ambulance-PS
2.16.840.1.113883.2.4.6.10.40.31
SEH-PS
2.16.840.1.113883.2.4.6.10.40.32
13 / 113
HL7v3-domeinspecificatie Care Provision huisarts acute zorg, v1.0.0.0
5
Common Message Element Types
Dit hoofdstuk bevat de beschrijving van de domeinspecifieke CMET‟s en domeinspecifieke templates op CMET‟s. Voor de basisinformatie over de functie en de varianten van CMET‟s wordt hier verwezen naar de [HL7v3 IH BC].
5.1
CMET REPC_MT000100
Zie [HL7NL IH CareProvision Generiek] en [HL7v3_NE2010].
5.2
CMET REPC_MT000300NL
R-MIM:
REPC_RM000300NL
Nederlandse naam:
A_ConcernTracking
HL7v3 artefacttype:
R-MIM
HL7v3 gestructureerde naam:
A_ConcernTracking
Zie [HL7NL IH CareProvision Generiek] en [HL7v3_NE2010].
14 / 113
HL7v3-domeinspecificatie Care Provision huisarts acute zorg, v1.0.0.0
6 Templates Een template is een sjabloon met specifieke restricties op de inhoud van een generieker model (R-MIM). Een template kan maximaal net zo groot zijn als het R-MIM waar het op is gebaseerd, maar meestal gaat het om een beperkte subset. Tenzij anderszins aangeduid documenteert een template alleen de delen die gebruikt dienen te worden. Als een element of attribuut niet wordt beschreven, dan geldt standaard de conformance “X” (Niet gebruiken). In de XML-materialen staat een XML Schema met daarin de structuur van het hele R-MIM; het zogenaamde message type.
Deze template wordt gebruikt voor een verkorte versie van de correspondentie, zonder de daadwerkelijke inhoud en/of samenvatting. Hiermee ontstaat inzicht in de contacten met andere zorgverleners, zoals bijvoorbeeld specialisten waarbij de patient ook bekend is. 6.1.1
act
Deze act is een representatie van de feitelijke correspondentie. Element: act Pad: Subelement
DT
Kard
C LBA
Definitie
@classCode
CS
1..1
F
Dit attribuut heeft de vaste waarde “DOCCLIN”. Het gaat om een clinisch document.
CONF
@classCode heeft de waarde “DOCCLIN”.
@moodCode
CONF
CS
1..1
F
Dit attribuut heeft de vaste waarde “EVN”. Het gaat hier om een act die heeft plaatsgevonden.
@moodCode heeft de waarde “EVN”.
templateId
II
1..1
M
Dit attribuut heeft als vaste waarde 2.16.840.1.113883.2.4.6.10.40.10.
CONF
templateId heeft de waarde “2.16.840.1.113883.2.4.6.10.40.10”.
id
SET_II 1..*
M identificatie
Uniek nummer van het correspondentiestuk.
CONF
Verplicht minimaal éénmaal aanwezig en mag geen @nullFlavor hebben.
CONF
De waarde van id moet overeenkomen met de id van het object.
code
15 / 113
CD
1..1
R
Codering van het type document
HL7v3-domeinspecificatie Care Provision huisarts acute zorg, v1.0.0.0
Element: act Pad: Subelement
DT
Kard
C LBA
Definitie
CWE Verplicht, waardedomein moet nog worden bepaald. Zolang nog geen codering bekend, nullFlavor="UNK" gebruiken". CONF
text
ED
author
0..1
X
1..1
M
Volledige tekst van de correspondentie. Inhoudsverant Zie §6.12.1.1. woordelijke Datum aanmaken brief
De template wordt gebruikt om de belaste familieanamnese mee te geven. 6.2.1
observation
Element: observation Pad: Subelement
DT
Kard
C LBA
Definitie
@classCode
CS
1..1
F
Dit attribuut heeft de vaste waarde “OBS”
CONF
@classCode heeft vaste waarde“OBS”.
@moodCode CONF
CS
1..1
F
Dit attribuut heeft de vaste waarde “EVN”
M
Dit attribuut heeft als vaste waarde
@moodCode heeft de waarde“EVN”.
templateId
II
1..1
2.16.840.1.113883.2.4.6.10.40.17. CONF
templateId heeft de waarde “2.16.840.1.113883.2.4.6.10.40.17”.
id
CONF
II
1..1
M
Unieke indentificatie van deze familie anamnese.
De waarde van id moet overeenkomen met de id van het object.
code
CD CNE
1..1
M
CONF
@code bevat de waarde “10157-6”.
CONF
@codesystem bevat de waarde “2.16.840.1.113883.6.1”.
16 / 113
Type observatie betreft de familieanamnese. Vaste waarde “101576” uit LOINC (OID 2.16.840.1.113883.6.1).
HL7v3-domeinspecificatie Care Provision huisarts acute zorg, v1.0.0.0
Element: observation Pad: Subelement CONF
DT
Kard
C LBA
Definitie
@displayName bevat de waarde “History of family member diseases”.
negationInd
BL
0..1
O Aanwezig
Heeft standaard de waarde “false”. Met true is het mogelijk om expliciet duidelijk te maken dat het ziektebeeld niet in de familie voorkomt.
text
ED
0..1
R
Tekstuele omschrijving
statusCode
CS CNE
0..1
O Achterhaald
Tekstuele omschrijving (optioneel kan hier tekst worden meegegeven die bedoeld is als aanvulling op de standaard codeomschrijving in het value attribuut). Heeft standaard de waarde “active”. Heeft de waarde “completed” als het familie-anamnestisch gegeven achterhaald is.
CONF
statusCode bevat de waarde “active” of “completed”.
effectiveTime
IVL_TS
0..1
R
Geldigheidsdatum diagnose
Geldigheid als startdatum of als periode (startdatum is verplicht). Indien bekend moet de tijd ook worden meegegeven.
CONF Het attribuut low/@value moet verplicht de datum en indien bekend de tijd bevatten van de start van de diagnose. CONF high/@value mag de einddatum en indien bekend de eindtijd bevatten van de afsluiting van de diagnose. CONF
Er mogen geen andere elementen of attributen worden gebruikt dan low/@value en high/@value.
value
CE
1..1
R
Familieanamnese code
ICPC-code met standaard codeomschrijving uit [ICPC-1-2000NL]. Voor mogelijke waarden zie OID 2.16.840.1.113883.2.4.4.31.1.
CONF Verplicht en @codeSystem bevat de waarde “2.16.840.1.113883.2.4.4.31.1” en @code bevat een waarde uit dit codesystem. Wanneer de ICPC niet bekend is bevat value de waarde @nullFlavor=”UNK”. author
0..1
O
subject
1..*
M
Familierelatie. Zie §6.2.1.2.
6.2.1.1
inhoudsverantwoo Geeft de participatie aan met de rdelijke verantwoordelijke arts of patient. Indien de voor de Familieanamnese verantwoordelijke een ander is dan de arts (author) die op CareProvisionEvent niveau is vastgelegd, kan hier de afwijkende identificatie worden meegegeven van ofwel de arts ofwel de patiënt. Zie §6.2.1.1.
author
Element: author Pad: observation/ Subelement
DT
Kard
C LBA
Definitie
@typeCode
CS
1..1
F
Dit attribuut heeft de vaste waarde “AUT”.
CONF
17 / 113
@typeCode heeft vaste waarde“AUT”.
HL7v3-domeinspecificatie Care Provision huisarts acute zorg, v1.0.0.0
Element: author Pad: observation/ Subelement
DT
@contextControlCo CS de CNE
Kard
C LBA
Definitie
1..1
F
Dit attribuut heeft de vaste waarde “ON” (overriding, nonpropagating).
@contextControlCode heeft vaste waarde“ON”.
CONF
time
TS
1..1
M Datum registratie
Moment van registreren. Zo kan de belaste familieanamnese later dan het moment van effectiviteit worden ingevoerd.
CONF Het attribuut bevat verplicht de datum en indien bekend de tijd van het moment van aanmaken.
AssignedPerson
0..1
C Inhoudsverant woordelijke voor diagnose
Identificatie van de verantwoordelijke arts. Zie CMET R_AssignedEntity met Template 2.16.840.1.113883.2.4.6.10.70. 21: AssignedPersonNL (§6.18).
Patient
0..1
C Inhoudsverant woordelijke voor diagnose
De patiënt die de diagnose heeft gesteld. Zie CMET R_Patient [universal] met Template 2.16.840.1.113883.2.4.6.10.70. 23: PatientNLIdentified (§6.20).
Eén van AssignedPerson of Patient moet aanwezig zijn.
CONF
6.2.1.2
subject
Element: subject Pad: observation/ Subelement
DT
Kard
C LBA
Definitie
@typeCode
CS
1..1
F
Dit attribuut heeft de vaste waarde “SUBJ”.
CONF
@typeCode heeft de waarde “SUBJ”.
@contextControlCo BL de
F
Dit attribuut mag alleen de waarde “OP” hebben.
@contextConductionInd heeft vaste waarde “OP”.
CONF
PersonalRelationshi p
6.3
1..1
1..1
M Familielid
Familierelatie. Zie CMET R_RelatedParty met Template 2.16.840.1.113883.2.4.6.10.70. 24: FamilieRelatie (§6.21).
HL7v3-domeinspecificatie Care Provision huisarts acute zorg, v1.0.0.0
HL7v3 gestructureerde naam: Care Record Control Room Primary Care Restricties voor deze PS ten opzichte van het volledige dossier van de huisarts zijn beschreven in [Ontw HAZ]. In onderstaande tabel worden de items gekoppeld aan de HL7 termen en gewenste filters. In de beschrijving van de template wordt aangegeven welke templates van toepassing zijn in de actrelaties en/of participaties. Groep / item
HL7 element
Inhoud
Episode
ConcernTracking uit A_ConcernTracking
Open episodes
Contact
Encounter uit A_CareStatement
t/m 10 dg geleden
Journaalregel
Observation uit A_CareStatement
Behorend bij de geselecteerde contacten
Diagnose
Observation uit A_CareStatement
Behorend bij de geselecteerde contacten
Uitslag (meting, bepaling)
Observation uit A_CareStatement
t/m 10 dg geleden
Overdrachtgegevens
Observation uit A_CareStatement
Geen reanimatiebeleid, levenstestament en codicil
Correspondentie
Act uit A_CareStatement
t/m 10 dg geleden
Belaste familieanamnese
Observation uit A_CareStatement
Alles
Ook bekend bij
Act uit A_CareStatement
Niet toegestaan
Contra-indicatie
Observation uit A_CareStatement
Niet toegestaan
Intolerantie
Observation uit A_CareStatement
Niet toegestaan
In de op te leveren PS worden ook alle nog niet in het systeem verwerkte maar daar wel ontvangen waarneemberichten verwerkt. 6.3.1
CareProvisionEvent
Element: CareProvisionEvent Pad: Subelement
DT
Kard
C LBA
Definitie
@classCode
CS
1..1
F
Dit attribuut heeft als vaste waarde “PCPR”
CONF
@classCode heeft vaste waarde“PCPR”.
@moodCode CONF
CS
1..1
F
Dit attribuut heeft als vaste waarde “EVN”
@moodCode heeft vaste waarde“EVN”.
19 / 113
HL7v3-domeinspecificatie Care Provision huisarts acute zorg, v1.0.0.0
Element: CareProvisionEvent Pad: Subelement
DT
Kard
C LBA
Definitie
templateId
II
1..1
M
Dit attribuut heeft als vaste waarde 2.16.840.1.113883.2.4.6.10.40.30.
templateId heeft de waarde “2.16.840.1.113883.2.4.6.10.40.30”.
CONF
statusCode
CS CNE
1..1
M
Dit attribuut heeft als waarde „active‟ of „completed‟.
statusCode heeft de waarde “active” of “completed”.
CONF
Merk op dat a.d.h.v. de statusCode van de CareProvisionEvent act kan worden vastgesteld of de PS afkomstig is van de huisarts (status=‟active‟) of van een waarnemer (status=‟completed‟). effectiveTime
IVL_TS 1..1
R Inschrijvingsda Inschrijfdatum van de patiënt tum wordt gevuld in attribuut @low. Indien bekend moet de tijd ook worden meegegeven. Indien PS afkomstig van waarnemer dan heeft effectiveTime de waarde „NA‟.
CONF Indien de inschrijfdatum van de patiënt bekend is moet deze worden gevuld in attribuut @low; wanneer deze niet bekend is moet nullFlavor=”UNK” worden gebruikt. CONF Indien de PS afkomstig is van de waarnemer dan als waarde nullFlavor=”NA” gebruiken. CONF
Er mogen geen andere elementen of attributen worden gebruikt dan low/@value.
recordTarget
1..1
M patient
Geeft de participatie aan tussen CPE en de patiënt. Zie §6.3.1.1.
author
1..1
R inhoudsverant woordelijke
Geeft de participatie aan tussen CPE en de verantwoordelijke arts. Zie §6.3.1.2.
CONF
Wanneer de author onbekend is geldt de waarde: @nullFlavor=”UNK”.
performer
0..*
O uitvoerder
Geeft de participatie aan tussen CPE en de uitvoerder(s). Wordt alleen gevuld als deze een andere is dan de author. Zie §6.3.1.3.
reason
0..*
R episode
Geeft de relatie aan tussen CPE en episode. Zie §6.3.1.4
pertinentInformatio n
0..*
R overdrachtsgeg Geeft de relatie aan tussen CPE evens, contact, en overdrachtgegevens, contraetc. indicatie, intolerantie, contacten en niet-contactgebonden activiteiten. Zie §6.3.1.5.
20 / 113
HL7v3-domeinspecificatie Care Provision huisarts acute zorg, v1.0.0.0
Heeft de vaste waarde “OP” (overriding, propagating).
@nullFlavor heeft vaste waarde “NI”.
modeCode CONF
F
@contextControlCode heeft vaste waarde“OP”.
CONF
CONF
1..1
CE CNE
1..1
R
Heeft de waarde “NI”.
@nullFlavor heeft vaste waarde “NI”.
AssignedEntity
21 / 113
1..1
M Inhoudsverant woordelijke
Inhoudsverantwoordelijke persoon of organisatie; bij oplevering PS door waarnemer is dit de HAP. Zie CMET R_AssignedParty [universal] met Template 2.16.840.1.113883.2.4.6.10.70.
HL7v3-domeinspecificatie Care Provision huisarts acute zorg, v1.0.0.0
HL7v3 gestructureerde naam: Care Record Ambulance Primary Care Restricties voor deze PS ten opzichte van het volledige dossier van de huisarts zijn beschreven in [Ontw HAZ]. In onderstaande tabel worden de items gekoppeld aan de HL7 termen en gewenste filters. In de beschrijving van de template wordt aangegeven welke templates van toepassing zijn in de actrelaties en/of participaties. Groep / item
HL7 element
Filter
Episode
ConcernTracking uit A_ConcernTracking
Open episodes
Contact
Encounter uit A_CareStatement
t/m 10 dg geleden
Journaalregel
Observation uit A_CareStatement
Behorend bij de geselecteerde contacten
Diagnose
Observation uit A_CareStatement
Behorend bij de geselecteerde contacten
Uitslag (meting, bepaling)
Observation uit A_CareStatement
t/m 10 dg geleden
Overdrachtgegevens
Observation uit A_CareStatement
Geen levenstestament en codicil
Correspondentie
Act uit A_CareStatement
t/m 10 dg geleden
Belaste
Observation uit
Geen filter
24 / 113
HL7v3-domeinspecificatie Care Provision huisarts acute zorg, v1.0.0.0
familieanamnese
A_CareStatement
Ook bekend bij
Act uit A_CareStatement
Niet toegestaan
Contra-indicatie
Observation uit A_CareStatement
Alles
Intolerantie
Observation uit A_CareStatement
Alles
In de op te leveren PS worden ook alle nog niet in het HIS verwerkte maar daar wel ontvangen waarneemberichten verwerkt. 6.4.1
CareProvisionEvent
Element: CareProvisionEvent Pad: Subelement
DT
Kard
C LBA
Definitie
@classCode
CS
1..1
F
Dit attribuut heeft als vaste waarde “PCPR”
CONF
@classCode heeft vaste waarde“PCPR”.
@moodCode CONF
CS
1..1
F
Dit attribuut heeft als vaste waarde “EVN”
@moodCode heeft vaste waarde“EVN”.
templateId
II
1..1
M
Dit attribuut heeft als vaste waarde 2.16.840.1.113883.2.4.6.10.40.31.
CONF
templateId heeft de waarde “2.16.840.1.113883.2.4.6.10.40.31”.
statusCode CONF
CS CNE
1..1
M
Dit attribuut heeft als waarde „active‟ of „completed‟.
statusCode heeft de waarde “active” of “completed”. Merk op dat a.d.h.v. de statusCode van de CareProvisionEvent act kan worden vastgesteld of de PS afkomstig is van de huisarts (status=‟active‟) of van een waarnemer (status=‟completed‟).
effectiveTime
IVL_TS 1..1
R Inschrijvingsda Inschrijfdatum van de patiënt tum wordt gevuld in attribuut @low. Indien bekend moet de tijd ook worden meegegeven. Indien PS afkomstig van waarnemer dan heeft effectiveTime de waarde „NA‟.
CONF Indien de inschrijfdatum van de patiënt bekend is moet deze worden gevuld in attribuut @low; wanneer deze niet bekend is moet nullFlavor=”UNK” worden gebruikt. CONF Indien de PS afkomstig is van de waarnemer dan als waarde nullFlavor=”NA” gebruiken. CONF
Er mogen geen andere elementen of attributen worden gebruikt dan low/@value.
25 / 113
HL7v3-domeinspecificatie Care Provision huisarts acute zorg, v1.0.0.0
Element: CareProvisionEvent Pad: Subelement
DT
Kard
C LBA
Definitie
recordTarget
1..1
M
Geeft de participatie aan tussen CPE en de patiënt. Zie §6.3.1.1.
author
1..1
R
Geeft de participatie aan tussen CPE en de verantwoordelijke arts. Zie §6.3.1.2.
Wanneer de author onbekend is geldt de waarde: @nullFlavor=”UNK”.
CONF
performer
0..*
O
Geeft de participatie aan tussen CPE en de uitvoerder(s). Wordt alleen gevuld als deze een andere is dan de author. Zie §6.3.1.3.
reason
0..*
R
Geeft de relatie aan tussen CPE en episode. Zie §6.3.1.4
pertinentInformatio n
0..*
R
Geeft de relatie aan tussen CPE en overdrachtgegevens, contraindicatie, intolerantie, contacten en niet-contactgebonden activiteiten. Zie §6.3.1.5.
6.5
Template 2.16.840.1.113883.2.4.6.10.40.32: SEH-PS
HL7v3 artefacttype:
Template
HL7v3 gestructureerde naam: Care Record Emergency Primary Care Restricties voor deze PS ten opzichte van het volledige dossier van de huisarts zijn beschreven in [Ontw HAZ]. In onderstaande tabel worden de items gekoppeld aan de HL7 termen en gewenste filters. In de beschrijving van de template wordt aangegeven welke templates van toepassing zijn in de actrelaties en/of participaties. Groep / item
HL7 element
Inhoud
Episode
ConcernTracking uit A_ConcernTracking
Open episodes
Contact
Encounter uit A_CareStatement
Datum contact t/m 10 dg geleden
Journaalregel
Observation uit A_CareStatement
Behorend bij de geselecteerde contacten
Diagnose
Observation uit A_CareStatement
Behorend bij de geselecteerde contacten
Uitslag (meting, bepaling)
Observation uit A_CareStatement
Datum meting t/m 10 dg geleden
Overdrachtgegevens
Observation uit
Alles
26 / 113
HL7v3-domeinspecificatie Care Provision huisarts acute zorg, v1.0.0.0
A_CareStatement Correspondentie
Act uit A_CareStatement
Datum brief t/m 10 dg geleden
Belaste familieanamnese
Observation uit A_CareStatement
Alles
Ook bekend bij
Act uit A_CareStatement
Datum brief tot 2 jaar geleden
Contra-indicatie
Observation uit A_CareStatement
Alles
Intolerantie
Observation uit A_CareStatement
Alles
In de op te leveren PS worden ook alle nog niet in het systeem verwerkte maar daar wel ontvangen waarneemberichten verwerkt. 6.5.1
CareProvisionEvent
Element: CareProvisionEvent Pad: Subelement
DT
Kard
C LBA
Definitie
@classCode
CS
1..1
F
Dit attribuut heeft als vaste waarde “PCPR”
CONF
@classCode heeft vaste waarde“PCPR”.
@moodCode CONF
CS
1..1
F
Dit attribuut heeft als vaste waarde “EVN”
@moodCode heeft vaste waarde“EVN”.
templateId
II
1..1
M
Dit attribuut heeft als vaste waarde 2.16.840.1.113883.2.4.6.10.40.32.
CONF
templateId heeft de waarde “2.16.840.1.113883.2.4.6.10.40.32”.
statusCode CONF
CS CNE
1..1
M
Dit attribuut heeft als waarde „active‟ of „completed‟.
statusCode heeft de waarde “active” of “completed”. Merk op dat a.d.h.v. de statusCode van de CareProvisionEvent act kan worden vastgesteld of de PS afkomstig is van de huisarts (status=‟active‟) of van een waarnemer (status=‟completed‟).
effectiveTime
27 / 113
IVL_TS 1..1
R Inschrijvingsda Inschrijfdatum van de patiënt tum wordt gevuld in attribuut @low. Indien bekend moet de tijd ook worden meegegeven. Indien PS afkomstig van waarnemer dan heeft effectiveTime de waardevan het begin- en eind van de waarneming.
HL7v3-domeinspecificatie Care Provision huisarts acute zorg, v1.0.0.0
Element: CareProvisionEvent Pad: Subelement
DT
Kard
C LBA
Definitie
CONF Indien de inschrijfdatum van de patiënt bekend is moet deze worden gevuld in attribuut @low; wanneer deze niet bekend is moet nullFlavor=”UNK” worden gebruikt.
Indien de PS afkomstig is van de waarnemer dan als waarde nullFlavor=”NA” gebruiken. CONF
CONF
Er mogen geen andere elementen of attributen worden gebruikt dan low/@value.
recordTarget
1..1
M
Geeft de participatie aan tussen CPE en de patiënt. Zie §6.3.1.1.
author
1..1
R
Geeft de participatie aan tussen CPE en de verantwoordelijke arts. Zie §6.3.1.2.
CONF
Wanneer de author onbekend is geldt de waarde: @nullFlavor=”UNK”.
performer
0..*
O
Geeft de participatie aan tussen CPE en de uitvoerder(s). Wordt alleen gevuld als deze een andere is dan de author. Zie §6.3.1.3.
reason
0..*
R
Geeft de relatie aan tussen CPE en episode. Zie §6.3.1.4
pertinentInformatio n
0..*
R
Geeft de relatie aan tussen CPE en overdrachtgegevens, contraindicatie, intolerantie, contacten en niet-contactgebonden activiteiten. Zie §6.5.1.1.
Dit template is een restrictie op de CMET A_CareStatement voor het weergeven van overdrachtgegevens. 6.6.1
observation
Element: observation
29 / 113
HL7v3-domeinspecificatie Care Provision huisarts acute zorg, v1.0.0.0
Pad: Subelement
DT
Kard
@classCode
CS
1..1
CONF
LBA
F
Definitie
Dit attribuut heeft de vaste waarde “OBS”.
@classCode heeft vaste waarde“OBS”.
@moodCode CONF
C
CS
1..1
F
Dit attribuut heeft de vaste waarde “EVN”.
@moodCode heeft vaste waarde“EVN”.
code
CD CWE
1..1
M Type overdracht
Om aan te geven wat de functie is van de tekst; voor mogelijke waarden zie §C.2 NoteCategory (2.16.840.1.113883.5.4) en [Ontw HAZ]. Let op: per doelgroep zijn verschillende codes toegestaan.
CONF
@codeSystem heeft vaste waarde“2.16.840.1.113883.5.4”.
CONF
@code heeft één van de waarden: “SOS”, “WNN”, “SOC”, “ATT”, “REP”, “WIL”,
“COD”. value
ST
1..1
effectiveTime
IVL_TS 0..1
M Inhoud overdracht
Overdrachtgegevens: attentieregels, SOS-berichten, waarneemnotities, sociale gegevens etc. in de vorm van vrije tekst-blok. Dus niet per regel een attentiewaarde, maar één Act met een effectiveTime.
R Startdatum
Een periode van de geldigheid van de tekst. Indien bekend moet de tijd ook worden meegegeven.
Einddatum
CONF Het attribuut low/@value moet verplicht de datum en indien bekend de tijd bevatten van de begindatum van de geldigheid van de tekst. Wanneer de begindatum niet bekend is mag low de waarde @nullFlavor=”UNK” hebben. CONF Wanneer de tekst een tijdelijke geldigheid heeft kan in high/@value de einddatum en indien bekend de eindtijd van geldigheid worden meegegeven. CONF Er mogen geen andere elementen of attributen worden gebruikt dan low/@value en high/@value.
author
30 / 113
0..1
C
Geeft de participatie aan tussen AnnotationObsEvent en de inhoudsverantwoordelijke arts. Verplicht indien de verantwoordelijke arts van de AnnotationObsEvent afwijkt van de verantwoordelijke arts van de CareProvisionEvent, of indien de verantwoordelijke arts ontbreekt
HL7v3-domeinspecificatie Care Provision huisarts acute zorg, v1.0.0.0
Element: observation Pad: Subelement
DT
Kard
C
LBA
Definitie
in de CareProvisionEvent. Zie §6.6.1.1. 6.6.1.1
author
Element: author Pad: observation/ Subelement
DT
Kard
C LBA
Definitie
@typeCode
CS
1..1
F
Dit attribuut heeft de vaste waarde “AUT”.
@typeCode heeft vaste waarde“AUT”.
CONF
@contextControlCo CS de CNE
F
Dit attribuut heeft de vaste waarde “OP”.
@contextControlCode heeft vaste waarde“OP”.
CONF
AssignedEntity
6.7
1..1
1..1
M Inhoudsverant woordelijke van overdrachtgege vens
Verantwoordelijke arts van de overdrachtgegevens. Zie CMET R_AssignedEntity met Template 2.16.840.1.113883.2.4.6.10.70. 21: AssignedPersonNL (§6.18).
Dit template is een restrictie op de CMET A_CareStatement voor het weergeven van het laatste contact. 6.7.1
observation
Element: observation Pad: Subelement
DT
Kard
C LBA
Definitie
@classCode
CS
1..1
F
Dit attribuut heeft de vaste waarde “OBS”.
@classCode heeft vaste waarde “OBS”.
CONF
@moodCode CONF
CS
1..1
F
Dit attribuut heeft als vaste waarde “EVN”
@moodCode heeft vaste waarde“EVN”.
templateId
31 / 113
II
1..1
M
Dit attribuut heeft als vaste waarde
HL7v3-domeinspecificatie Care Provision huisarts acute zorg, v1.0.0.0
Element: observation Pad: Subelement
DT
Kard
C LBA
Definitie 2.16.840.1.113883.2.4.6.10.70.2.
templateId heeft de waarde “2.16.840.1.113883.2.4.6.10.70.2”.
CONF
code
CD CWE
1..1
M
Type observatie, in dit geval datum laatste contact. Dit attribuut heeft de vaste waarde “21975-8” uit LOINC (OID 2.16.840.1.113883.6.1).
CONF @code heeft de waarde “21975-8”; @codeSystem heeft de waarde “2.16.840.1.113883.6.1”; @displayName heeft de waarde “Date last contact”.
value
CONF
TS
1..1
M
Datum laatste contact binnen de episode. Als er geen contact bekend is dan moet de aanmaakdatum van de episode in de 'datum laatste contact' worden opgenomen.
Mag alleen de datum bevatten (zonder tijd).
6.8
Template 2.16.840.1.113883.2.4.6.10.70.3: Contact
HL7v3 artefacttype:
Template
HL7v3 gestructureerde naam:
Encounter
Dit template is een restrictie op de CMET A_CareStatement voor het invullen van contactgegevens. 6.8.1
encounter
Element: encounter Pad: Subelement
DT
Kard
C LBA
Definitie
@classCode
CS
1..1
F
Dit attribuut heeft de vaste waarde “ENC”.
CONF
@classCode heeft vaste waarde“ENC”.
@moodCode CONF
CS
1..1
F
Dit attribuut heeft de vaste waarde “EVN”.
@moodCode heeft vaste waarde“EVN”.
32 / 113
HL7v3-domeinspecificatie Care Provision huisarts acute zorg, v1.0.0.0
Element: encounter Pad: Subelement
DT
Kard
C LBA
Definitie
templateId
II
1..1
M
Dit attribuut heeft als vaste waarde 2.16.840.1.113883.2.4.6.10.70.3.
CONF
templateId heeft de waarde “2.16.840.1.113883.2.4.6.10.70.3”.
id CONF
II
1..1
M identificatie
Unieke identificatie van het contact.
De waarde van id moet overeenkomen met de id van het contact.
code
CD CWE
1..1
R Soort contact
Code om het soort contact aan te geven. Het gaat hier om een code uit tabel 14 van het NHG, voor mogelijke waarden zie §C.5 Soort contact (2.16.840.1.113883.2.4.4.30.14 ). Naast de code uit tabel 14 mag ook een code uit tabel 15 worden meegegeven, deze code wordt dan in een translation element geplaatst; voor mogelijke waarden zie §C.6 2.16.840.1.113883.2.4.4.30.15
CONF Verplicht; @codesystem bevat de waarde “2.16.840.1.113883.2.4.4.30.14” en @code bevat een waarde uit dit codesystem; wanneer code onbekend is heeft deze de waarde @nullFlavor=”UNK”. N.B. de codes 90 (onbekend) en 99 (overig) mogen niet gebruikt worden, hiervoor dient de overeenkomstige nullFlavor te worden gebruikt. Voor code 90 is dit „UNK‟ en voor 99 is dit „OTH‟.
effectiveTime
IVL_TS 0..1
R Datum contact
Datum contact als startdatum of als periode (startdatum is verplicht). Indien bekend moet de tijd ook worden meegegeven.
Het attribuut low/@value moet verplicht de datum en indien bekend de tijd bevatten van de start van de episode. CONF
high/@value mag de einddatum en indien bekend de eindtijd bevatten van de afsluiting van de episode. CONF
Er mogen geen andere elementen of attributen worden gebruikt dan low/@value en high/@value. CONF
author
33 / 113
0..1
R
Geeft de participatie aan tussen Encounter en de verantwoordelijke arts. Indien de voor de Encounter verantwoordelijke arts een ander is dan de arts (author) die op CareProvisionEvent niveau is vastgelegd, kan hier de
HL7v3-domeinspecificatie Care Provision huisarts acute zorg, v1.0.0.0
Element: encounter Pad: Subelement
DT
Kard
C LBA
Definitie
afwijkende identificatie worden meegegeven (voor waarneembericht verplicht). Zie §6.8.1.1. performer
0..*
O
Geeft de participatie aan tussen Encounter en de uitvoerder. Wordt alleen gevuld als dit een andere is dan de author. Indien het consult uit een verrichting bestaat, kan de identificatie van degene die de verrichting gedaan heeft mee in de performer. Zie §6.8.1.2.
outboundRelationsh ip
1..*
M
Hier wordt de relatie tussen een Encounter en Activities binnen die Encounter gelegd. Indien men deelcontacten (partial encounters) wil vastleggen, kan daarvoor het sequenceNumber gebruikt worden: alle relaties vanuit een Encounter naar de bijbehorende Activities die een gelijk sequenceNumber hebben, horen bij hetzelfde deelcontact. Zie §6.8.1.3.
CONF
6.8.1.1
component komt minimaal één keer voor. author
Element: author Pad: encounter/ Subelement
DT
Kard
@typeCode
CS
1..1
CONF
F
Definitie
Dit attribuut heeft de vaste waarde “AUT”.
1..1
F
Dit attribuut heeft de vaste waarde “OP” (overriding, propagating).
@contextControlCode heeft vaste waarde“OP”.
AssignedPerson
34 / 113
LBA
@typeCode heeft vaste waarde“AUT”.
@contextControlCo CS de CNE CONF
C
1..1
M Inhoudsverant woordelijke
De voor het consult (inhouds)verantwoordelijke arts; bij oplevering door de waarnemer wordt hier de behandelend arts opgenomen. Zie CMET R_AssignedEntity met Template 2.16.840.1.113883.2.4.6.10.70. 21: AssignedPersonNL (§6.18).
HL7v3-domeinspecificatie Care Provision huisarts acute zorg, v1.0.0.0
6.8.1.2
performer
Element: performer Pad: encounter/ Subelement
DT
Kard
C LBA
Definitie
@typeCode
CS
1..1
F
Dit attribuut heeft de vaste waarde “PRF”.
CONF
@typeCode heeft vaste waarde“PRF”.
@contextControlCo CS de CNE CONF
F
Dit attribuut heeft de vaste waarde “OP” (overriding, propagating).
@contextControlCode heeft vaste waarde“OP”.
AssignedPerson
6.8.1.3
1..1
1..1
M Uitvoerende persoon
De uitvoerder van de verrichting. Zie CMET R_AssignedEntity met Template 2.16.840.1.113883.2.4.6.10.70. 21: AssignedPersonNL (§6.18).
Voor het vastleggen van deelcontacten (partial encounters) moet het sequenceNumber worden gebruikt: alle relaties vanuit een Encounter naar de bijbehorende Activities die een gelijk sequenceNumber hebben, horen bij hetzelfde deelcontact.
CONF
sequenceNumber
{choicebox}
35 / 113
INT
Consultgebonden dossieritems of dossierregels. Zie §6.8.1.4.
HL7v3-domeinspecificatie Care Provision huisarts acute zorg, v1.0.0.0
De template wordt gebruikt om een vrije tekstregel mee te geven, die niet gecodeerd maar wel gestructureerd is volgens de SOEP-structuur. Indien bij een zendend systeem bekend is dat een vrije tekst regel een Plan bevat, dient de ontvanger dat mee te krijgen. Wanneer bij een zendend systeem bekend is dat een dossierregel hoort onder een van de andere templates in de choicebox, maar er geen gestandaardiseerde code aanwezig is (maar bijvoorbeeld een lokale code) dan wordt hiervoor deze JournalEntry niet gebruikt, maar in de betreffende andere template wordt in het code of value attribuut een lokale code meegegeven indien dit is toegestaan (CD CWE type). Indien lokale codes in het betreffende template niet zijn toegestaan en indien het niet mogelijk is om een vertaling naar een standaardcode te maken (eenmalig per gebruiker), dan dient de regel als JournalEntry mee te gaan, waarbij de SOEP code als volgt toegevoegd mag worden: Een diagnose wordt een E, een medicatievoorschrift en –aflevering wordt een P, een bepalingsaanvraag en –resultaat wordt een O, een verwijzing en een nietmedicamenteuze therapie wordt een P. 6.9.1
observation
Element: observation Pad: Subelement
DT
Kard
C LBA
Definitie
@classCode
CS
1..1
F
Dit attribuut heeft de vaste waarde “OBS”.
CONF
@classCode heeft vaste waarde“OBS”.
@moodCode
36 / 113
CS
1..1
F
Dit attribuut heeft de vaste
HL7v3-domeinspecificatie Care Provision huisarts acute zorg, v1.0.0.0
Element: observation Pad: Subelement
DT
Kard
C LBA
Definitie
waarde “EVN”. CONF
@moodCode heeft vaste waarde“EVN”.
templateId
II
1..1
M
Dit attribuut heeft als vaste waarde 2.16.840.1.113883.2.4.6.10.70.4.
CONF
templateId heeft de waarde “2.16.840.1.113883.2.4.6.10.70.4”.
id
CONF
II
1..1
M
Unieke identificatie van deze journaalregel
De waarde van id moet overeenkomen met de id van het object.
code
CD CNE
1..1
M SOEP code
Een S (Subjectief: reden voor het contact) of een O (Objectief, bijvoorbeeld een meting), E (Evaluatie, bijvoorbeeld een diagnose) of een P (Plan, bijvoorbeeld een therapie). Voor mogelijke waarden zie §C.4 Soort Journaalregel (2.16.840.1.113883.2.4.4.32.2)
CONF Het code element moet het @codeSystem met Soort Journaalregel (2.16.840.1.113883.2.4.4.32.2) bevatten.
effectiveTime
TS
0..1
R Datum registratie
Moment van registratie. Indien bekend moet de tijd ook worden meegegeven.
value
ED
1..1
M Tekst journaal
tekst van de journaalregel
CONF
Een journaalregel moet tekst bevatten.
author
0..1
R
Geeft de participatie aan tussen JournalEntry en de verantwoordelijke arts. Indien de voor de JournalEntry verantwoordelijke arts een ander is dan de arts (author) die op CareProvisionEvent niveau of Encounter niveau is vastgelegd, kan hier de afwijkende identificatie worden meegegeven. Zie §6.9.2.
performer
0..*
O
Geeft de participatie aan tussen de JournalEntry en de uitvoerders. Wordt alleen gevuld als dit een andere is dan de author. Indien de JournalEntry
37 / 113
HL7v3-domeinspecificatie Care Provision huisarts acute zorg, v1.0.0.0
Element: observation Pad: Subelement
DT
Kard
C LBA
Definitie
een verrichting beschrijft, kan de identificatie van degene die de verrichting gedaan heeft mee in de performer. Zie §6.9.3. 6.9.2
author
Element: author Pad: JournalEntry/ Subelement
DT
Kard
@typeCode
CS
1..1
CONF
F
Definitie
Dit attribuut heeft de vaste waarde “AUT”.
1..1
F
Dit attribuut heeft de vaste waarde “ON” (overriding, nonpropagating).
@contextControlCode heeft vaste waarde“ON”.
AssignedPerson
6.9.3
LBA
@typeCode heeft vaste waarde“AUT”.
@contextControlCo CS de CNE CONF
C
1..1
M Inhoudsverant woordelijke
Identificatie van de verantwoordelijke arts. Zie CMET R_AssignedEntity met Template 2.16.840.1.113883.2.4.6.10.70. 21: AssignedPersonNL (§6.18).
performer
Element: performer Pad: JournalEntry/ Subelement
DT
Kard
C LBA
Definitie
@typeCode
CS
1..1
F
Dit attribuut heeft de vaste waarde “PRF”.
CONF
@typeCode heeft vaste waarde“PRF”.
@contextControlCo CS de CNE CONF
F
Dit attribuut heeft de vaste waarde “ON”.
@contextControlCode heeft vaste waarde“ON”.
AssignedPerson
38 / 113
1..1
1..1
M Uitvoerende persoon
De uitvoerder van de verrichting. Zie CMET R_AssignedEntity met Template 2.16.840.1.113883.2.4.6.10.70. 21: AssignedPersonNL (§6.18).
HL7v3-domeinspecificatie Care Provision huisarts acute zorg, v1.0.0.0
De template wordt gebruikt om een diagnose mee te geven. De auteur van een diagnosecode zal meestal een arts zijn. Vooruitlopend op de situatie dat ook de patiënt de auteur van een diagnosecode kan zijn, wordt deze mogelijkheid ondersteund. 6.10.1
observation
Element: observation Pad: Subelement
DT
Kard
C LBA
Definitie
@classCode
CS
1..1
F
Dit attribuut heeft de vaste waarde “OBS”
CONF
@classCode heeft vaste waarde“OBS”.
@moodCode CONF
CS
1..1
F
Dit attribuut heeft de vaste waarde “EVN”
@moodCode heeft de waarde“EVN”.
templateId
II
1..1
M
Dit attribuut heeft als vaste waarde 2.16.840.1.113883.2.4.6.10.70.5.
CONF
templateId heeft de waarde “2.16.840.1.113883.2.4.6.10.70.5”.
id
CONF
II
1..1
M
Unieke indentificatie van deze diagnose.
De waarde van id moet overeenkomen met de id van het object.
code
CD CNE
1..1
M
Een DISDX (discharge diagnosis) indien arts auteur is. ADMDX (admitting diagnosis) wordt niet gebruikt, maar gereserveerd voor een diagnosecode waarvan de patiënt de auteur is. Voor alle duidelijkheid: een diagnosecode uit de ICPC die in de range van „symptomen‟ valt (0-30) en een diagnosecode uit een S-regel worden niet automatisch geïnterpreteerd als een diagnose waarvan de patiënt de auteur is.
CONF
@code bevat de waarde “DISDX” of “ADMDX”.
CONF
@codesystem bevat de waarde “2.16.840.1.113883.5.4”.
text
39 / 113
ED
0..1
R Tekst diagnose Tekstuele omschrijving (optioneel kan hier tekst worden meegegeven die bedoeld is als
HL7v3-domeinspecificatie Care Provision huisarts acute zorg, v1.0.0.0
Element: observation Pad: Subelement
DT
Kard
C LBA
Definitie
aanvulling op de standaard codeomschrijving in het value attribuut). effectiveTime
IVL_TS 0..1
R Geldigheidsdat um diagnose
Geldigheid als startdatum of als periode (startdatum is verplicht). Indien bekend moet de tijd ook worden meegegeven.
CONF Het attribuut low/@value moet verplicht de datum en indien bekend de tijd bevatten van de start van de diagnose. CONF high/@value mag de einddatum en indien bekend de eindtijd bevatten van de afsluiting van de diagnose. CONF Er mogen geen andere elementen of attributen worden gebruikt dan low/@value en high/@value.
uncertaintyCode
CONF
value
CD CNE
0..1
R Zekerheidscode Wordt alleen gebruikt indien in diagnose zendend systeem expliciet is vastgelegd dat de diagnosecode onzeker is; er gaat dan een „U‟ in dit attribuut mee. Een expliciete vermelding dat een diagnosecode onzeker is, betekent dat het niet conform de richtlijnen is. Een arts kan dus zelf wel een (gebruikelijke) mate van (on)zekerheid hebben bij de diagnosecode.
Als uncertaintyCode wordt gebruikt dan bevat het de waarde “U”. CE
1..1
R ICPC code
ICPC-code met standaard codeomschrijving uit [ICPC-12000NL]. Voor mogelijke waarden zie OID 2.16.840.1.113883.2.4.4.31.1.
CONF Verplicht en @codeSystem bevat de waarde “2.16.840.1.113883.2.4.4.31.1” en @code bevat een waarde uit dit codesystem. Wanneer de ICPC niet bekend is bevat value de waarde @nullFlavor=”UNK”.
author
40 / 113
0..1
R
Geeft de participatie aan tussen Observation en de verantwoordelijke arts of patient. Indien de voor de Diagnose verantwoordelijke een ander is dan de arts (author) die op CareProvisionEvent niveau of Encounter niveau is vastgelegd, kan hier de afwijkende
HL7v3-domeinspecificatie Care Provision huisarts acute zorg, v1.0.0.0
Element: observation Pad: Subelement
DT
Kard
C LBA
Definitie
identificatie worden meegegeven van ofwel de arts ofwel de patiënt. Zie §6.10.1.1 performer
0..*
O
Geeft de participatie aan tussen Observation en de uitvoerders. Wordt alleen gevuld als dit een andere is dan de author. In een waarneming is vaak de triagist een performer van de S-regel (vastleggen van de klacht). Zie §6.10.1.2.
Dit template wordt gebruikt voor diagnostische bepalingen (uitslagen). In deze template wordt de klasse observation ingevuld, samen met ReferenceRange en ObservationRange, zoals deze gebruikt moet worden bij uitslagen. Tabel 2 Mapping NHG tabel 45 vraagtypes naar HL7 datatypes Type
Presentatie / gedrag op scherm
HL7 type
Opmerking
EK
Er is een keuzelijst van voorgedefinieerde antwoorden, waaruit er één mag worden gekozen (bv. „drop down box‟)
CV
De OID voor gecodeerde antwoorden is 2.16.840.1.113883.2.4.4.30.1045
MK
Meervoudige keuzes. Een keuzelijst met voorgedefinieerde antwoorden, waarbij er meer dan één keuze gemaakt mag worden (bv. „drop down lijst‟ met aankruisvakjes ervoor)
CV
Ieder antwoord dient als een aparte observatie te worden opgenomen.
VT
Vrije tekst veld. Alle invoer is toegestaan. Maximum lengte is niet bepaald (implementatie afhankelijk)
ST
Het mime type is text/plain.
42 / 113
HL7v3-domeinspecificatie Care Provision huisarts acute zorg, v1.0.0.0
NM
Numeriek veld. Alleen geldige getallen zijn toegestaan, met een maximum aan deCIMalen zoals gespecificeerd.
PQ
DT
Datum veld.
TS
JA
Speciaal veld dat gebruikt kan worden om aan te geven dat iets gebeurd is. Vergelijkbaar met een vinkje zetten in een aankruisvak. Zolang er geen vinkje staat is het antwoord onbepaald. (Het is dus niet mogelijk om Nee te antwoorden)
BL
-
Er is geen type aangegeven in tabel 45.
6.11.1
N.B. indien een numeriek veld geen geldige getallen bevat (door bijv. import van legacy data) dan dient het datatype ST gebruikt te worden.
Kies één van de datatypes die is aangegeven bij observation.value in §6.11.1 die van toepassing is op de bepaling. Wanneer geen enkel datatype voldoet kan de bepaling niet worden doorgegeven.
observation
Element: observation Pad: Subelement
DT
Kard
C LBA
Definitie
@classCode
CS
1..1
F
Dit attribuut heeft de vaste waarde “OBS”. Het gaat om een observatie.
CONF
@classCode heeft de waarde “OBS”.
@moodCode
CONF
CS
1..1
F
Dit attribuut heeft de vaste waarde “EVN”. Het gaat hier om een observatie die heeft plaatsgevonden.
@moodCode heeft de waarde “EVN”.
templateId
II
1..1
M
Dit attribuut heeft als vaste waarde 2.16.840.1.113883.2.4.6.10.70.6.
CONF
templateId heeft de waarde “2.16.840.1.113883.2.4.6.10.70.6”.
id
CONF
SET_II 0..*
R Meting id
Uniek nummer van de observatie. Als de id bekend is, is deze verplicht.
De waarde van id moet overeenkomen met de id van het object.
code
43 / 113
CD CWE
1..1
M Code meting
Codering van de observatie middels een numerieke code uit het NHG-codetabel diagnostische bepalingen (tabel 45). Alle waarden uit deze tabel kunnen worden doorgegeven (zowel diagnostische als laboratorium bepalingen).
HL7v3-domeinspecificatie Care Provision huisarts acute zorg, v1.0.0.0
Element: observation Pad: Subelement
DT
Kard
C LBA
Definitie
CONF @codesystem moet de waarde =”2.16.840.1.113883.2.4.4.30.45” bevatten. @codeSystemVersion is verplicht moet een waarde groter dan “v10” bevatten.
text
ED
0..1
O
Tekstuele samenvatting van hetgeen in deze observatie is vastgelegd.
effectiveTime
IVL_TS 0..1
R
Datum/tijd van de observatie, verplicht indien de observatie niet aan een encounter is gekoppeld.
CONF Als de observatie niet aan een encounter is gekoppeld moet het attribuut low/@value verplicht de datum en indien bekend de tijd bevatten van de observatie.
value
ANY_C 1..1 WE
M Uitslag meting
Waarde van de observatie. Het attribuut value moet expliciet een datatype worden toegekend, via het XML-attribuut @xsi:type. Het type wordt bepaald door hetgeen in het NHG-tabel is vastgelegd. De mogelijke datatypen zijn: “PQ” (Physical Quantity) “IVL_PQ” (Interval of Physical Quantity) “CV” (Coded Value) “ST” (String) “TS” (Timestamp) “BL” (Boolean)
Zie ook Tabel 2. Zie voor de beschrijving van datatypen ook de [HL7v3 IH BC]. Vereiste attributen bij datatype PQ:
CONF
value (observatiewaarde) unit (eenheid van de observatiewaarde, gecodeerd in UCUM, zie Bijlage E).
Datatype IVL_PQ moet een @low element, @high of beide bevatten. Deze elementen moeten de volgende attributen bevatten: CONF
Vereiste attributen bij datatype CV:
CONF
code (gecodeerde observatiewaarde uit NHG tabel 45) codeSystem, met de vaste waarde 2.16.840.1.113883.2.4.4.30.1045 displayName (weergavenaam van de gecodeerde observatiewaarde)
Bij datatype ST mogen geen attributen gebruikt worden.
CONF CONF
value (observatiewaarde) unit (eenheid van de observatiewaarde, gecodeerd in UCUM, zie Bijlage E).
Vereiste attributen bij datatype BL: value (observatiewaarde: true of false)
44 / 113
HL7v3-domeinspecificatie Care Provision huisarts acute zorg, v1.0.0.0
Element: observation Pad: Subelement
DT
Kard
C LBA
Definitie
XML voorbeeld van meting met value type PQ: <effectiveTime value="200411151545"/>
XML voorbeeld van gebruik van IVL_PQ om aan te geven dat de uitslag lager is dan een bepaalde waarde:
XML voorbeeld van meting met value type CV: <effectiveTime value="200411151425"/>
Bij meerkeuzevragen dient voor ieder antwoord een volledige observation te worden opgenomen. XML voorbeeld van gebruik van ST: Uitslag als vrije tekst XML voorbeeld van gebruik van BL: <effectiveTime value="200410021425"/>
Merk op dat volgens de definitie van het vraagtype “JA” alleen de waarde “true” mag voorkomen. XML voorbeeld van gebruik van TS:
45 / 113
HL7v3-domeinspecificatie Care Provision huisarts acute zorg, v1.0.0.0
Code welke aangeeft of de waarde binnen/buiten normaal valt. Voor waarden zie §C.10 ObservationInterpretation (2.16.840.1.113883.5.83).
Indien aanwezig is het gebruik van @code, @codeSystem en @displayName verplicht. Het @codeSystem attribuut bevat de vaste waarde 2.16.840.1.113883.5.83 CONF
performer
0..*
O
Uitvoerende persoon
author
0..1
R
Inhoudsverant Zie §6.8.1.1. woordelijke
46 / 113
Zie §6.8.1.2.
HL7v3-domeinspecificatie Care Provision huisarts acute zorg, v1.0.0.0
Element: observation Pad: Subelement
DT
Kard
C LBA
Definitie
XML voorbeeld van minimale author, alleen een UZI wordt doorgegeven: XML voorbeeld van author met naam en volledige gegevens van organisatie: <prefix qualifier="AC">Dr. KoosJansmaGezondheidscentrum Amby <streetName>Dorpstraat 35 <postalCode>6234 GH Maastricht referenceRange
47 / 113
0..*
R
Definitie van referentiewaarden in de vorm van een „range‟, meerdere ranges zijn mogelijk. Zie §6.11.1.1.
HL7v3-domeinspecificatie Care Provision huisarts acute zorg, v1.0.0.0
datatype worden toegekend, via het XML-attribuut @xsi:type. Het datatype is bij referentiebereiken altijd “IVL_PQ” (Interval of Physical Quantity) Zie voor de beschrijving van datatypen ook de [HL7v3 IH BC]. CONF
Het datatype moet gelijk zijn aan IVL_PQ.
CONF Datatype IVL_PQ moet een @low element, @high of beide bevatten. Deze elementen moeten de volgende attributen bevatten:
value (observatiewaarde) unit (eenheid van de observatiewaarde, gecodeerd in UCUM, zie Bijlage E XML voorbeeld van observatie met referentiewaarden en interpretatiecode <effectiveTime value="200410021425"/>
Deze template wordt gebruikt voor correspondentie. In deze paragraaf wordt Act, outboundRelationship en nogmaals Act beschreven zoals gebruikt voor correspondentie. Samenvattingen van correspondentie zijn opgenomen d.m.v. twee acts die gekoppeld zijn met de actRelationship “SUMM” (summarized by) in outboundRelationship. De eerste act is een representatie van de correspondentie en bevat gegevens over de auteur,
49 / 113
HL7v3-domeinspecificatie Care Provision huisarts acute zorg, v1.0.0.0
organisatie en datum van de originele correspondentie. De tweede act bevat de daadwerkelijke samenvatting en gegevens over de auteur van de samenvatting. 6.12.1
act
Deze act is een representatie van de feitelijke correspondentie. Element: act Pad: Subelement
DT
Kard
C LBA
Definitie
@classCode
CS
1..1
F
Dit attribuut heeft de vaste waarde “DOCCLIN”. Het gaat om een clinisch document.
@classCode heeft de waarde “DOCCLIN”.
CONF
@moodCode
CS
1..1
F
Dit attribuut heeft de vaste waarde “EVN”. Het gaat hier om een act die heeft plaatsgevonden.
@moodCode heeft de waarde “EVN”.
CONF
templateId
II
1..1
M
Dit attribuut heeft als vaste waarde 2.16.840.1.113883.2.4.6.10.70.9.
templateId heeft de waarde “2.16.840.1.113883.2.4.6.10.70.9”.
CONF
id
SET_II 1..*
M identificatie
Uniek nummer van het correspondentiestuk.
CONF
Verplicht minimaal éénmaal aanwezig en mag geen @nullFlavor hebben.
CONF
De waarde van id moet overeenkomen met de id van het object.
code
CD CWE
1..1
R
Codering van het type document
CONF Verplicht, waardedomein moet nog worden bepaald. Zolang nog geen codering bekend, nullFlavor="UNK" gebruiken".
text
ED
0..1
O
effectiveTime
IVL_TS 0..1
X
performer
0..*
O
Uitvoerende persoon
author
1..1
M
Inhoudsverant Zie §6.12.1.1. woordelijke
CONF
Volledige tekst van de correspondentie.
Niet gebruiken. Zie §6.8.1.2.
Datum aanmaken brief outboundRelationsh
50 / 113
1..1
M
Samenvatting
Act relatie naar de samenvatting
HL7v3-domeinspecificatie Care Provision huisarts acute zorg, v1.0.0.0
Dit attribuut heeft de vaste waarde “ON” (overriding, nonpropagating).
@contextControlCode heeft vaste waarde“ON”.
time
TS
1..1
M
Moment van registreren. Zo kan het verslag later dan het moment van effectiviteit worden ingevoerd.
CONF Het attribuut bevat verplicht de datum en indien bekend de tijd van het moment van aanmaken van het correspondentiestuk.
AssignedPerson
CONF
1..1
M Inhoudsverant woordelijke
De voor het consult (inhouds)verantwoordelijke arts; bij oplevering door de waarnemer wordt hier de behandelend arts opgenomen. Zie CMET R_AssignedEntity met Template 2.16.840.1.113883.2.4.6.10.70. 21: AssignedPersonNL (§6.18).
De code van de assignedEntity bevat verplicht een code uit NHG tabel 12:
2.16.840.1.113883.2.4.4.30.12
XML voorbeeld van het gebruik van author: Piet Specialist
51 / 113
HL7v3-domeinspecificatie Care Provision huisarts acute zorg, v1.0.0.0
CONF Verplicht, waardedomein moet nog worden bepaald. Zolang nog geen codering bekend, nullFlavor="UNK" gebruiken".
text
ED
1..1
M
Samenvatting
Tekst van de samenvatting.
performer
0..*
O
Uitvoerende persoon
De opsteller van de samenvatting. Wordt alleen gevuld als dit een andere is dan de author. Zie CMET R_AssignedEntity met Template 2.16.840.1.113883.2.4.6.10.70. 21: AssignedPersonNL (§6.18).
author
1..1
M
Inhoudsverant Identificatie van de woordelijke verantwoordelijke arts. Zie CMET R_AssignedEntity met Template Datum 2.16.840.1.113883.2.4.6.10.70. aanmaken samenvatting 21: AssignedPersonNL (§6.18).
XML voorbeeld van author van de samenvatting met alleen de verplichte elementen gevuld:
Dit template is een restrictie op de CMET A_ConcernTracking voor het weergeven van episodes. 6.13.1
concern
Element: concern Pad: Subelement
DT
Kard
C LBA
Definitie
@classCode
CS
1..1
F
Dit attribuut heeft de vaste waarde “CONC”.
CONF
@classCode heeft vaste waarde“CONC”.
@moodCode
53 / 113
CS
1..1
F
Dit attribuut heeft de vaste waarde “EVN”.
HL7v3-domeinspecificatie Care Provision huisarts acute zorg, v1.0.0.0
Element: concern Pad: Subelement CONF
DT
Kard
C LBA
Definitie
@moodCode heeft vaste waarde“EVN”.
templateId
II
1..1
M
Dit attribuut heeft als vaste waarde 2.16.840.1.113883.2.4.6.10.70.15.
CONF
templateId heeft de waarde “2.16.840.1.113883.2.4.6.10.70.15”.
id
II
1..1
M Episode identificatie
Identificatie van de episode binnen oorspronkelijke systeem.
CONF
De waarde van id moet overeenkomen met de id van het object.
CONF
Voor id moeten zowel XML-attribuut extension als root een waarde hebben.
statusCode
CONF
CS CNE
1..1
M Episode status
„active‟ voor een episode die openstaat en „completed‟ voor een episode die is afgesloten.
statusCode heeft de waarde “active” of “completed”.
effectiveTime
IVL_TS 0..1
R Startdatum Einddatum
Geldigheid als startdatum of als periode. Indien bekend moet de tijd ook worden meegegeven.
CONF Het attribuut low/@value moet verplicht de datum en indien bekend de tijd bevatten van de start van de episode. CONF Als statusCode=”completed” dan moet high/@value de datum en indien bekend de tijd bevatten van de afsluiting van de episode. CONF Er mogen geen andere elementen of attributen worden gebruikt dan low/@value en high/@value.
component
0..*
O
Dit element is gelijk aan de episodeOfCondition waar dit element naar verwijst. Dit is een overkoepelende Episode in geval van een hierarchische structuur in episode-registraties. Zie §6.13.1.1.
reference
0..1
O
Geeft de Act-relatie aan tussen concern en datum laatste contact. Zie §6.13.1.2.
subject2
1..*
M
Geeft de Act-relatie aan tussen concern en de ICPC of episodenaam. Zie §6.13.1.4.
author
0..1
R
Geeft de participatie aan tussen concern en de verantwoordelijke arts.
54 / 113
HL7v3-domeinspecificatie Care Provision huisarts acute zorg, v1.0.0.0
Element: concern Pad: Subelement
DT
Kard
C LBA
Definitie
Indien een episode is bepaald door een ander dan de arts (author) die op CareProvisionEvent niveau is vastgelegd, kan hier de afwijkende identificatie worden meegegeven in AssignedPerson. Zie §6.13.1.5. reference
0..*
R
Geeft de Act-relatie aan tussen concern en actReference. Zie §6.13.1.2.
HL7v3-domeinspecificatie Care Provision huisarts acute zorg, v1.0.0.0
Element: author Pad: concern/ Subelement
DT
Kard
C LBA
Definitie
@typeCode heeft vaste waarde“AUT”.
CONF
@contextControlCo CS de CNE
1..1
F
Dit attribuut heeft de vaste waarde “OP” (overriding, propagating).
@contextControlCode heeft vaste waarde“OP”.
CONF
AssignedPerson
1..1
M Inhoudsverant woordelijke van episode
Identificatie van de verantwoordelijke arts. Zie CMET R_AssignedPerson [identified/confirmable] met Template 2.16.840.1.113883.2.4.6.10.70. 22: AssignedPersonIdentified (§6.19).
Dit template is een restrictie op de CMET A_CareStatement voor het weergeven van verwijzingen naar andere Acts. 6.14.1
actReference
Element: actReference Pad: Subelement
DT
Kard
C LBA
Definitie
@classCode
CS
1..1
M
@classCode van de Act waarnaar verwezen wordt.
CONF
@classCode moet gelijk zijn aan de classCode van de act waarnaar verwezen
wordt. @moodCode CONF
CS
1..1
M
@moodCode van de Act waarnaar verwezen wordt.
@moodCode moet gelijk zijn aan de moodCode van de act waarnaar verwezen
wordt.
57 / 113
HL7v3-domeinspecificatie Care Provision huisarts acute zorg, v1.0.0.0
Element: actReference Pad: Subelement
DT
Kard
C LBA
Definitie
templateId
II
1..1
M
Dit attribuut heeft als vaste waarde 2.16.840.1.113883.2.4.6.10.70. 16.
CONF
templateId heeft de waarde “2.16.840.1.113883.2.4.6.10.70.16”.
id
II
1..1
M
Identificatie van het binnen het bericht aanwezige Clinical Statement dat gerelateerd is aan de betreffende episode.
CONF De waarde van id moet overeenkomen met één, en uitsluitend één, van de id‟s van de artefacten (Acts) in de choicebox.
6.15 Template 2.16.840.1.113883.2.4.6.10.70.18: PatientNL De inhoud van deze template komt overeen met het Message Type van CMET R_PatientNL [universal] met templateId=”2.16.840.1.113883.2.4.6.10.70.18”. Zie voor een beschrijving [HL7v3 IH BC]; met op CMET E_PersonNL de template 2.16.840.1.113883.2.4.6.10.70.19: PersonNL.
6.16 Template 2.16.840.1.113883.2.4.6.10.70.19: PersonNL De inhoud van deze template komt overeen met het Message Type van CMET E_PersonNL [universal] met templateId=”2.16.840.1.113883.2.4.6.10.70.19”. Zie voor een beschrijving [HL7v3 IH BC].
De inhoud van deze template komt overeen met het Message Type van CMET R_AssignedParty [universal] met templateId=”2.16.840.1.113883.2.4.6.10.70.20”. R_AssignedParty [universal] is een restrictie op CMET R_AssignedEntity [universal]. Zie CMET R_AssignedEntity [universal] in [HL7v3 IH BC] voor een beschrijving van de hier toegestane elementen en klassen: representedOrganization assignedPerson assignedOrganization
58 / 113
HL7v3-domeinspecificatie Care Provision huisarts acute zorg, v1.0.0.0
6.18 Template 2.16.840.1.113883.2.4.6.10.70.21: AssignedPersonNL De inhoud van deze template komt overeen met het Message Type van CMET R_AssignedPersonNL [universal] met templateId=”2.16.840.1.113883.2.4.6.10.70.21”. Zie voor een beschrijving [HL7v3 IH BC].
6.19 Template 2.16.840.1.113883.2.4.6.10.70.22: AssignedPersonIdentified De inhoud van deze template komt overeen met het Message Type van CMET R_AssignedPerson [identified] met templateId=”2.16.840.1.113883.2.4.6.10.70.22”. Zie voor een beschrijving [HL7v3 IH BC].
6.20 Template 2.16.840.1.113883.2.4.6.10.70.23: PatientNLIdentified De inhoud van deze template komt overeen met het Message Type van CMET R_PatientNL [identified] met templateId=”2.16.840.1.113883.2.4.6.10.70.23”. Zie voor een beschrijving [HL7v3 IH BC].
6.21 Template 2.16.840.1.113883.2.4.6.10.70.24: FamilieRelatie Deze template is een inperking specifiek voor familieleden op de CMET R_RelatedParty [universal]. 6.21.1.1 PersonalRelationship Element: PersonalRelationship Pad: Subelement
DT
Kard
C LBA
Definitie
@classCode
CS
1..1
F
Dit attribuut heeft de vaste waarde “PRS”.
CONF
@typeCode heeft de waarde “PRS”.
templateId
II
1..1
M
Dit attribuut heeft als vaste waarde 2.16.840.1.113883.2.4.6.10.70.24.
CONF
templateId heeft de waarde “2.16.840.1.113883.2.4.6.10.70.24”.
code
CE CWE
1..1
R Code familierelatie
Type familierelatie. Voor mogelijke waarden zie value set PersonalRelationshipRoleType uit codesystem RoleCode (2.16.840.1.113883.5.111). Eventueel kan gebruik gemaakt worden van @nullFlavor=‟OTH‟ met @originalText voor waarden die niet in de value set voorkomen.
CONF @codeSystem bevat de vaste waarde “2.16.840.1.113883.5.111” of code bevat @nullFlavor.
RelationshipHolder
59 / 113
1..1
M
Het familielid. Zie §6.21.1.2.
HL7v3-domeinspecificatie Care Provision huisarts acute zorg, v1.0.0.0
De template wordt gebruikt om intoleranties mee te geven. 6.23.1
observation
Element: observation Pad: Subelement
DT
Kard
C LBA
Definitie
@classCode
CS
1..1
F
Dit attribuut heeft de vaste waarde “OBS”.
CONF
@classCode heeft vaste waarde“OBS”.
@moodCode CONF
CS
1..1
F
Dit attribuut heeft de vaste waarde “EVN”.
@moodCode heeft de vaste waarde“EVN”.
templateId
II
1..1
M
Dit attribuut heeft als vaste waarde 2.16.840.1.113883.2.4.6.10.70. 26.
CONF
templateId heeft de waarde “2.16.840.1.113883.2.4.6.10.70.26.”.
@negationInd
BL
1..1
M
Dit attribuut heeft als default waarde “false”. Een waarde „true‟ wil zeggen dat iets NIET het geval is. In deze context betekent dat dus dat een bepaalde allergie uitgesloten wordt.
id
II
1..1
M
Unieke indentificatie van deze intolerantie.
code
CD CNE
1..1
M
Dit attribuut heeft de waarde “INTLNRC” (intolerantie) of “DINT” (geneesmiddelintolerantie).
61 / 113
HL7v3-domeinspecificatie Care Provision huisarts acute zorg, v1.0.0.0
Element: observation Pad: Subelement
DT
Kard
C LBA
Definitie
CONF
@code bevat de waarde “INTLNRC” of “DINT”.
CONF
@codesystem bevat de waarde “2.16.840.1.113883.5.4”.
text
ED
0..1
O
Additionele tekstuele omschrijving van de allergie (de standaard codeomschrijving gaat verplicht mee in het value attribuut).
statusCode
CS CNE
1..1
M
Dit attribuut heeft de vaste waarde “completed”, dit geeft aan dat de observatie is afgerond.
effectiveTime
IVL_TS 1..1
R
Geldigheid als startdatum of als periode (startdatum is verplicht). Indien bekend moet de tijd ook worden meegegeven.
CONF Het attribuut low/@value moet verplicht de datum en indien bekend de tijd bevatten van de start van de intolerantie. CONF high/@value mag de einddatum en indien bekend de eindtijd bevatten van de afsluiting van de intolerantie. CONF Er mogen geen andere elementen of attributen worden gebruikt dan low/@value en high/@value.
confidentialityCode
SET CE 0..* CWE
N P
uncertaintyCode
CE CNE
0..1
N P
value
CE
1..1
M
Eén van de volgende: Stofnaamcode (SNK) OID 2.16.840.1.113883.2.4.4.1.750.
Stofnaamcode i.c.m. toedieningsweg (SSK) OID 2.16.840.1.113883.2.4.4.1.725. Ongewenste groep OID 2.16.840.1.113883.2.4.4.1.902.122. Ongewenst handelsprodukt (HPK) OID 2.16.840.1.113883.2.4.4.7. CONF
Verplicht aanwezig mag geen @nullFlavor hebben.
CONF @codeSystem bevat één van de waarden: “2.16.840.1.113883.2.4.4.1.750”, “2.16.840.1.113883.2.4.4.1.725”, “2.16.840.1.113883.2.4.4.1.902.122”, “2.16.840.1.113883.2.4.4.7”.
author
62 / 113
0..1
O
Indien de voor deze CMET verantwoordelijke arts een
HL7v3-domeinspecificatie Care Provision huisarts acute zorg, v1.0.0.0
Element: observation Pad: Subelement
DT
Kard
C LBA
Definitie
andere is dan de arts die in de contextControlCode eenmalig op PrimaryCareProvision niveau is vastgelegd, kan hier de afwijkende identificatie worden meegegeven. Zie §6.9.2
De template wordt gebruikt om de contra-indicaties mee te geven. 6.24.1
observation
Element: observation Pad: Subelement
DT
Kard
C LBA
Definitie
@classCode
CS
1..1
F
Dit attribuut heeft de vaste waarde “OBS”.
CONF
@classCode heeft vaste waarde“OBS”.
@moodCode CONF
CS
1..1
F
Dit attribuut heeft de vaste waarde “EVN”.
@moodCode heeft de vaste waarde“EVN”.
templateId
II
1..1
M
Dit attribuut heeft als vaste waarde 2.16.840.1.113883.2.4.6.10.70.27.
CONF
templateId heeft de waarde “2.16.840.1.113883.2.4.6.10.70.27”.
id
II
1..1
M
Unieke indentificatie van deze contra-indicatie.
code
CD CNE
1..1
M
„CI‟ voor een contra-indicatie en „DERCI‟ voor een afgeleide contra-indicatie (derived contraindication).
CONF
text
63 / 113
Verplicht aanwezig en heeft de waarde “CI” of “DERCI”. ED
0..1
R
Additionele tekstuele omschrijving van de allergie (de standaard codeomschrijving gaat verplicht mee in het value attribuut).
HL7v3-domeinspecificatie Care Provision huisarts acute zorg, v1.0.0.0
Element: observation Pad: Subelement
DT
Kard
effectiveTime
IVL_TS 0..1
C LBA
Definitie
R
Geldigheid als startdatum of als periode (startdatum is verplicht). Indien bekend moet de tijd ook worden meegegeven.
CONF Het attribuut low/@value moet verplicht de datum en indien bekend de tijd bevatten van de start van de contra-indicatie. CONF high/@value mag de einddatum en indien bekend de eindtijd bevatten van de afsluiting van de contra-indicatie. CONF Er mogen geen andere elementen of attributen worden gebruikt dan low/@value en high/@value.
confidentialityCode
SET CE 0..* CWE
N P
uncertaintyCode
CE CNE
0..1
N P
value
CE
1..1
R ICPC code
Een code uit TH040 (OID 2.16.840.1.113883.2.4.4.1.902.40)
of
uit ICPC (OID 2.16.840.1.113883.2.4.4.31.1). CONF Verplicht, @codeSystem bevat de waarde “2.16.840.1.113883.2.4.4.1.902.40” of “2.16.840.1.113883.2.4.4.31.1”. Wanneer de code niet bekend is bevat value de waarde @nullFlavor=”UNK”.
author
0..1
O
Indien de voor deze CMET verantwoordelijke arts een andere is dan de arts die in de contextControlCode eenmalig op PrimaryCareProvision niveau is vastgelegd, kan hier de afwijkende identificatie worden meegegeven. Zie §6.9.2.
Dit attribuut heeft de vaste waarde “OP” (overriding, propagating).
@contextControlCode heeft vaste waarde“OP”.
AssignedEntity
66 / 113
1..1
1..1
M
Identificatie van de verantwoordelijke persoon. (Zie Template Zorgaanvrager
HL7v3-domeinspecificatie Care Provision huisarts acute zorg, v1.0.0.0
Element: author Pad: concernTracking/ Subelement
DT
Kard
C LBA
Definitie
§6.27.1)
6.27 Template 2.16.840.1.113883.2.4.6.10.40.104: Zorgaanvrager Deze template is een inperking specifiek voor zorgaanvragers op de CMET AssignedEntity [Universal]. 6.27.1
assignedEntity
Element: assignedEntity Pad: Subelement
DT
Kard
C LBA
Definitie
@classCode
CS
1..1
F
Dit attribuut heeft de vaste waarde “ASSIGNED”.
CONF
@classCode heeft vaste waarde“ASSIGNED”.
code
CD CNE
1..1
C Zorgaanvrager
Type zorgaanvrager. Mogelijke waarde voor de terugrapportage van de meldkamer en ambulance komen uit: „Zorgaanvrager‟ [2.16.840.1.113883.2.4.3.32.3] Mogelijke waarde voor de terugrapportage van de spoedeisende hulp is afkomstig uit „Melder‟ [2.16.840.1.113883.2.4.3.32.51]
CONF @codesystem bevat de waarde “2.16.840.1.113883.2.4.3.32.3” of “2.16.840.1.113883.2.4.3.32.51”. CONF Indien @codesystem de waarde 2.16.840.1.113883.2.4.3.32.3 bevat, dan mag @code alleen de waarde “001” , “002”, “003”, “004”, “005”, “007”,”009”; wanneer de code overig is heeft deze waarde @nullFlavor= “OTH”. N.B. de code 99 (overig) mag niet gebruitk worden, hiervoor dient de overeenkomstige nullFlavor te worden gebruikt.
HL7v3-domeinspecificatie Care Provision huisarts acute zorg, v1.0.0.0
HL7v3 gestructureerde naam
Chief complaint
De template wordt gebruikt om de anamnese mee te geven. 6.33.1
observation
Element: observation Pad: Subelement
DT
Kard
C LBA
Definitie
@classCode
CS
1..1
F
Dit attribuut heeft de vaste waarde “OBS”
CONF
@classCode heeft vaste waarde“OBS”.
@moodCode CONF
CS
1..1
F
Dit attribuut heeft de vaste waarde “EVN”
@moodCode heeft de waarde“EVN”.
templateId
II
1..1
M
Dit attribuut heeft als vaste waarde 2.16.840.1.113883.2.4.6.10.40.109.
CONF
templateId heeft de waarde “2.16.840.1.113883.2.4.6.10.40.109”.
code
CD CNE
1..1
M
Type observatie betreft de anamnese. Vaste waarde “'10154-3'” uit LOINC (OID 2.16.840.1.113883.6.1).
CONF
@code bevat de waarde “10154-3”.
CONF
@codesystem bevat de waarde “2.16.840.1.113883.6.1”.
CONF
@displayName bevat de waarde “Chief Complaint”
value
ST
1..1
M Anamnese
Klacht zoals nu geformuleerd door de patiënt.
6.34 Template 2.16.840.1.113883.2.4.6.10.40.110: Familie anamnese HL7v3 artefacttype
Template
HL7v3 gestructureerde naam
Family chief complaint
De template wordt gebruikt om de familieanamnese mee te geven. 6.34.1
observation
Element: observation Pad: Subelement
DT
Kard
C LBA
Definitie
@classCode
CS
1..1
F
Dit attribuut heeft de vaste waarde “OBS”
CONF
@classCode heeft vaste waarde“OBS”.
72 / 113
HL7v3-domeinspecificatie Care Provision huisarts acute zorg, v1.0.0.0
Element: observation Pad: Subelement
DT
Kard
C LBA
Definitie
@moodCode
CS
1..1
F
Dit attribuut heeft de vaste waarde “EVN”
CONF
@moodCode heeft de waarde“EVN”.
templateId CONF
II
1..1
M
Dit attribuut heeft als vaste waarde 2.16.840.1.113883.2.4.6.10.40.110
templateId heeft de waarde “2.16.840.1.113883.2.4.6.10.40.110”.
code
CD CNE
1..1
M
Type observatie betreft de familieanamnese. Vaste waarde “10157-6” uit LOINC (OID “2.16.840.1.113883.6.1).
CONF
@code bevat de waarde “10157-6”.
CONF
@codesystem bevat de waarde “2.16.840.1.113883.6.1”.
CONF
@displayName bevat de waarde “History of family member diseases”.
value
ST
1..1
M Familie anamnese
tekstuele omschrijving van de familie anamnese
author
0..1
O
Geeft de participatie aan met de verantwoordelijke arts of patient. Indien de voor de Familieanamnese verantwoordelijke een ander is dan de arts (author) die op CareProvisionEvent niveau is vastgelegd, kan hier de afwijkende identificatie worden meegegeven van ofwel de arts ofwel de patiënt. Zie §6.2.1.1.
HL7v3 gestructureerde naam: Care Record Control Room Emergency Care Restricties voor deze terugrapportage ten opzichte van de volledige terugrapportage van de Spoedeisende hulp (SEH) zijn beschreven in [Ontw HAZ]. In onderstaande tabel worden de items gekoppeld aan de HL7 termen en gewenste filters. In de beschrijving van de template wordt aangegeven welke templates van toepassing zijn in de actrelaties en/of participaties.
83 / 113
HL7v3-domeinspecificatie Care Provision huisarts acute zorg, v1.0.0.0
Groep / item
HL7 element
Inhoud
Vraagstelling, reden contact
Observation uit A_CareStatement uit A_concernTracking
Aanduiding van de persoon of instantie die melding doet bij de Meldkamer. Probleem verwoord door melder (codelijstje)
Bespreking
Observation uit A_CareStatement
Overwegingen van de meldkamermedewerker ten aanzien van de aard, oorzaak, gevolg en functie van de klacht.
Beleid/beloop/interventie
Act uit A_CareStatement
Ingestelde behandeling: wat is er gedaan om het probleem telefonisch op te lossen. Verloop van het contact met de melder. Inschakelen andere hulpdiensten of derden.
Conclusie/diagnose
Observation uit A_CareStatement
Kernachtige samenvatting. Conclusie of diagnose. Eigen oordeel van de meldkamer medewerker ten aanzien van de klacht.Te verwachten beloop.De diagnose gesteld door de meldkamer medewerker.
aanbevelingen vervolg huisarts
Observation uit A_CareStatement
Nazorg van de huisarts in het kader van de behandeling. (Gedane telefonische) aanbeveling voor controles en nazorg. Default zal het vaak "geen" zijn.
advies gegeven aan patient
Observation uit A_CareStatement
Indien relevant zo letterlijk mogelijk het advies aan de patiënt gegeven. Wat is besproken met de patiënt
Anamnese
Observation uit A_CareStatement
Klacht zoals uitgevraagd bij de patient. Indien relevant zelf medicatie van de patient.
Familie anamnese
Observation uit A_CareStatement
Niet toegestaan
psychosociale anamnese
Observation uit A_CareStatement
Niet toegestaan
Lichamelijk onderzoek
Observation uit A_CareStatement
Niet toegestaan
Laboratorium onderzoek
Act uit A_CareStatement
Niet toegestaan
Beeldvormend onderzoek
Act uit A_CareStatement
Niet toegestaan
Functie onderzoek
Act uit A_CareStatement
Niet toegestaan
Overig onderzoek
Act uit A_CareStatement
Niet toegestaan
Intercollegiale consulten
Observation uit A_CareStatement
Niet toegestaan
Medicatie actueel
Voorschrift
Niet toegestaan
Allergie, intolerantie
Condities
Niet toegestaan
Contra-indicaties
Condities
Niet toegestaan
84 / 113
HL7v3-domeinspecificatie Care Provision huisarts acute zorg, v1.0.0.0
Risicovol leefgedrag
Observation uit A_CareStatement
Niet toegestaan
Reanimatiebeleid
Observation uit A_CareStatement
Niet toegestaan
6.44.1
CareProvisionEvent
Element: CareProvisionEvent Pad: Subelement
DT
Kard
C LBA
Definitie
@classCode
CS
1..1
F
Dit attribuut heeft als vaste waarde “PCPR”
CONF
@classCode heeft vaste waarde“PCPR”.
@moodCode CONF
CS
1..1
F
Dit attribuut heeft als vaste waarde “EVN”
@moodCode heeft vaste waarde“EVN”.
templateId
II
1..1
M
Dit attribuut heeft als vaste waarde 2.16.840.1.113883.2.4.6.10.40.40
CONF
templateId heeft de waarde ”2.16.840.1.113883.2.4.6.10.40.40”.
statusCode CONF
CS CNE
1..1
M
Dit attribuut heeft als waarde „completed‟.
statusCode heeft de waarde “completed”.
recordTarget
1..1
M
Geeft de participatie aan tussen CPE en de patiënt. Zie §6.3.1.1.
author
1..1
R
Geeft de participatie aan tussen CPE en de verantwoordelijke arts. Zie §6.3.1.2.
CONF
Wanneer de author onbekend is geldt de waarde: @nullFlavor=”UNK”.
performer
0..*
O
Geeft de participatie aan tussen CPE en de uitvoerder(s). Wordt alleen gevuld als deze een andere is dan de author. Zie §6.3.1.3.
reason
1..*
R
Geeft de relatie aan tussen CPE en Zorgvraag. Zie §6.3.1.4
pertinentInformatio n
1..*
M
Geeft de relatie aan tussen CPE en bespreking, beleid/beloop/interventie, conclusie/diagnose, aanbevelingenhuisarts, advies patiënt en anamnese. Zie
85 / 113
HL7v3-domeinspecificatie Care Provision huisarts acute zorg, v1.0.0.0
HL7v3 gestructureerde naam: Care Record Ambulance Care Restricties voor deze terugrapportage ten opzichte van de volledige terugrapportage van de Spoedeisende hulp (SEH) zijn beschreven in [Ontw HAZ]. In onderstaande tabel worden de items gekoppeld aan de HL7 termen en gewenste filters. In de beschrijving van de template wordt aangegeven welke templates van toepassing zijn in de actrelaties en/of participaties. Groep / item
HL7 element
Inhoud
Vraagstelling, reden contact
Observation uit A_CareStatement uit A_concernTracking
Aanduiding van de persoon of instantie die melding doet bij de Meldkamer. Probleem verwoord door melder (codelijstje)
Bespreking
Observation uit A_CareStatement
Beslissing/ overweging van ambulance verpleegkundige om de patient niet te vervoeren
88 / 113
HL7v3-domeinspecificatie Care Provision huisarts acute zorg, v1.0.0.0
Beleid/beloop/interve ntie
Act uit A_CareStatement
Wat is er gedaan om het probleem op te lossen.Verloop van het contact met de patient. Inschakelen andere hulpdiensten of derden. Belangrijke punten uit het beloop. Toegepaste interventie (bijvoorbeeld medicatie, wondbehandeling)
Conclusie/diagnose
Observation uit A_CareStatement
Kernachtige samenvatting. Eigen oordeel van ambulance verpleegkundige ten aanzien van de klacht.Te verwachten beloop. De diagnose gesteld door de ambulance verpleegkundige
aanbevelingen vervolg huisarts
Observation uit A_CareStatement
(gedane telefonische) Aanbeveling voor controles en nazorg. Default zal vaak "geen" zijn.
advies gegeven aan patient
Observation uit A_CareStatement
Indien relevant zo letterlijk mogelijk het advies aan de patiënt gegeven. Vervolgafspraak: "indien het niet beter gaat, dan…"
Anamnese
Observation uit A_CareStatement
Klacht zoals uitgevraagd bij de patient. Indien relevant zelf medicatie van de patient.
Familie anamnese
Observation uit A_CareStatement
Niet toegestaan
psychosociale anamnese
Observation uit A_CareStatement
Niet toegestaan
Lichamelijk onderzoek
Observation uit A_CareStatement
waarneming bij lichamelijk onderzoek door ambulance verpleegkundige. Hier kan ook 'niet verricht' staan.
Laboratorium onderzoek
Act uit A_CareStatement
Zoals bloedsuiker bepaling. Hier kan ook 'niet verricht' staan.
Beeldvormend onderzoek
Act uit A_CareStatement
Niet toegestaan
Functie onderzoek
Act uit A_CareStatement
ECG Hier kan ook 'niet verricht' staan.
Overig onderzoek
Act uit A_CareStatement
Alle andere relevante onderzoeken.
Intercollegiale consulten
Observation uit A_CareStatement
Niet toegestaan
Medicatie actueel
Voorschrift
Niet toegestaan
Allergie, intolerantie
Condities
Niet toegestaan
Contra-indicaties
Condities
Niet toegestaan
Risicovol leefgedrag
Observation uit A_CareStatement
Niet toegestaan
Reanimatiebeleid
Observation uit A_CareStatement
Niet toegestaan
89 / 113
HL7v3-domeinspecificatie Care Provision huisarts acute zorg, v1.0.0.0
6.45.1
CareProvisionEvent
Element: CareProvisionEvent Pad: Subelement
DT
Kard
C LBA
Definitie
@classCode
CS
1..1
F
Dit attribuut heeft als vaste waarde “PCPR”
CONF
@classCode heeft vaste waarde“PCPR”.
@moodCode CONF
CS
1..1
F
Dit attribuut heeft als vaste waarde “EVN”
@moodCode heeft vaste waarde“EVN”.
templateId
II
1..1
M
Dit attribuut heeft als vaste waarde 2.16.840.1.113883.2.4.6.10.40.41
CONF
templateId heeft de waarde “2.16.840.1.113883.2.4.6.10.40.41”.
statusCode CONF
CS CNE
1..1
M
Dit attribuut heeft als waarde „completed‟.
statusCode heeft de waarde “completed”.
recordTarget CONF
1..1
Geeft de participatie aan tussen CPE en de patiënt. Zie §6.3.1.1.
Verplicht aanwezig en mag geen @nullFlavor hebben.
author
CONF
M
1..1
R
Geeft de participatie aan tussen CPE en de verantwoordelijke arts. Zie §6.3.1.2.
Wanneer de author onbekend is geldt de waarde: @nullFlavor=”UNK”.
performer
0..*
O
Geeft de participatie aan tussen CPE en de uitvoerder(s). Wordt alleen gevuld als deze een andere is dan de author. Zie §6.3.1.3.
reason
1..*
R
Geeft de relatie aan tussen CPE en Zorgvraag. Zie §6.44.1.4
pertinentInformatio n
1..*
M
Geeft de relatie aan tussen CPE en bespreking, beleid/beloop/interventie, conclusie/diagnose, aanbevelingenhuisarts, advies patiënt en anamnese. Zie §6.45.1.1.
HL7v3 gestructureerde naam: Care Record First Aid Restricties voor deze terugrapportage ten opzichte van de volledige terugrapportage van de Spoedeisende hulp (SEH) zijn beschreven in [Ontw HAZ]. In onderstaande tabel worden de items gekoppeld aan de HL7 termen en gewenste filters. In de beschrijving van de template wordt aangegeven welke templates van toepassing zijn in de actrelaties en/of participaties. Groep / item
HL7 element
Inhoud
Vraagstelling, reden contact
Observation uit A_CareStatement uit A_concernTracking
Aanduiding van de persoon of instantie die melding doet bij de Meldkamer. Probleem verwoord door melder (codelijstje)
Het actuele beleid van de specialist, ingestelde behandeling, plan. Controles van de specialist. Medicatiewijziging (als middel x opgehoogd, middel y gestaakt). Hier geen uitgebreide medicatielijst.
Conclusie/diagnose
Observation uit A_CareStatement
Kernachtige samenvatting. Conclusie of diagnose. Eigen oordeel specialist; indien diagnose elders gesteld dit vermelden.
aanbevelingen vervolg huisarts
Observation uit A_CareStatement
Nazorg van de huisarts in het kader van de behandeling. Controles door de huisarts en wat deze inhouden, al of niet voortzetten van de medicatie. Aanbeveling zo precies mogelijk formuleren. Voorstel voor doorverwijzing.
92 / 113
HL7v3-domeinspecificatie Care Provision huisarts acute zorg, v1.0.0.0
advies gegeven aan patient
Observation uit A_CareStatement
Indien relevant zo letterlijk mogelijk het advies aan de patiënt gegeven. Wat is besproken met de patiënt; eventueel patiëntenbrief.
Anamnese
Observation uit A_CareStatement
Klacht zoals nu geformuleerd door de patiënt. Duidelijkheid over uit wiens anamnese gegevens komen.
Familie anamnese
Observation uit A_CareStatement
Voor zover relevant. Ziekte, familierelatie tot de patiënt.
psychosociale anamnese
Observation uit A_CareStatement
Alleen indien van toegevoegde waarde. Terughoudend.
Lichamelijk onderzoek
Observation uit A_CareStatement
uitvoerder onderzoek
Laboratorium onderzoek
Act uit A_CareStatement
Alleen relevante uitslagen. Type bepaling, materiaal, datum en plaats Indien relevant methode, uitvoerder, eenheid,normaalwaarden. Bijvoorbeeld klinisch-chemisch, bacteriologisch, pathologisch.
Beeldvormend onderzoek
Act uit A_CareStatement
Alleen relevante uitslagen. Type bepaling, materiaal, datum en plaats Indien relevant methode, uitvoerder, eenheid,normaalwaarden. Bijvoorbeeld röntgen, echo.
Functie onderzoek
Act uit A_CareStatement
Alleen relevante uitslagen. Type bepaling, materiaal, datum en plaats Indien relevant methode, uitvoerder, eenheid, normaalwaarden. Bijvoorbeeld ecg, longfunctie, vaatonderzoek, neurologisch Overig onderzoek onderzoek, gehoor, ect.
Overig onderzoek
Act uit A_CareStatement
Alleen relevante uitslagen. Type bepaling, materiaal, datum en plaats Indien relevant methode, uitvoerder, eenheid, normaalwaarden. Bijvoorbeeld psychologisch onderzoek, quality of life
Intercollegiale consulten
Observation uit A_CareStatement
Uitslagen van consulten binnen of buiten het ziekenhuis.
Medicatie actueel
Voorschrift
Volledige medicatie zoals bekend bij verzender. Middel, dosering, gebruiksvoorschrift, reden van voorschrijven, duur. Zoals geldt op het moment van schrijven van de brief, dus meestal bij ontslag van de SEH afdeling. Ook de bron vermelden van de informatie.
Allergie, intolerantie
Condities
Allergieën voor zover relevant. Aard van de allergie of intolerantie, agens
93 / 113
HL7v3-domeinspecificatie Care Provision huisarts acute zorg, v1.0.0.0
Contra-indicaties
Condities
contra- indicaties voor zover van toepassing.
Risicovol leefgedrag
Observation uit A_CareStatement
Alcohol, tabak, verdovende middelen, spuiten, risicovol seksueel gedrag. Alleen weergeven indien uit eigen bevraging naar voren gekomen. Ook negatieve bevindingen vermelden indien relevant
Reanimatiebeleid
Observation uit A_CareStatement
Afspraken met betrekking tot wel of niet reanimeren. Precies formuleren welke afspraak is gemaakt met wie en wanneer vastgelegd
6.46.1
CareProvisionEvent
Element: CareProvisionEvent Pad: Subelement
DT
Kard
C LBA
Definitie
@classCode
CS
1..1
F
Dit attribuut heeft als vaste waarde “PCPR”
CONF
@classCode heeft vaste waarde“PCPR”.
@moodCode CONF
CS
1..1
F
Dit attribuut heeft als vaste waarde “EVN”
@moodCode heeft vaste waarde“EVN”.
templateId
II
1..1
M
Dit attribuut heeft als vaste waarde 2.16.840.1.113883.2.4.6.10.40.42
CONF
templateId heeft de waarde “2.16.840.1.113883.2.4.6.10.40.42”
statusCode CONF
CS CNE
1..1
M
Dit attribuut heeft als waarde „completed‟.
statusCode heeft de waarde “completed”.
recordTarget CONF
1..1
Geeft de participatie aan tussen CPE en de patiënt. Zie §6.3.1.1.
R
Geeft de participatie aan tussen CPE en de verantwoordelijke arts. Zie §6.3.1.2.
Wanneer de author onbekend is geldt de waarde: @nullFlavor=”UNK”.
performer
94 / 113
M
Verplicht aanwezig en mag geen @nullFlavor hebben.
author
CONF
1..1
0..*
O
Geeft de participatie aan tussen CPE en de uitvoerder(s). Wordt alleen gevuld als deze een andere is dan de author. Zie §6.3.1.3.
HL7v3-domeinspecificatie Care Provision huisarts acute zorg, v1.0.0.0
Element: CareProvisionEvent Pad: Subelement
DT
Kard
C LBA
Definitie
reason
1..*
R
Geeft de relatie aan tussen CPE en Zorgvraag. Zie §6.44.1.4
pertinentInformatio n
1..*
M
Geeft de relatie aan tussen CPE en bespreking, beleid/beloop/interventie, conclusie/diagnose, aanbevelingenhuisarts, advies patiënt en anamnese. Zie §6.46.1.1 .
HL7v3-domeinspecificatie Care Provision huisarts acute zorg, v1.0.0.0
Bijlage B
Overzicht domeinberichten
De mapping van interacties naar de gegevensuitwisseling zoals beschreven in het architectuurontwerp is in de onderstaande tabel beschreven. # Message Type
Toepassing
1
2
QUPC_MT740300NL
REPC_MT004000NL
98 / 113
Huisarts acute zorg
Huisarts acute zorg
HL7v3 interactienaam
Logische berichtnaam
QUPC_IN443130NL
Opvragen Meldkamer-PS
QUPC_IN443131NL
Opvragen Ambulance-PS
QUPC_IN443130NL
Opvragen SEH-PS
QUPC_IN443230NL
Versturen Meldkamer-PS
QUPC_IN443231NL
Versturen Ambulance-PS
QUPC_IN443232NL
Versturen SEH-PS
REPC_IN404440
Versturen Meldkamer-terugrapportage
REPC_IN404441
Versturen Ambulance-terugrapportage
REPC_IN404442
Versturen SEH-terugrapportage
HL7v3-domeinspecificatie Care Provision huisarts acute zorg, v1.0.0.0
Bijlage C
Overzicht gebruikte vocabulaire
In dit hoofdstuk zijn een aantal codetabellen opgenomen die in de Hwg berichten gebruikt worden, het gaat hierbij om „kleine‟ tabellen. Omvangrijke codetabellen zoals b.v. ICPC-1-2000 NL en het NHG codetabel diagnostische bepalingen zijn niet in dit document opgenomen. De NHG-tabellen (voorheen WCIA tabellen) die in de berichten gebruikt worden zijn van versie 3 behalve de codes diagnostische bepalingen, deze dienen versie 10 of hoger te zijn. Indien er een nieuwere versie wordt gebruikt dient dit verplicht te worden aangegeven d.m.v. het codeSystemVersion attribuut in het code element, oudere versies mogen niet worden gebruikt.
C.1
AdministrativeGender (2.16.840.1.113883.5.1)
Code
Weergavenaam
Nederlandse omschrijving
F
Female
Vrouwelijk
M
Male
Mannelijk
UN
Undifferentiated
Geslacht van de persoon kan niet eenduidig worden vastgesteld als mannelijk of vrouwelijk zoals hermafrodiet
C.2
NoteCategory (2.16.840.1.113883.5.4)
Code
Weergavenaam
Nederlandse omschrijving
SOS
SOS
SOS-notitie
WNN
Locumnote
Waarneemnotitie
SOC
Social
Sociale gegevens
ATT
Attention
Regels met een hoge attentiewaarde
C.3
MaritalStatus (2.16.840.1.113883.5.2)
Code
Weergavenaam
Nederlandse omschrijving
A
Annulled
Nietig verklaard. Huwelijk is nietig verklaard alsof het nooit heeft bestaan
D
Divorced
Gescheiden
I
Interlocutory
Engels: Law (of a decree or judgment) given provisionally during the course of a legal action.
L
Legally Separated
Wettelijke scheiding (van tafel en bed)
M
Married
Getrouwd
P
Polygamous
Polygaam
S
Never Married
Nooit getrouwd/vrijgezel
T
Domestic Partner
Samenwonend (persoon verklaart samen te wonen)
W
Widowed
Weduwe/weduwnaar
C.4
Soort Journaalregel (2.16.840.1.113883.2.4.4.32.2)
Code
99 / 113
Weergavenaam
Nederlandse omschrijving
HL7v3-domeinspecificatie Care Provision huisarts acute zorg, v1.0.0.0
S
Subjectief
Subjectief
O
Objectief
Objectief
E
Evaluatie
Evaluatie
P
Plan
Plan
C.5
Soort contact (2.16.840.1.113883.2.4.4.30.14)
Soort contact komt overeen met NHG tabel 14. De codes 90 (onbekend) en 99 (overig) mogen in HL7v3-berichten niet gebruikt worden, hiervoor dient het nullFlavor attribuut gebruikt te worden. Code 90 wordt nullFlavor=‟UNK‟, code 99 wordt nullFlavor=‟OTH‟. C.5.1
NHG tabel 14 versie 3
@codeSystemVersion=”v3” (optioneel, dit is de default) Code
Weergavenaam
Nederlandse omschrijving
01
visite
visite
02
nacht/dienst visite
nacht/dienst visite
03
consult
consult
04
nacht/dienst consult
nacht/dienst consult
05
telefonisch contact
telefonisch contact
06
nacht/dienst telefonisch consult
nacht/dienst telefonisch consult
07
vervallen
vervallen
08
postverwerking
postverwerking
09
overleg
overleg
10
herhaalrecept
herhaalrecept
11
notitie/memo
notitie/memo
C.5.2
NHG tabel 14 versie 4
@codeSystemVersion=”v4” Gewijzigd: code 10 is vervallen. Code
Weergavenaam
Nederlandse omschrijving
01
visite
visite
02
nacht/dienst visite
nacht/dienst visite
03
consult
consult
04
nacht/dienst consult
nacht/dienst consult
05
telefonisch contact
telefonisch contact
06
nacht/dienst telefonisch consult
nacht/dienst telefonisch consult
07
vervallen
vervallen
08
postverwerking
postverwerking
09
overleg
overleg
100 / 113
HL7v3-domeinspecificatie Care Provision huisarts acute zorg, v1.0.0.0
periodiek geneeskundig onderzoek uitgebreid vlg LHVrichtlijnen grote keuring
103 / 113 HL7v3-domeinspecificatie Care Provision huisarts acute zorg, v1.0.0.0
601
module per consult
module per consult
603
module per consult langer dan 20 minuten module per telefonisch consult
module per consult langer dan 20 minuten
module per telefonisch consult langer dan 20 minuten module per visite
module per telefonisch consult langer dan 20 minuten
module per visite langer dan 20 minuten
621
module per visite langer dan 20 minuten module per herhaalrecept
632
module per vaccinatie
module per vaccinatie
605 607 611 613
C.7
module per telefonisch consult
module per visite
module per herhaalrecept
ActPriority (2.16.840.1.113883.5.7)
Code
Weergavenaam
Nederlandse omschrijving
R
Routine
Normale prioriteit
A
As Soon As Possible
Zo snel mogelijk. Ook bekend als “Cito”.
C.8
ActStatus (2.16.840.1.113883.5.14)
Code
Weergavenaam
Nederlandse omschrijving
normal
normal
Omvat alle verwachte statussen van een Act, exclusief “nullified" en "obsolete" die ongebruikelijke statussen voor de levensduur voorstellen.
aborted
aborted
De Act is beëindigd voor de oorspronkelijk bedoelde voltooiing.
active
active
De Act kanworden uitgevoerd of wordt uitgevoerd.
cancelled
cancelled
De Act is gestaakt voor activatie.
complete d
completed
Een Act die normaal is voltooid nadat al zijn componenten zijn uitgevoerd.
held
held
Een Act die nog in de voorbereidende fase zit en opzij is gezet. Er kan geen actie op plaatsvinden totdat de Act is vrijgegeven.
new
new
Een Act die in de voorbreidende fase zit en waarop nog niet kan worden gehandeld
suspende d
suspended
Een Act die is geactiveerd (acties (zouden kunnen) zijn uitgevoerd), maar is tijdelijk gedeactiveerd. Er kan geen verdere actie worden uitgevoerd op deze Act totdat deze is vrijgegeven.
nullified
nullified
Deze Act-instantie is foutief gecreëerd en is “verwijderd” en wordt behandeld alsof deze nooit heeft bestaan. Er wordt alleen bijgehouden dat hij heeft bestaand voor auditdoeleinden.
obsolete
obsolete
Deze Act-instantie is vervangen door een nieuwe instantie.
C.9
Confidentiality (2.16.840.1.113883.5.25)
Code
Weergavenaam
Nederlandse omschrijving
N
Normal
Normale vertrouwelijkheidregels zijn van kracht, d.w.z. alleen geautoriseerde personen hebben toegang tot de gegevens.
R
Restricted
Beperkte toegang tot de gegevens, d.w.z. alleen personen met een medische aanstelling hebben toegang tot de gegevens
V
Very restricted
Zeer beperkte toegang, d.w.z. toegang tot de gegevens wordt geregeld door een “privacy officer”
104 / 113
HL7v3-domeinspecificatie Care Provision huisarts acute zorg, v1.0.0.0
Verbetering (van strengheid of nominale waarneming)
D
decreased
Significante verslechtering (kwantitatieve waarneming, uitgezonderd B of W)
U
increased
Significante verbetering (kwantitatieve waarneming, uitgezonderd B of W
W
worse
Verslechtering (van strengheid of nominale waarneming)
<
low off scale
Boven absoluut laagste waarde op instrumentschaal. Afhankelijk van instrument, hiermee wordt niet bedoeld L of LL (bijv. als instrument niet adequaat is). Als deze waarde ook hoog of kritiek is moet er respectievelijk ook een L of LL gerapporteerd worden.
>
high off scale
Boven absoluut hoogste waarde op instrumentschaal. Afhankelijk van instrument, hiermee wordt niet bedoeld H of HH (bijv. als instrument niet adequaat is). Als deze waarde ook hoog of kritiek is moet er respectievelijk ook een H of HH gerapporteerd worden.
A
abnormal
Abnormaal (voor nominale waarneming, alle service types)
abnormal alert
Abnormaal (voor nominale waarneming, alle service types)
HH
high alert
Boven hoogste waarschuwingsgrens (voor kwantitatieve waarnemingen)
LL
low alert
Onder laagste waarschuwingsgrens (voor kwantitatieve waarnemingen)
H
high
Boven normale bovengrens (voor kwantitatieve waarnemingen)
high alert
Boven hoogste waarschuwingsgrens (voor kwantitatieve waarnemingen)
low
Onder normale ondergrens (voor kwantitatieve waarnemingen)
low alert
Onder laagste waarschuwingsgrens (voor kwantitatieve waarnemingen)
N
normal
Normaal (voor alle servicetypes)
I
intermediate
Gemiddeld
MS
moderately susceptible
Matig vatbaar
R
resistent
Resistent
S
susceptible
Vatbaar
VS
very susceptible
Extreem vatbaar
EX
extreme
De waarneming/testresultaten vallen buiten het bereik gedefinieerd in een specifiek protocol waarop de resultaten zijn beoordeeld.
HX
above high threshold
De numerieke waarneming/testresultaten vallen boven de bovengrens gedefinieerd in een specifiek protocol waarop de resultaten zijn beoordeeld.
LX
below low threshold
De numerieke waarneming/testresultaten vallen onder de ondergrens gedefinieerd in een specifiek protocol waarop de resultaten zijn beoordeeld.
IND
indeterminate
De waarde van de waarneming mag niet beoordeeld worden als positief of negatief.
NEG
negative
De waarde van deze waarneming wordt geïnterpreteerd alsof de chemische substantie of indicator niet aanwezig is.
AA
HH L LL
105 / 113 HL7v3-domeinspecificatie Care Provision huisarts acute zorg, v1.0.0.0
POS
C.11
positive
De waarde van deze waarneming wordt geïnterpreteerd alsof de chemische substantie of indicator aanwezig is.
Melder (2.16.840.1.113883.2.4.3.32.51)
Code
Weergavenaam
Nederlandse omschrijving
001
Zelfverwijzer
Zelfverwijzer
002
Huisarts
Huisarts
003
Zorginstelling
Zorginstelling
004
Ambulance (via 112)
Ambulance (via 112)
99
Overige
Overige
C.12
Zorgaanvrager (2.16.840.1.113883.2.4.3.32.3)
Code
Weergavenaam
Nederlandse omschrijving
001
Burger (via 112)
Burger (via 112)
002
Brandweer
Brandweer
003
Huisartsenpost
Huisartsenpost
004
Huisarts
Huisarts
005
Zorginstelling
Zorginstelling
007
Politie
Politie
009
Verloskundige
Verloskundige
99
Overige
Overige
C.13
Vraagstelling (2.16.840.1.113883.5.42.4.3.32.50)
Code
Weergavenaam
Nederlandse omschrijving
01
Armklachten
Armklachten
02
Baby
Baby
03
Beenklachten
Beenklachten
04
Bijtwond
Bijtwond
05
Bloedbraken
Bloedbraken
06
Bortsontsteking
Bortsontsteking
07
Braken en/of misselijk
Braken en/of misselijk
08
Brandwond
Brandwond
09
Buikpijn kind
Buikpijn kind
10
Collaps
Collaps
11
Diabetes
Diabetes
12
Diarree
Diarree
13
Duizelig
Duizelig
14
Geslachtsorgaan klachten
Geslachtsorgaan klachten
106 / 113
HL7v3-domeinspecificatie Care Provision huisarts acute zorg, v1.0.0.0
15
Hartkloppingen
Hartkloppingen
16
Hoesten
Hoesten
17
Hoofdpijn
Hoofdpijn
18
Huidklachten kind
Huidklachten kind
19
Huidklachten volwassene
Huidklachten volwassene
20
Insectenbeet
Insectenbeet
21
Insult
Insult
22
Intoxicatie
Intoxicatie
23
Keelpijn
Keelpijn
24
Koorts baby
Koorts baby
25
Koortslip
Koortslip
26
Kortademig
Kortademig
27
Luieruitslag
Luieruitslag
28
Luis
Luis
29
Maagklachten volwassene
Maagklachten volwassene
30
Menstruatieuitstel
Menstruatieuitstel
31
Nekklachten
Nekklachten
32
Neurologische uitval
Neurologische uitval
33
Neusklachten
Neusklachten
34
Obstipatie
Obstipatie
35
Oogklachten
Oogklachten
36
Oorklachten
Oorklachten
37
Partus
Partus
38
Pijn op de borst
Pijn op de borst
39
Pil vergeten
Pil vergeten
40
Rectaal bloedverlies
Rectaal bloedverlies
41
Rugpijn
Rugpijn
42
Slaapproblemen
Slaapproblemen
43
Suïcidaal
Suïcidaal
44
Tekenbeet
Tekenbeet
45
Tetanusaanvraag
Tetanusaanvraag
46
Trauma aangezicht
Trauma aangezicht
47
Trauma buik
Trauma buik
48
Trauma duiken
Trauma duiken
49
Trauma enkel
Trauma enkel
50
Trauma extremiteiten (geen enkel)
Trauma extremiteiten (geen enkel)
51
Trauma gebit
Trauma gebit
107 / 113 HL7v3-domeinspecificatie Care Provision huisarts acute zorg, v1.0.0.0
52
Trauma nek
Trauma nek
53
Trauma oog
Trauma oog
54
Trauma rug
Trauma rug
55
Trauma schedel
Trauma schedel
56
Trauma thorax
Trauma thorax
57
Urinewegproblemen
Urinewegproblemen
58
Vaginaal bloedverlis
Vaginaal bloedverlis
59
Vreemd gedrag
Vreemd gedrag
60
Wond
Wond
61
Wormen
Wormen
62
Zwangerschapsvrage n
Zwangerschapsvragen
63
Overig
Overig
108 / 113
HL7v3-domeinspecificatie Care Provision huisarts acute zorg, v1.0.0.0
Bijlage D
Overzicht gebruikte OID’s
Tabel 4 Overzicht OID‟s OID
Beheerder
Nederlandse omschrijving
2.16.840.1.113883.2.4.6.3
Ministerie VWS
Burgerservicenummer
2.16.840.1.113883.2.4.15.4
Nictiz
Act registrycodes in de AORTA Verwijsindex
2.16.840.1.113883.2.4.4.30.12
NHG
NHG-codetabel 12:Code specialisme
2.16.840.1.113883.2.4.4.30.14
NHG
Soort Contact
2.16.840.1.113883.2.4.4.30.15
NHG
NHG-codetabel 15: Code verrichtingen
2.16.840.1.113883.2.4.4.30.45
NHG
NHG-codetabel 45: Diagnostische bepalingen
2.16.840.1.113883.2.4.4.30.1045
NHG
Gecodeerde uitslagen bij NHG codetabel 45
2.16.840.1.113883.2.4.4.32.2
Nictiz
Soort Journaalregel
2.16.840.1.113883.5.1
HL7 Internationaal
Geslacht code
2.16.840.1.113883.5.2
HL7 Internationaal
Burgerlijke staat
2.16.840.1.113883.5.7
HL7 Internationaal
Prioriteitcodes
2.16.840.1.113883.5.4
HL7 Internationaal
ActCode
2.16.840.1.113883.5.14
HL7 Internationaal
ActStatus OID wordt zelf niet gebruikt, omdat attribuut statusCode altijd datatype CS heeft
2.16.840.1.113883.5.25
HL7 Internationaal
Vertrouwelijkheidcodes
2.16.840.1.113883.5.83
HL7 Internationaal
Observatie interpretatie
2.16.840.1.113883.5.1057
HL7 Internationaal
ContextControl
2.16.840.1.113883.5.89
HL7 Internationaal
ParticipationSignature
2.16.840.1.113883.5.1064
HL7 Internationaal
ParticipationMode
2.16.840.1.113883.2.4.4.31.1
NHG
Diagnosecodes volgens ICPC-1-2000NL
2.16.840.1.113883.2.4.4.1.902.40
Z-Index
G-Standaard thesaurus 040, TH040
2.16.840.1.113883.2.4.4.1.750
Z-Index
G-Standaard tabel: Individuele bestanddelen, oftewel stoffen op basis van stofnaamcode (SNK).
2.16.840.1.113883.2.4.4.1.725
Z-Index
G-Standaard tabel: Individuele bestanddelen in combinatie met een toedieningsweg (SSK)
2.16.840.1.113883.2.4.4.1.902.122
Z-Index
G-Standaard tabel: Ongewenste groepen, oftewel groepen medicijnen met een ongewenste stof.
109 / 113 HL7v3-domeinspecificatie Care Provision huisarts acute zorg, v1.0.0.0
2.16.840.1.113883.2.4.3.32.3
Nictiz
Zorgaanvrager
2.16.840.1.113883.5.42.4.3.32.50
Medita NTS
vraagstelling
Templates
Beheerder
Omschrijving
2.16.840.1.113883.2.4.6.10.70.1
Nictiz
Annotation
2.16.840.1.113883.2.4.6.10.70.2
Nictiz
MostRecentEncounter
2.16.840.1.113883.2.4.6.10.70.3
Nictiz
Encounter
2.16.840.1.113883.2.4.6.10.70.4
Nictiz
JournalEntry
2.16.840.1.113883.2.4.6.10.70.5
Nictiz
Diagnosis
2.16.840.1.113883.2.4.6.10.70.6
Nictiz
Result
2.16.840.1.113883.2.4.6.10.70.9
Nictiz
Correspondence
2.16.840.1.113883.2.4.6.10.70.15
Nictiz
Concern
2.16.840.1.113883.2.4.6.10.70.16
Nictiz
ActReference
2.16.840.1.113883.2.4.6.10.70.18
Nictiz
PatientNL
2.16.840.1.113883.2.4.6.10.70.19
Nictiz
PersonNL
2.16.840.1.113883.2.4.6.10.70.20
Nictiz
AssignedPartyNL
2.16.840.1.113883.2.4.6.10.70.21
Nictiz
AssignedPersonNL
2.16.840.1.113883.2.4.6.10.70.22
Nictiz
AssignedPersonIdentified
2.16.840.1.113883.2.4.6.10.70.23
Nictiz
PatientNLIdentified
2.16.840.1.113883.2.4.6.10.70.24
Nictiz
Family
2.16.840.1.113883.2.4.6.10.70.25
Nictiz
EpisodeName
2.16.840.1.113883.2.4.6.10.70.26
Nictiz
Intolerance
2.16.840.1.113883.2.4.6.10.70.27
Nictiz
Contra indication
2.16.840.1.113883.2.4.6.10.40.10
Nictiz
CorrespondenceShort
2.16.840.1.113883.2.4.6.10.40.17
Nictiz
FamilyHistory
2.16.840.1.113883.2.4.6.10.40.30
Nictiz
Control Room-PS
2.16.840.1.113883.2.4.6.10.40.31
Nictiz
Ambulance-PS
2.16.840.1.113883.2.4.6.10.40.32
Nictiz
Emergency-PS
2.16.840.1.113883.2.4.6.10.40.103
Nictiz
ConcernTracking
2.16.840.1.113883.2.4.6.10.40.105
Nictiz
Attentiveness
2.16.840.1.113883.2.4.6.10.40.100
Nictiz
Reflection
2.16.840.1.113883.2.4.6.10.40.101
Nictiz
Course of Action
2.16.840.1.113883.2.4.6.10.40.107
Nictiz
Conclusion
2.16.840.1.113883.2.4.6.10.40.108
Nictiz
Discharge disposition
2.16.840.1.113883.2.4.6.10.40.120
Nictiz
Patient advice
2.16.840.1.113883.2.4.6.10.40.109
Nictiz
Chief complaint
2.16.840.1.113883.2.4.6.10.40.110
Nictiz
Family chief complaint
2.16.840.1.113883.2.4.6.10.40.111
Nictiz
History of Psychosocial concerns
2.16.840.1.113883.2.4.6.10.40.112
Nictiz
Physical exam
110 / 113
HL7v3-domeinspecificatie Care Provision huisarts acute zorg, v1.0.0.0
2.16.840.1.113883.2.4.6.10.40.113
Nictiz
Laboratory results
2.16.840.1.113883.2.4.6.10.40.114
Nictiz
Imaging
2.16.840.1.113883.2.4.6.10.40.115
Nictiz
Functional study
2.16.840.1.113883.2.4.6.10.40.116
Nictiz
Other studies
2.16.840.1.113883.2.4.6.10.40.117
Nictiz
Peer counseling
2.16.840.1.113883.2.4.6.10.40.118
Nictiz
Hazardous lifestyle
2.16.840.1.113883.2.4.6.10.40.119
Nictiz
Comment
2.16.840.1.113883.2.4.6.10.40.40
Nictiz
Care Record Control Room Emergency Care
2.16.840.1.113883.2.4.6.10.40.41
Nictiz
Care Record Ambulance Care
2.16.840.1.113883.2.4.6.10.40.42
Nictiz
Care Record First Aid
111 / 113 HL7v3-domeinspecificatie Care Provision huisarts acute zorg, v1.0.0.0
Bijlage E
Mapping eenheden NHG tabel 45 - UCUM
In NHG tabel 45 zijn slechts bij een klein deel van de metingen de eenheden gespecificeerd, vandaar dat het op dit moment niet mogelijk is om bij alle metingen de juiste UCUM eenheid te specificeren. De onderstaande tabel bevat de mapping naar de UCUM notatie voor eenheden waar dit wel mogelijk is. Tabel 5 Mapping eenheden NHG tabel 45 - UCUM Eenheid NHG tabel 45
UCUM eenheid
%
%
°C
Cel
cm
cm
dagen
d
dB
dB
jaren
a
kg
kg
kg/m2
kg/m2
L
L
L/min
L/min
m
m
mg/l
mg/L
mg/ml
mg/mL
mg/mmol
mg/mmol
micromol/l
umol/L
ml/min
mL/min
ml/min/1,73m2
mL/min/1.73m2
mmHg
mm[Hg]
mmol/l
mmol/L
mmol/mol
mmol/mol
weken
wk
x/min
/min
112 / 113
HL7v3-domeinspecificatie Care Provision huisarts acute zorg, v1.0.0.0
Bijlage F
Voorbeeldberichten
Zie de meegeleverde XML voorbeelden in het XML materiaal.
113 / 113 HL7v3-domeinspecificatie Care Provision huisarts acute zorg, v1.0.0.0