Historische fietsroute: In het spoor van de Groote Oorlog in Tremelo en Baal 1/ Vertrekpunt: Gemeentehuis Tremelo - Veldonkstraat 1 Bezoek nog gedurende de ganse maand oktober tijdens de openingsuren van het gemeentehuis de tentoonstelling over de Groote Oorlog in Tremelo en Baal. 2/ Kerk Tremelo Kerk en pastorij bleven als bij wonder van brandstichting gespaard. In de pastorij is er veel gestolen, evenals in de kerk, waar Duitsers in de nacht van 27 september hebben overnacht en daartoe stro hadden aangebracht en zich dekten met kerkgewaden. De offerblokken werden opengebroken en de brandkasten verbrijzeld. Op 1 oktober kwamen ze naar de sacristie en kapten de brandkast uit de muur, die ze vervolgens stuksloegen met een bijl. Op 27 september verbleven Duitse officieren op de pastorij. Ze namen alle wijn mee, maar ook burgers namen aan die plundering deel. Op de deuren van de slaapkamers stonden de namen van de officieren aangebracht die er de nacht doorbrachten. 3/ Windmolen van Tremelo - Grote Bollostraat 5 Een eeuwenoud monument, want Tremelo stond in vorige eeuwen bekend als "het gehucht van de windmolen". Het was toen een gehucht van Werchter en had zelf geen parochiekerk. Deze windmolen ging uiteraard in de vlammen op, eerder nog dan die van Kruis. Ook omliggende woningen van de Schriekbaan in richting kerk. Enkel het huis van Leijes Jan (Van Casteren) bleef gespaard, omdat enkele bezetters er hun intrek hadden genomen. Het bevond zich eveneens links van ons. In deze woning hebben de Duitsers een groot vuur gemaakt, waarover ze een gietijzeren ketel hingen met enkele gewijde vaten die uit de kerk waren gestolen. Ze trachtten ze te smelten maar dit moet
blijkbaar niet zijn gelukt want enkele weken later vonden de bewoners, heel toevallig, deze voorwerpen licht beschadigd terug in de waterput van hun huis. 4/ Kerkhof Tremelo - Grote Bollostraat 36 Op de begraafplaats van Tremelo vinden we het enige nog bestaande graf van een oorlogsslachtoffer in onze gemeente. Op 19 augustus 1914 vond pastoor van Winkel op aanwijzen van een inwoner langs de Werchterbaan het lijk van Aloysius Van Geel, zoon van de eerste schepen van Tremelo, geboren op 5 april 1891. Zijn borst was doorboord met een bajonet. Volgens een Duitse officier werd hij aanzien als een Belgisch officier in burgerkleren. Alois was lid van de burgerwacht waardoor er op zijn paspoort of eenzelvigheidsbewijs waarschijnlijk “Korporaal van de burgerwacht” vermeld stond en dit was voor de Duitsers voldoende om hem te executeren. Het graf van Alois van Geel werd van het oud kerkhof overgebracht naar deze begraafplaats, de graven van de andere burgerslachtoffers en enkele gesneuvelde soldaten werden waarschijnlijk geruimd bij het afbreken van het kerkhof aan de kerk in het centrum. 5/ Woning - Kruisstraat 89 Deze was toen in opbouw en bijna voltooid. De Duitsers hebben er verbleven en vestigden er hun slachterij. Ze gebruikten de nieuwe deuren, die aanwezig waren om te worden aangebracht aan de nieuwbouw, als slachtbank. Het opeengestapelde stro, dat achteraf door de van hun vlucht terugkerende bewoners overal in de vertrekken werd gevonden, wees uit dat vele Duitsers hun slaapstede aldaar hadden gevestigd. 6/ Winkel van Florentine van Broskes (naast garage Peeters) - Kruisstraat 147 Op 14 september 1914 te 8 uur 's morgens kwamen op deze plaats 22 Duitsers aan, waaronder een officier. Ze bereden een wagen met twee paarden bespannen, die dienen moest om gestolen goederen te vervoeren. Ze bevoorraadden zich bij Frans Verhoeven, nu winkel van herenkleding (hoek Kruis- en Basdongenstraat), bij de weduwe Van den Eynde (bij Rane) daar juist naast, en bij maalder
Petrus Liekens (aan de overkant, grondgebied Keerbergen). De maalder had toen nog een windmolen, beetje achterin gelegen op de hoek tussen Kruis- en Nieuwstraat, en die hebben ze in de lucht doen vliegen om hem vervolgens in brand te steken. Met die doel hebben ze hier bij Broskes petroleum komen halen. Op 26 september hebben ze hier in de hof kleergoed uit de grond gehaald, dat er door de winkelier was verborgen. 7/ Boterstraat De Boterstraat, één van de drukst bewoonde straten van Ninde, was het doelwit van de Duitse brandstichters. 8/ Oud Gemeentehuis - Werchtersebaan 1 Wat overbleef van het schoolhuis, met achteraan de gemeenteschool en aangebouwd het gemeentehuis, na de brand. Ook de tegenoverliggende huizen in richting Kruisstraat, Werchterbaan en Schriekbaan werden in de as gelegd. 9/ Villa Les Muguets - Veldonkstraat 6 De ergst getroffen wijk was Veldonk. In de Veldonkstraat bleef eigenlijk geen enkel huis van brandstichting gespaard. Waar aanvankelijk nog enkele bakhuizen recht bleven werden die enkele dagen later ook een prooi der vlammen. Een inwoner van Veldonk, Frans Claes, bijgenaamd de Vremde, was onder zijn bakhuis gekropen in de hoop dat dit zou gespaard worden. Hij is er levend verbrand. De villa "Les Muguets" lag in 1914 in de achtertuin van gemeentehuis en -school. Ze behoorde tot de zeldzame klassewoningen van de gemeente. De brandstichters ontzagen ook dit bouwsel niet. De eigenaars, de familie Henri Van Geel - Coleta Anthonis, lieten de puinen in plan, doodsbang voor het eigen hachje.
Terecht, gezien zoon Alois door de Duitse werd vermoord, een uiterste beproeving die hen aanzette om zonder verwijl de zee over te steken. Toen Henri Van Geel vernam welke verliezen hij als gevolg van de brandstichtingen had geleden, waaronder naast de eigen
woning nog zes andere huizen, liet hij ze onverwijld weer opbouwen. Tijdens het uitbreken van de oorlog had Van Geel een schepenfunctie. 10/ De Veldonkhoeve - Hoevestraat De meest historische plaats van de gemeente, waar onder meer Simon Wouters werd geboren, de latere abt van Park Heverlee, die de Tremelose kerk heeft laten bouwen, werd eveneens in as gelegd. Ze werd pas in 1924 herbouwd met geld van oorlogsschade, dat de eigenaar, baron Kervyn de Lettenhove, rijkelijk had getrokken. Hij bouwde er nog twee huizen extra mee, één tussen hoeve en Zwarte Beek, en een tweede hier vooraan in de Hoevestraat. 11/ Het huis van Sylvain Uyterhoeven - Baalsebaan 307-309 In het statige herenhuis op de achtergrond van deze foto woonde tijdens de oorlogsjaren Sylvain Uytterhoeven, geboren te Baal op 17 februari 1854 en er overleden op 10 november 1937. Hij was de zoon van de Baalse hoofdonderwijzer Joannes Franciscus Uytterhoeven en Maria Catharina Claes.
Sylvain was koster te Baal en tijdens de eerste wereldoorlog tevens lid van het Baalse Hulpen Voedingskomiteit. In dit huis vergaderde op 11 en 12 september 1914 Koning Albert met de staf van het Belgische leger. 12/ Baalsebaan 334 Het huis van Everardus Van den Eynde en Joanna Coeckelberghs waar op 14 september 1914 een aantal inwoners werden opgesloten door Duitse soldaten. Evrard Van den Eynde was de zoon van Jan Baptist Van den Eynde, burgemeester te Baal van 1861 tot 1895. Dit huis werd later in twee gedeeld, in het linker gedeelte zou later het duivenlokaal “De Zwaluw”
en daarna het postkantoor uitgebaat worden. In het rechter gedeelte werd door Kamiel De Wijngaert (bekend van Meagas en Frigas) in het begin van de jaren zestig een snoep- en boekenwinkel opengehouden, later zal in dit gedeelte het huidige Textiel Josee opengaan. 13/ Molenhuis - Remerstraat 8 Op deze plaats bouwde Petrus De Wit, een voorouder van de huidige schepen Bert De wit, in 1815 een prachtige houten windmolen. Zijn clienteel bestond uit de boeren van de omgeving die in die tijd zelf hun brood bakten. In de loop van de 19de eeuw verkocht Jan Baptist De Wit, zoon van Petrus en pastoor te Asse-ter-Heide, de molen aan een zekere Huyghens die hem op zijn beurt in 1893 overliet aan de familie Karel Schellens- Van Eldere. Omdat de molen niet meer voldeed aan de normen van die tijd zag molenaar Schellens zich in 1910 genoodzaakt om een motor aan te schaffen welke hij in een speciaal daarvoor bestemd gebouw naast de oude molen plaatste. De windmolen raakte in onbruik en takelde af tot hij op 26 september 1914 door de Duitse soldaten werd opgeblazen omwille van het strategische belang. In de jaren 20 (1921-1922) ontving de molenaar een compensatie voor de verwoesting van de windmolen en hiermee bouwde hij de vier gekende werkmanswoningen in de Zuidlaan. Op 30 juni 1959 werd ook de gemotoriseerde molen stilgelegd en kwam er een definitief einde aan de molenaarsactiviteiten in Baal. Het molenhuis en het gebouw voor de gemotoriseerde molen staat er nog steeds (Remerstraat nr. 8) 14/ De Meeren Op 23 september 1914 sneuvelde op de grens Baal-Pijpelheide Jozef Adolf Van Empten die daar op wacht stond aan het kerkhof van Pijpelheide. Hij bewaakte de weg die liep naar de Raambrug richting Baal dwars door de Meeren. Jozef Adolf Van Empten was geboren te Kuringen op 10 november 1893 en soldaat van het vierde regiment Jagers te Paard.
Hij werd begraven op het kerkhof van Pijpelheide. Omdat Adolf Van Empten naar alle waarschijnlijkheid op het grondgebied van Baal sneuvelde, vermelden wij hem eveneens in dit overzicht. 15/ Schouttethoeve - Pandhoevestraat 12 Op het kruispunt van de Stijn Streuvelslaan en de Pandhoevestraat staat de eeuwenoude “Schouttethoeve”.
In deze hoeve werd op 23 oktober 1893 Petrus Adams geboren. Op 6 augustus 1913 werd hij als soldaat milicien van de lichting 1913 opgenomen in het leger om in actieve dienst te treden op 15 augustus 1913. Bij het uitbreken van de oorlog op 1 augustus 1914 werd hij gemobiliseerd bij het 1ste Linieregiment (4de kompanie, IIde batterie) van de 5de legerdivisie. Op 19 juni 1918 wordt Petrus zwaar gewond aan zijn linkerarm door een ontploffende obus in de loopgraven van Kortekeer. Hij wordt opgenomen in het Militaire Hospitaal van Beveren-aan-de-IJzer waar hij enkele dagen later, op 23 juni 1918 omstreeks 11.10 u aan zijn verwondingen zal overlijden. Hij heeft bij zijn dood meer dan 46 maanden in actieve dienst aan het front verbleven. Petrus Adams is begraven op de Belgische Militaire Begraafplaats van De Panne (graf nummer I 0153). Petrus Adams werd geciteerd in het Leger dagorder van 6 juli 1918. Dat hij een moedig en waardig soldaat was, blijkt uit een getuigenis die zijn Commandant heeft opgesteld na zijn overlijden. “Soldat brave et très courageux, d’un moral élevé accomplissant toujours son devoir très consciencieusement avec calure et bonne humeur. A été gravement blessé en se rendant a son emplacement de combat dans les tranches avancées de Kortekeer.” “Le soldat Adams, en danger de mort, a reçu de mes mains le D.M. 2ieme classe (Décoration Militaire) et la croix de guerre.” Getekend 26 juni1918, Le Lieutenant General Commandant
Een organisatie van het gemeentebestuur in samenwerking met Rik Wouters, Steven Volckaerts, Jan Van Dijck en Jan Van Leemputten.