Voorstel
: Brabantse verordening VTH kwaliteitscriteria
Vergadering Algemeen Bestuur d.d.: 26 november 2015
Agendapunt
: 4.c
Vertrouwelijk
: Nee
Aan het Algemeen Bestuur, Om tot een schone en veilige fysieke leefomgeving te komen is een goed georganiseerde en professionele taakuitvoering nodig. Hierbij hoort ook dat er kwaliteitscriteria zijn voor het uitvoeren van de VTH-taken zodat duidelijk is welke kwaliteit burgers, bedrijven en instellingen, maar ook overheden onderling en opdrachtgevers, mogen verwachten. De laatste jaren zijn, mede naar aanleiding van een aantal rampen en incidenten, inspanningen verricht om de kwaliteit waarmee de VTH-taken worden uitgevoerd te verbeteren. Voor de aanpak van deze kwaliteitsverbetering zijn gezamenlijk bottom-up, door gemeenten en de provincies, kwaliteitscriteria voor deskundigheid en vakmanschap ontwikkeld om een landelijk basisniveau voor de uitvoering te kunnen borgen. Het wetsvoorstel verbetering VTH1 geeft gemeenten en provincies opdracht om, middels een verordening, op niveau van de Omgevingsdienst uniforme kwaliteitseisen te stellen voor de uitvoering2 en handhaving van het basistakenpakket en om zorg te dragen voor de kwaliteit van de uitvoering en handhaving van overige (verzoek- en thuis) taken. Brabant brede projectgroep Bij het tot stand komen van de Brabantbrede modelverordening heeft een daartoe ingestelde 3 provinciebrede projectgroep het volgende proces voor ogen :
Het wetsvoorstel verbetering VTH werd op 14 september in de Tweede Kamer behandeld. Naar verwachting treedt het voorstel per 1 juli 2016 in werking. 2 In het wetsvoorstel VTH wordt de term uitvoering gebruikt voor vergunningverlening en toezicht 3 Uit de conceptversie 1.2 Startnotitie Modelverordening VTH kwaliteitscriteria, d.d. 15-9-2015 1
Brabantse verordening VTH kwaliteitscriteria Z.32130/D.113611 Pagina 1 van 6
26 november 2015
1.
Start: vaststellen startnotitie: - Ambtelijke afstemming in individuele organisaties (juli/aug) - Bespreken collegevoorstel + startnotitie in OGP (september) - Bestuurlijk vaststellen startnotitie in B&W en GS van individuele organisaties (okt/nov)
2.
Opstellen Brabantbrede verordening (oktober- begin december)
3.
Toelichting van concept Brabantbrede verordening: (november)
4.
Oplegnotitie + Brabantbrede verordening voor de raad gereed: (oktober/december)
5.
Ambtelijke en bestuurlijke afstemming in individuele organisaties
6.
Besluitvorming: - Vaststellen verordening door de bevoegde gezagen in GS /PS c.q. B&W / raadvergaderingen van december 2015 of zoveel later als de inwerkingtreding van de Wet VTH
Als uitgangspunt voor de Brabant brede verordening gebruikt de projectgroep de landelijke modelverordening die opgesteld is door de VNG. Het basistakenpakket en alle verzoektaken die belegd zijn bij de omgevingsdiensten worden volgens het voorstel van de projectgroep uitgevoerd conform de landelijke Kwaliteitscriteria 2.1. De Kwaliteitscriteria 2.1 zijn volgens het voorstel vervolgens slechts een richtsnoer voor de thuistaken waarvoor geldt: pas toe of leg uit, “comply or explain”. Om te voorkomen dat er voor de thuistaken de zorgplicht onvoldoende wordt ingevuld gaat de werkgroep op zoek naar een gezamenlijke explain (minimumniveau). Indien de gemeenschappelijke deler niet gevonden wordt, dan heeft iedere individuele gemeente de bevoegdheid hiervan gemotiveerd af te wijken en dient dan aan te geven hoe de zorgplicht dan wel ingevuld gaat worden. Het voorstel van de projectgroep is uitgewerkt in bijgaande notities Startnotitie en Concept B&W voorstel. Het voorstel van de projectgroep impliceert dat er mogelijk een verschil gaat ontstaan in de kwaliteitsniveaus afhankelijk van de plaats waar verzoek- of thuistaken worden uitgevoerd. Het voorstel, verwoord in het concept B&W voorstel, bestemd voor de colleges van burgemeester en wethouders, om onderscheid te maken in het ambitieniveau van de kwaliteit van de verzoektaken die bij gemeenten blijven enerzijds, en de taken die bij de Omgevingsdienst worden belegd anderzijds, is nadelig voor Omgevingsdiensten. Immers hiermee wordt de mogelijkheid gecreëerd dat van producten en diensten die de deelnemers zelf leveren dan wel laten leveren door particuliere adviesbureaus, genoegen wordt genomen met een lager kwaliteitsniveau dan van de producten en diensten die deelnemers afnemen van de Omgevingsdienst. Hierdoor ontstaat een situatie dat de deelnemers van de gemeenschappelijke regeling hogere eisen stellen aan de Omgevingsdienst dan aan zichzelf, dan wel aan aanbieders in de markt. Dit kan resulteren in een situatie die niet bevorderlijk is voor de uniformiteit van handelen jegens, en de kwaliteit van de fysieke leefomgeving.
Brabantse verordening VTH kwaliteitscriteria Z.32130/D.113611 Pagina 2 van 6
26 november 2015
In dit verband kan worden gewezen op de toelichting op de modelverordening van de VNG, waarin het volgende wordt gesteld: ‘Deze reikwijdte vloeit voort uit het gegeven dat waar de zorg voor een gezonde en veilige leefomgeving gestalte krijgt via vergunningverlening, het toezicht en de handhaving, de regeling van de kwaliteit van deze verrichtingen niet dient te berusten op een kunstmatig onderscheid naar de plaats waar een taak wordt verricht, of op een opsplitsing van de omgevingsvergunning, het toezicht of de handhaving.’ Het voorstel van de projectgroep is in strijd met de strekking en uitwerking van de VNG modelverordening en creëert een ongelijk speelveld voor omgevingsdiensten, gemeenten en partijen uit de markt. Omgevingsdienst Brabant-Noord heeft het voorstel besproken in het algemeen bestuur. Daarbij hebben zij door middel van bijgaande presentatie een tweetal alternatieven voorgelegd gekregen, die wel recht doen aan de principes van een gelijk speelveld en beantwoorden aan de doelstellingen van de Omgevingsdienst. Het AB van Omgevingsdienst Brabant-Noord heeft gekozen voor alternatief 2 met als argument dat de Omgevingsdienst kan voldoen aan Kwaliteitscriteria 2.1 voor de basistaken en dat dit voor verzoektaken niet per definitie ook het geval is en dat dit afhangt van de aard en omvang van de verzoektaak. De alternatieven zijn hieronder schematisch weer gegeven, met het voorstel van de projectgroep daarbij: Voorstel projectgroep: In het voorstel van de projectgroep wordt de kwaliteit voor basis- en verzoektaken die bij de Omgevingsdienst worden uitgevoerd vastgesteld door Kwaliteitscriteria 2.1. De achterblijvende (verzoek-) taken of taken die bij de markt worden gelegd, daar gelden Kwaliteitscriteria 2.1 weliswaar als vertrekpunt, maar het streven is om daar een gezamenlijk niveau vast te leggen dat kan afwijken van 2.1. Dat betekent verschillende kwaliteitseisen voor verzoektaken, al naar gelang waar ze worden uitgevoerd.
Brabantse verordening VTH kwaliteitscriteria Z.32130/D.113611 Pagina 3 van 6
26 november 2015
Voorstel alternatief 1: Bij het alternatieve voorstel 1, wordt voor alle taken (basis- en verzoek) het niveau van Kwaliteitscriteria 2.1 aangehouden, ongeacht de vraag wie de verzoektaken uitvoert. Een gelijk speelveld is hiermee gewaarborgd.
Voorstel alternatief 2: Bij het alternatieve voorstel 2, wordt voor de basistaken het niveau van Kwaliteitscriteria 2.1 aangehouden. Voor de verzoektaken worden Kwaliteitscriteria wel als vertrekpunt gehanteerd, maar er kan een niveau worden gekozen dat hier van afwijkt. Echter dit niveau geldt zowel voor de Omgevingsdienst als voor de gemeenten en marktpartijen. Een gelijk speelveld is hiermee gewaarborgd.
Brabantse verordening VTH kwaliteitscriteria Z.32130/D.113611 Pagina 4 van 6
26 november 2015
Wij stellen u voor kennis te nemen van het proces voor de vaststelling van de Brabantse verordening VTH kwaliteitscriteria en van gedachten te wisselen over de voorliggende uitwerkingen ten aanzien van het ambitieniveau van de kwaliteit van uitvoering van de verzoektaken.
Eindhoven, 6 november 2015 Het Dagelijks Bestuur van de Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant,
W.J.F. van der Rijt - van der Kruis
H.C. Noppen
voorzitter
secretaris
Brabantse verordening VTH kwaliteitscriteria Z.32130/D.113611 Pagina 5 van 6
26 november 2015
Het Algemeen Bestuur van de Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant; gezien het voorstel van het Dagelijks Bestuur van de Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant d.d. 6 november 2015;
BESLUIT
kennis te nemen van het proces voor de vaststelling van de Brabantse verordening VTH kwaliteitscriteria en van de voorliggende uitwerkingen ten aanzien van het ambitieniveau van de kwaliteit van uitvoering van de verzoektaken.
Aldus vastgesteld in de vergadering van het Algemeen Bestuur van de Omgevingsdienst ZuidoostBrabant 26 november 2015,
W.J.F. van der Rijt - van der Kruis
H.C. Noppen
voorzitter
secretaris
Brabantse verordening VTH kwaliteitscriteria Z.32130/D.113611 Pagina 6 van 6
26 november 2015
versie 1.2 Startnotitie Brabantse Verordening VTH kwaliteitscriteria Datum: 15-9-2015 Inleiding De vaste Kamercommissie I&M uit de Tweede Kamer heeft besloten het wetsvoorstel Vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH) op 14 september tijdens een wetgevingsoverleg te behandelen. Daarmee kan het wetsvoorstel niet meer op de eerder genoemde datum van 1 januari 2016 in werking treden. Dit zal dit zeer waarschijnlijk een half jaar later worden. Strekking van het wetsvoorstel is dat de kwaliteitscriteria 2.1 voor de VTH-taken geen wettelijke verankering krijgen (uitgezonderd de procescriteria, deze gaan naast handhaving ook voor vergunningverlening gelden en komen wel in de wet). De lijn van het gewijzigde wetsvoorstel is nu: -
de kwaliteit(s-eisen) voor het basistakenpakket (inclusief BRZO-taken) opnemen in een provinciale en gemeentelijke verordening. De gemeenten en provincie zijn verplicht om hun verordeningen met elkaar af te stemmen zodat de kwaliteitscriteria binnen het werkgebied van de omgevingsdienst gelijkluidend zijn voor de bevoegde gezagen binnen dit gebied. Hier moeten de gemeenten en de provincie elkaar in kunnen vinden en is afstemming verplicht;
-
Voor alle andere Wabo-taken (achterblijvende taken) hebben de gemeenten en de provincie een zorgplicht (artikel 5.5 Wabo). Hiervoor kunnen ook kwaliteitscriteria worden opgesteld; deze kunnen in een verordening of een beleidsnotitie worden opgenomen. Een kwaliteitsniveau voor deze taken kan per bevoegd gezag worden vastgesteld.
Bestuurlijk is door VNG en IPO afgesproken dat er landelijk een modelverordening wordt ontwikkeld en deze is opgeleverd op 1 juli 2015. Er wordt vanuit gegaan dat de verordeningen door gemeenten en provincies zijn vastgesteld op het tijdstip dat de wet in werking treedt. Hierbij wordt vooralsnog uitgegaan van 1 januari 2016 (bij uitstel op 1 juli 2016). De modelverordening fungeert als uitgangspunt. De gemeenten en de provincie Noord-Brabant hebben tijdens een bijeenkomst van medewerkers en managers VTH van gemeenten, provincie en omgevingsdiensten met als onderwerp Modelverordening VTH van resp. 18 mei (ODBN), 21 mei (OMWB) en 2 juni (ODZOB) besloten om dit onderwerp gezamenlijk op te pakken en hiervoor een Brabantbrede projectgroep in te richten. Als achteraf blijkt dat de bevoegde gezagen de zorgplicht onvoldoende invullen, kan de staatssecretaris een algemene maatregel van bestuur opleggen waarin de kwaliteitscriteria alsnog in een wet verankerd worden. Probleemstelling Om invulling te geven aan de twee wettelijke verplichtingen, (1) het verplicht afstemmen van een uniforme verordening op het gebied van omgevingsdienstenniveau voor het basistakenpakket en (2) het invulling geven aan de zorgplicht voor alle Wabo taken, is Brabantbreed de ambitie uitgesproken om dit vorm te geven middels een uniforme Brabantbrede verordening.
Z.32130/D.113612
1
Een gezamenlijke aanpak biedt mogelijkheden en kansen op de volgende aspecten: •
Uniformiteit
•
Rechtsgelijkheid (voor alle burgers en bedrijven gelijke benadering)
•
Efficiency
•
Draagvlak (samenwerking leidt tot duidelijke afspraken, het dienen van gemeenschappelijk belang)
•
Levelplayingfield
•
Bevorderlijk voor beheer en onderhoud verordening (dit is eenvoudiger)
Doelstelling In de provincie Noord-Brabant wordt één Brabantbrede verordening opgesteld voor alle Wabo-taken. Resultaat Algemeen geaccepteerde Brabantbrede verordening voor alle taken, die ter vaststelling wordt aangeboden aan provincie en gemeenten met inwerkingtredingsdatum van de Wet VTH. Afbakening Als uitgangspunt voor de Brabantbrede verordening wordt de landelijke modelverordening gebruikt. Het basistakenpakket en alle verzoektaken die belegd zijn bij de de omgevingsdiensten worden uitgevoerd conform kwaliteitscriteria 2.1. De kwaliteitscriteria 2.1 zijn een richtsnoer voor de thuistaken waarvoor geldt: pas toe of leg uit, “comply or explain”. Om te voorkomen dat er voor de thuistaken de zorgplicht onvoldoende wordt ingevuld gaat de werkgroep op zoek naar een gezamenlijke explain (minimumniveau). Indien de gemeenschappelijke deler niet gevonden wordt, dan heeft iedere individuele gemeente de bevoegdheid hiervan gemotiveerd af te wijken en dient dan aan te geven hoe de zorgplicht dan wel ingevuld gaat worden. Wat doen we niet: -
procescriteria
Organisatie De gezamenlijke aanpak kwaliteit VTH-taken wordt beschouwd als een vervolg op het implementatietraject kwaliteitscriteria dat is ingezet vanaf 2013. Voorzien wordt in een projectmatige aanpak, volgens onderstaand project-/stuurgroep model. Dit model is als volgt ingericht. Projectleider: Han de Haas( coördinator van het project; dit betekent een faciliterende en organiserende rol ten behoeve van de projectgroep) Projectteam (inbreng ambitie kwaliteitsniveau vanuit de drie regio’s inhoudelijke bijdrage van op te leveren producten, terugkoppeling in regio via aangewezen gremium en resultaat verantwoordelijk): Vertegenwoordigers van gemeenten en de provincie: -
Wim de Wit (gemeente Oss)
regio ODBN
-
Luc van Beurden (gemeente Haaren)
regio ODBN
-
Desiree Bastin (gemeente Boxtel)
regio ODBN
-
Angelique Philips (gemeente Eindhoven)
regio ODZOB
-
Jan Willem Denis (gemeente Eindhoven)
regio ODZOB
-
Romy de Haan (gemeente Helmond)
regio ODZOB
-
Bart Bierens (Kempen)
regio ODZOB
-
Ellen Gennissen (gemeente Best)
regio ODZOB
-
Joris Mol (gemeente Heeze-Leende)
regio ODZOB
-
Heidi Claassen (gemeente Waalre)
regio ODZOB
-
Marieke van Gemert (gemeente Oosterhout)
regio OMWB
Z.32130/D.113612
2
-
Peter van den Bos (gemeente Geertruidenberg)
regio OMWB
-
Judith Brunink (gemeente Werkendam)
regio OMWB
-
Rob Rijk (Bergen op Zoom)
regio OMWB
-
Natasja Cremers (gemeente Breda)
regio OMWB
-
Sjaak de Wit (gemeente Tilburg)
regio OMWB
-
Jeroen Hack (gemeente Drimmelen)
regio OMWB
-
Wim Coopmans (gemeente Hilvarenbeek)
regio OMWB
-
Jeroen de Vugt (gemeente Moerdijk)
regio OMWB
-
Alex Casarotto
Provincie Noord-Brabant
-
Gerdy van de Burgt
Provincie Noord-Brabant
Adviesfunctie: Omgevingsdiensten (coördinatie naar DB en AB Omgevingsdienst): Procesbewakers (bewaken van het inhoudelijk proces van totstandkoming Brabantbrede verordening, op verzoek van de projectgroep opleveren producten en ondersteunen projectleider in zijn coördinerende rol): Ankie Nooijen en Ester van Uden van MasterMeester Informatie / communicatie Informatie over ontwikkelingen e.d. worden op bestuurlijk niveau gedeeld via het Algemeen Bestuur en op ambtelijk niveau via het Opdrachtgevers Platform (OGP) of Ambtelijk Overleg van de drie omgevingsdiensten. Waar nodig wordt ambtelijk en bestuurlijk teruggekoppeld. Afstemming vindt verder plaats met het waterschap en de veiligheidsregio. Tijd / Planning / Stappenplan 1.
Start: vaststellen startnotitie: - Ambtelijke afstemming in individuele organisaties (juli/aug) - Bespreken collegevoorstel + startnotitie in OGP (september) - Bestuurlijk vaststellen startnotitie in B&W en GS van individuele organisaties (okt/nov)
2.
Opstellen Brabantbrede verordening (oktober- begin december)
3.
Toelichting van concept Brabantbrede verordening: (november)
4.
Oplegnotitie + Brabantbrede verordening voor de raad gereed: (oktober/december)
5.
Ambtelijke en bestuurlijke afstemming in individuele organisaties
6.
Besluitvorming: - Vaststellen verordening door de bevoegde gezagen in GS /PS c.q. B&W / raadvergaderingen van december 2015 of zoveel later als de inwerkingtreding van de Wet VTH
Randvoorwaarden - bepalen tijdsplanning - ambtelijk tijd (om niet) investeren Risico’s -
Ontbreken van bestuurlijk draagvlak
-
Geen overeenstemming reikwijdte taken en/of kwaliteitsniveau
-
Uitstel wetsvoorstel VTH
Z.32130/D.113612
3
Onderwerp Kwaliteitscriteria vergunningverlening, toezicht en handhaving Te besluiten om: 1. uitgangspunten voor het ambitieniveau vast te stellen ten behoeve van de Verordening VTH kwaliteitscriteria: 2. de Verordening VTH kwaliteitscriteria voor 1 juli 2016 door de raad te laten vaststellen dan wel later indien de Wet VTH wordt uitgesteld; 3. een Brabant brede Verordening VTH kwaliteitscriteria op te stellen; 4. het basistakenpakket en alle verzoektaken die bij de Omgevingsdienst worden belegd uit te voeren conform de kwaliteitscriteria 2.1; 5. de ambitie van de overige taken (zorgplicht) door de organisatie zelf te laten invullen waarbij in de definitieve besluitvorming rekening wordt gehouden met: a. het meerderheidsstandpunt over het minimumniveau; b. de mogelijkheden van "comply or explain". Inleiding De gemeenten en de provincie Noord-Brabant hebben tijdens een bijeenkomst van medewerkers en managers VTH van gemeenten, provincie en omgevingsdiensten met als onderwerp Modelverordening VTH van resp. 18 mei (ODBN), 21 mei (OMWB) en 2 juni (ODZOB) besloten om dit onderwerp gezamenlijk op te pakken en hiervoor een Brabantbrede projectgroep in te richten. De kwaliteitscriteria voor de Wabo- Vergunningverlening en Toezicht & Handhaving worden niet in een AMvB verplicht gesteld. Wel dient er een verordening door de raden te worden vastgesteld voor de kwaliteitscriteria van de basistaken die verplicht zijn overgedragen naar de omgevingsdienst en op dezelfde of andere manier voor de Wabo-taken die de gemeente zelf uitvoert. De VNG heeft een modelverordening opgesteld en adviseert gemeenten om deze vast stellen. De verordening dient minimaal de volgende wettelijke verplichtingen te regelen: 1.
verplicht afstemmen van een uniforme verordening op het gebied van
omgevingsdienstenniveau voor het basistakenpakket; 2.
invulling geven aan de zorgplicht voor alle Wabo taken.
De verordening dient tegelijkertijd met het in werking treden van de Wet vergunningverlening, toezicht en handhaving (Wet VTH) te worden vastgesteld. Volgens de huidige planning is dat 1 juli 2016. Beoogd effect Een Brabant breed gedragen bestuurlijk ambitieniveau voor de uiterlijk op 1 juli 2016 vast te stellen Verordening kwaliteitscriteria VTH. Argumenten 1.1 en 2.1 Het vaststellen van de verordening wordt verplicht via de Wet VTH Over de kwaliteit van de uitvoering van vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH) is al jaren veel discussie. Om tot verbetering van de uitvoeringskwaliteit te komen hebben Rijk, IPO en VNG onder andere over het hebben van kwaliteitscriteria voor de uitvoering, al in 2009 afspraken gemaakt. De set kwaliteitscriteria is vastgelegd in de notitie Kwaliteitscriteria 2.1. Voldoen aan deze criteria draagt bij aan een betere uitvoering van de VTH taken en een onafhankelijke, professionele overheid.
Z.32130/D.113613
Het Rijk wilde deze kwaliteitscriteria vastleggen in wetgeving, de Wet VTH. De gemeenten zijn verzocht om via een nulmeting te beoordelen in hoeverre de organisatie voldoet aan de kwaliteitscriteria. Uit de resultaten van deze nulmeting is gebleken dat slechts een enkele gemeente kon voldoen. Inmiddels ligt er vanuit het Rijk een gewijzigd wetsvoorstel VTH. Een grote verandering ten opzichte van het eerdere wetsvoorstel, is dat kwaliteitscriteria niet worden vastgelegd in landelijke regels, maar dat gemeenten en provincies deze zelf opstellen. De kwaliteitscriteria moeten worden vastgelegd in een door de gemeenteraad vast te stellen verordening. Het is de bedoeling dat de gemeenten en provincie die samenwerken in een Omgevingsdienst hun verordeningen op elkaar afstemmen, zodat de kwaliteitscriteria binnen een Omgevingsdienst gelijk zijn. De VNG en het IPO hebben een modelverordening ontwikkeld voor het vastleggen van de kwaliteitscriteria. 3.1 Een Brabantbrede verordening is efficiënt en bevorderd de samenwerking De verplichting geldt om op Omgevingsdienstniveau een gelijkluidende verordening op te stellen. De provincie Noord-Brabant participeert in drie Omgevingsdiensten. Daarnaast heeft iedere Omgevingsdienst een bijzondere taak die voor alle gemeenten wordt uitgevoerd. Dit pleit - naast de voordelen op het gebied van uniformiteit, rechtsgelijkheid, draagvlak en eenvoudiger beheer en onderhoud van de verordening – voor een Brabantbrede verordening. 4.1 Taken belegd bij de Omgevingsdienst worden uitgevoerd conform de kwaliteitscriteria 2.1 In het basistakenpakket dat verplicht bij de Omgevingsdiensten wordt belegd, zitten de meest kritische activiteiten (zoals de meest milieubelastende bedrijven en asbestsloop). De Omgevingsdiensten zijn opgericht om juist dat soort taken op een hoog ambitieniveau te waarborgen. Het ligt dan ook in die lijn om binnen dit takenpakket geen concessies te doen aan de kwaliteit. Daarnaast belegt de provincie al haar Wabo-taken bij de Omgevingsdiensten met de verplichting te voldoen aan de kwaliteitscriteria 2.1. Hieruit volgt dat de Omgevingsdiensten voor dergelijke taken uitgevoerd voor de gemeenten ook voldoen aan de kwaliteitscriteria 2.1. In hoeverre dit leidt tot financiële consequenties is nog onbekend. 5.1 Het ambitieniveau voor VTH van de overige Wabo- taken is maatwerk De verordening dient invulling te geven aan de zorgplicht voor de uitvoering van de activiteiten buiten het Basistakenpakket, oftewel de thuistaken. Het is aan iedere individuele organisatie om het ambitieniveau van deze thuistaken vast te leggen. Dit kan door ook op deze taken de kwaliteitscriteria 2.1 van toepassing te verklaren of door aan te geven waarom het voor bepaalde activiteiten niet nodig is om aan de kwaliteitscriteria te voldoen. In de Modelverordening wordt dit genoemd “comply or explain” oftewel “pas toe of leg uit”. Door de werkgroep wordt een verkenning opgesteld met de (on)mogelijkheden van “comply or explain”. Daar waar mogelijk zal in gezamenlijkheid uitgelegd worden waarom het voor bepaalde activiteiten niet nodig is om aan de kwaliteitscriteria te voldoen. 5.2 De onderbouwing rond de kwaliteitscriteria wordt breed gedragen De gemeenten en provincie delen het standpunt dat het hanteren van kwaliteitscriteria nodig is om de gewenste kwaliteit te borgen. Om te voorkomen dat voor de achterblijvende taken de zorgplicht onvoldoende wordt ingevuld, zal door de werkgroep als advies een minimumniveau worden geformuleerd. Kanttekeningen 1.1 Indien onvoldoende invulling wordt gegeven aan de zorgplicht kan de minister van Infrastructuur en Milieu alsnog besluiten de kwaliteitscriteria vast te leggen in wetgeving.
Z.32130/D.113613
Communicatie De in dit voorstel beschreven ambitie is ambtelijk besproken in de vergaderingen met de Omgevingsdiensten. Daarnaast zal het ook aan het Algemeen Bestuur van de Omgevingsdiensten worden voorgelegd. Het uiteindelijke doel is om op deze manier Brabant breed een eenduidig vastgestelde verordening VTH kwaliteitscriteria te verkrijgen. Uitvoering Voor de uitvoering van dit collegevoorstel is een werkgroep samengesteld met vertegenwoordigers van gemeenten en provincie. De omgevingsdiensten zijn hierbij aangesloten. Zij hebben een advies functie voor de werkgroep en een coördinatierol naar de Algemene Besturen van de Omgevingsdiensten. De provincie Noord-Brabant is coördinator van dit project (faciliterende en organiserende rol) en wordt daarbij inhoudelijk ondersteund door het bureau MasterMeester (financiering via provincie). Juridische consequenties Nee Financiële consequenties Ja. Er zijn geen budgetten beschikbaar en het benodigde budget is nu nog niet bekend. Afhankelijk van het ambitieniveau van de achterblijvende taken is extra geld nodig voor opleiding, uitbreiding fte en/of uitbesteding. Ook is nu nog onbekend of het moeten voldoen aan de kwaliteitscriteria bij de omgevingsdiensten leidt tot extra kosten.
Z.32130/D.113613
Brabantse verordening vergunningverlening toezicht en handhaving Algemeen bestuur ODBN 21 oktober 2015
Inhoud presentatie • Wat vooraf ging? • Inhoud en duiding advies Brabantse projectgroep • Vervolgtraject • Vragen voor de vergadering
2
Wat vooraf ging? • • • • •
Wetsvoorstel verbetering VTH Uniforme verordening VTH AB 8 juli 2015 Regie op proces Afspraken met Brabantse projectgroep
3
Advies Brabantse projectgroep • 1 Brabant brede verordening voor 1 juli 2016 • Voldoen aan kwaliteitscriteria 2.1 is vertrekpunt • Kwaliteitscriteria 2.1 voor alle basistaken en verzoektaken ODBN • Ambitie voor alle overige taken door gemeente zelf in te vullen • OGP adviseert positief
4
Wat wordt van u gevraagd? • Commitment voor de ambitie van kwaliteitsniveau 2.1 voor alle VTH-taken die bij omgevingsdienst worden belegd. • Commitment voor het proces om te komen tot Brabant brede uniforme invulling van de zorgplicht voor overige taken
5
Duiding advies Brabantse projectgroep Ambitie
Proces Thuistaken (Milieu, bouwen, RO)
Basistaken (Milieu)
Brabantbreed uniform Kwaliteitscriteria 2.1
Inbesteden aan omgevingsdiensten (verzoektaken)
Uitbesteden aan derden • Komen tot één Brabant brede uniforme invulling van de zorgplicht • Kwaliteitsniveau 2.1 is vertrekpunt • Zelf in te vullen door bevoegd gezag, rekening houdend met…
• Kans op verschillende kwaliteitseisen voor dezelfde producten en diensten • Kwaliteit kan afhankelijk te zijn van de plaats waar de dienst wordt belegd 6
Alternatief 1 Ambitie
Ambitie Thuistaken (Milieu, bouwen, RO)
Basistaken (Milieu)
Brabantbreed uniform Kwaliteitsniveau 2.1
Uitbesteden aan derden
Inbesteden aan omgevingsdiensten (verzoektaken) • Kwaliteitsniveau 2.1
• Uitvoering alle Wabo-taken conform kwaliteitsniveau 2.1
7
Alternatief 2 Ambitie
Proces Thuistaken (Milieu, bouwen, RO)
Basistaken (Milieu)
Brabantbreed uniform Kwaliteitsniveau 2.1
Inbesteden aan omgevingsdiensten (verzoektaken)
Uitbesteden aan derden • Komen tot één Brabant brede uniforme invulling van de zorgplicht • Kwaliteitsniveau 2.1 is vertrekpunt • Zelf in te vullen door bevoegd gezag, rekening houdend met…
• Kwaliteitsniveau 2.1 voor basistaken (verplicht bij omgevingsdienst) • Uniforme zorgplicht voor alle overige taken (inclusief verzoektaken) 8
Vervolgtraject • Besluitvorming ambitieniveau (B&W/GS) • Brabantse verordening inclusief: – Minimumniveau – Comply or explain
• Via OGP naar DB en AB ODBN • Besluitvorming verordening (Raad/PS) 9
Vragen voor de vergadering • Bent u bereid zich gezamenlijk te committeren aan de ambitie van kwaliteitsniveau 2.1 voor VTH-taken van de omgevingsdienst of één van de in deze presentatie genoemde alternatieven? • Bent u bereid zich gezamenlijk te committeren aan het voorgestelde proces om te komen tot Brabant brede uniforme invulling van de zorgplicht voor overige taken? • Is er behoefte aan een advies van het DB? 10