OER masteropleidingen 2013 -2014 facultair hoofdstuk
III
FACULTEIT GEZONDHEIDSZORG
vastgesteld door de faculteitsdirectie op 4 maart 2013 instemming van de facultaire medezeggenschapsraad op 25 maart 2013. Deze versie treedt in werking op 1 september 2013 en vervangt alle voorgaande versies.
A.
Hieronder is voor zover van toepassing nadere facultaire invulling per artikel gegeven:
Artikel 20 Inschrijving voor cursussen De student is zelf verantwoordelijk voor de inschrijving en dient zich zelf daarvoor in te schrijven, tenzij voor de betreffende cursus in de studiegids staat vermeld dat de student automatisch door de opleiding wordt ingeschreven.: De student kan in hetzelfde studiejaar niet meer dan eenmaal voor dezelfde cursus ingeschreven staan, tenzij in de studiegids anders is bepaald of op grond van een daartoe strekkend besluit op verzoek van de student. Artikel 24 Inschrijving voor tentamens 2A In de studiegids wordt bepaald onder welke voorwaarden uitschrijving en eventueel ook na-inschrijving mogelijk is. Artikel 25 Tentamenkansen 2A In de studiegids is geregeld of, en zo ja hoe, hoe vaak en wanneer en voor welke (onderdelen van) cursussen, inschrijving voor tentamens kan plaatsvinden. Binnen de faculteit Gezondheidszorg kan de student zich in hetzelfde studiejaar voor dezelfde cursus ten hoogste voor twee tentamenmogelijkheden inschrijven. 3A De examencommissie kan beslissen dat een voldoende herkanst kan worden. Bij deelname aan een herkansing vervallen alle eerdere beoordelingen Artikel 31 Vrijstellingen In alle gevallen dienen verzoeken om vrijstellingen, voorzien van bewijsstukken, te worden ingediend via de site van de examencommissie https://onderwijsteams.sharepoint.hu.nl/fg/examencommissieFG/default.aspx Binnen de opleiding Master Fysiotherapie kan - in aanvulling op de in artikel 31 OER-MA opgenomen gronden voor vrijstelling - op grond van het bepaalde in artikel 31 lid 1 sub b OER-MA ook vrijstelling worden verleend op basis van een met goed gevolg afgelegde opleiding voor een door het Koninklijk Genootschap voor Fysiotherapie erkende verbijzondering: Manuele Therapie Sportfysiotherapie Kinderfysiotherapie Geriatriefysiotherapie Psychosomatische Fysiotherapie Artikel 33 Getuigschriften De procedurevoorschriften: voor het verkrijgen van een getuigschrift worden beschreven in de studiegids van de opleiding. Artikel 35 Vermelding cum laude of met genoegen Bij de berekening als bedoeld in lid 1 en 2 van artikel 35 worden eventuele niet-cijfermatige resultaten door de examencommissie meegewogen. Hiervoor gelden de volgende regels: a. De beoordeling ‘voldaan/niet voldaan’ wordt buiten beschouwing gelaten. b. Als omrekeningstabel geldt: ∙ Voldoende =6
OER masteropleidingen 2013 -2014 facultair hoofdstuk
c.
d.
∙ Ruim voldoende =7 ∙ Goed =8 ∙ Zeer goed =9 ∙ Uitmuntend = 10 Binnen de masteropleiding Fysiotherapie is vóór 1 september 2011 niet gedifferentieerd tussen voldoende en ruim voldoende. In dat geval geldt voor de berekening als bedoeld in lid 1 en 2 van artikel 35: V= 6.5 Binnen de masteropleiding Fysiotherapie is vóór 1 september 2011 niet gedifferentieerd tussen goed en zeer goed. In dat geval geldt voor de berekening als bedoeld in lid 1 en 2 van artikel 35: G= 8.5
OER masteropleidingen 2013 -2014 facultair hoofdstuk
B.
Nadere facultaire Regelgeving:
De Faculteit XXXXXX kent de volgende nadere regelgeving die een integraal onderdeel van de OER vormen:
1. 2. 3. 4. 5.
Huisregels FG Reglement Examencommissies HU Reglement Opleidingscommissies Reglement Fraude en Onregelmatigheden Protocol Bedreiging, Agressie en Geweld
OER masteropleidingen 2013 -2014 facultair hoofdstuk
C.
1 2 3 4
Opleidingen van de faculteit GezondheidszorgXXXX
M Fysiotherapie M Advanced Nursing Practice M Physician Assistant M Zorgtraject Ontwerp
OER masteropleidingen 2013 -2014 facultair hoofdstuk
1.
M Fysiotherapie
1.1. De kerngegevens van de opleiding zijn de volgende: Naam opleiding: M Fysiotherapie Engelse naam: M Physiotherapy CROHO-nummer: 70046 (datum einde instroom 31-08-2012) / 70175 (datum nieuwe opleiding 01-09-2012) Aangeboden te: Utrecht Varianten: deeltijd Bekostigd: nee Graad: Master Fysiotherapie Afkorting graad MPt Specialisaties: Specialisaties Studielast in ECTS Cohorten gestart voor 1-9-2012 (CROHO-nummer 70046) Manuele Therapie Sportfysiotherapie Kinderfysiotherapie Geriatriefysiotherapie Psychosomatische Fysiotherapie Specialisaties Cohorten gestart vanaf 1-9-2012 (CROHO-nummer 70175) Manuele Therapie Sportfysiotherapie Kinderfysiotherapie Geriatriefysiotherapie Psychosomatische Fysiotherapie
Generiek
Specialisatie
50 50 50 50 50
45 30 45 30 30
Studielast in ECTS Generiek
Specialisatie
45 45 45 45 45
45 45 45 45 45
1.1.1. Eindkwalificaties: 1.1.1.1. Voor studenten die de opleiding master Fysiotherapie zijn gestart vóór studiejaar 2012-2013:
-
-
Na afronding van de opleiding is de student in staat om kritisch, analytisch, reflectief en creatief te denken en formuleren over de beroepsuitoefening en het beroep De fysiotherapeut beschikt over een combinatie van academische vaardigheden (kritisch, analytisch, reflectief en creatief denken en formuleren over beroep en beroepsuitoefening) die aan de basis liggen van het onderbouwd beroepsmatig handelen, maar ook ingezet worden voor het onderbouwen en verbeteren van het beroepsmatig handelen en voor de verdere ontwikkeling van het beroep. fysiotherapeutische besluiten wetenschappelijk te onderbouwen De fysiotherapeut onderbouwt aan de hand van “best available evidence” zijn handelen. fysiotherapeutische problemen methodisch te analyseren De fysiotherapeut analyseert op methodische wijze geaggregeerde (de eigen zorgverlening overstijgende) fysiotherapeutische problemen gericht op het bereiken van de best mogelijke zorgverlening.
als specialist: te diagnosticeren en te behandelen De fysiotherapeut onderzoekt, behandelt/ cq. verwijst de patiënt, die behoort tot de doelgroep van het specialisme en een complex gezondheidsprobleem heeft, op methodische wijze gericht op het optimaliseren van diens gezondheidstoestand. Hij werkt daarbij samen met de patiënt en diens omgeving en past het diagnostisch, therapeutisch en preventief arsenaal van het specialisme, doelmatig, effectief, ethisch verantwoord en waar mogelijk evidence-based toe. Treedt zo nodig op als case manager wanneer de bewegingsproblematiek centraal staat. preventief te werken
OER masteropleidingen 2013 -2014 facultair hoofdstuk
De fysiotherapeut informeert, adviseert en begeleidt patiënten uit de specifieke doelgroep over activiteiten en/ of interventies gericht op gezondheidsbevorderend gedrag in het dagelijks leven, werk (inclusief topsport) en vrijetijdsbesteding zodanig dat dit leidt tot kennisvermeerdering en gezondheidsbevorderend gedrag van de patiënten. als beroepsontwikkelaar: te innoveren (binnen het eigen specialisme) De fysiotherapeut vergroot de kwaliteit van de zorgverlening binnen het specialisme door mee te werken aan wetenschappelijke onderbouwing, voorbereiding, implementatie en evaluatie van innovaties (richtlijnen en methodieken) binnen het specialisme. als professioneel leider zorg te innoveren (binnen een werksetting) De fysiotherapeut vergroot en borgt de kwaliteit van de zorgverlening door initiatief te nemen tot en leiding te geven aan de wetenschappelijke onderbouwing, voorbereiding, implementatie, evaluatie en borging van zorginnovaties binnen de werksetting. als adviseur deskundigheid te bevorderen De fysiotherapeut laat anderen (individuen of groepen) leren door op een planmatige wijze hun leerproces te sturen. Daarvoor zet hij op een methodische wijze zijn vakinhoudelijke kennis in combinatie met communicatieve-, en didactische vaardigheden in ten behoeve van kennisvermeerdering en deskundigheidsbevordering van betrokkenen. te coachen De fysiotherapeut helpt anderen (patiënt, collega, beroepsgenoot) bij het verhelderen, leren oplossen of leren hanteren van problemen door het toepassen van vakinhoudelijke deskundigheid, gekoppeld aan begeleidingsvaardigheden als: luisteren, observeren, stimuleren, motiveren en feedback geven, weerstanden herkennen en productief maken. Dit alles is gericht op het verbeteren van het handelen van de ander. te consulteren De fysiotherapeut geeft advies aan collega’s of andere professionals gericht op de patiëntenzorg. De verdere integratie van deze competentie is nog in ontwikkeling en is niet verder uitgewerkt in 1.1.1.2. Voor studenten die de opleiding master Fysiotherapie zijn gestart vanaf studiejaar 2012-2013: Na afronding van de opleiding is de student in staat om kritisch, analytisch, reflectief en creatief te denken en formuleren over de beroepsuitoefening en het beroep De fysiotherapeut beschikt over een combinatie van academische vaardigheden (kritisch, analytisch, reflectief en creatief denken en formuleren over beroep en beroepsuitoefening) die aan de basis liggen van het onderbouwd beroepsmatig handelen, maar ook ingezet worden voor het onderbouwen en verbeteren van het beroepsmatig handelen en voor de verdere ontwikkeling van het beroep. fysiotherapeutische besluiten wetenschappelijk te onderbouwen De fysiotherapeut onderbouwt aan de hand van “best available evidence” zijn handelen. fysiotherapeutische problemen methodisch te analyseren De fysiotherapeut analyseert op methodische wijze geaggregeerde (de eigen zorgverlening overstijgende) fysiotherapeutische problemen gericht op het bereiken van de best mogelijke zorgverlening. als specialist: te diagnosticeren De fysiotherapeut onderzoekt c.q. verwijst de patiënt (inclusief DTF-screening), die behoort tot de doelgroep van het specialisme en een complex gezondheidsprobleem c.q. co-morbiditeit heeft, gericht om diens gezondheidstoestand fysiotherapeutisch te diagnosticeren. Herkent hoofdzaken en neemt afwijkingen van het normale patroon waar. Analyseert het bewegend functioneren met relevante meetinstrumenten en toetsbare hypotheses. Hij werkt daarbij samen met de patiënt en diens omgeving in een multidisciplinaire setting.
OER masteropleidingen 2013 -2014 facultair hoofdstuk
-
-
-
te interveniëren De fysiotherapeut behandelt c.q. verwijst de patiënt, die behoort tot de doelgroep van het specialisme en een complex gezondheidsprobleem c.q. co-morbiditeit heeft, gericht op het optimaliseren van diens gezondheidstoestand. Richt zich daarbij op relevante en beïnvloedbare problematiek met interventies die voldoende onderbouwd zijn. Kan gemotiveerd van richtlijnen afwijken. Evalueert kritisch het eigen handelen. Hij werkt daarbij samen met de patiënt en diens omgeving in een multidisciplinaire setting. gezondheid te bevorderen De fysiotherapeut informeert, adviseert en begeleidt en monitort (screent) de patiënten uit de doelgroep van het specialisme over activiteiten en/of interventies gericht op gezondheid bevorderend gedrag in het dagelijks leven, werk (inclusief topsport) en vrijetijdsbesteding, zodanig dat dit leidt tot kennisvermeerdering bij, en gezondheid bevorderd gedrag van, patiënten. samen te werken De fysiotherapeut werkt situatiegericht samen als gespecialiseerd fysiotherapeut met andere zorgprofessionals in de directe zorg aan patiënten.
als ontwikkelaar van de beroepspraktijk: de beroepspraktijk te onderzoeken De fysiotherapeut verzamelt en analyseert systematisch fysiotherapeutische behandelgegevens op groepsniveau om kennis te vergroten en daarmee een onderliggende vraag te beantwoorden. de beroepspraktijk te veranderen De fysiotherapeut implementeert wetenschappelijk onderbouwde zorginnovaties binnen een mono- en/of multidisciplinaire beroepscontext deskundigheid te bevorderen De fysiotherapeut wisselt kennis uit door middel van publicaties, lezingen, en scholing binnen de context van de gezondheidszorg en afgestemd op de doelgroep
1.2. Vooropleidingseisen Als vooropleidingseis geldt een afgeronde bacheloropleiding fysiotherapie. Daarnaast geldt als toelatingseis dat de student gedurende de opleiding minimaal 0,3 fte (1,5 dag) als fysiotherapeut werkzaam dient te zijn in dienstverband of als stage. Voor instroom tot de verkorte route geldt als aanvullende voorwaarde dat 40 EC vrijstelling kan worden verleend door de examencommissie. Een student komt daarvoor in aanmerking als aan de volgende twee voorwaarden is voldaan: de student heeft een opleiding afgerond die leidt tot een door het Koninklijk Genootschap voor Fysiotherapie erkende verbijzondering en de student is op het moment van inschrijving voor de opleiding geregistreerd in het deelregister van de betreffende specialisatie in het Centraal Kwaliteitsregister Fysiotherapie van het Koninklijk Genootschap voor Fysiotherapie. 1.3. Toegangsbeperking specialisaties (artikel 16a OER) Deze opleiding kent de volgende specialisaties Manuele Therapie Sportfysiotherapie Kinderfysiotherapie Geriatriefysiotherapie Psychosomatische Fysiotherapie Voor iedere specialisatie geldt als toegangsbeperking dat de student gedurende de opleiding minimaal 0,3 fte (1,5 dag) als fysiotherapeut werkzaam dient te zijn binnen het specifieke werkterrein van de betreffende specialisatie, in dienstverband of als stage.
OER masteropleidingen 2013 -2014 facultair hoofdstuk
2.
M Advanced Nursing Practice
2.1. De kerngegevens van deze opleiding Naam opleiding: M Advanced Nursing Practice Engelse naam ; M Advanced Nursing Practice CROHO-nummer: 49246 Aangeboden te: Utrecht Varianten: duaal Bekostigd: ja Graad: Master Advanced Nursing Practice Afkorting graad: MANP Studielast: totaal: 120 EC Specialisaties: Specialisaties Preventieve zorg bij somatische aandoeningen Acute zorg bij somatische aandoeningen Chronische zorg bij somatische aandoeningen Intensieve zorg bij somatische aandoeningen Geestelijke gezondheidszorg
Studielast in ECTS generiek
specialisatie
40 40 40 40 40
80 80 80 80 80
Eindkwalificaties: Een verpleegkundig specialist is een verpleegkundige die, op basis van opleiding en ervaring op het niveau van expert wordt ingezet voor een omschreven groep patiënten waarmee zij individuele behandelrelaties aangaat. Vanuit het perspectief van de patiënt worden care en cure geïntegreerd aangeboden ter bevordering van de continuïteit en kwaliteit van zowel de verpleegkundige zorg als de medische behandeling. Het vermogen tot zelfmanagement en de kwaliteit van leven staan hierbij centraal. Op basis van klinisch redeneren komt de verpleegkundig specialist tot aanvullende diagnostiek. In aansluiting hierop past zij zowel evidence-based interventies toe, en indiceren en verrichten zij voorbehouden handelingen. Als verpleegkundig leider vervullen verpleegkundig specialisten een voortrekkersrol in de innovatie van beroep en de zorg, onderbouwd door onderzoek en door implementatie van onderzoeksresultaten. Zij leveren een bijdrage aan de deskundigheidsbevordering van eigen en andere disciplines en aan de kwaliteit van de zorg. De verpleegkundig specialist onderscheidt zich van de gewone verpleegkundige door dat zij na afronding van de opleiding zijn studenten in staat zijn om: Zelfstandigheid (=mogen) zelfstandig vorm te geven aan het zorgproces van de patiënt door het aangaan van een behandelrelatie binnen het eigen deskundigheidsgebied. Dit betekent dat de verpleegkundig specialist binnen het eigen deskundigheidsgebied zelfstandig beslist over de uit te voeren interventies. De verpleegkundig specialist verwijst waar nodig de patiënt door en andere hulpverleners kunnen ook rechtstreeks doorverwijzen naar de verpleegkundig specialist. Waar nodig beschikt de verpleegkundig specialist over de bevoegdheid tot het zelfstandig indiceren en uitvoeren van voorbehouden handelingen Deskundigheid (=kunnen) als expert op een deelgebied van de verpleegkundige beroepsuitoefening gebruik te maken van inzichten uit andere deskundigheidsgebieden Beroepsontwikkeling (=willen) verantwoordelijk te zijn voor een proactieve (niet-volgende maar zelfsturende) houding in haar beroepsontwikkeling. Beroepsontwikkeling betekent enerzijds reflectie op de beroepsuitoefening en protocollen, anderzijds houdt het wetenschappelijke beroepsontwikkeling in . Een innovatieve beroepshouding is een noodzakelijke voorwaarde voor het uitoefenen van het beroep op het niveau van verpleegkundig specialist
OER masteropleidingen 2013 -2014 facultair hoofdstuk
2.2. Vooropleidingseisen Direct toelaatbaar tot de Master Advanced Nursing Practice Studenten met een getuigschrift van een HBO-opleidng tot Verpleegkundige Verpleegkundigen met een aanvullende, relevante HBO opleiding/universitaire Kandidaat-studenten met een getuigschrift ban een inserviceopleiding verpleegkunde A of B zijn toelaatbaar na succesvol afronden van een assessment. In dit assessment moet het HBO denk- en werkniveau worden aangetoond. Voor alle kandidaten geldt dat zij: - minimaal twee jaar relevante praktijkervaring hebben opgedaan; om te kunnen werken als Advanced Practice Nurse moet men het niveau van beginnend beroepsbeoefenaar voorbij zijn; - werkzaam zijn als verpleegkundige en opgenomen in het BIG register; - op de werkplek een praktijkbegeleider/mentor/leermeester hebben. Een relevante werksituatie voor deze duale opleiding is noodzakelijk. De instelling en de praktijkopleider dienen erkend zijn door de Registratie commissie specialismen verpleegkunde. Wanneer een specifieke praktijkervaring niet kan worden opgedaan op de eigen werkplek, is een stage elders noodzakelijk. De student dient zelf te zorgen voor een relevante stageplaats en begeleiding in een ziekenhuis of in een andere zorgvoorziening of in een algemene huisartsenpraktijk.. - ervaring hebben met gereflecteerde praktijkvoering/supervisie, - een onderwijsarbeidsovereenkomst met daarin vastgelegd de specifieke voorwaarden. ondertekend door de Hogeschool Utrecht, de werkgever en de kandidaat-student. - bij aanvang van de opleiding ingeschreven worden in het opleidingsregister van het specialisme waarin opgeleid wordt.
2.3. Toegangsbeperking specialisaties (art.16a): De opleiding kent de volgende specialisaties: - Preventieve zorg bij somatische aandoeningen - Acute zorg bij somatische aandoeningen - Chronische zorg bij somatische aandoeningen - Intensieve zorg bij somatische aandoeningen - Geestelijke gezondheidszorg Deze specialisaties kennen geen toegangsbeperking..
OER masteropleidingen 2013 -2014 facultair hoofdstuk
3.
M Physician Assistant
3.1 De kerngegevens van deze opleiding Naam opleiding: M Physician Assistant Engelse naam : M Physician Assistant CROHO-nummer: 49115 Aangeboden te: Utrecht Specialisatie(s): niet van toepassing Varianten: duaal Bekostigd: ja Graad: Master Physician Assistant Afkorting graad: MPA Studielast: totaal: 150 EC Eindkwalificaties: Na afronding van de masteropleiding Physician Assistant zijn de studenten in staat om medische taken uit te voeren die in het kader van taakherschikking door de medisch specialist aan de PA worden overgedragen. In de dagelijkse praktijk ontvangt de PA supervisie en vakinhoudelijke richtlijnen van een medisch specialist. De PA is daarbij gebonden aan de richtlijnen en protocollen van het betreffende geneeskundig specialisme. Binnen deze kaders neemt de Physician Assistant zelfstandig beslissingen over de behandeling van patiënten (diagnose stellen, onderzoeks- en behandelkeuzes maken, behandelingen uitvoeren, medicatie voorschrijven, zaalwerk etc.). De bevoegdheidsgrenzen van de PA worden bepaald door de functionele aanwijzingen van de superviserende specialist, de opleiding c.q. de eigen bekwaamheid en de wettelijke bepalingen m.b.t. bevoegdheden. Wettelijke bepalingen over de bevoegdheden van de PA zijn opgenomen in de wet taakherschikking. Deze bevoegdheid is beschreven in de Algemene Maatregel van Bestuur Physician Assistant. De eindkwalificaties zijn afgeleid van de CanMeds rollen. Het functioneren van de Physician Assistant in de rol van medisch deskundige staat centraal. 1 Medisch deskundige De Physician Assistant is medisch breed opgeleid en verricht zelfstandig duidelijk omschreven medische taken binnen een deelgebied van de geneeskunde. 2 Communicator De Physician Assistant legt en onderhoudt op doelmatige en zorgvuldige wijze een relatie met patiënten, bij patiënt betrokkenen, collegae en andere zorgverleners. 3 Organisator Als organisator zorgt de Physician Assistant voor een georganiseerde en adequate uitvoering van het (eigen) werk en het leveren van een bijdrage aan de coördinatie en continuïteit van medische zorgprocessen. 4 Samenwerker De Physician Assistant werkt constructief en doeltreffend samen met anderen tijdens de uitoefening van het beroep. 5 Onderzoeker Als onderzoeker past de Physician Assistant de principes van Evidence Based Practice toe in de patiëntenzorg op diens medische werkterrein en zorgt voor kennisdeling hiervan 6 Gezondheidsbevorderaar Als gezondheidsbevorderaar gebruikt de Physician Assistant zijn deskundigheid en invloed om gezondheid, welzijn en veiligheid te bevorderen van individuele patiënten, en in beperkte mate van gemeenschappen en bevolkingsgroepen.
OER masteropleidingen 2013 -2014 facultair hoofdstuk
7 Professional De Physician Assistant (PA) streeft naar een doelmatige en efficiënte uitvoering van de beschreven beroepsrollen conform geldende ethische standaarden. De PA is daarbij autonoom en neemt verantwoordelijkheid voor het eigen functioneren en de eigen ontwikkeling. 3.2 Vooropleidingseisen Om te worden toegelaten moet de kandidaat-student beschikken over: een afgeronde NVAO-erkende hbo-opleiding in de gezondheidszorg minstens 2 jaar relevante werkervaring met de directe zorg voor patiënten een aanstelling van ten minste 32 uur per week in een gezondheidszorginstelling (ziekenhuis, huisartsenpraktijk, ZBC, revalidatiecentrum etc.) als PA in opleiding een onderwijsarbeidsovereenkomst ondertekend door de Hogeschool Utrecht, de werkgever en de kandidaat-student Kandidaat-studenten met een getuigschrift van de volgende opleidingen zijn toelaatbaar na succesvol afronden van een assessment, mits aan de overige voorwaarden is voldaan: inservice-A opleiding verpleegkunde CZO operatieassistent CZO anesthesiemedewerker In dit assessment moet het HBO denk- en werkniveau worden aangetoond. Kandidaat-studenten met een getuigschrift van een HBO bachelordiploma uit een ander domein dan de Gezondheidszorg en die werkzaam zijn in de directe patiëntenzorg zijn toelaatbaar na succesvol afronden van een assessment, mits aan de overige voorwaarden is voldaan. 3.3 Toegangsbeperking specialisaties (art.16a): Niet van toepassing. De opleiding kent geen specialisaties.
OER masteropleidingen 2013 -2014 facultair hoofdstuk
4
M Zorgtraject Ontwerp
4.1 De kerngegevens van deze opleiding Naam opleiding : M Zorgtraject Ontwerp Engelse naam : M Care Trajectory Design CROHO-nummer : 70082 Aangeboden te : Utrecht Specialisatie(s) : niet van toepassing Varianten : deeltijd Bekostigd : nee Graad : Master Zorgtraject Ontwerp Afkorting graad : MZO Studielast : totaal: 60 EC Eindkwalificaties: Na afronding van de masteropleiding Zorgtrajectontwerp zijn studenten in staat om: zorgvraagstukken en bijbehorende producten te beschouwen met het oog op de optimale maatschappelijke participatie van de desbetreffende cliënten(groepen) (ICF). zorgbehoeften/zorgvragen te analyseren en de criteria te ontwikkelen waaraan de oplossing moet voldoen. Hij ontwerpt het beoogde zorgproduct door het kwalitatief en kwantitatief te beschrijven, implementeert het zorgproduct en/of de zorgorganisatie en ontwerpt een instrument om effectiviteit en efficiëntie te kunnen meten. producten op een bedrijfskundig verantwoorde manier te beheren en besturen. Dat wil zeggen dat zorgproducten binnen de geldende kaders (wet- en regelgeving, strategie en beleid en financiën) tot stand komen, waarbij planning & control als besturingsmodel wordt toegepast. kritisch-analytische vaardigheden (kritisch, analytisch, reflectief en creatief denken en formuleren) in te zetten voor het dagelijks beroepsmatig handelen, maar ook voor het onderbouwen en verbeteren van het beroepsmatig handelen en voor de verdere ontwikkeling van het beroep. zijn handelen aan de hand van best available evidence te onderbouwen op methodische wijze geaggregeerde (de eigen zorgverlening overstijgende) problemen te analyseren, gericht op het bereiken van de best mogelijke zorgverlening. zijn adviezen te baseren op vraagsturing, het aangaan en onderhouden van relaties, het toepassen van kennis en het behalen van duurzame resultaten. de vitale belangen van verschillende belanghebbenden te identificeren en te waarborgen. Hij creëert transparantie, weet verschillende partijen te binden aan een gemeenschappelijk doel, werkt in een sfeer van integriteit en vertrouwen, maakt een beargumenteerde keuze uit innovatiestrategieën en waarborgt aldus de voortgang van de implementatie. anderen (individuen of groepen) te laten leren door op een planmatige wijze hun leerproces te sturen. Daarvoor combineert hij op methodische wijze zijn vakinhoudelijke kennis met communicatieve en didactische vaardigheden. Leerprocessen zijn met name gericht op kennisverwerving over de nieuwe processen en producten en bijbehorende deskundigheidsbevordering van betrokkenen zowel binnen als buiten de eigen organisatie (afdeling/instelling). op basis van metacognitieve modellen te reflecteren op het eigen gedrag(spotentieel) en dit op grond van die reflectie efficiënt en effectief bij te sturen. Hij doet dit zowel tijdens zijn dagelijks werk als op de langere termijn met het oog op zijn verdere professionalisering. 4.2 Vooropleidingseisen Een afgeronde erkende hbo-opleiding of een vergelijkbaar competentieniveau in de gezondheidszorg of welzijn, zoals maatschappelijk werkenden, sociaal pedagogisch hulpverleners, ergotherapeuten, verpleegkundigen, artsen en psychologen. Tenminste twee jaar relevante werkervaring. Voor kandidaat-studenten die niet direct toelaatbaar zijn, is het mogelijk toegelaten te worden via een instroomassessment, In dit assessment moet het HBO denk- en werkniveau worden aangetoond. 4.3 Toegangsbeperking specialisaties (art.16a): Niet van toepassing. De opleiding kent geen specialisaties.