Het warme dekentje dat GHB heet. Tussen de fijne roes en ‘out’. Een kwalitatief onderzoek naar de aantrekkingskracht van GHB in de Amsterdamse uitgaansscene.
Universiteit van Amsterdam Faculteit Maatschappij en Gedragswetenschappen Afdeling Sociologie Student: Sophie Almanza 1e begeleider: Chip Huisman 2e begeleider : Ineke Teijmant Datum: 22 juni 2012
0
1
Het warme dekentje dat GHB heet Tussen de fijne roes en ´out´. Een kwalitatief onderzoek naar de aantrekkingskracht van GHB in de Amsterdamse uitgaansscene.
Universiteit van Amsterdam Faculteit Maatschappij en Gedragswetenschappen Afdeling Sociologie Student: Sophie. A.M. Almanza Student nummer: 5989000 1e begeleider: Chip Huisman 2e begeleider : Ineke Teijmant Datum: 22 juni 2012
2
3
Voordat u verder leest, Het is klaar en af, of nee eigenlijk had ik nog zoveel willen doen, vragen, lezen en onderzoeken. Nadat mijn eerste onderzoeksopzet was afgekeurd zat ik redelijk verslagen bij Ineke en Chip op kantoor. Mijn scriptie startte met een dip, toen het tweede onderzoeksvoorstel was goedgekeurd begon ik aan mijn inhaalslag en werd ik na een paar maanden herinnerd aan de wijze woorden van mijn twee begeleider; ‘Je moet ook kunnen stoppen met je veldwerk en met schrijven beginnen’. Dit bachelor onderzoek is geschreven ter afronding van de bachelor Sociologie aan de Universiteit van Amsterdam binnen de faculteit Maatschappij- en Gedragswetenschappen. Zonder mijn eerste begeleider Chip Huisman was het wellicht niet gelukt dit onderzoek (tijdig) af te krijgen, daarvoor wil ik hem graag bedanken. Daarnaast verdient ook mijn tweede beoordelaar Ineke Teijmant een bedankje voor haar kritische blik naar mijn opzet en operationalisering. Mijn scriptie groepje, voor de bemoedigende woorden in het Bushuis en de komische doch wanhopige berichten op onze Facebook site! Ik vond het ontzettend leuk om dit onderzoek te doen en dat had niet gekund zonder al mijn respondenten die tijd vrijmaakte om door mij geïnterviewd te worden. De respondenten waren allen heel openhartig en daarvoor bedank ik hen heel hartelijk.
4
5
Inhoudsopgave
Voorwoord
4
Inleiding
8
Hoofdstuk 1. GHB als onderzoeksobject.
11
1.1 Dosering en drogering.
11
Hoofdstuk 2. De scene.
14
Fotoalbum.
16
Hoofdstuk 3. Recreatieve gebruikers.
20
3.1 Drug set en setting.
20
3.2 Informele regelgeving en regulering.
21
3.3 Betekenisgeving.
22
3.4 Het ritueel.
23
3.5 Becoming a GHB user.
23
Hoofdstuk 4. Van mede-feestganger naar onderzoeker.
25
Hoofdstuk 5. Leren doseren.
30
Hoofdstuk 6. Iedereen kent iedereen.
30
Hoofdstuk 7. Stapelen en combineren.
39
7.1 Drug.
39
7.2 Set.
42
7.3 Setting.
43
Hoofdstuk 8. Interactieritueel
47
Hoofdstuk 9. Bewust onbewust.
49
Conclusie. Het warme dekentje dat GHB heet.
54
Discussie en aanbevelingen.
57
Literatuurlijst.
58
Bijlage 1 beschrijving respondenten.
60
Bijlage 2 begrippen.
64
Bijlage 3 Vragenlijst.
66
Bijlage 4 CD met muziek.
6
7
Inleiding
Hij merkt meteen wanneer hij werkt op een ‘GHB’ feest, de bezoekers zijn aardig, lief, hangerig en er is nooit sprake van een opgefokte sfeer. Dit lijken positieve kenmerken maar voor hem zijn het vooral aanwijzingen dat hij moet opletten dat er niemand outgaat. Hij ziet GHB als een groot probleem omdat het zo onschuldig lijkt maar toch zo vaak mis kan gaan, daarnaast weet je nooit van tevoren wat je dosering is en is het in het begin altijd een kwestie van experimenteren (medewerker EHBO).
De eerste keer dat ik iemand een G slaapje heb zien doen, kan ik me nog goed herinneren, ik woonde net in Amsterdam en ging naar een feest ver weg in West. De jongen lag in de lounge op de grond met zijn ogen dicht, op het eerste gezicht zonder vrienden in de buurt. Op het moment dat ik hem wakker probeerde te maken kwam er een meisje aan die mij vertelde dat ik hem moest laten liggen en dat hij straks de avond van zijn leven zou hebben. Daarnaast zei ze dat hij nu ook al heel erg aan het genieten was. Ze vertelde mij daarbij dat de jongen alleen even een G slaapje deed en daar niets gevaarlijks aan was. Ik kon het niet geloven, hoe kon je genieten wanneer je niet meer over een reactie vermogen beschikte en wat was een G slaapje? Waarom gebruiken mensen een narcosemiddel als GHB in een uitgaanssetting waar alles draait om energie en dansen? GHB, staat voor gamma-hydroxy-boterzuur en is oorspronkelijk een narcosemiddel, maar wordt sinds halverwege de jaren ‘90 in Nederland gebruikt als partydrug. De drug bestaat zowel in poeder- als in pilvorm, maar wordt voornamelijk vloeibaar ingenomen. Het gevoel dat gebruikers ervaren bij GHB is te vergelijken met een soort alcoholachtige roes. Je wordt ontspannen en vrolijk. Remmingen en angsten worden minder en mensen kunnen er seksueel opgewonden van raken. GHB is moeilijk te doseren vanwege een nauwe bandbreedte qua werking, wanneer er te weinig wordt gebruikt merk je er niet veel van en met teveel val je in slaap of raak je in een coma. Wanneer je in slaap valt noemen mensen dat ook wel het g slaapje en in coma raken wordt met uit of outgaan aangeduid. Nabben (2010) stelt in zijn proefschrift; ‘High Amsterdam’- Ritme, roes en regels in het uitgaansleven dat GHB het nieuwe zorgenkind is. Clubpersoneel treft vaker lege buisjes aan op de vloer en wordt steeds vaker geconfronteerd met (ernstige) bedwelmingen. Er is
8
vaak geen fysieke last wanneer iemand bijkomt van het outgaan en het besef van de sociale last en gevaar voor lichaam is er dan niet. GHB-gerelateerde ongevallen zoals outgaan laten vanaf de eerste registratie hiervan in 2000 een lichte, maar continue stijging zien (Nabben 2010). Nabben stelt dat het aantal personen dat outgaat van de GHB waarschijnlijk aanzienlijk hoger ligt dan de geregistreerde gevallen omdat lang niet altijd de ambulance wordt gebeld. Outgaan gebeurt vaak in informele settings waar mensen zelf beslissen hoe er gehandeld wordt. Jaarlijks onderzoek van het Bonger instituut toont aan dat de drug populairder is geworden maar stelt tevens vast dat de drug bekritiseerd wordt. ‘Alsof er geen middenweg bestaat, zo lijkt het althans. Je bent voor of tegen.’ (Nabben 2010). De discussie over de drugs lijkt samen te hangen met het gebruik ervan. Door de nauwe bandbreedte en de bijbehorende risico’s is het een drug die snel verkeerd gebruikt kan worden. Veel onderzoek naar de beweegredenen van recreatief GHB gebruik in de scene is er niet gedaan. Vanuit het Bonger Instituut is er in 2002 een groot onderzoek gedaan naar de drug en de gebruikers en geeft inzicht in de achtergronden, beleving en gevaren van GHB. Nabben (2010) stelt in ´High Amsterdam´ dat de gemiddelde cycli van trendsetters in het nachtleven 5 jaar is. Dit betekent dat we inmiddels met een nieuwe generatie drugsgebruikers zitten, daarom is het van wetenschappelijke waarde om opnieuw onderzoek te doen naar het gebruik van GHB in het nachtleven van Amsterdam. Het onderzoek naar GHB: ‘Tussen extase en narcose’ van Korft et al. (2002) wordt als belangrijk naslagwerk gebruikt. De vraag is waarom mensen GHB willen gebruiken en wat hen ertoe beweegt om in verschillende settings deze drug te gebruiken. En is de setting van invloed op de drugs of andersom? Wanneer en waar wordt er GHB gebruikt? Wat voor consequenties heeft de betekenisgeving voor het gebruik? Zijn er voorbeeld personen in de ‘GHB cultuur’? Is er sprake van informele regelgeving betreffende het gebruik van de drug? Hoe wordt er betekenis gegeven aan excessen? De bovenstaande vragen beantwoordend, verwacht ik een duidelijk beeld te scheppen over de GHB gebruiker in de uitgaansscene van Amsterdam en mijn onderzoeksvraag te kunnen beantwoorden.
9
De centrale vraag in dit onderzoek is; Hoe kunnen we de aantrekkingskracht van GHB gebruik begrijpen? Om de onderzoeksvraag te beantwoorden wordt de nadruk gelegd op de sociale processen tijdens en omtrent het gebruik van GHB. Naar aanleiding van de centrale vraag zijn er deelvragen opgesteld om meer inzicht te krijgen in het onderzoeksveld. Wanneer en waar wordt er GHB gebruikt? Is er sprake van informele regelgeving betreffende het gebruik van de drug? Hoe wordt er betekenis gegeven aan excessen Om inzicht te krijgen in de beweegredenen en de betekenisgeving betreffende GHB gebruik is er een kwalitatief onderzoek gedaan onder gebruikers en sleutelfiguren in de techno/house scene van Amsterdam. Gezien het complexe onderzoeksveld en begrippen zijn er twee descriptieve hoofdstukken waarin de scene en de drug worden beschreven.
10
Hoofdstuk 1. GHB als onderzoeksobject
GHB werd in 1961 gesynthetiseerd door de Franse arts Henry Laborit. De arts onderzocht de effecten van gammaboterzuur (gamma-aminobutyric acid oftewel GABA, een neurotransmitter in de hersenen). Deze neurotransmitter passeert de bloed-hersenbarrière niet en hij zocht naar een stof die dit wel deed. GHB deed dit, later werd de bruikbaarheid van GHB als narcosemiddel onderzocht. Vanwege de onvoorspelbaarheid, bijwerkingen en de geringe pijnstillende werking werd het middel niet langer toegepast in de chirurgie (Nabben, 2010:265). Eind jaren tachtig duikt GHB in de Verenigde Staten op als voedingssupplement vanwege het idee dat het spieropbouwend en vetverbrandend zou werken. In Nederland wint de drug aan populariteit omdat de ontspannende effecten van GHB de opfokkende werking van andere middelen die in de voedingssupplementen industrie populair zijn, zoals anabolen tegengaan. De drug vindt zijn weg naar de smartshops en wordt legaal verkocht als lustopwekkend en ontspannend middel. Het wordt in de smartshops aangeprezen vanwege de hemelse werking. Het middel krijgt al snel een erotisch getinte reputatie. Na een reeks incidenten werd GHB op last van het Ministerie van Volksgezondheid uit de schappen gehaald (Nabben 2010; Unity 2012). Onderzoek wijst uit dat de drug een paar jaar populair is onder de feestgangers maar de reacties en opinies over de drug ambivalent zijn. De drug verliest
GHB feiten
GHB is de afkorting voor gammahydroxy-butyraat. GHB is verkrijgbaar als vloeistof met en zeer zoute smaak. Belangrijkste grondstof voor het maken van GHB is GBL (gammabutyrolacton). GBL is een schoonmaakmiddel. Een andere benodigde stof is natronloog. Natronloog wordt ook gebruikt als gootsteenontstopper. Bij het maken van GHB luistert de verhouding van beide stoffen nauw. Wanneer teveel natronloog wordt gebruikt kan dit brandwonden en blaren veroorzaken op de huid en bij inname in de mond en slokdarm. GHB was tot 7 mei 1996 verkrijgbaar in smartshops. Vanaf 2002 tot mei 2012 stond GHB op lijst II van de Opiumwet. Sinds 9 mei 2012 staat GHB op lijst I van de Opiumwet en is officieel een harddrug. (Trimbos, 2012)
aan populariteit door de problematische dosering en onderzoek wijst uit dat het in mindere mate wordt gebruikt. Het plezier van de roes en de last van het outgaan liggen dicht bij elkaar. Tot een aantal jaren geleden wanneer er weer een stijging van het gebruik wordt waargenomen (Nabben 2010).
11
In september 2011 maakte de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Edith Schippers bekend dat ze GHB wil verplaatsen naar de lijst 1 van de Opiumwet. Het Coördinatiepunt Assessment en Monitoring1 heeft een advies uitgebracht om GHB op de lijst van harddrugs te plaatsen. Dit adviseren zij vanwege het feit dat het GHB-gebruik is toegenomen en er een matig tot groot risico op verslaving bestaat. GHB is daarnaast moeilijk te doseren is en vormt daardoor een vergroot risico op coma. Doordat GHB nu op lijst 1 van de Opiumwet staat wordt er een waarschuwing uitgegeven aan de consumenten en producenten dat het om een gevaarlijk en illegaal middel gaat, stelt de Minister (Unity 2012)
1.1 Dosering en drogering.
Het belang van de juiste dosering lijkt een grote rol te spelen bij gebruikers, de vraag is of goed gebruik leidt tot een grotere aantrekkingskracht of dat mensen de nauwe bandbreedte juist spannend vinden. In het onderzoek GHB feiten GHB is een zeer goedkope drug met een kostprijs van ongeveer 60 Euro per liter en een consumentenprijs die varieert tussen de 100 en 200 euro voor een liter (gebaseerd op informatie van respondenten). Gemiddeld wordt er 10 milliliter GHB op een avond gebruikt (Korf et al 2002) Combinatie van GHB en alcohol wordt afgeraden.
zal veel aandacht worden besteed aan de individuele dosering en regulering van de drug. Vanuit een sociologisch perspectief is het interessant om te onderzoeken hoe de individuele dosering en regulering samenhangt met groepsgedrag. Uit de praktijk en onderzoek is gebleken dat bij het gebruik van GHB het van belang is tot de milliliternauwkeurig te doseren (Korf et al 2002; Unity 2012). Wanneer er onzorgvuldig wordt omgegaan met de dosering kan dit lijden tot een misselijk gevoel en outgaan. De dosering en roes besproken in dit hoofdstuk zijn gevonden in de literatuur over GHB. In de analyse wordt ingegaan op de dosering
11
Het CAM heeft de taak zorg te dragen dat nieuwe drugs aan een risicobeoordeling worden onderworpen volgens vastgelegde procedures en criteria. Het CAM bestaat uit een coördinator en een secretariaat en wordt bijgestaan door een commissie risicobeoordeling nieuwe drugs, waarin diverse deskundigen op het gebied van drugs en drugsgebruik zijn vertegenwoordigd (RIVM 2012).
12
van de respondenten. De roes van GHB verschilt per individu, een bepaalde dosis GHB laat de ene persoon in slaap vallen, terwijl dezelfde dosis een ander een fijn gevoel kan bezorgen (Korf et al. 2002). De belangrijkste verklaring voor individuele verschillen is het lichaamsgewicht. Hoe lager het gewicht des te minder de hoeveelheid die nodig is voor een bepaald effect. Dit werkt in principe hetzelfde als met alcohol alleen is het grote verschil dat het stapel effect veel sterker aanwezig is. Dit stapeleffect wordt de dosis response curve genoemd en heeft bij GHB een zeer steil verloop. Dit betekent dat de tweede dosis een veel sterker effect heeft door de GHB die dan al in iemands bloed zit. Dit betekent dat er een dunne lijn is tussen geen effect ervaren en outgaan (Ibid.). In het onderzoek van Korf et al. (2002) wordt aangegeven dat in de literatuur wordt gesteld dat er sprake is van tolerantieopbouw wanneer iemand regelmatig GHB neemt. Dit komt in het empirische onderzoek in mindere mate naar voren (Ibid.). Het is niet eenvoudig om een relatie tussen dosering en effecten weer te geven omdat dit persoonsafhankelijk is. Korf et al. (2002) onderscheidt drie fasen van effecten; Een lage dosis leidt tot lichte ontspanning en lichte ontremming. Matige dosis leidt tot sterke ontspanning en kan leiden tot een vertraagde ademhaling en een sterk gevoel van fysieke en mentale ontspanning. Sterke dosering kan leiden tot het acuut in slaap vallen en de motorische coördinatie en spraak kunnen verstoord raken. De slaap die daarop volgt kan drie tot vier uur duren en gebruikers worden daarna wakker met een verfrist gevoel. Hoge dosering kan leiden tot een diepe slaap of zelfs comateuze toestand. Binnen vijf tot vijftien minuten valt de gebruiker dan in diepe slaap en wordt moeilijk en soms zelf niet wakker (Korf et al 2002). De laatste twee fases worden door gebruikers aangeduid als G slaapje en of outgaan.
13
Hoofdstuk 2. De scene.
Nederland mag dan relatief een klein land zijn, in dit kleine land is er een verscheidenheid aan muziek stijlen, verschillende type mensen en daardoor verschillende type uitgaansgelegenheden. In dit onderzoek wordt er herhaaldelijk gesproken over; “de scene”. Wat, wie en waar deze scene is moet helder worden gedefinieerd om het onderzoeksveld te kunnen begrijpen. De scene is geen afgebakend terrein, het is onduidelijk wie er wel bij hoort en wie niet. Daarnaast definieert iedereen het anders. De onderzoeksgroep besproken in dit onderzoek heeft wel een duidelijke muziekvoorkeur; House, Minimal, Techno of een combinatie van deze muzieksoorten. Het definiëren van de verschillende muzieksoorten is van belang voor de analyse omdat muziek en drug hand in hand gaat in de uitgaanswereld. Voor de muziekomschrijving is de Muzieklexion van Nabben volledig aangehouden omdat deze zeer compleet is. House Verzamelnaam voor elektronische dansmuziek. Tegenwoordig ook: een specifieke stroming die het meeste lijkt op de originele housemuziek uit Chicago, waarbij de nadruk minder op de elektronische instrumenten ligt en meer op de ‘groove’ en de vocalen. Minimal Sub genre van techno dat zich onderscheidt door lage bas melodieën, subtiele veranderingen, klikgeluiden en complexe vierkwarts beats. De kick is minder belangrijk dan bij techno. Techno Monotone ritmes, abstracte melodieën en het ontbreken van vocalen zijn de kenmerken van deze gecomputeriseerde muziek. (Ton Nabben, 2010: 374)
Deze drie verschillende muzieksoorten lopen binnen de scene in elkaar over, op de grotere feesten en festivals zijn er vaak meerdere stages waar de muziek wordt gedraaid. Dj’s zijn ook niet altijd trouw aan een bepaalde stijl en wisselen techno af met techhouse en er zijn feesten waar zowel minima als vocal house wordt gedraaid.
14
In High Amsterdam beschrijft Nabben verschillende profielen van jongeren die uitgaan. Hij stelt dat er vijf type profielen zijn; recreatieve trendvolgers, creatieve trendsetters, alternatieve trendsetters, sensualisten trendsetters en psychonauten trendsetters. De scene waarbinnen dit onderzoek plaatsvindt, bestaat uit een mix van de creatieve en alternatieve trendsetters. In de interviews zijn de respondenten zelf gevraagd de scene waarbinnen zij zich bevinden te beschrijven en in combinatie met de persoonlijkheden en dagelijkse bezigheden van de respondenten is gesteld dat zij deel uit maken van deze twee ‘groepen’. Het is echter een fluïde categorisering en daarmee niet een vaststaand feit. Om het complexe onderzoeksveld te begrijpen en analyseren is het van belang deze te beschrijven. De creatieve trendsetters hebben een informele omgangsvorm. Het zijn vaak hoger opgeleide twintigers en dertigers. Dj’s en studenten behoren vaak bij deze groep. Nabben stelt dat de creatieve een favoriete combi hebben van alcohol plus cocaïne. Binnen de onderzoeksgroep van deze scriptie komt dit niet terug, het is een geliefde combinatie maar geen favoriet. De eclectische levensstijl en het hebben van flexibele netwerken is wel duidelijk aanwezig. Het is een combinatie met het andere profiel dat Nabben (2010) schetst van de alternatieve trendsetters. De alternatieve hebben een voorkeur voor underground feesten en zetten zich af tegen mainstream. Dj’s, studenten en artistiekelingen horen bij deze categorie.
15
Fotoalbum. Op de eerste foto is de ‘drugsdoos’ van Bram zichtbaar. Boven aan de foto staat een flesje GHB van ongeveer 300 milliliter. Daarnaast liggen er meerdere zakjes wiet met tabak. De blauwe ampullen zijn maagtabletten. De grotere buisjes worden gebruikt om ergens naar binnen te smokkelen, de kleinere zijn de dosis die de respondent neemt. Onder aan op de foto zijn ecstasy pillen zichtbaar.
16
De tweede foto laat de bereiding van GHB zien, op de derde staan ‘meeneemflesjes’ 17
Op de bovenstaande foto ligt er iemand out in het gras. De poster met de waarschuwing GHB+alcohol wordt op sommige feesten opgehangen. Op de vijfde foto is een goed sfeerbeeld van een feest waar het aantrekkelijk is om GHB te gebruiken, er is een chilling waar mensen kunnen knuffelen, liggen en zitten (foto 1, 2 & 3 zijn afkomstig van het internet).
18
19
Hoofdstuk 3. Recreatieve gebruikers.
Dit hoofdstuk plaatst de onderzoeksvraag van dit onderzoek in een theoretisch kader. Om antwoord te kunnen geven op de vraag hoe we de aantrekkingskracht van GHB kunnen begrijpen wordt er in dit onderzoek een koppeling gemaakt tussen verschillende sociologische theorieën en recreatief drugsgebruik. Er is inmiddels veel geschreven over de gevaren van een GHB verslaving en drugsmisbruik. In dit onderzoek ligt de focus op jongeren die op verschillende gelegenheden het middel nemen op een recreatieve manier. Daarnaast is dit onderzoek gericht op de sociale context van druggebruik.
3.1 Drug set en setting
Zinberg (1984) stelt dat drug gebruik alleen maar begrepen kan worden wanneer er gekeken wordt naar drie factoren; drug, set en setting. De theorie geeft ook inzicht in het vraagstuk waarom de drug graag gebruikt wordt in de scene. Is de setting veranderd of heeft de setting het gebruik van de drug veranderd? In gesprek met respondenten wordt er getracht te achterhalen waar, wanneer en hoe en waar zij GHB het liefst gebruiken. Met de factor drug (1) wordt de werking van GHB geanalyseerd. De werking is mede afhankelijk van de dosis en de manier waarop het middel gebruikt wordt. In de literatuur komt naar voren dat gebruikers makkelijker de drug gebruiken omdat het op eenzelfde manier wordt geconsumeerd als drank, namelijk oraal (Korf et al. 2002). De factor set (2) gaat over de gebruiker. Er is in de theorie een focus op de persoonlijkheid van de gebruikers en hun houding ten opzichte van de drug. Setting (3) is het niveau van kleine groepen gebruikers. Nabben (2010) stelt dat het gebruik eerder ligt op het mesoniveau van clubs en party’s. In dit onderzoek gaat setting vooral over het type feest. De basis voor gecontroleerd drugsgebruik hangt volgens Zinberg nauw samen met waarden, gedragsregels en gedragspatronen. Dit is een interessant uitgangspunt wanneer er wordt onderzocht in welke setting GHB wordt gebruikt.
20
3.2 Informele regelgeving en regulatie.
Wanneer de aantrekkingskracht van GHB onderzocht wordt is het van belang in kaart te brengen hoe het wordt gebruikt door de jongeren. In dit onderzoek wordt de nadruk gelegd op de informele regelgeving en regulering vanwege de nauwe bandbreedte en de steile dosis response curve van de drug. Door de ‘moeilijke’ dosering van GHB wordt er in dit onderzoek uitgegaan van een hoge mate van informele regelgeving en regulatie, dit verband wordt onderzocht. Zinberg (1984) ontwikkelde een model van gecontroleerd drugsgebruik dat gebruikt kan worden om de informele regelgeving van GHB te analyseren en beter te begrijpen. Zinberg onderscheidt vier fasen van sociale rituelen en sancties die deel uitmaken van het proces van leren omgaan met gecontroleerd gebruik van illegale middelen: Sancties (1) preciseren gematigd gebruik, dit kan achterhaald worden door te vragen naar hoe dat zit in vriendengroepen, gebruikt iemand alleen in het weekend, of ook doordeweeks? Sancties (2) houden rekening met het rituele gebruik in specifieke sociale en fysieke settings die bevorderlijk zijn voor een ‘veilige’ drugservaring. Gebruikers wijzen elkaar er bijvoorbeeld op dat ze rekening moeten houden met de tijd om niet out te gaan. Sancties (3) maken duidelijk wat de ongunstige effecten zijn van GHB en de rituelen die daarbij horen voorkomen dat mensen een overdosering neemt. Dit deel van de theorie is niet geheel toepasbaar op het gebruik van GHB vanwege de nauwe bandbreedte, het is echter extra interessant om te onderzoeken of dit wordt meegenomen in de informele regelgeving. In het onderzoek ligt daarom de nadruk op de vraag met wie mensen de drug nemen en of dit gezamenlijk gebeurt of alleen. Daarnaast wordt er onderzocht of er iemand is die de leiding hierin neemt en wat de consequenties zijn voor iemand die outgaat. Sancties (4) en rituelen maken volgens Zinberg onderscheid tussen drugsgerelateerde contacten en niet drugsgerelateerde contacten. In de interviews wordt nagegaan in hoeverre dit toepasbaar is onder de GHB gebruikers.
21
3.3 Betekenisgeving.
Wanneer hoort iemand bij een uitgaansgroep waar GHB wordt gebruikt en wat is de invloed van de groep op het individu? In de literatuur wordt het verband tussen jeugdculturen en drugsgebruik vastgesteld (MacRea 2004; Thornton). MacRea (2004) telt dat jongeren in de dansscene2 in hoge mate gebruik maken wordt van noties als ‘wij en zij’. MacRea beschrijft het proces van het worden van een clubber en het fenomeen dat jongeren met kennis en subcultureel kapitaal ‘de andere’ creëren. Dit is, zo stelt MacRea van groot belang voor de identificatie en differentiatie, wat tot insluiting of uitsluiting lijdt. De betekenisgeving die er in de scene aan het gebruik wordt gegeven is belangrijk in de analyse van dit onderzoek. Bennet (1999) stelt dat betekenisgeving binnen subculturen vaak anders is dan de dominante betekenisgeving. Dit zal naar voren komen in de interviews en participerende observatie. De vraag is dan of GHB gebruikers zich in het nachtleven op een bepaalde manier distantiëren van anderen? Het is belangrijk dat wanneer er onderzoek wordt gedaan naar subculturen deze niet worden gezien als vaststaande entiteiten maar als ‘systemen’ die continu in beweging zijn. Dit maakt een ‘subcultuur’ een complex fenomeen om te onderzoeken, het is daarom van belang aan te duiden welke definitie er in dit onderzoek gehanteerd wordt. Er zijn binnen de sociologie verschillende theorieën over de betekenisgeving van subculturen en de rigiditeit ervan. In de jaren zeventig doet het ‘Centre for Contemporary Cultural Studies’ (CCCS) in Birmingham veelvuldig onderzoek naar afwijkend gedrag van jongeren. Het CCCS stelt dat de cultuur vorming van jongeren als een collectieve reactie gezien kan worden tegen het dominante systeem in de maatschappij. Tegelijkertijd zien ze in dat wanneer er wordt gesproken over een jeugdcultuur het lijkt alsof het gaat over een homogene groep (Nabben 2010). Daarom wordt deze jeugdcultuur opgedeeld in subculturen. Centraal in de theorie van het CCCS staat dat het om vaste subculturen gaat die zich verzetten, daarnaast ligt de nadruk op jongerensubculturen binnen de werkende klasse (Bennet 1999). Er is veel kritiek op deze theorie van het CCCS om verschillende redenen. Bennet (1999) en Maffesoli (1996) 2
Met Dancescene wordt in de literatuur gerefereerd naar de verschillende elektronische muziek stijlen bij elkaar.
22
stellen dat er geen sprake is van vaste rigide subculturen maar neo-tribes. Een losse neotribe zoals Bennet die beschrijft is meer toepasbaar omdat het om fluïde bewegingen gaat binnen een jeugd cultuur. De distinctie die de jeugd maakt wanneer zij zich ‘afzetten’ van de dominante betekenisgeving is eerder het product van het neo-tribalisme dan een verzet. Thornton (1995) stelt dat subculturen rebels kunnen zijn maar dit verzet zich niet voortzet tot in het brede sociale systeem. De uiting van een subcultuur houdt vaak op bij het vlak van vrije tijd en cultuur beleving.
3.4 Het ritueel.
Waarom jongeren GHB gebruiken en in welke setting ze dat doen kan naast de invloed van subcultureel kapitaal worden geanalyseerd aan de hand van de Interaction Ritual Chains theorie van Randall Collins (2005). Alle sociale interactie heeft een ritueel karakter en is dus interactieritueel. De invloed van geslaagde en minder geslaagde interactierituelen rondom GHB gebruik zijn van belang binnen dit onderzoek. De deelnemers van een interactieritueel vormen gemeenschappelijke definities van de situatie. Hierbij horen gemeenschappelijke symbolen, gevoelens van solidariteit en morele opvattingen. Dit zou een verklaring kunnen zijn waarom er uit een bepaalde hoek een tegengeluid komt tegen overmatig gebruik. Tegelijkertijd kan het ook een verklaring zijn waarom mensen er heel positief over zijn. De gemeenschappelijke symbolen, gevoelens en morele opvattingen zullen worden achterhaald aan de hand van de participerende observatie en interviews. Geslaagde interactierituelen leveren energie en positieve emoties op, omgekeerd kunnen niet geslaagde interactierituelen zorgen voor negatieve energie (Collins 2004). De theorie veronderstelt dat wanneer iemand outgaat dit als zeer negatief zal worden ervaren.
3.5 Becoming a GHB user
Belangrijk in dit onderzoek is de aantrekkingskracht van GHB in de uitgaansscene, oftewel GHB gebruik voor plezier. Wanneer er onderzoek wordt gedaan naar het plezier van druggebruik wordt snel de link gemaakt met Becker. Becker (1953) deed, in de tijd dat men ervan overtuigd was dat marihuana niet verslavend was, onderzoek naar marihuana gebruik. Dit is helder beschreven in “Becoming a marihuana user”. Dit onderzoek gaat expliciet over
23
het gebruik van marihuana voor je plezier. Becker stelt dat het plezier alleen onder bepaalde voorwaarden kan worden bereikt. Ten eerste moet de gebruiker weten hoe marihuana gerookt moet worden om het gewenste effect te bereiken. Ten tweede moet er geleerd worden de effecten te ontvangen en er mee om te gaan. Becker (1963) noemt hier voorbeeld van iemand die heel erg stoned is maar beweerd dit niet te zijn. Volgens de theorie van Becker betekent dat de gebruiker de symptomen van een GHB roes moet leren kennen. Vervolgens moet de gebruiker de effecten leren waarderen zodat hij weet hoe het voelt om onder invloed te zijn van de GHB. Wanneer iemand deze fasen doorgaat is het volgens Becker aannemelijk dat de persoon met plezier de drug nog eens gebruikt (Becker 1963). De techniek die voor gebruik vereist is, is een interessant aspect wanneer er wordt gekeken naar het gebruik van GHB. In hoeverre is er een verband tussen de juiste techniek en de aantrekkingskracht van de drug? Ten tweede moet de persoon leren het effect te herkennen en ten derde moet hij of zij leren om de sensatie die men ervaart leuk te vinden. De theorie is een helder hulpmiddel om in kaart te brengen hoe mensen GHB gebruikers worden. Het verklaart echter niet volledig de aantrekkingskracht van GHB. Doormiddel van de verschillende theorieën met elkaar te verbinden wordt er getracht een antwoordt te vinden op de centrale vraag.
24
Hoofdstuk 4. Van medefeestganger naar onderzoeker.
Dit hoofdstuk zal beschrijven hoe de onderzoeksvraag is geoperationaliseerd. Om de onderzoeksvraag te beantwoorden zijn verschillende methodische keuzes gemaakt, de afwegingen en de uiteindelijke keuzes zullen worden besproken in dit hoofdstuk. Het onderzoek richt zich op de volgende hoofdvraag: Hoe kan de aantrekkingskracht van GHB worden begrepen? Deze brede vraag bevat verschillende aspecten. In de eerste plaats betreft het, het middel GHB, om inzicht te krijgen in de aantrekkingskracht moet allereerst duidelijk worden wat het middel met iemand doet en hoe het gebruikt wordt. Daarnaast is de setting van belang, de setting is volgens de theorie van Zinberg (1984) van grote invloed op de beleving. Er moet worden onderzocht hoe de informele regelgeving en regulering van de drug er uitziet. Omdat dit allemaal zeer complexe vraagstukken zijn is er voor gekozen om de centrale vraag op een inductieve manier te beantwoorden (Bryman 2008). Voor het vormen van de onderzoeksvraag was het nodig het veld te ontdekken. Naast de wetenschappelijke literatuur studie naar recreatief drugsgebruik en subculturen heb ik een ontdekkingstocht gemaakt door websites (Djbroadcast, Facebook, Partyflock & Unity.nl) om te achterhalen wat speelde rondom het middel GHB. Deze informatie legde ik voor aan sleutelfiguren van het Amsterdamse nachtleven om reflectie en feedback te krijgen. Een terugkomend fenomeen was de verwondering over het gebruik van GHB in het clubleven. Uit het onderzoek van Korf et al. (2002) komt naar voren dat verschillende respondenten deze zelfde verwondering hadden tien jaar geleden. Het proefschrift van Ton Nabben (2010) was een zeer geschikt handboek voor het verder uitwerken van de vraag en concepten. Daarnaast heeft de heer Nabben mij geholpen doormiddel van telefonisch contact mijn vraag te bespreken. Het onderzoek ‘GHB: Tussen extase en narcose’ van Korf et al. (2002). Een landelijk onderzoek naar GHB gebruik in het uitgaansleven is ook een belangrijk naslagwerk geweest voor de eerste fase het onderzoek. Vanuit verschillende hoeken kreeg ik het advies om mijn onderzoek vooral te richten op de aantrekkingskracht van de drug omdat hiermee ook de informele regelgeving zou worden blootgelegd. Hiermee werd de nadruk gelegd op het begrijpen van het gedrag van de gebruikers, ook wel verstehen genoemd (Bryman, 2008:16). De nadruk ligt hierbij niet op enkel een beschrijving van de werkelijkheid. Er wordt in dit onderzoek aangenomen dat de sociale werkelijkheid
25
het resultaat is van interacties tussen individuen, dit wordt constant herzien in het gedrag van de individuen (Bryman 2008). Met een interpretatief standpunt is de kans groter dat er onverwachte bevindingen gedaan zullen worden (Ibid.). Na dat de centrale vraag geformuleerd was zijn er deelvragen opgesteld om de vraag te kunnen beantwoorden en meer inzicht te krijgen in het onderzoeksveld; Wanneer en waar wordt er GHB gebruikt? Is er sprake van informele regelgeving betreffende het gebruik van de drug? Hoe wordt er betekenis gegeven aan excessen? Deze vragen zijn voortgekomen uit de literatuur en alternatieve data studie. Doormiddel van interviews en participerende observatie wordt er antwoord gegeven op deze vragen. In het onderzoek ligt de focus bij ‘seeing through the eyes of the people being studies’ (Bryman 2008). De respondenten kregen de ruimte om hun eigen interpretatie van de werkelijkheid te geven. De werkelijkheid wordt binnen dit onderzoek niet als statisch bestudeerd maar als een constructie die gestalte krijgt onder de invloed van de interacties en interpretaties van de respondenten. Het was daarom belangrijk om semigestructureerd te interviewen. Om het interview in goede banen te leiden zijn er vragen op papier gezet maar de volgorde liet ik over aan de respondenten. De respondenten zijn deels gevonden via mijn eigen netwerk en via een sneeuwbal methode. Dit laatste werkte minder goed dan verwacht, respondenten zeiden wel dat ze andere mensen wilde aandragen maar dit ging moeizaam tot helemaal niet. Het was voor mijn theorie van belang mensen uit verschillende vrienden groepen te benaderen omdat alleen op die manier kon ik inzicht krijgen in de verschillen tussen groepen en informele regelgeving en regulatie. Dat mensen sceptisch waren over het onderwerp was vooral vanwege de vele negatieve nieuwsberichten en de lading die de drug daardoor heeft gekregen. Dit is voor mij echter een bevestiging dat ik het juiste onderwerp heb gekozen, want het is interessant dat iemand een bepaald middel liefheeft maar er in eerste instantie niet over wilt praten. Om het vertrouwen te winnen heb ik vooral via bekenden uit de scene respondenten benaderd en duidelijk gemaakt dat er niet veroordeeld of beoordeeld werd. De respondenten zijn allen via de mail en Facebook benaderd. De interviews werden op een door hun aangegeven plek afgenomen. Er waren respondenten die het fijner vonden als dat thuis was en andere wilde liever in een café of bij mij thuis geïnterviewd worden. Het streven voor het aantal interviews was 15 en dit is met 16 interviews zeker gelukt. De respondenten werkten om verschillende redenen mee, een
26
aantal gaven aan dat ze het interessant vonden dat er onderzoek werd gedaan naar recreatief gebruik van de drug. Alle respondenten kregen een fles wijn als bedankje, vaak overhandigde ik deze als eerst om het ijs te breken. Het kortste interview duurde dertig minuten en het langste een uur en dertig minuten, gemiddeld duurde een interview 45 minuten. Vanwege de inductieve manier van onderzoeken en het belang van het verstehen van de wereld van de gebruikers, is er naast interviewen gebruik gemaakt van de participerende observatie methode. Omdat GHB gebruik niet altijd gepland is, en is er voor gekozen om naar een feest te gaan waar er ondanks het zero tolerante 3 beleid drugs gebruikt worden. De observatie was een goed moment om een beeld bij de interviews te krijgen. De observatie is niet generaliseerbaar voor de gehele onderzoeksgroep, de respondenten gaan naar verschillende feesten. Om de wetenschappelijke waarde te bewaren betekent participeren in deze context aanwezig zijn op het feest en als bezoeker tussen de andere bezoekers bewegen, zonder daadwerkelijk GHB te gebruiken. Tijdens het interview proces paste ik mijn vragen continu aan aan de bevindingen die ik deed. De basis bleef echter hetzelfde, het waren semigestructureerd interviews (zie bijlage 2). Het reguleren van de drug bleek heel belangrijk te zijn en heb ik daarom als onderwerp meegenomen naar mijn andere interviews. Ook ondervond ik dat gebruikers uit dezelfde vriendengroepen dezelfde betekenis gaven aan het middel en het gebruik. Daarom heb ik geprobeerd mensen uit dezelfde vriendengroep te interviewen (zie bijlage 3). Het is daarmee een juiste beslissing geweest om niet van te voren de keuze voor respondenten vast te leggen maar via een methode die meer op een sneeuwbalmethode lijkt (Bryman 2008). De jongens/meisjes verhouding is daardoor wel uit balans. Het belang van verbanden ontdekken in vriendengroepen weegt echter zwaarder dan een gelijke verdeling van sekse. De ongelijke verdeling heeft naar mijn inzien niet voor problemen gezorgd omdat het gebruik hetzelfde lijkt binnen de onderzoeksgroep. Het model van Zinberg (1984) wordt in de analyse getoetst en met extra aandacht voor het concept setting. In het onderstaand model is te zien dat wordt achterhaald in hoeverre de twee in verband staan met elkaar en sprake is van een wisselwerking.
3
Wordt geen drugs getolereerd, zowel van lijst I als II wordt ingenomen en het is aan de organisatie om te beslissen of de bezoeker wordt overgedragen aan de politie, moet vertrekken of mag blijven.
27
Setting
Drugsgebruik
De onderzoeksresultaten gelden niet voor de algehele jongeren populatie in Amsterdam maar zal wel een inzicht geven wie de definitiemacht over GHB heeft binnen de onderzochte scene. De steekproef is op geen enkele manier random, voor dit onderzoek is dat geen probleem aangezien het niet in de aard van kwalitatief onderzoek ligt om een generaliseerbare theorie te verkrijgen (Bryman 2008). Wel wordt er geprobeerd een bepaalde mate van systematiek en reikwijdte te waarborgen (Goudsblom 1974).
“The sample is, of course, in no sense “random”; it would not be possible to draw a random sample, since no one knows the nature of the universe from which it would have to be drawn.” (Howard S. Becker 1963)
De strategie die gebruikt is om de gegevens te coderen ligt dicht bij grounded theory, van tevoren waren er echter wel bepaalde theoretische ideeën en die zijn mee genomen in de vragenlijst. In het begin van het analyseproces is er gebruik gemaakt van het programma Atlas.ti. Tijdens het coderen ondervond ik echter dat door het afnemen van het interview, het transcriberen dat ik al verder was dan de fase van open coderen. Daarnaast zijn zestien interviews te overzien en is er daarom gekozen voor een meer beeldende manier van analyseren. Door de interviews letterlijk te knippen en plakken en de quotes bij elkaar te voegen kon ik een betere koppeling maken tussen de theorie en data.
Door de kwalitatieve aanpak van het onderzoek zijn begrippen als betrouwbaarheid en validiteit niet direct te toetsen. Andere criteria zijn van groter belang. De bevindingen gelden voor een groep die zich in Amsterdam, een hoofdstad, bevindt waar drugs in hogere mate genormaliseerd dan in andere steden of dorpen (Nabben 2010). De onderzoeksetting is zeer dynamisch maar gezien de uitgebreide beschrijving van de onderzoeksmethoden, bijgevoegde interview vragen en getranscribeerde interviews zou het mogelijk moeten zijn om het onderzoek te repliceren. Objectiviteit is onmogelijk in kwalitatief onderzoek omdat er altijd bepaalde keuzes voorafgaande gemaakt worden, gezien mijn persoonlijke interesse in het onderzoeksveld is de objectiviteit al gedaald. Bewust zijnde van de negatieve lading
28
van de drug en ideeën gevormd door persoonlijke uitgaanservaringen is er geprobeerd zo neutraal mogelijk de respondenten te benaderen. Dit is ook een van de belangrijkste keuzes geweest voor het vinden van respondenten. Mijn voorkeur had respondenten die niet wisten of ik zelf uitging in dezelfde scene en of bekend was met druggebruik. Doordat respondenten mij algemeen bekende dingen uitlegde en mij tot in detail beschreven hoe een bepaalde club er van binnen uit zag is dat naar mijn inzien goed gelukt. Een van de informanten noemde het interview als een gesprek met een stille psycholoog, door mijn stilte en mijn vragen had hij sinds jaren het gevoel gehad alles te kunnen vertellen wat hij wilde. Dit vond ik een groot compliment.
29
Hoofdstuk 5. Leren doseren.
In dit hoofdstuk worden de bevindingen aan de theorie gekoppeld. Om antwoordt te krijgen op de centrale vraag zijn de bevindingen geanalyseerd en wordt er gebruik gemaakt van blokcitaten uit de interviews en fragmenten uit het observatieverslag. Tijdens het interviewen bleek het eerste gebruik en de ervaringen met GHB van groot belang te zijn voor het beantwoorden van de vraag. Om deze reden begint de analyse met de verbinding met de theorie van Becker (1953). Becker stelt dat het plezier van een drug alleen onder bepaalde voorwaarden kan worden bereikt. Bij het gebruik van GHB komen deze voorwaarden uit de theorie van ‘Becoming a marihuana user’ (Becker 1963) in alle facetten terug. Om het gewenste effect te bereiken moet iemand eerst weten wat zijn of haar dosering is. Harm (…) en toen zaten we op de bank en had ik gewoon een beetje genomen, ik was ook een beetje bang en toen voelde ik niks, ik begon met 2,5 ml en een week later 3 ml en toen voelde ik nog steeds niet en toen durfde ik ook nog niks bij te nemen want ik wist niet hoe en wat en ik wilde ook echt eigenlijk precies weten wat mijn goeie eerste dosis was. En als ik dan wat zou bij nemen zou ik dat niet weten. Ik was er gewoon wel voorzichtig in” (…) “Dus op een gegeven moment voelde ik de werking van de drug en wist ik dat de dosis 4 millimeter was. En toen nam ik dat dan voor dat ik naar een feestje ging en als het uit werkte dan was het uit, ik bedoel ik nam niet meer omdat ik nog steeds niet precies wist hoe en wat. En ja als je in een club out gaat is dat kut en toen op een gegeven moment heb ik op after party’s geleerd hoe je bij moest doseren enzo.” Linda “nou anderhalf jaar later had ik het gekocht want toen gebruikte ik het eigenlijk helemaal niet maar was ik gewoon heel nieuwsgierig en hij kwam dan uit Arnhem en wilde we nog een keer GHB doen en hadden we een buisje voor 5 euro gekocht hahaha die dealer moet echt keihard gelachen hebben hahaha ik bedoel 3 buisjes voor 15 euro , in 2007 was dat. En ik heel de tijd heel voorzichtig doen en kleine beetjes nemen dus ik merkte er niet echt wat van.” Becker (1963) stelt dat iemand ten eerste moet weten hoe marihuana gerookt moet worden om het gewenste effect te bereiken. Wanneer de bevindingen geanalyseerd worden aan de hand van de theorie lijkt hetzelfde te gelden voor het gebruik van GHB. Dit komt duidelijk naar voren in de bovenstaande fragmenten. Er wordt expliciet aangegeven dat het effect
30
niet wordt waargenomen de eerste keer. Dit wordt verklaard door de bandbreedte van de drug. In het begin wordt er al snel teveel of te weinig genomen om het juiste effect te krijgen. In de interviews komt beide voor. Ten tweede moet de gebruiker leren de effecten te ontvangen en mee om te gaan. Becker noemt het voorbeeld van iemand die heel erg stoned is maar beweerd dit niet te zijn. Dit betekent dat de gebruiker de symptomen van een GHB roes moet leren kennen.
Jack “ik denk 6 jaar geleden of iets. maar het heeft niet zo’n hele relaxte uitwerking op mij, eigenlijk voel ik er niets van en wordt ik eigenlijk meteen een soort van misselijk dus ik heb er nooit een hele warme band mee gehad.”
Bovenstaand citaat verklaart waarom mensen niet doorgaan met het gebruik wanneer zij GHB niet op de juiste manier ervaren hebben. Stijn “Eind van de avond was er zo’n piek dat ik dacht als dit maar niet verkeerd gaat. Toen had ik ook alweer 6 pillen genomen. (…)Iedereen moest lachen om mij. Het was helemaal nieuw voor mij en ik had het nog niet afgestemd op mijn eigen lichaam. Ik weet nu precies wat ik wil en wat ik kan hebben” Uit de data komt naar voren dat de eerste keer dat iemand GHB gebruikt, het effect snel te sterk of te zwak is. De gebruiker is heel voorzichtig wanneer er een nieuwe drug wordt gebruikt of juist zeer onvoorzichtig waardoor er niet het juiste effect wordt ervaren. Wanneer de drug voor het eerst onvoorzichtig wordt gebruikt is het meestal een impulsieve daad. Iemand heeft bijvoorbeeld al een ruime hoeveelheid alcohol gedronken en wordt door de alcohol overmoedig en beslist dan GHB te nemen. Wanneer de eerste keer gepland is wordt er door de vele adviezen van andere en angst voor outgaan te weinig gebruikt, wat zorgt voor het ontbreken van het ‘juiste’ effect. Wanneer de gebruiker de juiste dosering weet moet hij de effecten leren waarderen. Iemand die weet hoe het voelt om onder invloed te zijn van de GHB en dit als plezierig ervaart, zal volgens Becker naar verwachting de drug vaker gebruiken (Becker 1963).
31
Pim “ja uh lekkerrr… ja lekker een warm dekentje van binnen haha …ja gewoon heel chill, compleet ontspannen. Laatst vroeg iemand me of het voelt als klaarkomen, maar dat is het niet. Er is wel een soort van hele lekkere ontspanning in je lichaam, ja een soort van tinteling en alles gaat gewoon heel erg vloeiend. Het lijkt wel of je ineens perfect in de ruimte past. Alsof je ineens kan voelen hoe je je in de ruimte moet bewegen en daarom vind ik het zo leuk om het te doen met muziek erbij,. Want je gaat gewoon hele rare bewegingen maken.” Wanneer de respondenten beschrijven hoe zij de drugs ervaren noemen zij allen het aspect van warmte. Dit kan op meerdere manieren geïnterpreteerd worden, er is een fysieke vorm van warmte en de figuurlijke. De figuurlijke vorm van warmte geeft vorm in de setting van de scene. De intimiteit en de ‘ons kent ons’ mentaliteit binnen de scene lijken bij te dragen aan de aantrekkingskracht van de drug. Daarnaast ervaren de gebruikers een fysiek warm gevoel van binnen. Dit wordt als zeer prettig ervaren en wordt vaak vergeleken met de roes van ecstasy alleen dan op een lichtere manier. Het specifieke drug gebruik en de scene lijken met elkaar verbonden en elkaar te beïnvloeden. Harm omschrijft de invloed van GHB, het effect en de fysieke en figuurlijke warmte duidelijk in het onderstaande fragment. Harm “ja het is heel moeilijk, je krijgt het heel warm, lekker warm. Beetje…. ja je lichaam tintelt maar dat klinkt altijd zo cliché.. ja je voelt iets in je lichaam. je hebt gewoon ja ik vind eigenlijk alle drugs moeilijk om uit te leggen maar GHB en keta zijn wel echt drugs waar ik ja je wordt gewoon heel erg.. uh,..ja je voelt je heel fijn. Je hebt zo van ahh lekker fijn, lekker fijn op de bank. Beetje zo als met ecstasy, een beetje een euforisch gevoel alleen dan wat lichter. Ja want ecstasy is echt van oooh die shit is echt geweldig en ik hou van iedereen en dat zeg je dan ook. Bij GHB vind je eerder iedereen heel chill, en dat zeg je dan. (…) ja en met g is de muziek ook gewoon heel fijn enzo. Je komt wat losser en ik wist niet of ik dat de eerste keer ook echt allemaal merkte maar wat ik er fijn aan vind is dat g als je, als je, alcohol drinkt dan vervagen je grenzen gewoon en dat je makkelijker tegen mensen praat. Maar een nare bijkomstigheid is dat je gewoon een lamme lul wordt die gewoon een beetje zo waaahhh onzin uitkramend. En bij GHB vervagen die grenzen ook en ga je ook makkelijker tegen mensen praten en dansen op straat, wat normaal heel belachelijk zou zijn. Maar met GHB ben je daarnaast wel gewoon scherp en bewust van de situatie. zeg maar wel dat je praat tegen mensen en dat je dat normaal vind. (..) En je hebt geen kater. Dat is ook helemaal geweldig. De bovenstaande citaten illustreren de theorie van Becker die stelt dat het effect niet begrepen kan worden wanneer alleen de farmacologische werking wordt bestudeerd. De effect en de roes is aangeleerd in interactie met gebruikers die het effect kennen en door
32
eigen ervaringen (Becker 1953) . In het fragment van Harm wordt een verschil aangegeven tussen drinkers en GHB gebruikers,in hoeverre deze differentiatie van belang is voor de aantrekkingskracht van de drug wordt duidelijk in het volgende hoofdstuk.
33
Hoofdstuk 6. Iedereen kent iedereen.
Meerdere respondenten spreken over de magische wereld van het nachtleven waar iedereen aardig voor elkaar is, agressiviteit niet geduld wordt en je wordt opgenomen in een groep. Het lijkt alsof er een bepaalde aantrekkingskracht is die in de eerste instantie niet met drugs te maken heeft maar met de scene. Nabben (2010) beschrijft verschillende profielen van jongeren die zich in het uitgaansleven bevinden. Dit onderzoek richt zich op de creatieve & alternatieven. De beschreven profielen komen duidelijk naar voren wanneer de respondenten gevraagd wordt om de scene te beschrijven;
Jack “Ja wel echt muziek liefhebbers. Die ook wel voor het feest komen en echt voor de muziek zelf, daarnaast heb ik wel het gevoel dat de mensen die er rondlopen wel iets hoger opgeleid zijn meer dan in andere muziekstromingen. toch echt wel hbo of universitair. Vind het ook wel gemoedelijk, mensen gaan goed met elkaar om en altijd in voor een praatje.” In verschillende interviews komt terug dat de scene hoogopgeleid is, dit komt overeen met wat gevonden is in verschillende nationale en internationale studies (MacRea 2004; Nabben 2010). Het creatieve aspect komt ook naar voren, of de respondenten zijn zelf actief in de creatieve sector of hebben vrienden die zich daarin bevinden. Linda “Ja kijk hier in Amsterdam moet het allemaal maar hip zijn en ja je ziet wel ja.. , kenmerken.. lastig. Ja, ik denk dat best wel veel mensen best wel hoogopgeleid zijn en ja, best wel veel creatieve mensen ik bedoel heel veel mensen die voor zichzelf allemaal wel wat doen. Ik heb het idee dat ik dat best wel vaak zie, gewoon best wel slimme mensen die wel heel erg van doorhalen houden maar ook gewoon een normaal leven leiden.” De gemoedelijke sfeer die wordt beschreven oefent een grote aantrekkingskracht uit op de jongeren. Ondanks dat ‘de scene’ moeilijk vast te stellen is, is het voor de respondenten geen probleem een beschrijving te geven. Wanneer het woord ‘scene’ niet ter sprake komt in het onderzoek benoemen de respondenten het uit zichzelf. Voor de jogneren bestaat de scene wel degelijk en het lijkt in verband te staan met de drugs en muziek zoals in de literatuur beschreven wordt (MacRea 2004; Nabben 2010) Kay “het is in de scene gewoon heel belangrijk dat je aardig bent voor elkaar en het is in Amsterdam ook gewoon ook heel erg zien en gezien worden deze scene” In de interviews wordt duidelijk dat het de
34
respondenten het als zeer prettig ervaren. Linda en Pim beschrijven los van elkaar met hetzelfde enthousiasme hoe zij de uitgaanswereld in Amsterdam beleven. Linda “ja lief natuurlijk, ja iedereen gaat lief en fijn met elkaar om ik bedoel laatst was er een vechtpartij in een club en daar schrok ik echt van.! dat zie je gewoon nooit meer….! dat is gewoon echt gek als zoiets gebeurt. Pim “ja gewoon uhm… hoe mensen met elkaar omgaan? Ja heel vriendelijk, open en niet echt agressief, liefde. Nouja niet eens zozeer liefde. Nee eigenlijk echt niet. Maar het is eerder niet, het is eerder het tegenovergestelde van haat? Het is in ieder geval niet negatief. Het is gewoon positief. Je kan gewoon lekker doen wat je wil. Het is gewoon positief ja. Lekker vrij.. Je kan gewoon lekker gek doen en het is allemaal wel goed. Soms zegt er wel iemand rot op idioot maar dan is dat ook wel weer ok.” Pim en Liza beschrijven beide de sfeer als liefdevol en vrij, in bijna alle interviews komt dit naar voren. Met het benoemen van specifieke kenmerken distantiëren de respondenten zich van anderen. MacRea (2004) stelt dat het van groot belang is voor jongeren in de clubscene zich doormiddel van kennis en gebruiken te distantiëren van anderen. Daarnaast is er een grote behoefte en bereidheid om kennis en specifieke gebruiken te delen in de scene, het gebruiken van hetzelfde type drugs hoort daarbij. Het creëren van ‘de andere’ draagt bij aan de identificatie en differentiatie, wat tot insluiting en uitsluiting lijdt (MacRea 2004). Joanna beschrijft dat ze GHB gebruik aan meerdere mensen heeft geleerd, ze was een tijd erg enthousiast over de drug en wilde het met iedereen delen, ook met vreemden. In het onderstaande fragment beschrijft ze hoe ze haar vriend liet kennis maken met GHB.
Joanna “Bijvoorbeeld met een ex vriendje van me die heb ik dan ook zijn eerste pilletje gegeven. Samen met zn 2e thuis doen, spannend. En dan op een gegeven moment gingen we uit en hij wilde niks van GHB weten. En ik zat altijd aan de GHB en dan zei ik altijd dit is cola, en dan nam hij een slokje. Maar hij wist wel dat het GHB was maar dan deed ik altijd alsof het cola was. Maar hij wist wel dat het GHB was. En dan nam hij toch een slokje. Het was een soort spelletje en zo is hij dan toch zo gegaan.” De bereidheid en behoefte om kennis te delen is duidelijk aanwezig in het geval van Joanna. GHB wordt ook veel gedeeld omdat het altijd voorhanden is vanwege de grote hoeveelheden die je per keer koopt. Daarnaast is het heel erg goedkoop in vergelijking met andere drugs en alcohol.
35
Melvin “ ja wat het grote verschil is met andere feestjes is dat er gewoon nooit ruzie is, ja wel bekvechten maar geen agressiviteit, we kennen elkaar allemaal en hoe je eruit ziet maakt niet uit. Ik bedoel de ene heeft een ring door der neus en de andere een soepjurk aan, het maakt niet uit als je maar lief bent voor elkaar.” Melvin beschrijft dat het niet uitmaakt hoe je eruitziet als je maar lief bent voor elkaar, wel wijst dit citaat erop dat hij een distinctie maakt tussen ‘zijn’ feestjes en ‘andere’ feestjes. Dit komt overeen met wat Thornton (1995) stelt. Er wordt gezegd zeggen dat het niet uit maakt hoe je er uitziet, maar tegelijkertijd wordt er gebruik gemaakt van categorieringen en spreken ze allen over wij en zij. Bennet (1999) en Maffesoli (1996) betogen dat er geen sprake is van vaste rigide subculturen maar van neo-tribes. Een losse neo-tribe zoals Bennet die beschrijft is op de scene toepasbaar omdat het om fluïde bewegingen gaat binnen een jeugdcultuur. Dit is toepasbaar op de onderzoeksgroep omdat deze zich allen in verschillende velden van de maatschappij bewegen, samen behoren ze tot de scene. De aantrekkingskracht kent ook een keerzijde, mensen kunnen worden opgeslokt door de scene en verliezen daarmee zicht op de realiteit.
Ivo “wat je merkt als mensen hier in Amsterdam komen studeren, eenzaam worden, en dan verbondenheid vinden in een scene, en mensen die dan opgeslokt worden in de scene en wat je dan krijgt is dat mensen eenzaam zijn, of waren. Ja zoals een van mijn medewerkers, precies hetzelfde. Ik heb haar ook gevraagd van ja gebruik je nou drugs omdat je het leuk vindt om drugs te gebruiken, ik bedoel ga je naar feesten om drugs te gebruiken of gebruik je drugs op feesten. Dus toen moest ze van mij het eerst gaan bijhouden… en ja hoor… het ging vooral om de drugs.” Het druggebruik en de uitgaanswereld lijken onlosmakelijk met elkaar verbonden te zijn. Ivo beschrijft de scene als een destructief fenomeen, dit wijt hij niet alleen aan de drug maar ook aan de muziek.
Ivo “scene is vrij destructief in dat opzicht. De techno is laat doorgaan..harde muziek hypnotische muziek en veel druggebruik. Een andere scene is misschien veel eerder naar huis, Terwijl de underground techno en house scene is veel meer dagen en nachten door gaan. Dagen door…”
36
De intensiviteit van het feesten en het bijbehorende drug gebruik is van invloed op de vrienden die iemand om zich heen heeft. De vriendschappen zijn soms net zo intens en kort als de roes van de drugs. Kay “… het was zo intens… die belevingen met elkaar… dat je dat ook maar blijft opzoeken… op een gegeven moment zat ik elke week aan de pillen… soms drie keer per week… en je zag steeds dezelfde mensen.. drugs gebruik in groepsverband.. ja het is echt soms als een roze wolk geweest. Ik zat in een groepje van 5 mensen en we deden alles samen, we gingen samen naar feestjes.. sliepen samen en we gewoon alles.. maar op een gegeven moment ging het echt kapot.” (fragment uit een eerder interview) Het distantiëren van andere gebeurt in de scene niet alleen doormiddel van het tonen van affectie voor elkaar, het druggebruik in groepsverband lijkt van groot belang. Niet omdat het een vereiste is dat iemand van drugs houdt maar doordat het van belang is voor het ervaren van het feest. Wanneer het feesten een belangrijke plaats heeft ingenomen in iemand leven kan dat zwaarder wegen dan bepaalde vriendschappen.
Linda “En ik ga ook wel met vriendinnetjes van de uni om, naar feestjes enzo maar die zijn nu ineens helemaal anti drugs. En ja, dan vind je die feestjes waar ik heen ga toch niet meer zo leuk weetjewel.” In een ander interview wordt benadrukt dat het niet opzettelijk gebeurt maar een scheiding tussen drugs en geen drugs vrienden onontkoombaar is.
Sanne “Er zijn wel vrienden die überhaupt niet echt mee gaan naar sommige feestjes omdat ze geen zin hebben om met ons te zijn als wij drugs gebruiken. (..) je merkt wel dat er een soort van scheiding in de groep komt en dan hoor je later van ja zij met hun groepje gebruiken (..) Maarja je ontkomt er niet aan want je hebt toch van die gesprekjes van oohh voel jij dit nu ook enz” Het lijkt alsof er als vanzelf een bepaalde scheiding ontstaat tussen mensen die drugs gebruiken en mensen die dat niet doen. De aantrekkingskracht van de scene, het warme bad van affectie en gezelligheid waar de respondenten over spreken kent dus ook een keerzijde. In de interviews komt naar voren dat het voor sommige moeilijk was om onderscheid te maken tussen vrienden voor de nacht en vrienden voor de dag.
37
Marieke “nou ik ben sowieso een beetje bitter over ‘de scene’ mensen zijn heel erg nep en vals, iedereen doet alsof ze je beste vrienden zijn maar als je je ze dan overdag ziet zeggen ze je niet eens hoi. Het is vooral heel erg nep en oppervlakkig, het is heel gezellig. Iedereen is aardig voor elkaar….” (…) “ja… ja… maar ik dacht altijd dat ik heel erg veel vrienden had totdat er iets gebeurt waardoor je bijvoorbeeld even niet meer uitgaat. Iets in je leven of iets in je relatie en dan kom je erachter dat je eigenlijk maar heel weinig vrienden hebt. Ik dacht altijd dat ik echt super veel vrienden had… niet dat het uitmaakt… maar het was gewoon omdat je die mensen ieder weekend ziet maar als het erop aankomt zijn ze er helemaal niet.”
Hoe wordt er binnen vriendengroepen dan betekenis gegeven aan individueel GHB gebruik? In de interviews wordt duidelijk dat iedereen zich in bepaalde mate distantieert van andere oftewel de ‘mainstream’ uitgaanscultuur (Nabben 2010). Op een veel lager niveau wordt er gedistantieerd in druggebruik. Wanneer er wordt gevraagd of het GHB gebruik verschilt van andere in de omgeving van de respondent wordt er vaak verteld over andere die nog meer gebruiken. Er wordt een enkele keer benoemd dat de respondent meer dan andere gebruikt maar dat dit in de vriendengroep weer niet het geval is. De Scene lijkt in nauw verband te staan met de setting en de verwachtingen en ervaringen van de gebruiker.
38
Hoofdstuk 7. Stapelen en combineren.
Hangt de aantrekkingskracht van GHB dan alleen samen met de werking van de drug en de mensen die het gebruiken? In de vorige hoofdstukken werd duidelijk dat er binnen de onderzoeksgroep veel waarde wordt gehecht aan de waarden van de scene en de verwachtingen en ervaringen van de drug. Zinberg (1984) stelt dat drugs begrepen kunnen worden wanneer er gekeken wordt naar die factoren; drug, set en setting.
7.1 Drug De factor Drug geeft inzicht over de farmacologische werking van de drug, is het een upper of een downer? In welke dosering wordt het genomen en hoe reageert iemand lichamelijk als wel mentaal op het middel? Tijdens het onderzoek werd al snel duidelijk dat wanneer de werking van de drug wordt onderzocht, er rekening gehouden moet worden met combi gebruik. Dat er verschillende drugs met elkaar wordt gecombineerd in de scene komt in verschillende studies naar voren (Korf et al. 2002; Nabben 2010; Doekhie et al. 2010). In bijna alle interviews kwam het onderwerp combi gebruik dan ook naar voren;
Ivo “Al begint er een nare andere ontwikkeling plaats te vinden en dat is dat iedereen tegenwoordig alles door elkaar gebruikt. Dus zowel een beetje G als een beetje Keta en whatever.” Het combineren van GHB heeft in eerste instantie te maken met de farmacologische werking. Om de roes te versterken of langer te laten duren geven respondenten aan dat ze combineren. Linda “nee ik vind GHB helemaal niet chill om alleen te nemen. Ik bedoel ik wil echt wel combineren. Ik word er misselijk van enzo… verschrikkelijk., net als met keta. Het is echt vooral chill met ecstasy… dan wordt dat euforische gevoel gewoon verlengd. Ik ken ook mensen die net binnen zijn, en dan nuchter een gtje nemen en dan denk ik echt gadverdamme…. ben je net binnen, moet je toch niet aan denken. Word je helemaal suf van.” Combineren gebeurt ook uit nood, wanneer er iemand out gaat of zich niet lekker voelt wordt er Amfetamine of Cocaïne gebruikt om bij te blijven. Het combineren van drugs wordt in deze gevallen als iets ‘praktisch’ gezien.
39
Stijn “Als ik af en toe te veel heb genomen combineer ik het met een puntje speed dat ik er weer even tegen aan kan.” Marieke “En ja toen ging ik naar huis, oh nee… ze gaven me eerst heel veel speed. Ja, ook niet leuk maar dat moet wel, anders val je steeds in slaap. En anders had ik misschien wel naar het ziekenhuis gemoeten.” Binnen de onderzoeksgroep waren er twee respondenten die het puur gebruikte, niet in combinatie met andere drugs. Wanneer er werd doorgevraagd werd het duidelijk dat ook deze respondenten combineerde maar pas later op de avond. In het begin is voor sommige GHB genoeg maar wanneer er wordt doorgehaald is het nodig om uppers te nemen zoals amfetamine en of ecstasy. Uppers zorgen voor de energiekick en scherpte wanneer dat nodig is. De steile dosisrespons curve oftewel het stapeleffect van GHB zorgt ervoor dat er goed moet worden bijgehouden wanneer er hoeveel genomen is. De perfecte stapel verhouding is voor ieder individu anders en staat daarom niet vast.
Harm “daar had ik bijvoorbeeld nooit geleerd wanneer je weer bij kon nemen en het stapel effect wist ik wel, maar niet de juiste dosis erbij. Het is wel van als je GHB neemt dan moet je anderhalf uur tot twee uur wachten en dan kan je iets minder dan de dosis die je daarvoor hebt genomen en dan kan dat.” In de literatuur wordt er gesteld dat gebruikers een bepaalde mate van tolerantie opbouwen. Dit komt in het empirische onderzoek niet naar voren (Korf et al. 2002). In dit onderzoek lijkt er ook geen sprake te zijn van tolerantie opbouw. Bram is daar een goed voorbeeld van, Bram gebruikt al 7 jaar GHB en is een grote stevige man en hij gaat regelmatig out en zegt nooit meer dan drie buisjes te nemen.
Bram “Ik neem nooit meer dan twee, anders wordt het teveel. Met uitzondering over een hele dag op het strand met feestjes, misschien drie.” Het voorbeeld van Bram illustreert dat het een proces is van de juiste individuele dosering leren, daarnaast is er een groot verschil in dosering per buisje. Er is tevens een grote invloed van het nuttigen van alcohol wanneer iemand de drug gebruikt. Bram drinkt altijd bier naast
40
het nemen van GHB. Dit wordt door alle respondenten als ‘boosdoener’ gezien. De combinatie alcohol en GHB wordt dan ook afgeraden. In het literatuuronderzoek wordt de drug als downer beschreven, de respondenten ervaren het vaak als een upper. Dit is in contradictie met de functie die het middel ooit had. Het komt echter wel overeen met de verschillende fases die worden beschreven in eerdere studies (Korf et al 2002). Een lage dosis leidt tot lichte ontspanning. Wanneer er nog iets bij wordt genomen leidt dat tot een sterk gevoel van fysieke en mentale ontspanning. Wanneer er dan nog meer wordt genomen en er sprake kan dit leiden tot acuut in slaap vallen (Korf et al. 2002). In een van de interviews vertelt de respondent over verschillende fases.
Kay “maar heb je ooit van de verschillende fases gehoord? Je hebt met GHB een soort van fases, een soort van andere gewaarwording. Ooit van gehoord? Eerste fase voel je je lekker, met de 1e,2e, en 3e, maar de 4e, en de 5e begin je heel losbandig te worden en begin je echt baldadig te worden en dan nog eentje erbij dan begin je te zwalken en te brabbelen en dan weetje dat als je er nog eentje neemt en er niet sterk genoeg voor bent en dan ga je out, en dat doen heel veel mensen dan. Dan nemen ze er nog eentje en dan Bam! Ze nemen er dan ook vaak nog een.”
Het bovenstaande citaat illustreert de verschillende fases die Korf et al (2002) beschrijven. De respondent in kwestie zegt de laatste fase te bereiken na 4 à 5 buisjes. Het is per persoon verschillend wanneer deze fase bereikt wordt. Daarnaast is de dosering per buisje belangrijk; Kay “Dus ik neem nooit meer dan 0.25, en echt om de ander half uur.” De farmacologische werking van de drug is afhankelijk van het gewicht, lichamelijke en mentale conditie van de gebruiker. Het effect is niet voor iedereen gelijk, maar zoals eerder te lezen was ervaren de meeste respondenten een prettig warm en tintelend gevoel. Kay beschrijft dat er vaak nog een buisje wordt genomen wanneer de laatste fase bereikt is, dit betekend dat de grens bewust wordt opgezocht, als er nog van bewustzijn gesproken kan worden in de staat waarin de gebruiker op dat moment is. De aantrekkingskracht van GHB is deels toe te wijden aan het effect, de warmte en het fijne gevoel. Daarnaast kan de gebruiker de roes beïnvloeden en versterken door meer te nemen. Dit wordt door sommige respondenten als positief ervaren.
41
Gilles “Het is gewoon zo dat als je veel drugs gebruikt dan moet je echt heel veel nemen om hetzelfde effect te krijgen. En dat vind ik zo leuk aan ghb dat elke keer als je het gebruikt is het effect weer hetzelfde. Als je gewoon de juiste hoeveelheid neemt is het fijn, maar als je teveel neemt dan wordt je misselijk. En dat was echt zoeken in het begin.” 7.2 Set Set refereert aan “The attitude of the person at the time of use” (Zinberg 1984:5). Niet alleen de houding van de gebruiker is van belang maar ook de ervaringen in het verleden, gemoedstoestand, motivatie en de verwachtingen van de gebruiker. (McElrth et al. 2002). De invloed van je gemoedstoestand wordt door de gebruikers verschillend ervaren. Bram ervaart dat het van invloed is hoe je je voelt wanneer je GHB gebruikt.
Bram “Ja als je je rottig voelt, ga je je nog rottiger voelen. Dat is met ecstasy ook zo, als je in een dip zit is het niet verstandig.”
Dit wordt niet door de gehele onderzoeksgroep op dezelfde manier ervaren. Harm stelt dat hij het moeilijk vind om het te beoordelen omdat hij het middel altijd neemt wanneer hij iets leuks gaat doen.
Harm “ik denk het niet. ik weet het niet, ik heb het nooit echt genomen als ik verdrietig of chagrijnig was. Nee, ik denk niet dat het uitmaakt. Misschien wordt je makkelijker emotioneel, maar dat zou wel op een positieve manier zijn. Lekker even huilen ofzo. Mensen laten misschien makkelijker zien als er iets dwars zit”
Hij vertelt over momenten in de vrienden groep tijdens afters waar er makkelijker werd gesproken over moeilijke dingen. Dit ervaart hij echter als zeer positief. Meerdere respondenten stellen dat de verwachtingen van de drug en eerdere ervaringen erg belangrijk zijn. Dit is voor meerdere respondenten de grootste aantrekkingkracht, het effect blijft hetzelfde. Dat de nieuwigheid ervan af is, is voor sommige juist een reden om te stoppen.
42
‘Heb je verwachtingen?’ “ Ik merk dat het wel minder wordt, ik gebruik ook steeds minder.” ‘Denk je dat je uiteindelijk zal stoppen?’ “Nee, dat weet ik niet. Misschien over tien jaar. Maar dat hebben veel mensen in mijn vriendengroep. Maar misschien is de ene fles beter en sterker samengesteld. Dat weet ik niet.” ‘Is het omdat je het kent?’ “Misschien, als je weet wat er gaat komen en zo….”
In het bovenstaande interviewfragment komt naar voren dat wanneer de gebruiker bekend is met de effecten van GHB de aantrekkingskracht van de drug minder wordt. Dit is kenmerkend voor recreatieve druggebruikers, wanneer de gebruiker gewend is aan een middel en het ‘nieuwe’ er vanaf is zal het gebruik ook afnemen (Nabben 2010). De respondent uit het bovenstaande citaat gebruikt de drug 7 jaar op het moment van het interview en is ouder dan de andere respondenten, dit kan ook van invloed zijn op het getemperde enthousiasme over GHB. De verwachtingen nemen een grote rol in wanneer het aankomt tot dosering. Roos vertelt dat ze heel bewust op zoek is naar een bepaalde roes die ze kent uit eerdere ervaringen
Joanna “ (..) Wanneer ik M neem, en als je dan GHB erbij neemt dan heb ik het gevoel dat ik dan vlieg. Heel raar, dan zeg ik altijd ik ga even vliegen en dan ik weet niet alles verdwijnt een beetje en je bent heel even in coconnetje. Maar niet heel lang, 10 min en dan ben je er weer.”
7.3 Setting Goede of slechte ervaringen met de drug zijn volgens Becker niet alleen gebaseerd op lichamelijk effect maar ook door de interactie met andere. ‘Interactions with “knowledgeable” users who “define” the effects of the drug can contribute greatly to positive drug experiences for others (Becker 1967: 165).
43
In de onderzoeksgroep gebruikt iedereen GHB daarom het liefst in een sociale setting. De drug wordt gedeeld en de emoties en gevoelens die daarbij optreden ook. Sanne “ik heb sowieso heel erg de behoefte om met andere mensen te delen wat je mee maakt, ik zou het nooit alleen doen. Ik zou het wel met iemand gewoon op de bank doen.” Sanne vertelt dat ze graag wil delen met anderen wat ze meemaakt en voelt, dit is kenmerkend voor drug gebruik in het algemeen. Het delen van gevoelens werkt sfeer verhogend en lijkt te zorgen voor een intiemere sfeer. Dit sluit aan bij het theoretische model van Zinberg (1984). Gezien de farmacologische werking van de drug, de nauwe bandbreedte en de reputatie van ‘narcose’ en ‘erotische getinte’ drug. Werd er vanuit gegaan dat de setting van grote invloed zou zijn op de beleving van de drug. Dat het vooral om een drug ging die op afters werd gebruikt en dat de aantrekkingskracht daarmee hand in hand ging, wanneer het feest afgelopen is en iemand nog even door wil gaan maar niet zo hard als met Ecstasy of Amfetamine. Tijdens het onderzoek bleek echter dat setting van belang is voor het beantwoorden van de centrale vraag maar op een andere manier dan gedacht. Tijdens het interviewen kwam naar voren dat er een verband is tussen zowel muziek, setting als type drug. In de studie van Korf et al. (2002) wordt gesteld dat GHB op verschillende gelegenheden gebruikt wordt. De pioniers van GHB gebruikte de drug eerst vooral op afters (Korf et al 2002). In dit onderzoek wordt duidelijk dat er een voorkeur is voor GHB gebruik op festivals in de zomer. Dit komt overeen met drug gebruik in het algemeen, in de zomer zijn er ieder weekend feesten van ‘s ochtends vroeg tot ’s avonds laat en in deze maanden neemt het drug gebruik toe (Nabben 2010). Er lijkt een verband te zijn tussen kleinere feesten en GHB gebruik, de rush van Ecstasy en harde technobeats zijn door sommige respondenten vervangen voor melodieuzere klanken en een ‘bijpassende drug’? Harm “Ik bedoel vroeger hield ik echt van ecstasy en toen ging ik ook naar van die grote Awakeningsfeesten. Vond ik echt fantastisch, maar nu ben ik meer van de melodieuzere en relaxte, dat het niet te hard gaat maar dat het een rustig treintje is en geen harde beuker, zo’n stoomtrein”
44
De drug GHB lijkt meer te passen bij de kleinere feesten waar ruimte is om te chillen en de muziek minder hard is, wanneer er wordt gevraagd of de drug dan ook zou passen in een café setting wordt er als volgt gereageerd;
Harm “mm ja dat zou misschien een beetje akward zijn… omdat je toch wel , het zou wel eventueel kunnen, ik heb het ook wel eens gedaan.(…) Maar ik denk dat van g dat je toch wel, helemaal als je hard gaat dat het wel een beetje misplaatste setting is.”
Het bovenstaande citaat impliceert dat het ongepast zou zijn om GHB te gebruiken in een café. Harm stelt dat het een misplaatste setting zal zijn wanneer je onder invloed bent van de drug, dit komt in meerdere interviews terug. Het middel wordt het liefst gebruikt op een plek waar andere mensen ook drugs gebruiken. Dit komt overeen met het distantiëren van andere en de aantrekkingskracht van identificatie met mensen met dezelfde gebruiken (MacRea 2004). Waar en wanneer er GHB wordt gebruikt is essentiële informatie wanneer de aantrekkingskracht wordt onderzocht. De keuze voor een bepaalde drug op een bepaalde plek lijkt niet alleen gebaseerd te zijn op de werking maar ook op beschikbaarheid. Meerdere respondenten beschrijven dat wanneer de drug aanwezig is en andere het gebruiken zij zelf sneller meedoen. Melvin gebruikt alle soorten drugs en stelt dat GHB niet zijn ‘Drug of choice’ is.
Melvin “ Waar ik het liefst GHB gebruik?...nou misschien wel, op een after ook wel in de mode kan zitten dat je zo gaat zitten enzo.. en ja ik gebruik het eigenlijk nooit tijdens het uitgaan en dan moet je met zo’n flesje gaan sjouwen en zoals ik zei het is niet mijn drug of choice want ik wil ook lekker kunnen drinken.”
Wanneer er wordt afgevraagd wat de setting voor invloed heeft op het druggebruik moet eerst de setting worden begrepen. Doormiddel van participerende observatie is er onderzocht hoe de setting waar GHB gebruikt wordt is gevormd. In de interviews en ook tijdens de observatie wordt duidelijk dat de feesten waar GHB wordt gebruikt anders zijn ingericht dan grote techno feesten waar de respondenten over zeggen dat er meer drugs
45
met Amfetamines wordt gebruikt. Ondanks dat meerdere respondenten de drug als een upper ervaren lijkt er een verband te zijn tussen de mogelijkheid tot chillen en GHB gebruik.
Observatie verslag; Het is inmiddels na middernacht en wanneer we boven in het ‘Chill gedeelte’ komen, de eerst nog zo lege hemelbedden zijn nu druk bezet. Op het grote hemelbed in het middel van de zaal liggen nu 5 verklede meisjes andere meisjes en jongens te knuffelen en te masseren, een bordje naast het bed leert ons dat dit het vertroetelbed is. Wanneer ik met een van de meisjes praat, vertelt ze mij dat zij ook GHB gebruikt omdat ze er zo lekker ontspannen van wordt, dit werkt mee in de setting en ze vind het knuffelen dan ook leuker. Ik heb niet aan iedereen gevraagd wat ze gebruiken maar gezien het aantal liggende mensen in de zaal is het aannemelijk dat er meer ‘downers’ worden gebruikt dan ‘uppers’.
Dit fragment uit het observatieverslag geeft duidelijk het verband weer tussen de setting en drug gebruik. In de beschreven zaal wordt melodieuzere muziek gedraaid dan in de andere zalen en mensen gaan intiem met elkaar om. De setting lijkt hier van invloed op de ervaring van de drug en andersom nodigt de setting uit om de drug te gebruiken.
46
8. Interactieritueel.
Geslaagde, intense interactierituelen verhogen de emotionele energie van de deelnemers, ze steken elkaar aan met positieve emoties , zelfvertrouwen, wij-gevoelens, enthousiasme, zin en bereidheid om dingen aan te pakken , die weer bijdragen tot het succes van volgende interacties (Collins 2004; Wilterdink 2005) De warme sfeer die door de respondenten wordt beschreven en de contacten die worden opgedaan op feesten kunnen worden gezien als geslaagde interactie rituelen. De respondenten geven aan Het wij-gevoel is heel belangrijk in de scene. Er wordt een onderscheidt gemaakt tussen wij en zij en drugs gebruik is een van de onderscheidende factoren (MacRea 2004). Harm heeft voornamelijk goede ervaringen met GHB en geeft aan dat hij juist door dat hij de drug gebruikt beter kan praten en er een betere sfeer ontstaat. Harm “Ik bedoel meestal op afters gaan mensen blowen en wordt het gewoon een grote begrafenis onderneming en zit iedereen dood in hun stoel en is er nog een iemand vaag aan het dansen op muziek. Maar wij zijn…gewoon wakker! en aan de Gen hebben gewoon goede gesprekken over bijvoorbeeld dat een moeder van een meisje uit de groep heeft nu kanker en daar hebben we het dan gewoon heel makkelijk over, dan gaat het wat makkelijker en durf ik er ook wat meer naar te vragen en ben ik niet bang bepaalde dingen te vragen. Iets wat ik normaal wel heb… normaal vind ik het een beetje akward om daarover te praten.. “ Niet alleen het wij en zij onderscheid wordt benadrukt in het bovenstaande fragment maar ook de positieve ervaringen met de drug. De respondent geeft aan dat hij over onderwerpen durft te praten die normaal onbespreekbaar zijn. Dit wijst op een intense en geslaagde interactie ritueel, het is aannemelijk dat de persoon in kwestie daar positieve energie van krijgt. Wanneer een interactienetwerk positieve energie voortbrengt ligt het in de lijn der verwachting dat de interactie nog eens plaats zal vinden (Collins 2004). Met GHB gebruik werkt dit net zo, wanneer het door de respondenten als heel positief wordt ervaren bevestigd dat de ervaringen en versterkt het de aantrekkingskracht.
47
Harm “Eigenlijk is het zo dat ik een paar mensen ken die G gebruiken en als ik met hun ga chillen weet ik ook dat ik wel g ga nemen en dat kan heel impulsief. Dan word ik bericht van ‘’kom je chillen?’’ en dan weet ik wel ; The shit is going to hit the fan. haha” In het bovenstaande fragment stelt Harm dat er een aantal mensen zijn waar hij (bijna) altijd GHB mee gebruikt wanneer ze samen komen. De bijeenkomsten zijn impulsief maar het GHB gebruik niet. Met ‘The shit is going to hit the fan’ duidt de respondent op een avond plezier met de drug. Een ander belangrijk punt in de interaction ritual chains theorie van Collins (2004) is het gegeven dat interactie rituelen op elkaar volgen, mensen gaan van het ene ritueel over op het andere. Wanneer mensen over situationele ‘cultureel kapitaal’ beschikken doormiddel van opgedane kennis en ervaringen nemen ze dat mee naar een volgend ritueel. Dit geldt ook voor GHB gebruik, in de studie van Korf et al. (2002) wordt er gesteld dat mensen GHB gebruik eerder normaal vinden door de orale toepassing die ze gewend zijn bij alcohol drinken. Daarnaast geven alle respondenten aan dat ze al vele jaren Harddrugs gebruikte voor dat ze GHB namen. De respondenten beschikten dus over situationeel cultureel kapitaal wat betreft druggebruik. Omgekeerd zou verwacht worden dat mensen niet door gaan met het gebruik van GHB wanneer er een interactieritueel heeft plaatsgevonden waarbij negatieve emotionele energie ontstond. In het geval van outgaan of extreme misselijkheid zou er volgens de theorie de aantrekkingskracht van GHB afnemen. Het komt echter in meerdere interviews naar voren dat de respondenten outgaan niet per se als een negatieve ervaring hebben onthouden omdat ze er niet bewust bij waren. Bram “In het Amsterdamse bos een paar jaar geleden heb ik para gelegen bij de eerste hulp. En die mensen maken zich helemaal niet druk, dat gebeurt de hele dag door. Zo van; oh die wordt zo wel wakker. Ik dacht wat moet ik hiermee, ik had allemaal sticker met draden eraan. Die heb ik toen losgetrokken en ben opgestaan, ik zag de ambulancemeester en vroeg; wat is er aan de hand, wat doe ik hier? En toen ben ik weggelopen.”
48
Bram beschrijft hier een situatie waarvan verwacht wordt dat deze als onprettig wordt ervaren. Doordat hij echter niet ‘bij’ was, heeft hij het moment niet als negatief ervaren. Wanneer er gevraagd wordt naar hoe zijn dag verder verlopen is antwoordt hij als volgt; Bram “Ja, en daarna voel je je heerlijk he. Ik heb op het strand gelegen en doorgeslapen, je voelt je echt top daar na.” Het fijne gevoel wordt echter niet door iedereen zo ervaren maar kan voor Bram wel een verklaring zijn waarom hij al meerdere keren out is gegaan. Voor omstanders wordt het vaak heel anders ervaren wanneer er iemand outgaat. Collins stelt dat de centrale deelnemers aan een ritueel er ook meer energie aan ontlenen dan in de perifere. En in sommige interactie rituelen kan het zelfs een negatief effect hebben op degene in de perifere (Collins 2004; Wilterdink 2005) Harm “We grappen ook altijd van ‘out gaan is 50 euro!’’ ik bedoel het is echt niet cool, we haten het echt en het is echt kut ik bedoel het is een hele ernstige sociale last die je op ons gooit, ik bedoel wij moeten kiezen of je naar het ziekenhuis moet gaan. Wij beslissen voor jou over leven of dood. Ik bedoel misschien is het niet erg en kan je gewoon verder slapen of je gaat naar het ziekenhuis en de hele chille omgeving is veranderd in een zure omgeving en dan is de avond voorbij.”
Jack heeft ook soortgelijke gebeurtenissen meegemaakt en stelt dat het verschilt of iemand er zelf heftig op reageert.
Jack “Ik bedoel ik heb wel eens met mensen in het ziekenhuis gestaan en het hele proces eromheen is super heftig, daar krijgen omstanders ook echt slechte emoties van. Het is ook heel persoonsafhankelijk hoe mensen zelf reageren wanneer je in het ziekenhuis beland, de een vind het heel heftig om wakker te worden in het ziekenhuis. Je weet ineens niks meer en wordt je wakker in het ziekenhuis, maar iemand anders is meer in de ontkenning.” In het bovenstaande fragment wordt duidelijk dat dit interactie ritueel voor de omstanders een negatieve ervaring is geweest. Dit maakt dat de drug door omstanders niet wordt begrepen maar voor gebruikers neemt de aantrekkingskracht niet af.
49
Hoofdstuk 9. Bewust onbewust.
Outgaan, G slaapje, het lijkt niet echt iets te zijn wat samenhangt met de aantrekkingskracht van GHB. Hoe voorkomen gebruikers het en is er sprake van informele regelgeving en regulering om outgaan te voorkomen? Zinberg onderscheidt vier fasen van sociale rituelen en sancties die deel uitmaken van het proces van leren omgaan met gecontroleerd gebruik van illegale middelen (Nabben 2010, Zinberg 1984). Ten eerste stelt Zinberg dat sancties gematigd gebruik preciseren. Wanneer de sancties van deze studie geanalyseerd worden valt op dat er binnen iedere groep sprake is van bepaalde sancties. Wanneer en hoe de sancties worden geuit verschild per vriendengroep. Binnen de ene groep wordt het getolereerd wanneer er iemand op een after een G slaapje doet terwijl dit binnen een andere groep wordt afgekeurd.
Stijn “ja tuurlijk, iedereen weet inmiddels wat je kan gebruiken en wat je aankan en als je je daar niet aan houdt. En wij vinden het irritant als wij op je op moeten letten en ons feestje verpest. Ja, dat is toch belachelijk. Een vriendin ging bijna op elk feestje out, dan dacht ik flikker op. Dat vriendinnetje er boven op en dan een ander vriendinnetje er boven op en ik dacht net ‘ ja, lekker gezellig zo lekker met elkaar’ en dan presteert ze het toch weer om het te verpesten. Fucking irritant” In het bovenstaande fragment wordt duidelijk dat wanneer het steeds verkeerd bij iemand gaat dit niet in dank wordt afgenomen in de groep. Stijn stelt dat hij niet langer bevriend kan zijn met iemand die vaak outgaat. Dit is een vorm van een sanctie, wanneer iemand niet langer welkom is om mee uit te gaan. Consequenties van deze mate zijn niet voor alle respondenten aanwezig. Pim stelt dat de warmte van de scene ervoor zorgt dat er geen ruimte is voor sancties.
Pim “als je gewoon heel vervelend bent, en de boel zit te verzieken. Nee, maar eigenlijk dat is ook wel het bizarre want eigenlijk door de sfeer en de kenmerken.. en dat dat zo positief is en om liefde gaat durven mensen andere mensen niet oprecht aan te spreken van ja sorry hoor maar jou gedrag kan niet door de beugel. Of wat je nu zegt slaat echt nergens op. Ik denk dat mensen het moeilijk vinden om gewoon hard te zijn. Zoals wanneer iemand a relaxed is wordt iemand helemaal niet aangepakt”
50
Dit zou een verklaring kunnen zijn waarom het vaak dezelfde mensen zijn die outgaan, ze herinneren zich niet veel van het moment en worden ook niet bestraft in de scene. Recreatief GHB gebruik zorgt echter niet altijd voor excessen vanwege een hoge mate van individuele regulering. Stijn en Harm beschrijven beide verschillende manieren om de drug te reguleren.
Stijn “ja ik heb vrienden en die hebben een 000 nummer in hun telefoon, niet echt een telefoonnummer maar een nummer die dan ‘GHB wisdom’ heet en die bellen ze als ze een buisje nemen en dan wanneer ze weer zin hebben kunnen ze precies zien hoe lang geleden de vorige was” Harm “soms hebben we gewoon een fles en een spuitje en dan hebben we gewoon een glas met een spuitje erin en dan meten we met het spuitje de hoeveelheid en dan gaat het op die manier. En dan ligt het notitieboekje erbij.” Harm reguleert de doseringen doormiddel van een spuitje met de juiste afmeting en een notitieboekje, aan de hand van het notitieboekje weet hij precies hoeveel hij gebruikt heeft en hoeveel hij nog bij kan nemen. In het bovenstaande fragment wordt GHB gebruik op een after beschreven. Wanneer ze in een club zijn wordt er nog steeds gebruik gemaakt van het notitieboekje maar worden de flesjes verborgen gehouden. Wanneer het er een spuitje wordt gebruikt om tot de millimeter nauwkeurig af te meten lijkt de gebruiker minder vaak last te hebben van verkeerde doseringen. Gilles gebruikt ook een spuitje omdat hij niet wil dat het mis gaat. Wanneer bekend met het gebruik en wanneer er genoeg kennis is over de individuele dosering neemt de regulering af.
Gilles “met een spuitje, Maar in het begin deed ik het echt altijd met een spuitje en nu doe ik het soms wel op het gevoel met een buisje, zo van net iets over de helft. Dus het wordt wel steeds meer van oh zo en zo is het wel genoeg.” Zinberg (1984) stelt dat sancties rekening houden met het rituele gebruik in specifieke sociale en fysieke settings. Dit komt duidelijk naar voren in het onderzoek. Verschillende geïnterviewde geven aan dat wanneer thuis of op een after in een huiselijke omgeving het ok is wanneer iemand iets meer gebruikt en daardoor moe of hangerig wordt. Door de gemoedelijke sfeer van een huis en de mogelijkheid om iemand op bed neer te leggen wordt
51
dit geprefereerd. Joanna beschrijft dat ze er niet aan moet denken om out te gaan in een steeg of club waar er niemand is die op haar let, en beschrijft waarom een vertrouwde omgeving zo belangrijk voor haar is. Joanna “In een vertrouwde omgeving ben je toch nog wel beschermd ook al ben je op dat moment niet in staat om op jezelf te letten maar dan letten andere wel op je. Dat is wel belangrijk.”
Het belang van de setting werd eerder genoemd, het geeft niet alleen antwoord op vraag waarom er GHB wordt gebruikt maar ook hoe dit in juiste banen wordt geleid. De verschillende stadia die Korf et al. (2002) beschreef omdat door de steile dosis response curve is de kans op outgaan of in slaap vallen op een after vele malen groter dan op het moment dat ze aan het dansen zijn op een feest. Joanna stelt dat het in haar vriendengroep ongepast is wanneer je gekke bekken trekt op een feest. Het wordt door iedereen geaccepteerd als er GHB wordt gebruikt maar wanneer er iemand te ver gaat wordt diegene daarop aangesproken. Dit is in tegenstelling met hoe de groep ermee omgaat wanneer er thuis iemand teveel GHB gebruikt heeft. Joanna “Thuis is het niet erg als iemand even wegdommelt, het is ietsjes makkelijker want je kan gaan liggen en al val je in slaap het boeit niet. “ Gebruikers wijzen elkaar daarnaast op de tijd om niet out te gaan, Linda beschrijft dat voordat ze met Kay uitging GHB uit de losse pols nam, nu ze Kay had leren kennen deed ze dat niet meer.
Linda “haha niet…. nee ik hield het niet bij. totdat ik Kay kende, die dwingt mij altijd te timen roept hij; Lindaaa timen!! Rituelen en sancties geven de gebruikers het gevoel van een veilige drugservaring. In dit onderzoek is er vooral een overeenkomst in gebruik te zien binnen vriendengroepen. Wanneer er in een vriendengroep heel gereguleerd wordt omgegaan met GHB lijdt dit tot minder excessen.
52
Het onderscheidt tussen drugsgerelateerde en niet drugsgerelateerde contacten is duidelijk waarneembaar. Kay beschrijft dat door slechte ervaringen er in de vriendengroep soms wel en soms niet over de drug kan worden gesproken.
Kay “ kijk we praten er niet echt over. We doen het wel., maar het heeft zo’n lading bij ons in de groep. Dus als je erover begint dan gaan de ogen rollen. Want er zijn wel een paar bij ons in de groep die er wel te ver mee zijn gegaan en dan worden er slechte herinneringen opgehaald en dat wil eigenlijk niemand. Dus we doen het wel, maar er wordt niet over gepraat. “
Eerder kwam er in een interview fragment naar voren dat het in de scene moeilijk is bepaalde dingen bespreekbaar te maken. Dit lijkt het geval te zijn in de vriendengroep van Kay. In meerdere interviews komt naar voren dat er geen uitgesproken sancties zijn. Marieke benadrukt de verschillen tussen groepen Marieke “ik weet niet echt of in de hele scene bepaald gedrag wordt afgekeurd want binnen de scene heb je weer verschillende groepen. Kijk ik keur af dat er openlijk drugs worden gebruikt. Maar kijk die mensen staan weer met andere mensen drugs te gebruiken die dat niet afkeuren. En die keuren waarschijnlijk onze vrienden groep weer af omdat wij chagrijnig op een bank zitten.” Dit komt overeen met wat Becker stelt over deviant gedrag (1963). Sociale groepen creëren sancties en deviant gedag door regels te maken wat deviantie inhoud. Door deze regels toe te passen worden bepaalde mensen als outsiders bestempeld en wordt het gedrag afgekeurd. “The deviant is one to whom that label had succesfully been applied; deviant behavior is behavior that people so label”( Becker 1963; 9) Dit kan een verklaring zijn waarom het in bepaalde vrienden groepen niet wordt afgekeurd wanneer iemand outgaat en in andere wel. Daarnaast is het een verklaring voor de discussie die wordt gevoerd over GHB gebruik, het gebruik is misschien niet veranderd maar de perceptie.
53
Conclusie. Het warme dekentje dat GHB heet.
Het onderzoek begon met de verbazing over het outgaan in een setting waar alles draait om energie en dansen. Deze verbazing is niet minder geworden maar er is wel helderheid gecreëerd over de reden waarom mensen graag GHB gebruiken. De setting is op een andere manier van invloed op GHB gebruik dan in eerste instantie werd aangenomen. Daarnaast blijkt de farmacologische werking van de drug een grote rol te spelen in zowel de afschrikking als de aantrekkingskracht. Om antwoordt te geven op de centrale vraag is er ten eerste uitgezocht hoe mensen GHB gebruikers worden. De farmacologische werking van de drug zorgt voor een prettig warm gevoel van binnen. De respondenten ervaren allen een fijne tinteling en voelen zich helemaal ontspannen wanneer zij GHB gebruiken. Becker stelt dat wanneer een persoon de effecten van de drug als plezierig ervaart het aannemelijk is dat deze persoon de drug vaker zal gebruiken (Becker 1963). In het geval van GHB lijken voor de meeste gebruikers de positieve ervaringen op te wegen tegen de slechte. Dit komt voornamelijk door de mate van bewustzijn wanneer iemand outgaat. Wanneer iemand outgaat voelt diegene zich wanneer hij bijkomt, fysiek niet slecht. Doordat de persoon zich goed voelt wordt het niet meteen als een negatieve ervaring gezien. De negatieve energie die er wordt toegekend aan een dergelijke ervaring is in samenhang met de reactie van de omgeving (Collins 2004). Wanneer de omgeving heel heftig reageert zal het voor diegene die outgaat eerder als een negatieve ervaring worden gezien. In een vriendengroep waar outgaan niet wordt afgekeurd maakt de gebeurtenis dan ook minder indruk. Omstanders in de perifere ervaren outgaan als een sociale last. De zorg die erbij komt kijken en het beslissen over leven en dood van een ander wordt als zeer onprettig ervaren. Voor omstanders is het een onsuccesvol interactieritueel en creëert het enige discussie over de drug in de scene. De scene is belangrijk wanneer er getracht wordt antwoordt te geven op de centrale vraag. De drug past bij het nieuwe feesten in een scene van kleine intieme feesten waar mensen elkaar ‘kennen’ en liefdevol met elkaar omgaan. De respondenten in dit onderzoek gingen voorheen naar ‘massale’ feesten waar harde techno werd gedraaid en een drug zoals ecstasy goed bij paste. Doordat zij bekend waren met het ritueel van druggebruik is het gebruiken van GHB een minder grote stap. De fysieke en figuurlijke warmte van GHB zijn belangrijke aspecten voor de aantrekkingskracht van de drug.
54
De aantrekkingskracht van de scene die als magisch/hip/warm en gemoedelijk wordt omschreven is tegelijkertijd de differentiatie van de andere en daarom aantrekkelijk (McRea 2004). Er is een grote behoefte om kennis en gebruiken te delen in de scene. De eerste keer dat iemand GHB gebruikt is het vaak omdat de persoon het kreeg van een bekende uit de scene. De intensiviteit van de scene en de feesten past goed bij de roes van GHB en is voor veel van de respondenten een van de redenen voor gebruik. De betekenis die wordt gegeven aan GHB gebruik is wederom afhankelijk van de vriendengroep waarbinnen iemand zich bevind. De excessen lijken altijd plaats te vinden in een andere vriendengroep dan die van de geïnterviewde. Wanneer iemand wel outgaat gaat iemand anders altijd nog vaker of lelijker out. Het moment van GHB gebruik is niet van belang, voor sommige respondenten is GHB de primaire drug, het gebruik kent dan geen specifiek moment. Andere respondenten refereerde vooral naar gebruik op afters en intiemere feesten omdat het dan voorhanden was en gedeeld werd. De aanname dat de drug favoriet is op afters komt waarschijnlijk door het stapeleffect. Doordat mensen de gehele avond GHB gebruiken kan de laatste dosis ervoor zorgen dat mensen outgaan. Daarnaast blijkt dat een vertrouwde omgeving ervoor zorgt dat de mensen meer gebruiken. De setting is van groot belang voor de aantrekkingskracht van de drug, meerdere respondenten geven aan dat het gebruik toeneemt wanneer het festival seizoen begint. Het is belangrijk dat er vrij rond gelopen kan worden en er de ruimte is om even te gaan zitten en of liggen indien nodig. Dit is ook de reden waarom sommige respondenten het geen clubdrug vinden, dit komt overeen met de bevindingen in de studie van Korf et al. (2002). Een paar van de respondenten zegt ook vooral de grens op te zoeken met GHB, voor deze specifieke gebruikers is juist de nauwe bandbreedte en het stapeleffect aantrekkelijk. De verschillende sancties beschreven door Zinberg (1984) geven inzicht in de recreatieve gebruikers rituelen. De drug wordt vooral op sociale gelegenheden gebruikt. De sancties die zijn opgesteld, zoals out is fout zijn er om het drug gebruik te reguleren. Bij de vriendengroepen waar outgaan geaccepteerd wordt is dit altijd in een situatie waarbij veel sociale controle is, zoals thuis. Dit komt overeen met het belang dat er wordt gehecht aan de setting en sfeer tijdens het gebruik. De aantrekkingskracht van GHB kan begrepen worden door naar deze verschillende aspecten te kijken en in acht te nemen. Aan de hand van dit onderzoek kan geconcludeerd worden dat de aantrekkingskracht van GHB verklaard kan worden aan de hand van verschillende factoren. De positieve factoren zijn onder andere de warmte die gevoeld wordt tijdens het
55
gebruik, de lossere emotionele en sociale omgang en de nauwe samenhang met de sfeer van de scene. Het warme dekentje dat GHB heet, de titel is niet voor niets gekozen. De drug blijkt een figuurlijk en fysiek warm dekentje te zijn. De verschillende effecten, plezieren de gebruikers. Door een hoge mate van informele regelgeving en regulatie geven gebruikers betekenis aan de drug en de bijbehorende excessen. Waar omstanders zich over verbazen is bij de gebruiker geïntegreerd .De drug past bij de scene, de feesten en de jonge creatieve en alternatieve die opzoek zijn naar roes en plezier.
56
Discussie en aanbevelingen.
Voor het beantwoorden van de centrale vraag was de onderzoeksgroep van groot belang. In samenhang met de hoge mate van informele regelgeving en regulering wordt GHB met plezier gebruikt binnen deze groep. Belangrijk is daarbij in gedachte te houden dat het gaat om een onderzoeksgroep van beperkte omvang, zestien personen waarvan vijftien onder de dertig en één persoon van veertig. Veertien van deze personen zijn hoogopgeleid, dit kan van invloed zijn op de hoeveelheid, manier en de scene waarbinnen deze drug gebruikt wordt. Het zou interessant zijn om een zelfde soort onderzoek te verrichten binnen een andere scene, stad, onder een groep met een lager opleidingsniveau.
57
Literatuurlijst.
Becker, H.S. (1953) Becoming a marihuana user. The American Journal od Sociology, 59 (3): 235-242
Becker, H.S (1963) Outsiders. Studies in the sociology of deviance. New York: The Fee Press.
Bennett. A (1999) subcultures or neo tribes? rethinking the relationshop between youth, style and musical taste, Sociology, 33: 599-617
Bennett. A (2011) MyTribe: Post-subcultural Manifestations of Belonging on Social Network Sites, Sociology, 2011
Bryman, A. (2004) Social Research Methods. Oxford: University Press
Collins, R. 2005. Interaction Ritual Chains. Princeton: Princeton University Press
Doekhie, J., Nabben, T. & Korf, D.J. (2010) NL. Trendwatch. Gebruikersmarkt uitgaansdrugs in Nederland 2008-2009. Amsterdam: Rozenberg Publishers.
Goudsblom,J (1990) Balans van de sociologie. SUN, Nijmegen
Korf, D.J., Nabben, T., Leenders, F. & Bennschop. A. (2002) GHB: tussen extase en narcose. Amsterdam: Rozenberg Publishers.
McElrath , K & McEvoy, K (2002) Negative Experiences on Ecstasy: The Role of Drug, Set, and Setting, Journal of Psychoactive Drugs, 34:2, 199-208
Nabben, t (2010) High Amsterdam. Amsterdam: Rozenberg Publishers
Thornton, S. (1995) Club Cultures: Music, Media, and Subcultural Capital. Hanover : University Press of New England
Vanovermeire, J. 2008. I was in Ecstacy, Etnografisch studie van drugsgebruik in recreatieve setting in relatie tot extaxe- en identiteitsbeleving. Proefschrift. Universiteit van Gent
Wermuth, M. (2002) No sell out. De popularisering van een subcultuur. Amsterdam: Aksant
Wilterdink, N.A (2005) ‘Interactierituelen’ Review of: Randall Collins, Interaction Ritual Chains (Princeton, 2004), Sociologie, 1 (3), pp. 343-347
Zinberg, N. (1984) The goald coast and the slum. A sociological study of Chigago’s near north side. Oxford: Blackwell Publishers
58
Websites.
www.djbroadcast.nl
http://www.facebook.com/groups/215752135153299/ (Laat je buis thuis)
www.rivm.nl
www.trimbos.nl
www.unity.nl
Overig.
Almanza, S.A.M (2012) ‘Van Underground naar Mainstream’ Een cultuur sociologische analyse van de popularisering van een subcultuur. Universiteit van Amsterdam.
Dorenbosch, B.E.L. 2009. Master Thesis: De Afterparty ‘en we gaan nog niet naar huis.’ Historische en Kunstwetenschappen Sociologie van Kunst en Cultuur, Rotterdam
59
Bijlage 1. Beschrijving respondenten. Bram 40 jaar oud, fulltime baan. Gebruikt zeven jaar GHB. Is liefhebber van de drug en gebruikt het op verschillende gelegenheden, ongeveer 1 keer per maand (in de zomer maanden, iedere week). Andere drugs: Cannabis, Ecstasy, MDMA, Aantal keer out: meer dan tien keer (waarvan 2 keer bij de EHBO)
Gilles 28 jaar oud, kledingontwerper. Gebruikt sinds zijn 18e harddrugs. Liefhebber van GHB, gebruikt het een keer in de maand tot een keer in de twee maanden. Andere drugs; Ecstasy, MDMA Aantal keer out: 0
Harm 23 jaar oud, student HBO Gebruikt sinds zijn 28e harddrugs. Gebruikt twee jaar GHB. Liefhebber van GHB, maakt het thuis zelf en gebruikt het ongeveer twee keer per maand. Nieuwe vrienden gebruiken GHB, oude vrienden minder. Andere drugs; Amfetamine, Cannabis, Cocaïne, Ecstasy, MDMA, Ketamine, LSDA, Paddo’s, andere tripmiddelen Aantal keer out: 2
Ivo 29 jaar oud, eigen bedrijf in de dancescene. Anti GHB (nooit gebruikt), kennissen gebruiken het maar niet waar Ivo bij is. Ervaart outgaan als een sociale last. Heeft twee vrienden die zijn afgekickt van de GHB.
60
Andere drugs; Cannabis, Cocaïne, Ecstasy, MDMA
Jack 29 jaar oud, werkt vier dagen in de ICT en daarnaast als DJ en producer. Draait al sinds zijn 16e en gebruikt al bijna net zo lang drugs Minder enthousiast over GHB vanwege het misselijke gevoel wat hij daarvan krijgt. Vrienden gebruiken alles. Andere drugs; Amfetamine, Cannabis, Cocaïne, Ecstasy, MDMA, Ketamine, LSDA, Paddo’s, andere trip middelen
Joanna 29 jaar oud, student WO. Gebruikt sinds haar 18e harddrugs. Was een liefhebber van GHB maar vond dat ze het te vaak gebruikte (wekelijks). Gebruikt het nu nog sporadisch. Andere drugs: Cannabis, Coke, MDMA, Speed, XTC Aantal keren out: 2
Kay 23 jaar oud, student WO. Gebruikt sinds zijn 18e harddrugs. Gebruikt twee jaar GHB. Is liefhebber van GHB, vrienden doen het ook en hij gebruikt meer dan andere in zijn omgeving. Andere drugs; Amfetamine, Cocaïne, Ecstasy, MDMA, Ketamine Aantal keer out: 2
Linda 28 jaar oud, werkt fulltime Gebruikt sinds haar 17e harddrugs. In 2007 voor het eerst GHB gebruikt. Is liefhebber van de drug. Gebruikt het regelmatig en haar vaste vriendengroep ook. Andere drugs: Amfetamine, Cannabis, Cocaïne, Ecstasy, MDMA, Ketamine
61
Aantal keer out: 4 (waarvan een ziekenhuisopname)
Liza 24 jaar oud, student WO Gebruikt sinds haar 17e harddrugs. Gebruikt vier jaar GHB. Is liefhebber van GHB, gebruikt het bijna altijd met uitgaan en vrienden gebruiken het ook. Andere drugs; Cannabis, Cocaïne Aantal keer out: 0
Marieke 22 jaar oud, kapster Gebruikt sinds haar 17e harddrugs Drie jaar geleden voor het eerst GHB gebruikt. Vond GHB erg leuk maar nu niet meer. Wel veel gebruikt op afters en festivals. Andere drugs; Amfetamine, Cannabis, Cocaïne, Ecstasy & MDMA
Melvin 25 jaar oud, student WO. Gebruikt sinds zijn 17e harddrugs. Weet niet hoe lang GHB. GHB is niet zijn ‘drug of choice’ omdat hij van drinken houdt, wanneer het op een huisfeest of after aanwezig is dan gebruikt hij het. (1 keer in de anderhalve maand) Andere drugs: Amfetamine, Cannabis, Cocaïne, Ecstasy, MDMA, Ketamine,
Aantal keer out: 0
Pim 22 jaar oud, student WO. Gebruikt sinds zijn 18e harddrugs. Vorig jaar voor het eerst GHB gebruikt. Ongeveer tien keer GHB gebruikt, directe vrienden gebruiken het niet maar uitgaansvrienden wel. Andere drugs; Amfetamine, Cannabis, Cocaïne, Ecstasy, MDMA, Ketamine & LSD
62
Sanne
27 jaar oud, net afgestudeerd WO. Gebruikt sinds haar 21e harddrugs. Sidns 2 jaar GHB. Is liefhebber van GHB, in de vriendenrgroep gebruikt niet iedereen het. Gebruikt de drug ongeveer een keer per maand. Andere drugs: Cannabis, Ecstasy, MDMA Aantal keer out: een keer in slaap gevallen niet echt out.
Stijn 26 jaar oud, student HBO. Gebruikt sinds zijn 19e harddrugs. Gebruikt drie jaar GHB. Is liefhebber van de drug en gebruikt soms ook alleen GHB op een avond. Andere drugs: Amfetamine, Cannabis, Cocaïne, Ecstasy, MDMA, Ketamine aantal keer out: 0
Thalia 25 jaar oud, visagist. Gebruikt sinds haar 18e harddrugs. In 2007 voor het eerst GHB gebruikt, niet haar favoriete drug vanwege lamlendig en misselijk gevoel. Wanneer het er is op een after gebruikt ze het. Andere drugs: Amfetamine, Cannabis, Cocaïne, Ecstasy, MDMA, Ketamine Aantal keer out: 0
Timo 30 jaar oud, fulltime baan in de dansscene. Gebruikt sinds zijn 17e harddrugs. Sinds 6 jaar GHB, soms vaker en soms minder vaak. Andere drugs: Amfetamine, Cannabis, Cocaïne, Ecstasy, MDMA, Ketamine Aantal keer out: 4
63
Bijlage 2. Begrippen.
After Veel gebruikte afkorting voor afterparty.
Afteren Wanneer iemand op een after is, de after is op dat moment bezig.
Amfetamine Amfetamine is een lang werkend stimulerend middel. Het stimuleert het centrale zenuwstelsel. De beschikbare energie neemt bij de gebruiker fors toe. Wordt voornamelijk in poedervorm gebruikt. Amfetamine wordt ook verwerkt in drugs, bijvoorbeeld in ecstasy pillen.
Chillen Ontspannen, relaxen en rustig zitten.
Chilling Plek waar er wordt gechilled, dit kan een ruimte op een feest die daar speciaal voor is ingericht met matrassen,bank. De muziek die daar gedraaid wordt is rustiger dan in het dansgedeelte.
Cocaïne Drug in poedervorm. Cocaïne onderdrukt gevoelens van vermoeidheid en maakt je opgewekt, beweeglijk, vol zelfvertrouwen en spraakzaam. Het poeder wordt in een lijntje gelegd en in de neus opgehaald. De cocaïne komt snel in de hersenen.
Coke Veel gebruikte afkorting voor cocaïne.
Doorhalen ‘afteren’ waarbij één of meerdere nachten achter elkaar niet wordt geslapen. Meestal in combinatie met het gebruik van drugs.
Ketamine Ketamine is een synthetisch narcosemiddel dat een hallucinerende werking heeft. Het maakt je daarom dromerig. Ketamine wordt voornamelijk als poeder gesnoven, maar het is ook in er ook in vloeibare vorm.
64
Keta Veel gebruikte afkorting voor ketamine
M Afkorting van MDMA.
MDMA (3,4-methyleendioxymethamfetamine) MDMA is een drogerende stof die vooral voorkomt in pilvorm; de ecstasy pil.
Ecstasy/XTC Ecstasy is een synthetisch middel met een oppeppende werking en een bewustzijnsveranderend effect.
Pep Veel gebruikt synoniem voor speed.
Speed zie amfetamine.
Voor het formuleren van de begrippen is er naar de bijlage van Dorenbosch (2009) gekeken en is de Trimbos website bezocht.
65
Bijlage 3. Vragenlijst. Geslacht Leeftijd Opleidingsniveau Dagbesteding
Uitgaansleven Waar ga je uit? Met wie ga je uit? Hoe is die vriendengroep tot stand gekomen? Distinctie uitgaansvrienden en andere vrienden? Is er volgens jou sprake van een scene? Hoe ben je in die scene terechtgekomen? Kan je nog de eerste keer herinneren dat je in die scene uit ging? Welke muziek heeft jou voorkeur? Kan je een aantal kenmerken van de scene opnoemen? Wat is belangrijk in de scene? Hoe gaan mensen met elkaar om? Welk gedrag wordt er afgekeurd binnen de scene? Welk gedrag wordt er afgekeurd binnen jou groep?
Gebruik je tijdens het uitgaan drugs? Welke soorten? Is drugsgebruik kenmerkend voor de scene? Wat voor soorten? Combigebruik? Combinaties?
66
Gebruik je GHB? Wat doet GHB met jou? Hoe was je eerste keer? Waar was dat? Hoe oud was je? Wat was toen je ervaring met andere drugs? Van wie heb je het gebruik geleerd? Heeft de drug status?
Hoe ervaar je het gebruik van GHB? Wat is er leuk aan? Wat is er minder leuk aan? Ervaar je het als een upper of downer? Wordt je er energiek van? Combinatie dans en de drug? Wanneer gebruik je GHB? Waarom gebruik je GHB? Is je gemoedstoestand van belang wanneer je ervoor kiest GHB te nemen? Heb je verwachtingen van de uitwerking wanneer je het gebruikt? Bereid je jezelf erop voor? Weet je het van te voren? Ben je wel eens out gegaan? Hoe reageerde je omgeving daarop? Is een van je vrienden wel eens out gegaan? Hoe reageerde de omgeving daarop?
Is het makkelijk om te kopen en hoe en waar koop je het, kosten?
67
Heb je het wel eens zelf gemaakt? Waar gebruik je het? Welke locatie? Wanneer op de avond? Verschilt jou gebruik van andere in je omgeving? Met wie gebruik je het? Is het belangrijk met wie je het gebruikt? Gebruik je het ook wel eens alleen? Doet iedereen mee wanneer jullie het gebruiken? Deel je de drug? Is het een sociale drug? Combineer je GHB met andere drugs? Drink je wanneer je GHB gebruikt?
68