-For For a new Jumping GenerationGeneration
Tijdschrift van de Vlaamse Geschiedkundige Kring, 25e jaargang, 2007 - 2008, Nummer 2: NovemberDecember
Het Veer Het Veer sprak met: Stephen Colbert Peter Vandermeersch
Het Vee onderzoekt: Maïsdiefstal in Welle
Het Veer brengt ode aan: LIEN VAN DE KELDER
Uniek ! Het enige Groene Boekje mét spelfouten
25° jaargang, November-December 2007
Het Veer
2
www.vgkgent.be
25° jaargang, November-December 2007
3
Tijdschrift van de Vlaamse Geschiedkundige Kring Hoofdredactie/Lay-out: Bram Bombeek Eindredactie: Bram Bombeek Cover: Gentse studenten bezetten het Gravensteen (dank aan Sander Vd Maelen) Verantwoordelijke Uitgever: Bram Bombeek p/a Vlaamse Geschiedkundige Kring, Blandijnberg 2, 9000 Gent Website: www.vgkgent.be Rekeningnummer: 733-0015320-24 Rekeningnummer Reis: 737-0164111-30 25° jaargang, nummer 2
November - December
Voorwaar, dit bio-afbreekbaar Veer bevat: Dominatrix Dixit Kalender November Cultuurkalender Bertold over de Openingsnight British Vision Feestkalender We like to party Sportkalender Interview met Peter Vandermeersch Ouderavond Dies Natalis Debat Bachelorweekend Dagboek van een 1ste bach Erasmus in Parijs Marieke boven de Moerdijk Filipe en España Seks&Body Ode aan Van de Kelder Gentse Studentenkroniek: deel 1 Kopstukken: Odoaker Interview met Stephen Colbert Het Vee Een échte Hamirubi de Reu Zoekertjes Sudoku’s Koken met KVLV Ugent Het leven zoals het is: rijexamen
4 6 7 8 9 11 12 13 14 18 19 20 21 23 27 29 32 35 36 39 49 55 56 57 58 59 61
DISCLAIMER: Er raakten geen dieren gewond bij de productie van dit Veer. Ze werden meteen pijnloos afgemaakt. Het Veer
www.vgkgent.be
25° jaargang, November-December December 2007
4
Dominatrix dixit: Beste geschiedenisstudent, Titel en achtergrondillustratie doen uw fantasie geheid op hol slaan. Mogelijks heeft u momenteel last van mental images waarin ik met mijn in handschoenen gehulde vingers de randen van mijn latexlaarzen beroer, of met een zweep van echt paardenhaar de dijen van een handvol arme eerstejaars van een prominente blos voorzie. Maar geen nood. Geen van deze stellingen draagt enige ge waarheid in zich. Voorwoorden als deze schrijf ik nog steeds niet gezeten op een smeedijzeren troon, noch schrijf ik ze terwijl ik geniet van het gekerm van een aantal in benarde posities gedwongen praesidiumleden. Niet dat ik bij tijd en wijlen niet bekoord koord kan worden door dergelijk vertier –enig enig gerstenat in de ene hand, het bezwete nekhaar van een halfontblote man in de andere– andere , maar zoals u uw weekendfetisjismen liever niet uitgebreid op papier ziet staan, staan, heb ik hetzelfde voor met mijn buitenschoolse buitenschool activiteiten. Verwacht van mij dus geen aangepunte nagels in je flanken, geen bijtende ademtochten in je oor en geen verwijzingen naar van veel oud ijzer voorziene kelderwanden. Voor dergelijks verwijs ik je graag verder naar de wilde dromen van onze Scriptor Bram, aan wiens wensen ik bij deze tijdelijk doch acuut tegemoet kwam. Wat ik jullie wel kan aanbieden, beste historici in wording, is de zachtaardigheid van mijn karakter, de moederlijkheid van mijn inborst, een aantal andere uit mijn duim gezogen gezogen karaktertrekken van bedenkelijk allooi én een hele hoop geleuter; maar vooràl de goed geoliede werking van de Vlaamse Geschiedkundige Kring. Ook in november stuurt de VGK quasi dagelijks haar kinderen uit, net zoals in de eerste maand en half van dit academiejaar academiejaar het geval was. Verslagen, reportages en kiekjes van afgelopen activiteiten vindt u uiteraard verder in dit Groene Boekje. Komende weken wordt u ondermeer nog verrast door de dartele sprongen van onze Feestkonijntjes Sarah en Katrien en door de Culturele kwinkslagen van Jeroen en Elke. Laatstgenoemden bezoeken bijvoorbeeld de Boekentoren, en als er één plaats is waar de eventuele dominatrix in mij wel een troon zou willen is het wel de Belvédère aldaar. Laat dat een tip zijn. Bovendien blijven Jelle Jelle en Tieneke je de nodige Sportieve stimulans bieden en vertroetelt Wouter de meerwaardezoeker met een heus Dies Natalis Debat. Dit debat wordt georganiseerd in de week van het ontstaan van onze kring, 26 november (1931), en haalt de mogelijke hetze rond het nut van de Geschiedenis aan. Voor dit alles en nog meer lekkers raad ik je met graagte de komende paginae van dit Veer aan. Verder kan ik u enkel nog een regelmatig binnenlopen in ons stamlokaal de Kelder aanbevelen (permanenties dagelijks van 11u tot tot 16u), want we houden daar wel van een regelmatig wisselende samenstelling. Weest meer dan welkom! Uiteraard kunt u Het Veer
www.vgkgent.be
25° jaargang, November-December 2007
5
ook nog steeds terecht op onze affiches, aankondigingen, www.vgkgent.be, het forum, dit Veer en de overredingskracht van het praesidium en uw medestudenten. Heel graag tot een volgende! Hartelijks, Emmelien VGK Praeses ’07-‘08
Het Veer
www.vgkgent.be
25° jaargang, November-December December 2007
6
De Vlaamse Geschiedkundige Kring presenteert Kalender November - di 6/11: Uniformnight (@ Tequila) - wo 7/11: Jazz (@ Vooruit) - wo 7/11: Poolen - di 13/11: Rondleiding Boekentoren - di 13/11: Caféspelen - wo 14/11: Minivoetbal - wo 21/11: Wielerzesdaagse - wo 21/11: Casinoavond - do 22/11: FK-fuif fuif - do 22/11: Filmavond - di 27/11: Dies Natalis Debat: ‘Het nut van Geschiedenis’ - wo 28/11: Tafeltennis - wo 28/11: Karaoke - do 29/11: Instinct (@ NTG) - vr 7/12: GALABAL (@ Cocteau) www.vgkgent.be
Het Veer
www.vgkgent.be
25° jaargang, November-December 2007
7
Culture vultures, spijs u met deze karkassen: de cultuurkalender november! Hey luitjes, Na de opwarmende portie cultuur die jullie samen met ons konden beleven in oktober, gaan we gewoon op ons elan verder. De beloofde trip langs de Gentse cultuurtempels is immers verre van voltooid, en half werk leveren is niet aan ons besteed. We zetten november in met een wervelende portie Jazz. Met een hoofdletter, jawel, want zeg niet zomaar Jazz tegen Trio Grande feat. Matthew Bourne. Dit gelegenheidskwartet slaagde er dit jaar al in de hele regio Gaume te doen bewegen tijdens het plaatselijke jazzfestival aldaar. Wie ooit al in de Gaume geweest is zal wel beseffen hoe fantastisch dit kwartet wel moet zijn. Voor €5 kan je mee naar dit exclusieve concert op 7 november in de Vooruit. De week nadien, op dinsdag 13 november, beleef je met ons het hoogtepunt van je maand. Letterlijk dan, want we brengen een bezoek aan de intellectuele erectie van het Blandijncomplex: De Boekentoren. Bij valavond, zo rond 18u, nemen we jullie mee tot in de nok van de toren. Ontroerende vergezichten en interessante weetjes door de zwoele stem van Sylvia Van Peteghem voor slechts €1 missen, zou een beetje zijn als fietsen zonder pedalen: dom. Hup: kelderwaarts! En het wordt nog goedkoper, want de week erna: filmavond. Gratis. We spelen de Hongaarse prent Taxidermia, een van de meest besproken films op het filmfestival van Cannes vorig jaar, en daar zijn ze toch wel een en ander gewoon. Auditorium A maakt zich donderdag 22 november, net als jullie, op voor het ‘walgelijk doch schone’ verhaal van drie generaties binnen een Hongaarse familie waar ‘een hoek af is’. Inschrijven vooraf hoeft deze keer niet. De maand afsluiten doen we met een vleugje crimineel muziektheater in het NTGent op donderdag 29 november met Instinct. Dat is een bewerking van Double Indemnity in Three of a Kind, een novelle van James M. Cain. Een vorige bewerking, op het witte doek dan, won in de jaren ’40 van de vorige eeuw al Oscars, Johan Simons probeert het nu op het podium opnieuw. Toneel is altijd leuk, weet je. Heb je zelf nog suggesties voor ons? Aarzel dan niet om ons te mailen:
[email protected] . Democraten als we zijn zullen we ze ten minste lezen. Nog steeds jouw vleselijke cultuurgidsen, Elke en Jeroen
Het Veer
www.vgkgent.be
25° jaargang, November-December 2007
8
Bertold over de Openingnight Ik kan niet in uw kille inborst kijken, maar wij hielden ons hart stilletjes vast toen we op 27 september het gebouw van het NTGent betraden voor de voorstelling van Opening night. Begrijp ons niet verkeerd: van tijd tot tijd schuiven wij gaarne aan voor een portie toneel. Deze productie was echter het eerste resultaat van de samenwerking met Toneelgroep Amsterdam. In de bioscoop staat zo’n VlaamsNederlandse samenwerking garant voor totaal miscaste acteurs die maar niet kunnen verbergen dat ze er maar bij zijn om puur commerciële redenen. Herinner u het huiveringwekkende Costa! en u hebt zo’n idee van wat wij dachten aan te treffen op de planken. Onze handen waren echter nodeloos klam: Opening night is een puik stuk waar slechts weinig op af te dingen valt. Elsie De Brauw speelt Myrtle, een ouder wordende actrice die de hoofdrol heeft in een grote productie. Het zit haar drie dagen voor de première echter niet echt mee: ze krijgt maar geen vat op haar rol, een knoert van een midlifecrisis dient zich aan en van haar collega’s kan ze op niet veel begrip rekenen. Wanneer na een repetitie dan ook nog eens een jonge fan voor haar ogen verongelukt, begint haar afdaling in wat meer en meer op een zenuwtoeval begint te lijken. Vanaf dan is het nog maar de vraag of ze de eerste voorstelling wel zal halen. Op het eerste zicht lijkt het verhaal weinig relevant voor de gemiddelde student. Een oude wordende actrice die worstelt met haar verloren jeugd? Veel voeling kun je er als jongeman of –dame niet mee hebben. Het helpt ook niet dat Myrtle dé ster is. Net als in het fictieve toneelstuk bestaan de andere personages maar in zoverre dat ze haar persoonlijke crisis beter uit de verf doen komen. Veel afleiding gaat er van die kant dus niet komen. Toch zit je twee uur geboeid toe te kijken. De acteerprestaties zijn uitstekend, waardoor je ook zonder zelf in aanvaring te komen met de tand des tijds een idee krijgt van wat er in Myrtle’s hoofd moet omgaan. De overige acteurs krijgen minder plaats om hun rol te ontplooien, maar ook zij brengen hun personages zeer overtuigend. Ze worden daarin gesteund door een uitvoering die zeer geslaagd te noemen is. Inventief gebruik van het decor, de belichting en projecties op een groot scherm boven het podium (er lopen doorlopend twee cameramensen rond) maken dat er altijd wel wat te beleven valt. De soundtrack mag er ook wezen, met stukken die weggeplukt zijn uit een akoestisch album van Neil Young. Voor zover dat nog nodig was, doet de sfeer er een goede zaak mee. Prima
geamuseerd,
en
dat
zowaar
met
dank
aan
de
VGK
Brecht ‘Bertold’ Saenen Het Veer
www.vgkgent.be
25° jaargang, November-December 2007
9
Loeren van onder de bolhoed: British Vision British Vision is zonder twijfel het eerste paradepaardje in de vernieuwde stal van het MSK Gent. De opzet is alvast niet vrij van pretentie: een grootschalige retrospectieve van de Britse kunst tussen 1750 en 1950. Dat het project niet van enige omvang gespeend is, kunnen de ruggen van de ietwat langzamere bezoekers getuigen. Een ommegang duurt algauw een uur of twee. Komt daar nog eens bij dat ook een bezichtiging van de gebruikelijke collectie in de toegangsprijs zit vervat. Veel schilderijen voor een appel en een ei, dus. (Als je geen tijd hebt om de hele vaste collectie te bekijken, beperk je dan tot de Ensor-collectie: zijn schertsende etsen zijn niet te versmaden en zeer actueel. Een nadere kijk op een kustzicht opent de ogen voor een occasionele blote poep en wat gebrok, aangevuld met hier en daar vluchtige openbare seks, in een sausje van massatoerisme. De prent had evengoed ‘Allegorie op een doorsnee Overpoortdonderdagavond’ kunnen heten. Respect, James. Respect.) De tentoonstelling zelf bestaat uit enkele grote onderverdelingen. Allereerst wordt de satirische traditie van de Engelse kunst onder de loep genomen. Dat gebeurt aan de hand van onder andere William Hoghart, wiens vleselijke taferelen de meesten van ons nog vers in het geheugen geprent zouden moeten zijn – ook al is MarieClaire Vandamme niet meteen de persoon bij uitstek om de situatieschetsen levendig te verduidelijken. In een tweede luik wordt rijkelijk aandacht besteed aan de verbeelding van landschappen in al hun verwonderlijke vormen en maten. Dat de Britten aan de basis van de moderne landschapschilderkunst liggen, is een weetje waar al vele studenten punten mee hebben moeten sprokkelen op het examen Kunst en zij zullen vermoedelijk ook dit jaar navolging krijgen. Het is in dit luik dat bezoekers kunnen genieten van meesterwerken van de hand van Turner, Constable en een zeldzame jonge Gainsbourough. Vervolgens raakt men verzeild in wat toch wel de climax van de tentoonstelling vormt: de modernere werken, met symbolistische, surrealistische en andere tinten. The scapegoat is hier een voorname blikvanger, in de omringende zaal kan men opgaan in de kleine werkjes van William Blake. Niet te missen voor eerstejaars: Bart Keunen zal nog behoorlijk wat aandacht besteden aan zijn voorstellingen van Dante’s Divina Comedia. De tekeningen getuigen van een fijnbesnaard gevoel voor humor (zie hiernaast) en dramatiek (zie bovenaan). Het originele manuscript van Alice in Wonderland, dat aan de hand van een computer helemaal doorgenomen kan worden, is een welkom Het Veer
www.vgkgent.be
25° jaargang, November-December December 2007
10
extraatje. Ware hoogtepunten zijn ook enkele magistrale portretten van Francis Franc Bacon. Ons advies: declareer de prijs van het ticket als studiegerelateerde kosten bij de parentale fiscaliteit en trek richting Citadelpark. Niet alleen is het de moeite waard om de schilderijen in hun reële vorm te zien in plaats van in een duf auditorium audit of met een loodzware Janson in je armen, ook de omkadering van het vernieuwde MSK laat zich smaken. Bovendien zal het nog even duren voor een Britse overzichtstentoonstelling van dergelijke omvang ons Belgenland aandoet. Rest ons enkel nog het wachten n tot ook Frankrijk een dergelijk initiatief neemt. Elky van den Endy William Blake – The circle of the lustful
Het Veer
www.vgkgent.be
25° jaargang, November-December 2007
11
Put those hands uuuuup, Regi-style: feestprogramma november – december Dinsdag 6 november: Themafuif: Uniformnight. Airhostessen, matrozen, verpleegsters, brandweermannen, cheerleaders, trapezeartiesten of de Zwitserse Garde, je kan het zo gek niet bedenken of het draagt een uniform. Haal je verkleedkist boven en kom mee fuiven in de Tequila, het feestje begint vanaf 22u en is helemaal gratis! Bovendien verkiezen we dé Mister en Misses Uniform, deze krijgen een leuke verrassing, een extra motivatie om het gekste, mooiste of fantasierijkste uniform te dragen! Dinsdag 13 november: Caféspelen. Pool, darts, tafelvoetbal, of kortweg caféspelen zijn altijd gezellig. We nemen jullie graag een avondje mee op café, zorgen voor een fris pintje en laten jullie naar hartelust spelen. We verzamelen om half negen aan de trabla. Graag op voorhand inschrijven en betalen in de Kelder. Woensdag 21 november: Casinoavond. Trek een hemdje of kleedje aan, steek een sigaar op zak en haal je zonnebril uit de kast als je pokerface niet je dat is. We houden immers een heuse casinoavond! Pokeren, roulette, blackjack, craps, baccarat, … Speel het slim of verlies al je vals geld. Dresscode: casual chic, voor het net iets hogere glamourgehalte. Op voorhand inschrijven en betalen in de Kelder, we verwachten jullie om 20u30 in de zolderzaal boven de Geus van Gent. Voor diegenen die dit niet weten zijn: 20u15 verzamelen aan de trabla! Woensdag 28 november: Karaoke. Smeer je stembanden en trek met ons mee naar de karaokebar. Breng een verrassende solo of kweel lustig mee met een hele groep. Amusement alvast verzekerd. Breng op voorhand een bezoekje aan de Kelder om je in te schrijven! Donderdag 6 december: Sinterklaas. We worden nooit te oud voor een bezoekje van de Sint. Op 6 december kan je hem dan ook zien rondlopen in de gangen van de Blandijn met zijn zwarte pieten. Wie weet komt hij zelfs eens binnen in de les. Maar opgepast! De Sint weet ook of jullie brave of minder brave studenten zijn, wie weet worden jullie wel op het matje geroepen. Vrijdag 7 december: Galabal. Eén van dé toppers van het jaar! Vanaf tien uur verwachten we jullie graag in avondkledij in de Cocteau voor ons jaarlijks galabal. Kaarten kunnen op voorhand gekocht worden bij het praesidium en kosten 9 euro voor leden en 10 euro voor niet-leden. Een hele avond feesten in je mooiste tenue met een glaasje champagne in de hand. Niet te missen! Donderdag 13 december: Jenever- & pannenkoekennamiddag. We sluiten het eerste semester rustig maar gezellig af. Donderdag kan je tussen 11 en 16u voor een klein prijsje pannenkoeken komen eten en je favoriete jenever drinken. Spring zeker eens binnen! Het Veer
www.vgkgent.be
25° jaargang, November-December December 2007
12
JIM’s We like to party, new en improved: zonder Dimi! Zoals het een echte geschiedenisstudent beaamt, zijn jullie allen hoogstwaarschijnlijk present geweest op de jaarlijkse VGK openingsfuif! Jullie, vanaf heden, trouwe dienaars waren ook van de partij. Onze avond begon in de Amber alwaar wij onszelf opdrongen opdrong als feestverslaggevers tijdens de redactieraad van Het Veer. Daarna besloten we nog vlug iets te gaan eten om een eerste laagje te leggen. We werden echter draai gehouden door Jacques, de wandelende encyclopedie. Na een onderhoud over de piramiden van Gizeh tot Machu Pichu, peddelden we richtingen Twieoo, Twieoo nog net op tijd om te genieten van het gratis vat gerstenat dat door ons eigenste feestpraesidium geschonken werd. Na al dat bacchanaal gedoe belandden we in een licht studentikoos delirium. Een wolk van drank, muziek en vrouwelijk schoon. Baltimore kreeg flugel van de bevallige vicevice praeses. We bewezen haar een dienst terug door het flesje te hervullen met rode wodka, wat haar overigens niet erg beviel. We verloren de tijd volledig uit het oog en voor we het wisten was het sluitingsuur daar en de ochtend aangebroken. aangebroken We gaven niet af en bestelden vlug nog enkele flugels en gingen daarna mee met het praesidium naar de π-nuts. nuts. Alwaar we na een croissant gekregen te hebben er nog eens deftig invlogen. Omstreeks Omstreeks 7u15 besloten we huiswaarts te keren en onze roes uit te slapen. In ons bedje prevelden we nog een gebedje waarin we ondermeer René Vermeir bedankten voor het uitstekende tijdstip waarop we hem de woensdag hebben. Dit feestje gaat ongetwijfeld de geschiedenisboeken geschiedenisboeken in! We kijken al uit naar het volgende VGK-feestje. Groet. Oswald & Baltimore.
Het Veer
www.vgkgent.be
25° jaargang, November-December 2007
13
Begin al maar te stretchen, fitte lieden: sportkalender november-december Wederom gegroet beste sportvrienden, Uw “personal coaches” reiken u alweer een deugddoend sportprogramma aan, waarin inspanning en ontspanning hand in hand gaan. Al hoeft dat eerste voor deze maand nu ook weer niet zo nauw genomen te worden… Aangezien de blokperiode (helaas!) reeds aan de einder te zien is en de kou onze spieren stramt, hebben we wijselijk besloten om het sportbegrip de komende stonden in een wat ruimer perspectief te plaatsen. We hebben immers een leuke “cafésport” op stapel staan: poolen!!! De datum die je hiervoor met rood dient aan te vinken in je agenda is 7 november en de manier waarop je je verzekert van deelname is via inschrijving in de Kelder voor de luttele som van 3 euro! Ben je echter eerder van het soort dat zich te pletter zweet door in korte short achter een balletje te hossen? Wel, ook dan kunnen wij je geur- en kleurloze leefpatroon wat opfleuren! Op 14 november gaan we immers minivoetballen! Intekenen gebeurd wederom in de Kelder voor de democratische prijs van 1 euro. Snel zijn is de boodschap… Op 21 november komen de wielerliefhebbers dan weer aan hun trekken. Glimmend aanspannende lycrapakjes, monotoon dernygezoem, de geur van platgereden Siberisch larikshout in combinatie met verschaald bier, de obligate vedetten van eigen bodem; De Gentse Wielerz6sdaagse van Vlaanderen heeft het allemaal! Vergezel ons naar het “Kuipke” voor een spektakel op wereldniveau en vergaap u samen met ons aan de kuiten van Iljo Keisse! Trek dus alvast je klikschoentjes aan en spurt in rotvaart naar de Kelder, want de plaatsen zijn beperkt! Na al dit voetbal- en koersgeweld zijn we op 28 november toe aan een ietwat ‘rustigere’ sporttak: tafeltennis! Krijg je maar niet genoeg van het pingponggeluidje, of wil je nu kost wat kost wel eens bewijzen wat voor een kluif JeanMichel Saive aan jou zou gehad hebben? U kent het procedé ondertussen. Het eerste semester wordt in schoonheid afgerond. Alvorens je je op die dikke cursussen mag storten, kun je nog even bij ons terecht met die maandenlang opgekropte frustraties van allerlei aard. Kom samen met ons mensen ( bv. imaginair proffen) afknallen op 5 december! Helaas, psychokiller, het betreft hier de virtuele zin… Lasershooting heet het concept en je traint best al in het “snipen” en het wegduiken in Matrix-stijl. Rep je naar de Kelder voor meer info en inschrijving! Fit blijven, hardbodies! Jelle en Tieneke
Het Veer
www.vgkgent.be
25° jaargang, November-December 2007
14
Het Veer sprak met Peter Vandermeersch Peter Vandermeersch is een Vlaamse journalist en algemeen hoofdredacteur van de kranten De Standaard, Het Nieuwsblad / De Gentenaar en Het Volk. Vandermeersch studeerde geschiedenis in Gent, journalistiek in Parijs en politieke wetenschappen in Harvard. Op 23 oktober bracht hij een bezoekje aan onze ouderavond om te spreken over zijn ervaringen met de opleiding geschiedenis en de onvermijdelijke arbeidsmarkt. Het ideale moment om hem even weg te kapen voor een interview. Het Veer: “Waarom heeft u indertijd voor de opleiding geschiedenis gekozen?” “Heel eenvoudig, omdat me dat bijzonder boeide. Het was wel tegen de zin van mijn ouders, mijn vader omschreef het als ‘een weggeworpen opleiding’. Ik moet toegeven dat toen ik net afgestudeerd was ik even de indruk kreeg dat hij gelijk had. Je stapt buiten met je diploma en daar sta je dan. Maar de basis van je studiekeuze moet volgens mij nog altijd zijn: interesse, iets dat je boeit, iets dat je graag doet. In het begin begon ik met wat verkeerde romantische gedachten aan geschiedenis, Toetanchamon enzo, maar we werden al snel met onze beide voeten op de grond gezet. Ik had op voorhand ook een bezoekje gebracht aan de abituriëntendag, die was heel goed georganiseerd, ze gaven je direct veel goesting om er aan te beginnen. Heel anders dan bij de rechten bijvoorbeeld, daar gaven ze enkele saaie vakken. Toen ik 17 was wist ik al heel goed wat ik wou worden: journalist. Maar iedereen raadde me toen af om pers en communicatie te gaan volgen, en heel terecht trouwens. Dat was handig als een tweede of derde diploma erbij, maar je deed best eerst iets anders. Geschiedenis was hiervoor de perfecte voorbereiding.” Het Veer: “Dus u vond het achteraf gezien een goede keuze?” “Wel achteraf gezien wel, maar niet toen ik net afgestudeerd was, toen heb ik even mijn twijfels gehad. Je hebt vijf jaar gestudeerd, ik had er een thesisjaar bijgenomen en was intussen ook nog eens vader geworden, en dacht: wat kan ik nu? Een ingenieur kan een brug bouwen, een dokter kan genezen, een advocaat kan pleiten en ik kon niets. Dat was ongelooflijk frustrerend. Tot ik langzaam maar zeker realiseerde dat ik één ding geleerd had, en dan wel iets heel essentieels, namelijk zelfstandig kritisch denken. Het is slechts één iets maar het is wel heel belangrijk. Daarom ben ik achteraf gezien heel blij dat ik dat ik voor geschiedenis gekozen heb. Langs ene kant krijg je een heel breed palet te zien: een beetje
Het Veer
www.vgkgent.be
25° jaargang, November-December 2007
15
antropologie, psychologie, talen, wijsbegeerte et cetera, en tegelijkertijd de historische kritiek: leer denken, leer inschatten, ontzettend belangrijk!” Het Veer: “Denkt u dat er grote verschillen zijn in de studies en het studentenleven ten opzichte van nu?” “Ik heb natuurlijk op nu minder zicht dan destijds. Intussen zijn mijn twee kinderen afgestudeerd aan de universiteit. Ik denk dat het in grote lijnen nog steeds hetzelfde is. Één van de dingen die ik me al bij al beklaag is dat ik achteraf gezien nog meer had moeten doen. Blijf alsjeblief niet in die lessen zitten, ga ook eens naar andere cursussen. Ik heb hier leren fotograferen in de fotoklas, mijn politieke vorming heb ik grotendeels gekregen in de studentenbeweging, Ionesco leerde ik kennen in het NTG. Studeren in de faculteit Letteren en Wijsbegeerte is veel meer dan in de auditoria zitten. Per definitie moet je veel brossen, anders mis je een groot deel. Wanneer ik er achteraf op terugblik had ik dat nog meer moeten doen. Ik ben sport- en feestpraeses geweest bij de V.G.K., we organiseerden fuiven en probeerde een drie à vier keer per jaar te gaan sporten. We vonden het ook belangrijk om feesten te organiseren op onverwachte momenten, zoals om 10 uur ’s ochtends de donderdagochtend, de zotste dingen. Achteraf gezien misschien niet allemaal even geslaagd (lacht). We probeerden ook heel bewust de verwarring in stand te houden of we nu de geschiedkundige of de geneeskundige kring waren, omdat we dachten, en trouwens niet helemaal niet te onrechte, dat de verpleegsters eens zouden langskomen op onze fuiven.” Het Veer: “Anderhalf jaar geleden vond één van de grootschaligste studentenacties plaats van de afgelopen jaren. In Gent betoogden zo’n 10.000 studenten tegen de onderwijshervormingsplannen van Vandenbroucke. Nagenoeg alle kranten hebben daar indertijd nauwelijks aandacht aan besteed. Enige commentaar?” “Ik herinner me zelf niet meer dat we daar weinig aandacht aan besteed zouden hebben, als dat zo is dan was dat fout. Als krant proberen we heel bewust zo goed mogelijk het leven van de studenten te volgen. Dat is natuurlijk met wisselend succes. De Standaard is één van de weinige kranten die onderwijs op de voet volgen, we proberen systematisch en met kennis van zaken het onderwijs in het nieuws te brengen. Ook wel wat om economische redenen hoor, we hebben immers veel lezers die in het onderwijs staan.” Het Veer: “De laatste jaren is er veel te doen geweest rond de Bama-hervormingen en het streven naar één Europese structuur. Van een jaarsysteem naar een semestersysteem, van een 2 + 2 opleiding naar 3 + 1. Vindt u dit positieve veranderingen? Thesis op 1 jaar.” “Ik ken dat natuurlijk niet helemaal in detail. Ik heb mijn thesis geschreven en dan een doctoraat dat ik nooit heb afgemaakt, maar daardoor ben ik wel een paar jaar bezig geweest met de geschiedenis van de Europese universiteiten. En ik stel vast dat er al sinds de 16e eeuw een discussie is tussen de universiteiten van onder andere Leuven, Bologna en Parijs over wie de beste zou zijn en welke Het Veer
www.vgkgent.be
25° jaargang, November-December 2007
16
universiteit het beste systeem heeft. Nu met Bologna gaan we dat min of meer proberen gelijk te schakelen, waardoor je met je diploma ook in andere Europese landen kan gaan werken. Ik stel vast dat de kritiek daarop in elk land hetzelfde is, in België vonden ze hun eigen systeem zo belangrijk, idem voor Frankrijk en Italië. De universiteiten zouden per definitie de plaats moeten zijn waar intelligente mensen samen zitten die wat verder kijken dan hun neus lang is. Er zijn kinderziekten, daar moeten we door, maar het is goed dat er éénzelfde basis komt waarop we min of meer dezelfde structuren en systemen bouwen. Ik had destijds nog twee jaar om mijn thesis te schrijven, wij moesten op het einde van onze tweede kandidatuur al een onderwerp hebben. Veel mensen hadden toen een thesisjaar want we schreven halve doctoraten. Maar het is niet omdat je je thesis op één jaar moet schrijven dat je daarom een minder goede master in de geschiedenis zou zijn, daarover gaat het niet. Ik zie dan inderdaad dat binnen de universiteiten de mensen zich vreselijk vastklampen aan hun ‘vroeger was het beter gedachte’, de opleiding zou naar de vaantjes zijn want plots is het is 3 + 1 in plaats van 2 + 2. Het is uiteindelijk ook maar een structuur die wordt opgelegd, de invulling daarvan hangt dan af van de proffen, assistenten en de studenten zelf. Ik ben er van overtuigd dat je geschiedenisdiploma halen niet zo’n moeilijke zaak is. In het beroepsleven draait het trouwens niet zo rond dat diploma. Op de Standaard bijvoorbeeld heb je allemaal journalisten, daarbij zitten er ongelooflijk interessante mensen, maar ook anderen die daar enkel zitten van 10 tot 5 en zorgen dat ze hun stukje geschreven hebben, maar het is niet met die mensen dat je de beste krant van de wereld gaat maken. En dat is ook in het onderwijs zo, ik maak me veel meer zorgen over de motivatie van de proffen, de invulling, de ruimte die zij krijgen om te doceren, de druk van de bureaucratie. Meer dan de structuur op zich. Nu denk ik wel dat het jaarsysteem mij beter lag, omdat je daar beter kon doen wat ik zo belangrijk vind: nieuwe dingen ontdekken en leren. Zoals ik reeds zei: de fotoklas, Ionesco ontdekken of plots besluiten we gaan nu Gabriel García Márquez lezen, heel zijn werk drie maanden aan een stuk en andere van die zottigheden. Dan kon je nog rond Pasen in de boeken duiken en door je jaar geraken. Nu ben ik een beetje bang dat het semestersysteem wat te veel het handje van de student vasthoudt, het is misschien iets te gecontroleerd. Maar was het daarom beter dan vroeger? Vroeger was het bijna nooit beter. Een vriendin van me zegt wel eens dat ze vroeger toch meer moesten werken aan de universiteit. Maar ik zie nu ook mensen die geschiedenis gestudeerd hebben en waarvan ik denk dat ze even goed of slecht waren als toen ik 23 was.” Het Veer: “Het diploma geschiedenis staat vandaag de dag niet bekend om zijn garantie tot werkzekerheid. Meer nog, een zekere pro-rector van de Universiteit Gent heeft de faculteit Letteren en Wijsbegeerte ooit getypeerd als “enkel geschikt voor het produceren van werklozen”. Vele geschiedenisstudenten studeren dan ook nog wat bij, zoals u ook gedaan hebt. Maar is het tout court nog wel verstandig de opleiding geschiedenis te volgen met het oog op de arbeidsmarkt of is een extra opleiding echt wel nodig?” Het Veer
www.vgkgent.be
25° jaargang, November-December 2007
17
“Dat varieert van persoon tot persoon, maar de tijd van het simpele schema: studeren – diploma behalen - gaan werken, ligt achter de rug. Ik ben na mijn studie geschiedenis nog journalistiek gaan studeren in Parijs en politieke wetenschappen in Harvard, toen was ik trouwens reeds 35 jaar. Ik hoop dat ik later nog iets nieuws kan bijleren. We komen in de periode van levenslang studeren, ik ben zelf vorig jaar drie weken naar een managementschool in Denemarken geweest, dat ging meer specifiek over het leren managen van redacties, een gespecialiseerde opleiding voor een hoofdredacteur dus. Het is een illusie om te denken: we hebben nu ons diploma en we hebben alles geleerd. Een opleiding in de Letteren en Wijsbegeerte is een richting die leidt tot het leren denken, op zich is dat ongelooflijk belangrijk. Maar daarnaast moet je in een aantal gevallen ook wat meer vaktechnische kennis aanleren. Wanneer in je het boek van de oud-studenten bladert dan merk je de meest uiteenlopende beroepen op. Bloemenkwekers, campinguitbaters, masseuses, het leidt tot alles. Maar je moet dan wel naast die brede opleiding geschiedenis iets meer technisch bijleren. Zelfs mensen die in het onderwijs terecht komen moeten om de zoveel tijd bijscholen. Iedereen die denkt dat het anno 2007 anders is die is verkeerd.” Het Veer: “Als afsluitertje, wie of wat is uw favoriete historische personage of gebeurtenis?” “Ik ben heel gefascineerd geraakt door de landing bij Normandië toen ik correspondent was in Frankrijk. Ik was daar in ’94 toen het net 50 jaar geleden was. Intussen heb ik er ook heel veel over gelezen. Die landing is toch iets speciaals, het was bijzonder slecht weer en is daardoor ook bijna mislukt, zelfs bijna teruggeroepen, en toch is er op een bepaald moment gezegd we doen het en dat verandert de hele Tweede Wereldoorlog. Wat zou er gebeurt zijn als de landing niet was doorgegaan? Dat is interessant om over na te denken. Waarschijnlijk zou het nog vele jaren duren eer er een nieuwe landing kwam, Hitler had zich kunnen reorganiseren in West- Europa, en dan hadden we nog moeten zien wat er op het oostfront zou gebeuren. We hadden nog vele jaren onder het nazistisch regime kunnen zitten. Dat fascineert me, en hoe langer ik in de journalistiek zit hoe meer ik er van overtuigd ben dat mensen de geschiedenis kunnen veranderen. Ze hadden evengoed kunnen beslissen dat de landing niet doorging, een eenvoudige soldaat kan door een andere handeling iets helemaal anders bekomen. Mensen kunnen zaken veranderen, mensen kunnen de geschiedenis maken.” Het Veer: “Bedankt voor dit gesprek!” Sarah ‘illustere voorganger’ Dewaele
Het Veer
www.vgkgent.be
25° jaargang, November-December 2007
18
Wouter Bellini, zing ons een liedje… over de Ouderavond Het auditorium zat vol tot de nok De praeses was als een kind, zo nerveus Maar ze sprak als een klok De Jasper klonk kriel maar serieus. Refrein: Mama, papa, ik zit nu te studeren. Avonturier, aalmoezenier of drugskoerier Den dorpsbloemist, nen viezentist of journalist De toekomst zal ’t leren. Wat er wordt op de arbeidsmarkt van zoon- of dochterlief. Erik Vanhaute kwam aan het woord Lardeerde zijn betoog met weidse gebaren En expliceerde woord voor woord Jullie universitaire wedervaren. Mama, papa, ik zit nu te studeren. Avonturier, aalmoezenier of drugskoerier Den dorpsbloemist, nen viezentist of journalist De toekomst zal ’t leren. Wat er wordt op de arbeidsmarkt van zoon- of dochterlief. Peter Vandermeersch was onze laatste redenaar De baas van de Standaard, ’t Volk en de Gentenaar Hij deed zijn parlé over ’t wel en wee van de geschiedenisstudenten En liet niet na de vruchtbaarheid van zijn lenden in te prenten Refrein De praeses zei: kijk diep in mijn schotels van ogen. Ik betover je en tracht je naar de Amber mee te togen En zo geschiedde, er werd er op een leuke avond geklonken Terwijl enkele ambitieuze meiden naar Peter bleven lonken.
Het Veer
www.vgkgent.be
25° jaargang, November-December December 2007
19
27 november officiële Beck Annelies-dag! Annelies Het dies natalis debat Op maandag 26 november vieren we de 76ste verjaardag van de Vlaamse Geschiedkundige Kring. En dat wel op volgende wijze: dinsdag 27 november is er het grote dies nataliss debat, debat met als thema “het nut van de geschiedenis, een herdenkingstsunami?”. Alle vragen over het spokende verleden of het te commercieel worden van de Geschiedenis en nog veel meer zullen worden besproken en beantwoord door drs. drs Berber Bevernage, em. prof. Helmut Gaus, Gaus Koen de Landsheer en Marc Reynebeau. Reynebeau. Dit alles zal in goede banen worden geleid door Annelies Beck, beter bekend van de zevende dag en de morgen op radio1. Dit alles gaat dus door op 27 november, vanaf 20u in auditorium C van de Blandijn. Al wie Geschiedenis in zijn hart draagt, kom af!
Het Veer
www.vgkgent.be
25° jaargang, November-December December 2007
20
Teambuilding in ’t putje van Nergens: Bachelorweekend 2007 We schrijven zondag 28 oktober 2007 wanneer ondergetekende er net een volledig bachelorweekend heeft opzitten en een slinkse vicepreses hem aanspreekt: “Zeg, zou jij een verslag willen schrijven van het weekend?” Ondergetekende aarzelt een seconde maar verkondigt kondigt dan in een roes van blijdschap en euforie luidkeels: “Ok, geen probleem.” Een vergiftigd geschenk, zo bleek achteraf, want wat was er in de literaire wereld saaier en meer doordeweeks dan het fenomeen ‘verslag’ (de gemiddelde cursus historische kritiek kri niet meegerekend). Edoch, deze eerste bachelor zou niet wijken voor deze riskante opdracht die wel eens zijn hele literaire carrière zou kunnen kelderen. Ik zette me aan mijn studentenbureautje en staarde peinzend voor me uit. “Niet in clichés vervallen,” zei ik hardop tegen mijn kamerplant die ook op mijn bureau stond, “vooral niet in clichés vervallen.” Ik zette mijn computerbak aan en bedacht welke valkuilen ik zoal diende te ontwijken. Een chronologische opsomming van de gebeurtenissen moestt ik natuurlijk te allen tijde vermijden. Kennismakingsactiviteiten en een quiz op vrijdagavond, Limburg onveilig maken op zaterdag, ’s avonds cantussen en de onvermijdelijke opkuis op zondag; daar lag niemand echt wakker van. Ik richtte me opnieuw tot mijn mi kamerplant – die overigens met de gevleugelde naam Andy doorheen het leven surftesurfte en snorde nog enkele ervaringen op: ‘weerwolven’ spelen, poker spelen, leren bluffen, leren verliezen en eveneens in grote mate aanwezig… leren drinken. Neen, ook deze ervaringen rvaringen zouden de geest van de kritische verslaglezer niet kunnen boeien. Het enige wat de onmogelijke opdracht van een verslag schrijven echt zou kunnen doorstaan, was de blijdschap en euforie waarmee ik toestemde om deze tekst te schrijven. De blijdschap blijdschap en euforie die ik aan het bachelorweekend te danken had. En de vermoeide glimlach die zondagmorgen op ieders gezicht stond… En voor de onvermijdelijke vettige details, moet u zich maar persoonlijk tot de aanwezigen te wenden. Ruben ‘leren drinken ’ Cassiman ssiman Het Veer
www.vgkgent.be
25° jaargang, November-December 2007
21
Dagboek van een eerste bach Eerste bach mag!
Ik had daarnet nog een brik halfvolle melk leeggedronken, knoopte mijn veters, legde de kraag van mijn vest voor een laatste keer goed en stapte met een halfenthousiaste houding de trappen van de Blandijn op. Ik stond op het punt om de opleiding geschiedenis aan te vatten in het eerste bachelorjaar en beleefde één van mijn eerste dagen aan de universiteit Gent. Die halfenthousiaste houding had ik me niet zomaar aangemeten. Ik had hier immers een onbestaande reputatie te verdedigen. Daarbij was mij door een onzichtbare hand een onmogelijke opdracht in de schoot geworpen: ik diende me te gedragen alsof ik hier al minstens een jaar op die trappen liep, alsof de al dan niet bestaande tanden van professor doctor Marc Boone ook in mijn hersenen een belletje deden rinkelen, alsof het onverklaarbare tijdverschil der klokken in auditorium E voor mij een open boek was. Kortom, ik mocht op geen enkele manier laten blijken dat ik hier nog maar luttele dagen rondhoste. Dat kwam erop neer dat ik in de wandelgangen gerust in een fuchsiagroen ruitjespak enkele van de beruchtste passen van de Argentijnse tango ten berde mocht brengen. Zolang ik het niet deed met de zweem van een eerste bachelor, zat ik goed. Dat laatste had ik overigens op een onbewaakt moment effectief uitgeprobeerd. Het enige wat het me echter had opgeleverd was een kleurrijk pak in mijn kleerkast en de zekerheid dat noch fuchsia-groene kledij, noch Argentijnse tangopassen echt indruk konden maken op de gemiddelde Blandijnganger. Het begrip ‘half’ speelde in het dagelijkse leven van die gemiddelde Blandijnganger een grote rol, zo had ik gemerkt. Rages diende je te allen tijde te mijden. Enkel ‘half’ was ‘in’.Praten tegen medestudenten deed je met je mond halfdicht, geeuwen met de mond halfopen. Je rugzak hing je half over je schouders, je stapte met halfgrote passen het auditorium binnen en luisterde met een half oor naar de proffen, waarbij je ongeveer de helft van wat je hoorde neerschreef, zonder je erover te verwonderen dat je daardoor eigenlijk maar een kwart en dus niet de helft van de totale informatie had opgeslagen. Blandinisten zijn geen exacte wetenschappers. Na een weekje halfstoer doorheen de gangen gedwaald te hebben met een halfvol flesje water in mijn hand, staken mijn eerste twijfels omtrent de halftheorie echter de kop op. Eerder had ik geprobeerd met een brik halfvolle melk doorheen de gangen te dwalen, maar dit bleek vreemd genoeg veel minder aan te slaan. Het brik had ik dan maar verbannen naar mijn koelkast, hoewel ik zeker wist dat het daar onmogelijk blij mee kon zijn. Bovendien was ik meer en meer op zoek naar houvast, in welke vorm dan ook. Groot was dan ook mijn vreugde toen ik bij het
Het Veer
www.vgkgent.be
25° jaargang, November-December 2007
22
passeren van een prikbord een halve blik wierp op een affiche die daar tegenaan geprikt was. “Debat” stond er in grote letters op de affiche geschreven. Hoewel ik de andere helft van de affiche niet had gelezen, wist dit wervingsvodje me wel enigszins te bekoren. Ook debatten waren ‘in’. Dat had ik ergens gelezen. Zo’n debat zou best wel eens interessant voor me kunnen zijn, bedacht ik. Deels omdat ik stiekem hoopte op een alternatief voor het hele halve gedoe, deels omdat, indien de debatratten geen goed voorstel naar voor konden schuiven ik nog altijd halverwege het debat consequent mijn biezen zou kunnen pakken. “Op naar het debat!” riep ik met halfluide stem. Roepen met halfluide stem was niet makkelijk. Dat had ik gemerkt aan de verbaasde blikken van de studenten die toen in mijn buurt stonden. Op de avond van het bewuste debat waren zij echter niet aanwezig en dat vond ik niet eens zo erg. Ik had me ergens halverwege het auditorium neergezet, wat gezien de talrijke aanwezigheid voor heel wat bankjesgeklepper zorgde. Enkele beruchte politiciens gingen zitten op de stoeltjes, waaraan de prof uit het laatste lesuur zijn kleine teen nog bijna verstuikt had. Na een kort voorstellingsrondje –helaas kenden de aanwezigen het telefoontjespel niet- ging het debat van start. Het gesprek ging rustig van start, maar na een tijdje kwamen de tegenstellingen echter onvermijdelijk bovendrijven. Ik volgde het hele gebeuren met een half oog, tot één van de mannen plots zei: “Laat de inwoners van dit land gewoon elk hun eigen helft beheren.” Enkele collega’s knikten. Ik schrok en keek verbaasd voor me uit. Hoe hadden deze vooraanstaanden weet gekregen van de halve levenswijze? Hadden deze vooraanstaanden infiltranten die hen deze informatie tussen de vier muren van de dienst studieadvies? (09 264 70 00, allen daarheen!)Was dit halve leefpatroon reeds doorgedrongen tot in de hoogste regionen van ons land? Afgaand op het aantal knikkend gezichten was het enige juiste antwoord daarop: half en half. “Verdorie,” mompelde ik tegen mezelf. Als het begrip ‘half’ ook al bij deze hoge piefen bekend was, was het een rage geworden, daar kon geen twijfel meer over bestaan. Ik wachtte tot het debat volledig voorbij was en wandelde ontredderd het auditorium uit. Met een gebroken moraal nam ik mijn fiets, reed naar mijn kot en deed de koelkast open. Ik bukte me en knelde mijn brik halfvolle melk stevig tussen mijn arm en mijn borstkas. “Het is ok,” zei ik, “ik ben terug.” Een traantje druppelde over het drankkarton. Ruben ‘Quasiman’ Cassiman
Het Veer
www.vgkgent.be
25° jaargang, November-December December 2007
23
Erasmus in Parijs leven als God in de DDR Beste Veer-lezer, Misschien stelt u zich –bij bij de herlancering van de VGK-Erasmusrubriek VGK Erasmusrubriek- wel vragen bij de enigszins bizarre of provocerende titel van dit stukje. Is de auteur zo’n rotverwende en arrogante luxestudent, die zich niet tevreden kan stellen met de onvermijdelijke imperfecties van zijn nochtans uitgelezen externe studeerplek? Die de eerste plaats van onze al te weinig gefinancierde gefinancierde of bejubelde Alma Mater als “nummer 1 voor Erasmus in Vlaanderen” in het belachelijke wil trekken? De bescheidenheid verbiedt me u daar enig beslissend uitsluitsel over te verstrekken. Toch hoop ik u een zekere morele geruststelling te kunnen verschaffen door toch ook in de eerste plaats te beklemtonen dat Parijs ronduit geweldig is. Indien ik in het vervolg van deze tekst enkel administratieve octopussen en papiergorilla’s zou behandelen, mag dit geenszins de voordelen van de internationale ervaring er in kwestie in de schaduw zetten of u tegenhouden om volgend jaar de Gentse torens te ontvluchten. Maar toch mag het nog eens herhaald worden, dames en heren: Wie is de machtigste man van Frankrijk? Degene die achter het loket zit. Nog meer dan andere and Erasmussers, gaan studenten geschiedenis gebukt onder het papieren juk van de vijfde republiek. Waar je ook komt, neem minimaal mee: een pasfoto, een identiteits- en studentenkaart, een “attestation de résidence” en een (Frans!) bank-identificatieformu identificatieformulier. lier. Men vraagt er vlugger om dan je zou denken. Om te genieten van de diensten die de centrale (interuniversitaire) bibliotheek van de Sorbonne ter beschikking stelt, mag je bijvoorbeeld, na je administratieve inschrijving, nog eens extra aanschuiven (enkel (enkel in de voormiddag, tussen 10 en 12). Wie dacht dat onze Gentse Alma Mater, met haar zeer antiek aandoende roze aanvraagbulletins in de boekentoren, enigszins achterliep op de stand van de bibliothecaire techniek, is duidelijk nog niet in Parijs geweest. Elke bezoeker die de bibliotheek betreedt (dat doet u, door met de barcode van uw aparte bibliotheekkaart een ijzeren slagboom in beweging te zetten), krijgt een geel aanwezigheids- en aanvraagformulier in de handen gestopt. Wat u ook doet (ook al komt u gewoon wat werken in de vrij raadpleegbare collectie en laat u niets uithalen), u bent impérativement gehouden het formulier terug te brengen naar de
Het Veer
www.vgkgent.be
25° jaargang, November-December 2007
24
receptie. Wee uw gebeente als u een boek geconsulteerd heeft, en het niet terug heeft laten afstempelen bij het verlaten van de zaal... Vervolgens loopt u naar de elektronische cataloog, om dat ene, in Gent nergens te bespeuren en voor uw masterproef o zo belangrijke boek eindelijk uit de rekken te kunnen halen. Tot uw vreugde braakt het erg “early nineties” aandoende programma vrij vlug een plaatsnummer uit. Meegesleept in uw juist verworven élan van schijnbaar herwonnen intellectuele vrijheid, pent u het ijverig neer op het gele aanwezigheids- en aanvraagblad. Helaas. Door een administratieve reorganisatie, die het in de toekomst mogelijk zou moeten maken boeken rechtstreeks uit de cataloog aan te vragen, zonder formulieren in te vullen... zijn de communicatieloketten (moet u zich voorstellen als de Nols-loketten in Schaarbeek, of het doorgeefluik van de keuken in You Rang M’Lord) gesloten. Een nieuwe, gecentraliseerde dienst bevindt zich in de voormalige catalogi-leeszaal. Eens u die gevonden hebt (buitenlanders worden verondersteld regelmatig weerkerende, in het gebouw wegwijze bezoekers te zijn), krijgt u te horen... dat het algemene aanvraagen aanwezigheidsformulier... niet kan gebruikt worden om boeken uit... de algemene collectie te halen. Voortaan is een apart (roze!), specifiek, aanvraagformulier vereist per werk. Met het vriendelijke verzoek om binnen een half uur terug te komen en in het vervolg duidelijker te schrijven. Behoudens de kans “que le livre présent a été la victime d’une inondation”, krijg je dan wel dat ene boek over de Spaanse Successie-oorlog tussen 1700 en 1705 waar je al een jaar of zes naar zoekt. Maar goed, in de administratieve Parijse Orcus zijn we hier nog maar net over de Styx gezet. Het echte werk moet dan nog beginnen: het archief, waar historici thuis zijn. Waar de formaliteiten zich in België beperken tot de relatief eenvoudige aanschaf van een dag-, jaar-, of andere kaart, liggen de zaken iets moeilijker. De inschrijving kan voor de bureaucratisch ervaren Franse onderzoekers en hun buitenlandse collega’s slechts een eerste obstakel zijn op hun weg naar het contact met de originele bron. Naargelang het archief, kan dit trouwens on line gebeuren. Veel pittiger zijn de vereisten voor de eigenlijke consultatie van de documenten. Zo vraagt het Defensie-archief dat je stukken veertien dagen (!) op voorhand reserveert. Vervolgens wordt je plaats in de leeszaal (slechts 60 gelukkigen per dag) voor de volledige openingsduur van de dag in kwestie vastgelegd. Ook al kom je zelf maar twee uur. Onmogelijk om gefrustreerde bezoekers-voor-een-dag een plaats te geven in de halflege leeszaal, aangezien alles gereserveerd is. Stukken uithalen kan enkel op vaste tijdstippen (de rest van de tijd zit het geüniformeerde personeel gezellig te kletsen tussen de microfilms). Wat ook geldt voor de bijhorende bibliotheek (200 meter verder, in een aparte vleugel van het Centre Historique de la Défense), die de volle drie dagen per week (van dinsdag tot donderdag) ter beschikking staat van het publiek. Boeken zijn overigens slechts 48 uur op voorhand aan te vragen. Kopies kunnen genomen worden aan het retributaire tarief van € 0,25 per pagina.
Het Veer
www.vgkgent.be
25° jaargang, November-December December 2007
25
Zo gaat het maar door. Iemand laten logeren op de kamer, op de gerenommeerde “Cité Internationale Universitaire de Paris”? Geen probleem, indien je drie werkdagen op voorhand een ondertekend en gedateerd formulier afgeeft af aan de receptie, met vermelding van de identiteit en verwantschapsgraad van de persoon in kwestie. Uiteraard mits toestemming van de directie (m.i. een schending van artikel 8 EVRM) en betaling van een vergoeding van € 5 per nacht (beperkt tot 5 dagen) dage voor het extra bed. Lamp kapot? Geen probleem, dat meld je schriftelijk aan de receptie (geschatte wachttijd: twee maand). Sleutel van de brievenbus nog niet gehad? Geen probleem, vul een formulier in. Ik zou me niet te ver willen laten leiden in mijn diatriben tegen de hemeltergende Franse bureaucratische inefficiëntie. Laat me dan ook besluiten met een laatste voorbeeld: de archieven van Buitenlandse Zaken (Quai d’Orsay). Bezoekers kunnen enkel op gecontingenteerde uren binnen en buiten (e.g. 13:30, 14:30...), na afgifte van hun identiteitskaart aan bediende nummer 1 (in ruil voor een hippe badge met het logo van de ene en onverdeelde Republiek) en het passeren van een ijzeren metro-slagboom. metro slagboom. Bij hun tocht door het gebouw, naar de archieven op de tweede tweede verdieping, worden ze begeleid door een speciaal daartoe aangestelde bediende nummer 2, die acht keer per dag de tocht op en af maakt en in het bezit is van de sleutel voor de wandkasten, waar men andere goederen dan en laptop, witte bladen papier of een ee potlood kan achterlaten. Eens in de consultatiezaal, begint een kleinere kruisweg (in afstand te vergelijken met het betere calvarieparcours in een fors uitgevallen private devotiekapel) van de loketbediende (bediende nummer 3) naar de bediende die verantwoordelijk twoordelijk is voor de inschrijvingen (bediende nummer 4). Hoewel de Quai d’Orsay-bezoeker bezoeker drie weken op voorhand een on-lineformulier on heeft ingevuld met zijn coördinaten, wordt hij daar nog eens gesommeerd om alles op papier te zetten. U raadt het al, met met het legendarisch cursieve geschrift dat het handelsmerk van uw dienaar geworden is sinds hij de traumatiserende derde kleuterklas verliet, leidt dit enkel tot verder oponthoud. De gegevens van “Monsieur Dhonot” worden ingegeven in een administratief systeem, syst wat de noodzakelijke vereiste is voor de aanmaak van een lezerskaart, die op haar beurt toegang verschaft tot 1 (één) plaatsnummer (bedienden nummer 2, 5, 6 en 7), waar Het Veer
www.vgkgent.be
25° jaargang, November-December December 2007
26
men zijn consultaties kan beginnen. Uiteraard kunnen stukken slechts met een werkdag ag vertraging worden aangevraagd. En is het archief de eerste tien dagen van de maand gesloten, gezien de nakende verhuizing naar een nieuw gebouw in de loop van 2008. Hoeveel tijd het consulteren van de inventaris ook mag vragen, u kan pas buiten op het gecontingenteerde econtingenteerde uur, waarop bediende 2, uw persoonlijke escorte naar de uitgang, terug verschijnt. Daar zou ik het bij willen laten voor deze keer. Volgende keer iets over de aangenamere kanten van het onderwijssysteem (veel politieke geschiedenis, bijzonder nder erudiete en eloquente professoren die “het” referentiewerk in de discipline geschreven hebben, geen hysterische gendergender of metahistorische vakken) of van het Parijse dag- en nachtleven (stimulerende contacten met “Parisiens” en een variëteit aan anderstalige stalige planeetbewoners; de musea, boekenwinkels, bars; de betogingen, manifestaties en stakingen). Frederik ‘Red Fred’ Dhondt
Nonchalant gepresenteerde sfeerbeelden:
Het Veer
www.vgkgent.be
25° jaargang, November-December 2007
27
Marieke boven de Moerdijk Dit schooljaar doe ik mijn derde bachelor aan de Universiteit Leiden, bij onze noorderburen dus. Leiden klinkt natuurlijk niet zo spannend of exotisch als een bestemming in een Scandinavisch of Zuid-Europees land, maar zalig, leerrijk en vooral grappig is het wel. Ten eerste is les volgen aan deze universiteit beduidend anders dan aan de Alma mater in Gent. Er zijn hier meer werkcolleges (colleges waar de aanwezigheidslijst rondgaat in de klas) en er is veel meer ruimte voor discussie en eigen inbreng. De professor heeft trouwens niet graag dat je hem of haar professor noemt, maar prefereert bij de voornaam aangesproken te worden. Als de pauze te lang op zich laat wachten, vragen (of beter gezegd eisen) Nederlandse studenten om een break in te lassen. Rekening houdend met het feit dat één lesblok hier bestaat uit tweemaal drie kwartier (en ik maar acht uur college per week heb), vind ik dat echt wel brutaal, ze zijn ook niet veel gewend hé, die Nederlanders. Het studentenleven hier in Leiden lijkt al helemaal niet op het onze, en dat is misschien maar beter ook. Ik vind persoonlijk dat het een beetje weg heeft van een ‘Zweinstein-situatie’: net zoals in deze Harry Potter-school zijn de meeste studenten onderverdeeld in een paar grote studentenverenigingen met de daaruitvolgende onderlinge spanningen. De ontgroening is over het algemeen geen lachertje (cf. de seks met kippen in Utrecht), en eenmaal in de vereniging wordt het overgrote deel van de tijd besteed aan drankspelletjes. Natuurlijk is niets geschikter om de cultuurverschillen tussen ‘Ollanders’ en ons eigen volkje te bestuderen, dan door met 19 Nederlandse studenten samen te leven. Deze verschillen variëren van het gebruik van een ander vocabularium, tot andere keyboards op de computers en andere ventielen op de fietswielen. Zelfs na meer dan twee maanden samenwonen wordt er nog gegrinnikt als ik het woord frigo of microgolf -moet respectievelijk koelkast en magnetron zijn- in de fusie (=woonkamer annex keuken) in de mond neem. Omgekeerd lag ik ook dubbel toen ik ondervond dat ‘nou breekt mijn klomp’ en ‘asjemenou’ hier echt worden gebruikt! Ik vind het niet zo leuk om toe te geven, maar eigenlijk moet ik bekennen dat de Nederlanders die ik heb ontmoet echt heel leuk zijn. Mijn huisgenoten doen ook hard hun best om dit Vlaamse meisje die enkelingen al lachend ‘Domme Belg’ noemen te helpen integreren. Zo organiseerde een huisgenoot laatst een Surinaamse avond, en natuurlijk moest ik net als alle andere aanwezigen (waaronder twee donkergekleurde jongens) in zwart geschilderd worden... (zie foto) Als troostprijs konden ik en mijn Belgische gast wel genieten van lekkere Surinaamse roti’s, mmm! De Erasmus-ervaring situeert zich voor mij in de vele activiteiten die door de plaatselijke ISN (=International Student Network) worden georganiseerd, en het contact met de vrienden die ik in de introductiedagen voor internationale studenten Het Veer
www.vgkgent.be
25° jaargang, November-December December 2007
28
heb gemaakt. Met hen ga ik onder andere naar de zee (inclusief mooie duinen) die hier maar op 20 minuutjes fietsen vandaan ligt. ligt. Ook Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Utrecht met hun bruisende nachtleven (in tegenstelling tot Leiden) en boeiende musea zijn vlot te bereiken met de trein die hier ook ’s nachts rijdt. Doei en tot volgend jaar! Marieke ‘Oranje’ Zwartjes
Het Veer
www.vgkgent.be
25° jaargang, November-December December 2007
29
Filipe en España ¡Hola V.G.K.-ers! Het moet mij van het hart jullie op te biechten dat ik in het Gentse studentenleven eigenlijk een passief VGK-lid VGK lid ben. Net daarom vind ik het een eer een stukje te mogen schrijven voor het populairste studentenblad in Gent Gent en omstreken. De scriptor had mij op het hart gedrukt jullie extra jaloers te maken met wilde verhalen over vurige Spaanse chica’s.. Piece of cake. (foto: Giralda) Ik verblijf dit academiejaar een semester in het Spaanse Sevilla in het kader van Erasmus. Erasm De stad ligt in Andalusië in het zuidwesten van Spanje. Concreet: het is hier heet. De gemiddelde jaartemperatuur ligt op 18 graden, wat bij ons de laatste jaren een gemiddelde zomertemperatuur is… Op moment van schrijven is het nog 27° C (eind oktober). ). De stad ligt op een klein uurtje rijden van het dichtstbijzijnde strand, dus afkoelen is geen probleem. Midden september ben ik hier aangekomen, samen met mijn moeder. Het bleek een welgekomen steun, want de eerste erasmusweek betekent bergen administratiewerk, stress, onverwachte problemen en een vleugje heimwee erbovenop. Niet dat het allemaal zo rampzalig is, maar het helpt als je niet alleen bent. Ik had in de zomervakantie via de universitaire website een kot gehuurd op een residencia universitaria.. Bij de eerste confrontatie was ik weinig enthousiast. Een kleine ruimte; geen mogelijkheid tot keuken (individueel/gemeenschappelijk) ividueel/gemeenschappelijk) - zelfs geen frigo; een eigenaardige constructie: alle koten waren aparte houten “barakken” naast elkaar in lange rijen, dus geen isolatie whatsoever en instortingsgevaar alom. Tijdens de eerste week heb ik een ander kot gezocht én gevonden, opnieuw op een universitaire residentie. Dit keer in een gloednieuw gebouw en kamers mét keuken, badkamer en televisie. Ouders waren akkoord, op voorwaarde dat ik de eerste drie weken op het eerste kot zou verblijven. Het viel al bij al goed mee, al was de aanwezigheid van jeugdspelers van voetbalploeg Real Betis Balompié een tegenvaller: verschrikkelijk luidruchtige macho’s inclusief diamantje in het oor, hanenkam slash nektapijt, en slechts één ding aan het hoofd: voetbal. Als ik het mocht overdoen, verdoen, zou ik toch opteren om een flat te delen met andere
Het Veer
www.vgkgent.be
25° jaargang, November-December December 2007
30
studenten. Thuis verkeerd ingeschat, maar hier doet iedereen het en ‘t is goedkoper. (foto: Plaza de España) Al vanaf de eerste dagen ervoer ik Sevilla als een mooie en propere stad. Om elke hoekk staat een prachtig historisch gebouw. Er bevinden zich paleizen in het centrum van de stad, een rasechte stierenvechterarena, een kolos van een kathedraal en een uniek universiteitsgebouw. Laatstgenoemde diende vroeger als tabaksfabriek en biedt nu onderdak dak aan de faculteiten Geschiedenis, Geologie, Rechten en Filologie alsook aan het rectoraat. Ik voel mezelf een ware gelukzak dat ik daar les kan volgen, bovendien pal in het centrum. Voor de natuurliefhebbers zijn er ontelbare kleine en grotere parken waar waar het uiterst aangenaam vertoeven is onder reusachtige en stokoude bomen. Wie verhit is kan afkoelen aan de Guadalquivir (Arabisch voor ‘de grote rivier’), de rivier die door de stad stroomt en dagelijks zorgt voor een verkoelende wind. Voor historici is deze stad een must om te bezoeken. Het contrast van christelijke en Arabische elementen is een streling voor het oog. De klokkentoren, de “Giralda”, van de beroemde gotische kathedraal was oorspronkelijk een Moorse minaret. Ook het Real Alcázar, het koninklijk konink paleis e gebouwd onder Pedro I in de 14 eeuw, is opgetrokken in Mudéjar stijl. De Mudéjares waren de plaatselijke Mudéjar-stijl. moslims die onderworpen waren aan de nietniet moslimautoriteiten, tijdens en na de Reconquista. (foto: Kathedraal) Op 26 september “startten” “startten” de lessen, tussen aanhalingstekens, want af en toe kwam er geen prof of bleek er toch geen les. Het is geen makkie een lessenrooster samen te stellen. Je mag in principe uit alle richtingen vakken kiezen, maar natuurlijk stemmen die wat betreft uurroosters uurroosters niet overeen (vergelijk het met het minorsysteem bij ons). Ook lesblokken zijn compleet anders dan in Gent. Waar de Gentse student meestal een lesblok van tweeënhalf uur volgt, is hier het middelbaarsysteem nog van toepassing. De meeste duren één uur (maar (m dan wel vier keer per week). Reken erbij dat de prof een kwartier te laat komt en vijf minuten vroeger stopt. Zo kom je aan lesjes van zo’n 45 minuten. Bizar! De allereerste lessen waren een kleine ramp en dan verwoord ik het nog eufemistisch. Ik zat gereed met pen en papier om naarstig notities te nemen, maar verstond geen woord van wat men vooraan vertelde. Ik had wel een snelcursus Spaans gevolgd aan het UCT, maar die bleek even geen nut te hebben. Professoren spreken ongelooflijk snel, inclusief het h sterke Andalusische accent. De ‘s’ wordt quasi niet Het Veer
www.vgkgent.be
25° jaargang, November-December December 2007
31
uitgesproken en de laatste lettergrepen van elk woord worden gewoonweg ingeslikt. Voorbeeldje: hasta luego wordt hier Alwégo; escuela wordt ekwela; adios wordt adi. Als beginneling in de taal moet je op op je tanden bijten, maar nu begint het echt te vlotten. Qua notities nemen verschilt ook de Spaanse student van de Gentse. De Spanjaarden noteren op ongelijnde bladen papier en kopiëren zo letterlijk mogelijk alles wat de prof vertelt, en dat in een doorlopende doorlopende tekst zonder structuur. Ohja, syllabussen/handboeken heb ik hier bijna niet. Bijna al mijn vakken vereisen enkel eigen notities, dus kopiëren is hier mijn voornaamste bezigheid! (foto: zicht vanuit Giralda) Alle clichés over de erasmuservaring blijken blijken daadwerkelijk te kloppen. Je ontmoet massa’s mensen uit diverse uithoeken van de wereld. Je spreekt elke dag minstens vier talen. De beruchte erasmusfeestjes zijn zéér leuk. Erasmusstudenten overal ter wereld denken soms maar aan twee dingen: feesten en socializen.. Op de feestjes heerst er een gezellige sfeer, die niet snel laat blijken dat we allemaal verschillende nationaliteiten hebben. Ikzelf heb vrienden uit o.a. Duitsland, Italië, México, Spanje, Japan en de USA. Clichés over nationaliteiten zijn er uiteraard ook: Duitsers die dagelijks zat zijn, een Italiaan die tot over zijn oren verliefd is op een Frans meisje en haar zijn ‘Beatrice’ noemt, een chauvinistische fransman die nog nooit in zijn leven in België is geweest, Mexicaanse meisjes die beginnen begi te tieren als ze Shakira horen, enzovoort. De Spaanse studenten zelf zijn over het algemeen socialer dan ik had gedacht. Tegenover eramusstudenten zijn ze uiterst sympathiek, maar jij moet wel de eerste stap zetten. Zo kopieerde ik notities van een Sevillaan, Se die erop stond erna een pint te gaan drinken. (foto: Erasmusfeestje) Om dan tot het onderwerp van de dag te komen: de Spaanse chica’s. Het is opvallend dat Spaanse meisjes ook echte chica’s zijn. In de universiteitsgangen zie je soms de knapste studentes, volledig opgemaakt en uitgedost om de lessen te volgen. Ze voelen zich op en top vrouwelijk en pronken er graag mee. Ook een vaste waarden in het straatbeeld zijn de talrijke meisjes/vrouwen meisjes/vrouwe die tegen de avond bijna allemaal met ZARA, Mango of H&M-zakjes H&M zakjes rondlopen. Geen kledingsmerken die het in Spanje beter doen. U hoort het, beste lezer, ik stel het hier goed. Zeer goed. Ik had een jaar kunnen blijven, maar een mijn gedachten dwalen, zeer zelden, nog eens af naar Gent, alwaar ik twee jaar geleden ook mijn hart heb verloren. Dit jaar ben ik de gelukzak die van beide steden mag genieten. Adios! Philip. Het Veer
www.vgkgent.be
25° jaargang, November-December December 2007
32
Veerlijks duiken we ter uwer attentie in de archieven van Vlaanderens tofste weekblad. weekb Zeer geachte JOEPIE, Ik heb vernomen dat u zich bezighoudt met mensen, die moeilijkheden hebben in het huwelijksleven en ook met degenen die raad verlangen voor zij gaan trouwen. Daar ik overtuigd ben dat dit mijn laatste redplank is, heb ik besloten mij tot u te wenden en u alles te vertellen wat mij moreel en lichamelijk het leven vergiftigt. Ik zal trachten zo duidelijk mogelijk te zijn, opdat gij mij zoudt redden van een volledige vernietiging. Ziehier mijn droevige geschiedenis: Ik was ongeveer tien jaar toen ik voor de eerste maal in mijn droom een eigenaardige gewaarwording leerde kennen, gepaard met een soort verlies aan mijn geslachtsorgaan. Ik was zo erdoor aangedaan dat ik niet meer kon slapen. Ik wist niet wat er gebeurd was en daar daar ik thuis zeer streng behandeld werden er met mijn ouders niet over durfde spreken, heb ik daar dagen aan een stuk over zitten denken. Ik zal die nacht nooit vergeten, want dit is het begin geweest van jarenlange ellende. Op zekere dag was ik in de studie studi en kreeg ik hetzelfde spanningsgevoel en toen heb ik door verborgen aanrakingen hetzelfde gevoel gewaar geworden als die nacht. Nadien voelde ik mij zeer neerslachtig en ontmoedigd; ik had de indruk iets gedaan te hebben dat ik niet mocht, maar vond geen uitleg. Dat had zich zo enkele malen voorgedaan, toen ik van een kameraad vernam, dat hij dat ook deed en dat er anderen waren die dat samen deden. Toen ik later hoorde dat dit zonde was, wilde ik mijn drift onderdrukken, maar ik kan het niet meer laten. Ik dacht dat ik nu werkelijk voor altijd verloren was en dat mijn lichaam helemaal ondermijnd was. Ik werd zeer zenuwachtig , zweette bij de minste inspanning en het kwam zover dat ik niet meer kon studeren. Ik heb de school verlaten op zestien jaar en heb dan nog wat avondlessen gevolgd. Zo heb ik toch een plaatsje op een bureau kunnen krijgen. Mijn kwaal werd altijd maar erger. Bij de minste inspanning zweette ik meer en meer, ik kreeg pijn in de rug en ben toen een dokter gaan raadplegen? Ik heb natuurlijk natuurlijk niets durven zeggen van mijn zedeloosheid. De dokter vond een beginnend kropgezwel en raadde mij een operatie aan. Daar ik kost wat kost wilde genezen, was ik bereid alles te laten wegsnijden wat nodig was. Het heeft nochtans niet mogen baten. Ik heb nog n altijd diezelfde neerslachtigheid, ik heb geen weerstand meer. De masturbatie gebeurt nog regelmatig,ik zou zeggen automatisch en in halfslapende toestand. Het is een geleidelijk afstompen van mijn vermogens, met verlies van geheugen en verstand. Het Veer
www.vgkgent.be
25° jaargang, November-December 2007
33
Ik heb een afkeer voor alle ontspanning, ik zoek altijd de eenzaamheid op, ben schuw voor iedereen. Zelfs de mooiste meisjes zeggen mij niets. Het is werkelijk de echte neurasthenie. Nu heb ik dat allemaal geschreven, dokter, omdat ik toch nog hoop beter te zullen worden. Hoe gelukkig zijn de mensen die kunnen trouwen en kinderen krijgen. Zou ik er nog ooit toe in staat zijn? Was ik maar op tijd geholpen geworden? Hebben mijn ouders dan nooit kunnen beseffen dat zij mij iets moesten zeggen , toen ik in die moeilijke groeiperiode was? Of hebben zij dan zelf nooit moeilijkheden gehad? JOEPIE, alstublieft, help mij toch! Indien gij mij uit de put helpt zal ik u altijd dankbaar zijn. Zeg mij maar wat ik moet doen… Een bang Boogschuttertje Boogschuttertje, het misbruik van de eigen organen heeft de noodlottigste gevolgen voor lichaam en geest, veel noodlottiger, dan zij die zich na geslachtelijke uitspattingen op natuurlijke wijze openbaren. Want bij de zelfbevlekking is de opwinding van lichaam en geest veel heviger, dan bij de natuurlijke geslachtshandeling, daar de verbeelding op zijn hevigst geprikkeld wordt, om zich het voorwerp der zinnelijkheid voor den geest te halen. De opwinding duurt veel langer, daarom is de daarop volgende uitputting des te groter. Hoe onvolkomener de geslachtelijke ontwikkeling, hoe jeugdiger het lichaam is, des te storender en aangrijpender werkt het misbruiken der geslachtsorganen op de gezamenlijke organen en hunne gewichtigste levensverrichtingen. Het mannelijk zaad is immers een essentiële olie en een belangrijke stimulus en wanneer het in grote porties verspoten wordt, manifesteren zich ziektebeelden als bloed in de urine, beharing op de handen en het verliezen van de eetlust. De medicus herkent masturbanten tevens aan hun vaal groene gelaatskleur. Er zijn echter velerlei remedieringen. Bijvoorbeeld therapie met elektrische schokken en het behandelen van de testikels met brandnetels. Ook een vleesarm dieet op basis van de vlokken van docter John Harvey Kellogg heeft zijn deugdigheid reeds overvloedig bewezen. Tevens zijn er ook zeer afdoende technische hulpmiddelen in de vorm van kuisheidsgordels. Maar bovenal zult gij moeten bogen op uw wilskracht en de houvast van uw christelijk geloof.
Het Veer
www.vgkgent.be
25° jaargang, November-December December 2007
34
En even veerlijks lossen we brandend actuele vragen op. Oeps Haii Veer! (k) =D Ik ben een meid van 13 jaar en ik heb een probleempjuh! Ik heb sinds kort verkering met een ontzettend lieve jongen van 26.=P Laatst had hij een feestje waar veel van zijn vrienden en bijwaren en ik vond het onwijs gaaf dat ik erbij mocht zijn van me ouders =D Hij had speciaal voor mij ook Bacardi Breezers gehaald en na een tijdje begon ik het toch wel warm te krijgen (het liep er ook vol met hunky boyz =P ) Wat er daarna gebeurd is weet ik niet zo goed, maar ik ben ’s morgens wakker naakt geworden met allemaal vieze smurrie over me heen! Ik heb zo’n vermoeden dat ik zwanger ben, maar ik weet niet van wie! Ik durf het ook niet tegen me ouders vertellen want dan krijg ik vast huisarrest huisar ofzow :$ Help me plies! XxX Een Zwanger Steenbokje Beste Zwanger Steenbokje:
Groetjes, Veer
Het Veer
www.vgkgent.be
25° jaargang, November-December 2007
35
Adoreer nu allen zij die zowel Alpha als Omega is: LIEN VAN DE KELDER Liefste Lien, mijn lieve meid Ik wacht nu al zo lang Maak toch dat ge hier zijt Zodat ik u ontvang Nee, het zal u niet spijten En wees vooral niet bang Ik wens alleen te kwijten Dat ik naar u verlang
"dart'lend door 't knolselderveld schrijdt met engelentred Lien was zij in m'n snolkelder opgesteld dan gaf ik haar een tien" "allerliefste Lien Van De Kelder uw wenkbrauwen geuren naar selder
Ik wil graag met u op reis gaan En intiem zijn in een hoek ‘k zal u aan mijn degen rijgen ‘k word uw Lucky ‘Outback’ Luke
uw ellebogen zijn arcaden van genot uit uw neus peuter ik uw sensuele snot" "Ik stroop mijn hoofdhuid af bij het zien van
Ik zou graag met u eens jumpen Op de dansvloer van Carré En daarna eens liggen pumpen Met mijn leuter in uw snee
uw aanschijn, o deerne van de ochtendzon. nog liever echter zag ik deze in de maanschijn, omdat mijn bast dan niet verbranden kon
Ik zou graag met u eens zoenen op uw sensuele mond maar ook uw borsten als meloenen en uw geile, dikke kont
Lien pronkt met een stel prontje tietjes. Mijn pepe kweekt ferm dikke en zoete bietjes. Lien verkoopt haar ziel aan de advocatenstiel Ik doneer mijn lijf aan dat lekker wijf. Voorwaar ik zeg u, aan haar wellustig stel prammen Zullen zich later laven veel kleine Brammen Uit haar vruchtbare lendenen voortgesproten Weinig ondernemend maar toch goed geschoten. Ik blijf onverdroten dromen van een beter bestaan En moest Lien uit mijn hartje gaan Dan is het met mijn geluk gedaan Mijn selder staat ferm in bloei, Van de Kelder Mijn dichterlijke spleen wijkt voor Lien Maar wat heb ik haar verder te bieden?
Het Veer
Een KOENRAAD-gedicht (http://mormel.googlepages.com)
Ze speelt in soaps hoewel omkringd met een stralenkrans Menig man denkt 'Reeg ik haar maar aan mijn lans' Nevel daalt neer over mijn opgehitste zinnen. Ik weet niet wat doen om haar voor mij te winnen. Zoetgevooisd en evangelisch klinkt haar rechtse praat. Kon ik haar geslacht maar talrijk maken met mijn zaad. Schaarsgekleed rijdt ze op een 1hoorn door m’n dromen. Tussen mijn oren begint het hevig te stomen. Ik knibbelknabbel aan haar lelletje en fluister haar stilletjes toe: Ik heb zin in een spelletje Ze neemt me daadkrachtig bij de hand En hijgt dan zwoel en koel tegelijk Kom lieverd, we gaan wandelen op het strand.
www.vgkgent.be
25° jaargang, November-December 2007
36
De Gentse studentenkroniek
Deel 1: Het Gravensteen
De statige grijze muren die oprijzen, als je van de Korenmarkt over de Groentemarkt de tramsporen volgt, behoren toe tot één van de bekende monumenten van Gent. Het Gravensteen, destijds gebouwd en verbouwd in opdracht van de Graven van Vlaanderen, was er om de Gentse burgerij te tonen wie er écht de baas was in het woelige Gent van de middeleeuwen. De basis voor het kasteel werd gelegd door graaf Boudewijn I (9de eeuw), als versterking tegen de Noormannen, maar het kasteel kreeg grotendeels zijn huidige vorm en uitstraling dankzij Filips van de Elzas (12de eeuw). Een geheel nieuwe stenen versterking werd door hem opgetrokken, met stenen in verschillende kleuren die het prestige en machtsbasis van de graaf van Vlaanderen in het immer koppige en opstandige Gent moesten onderstrepen. Lodewijk van Male (14de eeuw) vond het kasteel echter niet comfortabel genoeg en verplaatste de residentiële functie naar het Hof ter Walle (het latere Prinsenhof, waar Keizer Karel zou geboren worden). Het kasteel behield echter wel haar bestuurlijke functie, en in de loop der jaren kwamen hier ook de Munt van Gent en de Raad van Vlaanderen te zetelen. Kroonstuk van de machtsinstrumenten van de graaf van Vlaanderen: een bajes in de diepste krochten van het kasteel. Veel van de charmes van de burcht gingen verloren doordat er woningen in en rond gebouwd werden en de herbestemming tot katoenspinnerij in het begin van de 19de eeuw. Enkele decennia later was het kasteel dan ook klaar voor de sloop. Er kwam echter redding onder twee vormen: de revival van de gotiek (denk aan het huidige Brugge en de gothic novel) en de Gentse ambitie een verbluffende wereldtentoonstelling in te richten. Het kasteel werd gerestaureerd op het einde van de 19de, begin 20ste eeuw. Het kasteel heeft nu echter een groot deel van haar grandeur terug, en recentere restauraties (eind 20ste eeuw) hebben enkele bouwvallige stukken beveiligd voor de toekomstige generaties. Tot zover het geschiedkundige verhaal van het bekendste kasteel van Gent. Er is echter nog een deel van het verhaal dat belicht dient te worden: de studenten en hun relatie tot het Gravensteen… Gent werd pas een echte studentenstad met het stichten van de Rijksuniversiteit Gent in 1817 door Willem I. Ook in Leuven en Luik werden rijksuniversiteiten gesticht om de intellectuele achterstand van het zuiden weg te werken. Het feit dat het onderwijs echter uitsluitend in het Frans werd gegeven, zorgde ervoor dat dit Het Veer
www.vgkgent.be
25° jaargang, November-December 2007
37
nobel ideaal niet echt vervuld werd in de loop der jaren. De studentenbevolking zou echter gestaag aangroeien, en in 1930 werd de universiteit definitief vernederlandst. Een echte massauniversiteit zou de RUG echter pas worden na de Tweede Wereldoorlog. In deze eerste naoorlogse jaren zouden de studenten van de Universiteit onlosmakelijk verbonden worden met het Gravensteen. Op woensdag 16 november 1949 liep een studentengrap uit de hand en deze dag ging dan ook de geschiedenis in als “de bezetting van het Gravensteen”. Wat gebeurde er juist? Enkele studenten beslisten tussen pot en pint tot het mobiliseren van de Gentse studentenbevolking voor een grootse studentengrap. Pamfletten werden rondgedeeld met de niet mis te verstane tekst “Zweigen. Feind hört mit!”. In de vroege namiddag werd tot actie overgegaan: het overrompelen van het aanwezige personeel – de conciërge – verliep volgens de overlevering vrij vlot, maar het is met het fruit dat de studenten hadden meegenomen in het kasteel (om voorbijgangers te bekogelen) dat het misging. Een achteloos voorbij fietsende agent – die vriendelijk zwaaide naar al dat studentenvolk op de muren – werd geraakt door een stuk fruit (dat gegooid werd uit verveling), en de poppen gingen aan het dansen: politiejeeps verzamelden op het Veerleplein, voorbijgangers keken geamuseerd toe hoe de politie machteloos stond (kasteelmuren weet u nog) en de brandweer werd er uiteindelijk bijgehaald met ladders en spuitslangen. Appels, peren, graszoden, kledingsstukken: alles werd van de kasteelmuren gegooid om de ordediensten buiten te houden. Er werd de studenten zelfs een fris bad gegund door de brandweer, maar het mocht niet baten: ze bleven hitsig. Toen na enkele uren bezetting en heftig verweer de politie er toch in slaagde binnen te dringen, werden de 130-tal aanwezige studenten (er was er al eentje in geslaagd weg te glippen!) genadeloos afgeranseld door de in hun eer gekrenkte flikken. Quasi iedereen werd gearresteerd en later op de avond in groepjes van 2 om het kwartier vrijgelaten door de politie, De inname van het Gravensteen haalde zowel de binnenlandse als buitenlandse pers, vaak onder de kop “middeleeuwse veldslag”. Vooruit schreef: “"De afschuwelijke nieuwe uniformen der politiemannen, die iedereen met antipathieke en sombere gevoelens vervult, draagt mee schuld aan het verloop van de herrie. Inderdaad want rotte appelen en peren werpen op nieuwe kwetsbare petten is heus leuker dan op harde ijzeren potten”, en The New York Herald Tribune schreef “The students of Ghent are the biggest of the world although they are not Americans!".
Het Veer
www.vgkgent.be
25° jaargang, November-December December 2007
38
Doorr de positieve reacties in de pers op de studentengrap, zag men af van vervolging van de studenten. Het comité van oud-strijders oud strijders hield in 1950 een eerste herdenkingsplechtigheid, en later zou de organisatie hiervan in handen gelegd worden van het SK Ghendt.. De huidige jaarlijkse Gravensteenfeesten herinneren nu nog steeds aan de studentikoze bezetting van het symbool van vorstelijke macht in de middeleeuwen, en later van de gevestigde orde. Ook het veelbetekenende zinnetje “Zie hoe wij Gent bezetten” in het VGK-lied lied kan hiermee in verband gebracht worden. Het enige echte “De Slag om het Gravensteen”-lied Gravensteen” (tekst: Eugène De Ridder – muziek Armand Preud'homme) gaat echter als volgt… 1. Te Gent, de oude stede, Daar lag het Gravensteen Sinds eeuwen als vergeten, Verlaten en alleen. Tot plots studentenkeerlen, Belust op leute en lach, Met list de burcht verov'ren, Zo zonder stoot of slag.
2. 't Pandoerenheir, zeeghaftig, Rolt ladders bij de muur, En neemt met waterlansen, De ruïne onder vuur. Maar appels als granaten, Ontploffen op de grond, En 't slijmig schroot zaait pletsend, Verwarring in het rond.
Keerzang: 3. 't Studentengild, verbeten Spuiters van Vlaanderen! Bedekt met stof en as, Gent brult van pret: Verschoot zijn laatste appel, "'t Gravenkasteel door studenten bezet!" Zijn laatste zode gras. Ze zitten er binnen! wie krijgt z'er uit. Toen oen was hun strijd gestreden... Ze vrezen noch knuppel, noch water, Maar, door de eeuwen heen, noch spuit! Zal Vlaadrens lach herdenken, Belegeraars zo ge ten aanval wilt gaan. De slag om 't Gravensteen! Past op, past op, past op, past op! Uilenspiegel, Uilenspiegel voert hen aan? Sander ‘Sanderijn’ Van der Maelen.
Het Veer
www.vgkgent.be
25° jaargang, November-December December 2007
39
Even tien bladzijden niet gezeverd1! Odoacer: Van West--Romeins Romeins Rijk naar Italiaans koningschap De 5e eeuw. Samen met de “waanzinnige” 14e eeuw en “korte” 2oe eeuw een van de meest turbulente in de geschiedenis van Europa. Van de straat van Gibraltar tot de Hongaarse poesta werd op minder dan d drie generaties tijd het geopolitieke landschap volledig door elkaar geschud. In het Westen maakte Rome's imperium plaats voor Germaanse koninkrijken. Keizers en krijgsheren, bisschoppen en barbaren: in deze reeks trachten we een licht te werpen op mensen en die hierin geschiedenis schreven. Figuurlijk, letterlijk of beiden.
Ouverture Rome, ca 460. Middernacht. Chaos verspreidt zich door de stad als een virus in een aftakelend lichaam. Rome is het aftakelend lichaam waar dra een einde zal gemaakt aan worden. De straatkasseien kreunen onder het gewicht van talloze Gotische krijgsbendes die bloed geroken hebben en koers zetten naar hun prooi. Rond het paleis van Romulus Augustus schaart de keizerlijke lijke garde zich voor een laatste pièce de resistance. Orestes, Romulus' vader en opperbevelhebber van de legioenen, geeft hun nog eenmaal orders alvorens een stortvloed van ijzer zich over hen uitspoelt. Bijlen beuken op schilden, speren spietsen doorheen doorhee kurassen. Voor elke Goot die geveld wordt komen er twee in de plaats. Nog een stoot, nog een houw en de laatste gardist wordt naar de Styx gestuurd. Een paar laarzen baant zich een weg doorheen de lijken van Orestes en zijn strijdmakkers. Het doek valt over over het Romeinse Rijk in het Westen als de kinderkeizer Romulus oog in oog komt te staan met de leider van de Goten. Odoacer zal nu over zijn lot beslissen ... Bij deze heeft u meteen het eerste en tegelijkertijd beste stuk van “The Last Legion” voorgeschoteld choteld gekregen. Voor wie wil weten hoe het verder verloopt zijn er nu twee mogelijkheden. Ofwel stopt u meteen met lezen en snelt naar een godvergeten cinema waar deze prent eventueel nog zou draaien. Maar zonder de pret te willen bederven: meer spanning en suspens dan we daarnet geschetst hebben hoeft u echt niet te verwachten. Sterker nog, wie ooit “King Arthur” (2004) gezien heeft zou zich wel eens mateloos kunnen ergeren aan het flauwe afkooksel dat men in de tweede helft van de film hiervan verwerkt heeft. U kunt echter ook gewoon voortlezen en te weten komen wat zich waarschijnlijk heeft afgespeeld in de laatste dagen van het West-Romeinse Romeinse Rijk en hoe de figuur van Odoacer hierin gezien moet worden.
Panorama van een desintegrerend rijk In het begin van de 5e eeuw overkoepelde het West-Romeinse West Romeinse Rijk een territorium dat zich uitstrekte van de Schotse highlands tot de pre-Sahara pre Sahara woestijnzone. Zeventig jaar later resteerde er niet veel meer dan Italië en een enclave in het zuid-oosten zuid van Gallië rond Arles en Marseille. De eerste decennia waren talloze Germaanse volkeren, voortgejaagd door de Hunnen uit OostOost Europa, doorheen de rijksgrenzen gebroken en hadden zich in de provincies gevestigd. Het Oost-Romeinse Romeinse rijk wist deze storm met glans te door staan, maar in het Westen zou Rome's heerschappij langzaam weg eroderen. 1
Wilt ge mijn kritisch apparaat eens zien?
Het Veer
www.vgkgent.be
25° jaargang, November-December 2007
40
Britannië was opgegeven om weerwerk te kunnen bieden aan de invasies op het continent. Vandalen stichtten een onafhankelijk rijk in Noord-Afrika en zouden tot de schrik van de Middellandse Zee uitgroeien door hun piraterij. Visigoten zouden vanuit Aquitanië een koninkrijk uitbouwen dat op zijn hoogtepunt het geheel Iberische schiereiland en Zuid-West Gallië omvatte. Bourgondiërs en Franken vestigden zich eveneens in deze laatste regio, terwijl de Balkan een broeinest voor andere Germaanse volkeren en Hunnen vormde. Hier en daar waren er echter nog enkele bastions van verzet: in Armorica hadden RomanoBritse vluchtelingen zich onafhankelijk gemaakt 2. Tussen de Loire en de Seine hadden de restanten van het Gallo-Romeinse veldleger zich gehergroepeerd en een basis uitgebouwd rond Soissons. Een zelfde scenario deed zich voor bij de regionale troepen van Dalmatië in Salona. Aan de andere kant van de Alpen te Noricum waren er nog enkele stedelijke garnizoenen die trachten de lokale bevolking te beschermen 3. De meeste keizers die in deze periode heersten, maar zelden effectief regeerden, waren veeleer non-entiteiten in vergelijking met hun opperbevelhebbers, de magistri utriusque militiae. Mannen zoals Stilicho (395-408), Constantius (411-421) en Aëtius (425-454) waren de werkelijke staatsmannen die hun best deden om de territoriale eenheid van het Rijk te handhaven. Naarmate de tijd verstreek bleek dat een steeds onmogelijker opgave. De West-Romeinse veldlegers hadden in de eerste twee decennia de helft van hun aantallen verloren en men kon de verliezen enkel compenseren door lokale garnizoenen naar hun rangen over te hevelen. Verscheidene Germaanse stammen werden daarom op Romeins initiatief in de provincies gevestigd als foederati, in ruil voor het leveren van krijgsbendes voor campagnes. Als gevolg hiervan krimpte op lange termijn de recrutering- én belastingsbasis van het rijk in. Romeinse regimenten trainen en onderhouden gebeurde steeds onregelmatiger en er moest intensiever een beroep gedaan worden op barbaarse krijgers 4. Na de dood van Aëtius en keizer Valentinianus III (425-455) werd het bijna onmogelijk om het rijk bijeen te houden in dergelijke toestanden. De ene had decennia lang een fragiel machtsevenwicht uitgebouwd tussen de foederati en het rijk, terwijl de andere als laatste mannelijke telg van het Theodosiaanse huis de dynastieke legitimiteit in het Westen had vertegenwoordigd 5. Het dubbele machtsvacuüm dat hieruit voortvloeide stelde verscheidene stammen in staat hun territorium uit te breiden, terwijl de Italiaanse militaire top een reeks keizers aan de macht hielp of ten val bracht om hun belangen te vertegenwoordigen. De generaals van de Gallo-Romeinse en Dalmatische troepen zouden zich uit onvrede hierover afscheuren. Een gelijkaardige politiekmilitaire crisis in het andere grote Rijk dat Europa dan kende zou de weg vrij maken voor Odoacer.
De weg naar Rome In dezelfde periode dat Aëtius en Valentinianus van het toneel verdwenen, overleed de meest beruchte figuur van deze era. Na een wilde huwelijksnacht stierf “de Gesel Gods”, Attila de Hun, aan een bloeduitstorting. Bijna twintig jaar lang had hij met zijn Hunnen Europa geteisterd via verwoestende plundertochten en Germaanse volkeren tussen Rijn, Donau en de Oekraïne gedomineerd. Na Attila's dood kwamen deze laatsten in opstand tegen hun Hunse overheersers. Bij de Nedao rivier in 454 brachten ze de Hunnen een vernietigende nederlaag toe. Attila's
2 Modern Bretagne. 3 Ruwweg het huidige Oostenrijk. 4 De term barbaars wordt hier gebruikt om de diverse ethniciteit van de besproken volkeren aan te duiden. De meerderheid waren van Germaanse origine, maar een aantal andere hadden ook Kaukasische of Centraal-Aziatische roots zoals de Alanen en de Hunnen. 5 Theodosius I “de Grote” (379-395), was de laatste keizer die het gehele rijk effectief bestuurd had. Bij zijn dood volgden zijn zonen Honorius en Arcadius hem in respectievelijk West en Oost op.
Het Veer
www.vgkgent.be
25° jaargang, November-December 2007
41
kroonprins sneuvelde en zijn broers zouden zich met hun gevolg een toevlucht zoeken in de Balkan. Odoacers vader, Edeco, was jarenlang een trouw adviseur geweest van Attila maar maakte van de gelegenheid gebruik om, zoals zovele Germaanse stammen op zoek naar Lebensraum, een eigen koninkrijk te stichten aan de midden Donau voor zijn stam van Scirii. Maar ook in de jungle die doorging voor de Balkan woedde een survival of the fittest; een tiental jaar later werd deze nieuwe entiteit van de kaart geveegd door de confederatie der Ostrogoten. Hierop besloot Odoacer zijn fortuin in het Westen te zoeken en trok met zijn clan via Noricum naar Italië 6. In de fall-out die volgde op het ter ziele gaan van Attila's rijk hadden vele Oost-Germaanse krijgsbendes een toevlucht gezocht in de Mediterrane laars. Hier werden ze met open armen ontvangen door het militaire establisment. In tegenstelling tot Noord-Gallië en Dalmatië, had deze regio al sinds de laatste dagen van de Republiek opgehouden te bestaan als goed recruteringsgebied voor het West-Romeinse leger. Na Aëtius werden er zelfs geen conscripties meer gehouden. Toen Odoacer ca. 470 met zijn Scirisch gefolgschaft dienst nam waren Romeinse regimenten dan ook een obscure minderheid geworden in een troepenmacht die uit overwegend Germaanse contingenten bestond. Odoacers timing kon niet beter zijn. In een burgeroorlog die op het punt stond uit te breken, schaarde hij zich aan de zijde van een man die als zijn mentor zou dienen. Voor de zoveelste keer was de toenmalige magister militum Ricimer (457-472) in onmin geraakt met zijn keizer Anthemius (467-472). In tegenstelling tot zijn voorgangers, was Ricimer een volbloed Germaan van hoge adel 7. Kort na de dood van Valentinianus had hij het opperbevel verworven over het Italiaanse veldleger. Zijn ethniciteit en Ariaanse overtuiging verhinderden hem echter persoonlijk het purper te nemen 8. In de plaats daarvan verkoos hij een reeks keizers aan de macht te helpen en via hen te regeren. Stelden dezen zich te onafhankelijk op dan bracht hij ze, meestal op vrij bloedige wijze, weer ten val. Het hoeft niet gezegd dat de toenmalige historiografie ons geen al te positief beeld heeft nagelaten van deze krijgsheer. Ricimer getuigde van een cynische, maar desalniettemin begrijpelijke realpolitik. Instinctief was hij nog steeds loyaal aan het ideaal van Rome. Alleen kon men gezien de omstandigheden van hem evenmin verwachten het West-Romeinse Rijk te handhaven, zoals een Indiër het Brits Imperium na de Tweede Wereldoorlog. Zijn politiek was exclusief op de verdediging van Italië gericht, terwijl hij trachtte een zo goed mogelijke verstandhouding te onderhouden met zijn Germaanse buren en de Oost-Romeinse keizer. Een al te sterke keizer in het Westen kon hij zich niet permiteren omdat dat, het lot van zijn voorgangers indachtig, tot zijn eigen ondergang zou leiden 9. Toen het conflict tussen Anthemius en Ricimer in 472 haar climax bereikte, liep onze Scirische prins over naar de dissidente krijgsheer in Milaan. Samen met zijn krijgers zou hij participeren in Ricimers beleg van Rome. Na enkele maanden werd de voormalige caput mundi voor de derde keer deze eeuw ingenomen door een barbaars leger 10. Ricimer voegde een nieuwe keizerscalp aan 6 De 6e eeuwse historiograaf Gregorious van Tours beschrijft hoe Odoacer in deze zelfde periode als leider van een bende Saksische piraten in een conflict tussen Gallo-Romeinen en Visigoten zou geïntervenieerd hebben. Ongetwijfeld gaat het hier om een verbasterde versie van een Saksische leider met een gelijkaardige naam. Geen enkele andere bron situeert Odoacer in deze periode in Gallië 7 Zijn vader was een Suevische prins en zijn moeder de kleindochter van Wallia, een der eerste Visigotische koningen (415418). 8 Het Arianisme was een stroming binnen het Christendom die de nadruk legde op Christus' menselijke natuur en hem daardoor ondergeschikt maakte aan God de vader. Ze werd door de Katholieke kerk als ketters beschouwd, maar was de voornaamste religie van quasi alle Germaanse volkeren in de 4e en 5e eeuw. 9 De langdurige minderjarigheid van Honorius (395-423) en Valentinianus had het mogelijk gemaakt dat één magister militum, zoals Stilicho en Aëtius, zoveel macht kon verzamelen. Beiden werden door hun keizer echter in de val gelokt en terechtgesteld. 10 In 410 namen Alariks Visigoten de stad in en in 455 werd ze geplunderd door de Vandalen.
Het Veer
www.vgkgent.be
25° jaargang, November-December 2007
42
zijn collectie en zette een andere marionet op de troon. Beiden zouden datzelfde jaar echter nog overlijden door ziekte, een merkwaardig natuurlijke dood gezien het lot van hun voorgangers. Voor Odoacer was deze episode een heel leerrijke kennismaking met de politiek labiliteit van het West-Romeinse Rijk. Het zou niet lang duren voor hij de gelegenheid zou krijgen om haar een andere koers te geven.
“La caduta senza rumore” Eind augustus 476 verzamelden de Germaanse troepen zich te Placentia. Hun moreel was beneden alle peil. Voor de zoveelste keer op rij was er vertraging opgelopen in de toekenning van hun soldij. De krijgers morden. Waarom konden ze gewoon geen land in Italië krijgen en zich daarop vestigen, zoals zovele decennia eerder gebeurder was met hun Visigotische en Bourgondische broeders? Ze brachten hun grieven over aan Orestes, die het vorige jaar hun nieuwe opperbevelhebber was geworden. Orestes was zeer vertrouwd met de wereld van zijn krijgers. Hij was zelf Romein, maar was jarenlang Latijns secretaris geweest van niemand minder dan Attila. Nog geen jaar geleden had hij via een coup zijn zoon Romulus keizer gemaakt. Orestes twijfelde. Geen regime kon standhouden in Italië zonder het leger, maar politiek gezien stond hij vrij zwak. Constantinopel weigerde het keizerschap van zijn zoon te erkennen. Een redistributie van Italiaans land was een zeer riskante zaak, aangezien het confiscatie van senatoriale gronden impliceerde. De leden van de Romeinse Senaat hadden nauwelijks politieke macht, maar ze waren wel de klasse van grootgrondbezitters en vervulden de voornaamste civiele functies in het staatsapparaat. Mits voldoende tijd en enige creativiteit zou Orestes wel met een oplossing voor de dag gekomen zijn. Zonder het te beseffen had hij echter al lang de controle over de situatie verloren. De morrende barbaarse regimenten hadden een voorman gevonden in de nieuwe commandant van de keizerlijke garde. Herulen, Scirii, Thuringers, ... allen proclameerden ze Odoacer als hun koning en hij beloofde hen te geven wat hen zo lang onthouden was 11. Op 28 Augustus werd Orestes gelynchd, gevolgd door zijn broer Paulus te Ravenna een week later. Op 43-jarige leeftijd had Odoacer zich heer en meester gemaakt van Italië. Bleef er nog over Romulus Augustus. Ricimers pupil had weinig zin om het slagerswerk van zijn leermeester voort te zetten. Met een ongeziene clementie voor zijn tijd stuurde hij de jongen met de rest van zijn familie naar een villa in Campanië. Van staatswege werd hem een jaarlijks pensioen van 6.000 solidi gegeven; het inkomen van een gefortuneerd senator. En zo viel het doek over Rome's heerschappij in het Westen. Dat is althans als we de traditionele opvattingen volgen. De grote Italiaanse classicus Arnoldo Momigliano beschreef echter met scherpzinnigheid de gebeurtenissen van 476 als la caduta senza rumore: “de val zonder tumult”. De gebeurtenissen die vlak hierop volgden zouden duidelijk maken dat er geen wereldschokkende revolutie had plaats gevonden in 476, maar dat Odoacer 11 De ethniciteit van Odoacer is lange tijd aan controverse onderhevig geweest. Verscheidene bronnen typeren hem als koning der Herulen, der Goten, ... Belangrijk om hierbij in gedachten te houden is dat anno 476 het West-Romeinse leger een ratatouille van diverse stammen was, waarvan geen enkele dominant genoeg was, maar wel zeker Odoacer als een van hen zou geclaimd hebben.
Het Veer
www.vgkgent.be
25° jaargang, November-December December 2007
43
paradoxaal genoeg het keizerlijk gezag zou herstellen. Vlak voor Romulus' abdicatie liet hij de jongen nog één dienst van staatswege uitvoeren. Het purperen gewaad en de keizerlijke insigna werden samen met een gezantschap naar de keizer in Constantinopel, Zeno (474-491). (474 Dankzij de Oost-Romeinse historiograaf Malchus weten we in grote lijnen wat zich daar heeft afgespeeld: “Toen Augustus, ustus, ..., vernam dat Zeno, ..., het keizerschap over het Oosten terug had gewonnen, verzocht hij de senaat een gezantschap naar Zeno te zenden om mee te delen dat er geen behoefte meer was aan een afzonderlijk keizer, maar dat dat één enkele keizer voldoende voldoende zou zijn voor beide gebieden en, belangerijker, dat Odoacer door hen gekozen was als de geschikte man om hun affaires te behartigen, aangezien hij politiek inzicht had samen met militaire vaardigheid. Ze verzochten Zeno om Odoacer het ambt van Patriciër Patriciër te verlenen en het bestuur over Italië.” 12
Op het zelfde moment dat de senatoriale ambassadeurs deze boodschap afleverden, arriveerde er echter een gezantschap uit Dalmatië dat Zeno in een lastige positie plaatste. Vijftien jaar eerder hadden de regionale troepen daar zich van het Westen afgescheurd afgescheurd uit onvrede met Ricimer. Julius Nepos,, hun huidige aanvoerder, was enkele jaren geleden door Constantinopel zelf tot WestWest Romeins keizer benoemd. Van 474 tot 475 had hij Italië bestuurd vooraleer Romulus' vader hem had verjaagd. Nu verzocht hij Zeno om om geld en extra troepen voor een restauratie. De Oost-Romeinse Romeinse keizer stond voor een dilemma. Zijn positie in Constantinopel was vrij wankel. Hij was geen geliefd heerser en had een jaar lang nodig gehad om een revolte tegen hem de kop in te drukken. De Balkan werd nog steeds geplaagd door de Ostrogoten die steeds gevaarlijker werden. Hij kon het zich simpelweg niet permiteren om een expeditie tegen Italië te lanceren. Eerlijk gezegd had hij daar ook bitter weinig zin in gezien de vruchteloze pogingen van zijn voorganger om stabiele regimes daar in het zadel te houden. Maar hij kon Nepos ook niet zomaar negeren, aangezien die gehuwd was met een nicht van de keizerinmoeder. Na een gespeelde tirade tegenover Odoacers gezanten, deelde hij hen het volgende volgende mee: “De Westelijke Romeinen hadden twee mannen gekregen van het Oostelijke rijk en een van hen, Nepos, verdreven en de andere, Anthemius, gedood. Nu wisten ze, zei hij, wat gedaan moest worden. Zolang hun keizer in leven was, zouden ze aan niets anders anders moeten denken dan hem bij zijn terugkeer te ontvangen. Aan de barbaren antwoordde hij dat het goed zou zijn als Odoacer de rang van Patriciër van keizer Nepos zou ontvangen en dat hijzelf het zou verlenen tenzij Nepos het eerst verleende.”
Op het eerste erste zich leek dit een typisch staaltje van de spreekwoordelijke Byzantijnse listigheid. Edoch, toen Odoacer Zeno's brief aan hem las snapte die de hint. In de aanhef werd hij reeds begroet als Patriciër en Zeno had de keizerlijke waardigheidstekens niet teruggestuurd 13. Constantinopel berustte dus officieus in de toestand en meer had Odoacer niet nodig. Zolang Nepos in Dalmatië verbleef erkende Odoacer hem formeel als keizer over het Westen. Hij liet zelfs 12 Malchus, fr. 2 13 Deze titel was onder Constantinus I (306-337) (306 337) heringevoerd als hoogste ereonderscheiding voor uitzonderlijke individuen. In de 5e eeuw werd ze na verloop van tijd aan de hoogste bevelhebbers, zoals Aëtius en Ricimer, verleend om hun suprematie een zekere re schijn van legitimeit te verlenen.
Het Veer
www.vgkgent.be
25° jaargang, November-December 2007
44
munten in diens naam slaan en circuleren. Ondertussen ging hij over tot maatregelen om orde op zaken te stellen in Italië.
Heropbloei Voor de gemiddelde Italiaanse burger verschilde 476 nauwelijks van de andere jaren. Momenteel hadden ze misschien geen eigen keizer en een barbaar die de plak zwaaide, maar dat waren ze met Ricimer al eerder gewend geweest 14. Essentieel om hierbij op te merken is dat Odoacer in dat jaar in se nog steeds een West-Romeins legerofficier was. Zelfs zijn titel van “rex” veranderde weinig aan de situatie. Zijn eigen volk was jaren geleden quasi vernietigd door de Ostrogoten en de rest van het West-Romeinse leger was een bont allegaartje van andere Germaanse krijgsbendes. Zonder een eigen stabiele ethnische basis in de troepen was hij niet meer dan een primus inter pares. Er was ook nooit de intentie geweest om Italië van het Romeinse Rijk af te scheiden, zoals bij de barbaarse koninkrijken in Gallië, Spanje en Noord-Afrika gebeurd was. In constitutionele zin was Odoacer daarom de opvolger van Ricimer: een Patriciër die Italië bestuurde in naam van Constantinopel. Toch stond hij zelfs zwakker dan deze krijgsheer, aangezien het hem aan diens adelijk prestige en netwerk met andere barbaarse vorsten ontbrak. Wanneer puntje bij paaltje komt was Odoacer kwetsbaarder dan eender welke heerser in de 5e eeuw, maar net daardoor was zijn succes zo opmerkelijk. Op internationaal vlak zorgde hij ervoor dat relaties met Italië's naburige vijanden genormaliseerd werden. Al bij al kon hij over niet meer dan 15.000 soldaten beschikt hebben, wat operaties buiten het schiereiland tegen andere barbaarse koninkrijken buitengewoon riskant zou gemaakt hebben. Tijdens de junta tegen Orestes hadden de Visigoten ervan geprofiteerd om Arles en Marseille te bezetten. Odoacer erkende deze annexatie in een vredesverdrag, waardoor hij vanaf nu geen kopzorgen meer had over een enclave die hij op termijn toch niet zou kunnen behouden hebben. Dit verlies wist hij bovendien te compenseren met twee belangrijke territoriale aanwinsten. In 477 voelde de Vandalenkoning Geiserik zijn einde naderen. De oude sluwe vos was decennia lang een der meest formidabele tegenstanders van de Romeinen geweest. Waar Ricimer nooit tijdens zijn leven in geslaagd was, bereikte Odoacer: een akkoord werd gemaakt waarin de Vandalen hun piraterij staakten en Sicilië opgaven, mits een jaarlijks tribuut. Voor Odoacer betekende dit een dubbele triomf: de grenzen van Italië waren veilig gesteld en met Sicilië verwierf hij een van de meest welvarende provincies én graanschuren van het Westen. Toch voelde de Patriciër zich genoodzaakt om drie jaar later aan het hoofd van zijn leger Italië te verlaten. In Salona was Julius Nepos door enkele volgelingen vermoord 15. Odoacer nam deze gelegenheid te baat om “zijn keizer” officieel te wreken. Hij trok Dalmatië binnen, versloeg de rebellen en lijfde de streek in. Met Nepos uit de weg, die tijdens zijn laatste jaren reeds een levend anachronischme geworden was, versoepelden de relaties met het hof van Constantinopel aanzienlijk. Nu kon Odoacer zich volledig richten op de interne keuken van zijn Italiaans koninkrijk. Zoals we eerder zagen was Odoacer dan wel “rex”, maar had hij geen ethnische machtsbasis om deze titel betekenis te geven. In al zijn acties, reeds met de afzetting van Romulus Augustulus, zou hij daarom steeds legitimeit en steun zoeken bij de Romeinse autoriteiten. In Italië hield hij er een uitstekende verstandhouding op na met de senaat. Dat was geen vanzelfsprekendheid aangezien hij zijn Germaanse krijgers land had moeten toekennen. Een derde van de beschikbare grond werd aan hen toegewezen, maar dit leverde nauwelijks incidenten op. Op termijn kwam 14 Tussen 465 en 467 had hij anderhalf jaar lang niet de moeite genomen een andere keizer te benoemen, tot Anthemius hem opgedrongen werd door het Oosten. 15 Ironisch genoeg was hier een zekere Glycerius bij betrokken. Deze was West-Romeins keizer in 473 alvorens Nepos hem had afgezet en bisschop van Salona maakte. Na 476 waren de laatste drie West-Romeinse keizers dus nog steeds in leven!
Het Veer
www.vgkgent.be
25° jaargang, November-December 2007
45
het de staat alleen maar ten goede, aangezien men geen belastingen meer vrij moest maken voor hun soldij en het leger in eender welke antieke samenleving steeds de grootste uitgavenpost betekende. Vanaf 480 stelde Odoacer jaarlijks iemand uit de aristocratische Romeinse families tot consul voor het Westen aan, die zonder problemen door het Oosten erkend werd 16. Hij ging zelfs zover om de senatoriale zitjes in het Colosseum te restaureren. Zijn Arianisme verhinderde hem niet om goede relaties met de kerk aan te knopen. In 483 wendde hij zijn invloed aan om Felix III aan de pauselijke stoel te helpen. Een muntenhervorming werd doorgevoerd die zo succesvol was dat ze op het einde van de eeuw werd overgenomen in het Oost-Romeinse rijk. Een combinatie van internationale diplomatie, militair optreden en goed intern bestuur zorgden ervoor dat de Mediterrane laars onder Odoacer evolueerde van aftakelend West-Romeins imperium naar een autonome, politiek-economisch leefbare entiteit. Niet voor niets zou een anonieme Romeinse chroniqueur hem in de vroege 6e eeuw herinneren als een man van goede wil, ondanks het feit dat hij een Ariaanse ketter was. Ernest Stein, een der grootste historici van de Late Oudheid, schetste het nog schamperder: “La liberté de la noblesse romaine, cette liberté pour laquelle jadis Brutus et Cassius moururent à Philippes, n'a jamais été aussi complètement rétablie que par le premier roi barbare qui ait régné sur l'Italie.” Ergens hoeft het misschien dan ook niet te verbazen dat de oorzaak van Odoacers ondergang in gebeurtenissen buiten Italië moet gezocht worden.
Gieren boven Italië In Noricum waren er anno 487 nog enkele steden met garnizoenen die zich krampachtig trachtten staande te houden in een postRomeinse wereld. Ze werden geteisterd door verscheidene stammen die steeds driestere rooftochten hielden. Zolang hun bisschop Severinus leefde beschikten ze over een charismatisch leider die hen wist te beschermen. Na diens overlijden in 482 werd de situatie steeds uitzichtlozer. In de laatste jaren van het keizerrijk had men nog getracht een patrouille naar Italië gestuurd voor soldij, maar enkele dagen later had men in een rivier hun lijken teruggevonden met pijlen doorboord. Nu verzamelden de stam der Rugi, die dan het dominantst was in Noricum, zich om een groot offensief in Italië te lanceren. Zodra Odoacer hiervan bericht kreeg besloot hij hun invasie niet af te wachten, maar als eerste toe te slaan. Zijn krijgsscharen werden verzameld en staken op ijltempo de Alpen over via de Brennerpas. De Sciriër zou niet op onbekend terrein vechten. Zeventien jaar eerder, toen hij met de restanten van zijn volk op weg was naar Italië, was hij hier gepasseerd en had toen een bezoek gebracht aan de kluizenaarscel van Severinus. Deze had hem toen voorspeld dat hij nog grote roem zou verwerven: “Ga naar Italië, ga! Nu ben je nog bedekt met ruwe huiden, maar binnenkort zul je rijke giften voor velen doen.” 17
In een campagne die twee jaar duurde werden de Rugi hardhandig uit het veld geslaan. In een eerste fase werden hun koning en koningin gevangengenomen en in ketens naar Italië teruggestuurd. Odoacer's broer, Onoulphus, versloeg in een tweede campagne de zoon van de Rugische koning en neutraliseerde daarmee hun dreiging. Het besef daagde echter bij beide broers dat ze niet ter machte waren om een permanente verdediging van Noricum te garanderen. 16 Het ambt van consul had in de Late Oudheid geen enkele politieke betekenis, maar ging wel gepaard met een enorm prestige voor de drager aangezien de jaartelling gebaseerd was op hun namen. 17 Vita San. Sev., 7.1.
Het Veer
www.vgkgent.be
25° jaargang, November-December 2007
46
Hierop besloten ze de Romeinse bevolking te evacuëren en in Italië te vestigen. Niet zonder enig gevoel voor sarcasme, zond Odoacer de oorlogsbuit die op de Rugi behaald was naar degene die hen had opgestookt om hem aan te vallen. Enkele jaren tevoren was eens te meer een revolte tegen Zeno uitgebroken. De rebel in kwestie had een leger in de Balkan verzameld en contact opgenomen met Odoacer voor steun. Deze had hier nooit enig gehoord aan gegeven, maar de Oost-Romeinse keizer voelde zich zo bedreigd dat hij de Rugi aangespoord had om Odoacer in de rug aan te vallen. Relaties tussen Rome en Constantinopel werden echter nooit formeel verbroken. Door de Rugische trofeeën aan Zeno te overhandigen, gedroeg Odoacer zich enkel als de Romeinse veldheren van weleer die de ultieme overwinning steeds aan hun keizer afstonden. Het had het bij dit ene incident kunnen blijven, ware het niet dat Zeno besloot zich te ontdoen van een veel groter gevaar. Met desastreuze gevolgen voor Italië. Van alle volkeren die zich hadden losgemaakt uit Hunse overheersing, waren de Ostrogoten de meest succesvolle. In de decennia die volgden op Attila's dood zouden zij in de Balkan verscheidene andere stammen in hun gelederen opnemen en zo uitgroeien tot een formidabele confederatie. De Oost-Romeinse legers hadden enkele pijnlijke nederlagen tegen hen geïncasseerd en Zeno was het beu om hun tribuut te betalen. Hij suggereerde hun nieuwe koning Theodorik dat mocht deze er in slagen Odoacer te verdrijven, diens heerschappij over Italië hem te beurt zou vallen. De tegenstrijdige verklaringen in de bronnen doen vermoeden dat het zeer onwaarschijnlijk is dat Zeno dit effectief meende. Zijn voornaamste bezorgdheid was de Ostrogoten uit zijn achtertuin te verwijderen. Wie van de twee vorsten de komende slachting zou overleven maakte hem wellicht weinig uit. Zo gebeurde het dat Theodorik in 489 zijn stammen verzamelde en koers zette naar Italië. De confederatie der Ostrogoten beschikte over enkele tienduizenden krijgers en was dus numeriek superieur aan Odoacers leger. Deze besefte dat al te goed en groef zich daarom in aan de Isonzo, een rivier in het huidige Slovenië die Theodoric moest overbruggen wou hij Italië binnendringen. Bijna een eeuw hiervoor had Theodosius I op dezelfde locatie massale verliezen geleden, alvorens de twee imperia een laatste maal te herenigen. Toen beide legers op 28 augustus clashten was het niet anders zijn. Na zijn huid duur verkocht te hebben trok Odoacer zich terug in de Po vlakte. Met de rivier in zijn rug stelde hij zijn troepen op bij Verona. Opnieuw behaalde Theodorik de overwinning ten koste van veel bloedvergieten. Odoacers troepen trokken zich terug tot aan het Como meer, maar de Ostrogoten bleven in Pavia achter om hun wonden te likken. Het had niet veel gescheeld of dit had meteen het einde van hun campagne betekend. Een zekere Tufa, Odoacers magister militum, was met het merendeel van de regimenten gedeserteerd en bood nu zijn diensten aan Theodorik. De Ostrogische koning verwelkomde hem met open armen in zijn hoofdkwartier. Hij stuurde enkele van zijn krijgsbendes en luitenanten mee om hem de achtervolging op Odoacer te laten inzetten. Halverwege liet Tufa echter deze in de boeien slaan en vervoegde, in ware maarschalk Ney-stijl, zich weer bij de troepen van zijn vorst. Odoacer heroverde Miliaan, Cremona en wist de nemesis van zijn volk in diens winterkwartier te belegeren. Dit zou zeker het einde van Theodorik betekend hebben, ware het niet dat een deus ex machina onderweg was. De Visigoten hadden een expeditie over de Alpen heen gestuurd die hun soortgenoten in Pavia wist te ontzetten. Odoacer hief het beleg op en verzamelde zijn troepen voor een ultieme confrontatie. Aan de Adda rivier op 11 augustus 490 stortten beide legers zich een laatste maal op elkaar. Toen het krijgsgewoel ophield en de avond inviel had voor de derde maal op rij Odoacer in het stof gebeten. Hierop trok hij zich terug in zijn zwaar versterkte hoofdstad Ravenna18.
18 Rome had haar positie als hoofdstad reeds in het begin van de 4e eeuw verloren. Aanvankelijk vervulden respectievelijk Milaan en Trier deze functie voor het Westen, maar vanaf 402 werd Ravenna de definitieve keizersresidentie. Tot in het midden van de 8ste eeuw zou het de feitelijke hoofdstad van Italië blijven.
Het Veer
www.vgkgent.be
25° jaargang, November-December 2007
47
Hoewel het pleit voor de Ostrogoten beslist was zou het nog drie jaar duren eer ze zich meester over Italië konden noemen. De Visigoten waren immers niet de enige buitenlandse spelers die zich moeiden met de chaos op het schiereiland. In 491 vielen de Bourgondiërs Noord-Italië binnen en de Vandalen Sicilië. Deze laatsten hadden wellicht gelegenheid gezien om een gemakkelijke prooi binnen te lijven, maar de Bourgondische koning Gundobad was een oude bondgenoot van Odoacer 19. Theodorik moest eerst beiden terugdrijven, alvorens hij Ravenna kon belegeren. Diep verscholen tussen moerassen vormde deze stad een natuurlijke vesting. De Ostrogoten slaagden er niet in haar af te grendelen en Odoacer kon nog steeds via de Adriatische zee bevoorraad worden. Een aantal keren deed deze zelfs nachtelijke uitvallen op Theodoriks kamp. Pas toen de belegeraars er in slaagden een vloot te bouwen en de haven van Ravanna te blokkeren, was het duidelijk dat de stad niet kon blijven standhouden. Onderhandelingen werden geopend en Theodorik kwam met Odoacer overeen Italië gezamenlijk te besturen. Op 15 maart 493 werd een groots banket in de hoofdstad georganiseerd om het einde van de vijandelijkheden te vieren. De Ostrogische koning had echter echter zo zijn eigen methodes om dat te garanderen. In het midden van de maaltijd veerde hij recht en beschuldigde de zestigjarige Sciriër van een komplot. Odoacers garde werd ter plekke neergesabeld en Theodorik doorboorde eigenhandig zijn oude tegenstander. Alvorens de geest te geven zou Odoacer nog vertwijfeld gevraagd hebben waar God was. De bitterheid van het antwoord op die vraag zou blijken uit het lot van zijn naaste verwanten. Zijn zoon Thela, die als gijzelaar uitgeleverd was bij de onderhandelingen, werd onderweg naar Gallië geëxecuteerd, net zoals zijn broer Onoulphus die asiel gezocht had in een kerk. Zijn vrouw Sunigilde werd in een kerker geworpen waar ze de hongersdood zou sterven. Het contrast tussen de mildheid die Odoacer getoond had voor de kleine Romulus en diens familie en Theodoriks wreedheid had niet groter kunnen zijn.
476: De fabricatie van een keerpunt Wanneer we even stilstaan bij het leven van Odoacer, valt op hoezeer hij wel – net als Karel V – een vorst was op het breukvlak van twee periodes. Enerzijds behoort hij tot de laatste Germaanse krijgsheer-officieren, zoals Ricimer en Gundobad, die door hun militaire macht de plak zwaaiden over Italië maar wel wensten te opereren binnen een (West-) Romeins kader. Bijna zijn hele leven lang heeft Odoacer getracht zijn beleid hierin te legitimeren. Pas in het midden van de Ostrogotische oorlog, toen de Romeinse Senaat overliep naar Theodorik, verzaakte hij aan de Oost-Romeinse suzereiniteit 20. Langs de andere kant besefte hij dat het keizerschap in het Westen een inhoudsloos concept geworden was. Wat Ricimer misschien gewild had, maar nooit aandurfde omdat de tijd er wellicht nog niet rijp voor was, deed hij. Toen Julius Nepos als laatste legitieme (!) West-Romeinse keizer in 480 stierf, deed hij geen moeite om de vacature voor het purper in te vullen. Nogmaals moet geaccentueerd worden dat dit geen revolutionaire daad was. We maken dan wel gebruik van termen als West- en Oost-Romeins maar in puur contemporaine, constitutionele zin was er slechts één en ondeelbaar rijk 21. Zolang er een keizer heerste in Constantinopel was er dus ook een Romeins rijk. 19 Gundobad was een neef van Ricimer en had deelgenomen aan diens beleg van Rome. Toen de stad in hun handen viel maakte hij eigenhandig keizer Anthemius een kopje kleiner, die verkleed als bedelaar toevlucht in een kerk gezocht. Na Ricimers dood fungeerde hij als diens opvolger en bracht Glycerius aan de macht. In 473 verliet hij echter Italië toen de vacature voor Bourgondisch koning vrij kwam te staan. 20 Hij liet toen in eigen naam munten slaan met zijn eigen beeldenaar. Zijn zoon Thela gaf hij de rang van Caesar. 21 Waar in 480 misschien volgens de toenmalige historiografen een einde aan kwam was het zogenaamde “Hesperium Regnum”: de heerschappij over de Westelijke provincies door een keizer die sinds de dood van Theodosius I in Italië resideerde.
Het Veer
www.vgkgent.be
25° jaargang, November-December 2007
48
Odoacers heerschappij moet vooral gezien worden als een van continuïteit en evolutie. De belangrijkste hiervan was ongetwijfeld die van een desintegrerend “West-Romeins” rijk naar een Italiaans koninkrijk. Dit proces was reeds begonnen met de suprematie van Ricimer en zou tot volle wasdom komen onder Theodoriks bewind. U kunt zich echter afvragen waarom we dan in hemelsnaam vasthouden aan de datum van 476 toen een onbetekende usurpator werd afgezet? Daarvoor moeten we teruggaan naar de regering van de Oost-Romeinse keizer Justinianus I (527-565). In een alles verslindende reconquista wou deze kost wat kost voormalige Westelijke provincies terug bij het Oosten aanhechten. De OostRomeinse chroniqueurs en historiografen werden in zijn propaganda ingeschakeld en toen ze Romulus Augustulus in hun werk behandelden, konden ze enkel vaststellen dat het Romeinse Rijk “sindsdien niet meer hersteld was”. De symboolwaarde van 476 kon dan ook door niemand anders voor het tweede kwartaal van de 6e eeuw geformuleerd worden. Keerpunten in de geschiedenis (1453, 1789, ... ) zijn per definitie artificieel, maar 476 moet ongetwijfeld een van de meest succesvolle fabricaties zijn die haar originele propaganda-doeleinden overstegen heeft. De grote Britse historicus John Bury, die zelfs het belang van 476 serieus terugschroefde, kon hen ergens wel begrijpen: “These names, Julius, Augustlus, Romulus, in the pages of the chroniclers, meet us like ghosts re-arisen from past days of Roman history.” Dergelijk nostalgisch sentiment zal echter niet besteed geweest zijn aan de gemiddelde Romeinse burger in het laatste kwartaal van de 5e eeuw. Onder Odoacer kreeg het schiereiland eindelijk weer een welverdiende adempauze na decennia lange achteruitgang. Jeroen Wijnendaele
Nog steeds niet overtuigd? Zoek het zelf uit! • • • • •
BURNS T.S., A History of the Ostrogoths, Bloomington, 1984 BURY J.B., History of the Later Roman Empire (vol. I): From the Death of Theodosius I to the Death of Justinian I, London, 1923 CHASTAGNOL A., Le Sénat romain sous le règne d'Odoacre. Recherches sur l'épigraphie du Colisée au Ve siècle, Bonn, 1966 MOORHEAD J., Theoderic in Italy, Oxford, 1992 STEIN E., Histoire du Bas-Empire (vol. II): de la disparition de l’Empire d’Occident à la mort de Justinien (476-565) (ed. J.R. Palanque), Brussel, Paris & Amsterdam, 1949
Het Veer
www.vgkgent.be
25° jaargang, November-December December 2007
49
Het Veer sprak met Stephen Colbert Stephen Colbert is een fenomeen in de Verenigde Staten. De gastheer van het laatavondprogramma The Colbert Report ademt journalistieke gravitas uit en hoort volgens Time in het rijtje van gewichtigste opiniemakers. Onlangs bracht hij een boek uit -I Am America, rica, and so can YouYou en besloot hij als onafhankelijke een gooi te doen naar de presidentsnominatie in zijn thuisstaat South Carolina. Sommigen noemen hem een xenofoob, een narcistische brulboei, een rechtse malloot of een rabiate anti-intellectueel. intellectueel. En terwijl terwijl hij al deze dingen is, heeft hij ook een diploma geschiedenis op zak. Voor ons reden genoeg om de man te horen en in één ruk het jaarbudget van het Veer op te maken aan intercontinentale telefoonkosten. Het Veer: Hoe waren uw universiteitsjaren, mr.. Colbert? (aarzelend) Minder heroïsch dan men zou denken. Ik was de jongste van 11 kinderen (Jimmy, Jimmy, Eddie, Mary, Billy, Morgan, Tommy, Jay, Lou, Paul, Peter, nvdr)) in een streng Rooms-Katholiek Rooms gezin. Ik moet toegeven dat er vroeger nogal wat op mijn kop gezeten werd. Eenmaal op de universiteit besloot ik: ‘dat nooit meer’, en ik sloeg de eerste persoon die mijn pad kruiste. Jammergenoeg bleek het de prof filosofie te zijn. Het is die mentaliteit die me later ook richting journalistiek heeft gedreven, I wanted anted to stick it to the man… man… Ik kon me maar moeilijk verzoenen met het intellectuele klimaat aan de universiteit, alle onderzoek en onderwijs gebeurde op basis van feiten, “hun” feiten. Ieder heeft recht op zijn eigen mening, dat wordt normaal gevonden, but ut this is America, America, ik heb ook recht op mijn eigen feiten. Niet de feiten uit de objectieve werkelijkheid –die die heeft een goed gedocumenteerde liberal bias- maar de feiten zoals ik ze aanvoel… Veel mensen baseren hun meningen op feiten, ik baseer de feiten op mijn meningen. Want feiten kunnen veranderen, mijn meningen niet. Bovendien hield ik ook niet van bibliotheken, ik dacht het toen en ik denk het nu nog: bibliothecarissen hebben iets te verbergen. Met mijn medemede studenten had ik ook al geen goed contact, ze deden niet anders dan zich drogeren, aborteren en de Internationale zingen. Maar goed, uiteindelijk ben ik nog afgestuurd bij de 47% besten van mijn jaar, kwaliteit verloochent zich niet.
Het Veer
www.vgkgent.be
25° jaargang, November-December December 2007
50
Het Veer: Hebt u dan spijt van uw keuze om geschiedenis te gaan studeren? Ik heb nooit ergens spijt van. Maar goed, wie zijn geschiedenis niet kent, is gedoemd om ze opnieuw te beleven. Je komt er dus sowieso achter. Dat is zeker een argument dat in het nadeel van geschiedenis als studierichting studierichting pleit. Het Veer: Als ik door uw boek blader, merk ik dat u niet meteen fan bent van een kritisch apparaat. Toch een beetje vreemd voor een historicus? De eerste zin van de Amerikaanse onafhankelijkheidsverklaring luidt: luidt “We hold these truths to be self-evident” Net als de Founding Fathers, vind ik dat mijn Waarheden evident en vanzelfsprekend zijn. Een goeie reden om geen research whatsoever te doen,toch? Ik hoef helemaal geen bronnen te checken, want mijn bron is mijn buik en die liegt niet. Het Veer: Hebt u uw boek geschreven met het oog op uw aankondiging om voor het presidentsschap te gaan, net zoals Barack Obama bijvoorbeeld? Wie? Barack Obama Bin Laden? Ik kan ze maar niet uit elkaar houden. Je moet weten dat ik geen fan ben van boeken. Dit is het eerste boek dat ik ooit geschreven heb, en ik hoop van mijn lezers dat mijn boek het eerste en laatste is dat ze ooit zullen lezen. Ik geef hen die de boodschap ook letterlijk mee, dat ze er geen gewoonte van moeten maken. Bovendien heb ik het niet echt geschreven, ik heb het over een verlengd weekend in een cassetterecorder geschreeuwd en aan mijn secretaresse gegeven om uit te typen. Dat gezegd zijnde, ik wou ik met dit boek inderdaad inderdaad mijn dikke teen in het water steken. En het water bleek perfect op temperatuur om de sprong te wagen. Het Veer: Hoe kwam u er toe om uzelf uiteindelijk kandidaat stellen? Kan u ons iets vertellen over uw beweegredenen? beweegredenen Wel, ik zag zeer helder dat we bij een keerpunt zijn aanbeland. Een vork in de weg, zo u wil. De ene zegt dat we links op de moeten, de andere zegt rechts. Ik, als historicus, weet goed genoeg dat het vroeger beter was en zeg gewoon: stop, kunnen we niet gewoon in achteruit? Laat ons teruggaan teruggaan naar de tijd toen Amerika nog niet voor die vork in de weg stond. Laat in ons in één adem teruggaan naar een tijd toen er niet eens wegen waren. Of vorken, for that matter.. Ik wil terug naar een
Het Veer
www.vgkgent.be
25° jaargang, November-December December 2007
51
eenvoudiger Amerika toen mensen hun vlees nog aten van van het uiteinde van een aangepunte stok. Ik ben een blanke, christelijke man van middelbare leeftijd, de stem van velen die anders stom zouden blijven. Hét alternatief waar vele mensen wanhopig naar op zoek waren. waren Het Veer: Denkt u eigenlijk dat linkse knuffelbeer knuffelbeer Al Gore alsnog een gooi zal doen naar het Witte Huis? Pff, eerst en vooral vind ik dat Nobelprijzen niet dienen gewonnen te worden door mensen waar ik naast zat op de Emmy’s. Doorgaans geloof ik niet in de linkse geloofspunten, maar de opwarming van de aarde is een uitzondering, om de eenvoudige reden dat de film –of of powerpointpresentatie eerder- van Gore veel geld op bracht. De Vrije Markt dus heeft gesproken en ,net net als ik, ik liegt die niet. Maar goed, hij doemt natuurlijk op aan de horizon. En een een doemer eerste klas is het zeker. Een Nobelprijs winnen maakt je echter nog niet per definitie geschikt voor het presidentschap. Ik denk dat George Bush onomstotelijk bewezen heeft dat om president te zijn je niets hoeft af te weten van wetenschap, literatuur literatuur of vrede. (tot uw reporter) Bush: a great president, or the greatest president? Het Veer: Sta me toe die vraag onbeantwoord te laten. Bij welke politieke partij leunt u eigenlijk aan? Wat een domme vraag is dat! Ik ben politiek onafhankelijk, zoals het iedere goede journalist betaamt. Al moet ik wel toegeven dat ik overtuigd lid ben van de blameAmerica- last-crowd. Overtuigd! Leg daar maar de nadruk op, want gematigden hebben vaak de ballen niet om radicaal te zijn. Het Veer: Mike Huckabee, een minder minder bekende republikeinse kandidaat, heeft u tot twee maal toe het vice-presidentschap presidentschap aangeboden. Wie overweegt u voor die positie? Wel, de beleefdheid dicteert icteert natuurlijk dat ik het vice-presidentschap vice schap op mijn beurt aan Huckabee aanbiedt. Wat ik dan ook met met plezier doe. Maar ik heb ook al mijn wens uitgedrukt om met Vladimir Poetin te werken. Ik moet dan wel hopen dat Het Veer
www.vgkgent.be
25° jaargang, November-December 2007
52
Bush hem uit erkentelijkheid het staatsburgerschap toekent. En tenslotte overweeg ik ook gewoon mijn eigen vice-president te zijn. Colbert-Colbert ’08! Het Veer: Iedereen kent het aloude Clinton-adagium: it’s the economy, stupid. Hoe positioneer u uzelf in het economische debat? In Amerika doet het hele debat rond outsourcing nogal wat stof op waaien. Men is bang dat onze economie wordt verscheept naar China of naar god weet waar. Ik geef toe dat ik er niet geheel gerust in ben, maar ik geef eens te meer een duidelijke boodschap van hoop, want er is één ding dat men nooit zal kunnen outsourcen. Weet je welk? Kloten! Last time I checked we were still world leaders in balls. En ander probleem zijn de migranten. Jonge Amerikanen krijgen veel te veel concurrentie van al die illegale arbeid die langs onze veel te poreuze grenzen binnenstroomt. Ja, immigranten hebben Amerika gebouwd, ik hoor het je denken en ik besef het terdege. Maar ondertussen is het werk af, sinds midden jaren ’70 ongeveer. Nu moeten er enkel nog onderhoudswerken uitgevoerd worden, en wat decoratie eventueel, maar gays hebben we al genoeg. Dus moeten we muren bouwen. In het zuiden uiteraard, met een gracht eventueel. In het noorden om goedkope Canadese medicijnen buiten te houden… Aan de kusten, want veel van die migranten kunnen zwemmen. En eventueel zetten we er dan een koepel op. Met wat tochtgaten. So we can still breathe the sweet, sweet air of liberty. De migranten moeten gaan! – meteen nadat ze klaar zijn met de bouw van die muren. Voor de rest geloof ik heilig in de ‘onzichtbare hand’. De hand van de god van het katholicisme, dat is de evidentie zelve. Het Veer: In uw maatschappijvisie staan de twee ‘oorlogen’ waar Amerika mee te kampen heeft centraal. De War on Terror en de Culture War. Vertel misschien iets over die eerste. Ik vind dat Bush geweldig werk levert in de strijd tegen het terrorisme. Alleen wordt iedere maatregel die de president treft, iedere nieuwe geheime tactiek die hij probeert, meteen ondergraven door de linkse media en politici. Hoe gaan we er AlQaeda zo ooit onderkrijgen? Martelen –verspreking: enhanced interrogation techniquestelefoontap, onderschepping van het emailverkeer, geheime, wetteloze gevangenissen… dat zijn allemaal perfect redelijke en tijdelijke beperkingen van onze burgerlijke vrijheden die meteen worden opgeheven van zodra onze eeuwige strijd het jihadi-terrorisme gewonnen is. De founding fathers hadden het zo gewild. The founding fathers of the Bush administration…
Het Veer
www.vgkgent.be
25° jaargang, November-December 2007
53
Het Veer: En de Culture War? Hoe ziet u die, want wij Europeanen hebben de indruk dat ie op Hollywood na, toch eerder in het voordeel van de cultureel conservatieven wordt beslecht. Die hoop koesterde ik ook, maar hij werd de bodem ingeslagen bij de recente parlementsverkiezingen toen de democraten het congres weer overnamen. De echte Amerikanen hadden hun hoede laten zakken, ze dachten dat hun bedje gespreid was, maar opeens lag er een homofiel koppel in… We werden wakker in een collectieve nachtmerrie. Een wereld waarin het een kwestie van dagen is eer de grondwet het wc-papier wordt van horden terroristen, gekloond door abortusdokters die hun instrumenten steriliseren boven brandende Amerikaanse vlaggen en waarin de evolutieleer dagdagelijks onderricht wordt aan illegale immigranten door in elektrische auto’s rondrijdende leraren. Je hebt het aan jezelf te danken, Amerikaanse kiezer! Het is gelukkig nog niet te laat. Het Veer: Welke concrete oplossingen reikt u dan aan in die Kulturkampf? Naar aanleiding van het uit de kast tuimelen van Albus Perkamentus en de eindeloze homo-propaganda in kinderboeken, heb ik voorgesteld dat ieder jeugdboek tenminste één heteroseksuele seksscène moet bevatten. Kort maar krachtig, gewoon dat iedereen zou weten wat waar hoort. Het homohuwelijk is één der grootste bedreigingen waar Amerika vandaag mee te kampen heeft. Het gezin is immers de bouwsteen van de maatschappij. Ik ben gelukkig getrouwd: mijn vrouw fronst als ik seks heb met andere vrouwen dan haar. Dat is een offer! Als iederèèn opeens mag trouwen, weet ik niet of ik nog wel bereid ben dat offer te brengen. Het Veer: U klinkt wel erg homofoob? Nonsens, ik heb vele homoseksuele vrienden. (kuch) die allemaal naar de hel gaan. Het Veer: Hoopt u eigenlijk te winnen? Want de kansen voor onafhankelijken zijn niet bijster groot, heeft de geschiedenis uitgewezen. Ik hoef niet te winnen, nee. Ik ben daarin realistisch. Wat ik wil doen is een signaal van hoop geven aan de gewone Amerikanen. Iedereen kan president worden, dat is de American dream. Ik ben geen gezalfde of uitverkorene, ik ben een Jan met de pet. Net als zij. Als ze een Tv-programma hebben tenminste. Het Veer: Misschien kunnen we u nog een vraagstuk over buitenlandse politiek voorleggen? Wat vind u van de Belgische situatie met de spanningen tussen de Nederlandstalige en Franstalige gemeenschappen? Ik lees principieel geen buitenlandpagina’s en al zeker geen buitenlandse kranten. Ik baseer mijn mening dan ook volledig op wat je me hier net komt te vertellen. Het stemt me in alle geval blij dat ook landen die Bush niet is binnengevallen, vatbaar Het Veer
www.vgkgent.be
25° jaargang, November-December December 2007
54
zijn voor splitsingstendensen. Blijkbaar heb je een Nederlandstalig en een Franstalig gedeelte? Ik koester een hartstochtige haat tegen all things French… French fries omdopen tot Freedom fries fries vond ik één van de beste beslissingen van het Republikeinsde congres destijds. Ze hebben ons niet geholpen om Saddam uit Irak te krijgen, maar verbaast je dat? dat? Ze hebben ons niet eens geholpen om de nazis uit Frankrijk te krijgen. Die Nederlanders vertrouw vertrouw ik eigenlijk ook al voor geen haar. Met hun nederwiet en abortusboten. In hun voordeel pleit dat ze ons Sinterklaus schonken… Waar ik naartoe wil: het kan me eigenlijk niets schelen. Het Veer: Als buitensmijter tenslotte, wie is uw favoriete historische personage? Mandela, because he ended Apartheid. That’s a Dutch word, isn’t it? Het Veer: Bedankt voor dit gesprek en veel success met uw campagne! Voor meer: www.comedycentral.com Bram ‘Biebieken’ Bombeek
Het Veer
www.vgkgent.be
25° jaargang, November-December 2007
55
Het Vee -All Things Agricultural-
Mysterieuze Maïsroof te Welle: Lokale boeren geschokt Van uw reporter ter plaatse- In de nacht van donderdag op vrijdag werd in de Denderleeuwse deelgemeente Welle, 7 hectare dorsmaïs wederrechtelijk geoogst en gestolen. De politie tast voorlopig in het duister. “De maïs staat tegenwoordig aan 7 frank per kilo”, deelt Octaaf Lievens, een lokale landbouwer, ons mee, “en als je weet dat iedere hectare 12 à 15 ton oplevert… Reken zelf uit, hé. De buit moet in de tuinduizenden euro’s lopen.” Lievens schat dat er 2 pikdorsers en 3 traktors nodig zijn om dergelijke oppervlakte op zo’n korte tijd binnen te halen. “Ge moet van niets meer verschieten, maar dat ze tegenwoordig zelf de maïs van uw veld pikken, is toch ongelooflijk.”, zucht hij. Jacqueline, de uitbaatster van taverne Arjac, aarzelt maar wil na enig aandringen toch getuigen: “Ik zag ze hier rond half twee met gedempte lichten voorbijsnellen richting Aalst, ‘k dacht bij mezelf, zijn de boeren nu nog op de baan?” De federale politie heeft voorlopig weinig concrete aanwijzingen, maar bij dit soort feiten wordt in Denderleeuw, het Bogota aan de Dender, al gauw in de richting van het plaatselijke heroïnemilieu gekeken. Een anonieme bron binnen de politie bevestigt dit denkspoor: “We kunnen enkel vaststellen dat men steeds brutaler te werk gaat, eerst het koper uit de bovenleidingen van de treinen, en nu de gewassen van de Denderleeuwse boeren. Als je weet dat de straatwaarde van een gram heroïne 30 euro is, dan heb je voor een ton maïs al snel 5 à 6 gram van het spul. Daarvoor is een junk tot veel in staat. Bovendien moeten de dieven ook wel wat ervaring hebben met het bedienen van landbouwmachines. Onze profilers vermoeden dat het hier wel eens een bende drugsverslaafde boerenzonen zou kunnen betreffen.” De burgemeester van Denderleeuw, Mark Vanderpoorten (CD&V) zit verveeld met de zaak: “De goeie naam van onze gemeente wordt weeral eens door het slijk gehaald. Dan komen we niet meer voortdurend in het nieuws door onze kadaververwerkingsindustrie, nu zijn het de steeds driester wordende fratsen van de heroïnejunks die het voor iedereen verzieken. Ik hoop dat onze neoeersteklasser FC Dender in de volgende weken enkele puike prestaties neerzet. We kunnen een opsteker meer dan gebruiken.” Het Veer
www.vgkgent.be
25° jaargang, November-December 2007
56
Een échte Hamirubi de Reu!
Het Veer
www.vgkgent.be
25° jaargang, November-December December 2007
57
Zoekertjes 14 j. jongen zkt. meisje: borsten wenselijk, maar niet noodzakelijk 27 j. vrouw: nog dik, maar beloof te vermageren. Investeer nu! 22 j. shemale, zkt. feman Ik: eet graag baby’s. Jij: bij voorkeur zwangere vrouw
Onaantrekkelijke persoon zkt. z aantrekkelijke persoon 123 j. oude man zkt. 122 j. oude vrouw om ‘s werelds oudste baby te maken. Zoek afnemer voor 84 ton dorsmaïs. Prijs overeen te komen. Voorname oude heer zkt. jonge dame voor gezelschap en misschien meer. Contactadres: Avenue du Parc Royal 1 1020 BRUXELLES Graag discretie!
Boodschap van Algemeen nut: Departuur zoekt een mens! Liggen je op schrift gestelde zielenroerselen ergens in een lade stof te verzamelen? verzamelen De Vlaamse Geschiedkundige ndige Kring en de Filologica reiken beginnend literair talent uitnodigend de hand. hand De jaarlijkse poëziewedstrijd van de mooie talenmeisjes en -jongens jongens van Filologica vindt dit jaar plaats binnen het kader van Departuur, een literair-muzikaal literair evenement op 6 maart 2008,, dat door onzer beider kringen op poten wordt gezet. 'Vlucht' ucht' is het thema van de avond en, als we logisch blijven, dus ook van de wedstrijd. Er wordt niet gewerkt met opgelegde vormen: wij willen uw genie immers op generlei wijze kluisteren. k Poëten of prozaïsten, we zien al u allen even gaarne. Een jury met kennis van zaken zal Bijbels rechtvaardig oordelen. oordelen Uw prijs: maar liefst 15 minuten roem op ons podium! Stuur je (nog niet eerder gepubliceerde!) schrijfsels naar
[email protected] ten laatste tegen 15 februari 2008. De wedstrijd staat open voor iedereen. Speel dit dus gerust door naar mogelijk geïnteresseerden. geïnteresseerd Dank en uitkijkend naar jullie reactie, De V.G.K. De Filologica
Het Veer
www.vgkgent.be
25° jaargang, November-December 2007
58
Komt dat zien! Een bukake met letters! te gebruiken letters: Wimbledon
te gebruiken letters: kushandje
Het Veer
www.vgkgent.be
25° jaargang, November-December December 2007
59
Koken met KVLV Ugent: brownies Wie is er nu niet dol op chocolade? En als je van chocolade houdt zul je zeker smullen van deze brownies. Heerlijk om te delen maar ook om helemaal zelf op te eten. Ze zijn heel makkelijk in een half uurtje te maken. Brownies zijn een Amerikaanse uitvinding, ing, volgens de overlevering door een kok die simpelweg vergeten was bakpoeder in zijn creatie te doen. Het eerste brownie recept dateert van een 19e eeuws receptenboek in de Sears, Roebuck Catalogue. Ze danken hun naam aan hun bruine kleur en delen hem mett kleine Schotse huiselfjes en de meisjesscouts. Wat heb je nodig voor deze overheerlijke stukjes hemel? 200 gram pure chocolade in kleine stukjes. 3 eieren. 175 gram kristalsuiker. 150 gram boter en een klein beetje extra om je bakplaat in te vetten. 75 gram bloem. Om de brownies een extra smaakje te geven kun je een theelepel vanille aroma toevoegen (verkrijgbaar in de meeste warenhuizen) of een goede scheut likeur. Voor je begint aan het echte werk verwarm je de oven voor op 160°C en vet je een bakplaat aat van 20 cm op 20 op 20 cm in. Vervolgens smelt je de pure chocolade en de boter door deze in een kom boven kokend water te verwarmen, probeer ervoor te zorgen dat de kom het water zelf niet raakt, vergeet ook zeker niet om af en toe eens te roeren. Als de chocolade vloeibaar genoeg is mag je hem even laten afkoelen. Als je niet over een kookplaat beschikt kun je ook een microgolfoven gebruiken, maar om chocoladeklontertjes te voorkomen roer je best om de twintig seconden het mengsel even door. Als dit gebeurd is dan mix je de suiker, de eieren en het aroma, of de likeur, door het vloeibare mengsel. Daarna voeg je ook de bloem toe, maar let er op dat je hierbij voorzichtig roert, anders loop je het risico de textuur van je brownie aan te tasten.
Het Veer
www.vgkgent.be
25° jaargang, November-December December 2007
60
In principe is je brownie deeg nu klaar, maar voor de echte creatievellingen is dit natuurlijk nog maar het begin: naargelang je lekker vind kun je bij het deeg nog noten of brokjes chocolade in verschillende smaken doen. Je bakt de brownies als één grote koek koek op de bakplaat, zorg dat deze ongeveer drie à vier centimeter dik is. De normale baktijd is een twintig minuten maar brownies zijn het lekkerste als ze nog een beetje zacht zijn vanbinnen. Controleer dus regelmatig door er met een vork in te prikken: als als er een beetje kruimels meekomen is hij klaar om uit de oven gehaald te worden. Eenmaal uit de oven laat je alles rustig afkoelen, als dat eenmaal gebeurd is, is mag je de moederbrownie brownie uit de bakvorm halen en onderverdelen in kleinere stukjes. stukjes Ze zijn het aller-lekkerste als ze nog een beetje warm zijn. Je kunt ze combineren met ijs, slagroom of chocoladesaus. Smakelijk! Evy ‘Ethisch Vegetarisch Ylternatief’ Bauwens
Foto v/d Maand
Trui: We, €39,95 Broek: Zara, €49,95 Model: Den Tomme VE
Het Veer
www.vgkgent.be
25° jaargang, November-December 2007
61
Het leven zoals het is: rijexamen Een mens kan door vele zaken gefrustreerd en geïrriteerd geraken. Chaotische en zielloze formatiegesprekken, “geleid” door een apathische, bekrompen Ieperling met een bizarre fascinatie voor geiten. Journaals vol met hersenloze komkommeronderwerpen, waar het welzijn van één of andere marginale Britse kleuter, die toch door haar eigen ouders om zeep is geholpen om het verzekeringsgeld op te strijken, belangrijker wordt geacht dan Pakistaanse Politieke crisissen. Men kan het op zijn heupen krijgen dat in de voorbije zomer zogenaamde “overstromingen” in Zuid-West-Vlaanderen meer media-aandacht krijgen dan zondvloeden in Zuid-Oost-Azië. Daar zijn miljoenen mensen dakloos, hier werd meer zendtijd gereserveerd voor een aantal moddervlekken op het behang en een aartslelijke krullentang van de Lidl die door het water maar tot medium kan blazen. Kortom, de irritatiegrens in dit land is zo laagdrempelig dat zelfs Mahatmi Gandhi schuimbekkend zich in een rivier zou smijten. Als die niet vervuild is door één of ander Waals bedrijf tenminste. Maar net zoals bij het charisma van Jo Vandeurzen: het kan nog erger. Want in ons land, dat zich ten gepaste en ten ongepaste tijden “beschaafd en modern” pleegt te noemen, blijven er sectoren en instituties bestaan die minder subtiliteit en tolerantie vertonen dan een beschonken Himmler op een bevolkte Bar-Mitswa viering. Inderdaad: het rijexamen. Niet het theoretische rijexamen, waarvan ervaringsdeskundigen weten dat het even moeilijk is als een aangepast kruiswoordraadsel voor dyslectici. Nee, ik heb het hier over het praktische rijexamen, dat helaas een onontbeerlijke hindernis is voor het behalen van een rijbewijs, waarmee men zich zonder problemen mag begeven op één van de meeste dodelijke autowegen in West-Europa. Een niet geringe verantwoordelijkheid dus voor de heren en dames rijexaminatoren. Op hen rust de schouders om een evenwichtig en gebalanceerd oordeel te vellen over de rijkwaliteiten van de aspirant-autobestuurder in zijn totaliteit, wars van subjectieve beïnvloedingen en tergend muggenziften. Helaas is deze laatste zin in de Irrealis verleden, heden en toekomst te lezen. Onlangs ging ondergetekende zijn rijexamen afleggen in zijn geboortestad en aangezien u heeft kunnen vaststellen dat deze mail niet bepaald getuigd van een onverdroten gevoel van levensvreugde en naastenliefde kent u het resultaat reeds. Duidelijkheid is een gave, en rijexaminatoren bezitten ze vooralsnog niet. Edoch: een verslag. Na een ietwat wachten kwam de examinator uit zijn hokje, wat in West-Vlaanderen bureel heet. Het was een hoopje mens, wiens eerste begroetingszin zo zagerig overkwam dat ik al nattigheid voelde. Wie ook nattigheid voelde was de examinator in kwestie. Hij leek begin dertig te zijn, maar was reeds jaren dood van binnen. Gekleed in een aftandse jutezak die als broek moest fungeren, liep hij rond te waggelen alsof de sluitspier hem weer eens te meer in de steek had gelaten. Ik ben niet tegen beschutte werkplaatsen, maar laat ze dan toch niet examineren. Examineren is echter niet bepaald het woord dat ik zoek. Onvervalst en Het Veer
www.vgkgent.be
25° jaargang, November-December 2007
62
tegendraads muggenziften sluit nauwer aan bij wat die man probeerde uit te halen. Ik heb goed gereden. Bovengemiddeld zelfs. Rustig, zelfverzekerd en defensief. Maar blijkbaar is dit niet prioritair om iemand er door te laten. Door wat ben ik genekt door die zielige schurftdwerg? De “pinkers” (West-Neder-Franksich voor richtingaanwijzers) niet aangestoken bij het keren in het straatje. “Mensen weten niet waar je mee bezig bent.” Niet weten waar ik mee bezig ben? Mhm, iemand is aan het draaien in een klein straatje zonder zijn richtingaanwijzers aan te steken! Wat zou die man dan doen? Een carjacking? En wat was de andere reden? Dat ik de “embrouillage” (West-Neder-Frankisch voor ontkoppeling) inhield tijdens het nemen van een bocht. Waar ik mij niets van herinner. Wat durfde dat verhard stukje diarree er aan toe te voegen? “In Vlaanderen komt ge misschien daar nog mee weg, maar in Wallonië…” Had ik hier nog eens te maken, met één of andere crypto-separatist? Zijn die niet voldoende aanwezig bij de regeringsonderhandelingen? En blijkbaar heb ik niet goed genoeg gekeken in de spiegels. Men verwacht dus dat je ostentatief, theatraal bijna in de spiegels kijkt, met een onvervalst panische uitdrukking om vast te stellen over geen 80 jarig besje op haar driewieler voorbij dendert. Kortom: in een rijexamen peilt men niet de vaardigheid van uw rijstijl, maar naar het uitvoeren van belachelijk rijgedrag dat niemand zich aanmeet en niemand ook zal aanmeten, behalve op het rijexamen. En dat is jammer. Maar goed, ik neem aan dat het rijexamen een nieuwe printer nodig had en dat mijn 36 EUR daartoe heeft bijgedragen. Ik ben geen rancuneus persoon. Maar “Examinator 202” zoals de man die mij genekt heeft zich voordoet en die zich waarschijnlijk elke avond afrukt met een Skoda-stuurknuppel in zijn gebleekte aars, komt op mijn zwarte lijst. Hij zal getroffen worden door de meerdere wraakengels die in mijn controle zijn. Een Rode-Khmer martelkamer zal klein bier zijn vergelijken met wat ik met een reserveband kan uithalen. Hij zal roepen op zijn moeder! Er vanuit gaand dat er op de planeet een vrouwspersoon is die toegeeft dat soort van gefrustreerd racaille uit haar geboortekanaal is gekomen. Ik had mij voorgenomen om niet in de politiek te gaan. Dit soort van praktijken laat mij twijfelen om de klucht die rijopleiding heet te hervormen en aan te passen aan de twintigste eeuw. Laten we daar mee beginnen. Frederik ‘failed’ Descamps Colofon O my god! This is so unexpected! Uw scriptor wil graag bedanken: Ruben Cassiman, Sander Van der Maelen, Dries Dehoudt, Brecht Verleden, Frederik Descamps, Willem Migom, Jeroen Wijnendaele, Frederik Dhondt, Elke van den Ende, Bregt Saenen, Wouter Bellini, Sarah Dewaele, Nick van Waes, Evy Bauwens, Sanne Bombeek, Marieke Zwartjes, Philip Van den Heuvel, Pieter De Reu, Emmelien Werbrouck, de uitvoerende functies, KOENRAAD, mijn mama en Jezus.
Het Veer
www.vgkgent.be
25° jaargang, November-December 2007
63
Ereleden V.G.K. 2007 – 2008 Professoren
Pro-senioren
Prof. Dr. Boone Marc Prof. Dr. de Hemptinne Thérèse Prof. Dr. De Meulemeester Johnny Prof. Dr. De Ridder – Symoens Hildegarde Prof. Dr. Devos Isabelle Prof. Dr. Prevenier Walter Prof. Dr. Thoen Erik Prof. Dr. Van Melkebeek Monique Prof. Dr. Velle Karel Prof. Dr. Verboven Koen Prof. Dr. Vermeir René Prof. Em .Milis-Proost Ludo
Vanheuverbeke Karl (95-96) Beelaert Wim (96-97) Debaenst Bruno (97-98) Burm Raf (98-99) Decaluwé Michiel (98-99) Van Malderen Hilde (99-00) Corné Tom (00-01) Missinne Ruben (02-03) Danniau Fien (03-04) Verplancke Joachim (04-05) Annemans Freija (05-06) Vermeulen Bregt (06-07) Pro-praesidium
Assistenten & Medewerkers Aerts Koen Buerman Thomas Colyn Claudine De Doncker Tim De Mey Lieve Smeulders Ludo Vanslembrouck Nele Verstruyen Christoph Vrints Antoon
Bevriende Kringen Filologica Kunsthistorische Kring Oosterse Afrikaanse Kring Slavia Sympathisanten Amber (Tim en Kurt) Lauwaert Bernard Van den Berghe Carl Van Overschée Jan-Frederik
Het Veer
Billiet Wouter Brunet Bo Buylen Binou Castryck Geert De Bruyne Laila Dedobbeleer Willem de Meyer Michael De Pauw Bruno Descamps Frederik Fockedey Stijn Froeyman Anton Gevaert Jürgen Kerckhaert Christophe Lampe Jürgen Pittoors Jeroen Ronsse Stijn Urmel Ralph Schatteman Kirsten Schoutteten Koen Urmel Ralph Vanbelleghem Dries Van Belleghem Kim Van De Kauter Gerd Van Den Bossche Barbara Van den Driessche Hélène Van de Sompele Leen Van Raemdonck Timothy Wijnendaele Jeroen
www.vgkgent.be
25° jaargang, November-December 2007
Het Veer
64
www.vgkgent.be