Chuck Norris Approved
Tijdschrift van de Vlaamse Geschiedkundige Kring, 25e jaargang, 2007-2008, Nummer 3: Examenveer
Het Veer Driewerf helaas. Het EXAMENVEER! Het Veer sprak met: Bruno De Wever Steven Vanderputten
Het Veer onderzocht : De correlatie onanie-studie
De formatie van dit Veer nam 185 dagen in beslag. Maar, lieve hemel, ligt er een dikke vis in de pan.
25°jaargang, examenveer 2007-2008
3
Tijdschrift van de Vlaamse Geschiedkundige Kring Hoofdredactie/Lay-out: Ramón Bombeek Eindredactie: Ramón Bombeek Ontwerp Cover: Wie durft beweren dat de compromisbereidheid de wereld uit is? Inzet: de praeses naakt. Uitkomst: de vice-praeses schaars gekleed. Iedereen gelukkig. Special thanks: Eefje. Verantwoordelijke Uitgever: Ramón Bombeek p/a Vlaamse Geschiedkundige Kring, Blandijnberg 2, 9000 Gent Website: www.vgkgent.be Rekeningnummer: 733-0015320-24 Rekeningnummer Reis: 737-0164111-30 25° jaargang, nummer 3
December 2007
Een Veer, zowel qua vorm als qua inhoud: Dominatrix Dixit: Woordje van de Jaspi Mindmapping Examens 1ste b achelor Examens 2de bachelor Interview met Steven Vanderputten Column: Mijmeren over het middelbaar Open brief Stakingen in Frankrijk Column van een Hollander Straalschijfrecensies Gamerubriek: Bladestorm Column: Dagboek van een 1ste bach Where’s Reynebeau? Horoscoop met Ingeborg Verslag Taxidermia Examen-ABC Seks&Body Interview met Bruno De Wever Ellie’s Celebrities Al wie dat niet springt, is pomofiel Dies natalis debat Ansichten einen Werkmensch
Het Veer
4 6 8 10 14 17 20 21 22 26 29 30 32 35 36 38 40 44 45 51 54 58 61
www.vgkgent.be
25°jaargang, examenveer 2007-2008
4
Dominatrix dixit: Beste geschiedenisstudent, Met de examens in zicht wil ik je liever niet meer op sleeptouw nemen. Hernieuwde dominatrixuitspattingen zouden er allicht te veel aan zijn. Menig student zou de hartkloppingen die mijn latex accessoires veroorzaken verwarren met studiestress, of omgekeerd. Bovendien pretendeert de V.G.K. ook niet belangrijker te zijn dan pakweg je syllabus Pre-en Protohistorie, integendeel. Meer zelfs; het is zeer weinigen gegeven meer voor een student te kunnen betekenen dan een grot met daarin drie rolkeien en een stuk dijbeen. Dat spreekt. Desalniettemin tracht de Vlaamse Geschiedkundige Kring nog steeds haar best voor je te doen, niet in het minst door dit heerlijke Groene Boekje gedeeltelijk te vullen met allerlei studietips en examenweetjes. Vooraleer je dus spontaan transpiratieaanvallen krijgt die doen denken aan die van een vrouw met een zodanig prominent PMS dat ze er een Vitayadocumentaire mee kan scoren, neem je best eens dit uitgebreide ExamenVeer door.
Altijd tot je dienst, Emmelien Werbrouck V.G.K. Praeses ’07-‘08
Het Veer
www.vgkgent.be
25°jaargang, examenveer 2007-2008
5
And now, for a word from our sponsors…
Het Veer
www.vgkgent.be
25°jaargang, examenveer 2007-2008
6
Beste eerstebach-student, Met nog maar een goeie week of twee te gaan voor de gevreesde blokperiode zo weer aanvang neemt, lijkt het me nuttig jullie in te leiden in de nobele kunst van het blokken. Ondanks het feit dat ik kan pochen met een uitmuntende studiemethode en dito puntenbriefje parafraseer ik liever de door onze Alma mater aangestelde studiebegeleiders, aangezien zij een behoorlijk feilloze methode ontwikkeld hebben , die zij u normaal gezien aangeleerd werd tijdens een speciale les een paar weken geleden. De afwezigen kunnen nu al een kruis maken over hun examens, tenzij ze nog snel op het eerste verdiep de onvolprezen bestseller Denk Wijzer! 1 gaan halen en die zo snel mogelijk par coeur memoriseren.2 In dit boekwerk vind u tips als daar zijn: studeer op een vaste plaats, studeer nooit meer dan 60u in een week of 100 minuten na elkaar en stel een planning samen. Neem ook steeds 8u slaap per dag trouwens. U merkt het, het lichtend pad naar examensucces loopt over evidenties. En nu even serieus. De eerste examens die je moet afleggen aan de universiteit zijn een beetje een sprong in het donker in de zin dat het meer leerstof overspant dan ooit tevoren ... Het is niet altijd even moedgevend om een weinig hapklare stapel studiemateriaal te moeten verzetten, maar doenbaar is het zeker. Laat je dus eerst en vooral geen schrik aanjagen door anderen of door de studietheorieën die ik hierboven aanhaalde. Studeren doe je best op je eigen manier, al zijn er natuurlijk wel een aantal dingen waar je best rekening mee moet houden. Op tijd beginnen studeren is daar uiteraard één van. Hoewel luiheid het oorkussen van de duivel is, betekent een zondig dagje niet het einde van de wereld. Al dien je te beseffen dat de kerstvakantie dit jaar iets minder vakantie dan vorig jaar zal zijn. Zorg dat je deze periode gebruik om je leerstof zeker al een paar keer doorgenomen te hebben, kan je er nog vroeger aan beginnen: des te beter, door veel te herhalen blijft de leerstof immers beter hangen. Blijf ook nooit aan één stuk door studeren, na een tijdje zit je immers gewoon op automatische piloot oppervlakkig te overlopen, een concentratiecurve is immers als de doorsnee penis: verslappend van na verloop van tijd. Een korte pauze waarbij je even een frisse neus haalt of je gedachten verzet om er daarna weer volop in te vliegen is noodzakelijke en efficiënte tijdsbesteding. Hoe je een vak het best aanpakt hangt natuurlijk af van het vak in kwestie: historische kritiek samenvatten is een nutteloze bezigheid, zo lijkt me, omdat je weinig uit het boek kan laten vallen, een namen- en casuslijst samenstellen is bijvoorbeeld nuttiger, terwijl een vak als moderne literaturen zich er dan weer perfect toe leent om samengevat te worden. Heb je bij bepaalde vakken een probleem om de opeenvolgende gebeurtenissen te 1
Na een aantal vermijdbare familiedrama’s vorig academiejaar willen we erop te wijzen dat men de tip “Zorg dat er geen sociale contacten die stress veroorzaken aanwezig zijn” niet letterlijk hoeft te nemen. 2 Anoniem, Denk Wijzer! Gent, UGent uitgaves, 2006, 28 p.
Het Veer
www.vgkgent.be
25°jaargang, examenveer 2007-2008
7
plaatsen kan je misschien beter een chronologie maken. Ook hiervoor is het belangrijk dat je de vakken al eens op voorhand bekeken hebt, zodat je weet waaraan je begint. Een aantal kant-en-klare hulpmiddelen tijdens het studeren kan je trouwens vinden op onze website www.vgkgent.be/studie . Ook je eigen academisch knutselwerk kan je steeds doorsturen naar onze studiepraeses op
[email protected] om ze zo ook in uw oneindig altruïsme met de rest van de populatie te delen. Reizen er opeens onoverkomelijke problemen tijdens het studeren dan kan eventueel het V.G.K-forum een oplossing bieden, denk wel ook eerst zelf eerst na, want een vraag die je zelf oplost, onthoud je uiteraard beter. Op het forum kan je trouwens examenvragen van de vorige jaren vinden die je een idee kunnen geven van hoe het er zal uitzien. Voor; tijdens en na het examen zelf geldt één regel: niet panikeren. Immers alleen de kalmte kan u redden. Blijf ook niet eindeloos herhalen de avond daarvoor, een goede nachtrust is immers essentieel om de gestudeerde stof in je hoofd te kunnen verankeren. Sta misschien iets vroeger op (al moet je daar ook niet mee overdrijven) om even te herhalen, tenzij je van jezelf weet dat je daardoor te nerveus zal worden. Iets dat je als eerste bach’er in rekening moet nemen, is dat vele examens (deels) uit multiple choice vragen bestaan: laat dit in geen geval een onoverkomelijke hindernis zijn, aangezien er geen gis-correctie is, staan de wetten der statistiek aan uw kant en kan gokken over het algemeen geen kwaad. Al is de methode der eliminatie of de methode van het zeker weten verkieselijk. Open vragen beantwoord je steeds in de vorm van een lopende tekst, schema’s horen niet thuis in de Letteren&Wijsbegeerte en kosten je zeker menig punt. Tenzij je vijf minuten voor affluiten nog een half examen hebt op te lossen, schrijf je dus een vlot tekstje. Let ook op dt-fouten, een examen is immers het Veer niet: u wil liever niet overkomen als een uil. Zie je het ondanks de welgemeende tips, adviezen en steunbetuigingen toch niet meer zitten, dan kan je steeds terecht bij de studietrajectbegeleiders van de faculteit. In uw geval is dit Karen Vanhecke (vervangster van Milena Dewael). Voor de rest gelden voor examens grotendeels dezelfde, Spartaanse wetten als voor het leven: ‘The Weak Shall Perish, the Strong Shall Live.’ Met dien verstande dat er altijd nog tweede zit is. Sterkte! Jaspi
Het Veer
www.vgkgent.be
25°jaargang, examenveer 2007-2008
8
Uw kale vlakten in kaart gebracht: mindmapping Dat de Blandijn een bastion van vadsige luieriken is, hoeft geen verrassing te heten. Qua arbeidsintensiviteit hadden wij humane wetenschappers het slechter kunnen stellen. Niettemin kunnen proffen elk jaar met lede ogen waarnemen hoe in december een queeste begint naar minder werk, betere stimuleringsmiddelen en geraffineerde studiemethodes. Waar studenten geneeskunde met de spreekwoordelijke vingerknip een voorschrift voor concentratiebevorderende middelen - doorgaans voorbehouden aan de zwaarste ADHD’ers - kunnen bemachtigen, moeten wij ons behelpen met de samenvattingen van anderen en kwestieuze zelfhulpboekjes als ‘Gebruik je verstand!’ en ‘Supergeheugen’. Het nadeel is dat deze voornamelijk gericht zijn op middelbare huisvrouwen met een acute vorm van dementia praecox. Wie moeite heeft met het memoriseren van zijn boodschappenlijstjes, zal alvast niet bedrogen uitkomen. De overige paginavulling is doorgaans weinig relevant of ronduit arglistige prietpraat. Marc Boone zou zonder twijfel wel een boompje kunnen opzetten over de rijkelijke beloftes en verhalen over twijfelachtig middelmatige studenten die dankzij deze boekjes toch maar op Cambridge hun thuis hebben gevonden. En toch. Na naarstig zoekwerk heeft ondergetekende alsnog enkele handige tips weten op te snorren, te beginnen met een kleine uitwijding over het geheugen. Vooreerst: je vermogen om dingen te onthouden neemt af naarmate je langer doorleert. Pauzes zijn cruciaal om de herinneringscurve op een hoog niveau te houden. Milena Dewael had voorwaar gelijk! Kijk dus liever tussendoor geregeld naar youtube-filmpjes (tip: Demitri Martin!) dan naar een korte romantische komedie na studieblokken van drie uur. Wat het onthouden na het leren betreft: na 24u zou 80% van de opgeslagen gedetailleerde informatie verloren gaan. De nacht voor een examen doordoen is een optie, of een gesophisticeerde herhalingstechniek een andere. Het beste herhalingsschema zou zijn: 10 minuten herhalen na een leerperiode van een uur, de volgende dag een minuut of vijf, na een week weer een korte herhaling. Niet dat ook maar 5% van jullie dit in acht zal nemen, maar als je na een maand nogmaals herhaalt, zou de kennis zich knusjes in je lange-termijngeheugen moeten nestelen.
Het Veer
www.vgkgent.be
25°jaargang, examenveer 2007-2008
9
Dan rest nog de vraag: hoe leren? Een veel beproefde (maar door de doorsnee student o zo beschimpte) methode is de mindmap. Vrienden, bezwijkt niet aan de peer pressure! Ik vermocht het in mijn eerste semester ook al eens te lachen met boeken die in 12 kleuren onderstreept werden, maar luttele weken later had ook mijn ‘Historici en hun métier’ wel wat van een kleurboek weg. Geen spijt van gehad. Mindmaps mogen er dan wel belachelijk uitzien, ze visualiseren de leerstof zeer doeltreffend rond een bepaald sleutelwoord. Ze behoeden bovendien je Stabilo’s voor uitdroging. De kaartjes zijn handig om logische verbanden en ordeningen te verduidelijken. Het werkt als volgt: het kernwoord schrijf je in een cirkel in het midden van je blad. Van hieruit trek je lijnen, waarop de ondergeschikte begrippen genoteerd worden. Op die manier ga je door, tot het schema zo gedetailleerd is als je zelf prefereert. (De spelregels staan op talloze sites iets minutieuzer uitgelegd.) Om het resultaat des te beter te onthouden, schrijf je best in blokletters en met veel kleurtjes en prentjes. ‘Wees creatief’ is de gulden regel. Persoonlijk gebruik ik zelden kleurtjes of beelden. Leuk om je mee bezig te houden tijdens het jaar, maar zij die het midden houden tussen vlijtig en schooier, schieten per definitie pas in gang bij een naderend acuut tijdsgebrek, met andere woorden: tijdens de blok zelf. Het geeft geen pas dan nog prentjes te kleuren. Maar terug naar de concrete toepassing. De methode is niet aan te raden voor de chronologische onderdelen van vakken als Vroegmoderne, Middeleeuwen en Klassieke Oudheid. Vakken die zich hiertoe wél lenen zijn: historische kritiek (voornamelijk de eerste twee delen), pre- en protohistorie (zeer efficiënt om verwarring tussen nederzettingen e.d. te vermijden), literatuur, kunstgeschiedenis, wereldgeschiedenis. Grote onderscheiding ga je er zonder de nodige inzet niet mee halen, maar verdomd efficiënt is het wel. En bovendien mooi bewijsmateriaal wanneer na de proclamatie verbolgen ouders gepaaid dienen te worden. Elke ‘schrijft later een zelfhulpboek’ van den Ende
Het Veer
www.vgkgent.be
25°jaargang, examenveer 2007-2008
10
Er zal geween zijn, en tandengeknars: Examens Eerste Bachelor Graag had ik er op gewezen dat onderstaande informatie voornamelijk verzameld is in de vorige jaren, en dat examenstof volgens de wetten van de quantummechanica constant in verandering is. Voor verdere vragen & info kan je in de 21ste eeuw steeds terecht op het wereldwijde web. Eén tip: het V.G.K. studieforum! Een resource die uniform te localiseren is op www.vgkgent.be. En dan maar doorklikken naar forum. Aldaar één regel: pas op voor de Joeri.
Historische Kritiek (M. Boone) Net als de god van het katholieke geloof bestaat het examen historische kritiek uit een Heilige Drievuldigheid: een 20-tal meerkeuzevragen, een casusvraag en een open vraag. De meerkeuzevragen peilen naar je kennis van het handboek en met kennis bedoelen we niet het halfzachte gedoe uit de leerplannen, maar het loutere geheugenwerk. Maak dat je het boek kan dromen, dat je er hele brokken uit citeert bij het ontbijt, dat je er aan denkt als je met je liefje vrijt. Prof. Boone durft het gras immers onder de adders begraven. Bij de casusvraag wordt er geziene casus gevraagd, die jij bespreekt in het kader van de leerstof plaatst. Hierbij is het vooral zaak goede lesnotities te hebben (of goeie vriendjes die dat hebben of bij ontstentenis daarvan: internet om op ons forum te geraken, alwaar ieder jaar weer netjes getypte documenten verschijnen). De open vraag kan zijn: een citaat, een krantenartikel… dat je moet parafraseren en in verband met de lessen brengen. Vergeet dat eerste zeker niet. Makkelijke punten, pak ze maar. Het tweede deel is dan weer meer op inzicht gericht, maar als je je stof een beetje onder de knie hebt, mag dat geen problemen geven. Benader dit vak flegmatisch. Laat je niet opjutten, laat je niet afschrikken. Status van “buisvak” noch de hoeveelheid leerstof zijn onoverkomelijk. Begin er op tijd aan, blok rustig en vooral op je eigen manier en als ’t God belieft, zal het een eitje zijn. *VoorbeeldCasi: De burgers van Calais, Morbide Kunst, Vergelijk antisemitisme in Antwerpen, Brussel en Vichy, …
Geschiedenis van de Wijsbegeerte (J. Braeckman) Dit examen bestaat louter en alleen uit meerkeuzevragen, 60 in totaal. Dat is immers de beste manier om een vak als filosofie te ondervragen. 40 ervan peilen louter en alleen naar je kennis van de cursus; het is dus de bedoeling dat je die pil – een erfstuk uit de tijd van Etienne Vermeersch, let maar op z’n stopwoordje ‘schandelijk’- grondig hebt doorgenomen. Weten welke filosoof wat nu weer gezegd heeft, is aan te raden. Het kan gebeuren dat je bepaalde passages meerdere malen moet lezen om precies te begrijpen wat er nu bedoeld wordt, het betreft hier immers filosofie: het is vaak geenszins de bedoeling dat je het begrijpt. Laat je hierdoor echter niet ontmoedigen, want dan winnen die eikels van filosofen. Neem je tijd om je hoofd er rond te krijgen en uiteindelijk wijst het zichzelf uit. De volgende 10 vragen schotelen je een term uit de lijst op laatste bladzijden van de Het Veer
www.vgkgent.be
25°jaargang, examenveer 2007-2008
11
cursus voor. U kon hiervoor bij de VGK een prachtige lijst verkrijgen: beste besteding van 50 cent die u dit jaar zal doen, tenzij u graag dartst in de Krawietel uiteraard. Deze vragen zijn een open doelkans: niet te missen. De overige 10 vragen bestaan uit tekstfragmentjes en citaten waarvan jij moet aanduiden wie ze gezegd of geschreven heeft. Hiervoor moet je al iets meer je verstand gebruiken, maar niettemin alweer haalbare kaart. *“Zowel bij Hegel als bij Feuerbach speelt de geschiedenis van de godsdienst een belangrijke rol bij het begrijpen van de mensengeschiedenis in het algemeen.” *“Volgens Kant is het zekerheidskarakter van de wiskunde enkel te danken aan de a priori vormen; de zekerheid van de empirische wetenschappen enkel aan het feit dat ze op zintuiglijk materiaal gebaseerd zijn.” *“Het is verkeerd te beweren dat er in het Christendom onuitgesproken dogma's bestaan.”
Moderne Literaturen (B. Keunen) Voor dit vak is het aangewezen dat je vooreerst de grote structuur in je hoofd prent. Aan de inhoudstafel van de syllabus en de slides uit de les hebt u een gedroomde leidraad. Eén keer dit onder de knie ben je al een heel eind op weg. Een lijst maken met auteurs – werken – periode – stroming en deze vanbuiten blokken is ook bijzonder handig, het grootste deel van de multiple choice vragen kan je hiermee beantwoorden. Je krijgt ook tekstfragmenten, citaten… waarvan je de stroming, de auteur... moet benoemen. Het tweede deel van het examen bestaat uit open vragen, één waarvan het antwoord ongeveer een hoofdstuk omvat, en één waarvan er naar een kleiner deel van de cursus gevraagd wordt. Heel de syllabus grondig blokken dus. We zeggen het nog even, voor het geval dat u het niet van plan was… * “Bespreek Baudelaire in relatie tot het Symbolisme * “Bespreek de postmoderne roman.” * “Bespreek de invloed van de Verlichting op de literatuur in Engeland.
Ecologische Geschiedenis (E. Thoen) Iedereen die aandachtig zoveel mogelijk lessen heeft gevolgd –de technische term daarvoor: nerds en seuten - hoeft niet al te zeer panikeren voor dit vak. De krekels die dat niet gedaan hebben, zorgen best dat ze zo snel mogelijk eens vriendelijk hun ijverige collega’s aanspreken en hun cursus aanvullen. Met de powerpointpresentatie van Thoen zal je het immers niet redden. Het samenvatten van de artikels is behoorlijk intensief corvee, zorg dat je tijdig in gang schiet. Bent u te traag bereid tot oeverloze inspanning, dan kunt u nog steeds op ons forum terecht. Maar is deze volgen we natuurlijk het Vlaams Kartel: wat we zelf doen, doen we beter! Het examen bestaat uit twee open vragen, een reeks termen en een artikelvraag. Eén open vraag is reproductie, de andere peilt meer naar inzicht. De vraag over het artikel komt uit de reader –geen verrassing- en er kan gevraagd worden om een bepaald citaat of grafiek grondig uit te werken. Besteed ook
Het Veer
www.vgkgent.be
25°jaargang, examenveer 2007-2008
12
voldoende aandacht aan de illustraties. De kans dat je er één op je bord krijgt is niet onbestaande * Geef vijf theorieën over hoe domesticatie ontstond en bespreek welke voor jou het meest aannemelijk is.” * Bespreek en vergelijk "Scala Naturae" met "Natuur theologie" * Artikel Van Zanden: Bestaat de groene kuznets-kurve? * Dustbowl, Tragedy of the commons, Lyn White Jr. Garret Hardin …
Pre & Protohistorie (J. Bourgeois & P. Crombé) Niet vederlicht, deze cursus, maar toch goed te doen. Uitermate belangrijk is een goed overzicht van de verschillende biologische staties in de evolutie van de mens, woonstructuren, kunst, enzovoort enzoverder en dat alles doorheen de verschillende periodes. Aangeraden is dat je daarvoor schema’s maakt. Een bestandje dat je op uw persoonlijke harde schijf kunt oproepen wanneer om pakweg een bespreking van de Kunst van het Laat Paleolithicum gevraagd wordt. Hou je niet bezig met elke site uit de cursus van buiten te blokken, tenzij u een autist savant bent. Maar besteed zeker aandacht aan de bekendste en belangrijkste. Ook in de 21ste eeuw blijft naar de les gaan de uitgelezen manier om te weten te komen welke dat zijn. Het examen gebeurt in de vorm van een schriftelijke proef. U krijgt twee grote vragen, één over elk deel. En tweemaal tien termen. Wat impliceert dat ook detailstudie niet te versmaden is. Eventueel nog wat prentjes. Al spaart men die misschien voor tweede zit. Niet dat men daarmee velen een plezier ontzegt, want vorig jaar werden er in tweede aanleg nauwelijks minder geëxamineerd dan in eerste aanleg. * Bespreek de verschillende mechanismen bij de verspreiding van de mens. * Bespreek de Kelten in de Late IJzertijd.
Vroegmoderne Tijden (René Vermeir) Prof. Vermeir verziet naar goede gewoonte een pareltje van een cursus en als u dat ding kent dan is zelfs het verstand van Karel de Gucht niet groot genoeg om te zien hoe het voor u mis kan gaan. Vroegmoderne placht al eens een ingewikkelde bedoeling te worden met al die politieke intriges, huwelijksstrategieën en kiemende Het Veer
www.vgkgent.be
25°jaargang, examenveer 2007-2008
13
handelskapitalistische systemen. Om niet te vergeten wie op wie gezeten heeft, hou je misschien tijdens het studeren best een kleine stamboom bij. Al kan het voor de kinderen van de Blik-generatie nu ook weer niet zo’n karwei zijn. Nóg essentiëler is dat je alle oorlogen, verdragen, etc. goed uit elkaar kunt houden. Dingen genre Verdrag van Westfalen. Niet onbelangrijk. Verder gelden dezelfde universele examenwetten: verlies het onderscheid tussen hoofdlijnen en details niet uit het oog. Op het examen is het eveneens belangrijk dat je je betoog weet te structureren en duidelijk aangeeft wat hoofd- en wat bijzaak is. Prof. Vermeir is het prototype van de examinator universalis, werkelijk alles kan gevraagd worden. Vorig jaar in tweede zit toonde hij zelfs zijn kinky kantje door 17 termen of begrippen te vragen. René; you tease! * “Waarom was Karel V een vorst op het scheurvlak van twee tijdperken?” * “Welke oorzaken had de ‘eerste industriële revolutie’ van de 16de-17de eeuw?” * “Hoe is in de 16de-17de eeuw het aristotelisch-ptolemaïsche wereldbeeld veranderd? Hoe kon dit gebeuren?”
Historische Praktijk I (R. Vermeir) De evaluatie van dit vak bestaat uit een examen in het eerste semester (algemene inleiding tot de geschiedbeoefening & bronnencollege) en een taak in het tweede semester. Voor het onderdeel bronnencollege is het meegenomen als je alle lessen hebt meegemaakt, temeer omdat er in de les in onbedekte termen wordt duidelijk gemaakt hoe de stof gekend dient te zijn. Je hoort alle teksten te begrijpen en te weten wat er gezegd wordt. Ook is het de bedoeling dat je de letterlijke vertaling van elk stukje tekst onder de knie hebt. Het komt namelijk voor dat er op het examen naar de betekenis of verwijzing van bijvoorbeeld “y” of “en” wordt gevraagd in die bepaalde context. Het betreft hier oud-Frans en gezien de staat van het Frans van de meeste studenten dus allerminst een sinecure. Tenzij u de laatste paar maand vaak naar TV Mille Collines hebt gekeken, natuurlijk. Op het examen krijg je verschillende geziene tekstfragmenten voorgeschoteld; hierbij kan je een inhoudelijke vraag krijgen (dit wordt ook besproken in de les), of men kan naar de vertaling of betekenis van een specifiek(e) zin/woord vragen, al dan niet in die bepaalde context. Het is dus de bedoeling dat je alle teksten op verschillende niveaus instudeert. Vertalingen kunnen hierbij helpen, maar over het algemeen heb je toch nog verklarende nota’s nodig bij bepaalde passages. Als toetje kan ook de verklaring van een woord in een bepaalde historische context gevraagd worden. Dit kan gaan om de naam van een specifiek zegel (par exemple), en wat voor betekenis dit had in de maatschappij van toen. Als je een beetje inzicht hebt in de Franse taal, en als je een beetje hebt opgelet in de lessen, ce n’est pas du tout la mer à boire.
Het Veer
www.vgkgent.be
25°jaargang, examenveer 2007-2008
14
Siddert ende beeft: Examens Tweede Bachelor U dacht dat het vanaf het tweede jaar uitbollen was? Mis: ook tweede bachelor heef zijn semesteriële Tantuluskwelling af te leggen. Wat de opleiding geschiedenis betreft zijn de proeven echter nogal beperkt, door het feit dat een niet onaanzienlijk part van je programma uit minor- of keuzevakken bestaat. Bovendien is er niet voor elke oefening of module van je methodologievakken een examen. Daarom vind je hier een overzicht van de vakken die grotendeels hetzelfde zijn ten opzichte van de vorige jaren.
Oude Nabije Oosten (M. Tanret) Een vak dat zeker niet te veel problemen zou mogen opleveren voor wie zich met vrucht door de grote blokvakken van 1ste bach wist te klauwen. Het grootste struikelblok zit hem vooral in de massale hoeveelheid exotisch klinkend namen als Amenhotep IV of Tiglat Pilise (een merk Tsjechische pils,nee?). Gelukkig bestaat er voor dit vak onze uitstekende studentencursus, waarmee je een goede geschematiseerde samenvatting hebt van de leerstof. Eenmaal je de gewone cursus grondig gelezen hebt, kun je het verder hiermee wel redden. Gepaste dank aan the blondes: het instellen van een zonnecultus.. Het examen bestaat uit drie open vragen. De verhouding Mesopotamië/Egypte hangt af van je examenversie. Bij twee vragen zal je gewoon de leerstof moeten reproduceren, terwijl bij de derde je al eens je inzicht mag ten toon spreiden. Gulden tip: besteed zeker aandacht aan het kaartenmateriaal. Tanret durft al eens eentje te vragen en zelfs als dat niet het geval is kan het bij bepaalde vragen handig zijn als aanvulling op je antwoord. * Welke rol heeft de geografie van het Oude Nabije Oosten gespeeld in de geschiedenis van deze regio? * Bespreek de pre-dynastische periode in Egypte. * Bespreek de relatie tussen Elam en Mesopotamië doorheen de geschiedenis van het Oude Nabije Oosten.
Heuristiek: Klassieke Oudheid (R. Duthoy) De leerstof is enkel een bibliografisch compendium, zijnde een cursus met daarin enkel een opsomming van titels van boeken, gerangschikt volgens thema. Geen uitleg, geen verwijzing, gewoon de referentie. Ongeveer 20% van die titels moet je van buiten kennen. Exemplum: professor: “welk boek moet je gebruiken als je iets nodig hebt over chronologie”. Line? “Samuel, Chronology, meneer”. U merkt de wetenschappelijke relevantie. Een chance dat VDB die mannen hun kraan wel even toedraait. “Gelukkig” bestaat een groot deel van de examenstof (60%) uit je eigen notities. Naar de les gaan was dus cruciaal. Helaas, berouw komt pas na de zonde. Over inscripties, bronnendisciplines, et cetera zal prof Duthoy les geven en vragen stellen. Vorig jaar was het ook zo dat je kort een historiograaf moest bespreken en die van je medeleerlingen ook moest kennen. Leer die van je zelf goed en je hebt alleen maar punten gewonnen. De nadruk ligt dus op de exposés van Duthoy die hij geeft in de lessen. Dat maakt dat je niet op het klakkeloos van buiten leren van Het Veer
www.vgkgent.be
25°jaargang, examenveer 2007-2008
15
titels van secundaire literatuur alleen moet bogen, maar wees gerust je zal er vragen over krijgen. Mocht je voor de 18 gaan, fris dan ook eventjes je Latijn op, hij durft letterlijke Latijnse vertalingen / grammatica vragen. Jammie, jeugdsentiment. * Wat zijn de voordelen en de nadelen van het gebruiken van inscripties als bron? * Wat zijn de drie grote overzichtswerken van de geschiedenis van de Klassieke Oudheid?
Heuristiek Middeleeuwen (S. Vanderputten) Prof. Vanderputten heeft het bibliografische gedeelte zodanig opgesteld dat je met die 30 of 40 titels ongeveer alles kon vinden wat je later nodig zou hebben voor onderzoek. Het is een aanrader om al die werken eens in de vakgroepbibliotheek op te zoeken en door te nemen. Op die manier kan je ze veel gemakkelijker van elkaar onderscheiden en weet je tenminste wat er in staat. Heus een intellectuele kick, weten wat in zo’n boek staat. * Bespreek de Salische wetgeving (a.d.h.v de 100 titels tekst) * Wat moet ik raadplegen als ik onderzoek wil doen naar oorkonden tussen de graaf van Vlaanderen en de Duitse keizer in de 10e eeuw?
Heuristiek Nieuwe Tijden (R. Vermeir) Bij het studeren van dit vak is het aangeraden om zeker eens de lesnotities door te nemen. U hebt er geen? Ik ook niet, maar ik geef het u toch maar even voor de vorm mee. Op het examen mogen jullie minstens één vraag verwachten over stof die niet expliciet in de cursus vermeld werd, maar die tijdens de les uitgebreid aan bod kwam. Het is dan ook een tip, indien je zelf geen notities in je bezit hebt, om ze in het kader van de praktische heuristiek op te sporen en er een kopietje van te maken. Het examen is doenbaar zonder lesnotities, maar het is wel uitermate aangenaam om er letterlijk een antwoord uit te plukken. Het examen is volgens de gangbare splitsingsretoriek opgedeeld in twee stukken, waarbij het tweede deel in openboek is. Het eerste stuk, dat hoofdzakelijk peilt naar de theoretische kennis, bestaat uit het reconstrueren van antwoorden uit de cursus. Hierbij is het zo dat je verschillende elementen met elkaar moet combineren, waarbij het dus aangeraden is om de cursus niet enkel uit het hoofd te studeren, maar deze ook kritisch door te nemen. Het tweede deel is dan openboek en peilt je kennis van archieven, bibliografieën en dergelijke. Wanneer je de cursus enkele malen aandachtig doorneemt is dit onderdeel een open doelkans. Zorg er alleszins voor dat jullie een grof overzicht voor ogen hebben van wat waar staat in de cursus. De immer voortschrijdende tijd speelt in deze immers in uw nadeel. Verder neem je best de tips en de voorbeeldvragen die in de lessen werden meegegeven redelijk ernstig, het zal jullie niet spijten. In het kader van de eeuwigheid is het inkijken van al die biografieën een onnoembare overbodigheid. Het Veer
www.vgkgent.be
25°jaargang, examenveer 2007-2008
16
Heuristiek Nieuwste Tijden (K. Velle) Toegegeven, de Groene Bijbel lijkt niet een saaie kloef, hij is het ook. Maar voor al wie verder wil doen in de Nieuwste Tijden, de stilzwijgende meerderheid dus, is het kunnen werken en opzoeken met deze gids onontbeerlijk. Daarvoor hoef je de Vanthemsche niet van de eerste tot de laatste pagina gelezen hebben, maar het is aangeraden hem eens erg diagonaal te skimmen. Daarbij kan je met kleur en lat de structuur van het boek wat verduidelijken, om een sneller opzoeken mogelijk te maken (op het examen heb je namelijk niet erg veel tijd). Bepaalde hoofdstukken lees je beter wat aandachtiger en het spreekt voor zich dat je de Belgische staatsstructuur en andere belangrijke instellingen kent. In de lessen legt prof. Velle vaak de nadruk op overzichtswerken als de Pasimonie, de dikke Vrielinck, arch.arch.be, Pandectes, de Almanac Royale en degelijke. Het maken van een lijstje van deze werken met hun respectievelijke inhoud kan erg handig zijn. Breng zeker en vast je notities en slides mee op het examen, prof. Velle, de snodaard, durft wel eens een vraag te stellen die hij eerder in de les oploste (zie de wekelijkse opdrachten). Vergeet vooral geen gebruik te maken van de trefwoordenlijst achteraan; het zou aan het achterlijke grenzen om het niet te doen. Het examen bestaat normaliter uit twee delen; namelijk een scriptieonderwerp dat je moet uitwerken (onderzoeksaspecten, actoren, typologisch overzicht van relevantie informatiebrionnen, 3 mogelijke problemen) en waar je de nodige creativiteit moet koppelen aan bronnenkennis en handigheid met de Groene Bijbel (bv. ‘Zakenvrouwen in de eerste helft van de 20ste eeuw). Een tweede deel bestaat uit 10 korte vraagjes zoals die in de les gegeven werden (bv. ‘Noem een vindplaats van archieven van belangrijke Franstalige jeugdbewegingen’ of ‘In welke bron vind je voor het jaar 1932 een overzicht van alle in de gemeente ingeschreven vreemdelingen?’). Lees de vragen aandachtig; er kan een strikvraag tussenzitten waarbij bijvoorbeeld een bepaalde bronnenreeks maar tot 1970 loopt, of waarbij een beleidsdomein werd overgeheveld naar een ander ministerie. Lepe trukken. Tot slot een niet onbelangrijke disclaimer: niet voor hemofiliepatiënten, de papercuts die je tijdens dit examen oploopt, hebben waarachtig iets weg van een Chinese marteltechniek.
Het Veer
www.vgkgent.be
25°jaargang, examenveer 2007-2008
17
Het Veer sprak met Steven Vanderputten VEER: U bent secretaris van de Examencommissie. Wat houdt deze functie precies in? De Opleiding Geschiedenis ziet onder andere toe op de samenstelling van de programma’s en de inlassing van de preferentiële minors. De Kwaliteitscel Onderwijs, kortweg KCO, is een overkoepelend orgaan of facultair niveau die hierin een coördinerende functie vervult. Men houdt zich in de KCO bijvoorbeeld bezig met de organisatie van de tweejarige Master en de docentenevaluatie (die nu volop bezig is!). Daarnaast is er nog de Facultaire Examencommissie, die onder andere toeziet op het verloop van de examens en de goedkeuring van de curricula van de studenten. Deze bestaat in principe uit alle lesgevers die titularis zijn van een vak. De facto zijn dit vaak enkel de secretarissen die optreden als vertegenwoordigers van een bepaalde Opleiding en aan het hoofd staan van het zogenaamde examensecretariaat. De Examencommissie Geschiedenis, waaronder ook zo’n secretariaat ressorteert, bestaat uit alle lesgevers van de Opleiding Geschiedenis. Als secretaris van de Examencommissie Geschiedenis ben ik gedelegeerd om een aantal taken te vervullen. In de eerste plaats dien ik toe te zien op de curricula van de studenten. Studenten kunnen bij mij terecht met vragen over eventuele keuzevakken of niet-preferentiële minores of als ze menen recht te hebben op vrijstellingen voor bepaalde vakken op basis van reeds behaalde competenties. Ook Erasmusstudenten zullen merken dat ik hun curriculum in het buitenland ook moet goedkeuren en dat ik controleer of de gekozen vakken equivalent zijn aan degene die in Gent gegeven worden. Er wordt van mij verwacht dat ik zorg draag voor de homologatie van buitenlandse diploma’s en voor het samenstellen van zogenaamde voorbereidings- en schakelprogramma’s. Verder sta ik in voor het aanstellen van leescommissies voor de af te leggen licentiaatsverhandelingen en masterscripties. Daarnaast let ik op het correcte verloop van de examens. Zo moet ik optreden wanneer er problemen zijn met de puntenlijsten, om zogenaamde ‘materiële vergissingen’ te recht te zetten, maar ook het toezicht op de deliberaties, het goede verloop van de feedback en uitzonderingen omtrent examen- en feedbackregelingen vallen binnen mijn bevoegdheid. Tenslotte fungeer ik ook als aanspreekpunt voor de lesgevers zelf, die bijvoorbeeld informatie nodig hebben i.v.m. de organisatie van de examens en het invullen van ‘permanente evaluatie’. VEER: Voor welke problemen kunnen studenten bij u terecht? In principe hoeven studenten niet zo vaak contact op te nemen met het
Het Veer
www.vgkgent.be
25°jaargang, examenveer 2007-2008
18
examensecretariaat. In het beste geval komen ze hiermee slechts op vier momenten in hun opleiding in contact, namelijk bij het doorgeven van hun curriculum. Hierop zijn een aantal uitzonderingen. Het vaakst komen studenten echter bij mij met een aanvraag voor een uitzonderlijk curriculum, waarbij ik dan als aanspreekpunt fungeer. Hierbij moet ik trachten na te gaan of het voorgestelde programma in overeenstemming is met de lijn die de Opleiding Geschiedenis heeft aangegeven. Om dit vlot te kunnen afhandelen heeft de Examencommissie de beslissingsbevoegdheid hierin aan mij gedelegeerd, aangezien het vaak om ad hoc beslissingen gaat. Soms gebeurt het dat de lijsten met de af te leggen examens niet correct zijn doorgegeven door de studentenadministratie; in dat geval zal ik met de student in kwestie een oplossing zoeken. Ook kunnen er zich problemen voordoen i.v.m. masterscripties. Wanneer er bijvoorbeeld een vermoeden is van plagiaat in een masterscriptie, moet ik ingrijpen. Als er zich problemen voordoen met lesgevers, ligt de bevoegdheid normaliter bij de voorzitter van de Opleiding (d.i. J. Art) . VEER: Op basis waarvan worden de afwijkende curricula al dan niet goedgekeurd? Voor de 1ste bachelor is er geen probleem, aangezien er slechts 1 keuzevak is, namelijk HP I: Oefeningen. Zolang de studenten iets gekozen hebben is alles in orde. De situatie wordt echter ingewikkelder wanneer de studenten hun curricula moeten samenstellen in de 2de en 3de bachelor. Vroeger werd er vrij ruimdenkend omgesprongen met de goedkeuring van de keuzevakken, en op zich was dat door het geringe aantal studiepunten in het totale pakket van de Opleiding niet zo dramatisch. Nu weegt dit pakket samen met de minor echter veel zwaarder door, waardoor een strengere lijn nodig was. In principe kan heel veel nog, zolang de student een goede argumentatie kan opbouwen waarom hij een bepaald vak of bepaalde minor wil volgen. Deze strakkere regeling is er gekomen om twee redenen. In eerste instantie moet een minor de student toelaten later via een verkort programma een extra diploma tebehalen. In tweede instantie ziet de Opleiding er op toe dat de minor een werkelijke meerwaarde geeft binnen de eigenlijke opleiding tot historicus/ca. In feite laten wij binnen Geschiedenis veel meer minors toe dan bijvoorbeeld binnen de taalopleidingen, aangezien ons vakgebied heel interdisciplinair gericht is. Een koppeling van de inhoud van de minor aan die van de Opleiding zelf is echter nodig, ook al is het maar om studenten te beschermen tegen zichzelf. Het is allerminst de bedoeling dat iemand niet slaagt voor zijn jaar omdat hij of zij een minor Wiskunde volgt en dit te hoog gegrepen blijkt. Studenten die willen afwijken van een modeltraject kunnen dit, mits goede argumentatie. “Het interesseert mij” is geen argument. In principe is de wens een taal te leren dat ook niet (wil men aan taalverwerving doen, kan dit zonder probleem op creditcontract of in het Talencentrum), maar linguïstiek kan dan weer wel, omdat de theorieën en methoden uit dat vakgebied veel gebruikt worden binnen de historische wetenschap. In de Master zijn er ook keuzevakken, en ook hier moet ik erop toezien dat er geen al te vreemde zaken gebeuren. Nu moet ik Het Veer
www.vgkgent.be
25°jaargang, examenveer 2007-2008
19
wel zeggen dat er bij de meeste studenten geen problemen zijn, en dat er bij de zogenaamde “probleemdossiers” vaak na wat overleg een oplossing gevonden wordt die voor alle partijen bevredigend is. Bij het nazicht van de curricula doet zich meestal één van drie volgende problemen voor. Ten eerste heb je studenten die gewoon geen curriculum hebben ingediend. Ten tweede heb je mensen die een onvolledig curriculum indienen, door bijvoorbeeld enkel de naam van het vak op te geven, maar geen lesgever of studiepunten. Bijvoorbeeld bij het vak “Economie” kan dat tot catastrofale vergissingen leiden; kijk zelf maar eens na in de studiegids. Tenslotte heb je de studenten die wel een volledig curriculum ingediend hebben, maar dermate ongewone keuzen hebben gemaakt dat ze die toch even moeten toelichten. Als de keuzes een duidelijke meerwaarde bieden voor de opleiding is er geen probleem, anders moet ik die programma’s helpen bijsturen. VEER: Waarom hebt u deze – toch betrekkelijk arbeidsintensieve – functie aanvaard? De functie van secretaris van de examencommissie is voor drie jaar, wat dus betekende dat de ‘ambtstermijn’ van R. Vermeir, die overigens prachtig werk heeft geleverd, vorig jaar afliep. Aangezien ik een “Bijzonder Onderzoeksfonds-prof” ben, heb ik een beperkte lesopdracht, omdat ik verondersteld wordt bijna uitsluitend aan onderzoek te doen. Ik vond het geen kwaad kunnen ook mijn steentje bij te dragen aan het vele werk aan deze Faculteit. Noodgedwongen ben ik een aanspreekpunt geworden in verband met het nogal complexe onderwijs- en examenreglement. In het belang van de student moeten we dit scrupuleus volgen, ook al ben ik zelf niet van het bureaucratische type. De overgrote meerderheid van de reglementering die voor de studenten Geschiedenis van belang is, staat trouwens op de facultaire http://www.flwi.ugent.be/onderwijs. Belangrijke aankondigingen van de Opleiding en het Examensecretariaat vind je op http://www.flwi.ugent.be/geschiedenis/nieuws/. VEER: Tot slot verleiden we u graag tot een politieke uitspraak. Wanneer denkt u datwe een regering zullen hebben? Och, voor Kerstmis zeker? Ik hoorde vanmorgen op de radio dat er een noodregering zou komen met Verhofstadt. Volgens mij is dit ook de reden waarom hij zich zo koest heeft gehouden tijdens de formatiegesprekken. Er is ook het akkefietje van de begroting die nog moeten worden opgesteld… Voor de rest zullen de formatiegesprekken zelfs mét een nieuwe regering rustig voortkabbelen tot de verkiezingen van 2009. Niets wijst er op dat politieke onkunde, ondanks het frisse synoniem “goed bestuur”, snel de wereld uit zal zijn. Lindsey Vandevoorde en Amélie Verfaillie a.k.a het meercellige studieorganisme
Het Veer
www.vgkgent.be
25°jaargang, examenveer 2007-2008
20
Mijmeren over het Middelbaar Eindelijk, zo dacht ik eind juni, eindelijk kan ik deze middelbare klotezooi achter mij laten en me concentreren op belangrijker zaken! Geen futiliteiten genre chemie meer, geen verwaarloosbare notie van de wiskunde. Maar wel nuttige dingen, zoals drie maanden vakantie, ecologische geschiedenis en het langverwachte antwoord op de vraag 'hoe maak ik een voetnoot?' De Blandijnberg scheen mij als het ware de mythologische woonplaats van een langbebaarde wijze toe, niemand minder dan de houder van alle wijsheid! Toegegeven, een oude man bleek het niet te zijn, meer een (ondanks haar leeftijd) wondermooie moeder, aan wiens borst velen hun dorst naar kennis gelaafd zagen, en in wiens bureaucratische bossen menig student met de moed der wanhoop verloren loopt, dat even terzijde. Maar wat zet mij na al deze lovende woorden aan tot een mijmering over de instelling die ik met zoveel vreugde achter mij liet? Simpel, de keerzijde van elke universitaire medaille, de ondergang van iedereen die leidt aan procrastinatie (dat desondanks, als ik mijn wc muur mag geloven, 'a way of life' is), de examens aan onze uGent. Eerlijkheid gebied mij te zeggen, ik was gewaarschuwd, maar ja, eigen ervaring gaat voor, en wie niet waagt niet wint. Voor alle duidelijkheid, ik vind de universiteit fantastisch, de lessen boeiend en het leventje best aangenaam en relaxed, tot nu. Van relaxatie kan geen sprake meer zijn en de lessen zijn niets meer dan een glijbaan richting de afgrond die de examens lijken te zijn. Oké, vergeef mij de dramaqueen act, maar u begrijpt mijn punt hopelijk. Deze examens worden ons, arme, onervaren eerste bach’ers voorgesteld als zijnde een combinatie van meerkeuze en open vragen over cursussen van 200+ pagina's die 'tot in de puntjes gekend' moeten zijn. Als ik dan terugdenk aan de enige examens die ik ken, waar ik zes jaar aan een stuk mee ben bezig geweest, is het verlangen naar een terugkeer groot. Ze zijn nog slechts een vage herinnering, maar als ik even terugdenk, zie ik een tiental pagina's chemie voor me, een paar hoofdstukken geschiedenis, een luttele vijftig pagina's voor een stuk of wat eeuwen. Ik denk dat de mensen uit de talen zich nog de grammatica herinneren, die ze nu zouden weglachen. Een examenperiode van 2 tot 3 weekjes, met een halve dag per vak, waarmee je rijkelijk toekwam! En dan de kerstvakantie… Maar dan dit! De benaming 'vakantie' gaat ten onder in een vlaag van hoongelach, wie nu, half november net voorbij, nog niet echt begonnen is kan het al bijna vergeten! Van een cultuurshock gesproken. Maar goed, als school van willen was, dan had het niet meer bestaan, het is van moeten, en we gaan het nog doen ook. Al die pagina's ten spijt, als de universiteit onmogelijk zou zijn, zou ze niet meer bestaan, laten we voor een keer ons best eens doen. Succes zij met u! Maar ik ga toch eerst nog even snel mijn aardappels afgieten. Tot een volgende, Willem ‘A Dikke Moeder’ Migom
Het Veer
www.vgkgent.be
25°jaargang, examenveer 2007-2008
21
Zoek het zetduiveltje: Open brief aan oen van Comac 27 april 2006. Een stralende donderdag. Meer dan 10.000 mensen trekken door de straten van Gent. Studenten van de Gentse Universiteit en hogescholen. Studentenverenigingen en politieke konventen. Academisch personeel en vakbondslieden. Allen kwamen ze samen om te protesteren tegen de onderwijsfinancieringsplannen van minister van onderwijs Frank Vandenbroucke. Plannen die riskeerden onze universiteit minder middelen te geven en de studenten meer te doen betalen. De organisatie van een dergelijk evenement was een ware ‘tour de force’. Weken op voorhand had men uit verschillende hoeken de handen in elkaar geslagen om de studenten hiervoor warm te maken, goed te informeren en te mobiliseren. De meest grootschalige studentenactie in jaren verliep zonder noemenswaardige incidenten. Wanneer de duizenden betogers uiteindelijk samentroepte op de Vrijdagsmarkt, spraken Harko Vande Loock en Hans Pijpelinck de massa toe. Hierbij deden ze nog eens uitgebreid uit de doeken waartegen én waarvoor we betoogden. Deze twee sturende krachten hadden ideologisch niet verder uiteen kunnen staan, maar hun gezamenlijke optreden was het mooist denkbare symbool naar de buitenwereld, van het serene pluralisme waarin de betoging verlopen was. Het contrast met de betoging die afgelopen donderdag 29 november, plaatsvond had onmogelijk groter kunnen zijn. In November dit jaar gonsde 't een tijdje dat er een nieuwe betoging zou aankomen, maar concrete plannen hiervoor werden pas voor 't eerst naar de studentenvertegenwoordigers van de faculteit Letteren en Wijsbegeerte op woensdag 21 november gestuurd. Reeds een week later zou er opnieuw betoogd worden tegen datzelfde “plan VDB”. Pas twee dagen later roept Koen Hostyn, ‘Actiecoördinator financieringsplan Oost-Vlaanderen’ dit jaar, enkele stuvers bijeen voor concrete plannen. Pas op maandag 26 november vindt de eerste echte ‘werkgroepvergadering’ plaats in de Therminal. Tijdens beide gelegenheden wijst men Koen Hostyn er op dat de informatie die hij verspreidt te vaag is, te tendentieus, te sloganesk én op sommige punten zelfs foutief. Er resteerde ons nog amper twee en een halve dag om studenten op te trommelen voor de betoging. Ondanks deze gebrekkige organisatie slaagt men er toch in enkele duizenden mensen te verzamelen op een grijze, regenachtige donderdag 29 november. Deze actie, opnieuw gesteund door het merendeel van de eerder vermelde groeperingen, zou echter niet eindigen in dezelfde serene, pluralistische sfeer op de Vrijdagsmarkt als destijds. Op Jacob van Arteveldes standbeeld, in rood t-shirt vergezeld van enkele communistische vlaggen, speechte Koen Hostyn niet namens de studenten van Gent, waartoe hij als studentenvertegenwoordiger en coördinator van de actie nochtans perfect gelegitimeerd was. Neen, hij stelde zichzelf voor als “Koen van Comac”, waarmee hij meteen duidelijk maakte waar het hem om te doen was. Hij had uitgebreid uit de doeken kunnen doen waarom we tegen VDB's plannen protesteerden en waarvoor we op straat waren gekomen. Maar hij verkoos holle slogans boven argumenten, om meteen daarna te vervallen in een goedkope scheldtirade tegen Vandenbroucke zelf. Als absoluut dieptepunt werd dan een pop, die de minister moest voorstellen, in de fik gestoken. Een dankbaar beeld voor de media. Maar niet voor ons, studenten. Donderdag 29 november 2007 zal niet gekend staan als de dag dat enkele duizenden studenten op straat kwamen voor een democratischer én rechtvaardiger onderwijs. Die donderdag zal wel gekend staan als het ‘Yves Leterme-moment’ van Koen Hostyn. Door enkel uit naam van zijn eigen politieke studentvereniging te spreken en te handelen slaagde hij er in, met slechts vijf minuten politieke infantiliteit, de geloofwaardigheid van deze actie op te blazen in zijn schijnbaar persoonlijke vendetta met de minister. En hiervan wensen wij, stuvers van de L&W, ons te distantiëren. Jeroen Wijnendaele, Bregt Vermeulen, Ewoud Willem van Tittelboom, Timothy van Raemdonck.
Het Veer
de
Clercq,
Lorenzo
Eeclo,
Thomas
Pieters,
www.vgkgent.be
25°jaargang, examenveer 2007-2008
22
Elders is het anders… De stakingen in Frankrijk Door onze man in Parijs - Het is de Veer-lezer ongetwijfeld wel opgevallen dat het leven aan de Franse universiteit enige turbulentie kent. De wet-Pécresse over de “autonomie van de universiteit”, die onder andere de mogelijkheid geeft aan particuliere investeerders om samen met een onderwijsinstelling een “eigen”, gecofinancierde opleiding op te zetten, heeft ongeveer iedereen hier in de gordijnen gejaagd. De humane wetenschappen, hoewel niet echt rechtstreeks geviseerd door de in juni gestemde wet (wie zou daar nu immers geld willen investeren, als het toch niets opbrengt…), zien de maatregel als een teken van de uitverkoop van het onderwijs, en meteen ook alle overheidsdiensten. In mijn vorige bijdrage heeft u zich een idee kunnen vormen van de methodes en praktijken in een paar van de tentakels van de Franse staat. Ondanks deze minder aangename facetten, houden de meeste Fransen heel erg aan de principieel gelijke behandeling en de lage drempels om naar de universiteit te kunnen. Toch is dit grotendeels zelfbedrog. De beste studenten worden naar de Grandes Ecoles gedraineerd, of naar private instellingen, die diploma’s afleveren die evenveel, maar in de praktijk meer waard zijn dan het door de overheid gefinancierde. Studenten betalen inschrijvingsgeld, om met het lijntje van de Grande Ecole op hun cv een carrière uit te bouwen. Dikwijls gebeurt dit in combinatie met een “standaard” basisdiploma en een duur jaar in een Ecole Commerciale, Sciences Po… De vraag is dus natuurlijk, welke zin dat breder toegankelijke universiteitsdiploma heeft. In de feiten doet het niet zo veel aan de gebrekkige sociale mobiliteit in Frankrijk. Erger nog, nergens in Europa is de samenleving meer geblokkeerd en gehiërarchiseerd. “L’ascensceur social est en panne” was een van de baselines van de Royal-campagne vorig jaar. Zelfs in de VS zijn werknemers gelukkiger met hun promotiekansen dan in Frankrijk. Als je geboren wordt als kind van iemand die de ENA gedaan heeft, een kaderfunctie uitoefent in de administratie of een van de grote bedrijven, ligt je pad ongeveer geplaveid naar een gelijkaardig bestaan. Het is een totale illusie dat men via de universiteit een gelijkaardig parcours kan afleggen. In Frankrijk tel je als je van de “Ecole Normale Supérieure” komt, liefst met een stamboom in de administratie of het bedrijfsleven (dat net als de rest van de samenleving gegijzeld wordt door inteelt en verstarring). Beste illustratie: de professoren in de Sorbonne komen zelf bijna allemaal uit een Ecole Préparatoire, hebben gestudeerd aan de Ecole des Chartes of de Ecole Normale Supérieure (overheidsinstelling, maar vergelijkbaar met de Grandes Ecoles: nemen enkel de beste studenten, wat meteen een dualiteit installeert met de Het Veer
www.vgkgent.be
25°jaargang, examenveer 2007-2008
23
universitaire diploma’s)… niemand van hen heeft ooit les gekregen in het systeem waar hun eigen studenten in zitten! Studenten weten dat natuurlijk ook wel, maar zij zien geen andere oplossingen dan de politici. Wat er in de praktijk op neerkomt dat extreem-links de universiteit blokkeert en eisen formuleert genre “wij eisen de onmiddellijke afschaffing van de Europese richtlijnen waar de wet-Pécresse op gebaseerd is” (terwijl Europa helemaal niet bevoegd is voor onderwijsaangelegenheden, enkel voor wetenschappelijk onderzoek, maar dan nog zeer instrumenteel; de primaire verantwoordelijkheid ligt hier bij de lidstaten) of “wij willen geen militairen in de raad van bestuur van onze universiteit, zoals in Latijns-Amerika”. Het zijn uitingen van onmacht en frustratie met een omgeving die men algemeen als vijandig beschouwt. Tegelijk verdedigt men ook de eerder repressief ingestelde en inefficiënte overheidsdiensten, die een hervorming wel degelijk nodig hebben. Zoniet verdwijnen ze op termijn ook. Een Franse ambtenaar werkt voor 1) zichzelf 2) zijn instelling 3) als hij goed gezind is: de gebruiker van de openbare dienst. Het is intriest dat studenten zonder kritiek hun eigen fossielen verdedigen. Uiteraard is een goed werkend overheidsapparaat essentieel om een de “Republikeinse waarden” in de praktijk te brengen, de markt te reguleren en sociale ongelijkheid tegen te gaan. Maar dan moet het wel gaan om werkende instellingen. Ik ben er van overtuigd dat de huidige actievoerders (de LCR, de LO, PCF…) net hetzelfde zouden gedaan hebben tegen hervormingen vanuit een socialistische regering. Probeer als buitenlander overigens vooral niet om met deze mensen in discussie te gaan. De andere kant van het politieke spectrum is nog erger. Een deel van de Franse jeugd lijkt dronken van de mix aan autoritaire, traditionele en neoliberale opvattingen van hun president. Er hebben in Parijs manifestaties plaats “tegen de manifestaties”. Stakers en niet-stakers vechten voor het oog van de veiligheidsdiensten, in de universiteit. Compleet waanzinnig! Bovendien wakkeren de media (bijna alle televisiezenders, de populaire kranten en Le Figaro) deze polarisatie nog aan. De ongemakken van de ‘slachtoffers’ van de vervoersstakingen worden (terecht) groot in beeld gebracht, maar de andere kant van het verhaal willen/kunnen ze niet brengen. Hetzelfde met de problemen in de banlieues, waar een ongeval aanleiding gegeven heeft tot onwaarschijnlijke gevechten tussen privéguerilla’s en de politie. In dit land bestaan enkel nog “gedecomplexeerd” (= halfextreem-)rechts en extreem-links. Een blokkade brengt in de praktijk overigens enkel meer miserie mee voor de door het autoritaire en verouderde onderwijssysteem hoe dan ook vrij moegetergde en apathische Franse studenten. De 10% (dan zijn we nog heel vriendelijk) extreemlinksen verzamelen in een auditorium, roepen een uur of vijf tegen elkaar, en leggen dan de boel plat. De 15% rechtsen foeteren de hele dag door tegen de “glandeurs” die hun auditoria afsluiten. De rest is apathisch. Zeker niet voor de hervorming, Het Veer
www.vgkgent.be
25°jaargang, examenveer 2007-2008
24
maar ze vinden het ook niet de moeite om het universitaire leven ervoor te ontregelen. Want de ontregelingen zijn natuurlijk legio. In vergelijking met de Parijse universiteiten staat de Ugent organisatorisch op een andere planeet. Op dit ogenblik (1 december) volg ik al twee maanden les in het eerste semester, maar ik heb nog geen flauw idee welke vorm mijn examen zal hebben. Wegvallende lessen worden niet gecommuniceerd, je moet zelf maar ter plaatse gaan kijken (wat met een transportstaking hoe dan ook anderhalf uur gecumuleerd tijdsverlies betekent). Minerva bestaat niet. Communicatie per e-mail gebeurt als de prof bij het begin van het semester aan iedereen gevraagd heeft zijn adres op een blaadje te schrijven. Pedagogische inschrijvingen (selectie van vakken) lopen in het honderd door “netwerkproblemen”, met een deadline vlak na de stakingen en twee annulaties van de formaliteiten voor de Franse studenten. De rector van Paris IV verspreidt een bericht als zou er, als represaille voor de acties, geen enkele inhaalles gegeven worden. Wat prompt wordt tegengesproken door de betrokken lesgevers, die inhaalsessies plannen, die vervolgens worden afgevoerd omdat het algemene rectoraat (nog een ander kapelletje) besluit om de volgende dag de universiteit te sluiten om veiligheidsredenen. Iedereen die de Sorbonne betreedt, wordt gecontroleerd op studentenkaart en moet zijn rugzak laten inspecteren door een deurwachter in uniform, die geflankeerd door twee CRS’en (zwaarbewapende Republikeinse veiligheidsbrigade) angstvallig uitkijkt naar binnendruppelende stakers. De “veiligheidstroepen” zijn overigens niet het enige autoritaire kenmerk van het systeem. Waar je in Gent zeer duidelijk en openbaar alle regels, beroepsprocedures en vertegenwoordigers van de diverse geledingen van de universitaire gemeenschap terugvindt, baadt alles hier in een sfeer van “staatsgeheim”. Studenten hebben nagenoeg niemand om bij terecht te kunnen bij problemen met een lesgever. Proffen lopen systematisch over de centrale administratie heen en houden een eigen, parallelle, administratie bij. De centrale leiding van de universiteit lijkt niets te zeggen te hebben aan de honderden rondcirkelende professorale satellieten. In de meeste gevallen weet enkel de prof in kwestie wie er zijn vak volgt (bij gebrek aan een geïnformatiseerd inschrijvingensysteem). Qua onderwijsmethode grenst het in ere houden van de traditie soms ook aan regelrecht fundamentalisme. Franse studenten kunnen door een tirannieke “chargé de cours” (te vergelijken met een assistent die een oefening geeft) gebuisd worden voor “exposés” (mondelinge uiteenzettingen in een oefeningensessie of een vak uit de hulpwetenschappen), als ze 2 minuten te kort zijn op een tijd van 25, als ze geen uurwerk naast zich leggen om de tijd te meten, als ze geen kleurtjes gebruiken bij de chronologie die ze afgeven…
Het Veer
www.vgkgent.be
25°jaargang, examenveer 2007-2008
25
Men heeft hier (horresco referens) een duidelijk uitgesproken voorkeur voor handgeschreven werkstukken. Studenten worden vermanend op de vingers getikt dat de verfoeilijke traditie van het intikken van nota’s ertoe leidt… dat ze zullen buizen voor de CAPES (toelatingsproeven voor leraar in het secundair onderwijs, veel zwaarder dan onze AILO) of de Agrégation (valt te beschouwen als een academische upgrade van je universitair diploma), waar men “schoonschrift” als selectiecriterium weerhoudt. Hoeveel meer kan je tonen “out of phase” te zijn met de rest van de wereld? Terwijl de universiteit zich in dit soort compleet achterlijke praktijken (dit woord is echt wel op zijn plaats) vastbijt, staat men in de elitescholen immers niét stil. Of, hoe de kloof tussen een normaal en een beter diploma nog groter wordt. De Franse republikeinse gelijkheid is een illusie. Ofwel investeert men massaal in de universiteiten, ofwel zijn ze ten dode opgeschreven. Het huidige systeem laten bestaan zoals het is, komt enkel de studenten ten goede die zich en duur diploma kunnen veroorloven. Het bovenstaande is des te spijtiger gezien de Franse academische traditie en reputatie. De professoren en vakken die men in de Sorbonne kan volgen, zijn van zeer hoog internationaal niveau. Je krijgt les van gecultiveerde en belezen intellectuelen, met een encyclopedische kennis, die hun periode en eigen discipline ruimschoots overschrijdt. Als ik alleen al naar “mijn” professoren van dit jaar (Alain Tallon, Lucien Bély, Olivier Chaline) kijk, dan verdienen hun cursussen oneindig veel beter dan dergelijke absurde werkvoorwaarden. Het wetenschappelijk werk van deze mensen wordt over heel Europa gelezen en becommentarieerd, maar als je naar onderwijsomstandigheden kijkt, zijn ze er slechter aan toe dan Gent. Inhoudelijk kan je niet beter zitten. Men behandelt de zaken die mij interesseren en geeft les zoals het hoort. Probeer je maar eens in te beelden dat je in Gent een cursus “De Oostenrijkse Monarchie, 1648-1740” kan volgen. Of een cursus “Hulpwetenschappen: internationale betrekkingen in de 16e eeuw”. Enkel voor de politieke geschiedenis van de vroegmoderne periode beschikt men hier over 5 professoren. Je kan in detail discussiëren over de Spaanse Successieoorlog, het geheime verdrag van Dover van 1670, het internationale recht in de 17de en 18de eeuw, de archiefbronnen in Vincennes of de Quai d’Orsay… Bovendien is het perfect mogelijk dat twee professoren over hetzelfde onderwerp recent belangrijke werken hebben gepubliceerd (bijvoorbeeld Bély en Chaline over Lodewijk XIV, of Tallon en Bély over de diplomatie in de moderne tijden), andere klemtonen leggen en je dit tot in de les kan observeren. Ik hoop dit land aan het einde van dit jaar te hebben begrepen, maar ik ben niet zeker of dat zal lukken3… Frederik Dhondt 3
Noot van de scriptor: U wist tot het eind van dit pokkelange stuk te ploegen? Geen dank. Het is met graagte dat we eens een lans breken voor journalistiek van een iets hoger niveau.
Het Veer
www.vgkgent.be
25°jaargang, examenveer 2007-2008
26
Het Veer, baken van verdraagzaamheid: column van een Hollander, Jandorie! Ik zit al bijna anderhalf jaar in Gent en NU PAS wordt mij gevraagd om een column te schrijven als Nederlandse student in België. Ik voel me uiteraard zeer vereerd… Waar zou ik eens beginnen als “exotische columnist”. Ik kan bijvoorbeeld vol lof beginnen te spreken over mijn nieuwe thuisland en Gent op een voetstuk plaatsen. Maar als een rasechte Nederlander (met nog eens pessimistische Groningse roots) ga ik in plaats daarvan alles om me heen eens grondig bekritiseren en afzeiken. Iets wat ik met plezier doe. Zo zal ik mijn observaties beschrijven uit het oogpunt van een noorderbuur en onder andere de vooroordelen even aansnijden die wij van elkaar hebben. Maar eerst zal ik me even netjes voorstellen. Mijn naam is Nina en ik ben een herhaalde eerste bachelor geschiedenis en ik kom dus uit Nederland. Voordat ik naar Gent kwam heb ik al een studie Museologie gedaan in Amsterdam (wat? Museolowattes?). Denk bijvoorbeeld aan hoe een collectie te verzorgen en tentoonstellen, hoe een publiek te benaderen en behandelen en natuurlijk hoe een museum te runnen. Nog niet helemaal afgerond maar hopelijk zal dat binnenkort nog gebeuren. Tijdens mijn studie heb ik een stage in Slovenië gedaan vlakbij mijn oma (ja ben maar half Nederlands) en heb ik twee keer op een camping in Italië gewerkt. En daaromheen nog veel vakanties en snoepreisjes. Het is dus duidelijk dat ik graag in het buitenland zit. (Ik hoor al weer mensen denken “Hoe kan dat ook anders als je in een land als Nederland woont.” Daarop antwoord ik “Hou je bakkes en laat mij spreken.”) Goed, nu zit ik dus al een tijdje hier in Gent en probeer ik geschiedenis te studeren. Als je nog meer van me wilt weten: Google, MySpace, Facebook, Hyves, Wikipedia en eens kijken hoe ver je komt. En dan zal ik nu maar eens beginnen over mijn visies over de verschillen tussen de Belgen (of nou ja, de Vlamingen) en de Nederlanders. Ik zal beginnen bij wat jullie in het algemeen denken over mijn landgenoten. ‘Hollanders zijn luid.’ Hoezo zijn wij luid?? Jullie zijn stil! In het begin had ik zelfs moeite om jullie te verstaan omdat er praktisch gefluisterd werd. Tegenover vreemden zijn jullie schuw en voorzichtig en kijken liever eerst de kat uit de boom. Wij Hollanders hebben daar minder problemen mee en stappen gerust op een onbekende af. Daarom gaat het versieren in Nederland een stuk sneller en gemakkelijker. ‘Hollanders zijn dom.’ Nou is dat even toevallig? Wij denken hetzelfde over jullie! Ik vind het ook zeer vervelend als ik thuis ben dat ik jullie zit te verdedigen. En als
Het Veer
www.vgkgent.be
25°jaargang, examenveer 2007-2008
27
ik hier ben, ben ik mezelf aan het verdedigen (de rest verdedig ik niet aangezien ik ook de Hollanders dom vind). ‘Hollanders zijn gierig.’ Dit was vroeger misschien zo maar nu al lang niet meer. Niemand kan mij hier gierig noemen aangezien ik jullie economie al aardig gestimuleerd heb met het nuttigen van jullie pintjes. En wat is er mis met sparen en zuinig doen? Er is nog een toekomst en met geschiedenis wordt je niet rijk. Nu wordt het dan tijd om de rollen om te draaien. Ik zal jullie eens op een paar vreemde gewoontes van jullie zelf wijzen. Ontkennen heeft geen zin want ik spreek altijd de waarheid en ik ben ook nog eens zeer koppig. De eerste is mijn favoriet. Het negeren van zebrapaden (of nou ja, bijna altijd). Als ik hier in Gent wil oversteken moet ik zowat de automobilist hypnotiseren met mijn blik om hem te doen stoppen. Of ik waag mijn eigen leven erop en stap vastberaden door. Fietsers zijn al helemaal het ergst en is het me tot op vandaag nog niet gelukt om een van die krengen te laten stoppen bij zo een overgang. Wacht maar… Wat mij ook heel erg opvalt als ik over de A27 in Nederland of hier over de E17 rij is dat jullie nogal graag over de middelste baan rijden. Zijn jullie allergisch voor rechts en te bang voor links? Regel is (althans in Nederland) ‘rij zo rechts mogelijk’. Dus als die rechterbaan leeg is, waarom blijf je dan nog in het midden? Nergens voor nodig (tenzij jullie onze staatskas willen vullen door middel van boetes, graag). En zo veel chocolaterieën… Oh, wacht even, da’s niet slecht, da’s HEMELS! Nog iets! ‘Maximaal 30 woorden’ op een examen geeft voor mij (en de rest van de Nederlanders) aan om zo kort en bondig mogelijk te zijn. Zo hebben de docenten/professoren/assistenten minder nakijkwerk. Hier in België betekent het blijkbaar “Minimaal 50 woorden en zoveel mogelijk details in proppen.” Als je de grote lijnen kent, waarom moeilijk doen? Beetje chill doen en niet zeuren. En dan krijg je ook nog als feedback “Ja je kent de stof wel maar…” Ja wat, als ik het ken waarom laat je me dan niet slagen eikel! Vandaar dat ik mijn eerste jaar nog eens gedeeltelijk over mag doen. Iets wat mij nogal schokte toen ik vorig jaar meeging op bachelorweekend was jullie spel ‘verkrachtertje’. Is dat wel zo verstandig aangezien Europa’s beruchtste pedofielenmonster uit jullie land kwam? En vooral als het dan al voor kleine kindjes is bedoeld. Volgens mij kan een Super Nanny goed van pas komen… En wat lopen jullie nou eigenlijk te zeiken over onze politiek? Ja het is bij ons verre van perfect en we hebben een irritant pubertovenaartje dat met de scepter (of nou ja, zijn toverstafje) zwaait. Maar in ieder geval duren onze crisissen een heel stuk korter dan jullie 6 MAANDEN!! Kom op mensen, dat is een half jaar! Laat die Waalse frogs toch lekker stikken en scheid je af! Of kom lekker bij ons, hartstikke gezellig. Nou nee, zo ver zou ik nou ook weer niet gaan aangezien ik België best een leuk land vind en Nederland niet zo geweldig vind. Maar los het toch eens op want 6 maanden geen regering hebben is zelfs voor onze standaarden een lachertje. Als laatste wil ik nog even iets kwijt over het woord ‘poep’. Iedere keer als ik dat hier hoor krimp ik in een en gaan er rillingen over mijn rug. Niet dat ik het zo een vreselijk woord vind maar wel waar jullie het voor gebruiken. In Nederland hebben Het Veer
www.vgkgent.be
25°jaargang, examenveer 2007-2008
28
we een perfect woord er voor: Kont! Klinkt niet vies en betekent niets anders. ‘Poep’ daarentegen is smerig en daar praat je niet liefkozend over. Dus verruil dat woord nou eens en gebruik het alleen als je het stinkende bruine goedje bedoeld. Het andere is dus vanaf nu KONT! (of desnoods derrière als jullie zo verzot zijn op het Frans…) Zo, dit was even een korte inleiding op gezever en gezeik waarvan nog wel meer zal volgen. Ik probeer mijn tekst ook niet te lang te maken want anders haken mijn dierbare lezers af. Je leest ’t Veer waarschijnlijk toch tijdens een college omdat de professor niet boeiend genoeg is en dan moet je je natuurlijk niet gaan bezighouden met iets dat even slaapverwekkends is. Bovendien is het al weer ruim bedtijd en is de kwaliteit van de tv-programma’s gedaald tot het niveau ‘Frans Bauer’. Dus neem ik voorlopig afscheid tot de volgende keer dat ik mij weer heerlijk op papier mag uitleven. Toedels! Nina ‘Babe in total control of herself’ Oosting
Grootste Player onder ’t Geprofte-Prijs:
Subject: De Casanova van het 4de verdiep, de Hooggestudeerde heer met het bezigste heertje, de Don Juan der ecologisch historici… Erik Thoen. Object: Maaike Cafmeyer. Respect, prof. dr. Respect…
Het Veer
www.vgkgent.be
25°jaargang, examenveer 2007-2008
29
Straalschijfrecensies Historici hebben de neiging om op tijd en stond eens in hun achteruitkijkspiegel te kijken en wanneer het op moderne popmuziek aankomt is dat dan ook niet anders. Met de allures van de meer dan gemiddelde historisch wetenschapper duikelde het veer in de kelder van de popmuziek en ging daar op zoek naar de meest legendarische platen. Daarbij herontdekten wij enkele bekende melodieën, maar botsten we net zo goed op enkele verborgen klassiekers, die bij hun verschijnen wel geen grote massa naar de winkel deed hollen, maar uiteindelijk op de volgende generaties een grote invloed hebben gehad. Vandaag neemt het veer het titelloze debuut van Velvet Underground & Nico onder de loep. Velvet Underground & Nico. Nog nooit van gehoord, zegt u? Wees gerust, u bent waarschijnlijk niet alleen. Toen artistieke duizendpoot Andy Warhol in 1967 de twee muzikale genieën Lou Reed en John Cale samen in een groep plaatste en het geheel verfraaide met de Duitse zangeres-vamp Nico, konden ook zij nauwelijks vermoeden wat voor een invloed zij zouden uitoefenen op de moderne muziek. Over deze schijf werd de uitspraak gedaan: “Slechts 500000 mensen kochten deze plaat, maar ze begonnen wel allemaal een eigen groep.” Met een engelachtige xylofoon in openingsnummer Sunday Morning, een lied waarop iedereen wil wakker worden, begint de groep aan hun ontdekkingstocht doorheen het muzikale landschap. Melodieën en ritmes lopen dwars door elkaar heen in I’m waiting for the man , gitaren blijven aan het einde van een nummer eindeloos doorjengelen in European Song en John Cale bewerkt als eerste in de geschiedenis zijn elektrische gitaar met een strijkstok in The Black Angel’s Death Song. Ook op thematische vlak gaan ze controverse echter niet uit de weg. In Heroin horen we Reed een liefdesverklaring afsteken op zijn favoriete drug, Venus in furs verwijst wel erg duidelijk naar een passie voor het experimentele bedrijven van de liefde en ook een titel als There she goes again behoeft geen uitleg. Andy Warhol producete het geheel en tooide de hoes met een banaan en het onderschrift ‘Peel slowly and see’. “Verouderd!” roept u. “Tijdloos!” zeggen wij.
Het Veer
Spinvis- Goochelaars en Geesten Met een beheerste bliep ondersteund door enkele strijkers gaat de nieuwste worp van Nederlander Erik- Spinvis – De Jong van start. Laat u echter niet misleiden door ’s mans nationaliteit en ontdek gerust “Goochelaars en geesten”, volgens de man zelf “zomaar uit het niets verschenen twee fonkelnieuwe albums van Spinvis”. Vlot vertaald: Onzen Erik heeft enkele van zijn oude tracks die de vorige albums niet haalden of tussenin verschenen waren van onder het stof gehaald en op een vers plaatje geperst. Een samenraapsel van minderwaardige afkooksels is dit album daardoor allerminst, integendeel, het lijkt eerder alsof de pareltjes in Spinvis studio voor het rapen lagen. Na de eerste drieëntwintig seconden waarin repeterende bliepje van het titelnummer weerklinkt, barst de plaat met een drijvende kracht los om ons bij het tweede nummer meteen te verrassen met ingetogen fluisterpoëzie op een stervend akoestische gitaar in “loop der dingen”. Op die manier wordt meteen de toon gezet voor een album dat grossiert in afwisseling tussen luid en stil, droefnis en opgewektheid, psychedelica en energie. Sterke melodieën bij overvloed: met ‘Wespen op de appeltaart” wil elke student wel wakker worden en ook de stevige gitaren van ‘Was’ zullen in menig hoofd blijven hangen. Wat Spinvis echter zo uniek maakt is dat hij zijn luisteraars steeds weer verwent met prachtig poëtische teksten –wie zei ooit dat het Nederlands niet gemaakt is voor muziekwaarin de nodige portie ironie nooit ontbreekt. Deze cd ligt al een tijdje in de winkelrekken. De vlugge jongens of meisjes krijgen er bij aankoop ook de volledige soundtrack van “Man zkt vrouw” bij, die Spinvis eveneens in elkaar knutselde. (Tyco RC) DISCLAIMER: Tot nader order is Dilemma, het blad der filologen, nog altijd dé referentie voor andere kringbladen. En aangezien Dilemma voor 95% gevuld is met recensies konden wij uiteraard niet achterblijven.
www.vgkgent.be
25°jaargang, examenveer 2007-2008
30
Bladestorm: The Hundred Years’ War Met Bladestorm: The Hundred Years’ War lanceert de Japanse gameontwikkelaar Koei voor het eerst sinds mensenheugnis een waarlijk nieuwe game, in plaats van de elfendertigste sequel in hun extreem repetitieve, maar zeer succesvolle Samurai Warriors- en Dynasty Warriors-reeksen. Voor wie die namen geen belletje doen rinkelen: stel je games voor waarin je het opneemt tegen een overmacht aan oerdomme soldaten die je zonder veel moeite tot gehakt en andere fijne vleeswaren herleidt. Bladestorm wijkt niet ver af van dat concept, maar voegt toch enkele nieuwigheden toe en transponeert het hele boeltje naar veertiendeen vijftiende-eeuws Frankrijk, waar op dat moment de Honderdjarige Oorlog woedt. Jij speelt als een huurling die zijn diensten aan de meest biedende verkoopt, weze het nu de Franse of de Engelse koning. In een heleboel historische veldslagen (Orléans, Caen, Rouen, Agincourt,… je kent ze ongetwijfeld nog uit de lessen middeleeuwse geschiedenis) mag je proberen de Fransozen naar de overwinning te leiden of de loop van de geschiedenis te wijzigen en de Brits te doen zegevieren. Interessant is wel dat je in sommige missies vecht aan de zijde van illustere figuren als Jeanne d’Arc of Edward The Black Prince, die er hier eerder uitziet als een koorknaap van –horresco referens- Get Ready dan een charismatische veldheer. Anders dan in Samurai Warriors en Dynasty Warriors, vecht je hier niet alleen, maar steeds als aanvoerder van een klein regiment aan soldaten. Je hebt de keuze uit zwaardvechters, piekeniers, ridders te paard, boogschutters en dies meer. Wisselen tussen de verschillende eenheden gaat heel soepel, waardoor je in theorie enkele briljante staaltjes van tactisch vernuft kunt tentoonspreiden. Denk maar aan het uitdunnen van een vijandelijke formatie voetvolk met een welgemikt salvo van een groepje kruisboogschutters, om vervolgens de verbouwereerde overblijvers met een machtige cavaleriecharge te liquideren. In de praktijk komt het er gewoon op neer dat je met een groepje ten strijde trekt, op de vijand inhakt tot er niemand meer in je regiment nog overblijft, vervolgens de controle neemt over een ander regiment en het proces herhaalt tot je jouw doel hebt bereikt (meestal het veroveren van een bepaalde stad) of zelf het loodje legt. Boeiend enzo…
Het Veer
www.vgkgent.be
25°jaargang, examenveer 2007-2008
31
Na elke veldslag keer je terug naar de taverne, alwaar je nieuwe soldaten kan ronselen, een betere wapenuitrusting kopen of je bestaande legers verbeteren. Tijdens de veldslagen verdienen je regimenten immers ervaringspunten, waardoor ze talrijker en sterker worden, betere harnassen dragen en speciale aanvallen krijgen (bijvoorbeeld een krachtige ‘triple slash attack’ voor je piekeniers). Na verloop van tijd worden je legers echter zo sterk dat de uitdaging verdwijnt en het spel verwatert tot een flauwe portie knopjes rammen. Koei hervalt hier dus duidelijk in zijn slechte gewoontes, wat jammer is, aangezien de game toch wel boeiend is de eerste paar uurtjes. De graphics van Bladestorm zullen geen schoonheidsprijs winnen. In deze tijden van next-generation consolegeweld doen ze wat oubollig aan. De levels mogen dan wel heel open en uitgestrekt zijn (ze omspannen makkelijk meerdere vierkante kilometers), detail is ver te zoeken. Alles ziet er troosteloos uit, door het overmatig gebruik van monotone grijs-, bruin- en groentinten. Blijkbaar hing er tijdens de Honderdjarige Oorlog ook steeds een dikke laag mist boven het Franse landschap, want je vertezicht is al bij al zeer beperkt. Epische veldslagen van The Lord of the Rings-allooi krijg je dus niet te zien: meestal zijn er zo’n zeventig soldaten tegelijk in beeld, die ook al niet uitblinken qua design. Ultragedetailleerde wapenuitrustingen à la The Elder Scrolls IV: Oblivion hoef je ook niet te verwachten. Bovendien speelt op de achtergrond een flauwe soundtrack, die meer wegheeft van goedkope liftmuziek dan van een echte orkestrale score. Tel daarbij de tenenkrullende dialogen van de diverse personages (Familie of Thuis, eat your heart out!) en je bekomt een spel dat op audiovisueel gebied niet zoveel te bieden heeft. Bladestorm: The Hundred Years’ War blijft dus steken in de goede bedoelingen. De gameplay is boeiend voor even, maar wordt daarna heel repetitief. Fans van dergelijk no-nonsense gehak, kunnen echter hun hartje ophalen. Ook op technisch vlak breekt de game geen potten. Wie zin heeft in een actiespel dat zich afspeelt in een pseudohistorische setting overweegt beter het sterk gehypete maar oerdegelijke Assassins’s Creed. Score: 6/10 Getest op PlayStation 3. Ook beschikbaar op Xbox 360. Thibaut ‘Tae Bo’ Maes Het Veer
www.vgkgent.be
25°jaargang, examenveer 2007-2008
32
Dagboek van een eerste bachelor Deel 2: The journey continues… Ik hoste nu al enkele weken doorheen de gangen van de grote universiteit en een echte manier om mijn eerstejaarswezen te verbergen had ik nog steeds niet gevonden. Wanneer ik weer maar eens op zoek was naar een lokaal en me halverwege een gang omdraaide, voelde ik nog steeds de priemende blikken in mijn rug en ook de wegwijzers durfden me wel eens de verkeerde kant op sturen, meende ik. Ergens kon ik hen geen ongelijk geven, zij hingen hier tenslotte al jaren en als je dan al geen nietsvermoedende student de verkeerde richting uit mag sturen, krijg je als wegwijzer al snel last van jobmoeheid. De wegwijzers werden echter niet ontslagen. Integendeel, er heerste een soort van gedoogbeleid. Het kon de rector immers onmogelijk ontgaan zijn dat er binnenkort, met de bouw van een nieuw hogeschoolgebouw en een faculteit geschiedenis, veel nieuwe wegwijzervacatures openstonden. Bovendien waren goede wegwijzers dezer dagen nog moeilijk te vinden. Daarom liet hij die enkele dissidenten hun gang gaan, tot spijt van menig verdwaalde lesvolger. Een fenomeen dat mijn leven aan de Blandijn wel verblijd had, was het begrip koffie. Na enkele degustaties had ik al snel begrepen dat cafeïne een sleutelwoord was voor de gemiddelde blandijnganger. Niet dat de gemiddelde blandijnganger daar zo mee te koop liep. Ik durfde zelfs te stellen dat hij het enigszins verborgen hield. Het geheim van de koffieconsumptie was mij immers ook niet in de schoot geworpen. Het was me eerder per ongeluk overkomen, toen een slinkse wegwijzer me wederom de verkeerde kant had uitgestuurd en ik daar in een verdoken zijgangetje een reeks oudere studenten zag aanschuiven aan een automaat, waarvan ik later hoorde waaien dat hij koffie verdeelde. In al mijn jonge stoutmoedigheid sloot ik me aan bij de koffierij en toen ik na even wachten uiteindelijk voor de automaat belandde, bestelde ik me een doodgewone koffie met melk. Ik dronk hem met kleine teugjes op, wisselde af en toe gemoedelijke blikken met enkele andere koffiedrinkers en hield me voor de rest afzijdig. Ik wilde geen argwaan wekken. Een dag later ging ik opnieuw naar de diezelfde plaats en na enkele dagen was ik volledig verkocht voor de koffiecultuur. Een brave koffie met melk werd al gauw pikzwart, suiker bleef niet lang uit, tot ik uiteindelijk bij het zware spul uitkwam: de cappuccino. Mijn eerste cappuccino ging maar met kleine slokjes naar binnen. Vele anderen voor mij hadden hetzelfde proces van zwelgen en doorslikken met evenveel moeite doorstaan. De cappuccino was iets voor de pro’s en zou dat waarschijnlijk altijd blijven. Niettemin behoorde ik nu tot deze categorie. Het feit dat ik nu een professioneel koffiedrinker was, bracht ook enkele andere dingen mee dan het drinken van het goedje zelf. Blikjesslurpers kregen van mij steevast een neerbuigende blik. Flesjesnerds gaf ik bij het voorbijwandelen een Het Veer
www.vgkgent.be
25°jaargang, examenveer 2007-2008
33
onvoorzichtige duw en zij die het het meest moesten ontgelden, waren de zogeheten colaseuten. “Coladrinkers zijn seuten” had een ervaren koffiedrinker me verteld. Ik kon hem geen ongelijk geven. Cafeïne zuipen tot je zo scherp staat als een heel scherp geslepen potlood, tot daaraan toe, maar dat doen door zo’n mietjesachtige slachtoffer-van-de-consumptiemaatschappij-blikje-cola op te drinken, ging er voor ons, koffiedrinkers, erg hard over. Naarmate de weken vorderden, ging ook mijn koffieverbruik erop vooruit. Waar ik in het begin nog gemiddeld twee bekertjes per dag naar binnen werkte, was een dozijn nu al lang geen uitzondering meer. Op dagen waarop ik historische kritiek had, durfde dat zelfs wel eens tot een twintigtal bekertjes oplopen. Groot was dan ook mijn verbazing toen ik op een argeloze vrijdagochtend naar het een verdoken gangetje liep, me verheugend op een lekker bakje troost en daar niets anders aantrof dan het laagje stof dat mijn geliefde automaat zolang bedekt had. Ik keek paniekerig om me heen. Was de automaat defect? Ging Oxfam in staking? Werden de Zuid-Amerikaanse boeren niet langer goed uitbetaald? Of had het bestuur van de unief hier iets mee te maken… Ik holde snel naar een andere automaat en trof ook daar enkel een fijn laagje stof aan. Enkele andere koffiedrinkers hadden zich ondertussen bij me gevoegd en samen liepen we van de ene automaat naar de andere. Telkens doemde hetzelfde spookbeeld voor ons op. Toen we bij de laatst mogelijke plek opnieuw een leegte aantroffen, bleven we verweesd en hijgend staan. We wisselden enkele veelbetekenende blikken uit en uiteindelijk zei ik: “De colaseuten” Mijn medestanders hadden toen geknikt en we hadden daar op de plaats van de verdwenen koffieautomaat gezworen dat we ons zouden wreken. We informeerden ons op het rectoraat en daar bleek inderdaad dat de koffieautomaten bewust verwijderd waren. Onder druk van de frisdrankenlobby had het bestuur een plan goedgekeurd om deze automaten te laten verwijderen. Koffie sloeg blijkbaar niet bij elke student evenveel aan en “het werd tijd dat we automaten gingen beoordelen op hun output,” opperde de directie. Het geheel hadden zij ‘plan cafeïne-weg-ermee’ genoemd, kortweg ‘plan CWE’. Ontgoocheld verliet ik het kantoor, maar enkele van mijn koffiedrinkers staken me echter een hart onder de riem. We zouden betogen, zeiden ze. Met vlag e wimpel zouden wij de Gentse straten doorkruisen, pleitend voor onze zaak. Met fluitjes zouden we de menigte rondom ons doen verstommen en slogans als ‘CWE, weg ermee!’ zouden de onze zijn. We zouden zelfs een leuke pop meedragen, wist een medestander me te vertellen. Gemotiveerd als ik was had ik dan ook één van mijn mooiste hemden voor onze mascotte uitgeleend. Ik dat het nog voor Nieuwjaar van mijn moeder gekregen. Wat zou ze trots zijn als het morgen op de voorpagina van de krant zag pronken. Dagen gingen voorbij, en de dag van onze optocht was aangebroken. Het was een waar succes. Vele mensen keken inderdaad vreemd op toen ze ons met meer dan tien man doorheen de stad zagen trekken. Ik had voor de gelegenheid een propere Het Veer
www.vgkgent.be
25°jaargang, examenveer 2007-2008
34
vuilzak over mijn hoofd getrokken en uit mijn blokfluit liet ik afwisselend de koekoek en broeder Jacob weerklinken. Het grootste spektakel, zo hadden enkele cappuccinokerels me beloofd, zou echter op de Vrijdagsmarkt plaatsvinden, waar wij ons statement met een duidelijk symbool kracht zouden bijzetten. Zoals ik wel verwacht had, werd de pop erbij gehaald, maar groot was mijn verbazing toen ze het geheel in vuur en vlam zetten. Ik rende naar mijn brandende hemd, probeerde het geheel nog te blussen met een fles olie, maar het mocht niet baten. Drie van mijn collega’s hielden me tegen terwijl ik verbijsterd mijn hemd in de vlammen zag opgaan. Toen ook het laatste stukje stof opgebrand was, lieten ze me los, en holde ik weg. Ik ging op de hoek van een straat gaan staan, wees met één arm naar links en riep om de vijf seconden “Blandijn! Blandijn!” Als het studentenleven me momenteel niet welgezind was, zou ik het wel als wegwijzer proberen, had ik in mezelf bedacht. Vacatures genoeg! Ruben Cassiman
Where’s Waldo? The Reynebeau Edition Tuturial: Zoek Reynebeau.
Het Veer
www.vgkgent.be
25°jaargang, examenveer 2007-2008
35
En nu voor echt! Wie zoekt, vindt: 1) Marc Reynebeau. 2) Man met VGK-logo op zijn marcelleke.
Het Veer
www.vgkgent.be
25°jaargang, examenveer 2007-2008
36
Omdat u geen eik bent, maar een twijgje. Horoscoop met Ingeborg! Gezien u als ram onder het teken van Mars, de God van de oorlog, geboren bent is de bloederige Klassieke periode met zijn vele veroveringen een plezier voor u om te studeren. Met uw drang naar macht bent u verder bijzonder goed geschikt voor politieke minorvakken. Kunst, Filosofie en Moderne Literaturen vind u echter maar flauwekul en u hebt dan ook geen zin om deze te leren, wat niet altijd even goede resultaten oplevert. Als aardeteken hebben de opgravingen van Pre en Proto geen geheimen voor de stier. Ook Ecologische Geschiedenis mag geen problemen geven. Uw sterke realiteitszin en praktische ingesteldheid botst wel met de meer filosofisch getinte vakken. Ook de fictie van Moderne Literaturen kan u niet bekoren. Uw drang naar controle zorgt er wel voor dat u bij het begin van de blok een mooi uitgewerkt tijdschema hebt zodat u op het laatste moment niet voor onaangename verrassingen komt te staan. Als sociale tweelingen hebt u totaal geen moeite met het onthouden van een hele reeks namen, Historische Kritiek is dan ook helemaal uw ding. Verder kent u uw wereld wat een pluspunt is voor natuurlijk Wereldgeschiedenis. Ook je natuurlijke honger naar kennis zal je zeker van dienst zijn. Gezien uw bijzonder uitgebreide vriendenkring hebt u echter veel te weinig tijd om Palmer te vertalen wat een behoorlijk desastreus examen Moderne en Hedendaagse met zich meebrengt. De kreeft is een bijzonder gevoelig teken, deze astrologe twijfelt er dan ook sterk aan of u de bijkomende stress van de examens wel aankunt. Als u het toch wenst te proberen dan brengt uw natuurlijke aanleg voor planning u goede resultaten voor blokvakken zoals Klassieke Oudheid en Pre en Proto. Voor Geschiedenis van België en Vroegmoderne echter staan de sterren niet bepaald gunstig. Als leeuw bent u een en al koninklijke waardigheid, het absolutisme van de Vroegmoderne tijd ligt u dan ook erg goed. Verder weet u de pracht en praal van Kunst zeker ook wel te appreciëren. Op het gescharrel van Pre en Proto echter kijkt u neer en gezien uw arrogantie zijn uw slaagkansen op een mondeling examen behoorlijk klein. Maar met uw aangeboren ambitie zult u er hoe dan ook wel raken. Uw bevalligheid als maagd doet herinneren aan de schoonheid van een jonkvrouw uit de Middeleeuwen, waar Jeroen Deploige ongetwijfeld als een blok voor zal vallen. Verder brengt u het ver met uw precisie bij taken en uw natuurlijk aangeboren geduld doet u met grote onderscheiding slagen voor Paleografie. Ook de structuur van Moderne Literaturen ligt u bijzonder goed. Maar juist het Het Veer
www.vgkgent.be
25°jaargang, examenveer 2007-2008
37
ontbreken van die duidelijke lijn brengt u in moeilijkheden met Wereldgeschiedenis. Ook het modderige aan Pre en Proto is niet voor u weggelegd. Uw uitgebreide vriendenkring als weegschaal leveren u een mooi stapeltje uitgeleende notities op. Dat is vooral goed nieuws voor een vak als Middeleeuwen. Gezien uw beschermgodin Venus is, hèt kunstonderwerp bij uitstek, hebt u ook hiermee geen enkel probleem. Qua inhoud bent u echter niet bepaald ‘diep’ te noemen, wat niet zo handig is bij inzichtvakken zoals Moderne Literaturen of Filosofie. Voor weegschalen die hun thesis nog niet hebben ingeleverd, wordt het misschien eens tijd om eraan te beginnen. Uw drang naar waarheid geeft u als schorpioen hoge slaagkansen voor vakken zoals Historische Kritiek en Filosofie. Pas met uw sarcasme wel een beetje op bij mondelinge examens. Verder kunt u onmogelijk slagen voor Vroegmoderne, door de focus op het economische deel, dat teveel te maken heeft met cijfertjes en te weinig de nadruk legt op de emotie. Ook voor Geschiedenis van België mag u een tweede zit verwachten gezien uw ambities verder reiken dan het nationale niveau. Iedereen weet dat filosoferen een van de boogschutter zijn sterkste kantjes is, alle filosofisch gerelateerde vakken zijn voor u dan ook een lachertje. Met uw natuurlijk aangeboren charme slaagt u er verder ook nog in ieder mondeling examen naar uw hand te zetten. Verder is uw drang naar avontuur een goed middel om geboeid te blijven bij vakken zoals Wereldgeschiedenis en Vroegmoderne waar de ontdekkingsreizen een belangrijke rol spelen. Jammer genoeg bent u niet in staat om lang achter uw bureau te zitten wat jammer is voor Klassieke Oudheid en Pre en Proto. Een steenbok is een harde werker, gezien u uw teksten van Historische Praktijk al uitgebreid vertaald en bestudeerd hebt zult u voor dit vak mooie cijfers halen. Maar uw belangrijkste talent ligt bij het onderzoekswerk: uw taken zijn werkelijk pareltjes! Jammer genoeg bent u onder niet zo’n gelukkig gesternte geboren en blijken de vragen van Kunst Moderne en Hedendaagse u steeds maar niet te liggen. Waterman: U kunt uzelf gelukkig prijzen. Gezien u tot het sterrenbeeld van beide studiepraesesen behoort zult u voor al uw vakken met minstens een onderscheiding slagen. Als vissen bent u een verschrikkelijke dromer, u laat u dan ook enorm gaan bij de wilde verhalen van Middeleeuwen en de intriges van de Klassieke Oudheid. Uw dromerige aard speelt u echter parten bij de soms nogal droge leerstof van Historische Kritiek. Voor de teksten van Historische Praktijk hebt u verder ook het geduld niet.
Het Veer
www.vgkgent.be
25°jaargang, examenveer 2007-2008
38
VGK-cultuur – Taxidermia (22/11/2007) 4 witte pensen. 300 gram kalfsgehakt. Vijf sneetjes gerookte ham, fijngesneden. En nog een klein potje vleessla. Donderdagavond 22 november toonde VGK Cultuur met de Hongaarse prent “Taxidermia” nog maar eens wat voor vlees ze in de kuip heeft. Mjammie! “Taxidermia” is een evocatie van drie generaties mannen, ontsproten uit het geslacht Morosgoványi, die op een eigen manier in het leven staan en er elk een heel typische invulling aan geven. Deze familiegeschiedenis van de Hongaarse Balatony’s begint bij een perverse soldaat in het Russische leger, die een kind verwekt bij een corpulente boerin. De vrucht hiervan is de bastaardveelvraat Kálmán Balatony, die een centraal individu in de film wordt. Kálmán geniet de grootste prestige van de geënsceneerde stamboom wanneer hij van kindsaf door de communistische instanties als veelvraatatleet wordt aangeduid. Al is zijn imago relatief: de kampioenenroem wordt Kálmán Balatony niet in de schoot geworpen (de eettrainingen kosten duidelijk transpiratie en moeite), en wanneer hij in de jaren zestig dan toch kampioen van de natie is, blijkt dat snelvreten nimmer een Olympische sport zal worden. Wanneer Balatony’s vrouw, kampioene vreten van alle Hongaarse vrouwen en uithangbord van een conservenfabriek, tijdens een eetexhibitie een miskraam oploopt, mag het communistische kampioenenkoppel een willekeurige zuigeling uitkiezen in het lokale hospitaal. Een generatie later zien we zoon Lajos Balatony bepaald niet in de voetstappen van zijn vader treden, wiens faam na het verdwijnen van het IJzeren Gordijn zondermeer bekoeld is. De schriele Lajos levert voortreffelijk vakwerk als taxidermist, maar is een zonderling met sociale handicap die zijn verwekker onderhoudt (het enige dat routine in zijn leven schept). Kálmán is immers blijven trainen en is geëvolueerd in een hoop immobiele blubber, tsjokvol rancune, melancholie en schaamte jegens zijn adoptiezoon. Hem rest enkel het van op afstand vetmesten van zijn dierbare katten. Wanneer Lajos echter het hok vergeet te sluiten, storten de beesten zich op hun halve ton wegende baasje. Onze taxidermist treft een holle vader aan, en besluit als eerbetoon zijn ouweheer op te zetten. “En alleen op de wereld, dat kan toch niet zijn”, moet de labiele Lajos gedacht hebben. De vervolmaking volgt wanneer een Venus der Balatony’s uit de opzetmachine rolt: Lajos taxidermeert zichzelf vakkundig op het einde van de prent. En smakelijk. Het Veer
www.vgkgent.be
25°jaargang, examenveer 2007-2008
39
De jonge György Pálfi appelleert knullen met een ijzeren maag, dames die van morbide humor houden en ramptoeristen die uit zijn op een avondje horrorkomedie. De beoogde niche is niet erg ruim, en toch is dit allesbehalve een kunstzinnige film. Verwacht dus geen tweede “Még Kér À Nép”; dit Hongaarse exportproduct is beslist een geslaagde mix tussen een commerciële en surrealistische film. De bedoeling is om mensen over gans Europa, en bij uitbreiding de aardkluit, te schofferen, shockeren en ongemakkelijk te maken. Toch is “Taxidermia” meer dan dat: de gevolgde familieleden (waarvan de nazaten van de bedrogen (b)oervader Balatony niet eens in biologische lijn liggen) zijn allen mislukkelingen die teveel oog hebben voor kortstondig en amoreel (seks, masturbatie, overspel, vraatzucht, o jo dikke shit!) plezier. Pálfi ontziet de verschillende levensfasen niet, door er een gortige, groteske en walgelijke saus over te gieten, maar brengt er zo ook een ode aan: liefde, seks, genot, geboorte, roem, mislukking, aftakeling, dood, herinnering, erkenning en conservering. Helaas slaagt de regisseur hier maar half in. Want toegegeven, de enscenering is vaak te plomp, gratuit en uitvergroot. Daarom mist het ook die subtiliteit – denk maar aan de vijf minuten durende operatiescène die uitnodigt tot zaalverlaten – om tot een kunstzinnige interpretatie van het leven met al zijn geneugten en falen te komen. Deze perverse horrorkomedie is er voor diegenen die verder willen kijken dan het gortige en onsmakelijke, maar deze moeten er dan wel alle sappen, ingewanden, organen, braaksel en bloed bijnemen. Wansmakelijk filmpje dus, al kon deze knaap er beslist van genieten!
HAMIRUBI
Het Veer
www.vgkgent.be
25°jaargang, examenveer 2007-2008
40
Het examen-ABC Nu de examens zo snel naderen dat zelfs een uit de kluiten gewassen stapel handboeken historische kritiek het niet meer kan tegen, wil Het Veer zowel de ervaren studenten als de groentjes enkele tips meegeven en wel in de vorm van een abc. Verwacht u in onderstaand lijstje echter niet aan interessante raadgevingen die u op de dag van de waarheid zal kunnen gebruiken. Neen, hieronder volgt plat entertainment voor de student bij wie zijn leerdiscours de verveling wel eens durft opsteken. Kortom, een abc getiteld: geënnuyeerd als ge studeert! A ABC: Maak voor jezelf een alfabet, waarbij je bij elke letter iets schrijft dat met een bepaald thema te maken heeft. Wat dat thema juist is, maakt niet zoveel uit. Typ het neer in een mooi Word-document en zorg ervoor dat het in een studentenboekje geraakt. Geen inspiratie zegt u? Laat u vooral beïnvloeden door onderstaand lijstje… Of: de aardappels afgieten. B Blokken: Onder het motto, als je moet studeren, is alles grappig. Oerdegelijk quizprogramma met Ben Crabbé. Laat je wenkbrauwen spontaan fronsen wanneer Ben op onnavolgbare wijze het woord ‘spojt’ in de mond neemt en lach bij elk dansje dat hij naar voor brengt. Elke dag voor het journaal van zeven uur op één. Vergeet zeker ook niet de herhalingen voor het journaal van één uur. Of: het botloze beest kapotnijpen. C Chocolade: Liefst in alle varianten en op zoveel mogelijk manieren consumeren. Geeft de snoeper in kwestie een heerlijke boost van tijdelijk geluk. Zelfs de Australopithecus afarensis smelt meteen voor je met een stukje van dit lekkers in je mond. Of: contactsporten. D Dobbelstenen: Voor de ervaren verveelde student. Neem twee dobbelstenen in de hand, maak je klaar om te gooien en voorspel net voor je gooit welk getal het lot tevoorschijn zal toveren. Ga je voor de logische zeven die je het meest kans biedt, of durf je eens gewaagd voor een vier opteren. Uren spelplezier verzekerd! Of: Doe-het-zelven. E Eddy Wally: Verdiep jezelf in de muzikale strapatsen van België’s meest ervaren zanger van het levenslied. Ontdek zijn hele oeuvre, alsook enkele verborgen pareltjes als “Ik ben een man, Susan”, “Zeeman, je droomt van Hawai” en “Het tennisballenlied”. Uren luisterplezier verzekerd! Of: egofilie. F Fakkeltocht: Haal je doosje lucifers uit de keukenla, steel wat van je vaders motorolie, vraag aan je mama een verse zakdoek, zaag een stevige boomtak af en maak voor jezelf een prachtig nieuwe fakkel! Ga ’s nachts op tocht samen met enkele vrienden die tijdens de examens ook wel eens een verpozing kunnen gebruiken en staar angstige buurtbewoners met verbeten blikken aan. Daag de politie met enkele stevige vloeken uit. Zoek uiteindelijk een mooie hifi-winkel en
Het Veer
www.vgkgent.be
25°jaargang, examenveer 2007-2008
41
plunder voor je gezin een mooie plasma-tv en verwarm je aan die stereo-installatie die zo verrassend goed brand. Of: flossen. G Ganzenbord: Na al die jaren nog steeds een dijk van een gezelschapsspel. Voor studenten van 9 tot 75 jaar! Of: gieren met de vuist. H Hou-je-buren-aan-het-lijntje: Heb je zelf even geen zin om te studeren maar hebben je kot-, huis- of buurtgenoten het wel te pakken. Aarzel niet en maak van jezelf een zekerder persoon door ook hen minder kans te geven om te leren. Het veer wil jullie gerust enkele klassiekers meegeven (belleke trek, ellenlange conversaties over coalitievorming, middelbare schoolherinneringen ophalen, bladsteen-schaar en therapeutische gesprekken) maar voor de rest hebben wij maar één raad: Wees creatief! Of: heren enkelspel spelen. I Ieper: De westhoek is meer dan ooit in! Bezoek deze stad op een rustige examennamiddag en vegaap je aan de uitgestrekte weides, de grote kerkhoven, de uitgestrekte weides en… de grote kerkhoven. Of: in het leger zitten. J Journaal: Blokken mag dan wel eindeloos boeiend zijn, het duurt hooguit twintig minuten! Echte examentijdverdrijvers schrikken dan ook niet terug voor een oerdegelijk journaal. Elke dag om zeven uur. Voor de die-hards is er ook een kort overzicht van zes tot kwart over zes en de freaks kunnen altijd ’s middags om één uur hun hartje ophalen. Of: jas-aan-jas-uit’en K Kokkerellen: Recente tests hebben bewezen dat tijdens de examenperiode de ‘experimenteel-koken-curve’ exponentieel stijgt. Test hoe gevoelig je zelf bent voor deze trend en laat je creativiteit de loop bij het maken van jouw ultieme sinaasappel-tomaatsalade of slagroom-curryrisotto. Of: kwarktaart bakken. L Lachen: Wellicht de makkelijkste, maar ook de beste tip uit deze opsomming: Ne keer goe lachen. Of: losse flodders schieten. M Matchbox: Haal je oude “matchboxkes” nog eens van op zolder en maak een groot gemis in je jeugd goed door –nu je eindelijk goed de verkeersregels kent- eens die fantastische monsterfile met bijbehorend auto-ongeluk na te spelen. Of: masturberen. N Nintendo: Retro is weer helemaal in, en dat hebben ook de studenten geweten! Haal je oude supernintendo of nintendo van onder het stof en behaal in de gestalte van Mario of Luigi eindelijk dat extraleventje waar je in je jonge tijd nooit aankon. Red de prinses, eet de spookjes op of beleef de ultieme Pong-experience opnieuw, het kan allemaal tijdens de pauzes van een examen. Of: navel stucadoren. O
Het Veer
www.vgkgent.be
25°jaargang, examenveer 2007-2008
42
Opruimen: Tijdens het studeren ligt al die rommel die je doorheen het jaar nog vakkundig ontweek met enkele frisse sprongen plots wel heel hard in de weg. Opruimen is op zo’n moment de enige boodschap. Uit veelvuldige experimenten van ondergetekende blijkt dat opruimen plots ook zoveel leuker lijkt, al was het maar dat je op dat moment niet hoefde te studeren. Of: onaneren. P Patience: Zowel digitaal op de computer als ambachtelijk met een boek kaarten blijft dit spel een aanrader voor elke student die snakt naar een korte pauze. Laat je verrassen door de talloze plotwendingen van het spel en veer recht van je stoel wanneer je eindelijk dat vrije plaatsje voor je hartenheer te pakken hebt. Een evergreen. Of: Pinnokio laten jokken. Q Quiche: Lekker, gezond en bestaat in duizenden variëteiten. Indien uw kookkunsten evenwel beantwoorden aan die van de gemiddelde student of indien u niet over een oven beschikt, gelieve zich dan te wenden tot uw moeke. Zij zal dit ongetwijfeld met veel plezier in elkaar flansen. Euh, euh… Quijibo! R Roel Van Bambost: Voor zij die niet genoeg kunnen krijgen van het journaal, geeft Roel elke woensdag na het journaal van één uur een filmoverzicht met daarin de nieuwste kaskrakers en cultcinema. Of: raggen. S Sneukelen: Voor zij die niet vertrouwd zijn met dit begrip, sneukelen is één van de vele varianten van eten en kan omschreven worden met de term: “Stop-jezelf-volmet-zoveel-mogelijk-ongezond-lekkers-tot-je-zo-tonnerond-bent-dat-de-snelstemanier-om-de-kantienberg-naar-beneden-te-gaan-je-armen-en-benen-intrekken-is,naar-beneden-rollen-en-achteraf-een-losgeraakte-kassei-ontdekken-die-tussen –jederde-en-vierde-buikvetrol-verdwaald-was-bij-het-ontwijken-van-een-puffendefietser” Of: schuiftrompet spelen in een éénmansfanfare. U Uranus: Zoek, als een goede historicus, zoveel mogelijk informatie op over deze wonderlijke bol die ook wel de luie planeet wordt genoemd en vergaap je aan zijn verticale ringen, ellipsvormige banen en blauwe kleur. Telescoopgebruik is niet verboden. Of: je unit aaien. V (het) Veer: Verplichte kost voor elke geschiedkundige en andere student die zijn leven in het algemeen en dit blad in het bijzonder een warm hart toedraagt. Laat je meeslepen door indringende artikels, gekscherende columns en briljante abc’tjes. Wanneer u het blad in kwestie volledig uit heeft, mag u het gerust achterstevoren lezen of memoriseren. De echte Veerlezer kan zich zelfs wagen aan het ondersteboven houden. Of ook: de Vlaamse reus in het nekvel pakken. W Wijnproef: Tijdens de barre examenperiode krijgen onze smaakpapillen vaak niets anders voorgeschoteld dan fastfood, energizers en de nodige liters koffie. Maar uiteraard verdienen ook zij op tijd en stond een beetje aandacht. Verwen jezelf en Het Veer
www.vgkgent.be
25°jaargang, examenveer 2007-2008
43
eventuele medestudenten met een heerlijk relaxerende wijnproefavond. Kies echter wel een goede dag in je planning en vermijd –zo goed als mogelijk- het risico op excessen. Of: Witbier tappen. X Xylofoon: Een onvermijdelijke klassieker in elk zichzelf respecterend abc’tje. Speel tijdens één van u veelvuldige pauzes gerust eens op dit instrument. Indien u er niet over beschikt, overweeg dan de aankoop van dit hebbedingetje. Xylofonen zijn tegenwoordig bijzonder hip en ook de Wallstreet spreekt over een heuse xylofonenhype. Het Veer houdt u ongetwijfeld op de hoogte over de verdere ontwikkelingen van dit bijzondere instrument. Of: X-rated gaan. Y Yoghurt: Verras je moeke, die een lekkere quiche voor je bakte, met enkele goedkope yoghurtjes die je in de supermarkt vond. De echte pro’s kunnen ook een eigen yoghurtsoort maken door in het geheel bijvoorbeeld enkele heerlijke stukjes verbrande stereo-installatie in te mengen. Een culinair festijn! Of: yoghurtrace! Z Zorro: Loopt momenteel helaas niet meer op tv, maar is ook verkrijgbaar in een handige dvd-box, vergezeld van een handboek ‘mopjes rond een dikke sergeant uitwerken’ en ‘muziekjes spelen wanneer een stomme aan het woord is’. Of: zakdoekje leggen Ruben ‘Baby Kanaard’ Cassiman met constructieve bijdrage van Ramón.
De kwantitatieve methode ontmaskert alweer een onkuise correlatie!
Boekjes: Hustler, Passie, Foxy. Representatief staal genomen in de betere dagbladhandel in uw buurt.
Het Veer
www.vgkgent.be
25°jaargang, examenveer 2007-2008
44
Beste Veer, ik ben een eerste bach van 19 jaar, en heb onlangs een fantastische vrouw van 43 ontmoet (maar dat zie je er echt niet aan!). Er hangt echt een romance in de lucht, maar het leeftijdsverschil schrikt me af! Wat zou jij doen??? Een jonge twijfelaar. Wel, ik heb speciaal om jouw probleem op te lossen de hulp in geroepen van een collega, een expert in het oplossen van problemen. Dit was zijn antwoord:
Niet overtuigd? Gelukkig heb ik nog kennissen, een zeer gerespecteerd staatsman zei het volgende, dat je zeker moet kunnen overtuigen:
Geen dank!
Het Veer
www.vgkgent.be
25°jaargang, examenveer 2007-2008
45
Historici en engagement: Bruno De Wever VEER: U kwam onlangs in de mediabelangstelling met een zeer gedurfde uitspraak: het taboe dat de rand rond Brussel Vlaams is moet sneuvelen. U besloot dat te doen als Historicus. Kunt u ons vertellen wat u daartoe gemotiveerd heeft? De vraag kwam van kanaal Z, voor de rubriek Knack-tv. Dat is een ernstige rubriek die probeert, middels gesprekken van een goed half uur, maatschappelijke problemen aan te snijden. Toen de vraag kwam heb ik gezegd dat ik wel iets wil zeggen over de politieke actualiteit, op voorwaarde dat ik de kans krijg dit te doen als historicus; door daar een historische dimensie aan toe te voegen. Een tweede element is dat de setting van die specifieke Artist’s rendering op basis mediarubriek mij wel bevalt: in mijn geval ging het over een van De Standaard 08/07/2006 debat met professor Philippe van Parijs (UCL), een politiek filosoof die ik zeer waardeer. Je zit daar in een gesprek onder academici, in een setting die je toelaat een redenering te ontwikkelen. Het gaat dan toch wel verder dan de klassieke “soundbytes” die je tegenwoordig krijgt in allerhande actualiteitsprogramma's, maar ik ga op dat punt niet het proces van de media maken. Als academicus en historicus moet je goed nadenken in welke arena je meespeelt. Ik vind wel dat je op drie minuten tijd iets moet kunnen zeggen over bijvoorbeeldig het onderzoek waar je mee bezig bent, maar ik zou passen om een open debat te voeren over een brandend actueel probleem in zo'n format. Dat moet je vragen aan politici. Als je een beetje achtergrond wilt, een beetje afstand, zuurstof en ruimte dan heb je daar tijd voor nodig. Ik wou ook spreken vanuit mijn specialisme, de contemporaine geschiedenis van België in de 20ste eeuw. Men heeft dat gerespecteerd en men heeft mij dan ook gevraagd om die onderhandelingen in historisch perspectief te plaatsen. Waarom wordt dat nu gemediatiseerd? Dat heeft natuurlijk niets te maken met de samenspraak tussen twee intellectuelen, die vanuit hun specialisme een gesprek voeren over Belgische politiek en de verhoudingen in dit land. Dat heeft geen enkele mediawaarde. Dit heeft echter alles te maken met de achternaam die ik heb. Elke uitspraak die ik doe wordt gewogen en gebruikt om politiek te spinnen. Ik heb me dat gerealiseerd, maar moet ik dan ook ten eeuwige dage zwijgen over een problematiek die ook mijn specialisme is en waar ik al meer dan een kwarteeuw mee bezig ben en waar ik aan deze universiteit aan meer dan duizend studenten over doceer? De mediatisering heeft natuurlijk ook te maken met het feit dat ik een iets stoutere en minder evidente uitspraak gedaan heb. Maar ik meen wat ik gezegd heb en ik doe daar ook niets van af. Ten tweede heb ik dat gedaan in de context van een constructief gesprek met Philippe van Parijs, die even goed vanuit zijn positie moeilijke standpunten inneemt, die absoluut niet op handen gedragen wordt in de Franse gemeenschap, maar die ook zijn nek uitsteekt om zo eens een ander geluid te laten horen. Ik heb die uitspraak trouwens gesteld binnen de ruimere context van Het Veer
www.vgkgent.be
25°jaargang, examenveer 2007-2008
46
het zoeken naar een piste om een grote staatshervorming te realiseren. Want dat is het taboe dat aan Franstalige kant moet sneuvelen. In die ruimere context vind ik dus dat je ook een Vlaams taboe moet laten varen. Tot mijn verbazing reageren dan Franstalige toppolitici op wat uiteindelijk een gesprek is tussen twee academici. Dat zegt heel weinig over mij, maar veel meer over het feit dat ze daar de opportuniteit inzagen. Ze hebben onmiddellijk gereageerd dat dat een piste was die voor hen bespreekbaar was: een grote deal, waarbij het aan beide kanten veel pijn gaat doen. VEER: Die uitspraak is inderdaad enorm gemediatiseerd geweest, maar heeft u eigenlijk veel – al dan niet positieve – feedback van collega's historici gekregen? Neen, om het hele mediagebeuren in dimensie te plaatsen: ik heb een paar jaar geleden op een heel ander terrein mijn nek uitgestoken door in Vlaanderen voor het eerst in de grote media aan te klagen dat met de hele A1-cultuur er een schandelijke concurrentievervalsing aan het groeien was tussen Beta en Alpha wetenschappen, en binnen die laatste tussen bepaalde disciplines. Ik heb dat gedaan door een interview toe te staan aan Marc Reynebeau in de Standaard daarover. Ik heb toen op een week tijd 70 mails gekregen van collega's, die mij allemaal gelijkgaven en mij geluk wensten omdat ik daar mijn nek voor had willen uitsteken. Nu heb ik 50 mails gekregen. Het is misschien wel appels met citroenen vergelijken, maar over een problematiek die veel meer mensen aanbelangt zaten er tussen die 50 mails maar een heel klein percentage van collega's. Dat is ergens wel normaal, want die laten me dat wel op een andere manier weten. Het relativeert natuurlijk ook wel dit mediastormpje. VEER: Een ander mediastormpje werd onlangs door uw broer veroorzaakt: toen Antwerps burgemeester Patrick Janssens excuses aanbood tegenover de joodse gemeenschap voor de razzia tijdens W.O. II, uw broer besloot zich daar enigszins van te distantiëren met alle gevolg van dien. Men zou zich echter natuurlijk kunnen afvragen hoeveel excuses er nog moeten gegeven worden? Ik vrees dat ik in de interventie van mijn broer ook een beetje mee schatplichtig ben omdat ik vijf jaar geleden door de toenmalige Vlaamse minister-president Patrick de Wael gevraagd werd om een wetenschappelijk comité te leiden, dat moest nadenken over het concept van een museum te Mechelen dat de jodenuitroeiing moest herdenken. in Vlaanderen. Gedurende twee jaren heb ik een groep wetenschappers aangestuurd die een soort blauwdruk hebben gemaakt, maar dat is niet zo goed afgelopen. Al heel snel zijn we beginnen schermutselen met een belangengroep uit de joodse gemeenschap, die op dit moment al een eigen museum (van joodse deportatie en verzet) in Mechelen heeft. Dat museum zou moeten opgaan in het ander en dat gaat gepaard met territoriumtwisten, maar vooral ook met een heel fundamenteel debat: waar moet dat museum over gaan en wie beslist dat eigenlijk? Het wetenschappelijk comité, met zowat alle specialisten die je in België kunt vinden en enkele buitenlanders, heeft een wat gedurfd concept naar voor gebracht waarbij we geprobeerd hebben buiten het cliché holocaustverhaal te stappen dat je terugvindt in veel uitstekende musea zoals te Londen, Parijs en Berlijn. Precies daarom dachten wij dat het goed was te proberen een museum te maken dat een beetje uit een ander vaatje tapte, met natuurlijk nog altijd de Het Veer
www.vgkgent.be
25°jaargang, examenveer 2007-2008
47
jodenuitroeiing als kern, maar waarbij we geprobeerd hebben dit in een bredere context te plaatsen en vooral te peilen naar oorzaken. Het Nationaal-Socialisme en de antisemitische politiek van dat regime, die uitmondt in de zogenaamde “Endlösung”, kwam niet zomaar uit de lucht vallen. Je kunt dat proberen terug te koppelen aan een aantal brede ontwikkelingen in de Westerse samenleving. Wij wilden dat soort museum maken, maar dat is eigenlijk vakkundig getorpedeerd door die specifieke belangengroep die dat eigenlijk op heel weinig elegante manier achter de schermen gedaan heeft. Om een lang verhaal kort te maken: Yves Leterme (nvdr: als opvolger van Dewael en Bart Somers) constateerde bij het rapport van dat wetenschappelijk comité dat er al grote blokkages waren met delen van de joodse gemeenschap en heeft daarop de zaak gewoon maar gelaten voor wat het was. Ik heb daar jarenlang met mijn broer over gesproken en ik vermoed dat zijn reactie als gevolg hiervan ook een beetje een overreactie was. In de kern was zijn interventie een vergissing door dat op die manier en op dat moment zo te zeggen. Wat in Antwerpen gebeurd is, is een drama. De specifieke zaak waar burgemeester Patrick Janssens zijn excuses voor aangeboden heeft, is het feit dat de Antwerpse politie tot twee keer toe een razzia heeft uitgevoerd en meer dan duizend joden heeft opgepakt, die dan in Duitsland zijn omgekomen. Een dergelijke razzia, het oppakken van mensen op basis van hun religie, is tegen de Belgische grondwet. Ik vind wel dat men dan openlijk excuses voor moet aanbieden. Je hebt daar een heel ernstige kwestie waarvoor men vijfenzestig jaar moet wachten. Ik denk dat mijn broer in de kern een vergissing heeft gemaakt, maar dat heeft hij ook meteen ruiterlijk toegegeven. Als je het buiten die heel gemediatiseerde context haalt, dan kun je dat toch wel relativeren. Wat er gebeurd is in Antwerpen weten we al lang. Dat is wetenschappelijk gedocumenteerd en staat als een paal boven water sinds het proefschrift van Lieven Saerens; het boek is ondertussen al meer dan tien jaar oud. Waarom dan bijvoorbeeld niet die excuses aanbieden naar aanleiding van vijftig jaar W.O. II? Dan is het interessant om vast te stellen dat zolang de zoon van de toenmalige oorlogsburgemeester schepen was, het onmogelijk was om dit te doen. In die zin kun je de notie “gratuit” wel begrijpen. Als je het in een nog bredere context plaatst kom je een beetje op de zingeving van uw vraag. Is er vandaag nu nog meer behoefte aan excuses ten aanzien van de joodse gemeenschap? Ik denk dat dit in vele toonaarden al is gebeurd en dat de jodenuitroeiing vandaag niet een taboe is dat onder de mat geveegd wordt. In tegendeel, je stelt vast dat er vandaag een soort “overkill” is: alle mogelijke en onmogelijke instanties nemen initiatieven met betrekking tot herinnering aan de jodenuitroeiing. Er is denk ik geen gebrek aan belangstelling, nogmaals: het is een van de grootste drama's uit de geschiedenis. Ik denk dat we op dit moment aan bezinning toe zijn en dat we ons moeten afvragen of al de aandacht die daaraan besteed wordt ook nog wel effecten sorteert die men er mee beoogt. Het is duidelijk dat de grote aandacht in media, literatuur, film en theater niet in de eerste plaats te maken heeft met historische belangstelling, Het Veer
www.vgkgent.be
25°jaargang, examenveer 2007-2008
48
maar meer met een soort van poltiek-morele verontwaardiging. Via de geschiedenis van de jodenuitroeiing probeert men dan “betere burgers” te maken, die nadenken over zaken als racisme en uitsluiting. Er zijn veel signalen die er op wijzen dat bij veel mensen, vooral jongere, er een soort van holocaust-moeheid is. Dat zijn reacties waarover men eens moet nadenken. Misschien heeft dit ook te maken met het feit dat die geschiedenis op een gesloten manier gebracht wordt, waarbij men dat joodse drama isoleert uit de geschiedenis en daar een beetje een geclicheerd verhaal over brengt. Toch zijn er ook mogelijkheden om dat aan te grijpen en na te denken over processen van uitsluiting. Dan kom je wel op heel politiek delicaat terrein terecht. Want dan ga je je vragen stellen als: “Tiens, hoe komt dat nu dat die Antwerpse politiemensen, aangestuurd door de hoofdcommissaris, doen wat ze doen?”. Die antwoorden daarop zijn heel interessant, politiek relevant en verontrustend voor onze samenleving. Zo'n museum wilden wij maken, maar de paradox is dat dat ons onmogelijk gemaakt wordt door een conservatieve stroming binnen de joodse gemeenschap die enkel de schijnwerper op het eigen leed te werpen. Ik heb daar alle begrip voor en geen probleem mee, maar het mag daar niet bij blijven. Door daar vaak mee over gedachten te wisselen, denk ik dat de reactie van mijn broer vooral daarop geënt moet worden. VEER: Wat mij opvalt is dat er nog steeds taboes zijn die in stand worden gehouden en we wel heel selectief zijn in onze politiek-morele verontwaardiging. Wanneer gaan we bvb. eens de Armeense genocide, die naar het einde van W.O. I honderdduizenden mensen het leven gekost heeft, naar voren schuiven? Er is zeer zeker een selectieve verontwaardiging. Het is onmiskenbaar zo dat er in onze aandachtscurve soortgelijke zwarte pagina's zijn in de menselijke geschiedenis die onderbelicht blijven, waarvan men veel minder het belang inschat. Je noemt de Armeense genocide, maar de laatste tien jaar zijn er in het gebied van de grote meren twee of drie miljoen mensen om het leven gekomen. Er gebeurt in zwart Afrika een en ander waar wij verontwaardigd over zijn, maar in de aandachtscurve merk je dat er met twee maten en gewichten gewogen wordt. Er zijn nog andere zwarte bladzijden uit de geschiedenis waar we nauwelijks iets over weten. Ik geef altijd het voorbeeld in mijn cursus 'Moderne & Hedendaagse Geschiedenis' over een opstand in China tijdens het midden van de 19e eeuw met een onwaarschijnlijk dodenaantal. Wat gebeurt daar dan. Zijn die mensen minder dood of belangrijk? Je hebt het hele drama van de Sovjet-Unie in de periode 1917-1920. Het is onvoorstelbaar hoeveel mensen in die burgeroorlog daar om het leven gebracht werden. Vanuit het Westen bekeken zou je ook een heel anticommunistische gevoel verwachten om om te gaan met wat er concreet gebeurde onder de terreur van Stalin of Mao, maar ik constateer dat de “common knowledge” daarover heel beperkt is. Die jodenuitroeiing zit om vele redenen heel centraal vandaag in ons moreel waardenstelsel. Precies omdat er zo'n massale culturele belangstelling voor bestaat is ze heel goed op weg een moderne mythe te worden; een soort verhaal dat een universele inzetbaarheid krijgt waarbij het een heel primitieve strijd tussen goed en kwaad moet symboliseren. Dat is naar mijn gevoel ook de reden waarom we dat Het Veer
www.vgkgent.be
25°jaargang, examenveer 2007-2008
49
opnieuw moeten historiciseren en onder de aandacht brengen in zijn hele complexiteit. VEER: Een fenomeen dat we de laatste decennia zien is dat historici zich kunnen engageren in zogenaamde “waarheidscommissies” van landen met een onverwerkt traumatisch verleden. Maar riskeren we dan niet ons voor hun kar te laten spannen? Voor hen kan het verleden immers een niet-heden worden, waarmee ze legitimiteit kunnen verwerven door er zich van te distantiëren. Dat is inderdaad juist, maar de vraag is of het zo'n nieuwe fenomenen zijn. Heden ten dage gebeurt het in Afrika en zie je bvb. dat in het verwerken van grote trauma's in de nasleep van dictatoriale fases van de geschiedenis men de methode kiest om met grote commissies, TRC (Truth and Reconciliation commission, nvdr) , een soort van public hearings te houden en via een “publieke liturgie” het doorstane leed voor een stuk in de openbaarheid te brengen door over schuld en boete te spreken. Vooral over schuld. Dat is natuurlijk een debat waar historici gevraagd worden om daar de feiten aan het licht te brengen. De vraag die je dan inderdaad moet stellen is in welke setting je meespeelt als historicus. Ik denk dat het voor die samenleving van heel groot belang is om dat te doen, die effecten zijn heel complex. Er zijn vele parallelle manieren om daarmee om te gaan. Zo besloot men in Spanje om het Franco-tijdperk te bevriezen en er niet meer over te spreken. Je constateert dan echter dat de laatste jaren, op een moment dat je het niet verwacht, dat weer naar boven komt. Dat trauma is dus niet weg, zelfs niet als de laatste generaties verdwijnen die de Spaanse Burgeroorlog (1936-1939) hebben meegemaakt. Dat ent zich dus op kinderen en kleinkinderen en blijft zo onderhuids doorsudderen in een samenleving. Als we naar die van ons in België kijken, zien we onder meer dat de collaboratie tot in de jaren '80 en '90 regelmatig tot “koortsopstoten” geleid heeft, zoals Luc Huysse dat noemde. Hij stelde, misschien enigszins overdreven, dat België op bepaald moment ziek was aan zijn oorlogsverleden en geregeld bovenaan de politieke agenda in het debat stond. Daar heb je dus een heel complex verwerkingsproces gehad. In al die settings waar je de publieke verwerking krijgt van dat verleden, met het aanduiden van daders en erkennen van slachtoffers, heb je een belangrijke positie voor historici die uiteindelijk toch de vaklui van het verleden zijn. Zij moeten proberen “Dichtung und Wahrheit” uit mekaar te houden en het is heel legitiem dat zij daar een rol in spelen. Het komt eigenlijk neer op, mutatis mutandis, wat we in het begin van ons gesprek stelden: je moet als historicus goed nadenken over een aantal zaken. Wat wordt er van mij gevraagd? Waarom wordt dat gevraagd? In welke arena speel ik mee en kan ik binnen die arena doen wat mijn “corebusiness” is? Kan ik zo accuraat mogelijk, met waarheid als criterium en “Warheitsfindung” als drijfveer, het verleden evoceren? Dat is een werk dat bij uitstek door historici moet worden verricht en dan moet je je natuurlijk realiseren dat je meespeelt in een politiek-juridische context. Afhankelijk van de setting kan het er om gaan dat mensen ook effectief veroordeeld worden. Dan heb je als historicus er rekening mee te houden dat de juridische waarheid daarom nog altijd geen historische is. Het Veer
www.vgkgent.be
25°jaargang, examenveer 2007-2008
50
Juridische waarheid spreekt zich uit over straf en boete, terwijl de historicus niet het moreel beoordelen of veroordelen van historische actoren als corebusiness heeft. Zij moet zoeken naar historische verklaringen en dat zijn twee verschillende dingen. Maar het is nogal evident dat de jurist, of de maatschappij die rechtvaardigheid wil zien, behoefte heeft aan een klare kijk op het verleden en de zaken zoals ze werkelijk gelopen zijn. En het is daar dat de historicus zijn rol te spelen heeft. VEER: Wat opvalt aan studenten geschiedenis is dat zij een van de meest geëngageerde groepen zijn binnen onze universiteit. Minstens de helft van studentenvertegenwoordigers in de faculteitsraad studeren geschiedenis en de V.G.K. behoort tot de meest actieve kringen. Waarom zijn historici volgens u meer geneigd zich te engageren dan anderen? Ik zou daar opnieuw als historicus op willen antwoorden. Ik stel vast dat dit een recurrent gegeven is en dat historici altijd sterk geëngageerd geweest zijn. Het is geen kwalificatie van de huidige generatie en ik stel vast dat historici altijd sterk geëngageerd geweest zijn de laatste decennia. Misschien zijn historici beroepshalve meer geëngageerd in politiek dan andere beroepen, dat zou eens moeten nagegaan worden. We hebben in onze eigen Belgische geschiedenis een aantal frappante voorbeelden van historici die zich engageren in de politiek. Wanneer we het hebben over een meer maatschappelijk engagement dan stel je vast dat historici vaker en meer, letterlijk en figuurlijk, op de barricades staan. Het moet wellicht iets te maken hebben met de historische belangstelling bij hen, met het persoonlijkheidstype dat kiest voor een opleiding geschiedenis. Mensen die voor geschiedenis kiezen zijn altijd maatschappelijk gericht, omdat geschiedenis nu eenmaal gaat over de samenleving in het verleden. Door te kiezen voor die studie, kies je al een stuk voor een gerichtheid naar de maatschappij en is de stap naar maatschappelijk engagement niet zo groot. Historici begrijpen ook heel goed dat maatschappelijke actie er toe doet. Zij beseffen dat geschiedenis niet uitsluitend een blind proces is van mechanische ontwikkeling, maar dat de actoren een rol kunnen spelen. Ik denk ook dat zij bewust zijn dat die rol beperkt is en dat je als historische actor niet alles kunt doen, dat je wordt meegedreven door de tijdsgeest en structuren waar je zelf in meespeelt. Door dat te overschouwen en een klare kijk op te bewaren denk ik dat je als historicus heel adequaat actie kunt voeren. De attitude om bijvoorbeeld aanwezig te zijn in een bestuursorgaan als de faculteitsraad, dat je daar wel degelijk kunt wegen op dossiers, heeft denk ik te maken met historisch inzicht. VEER: Ten slotte als uitsmijter: hoeveel dagen zullen we nog moeten wachten op een regering? Ik kan voorstellen dat men vrij snel een regering gaat vormen, maar dat zal het een regering zijn die gaat schaven aan het bestaande systeem en dat zal het structurele probleem niet oplossen. Uiteindelijk zullen we ergens op een grote crisis komen, die gaat uitmonden in een heel fundamentele hervorming van dit land. VEER: Tot het zover is bedanken wij u alleszins voor dit interview. Jeroen ‘statutenschennis’ Wijnendaele
Het Veer
www.vgkgent.be
25°jaargang, examenveer 2007-2008
51
Ellie’s Celebrities Een enorm intelligente en sexy geest zei ooit: “Slim word je niet door welk boekje je leest, je bént het gewoon”. Misschien moeten we dat maar vergeten voor dit rubriekje: want wie dit leest, is op de hoogte! Van uw sterreporter hoort u de celebrity gossips als eerste… Een nieuwe trend in Tinseltown: Wie hotter dan hot wil zijn, neemt best een ongelooflijke drol van een vent aan zijn zijde. Of gaat rollebollen met een vreselijk voos wijf. Een korte compilatie:
En als het regent in Hollywood, dan druppelt het in Vlaanderen! Een lijstje van de bv’s met – na mijn persoonlijke keuring - een ongelooflijk lelijk lief of vrouw: Stef Wauters, Stan Van Samang, Jan Leyers, Natalia, Gabriel Rios (ok, Delphine Bafort is volgens sommige amateurs en niet-kenners niet zo lelijk, maar naast Gabriel Rios past enkel een beauty als mezelf. Obviously.). Gedaan met plastische chirurgie, Pilates of botox. Ugly people get it all! Wie die trend duidelijk goed begrepen heeft, is Jennifer Love Hewitt. U kent haar nog wel, de slanke deerne uit films als ‘I know what you did last summer’. Ze prijkte in 2004 nog op de lijst van de twintig meest sexy vrouwen ter wereld. Maar toen verdween ze van het scherm en vroeg iedereen zich af waarmee ze zich de laatste tijd bezig hield. En die vraag lijkt opgelost als de we deze foto’s te zien krijgen: binge eating!
Het Veer
www.vgkgent.be
25°jaargang, examenveer 2007-2008
52
Na het zien van deze foto’s, reageerde een zwaar ontgoochelde Jennifer op haar eigen website: “A size 2 is not fat! Nor will it ever be. And being a size 0 doesn't make you beautiful. What I should be doing is celebrating some of the best days of my life and my engagement to the man of my dreams, instead of having to deal with photographers taking invasive pictures from bad angles.” Foto’s vanuit een slechte hoek? Honey, veel hoekigs is er anders op de foto’s niet te zien. En een ‘size 2’? Dat moet ongeveer hetzelfde zijn als een 32 in Belgische maten. Arme arme Jennifer, still in denial! Nu ja, échte schoonheid zit vanbinnen, zeker? Al valt het wel op dat enkel lelijke mensen dat zeggen. Net zoals je nooit rijke mensen hoort zeggen dat geld niet gelukkig maakt. Maar hét grote nieuws deze week is uiteraard dat Wendy en Franstje een kindje gaan krijgen. Wendy is 47, Franstje 45. Het wordt ongetwijfeld een wolkje van een kind! Misschien kunnen we al een pronostiekje starten voor wanneer de miskraam uitgerekend is? Het bleef wel een beetje stil rond BritBit deze week. Ze dreigt wel een lesbische pornotape starring Paris Hilton uit te brengen omdat Paris gemeen is tegen haar en haar entourage. Been there, done that, Britney! Paris leeft voor zo’n dingen, het is als tegen een zeehond zeggen: ‘Pas op, ik ga je een vis geven!’ Verder was ze jarig en vreselijk zat op het feestje. Ook niets nieuws, lijkt mij. Maar je mag zeggen wat je wil, ondanks alle roddels en geruchten, blijft La Spears nog steeds dé trendsetter bij uitstek.
Het Veer
www.vgkgent.be
25°jaargang, examenveer 2007-2008
53
Zelfs Christina Aguilera zit al niet meer verlegen om ‘een britneyke’ te doen. Eén klein detail misschien: Xtina is zo goed als hoogzwanger momenteel. Beetje onverantwoord: een baby onbeschermd laten hangen aan een koord op enkele meters van de grond. Een beetje zoals benjijumpen. Maar Ellie’s celebrity’s zou Ellie’s celebrity’s niet zijn zonder een portie Milk Inc. nieuws. Normaal gezien gejuich alom, maar deze keer sluit ik toch in droefheid af. Linda - MIJN Linda - werd onlangs gespot in The Noxx in Antwerpen met deze vent aan haar zijde:
Hmm, die Dimi, wát een lekker dier, ik zou hem stellig… Of nee, wacht. Bijna vergeten: IK BEN GEEN HOMOSEKSUEEL! Dikke zoenen, Ellie ‘très’ Bellie, live from the land of the rich and famous Het Veer
www.vgkgent.be
25°jaargang, examenveer 2007-2008
54
Al wie dat niet springt, is pomofiel Postmodernisme! Voilà, het woord is gevallen. Het is tegenwoordig bijna niet te doen om iets over geschiedenis en theorie of filosofie te schrijven zonder over postmodernisme te beginnen. Als historici dat doen, is het trouwens meestal om er vooral heel erg tegen te zijn, zoiets “al dat oeverloos gezever over postmodernisme en relativisme van die filosofen in hun ivoren torens, dat brengt toch niets op. Wij, wij houden ons bezig met historische feiten.” Sommige historici hebben er zelfs schrik van. De boze postmodernisten zouden hun de historische waarheid willen afpakken. Je zal je maar drie maanden door vijf meter archief gezwoegd hebben in een of andere godvergeten archief om de stadsrekeningen van Stuyvekenskerke in de late Middeleeuwen te inventariseren. Kom je eindelijk vanonder het stof gekropen met een paar schamele bladzijden zwaar bevochten historische waarheid onder de arm, dan komt er zo’n kerel in een leunstoel, mijmerend in de lucht starend en met de vingertoppen tegen elkaar zeggen dat waarheid toch allemaal relatief is, lees: dat je daar eigenlijk drie maanden voor niks hebt gezeten. Je zou hem een archiefdoos tegen zijn neus smijten. Zo simpel is het dus allemaal niet. Postmodernisme is maar een klein deel van de moderne filosofie en relativisme, constructivisme, solipsisme en subjectivisme zijn allemaal verschillende dingen. (Bovendien heb ikzelf jammerlijk genoeg geen leunzetel, maar een harde bureaustoel en zit ik niet in een ivoren toren, maar gewoon op de tweede verdieping van de blandijn.) Hoe zit het nu eigenlijk met al die moeilijke woorden? Laat ons beginnen met solipsisme. Je bent een solipsist als je gelooft dat alles wat je meemaakt, ziet, hoort, voelt niets te maken heeft met een relatie van jezelf met een externe wereld, maar gewoon allemaal in je eigen geest gebeurt. De mens die daarop gekomen is, heet George. George Berkeley, filosoof uit de achttiende eeuw, geboren in Ierland. Tegenwoordig geloot niemand George, maar er zijn wel veel mensen die geloven dat andere mensen hem geloven. Historici (maar ook andere wetenschappers, daar niet van) durven bijvoorbeeld nogal eens beweren dat postmodernisten zeggen dat alles toch interpretatie van de eigen geest is, en dat we over de werkelijkheid niets zinvols kunnen zeggen. Niet dus. Straks meer daarover
Het Veer
www.vgkgent.be
25°jaargang, examenveer 2007-2008
55
Subjectivisme en constructivisme gaan meestal nogal hand in hand. Je kent wel de beroemde vraag “als een boom valt, en er is niemand om hem te zien, valt hij dan nog?” Vaak wordt dan gedacht dat subjectivisten of constructivisten zeggen dat hij dan niet valt. Dat is mis. Volgens subjectivisten heeft het totaal geen nut om je direct af te vragen of hij valt of niet. Wat je wel kan doen, is zien dat hij eerst rechtstaat, even later terugkomen en zien dat hij op de grond ligt, en dan op basis van vanalles en nog wat (aangeboren intuïties, wetenschappelijke concepten, eerdere ervaring) te besluiten. “Ja, hij zal wel gevallen zijn”. Het grote punt is dat het volgens subjectivisten alleen nut heeft om ergens over te praten wanneer wij ze er op een of andere manier bij betrokken zijn, direct of indirect, en dat het dus nutteloos is om te spreken over een werkelijkheid onafhankelijk van ons, want vanaf het moment dat we doen, is die werkelijkheid ineens niet meer onafhankelijk van ons. Het is dit ook wat constructivisten bedoelen wanneer ze zeggen dat wij door taal de wereld construeren. Postmodernisten denken dat niet, omdat zij niet denken dat de mens taal gebruikt, maar wel omgekeerd, dat taal, concepten en begrippen (zoals “waarheid”) de mens gebruiken, of althans dat mensen deze onbewust gebruiken ten opzichte van andere mensen. Relativisme dan. Relativisme wil, verassend genoeg, zeggen dat we alleen kunnen spreken over dingen in relatie met andere dingen. Waardenrelativisme betekent bijvoorbeeld dat we normen en waarden alleen kunnen beoordelen vanuit andere normen en waarden. Concreet betekent dat dat een waardenrelativist niet iets kan zeggen als “vrouwenbesnijdenis is slecht”, maar wel “vanuit die en die waarden (bijvoorbeeld de mensenrechten, of het principe van streven naar zo weinig mogelijk leed) is vrouwenbesnijdenis slecht. Wat dat niet betekent, is dat alle meningen gelijk zijn. Het betekent wel dat ingrijpen om bijvoorbeeld minder vrouwenbesnijdenissen te hebben, altijd een beetje een paternalistische machtsgreep is, een beetje opleggen van je eigen wil aan de ander, maar ook niet meer dan een beetje. Er blijft altijd zoiets als een morele overtuiging, gelukkig maar. Het besef dat er altijd machtsuitoefening plaatsvindt, is juist een voordeel voor het moreel gevoel. Het maakt een redenering mogelijk als “verdorie, ik weet wel dat ik mijn eigen wil opleg aan iemand anders, maar ik doe het toch, want ik kan echt niet leven met het idee dat dit of dit gebeurt”. Het kan misschien zijn dat alle meningen vanuit een overkoepelend gezichtspunt gelijk zijn, maar dat kan de relativist niet schelen, want volgens hem bestaat een overkoepelend standpunt gewoon niet. Wetenschappelijk relativisme doet iets wat daarop lijkt. Het argumenteert niet dat alle meningen of theorieën gelijk zijn, maar wel dat de waarheid of valsheid van theorieën gerelateerd is aan andere dingen, bijvoorbeeld andere theorieën, menselijke belangen, sociale invloeden,… (hier zijn nogal wat verschillende meningen over). De ene theorie (bijvoorbeeld Darwinisme) is dus niet beter dan de andere (bijvoorbeeld creationisme) omdat de ene waar is en de andere vals, maar wel omwille van het feit dat ze beter complementair is met andere theorieën (in dit geval bijvoorbeeld geologie, chemie,…), simpeler is (in het creationisme moet je voor elk beest een ad hoc uitleg verzinnen),… Ook nu weer: vanuit een Het Veer
www.vgkgent.be
25°jaargang, examenveer 2007-2008
56
overkoepelend standpunt lijken ze misschien gelijk, maar het punt van de relativist is juist dat dat standpunt niet bestaat. Waar of vals zijn gewoon namen die we aan betere of slechtere theorieën geven, en zijn, net als die theorieën, aan verandering onderhevig. And here postmodernism kicks in. Relativisme bestaat namelijk al langer dan vandaag, maar postmodernisme geeft er nog iets extra aan. Het gaat niet alleen in de ene richting (wat overeenstemt met sociale omstandigheden, andere theorieën, noemen we waar) maar ook in de andere: wat we als waarheid beschouwen, stemt altijd overeen met sociale omstandigheden, en is zelf een sociale factor. Ik heb het hier alleen over sociale omstandigheden, omdat dit het thema is van de voor historici misschien wel interessantste filosoof van de tweede helft van de twintigste eeuw, Michel Foucault. Volgens Foucault speelde de inhoud van het begrip waarheid en het belang dat er aan gehecht wordt een essentiële rol in de creatie van de moderne samenleving. Waar in de Middeleeuwen mensen die een beetje raar deden min of meer geaccepteerd werden, zonder dat men zich afvroeg wat er nu precies met hen aan de hand was, heeft men in de Nieuwe en Nieuwste tijden een heel apparaat ontwikkeld (de moderne psychologie en criminologie) om over deze mensen waarheden te produceren en ze op basis van die waarheden “op te sluiten” in instellingen en uit te sluiten uit de maatschappij. Wil dat dan zeggen dat psychologische en criminologische categorieën allemaal zever zijn? Nee, ze zijn waar in elke mogelijke zin van het woord. Het verschil tussen de aanpak in de Middeleeuwen en die uit de achttiende en negentiende eeuw is niet dat de ene een foute theorie is en de andere een ware, maar wel dat bij de ene aanpak waarheid geen rol speelde, en bij de andere wel. De waarheid is dus niet iets dat zomaar ontdekt of geconstrueerd wordt, maar iets dat(onbewust) sociaal gebruikt wordt als “wapen” door machthebbers. Het ontstaan van psychologische of criminologische onderverdeling en typologieën is dus wel degelijk een ontdekken of construeren van waarheid geweest, maar zeker niet enkel dat, het stond zelf niet buiten de geschiedenis, maar maakte er deel van uit, en speelt dus een rol in, bijvoorbeeld, machtsrelaties. Wat is nu het punt van dit alles? Filosofie is niet alleen postmodernisme, postmodernisme is zeker geen solipsisme, ook geen subjectivisme of constructivisme. Wel relativisme, maar geen relativisme in de zin van “ieder zijn eigen mening”. Wel relativisme in de zin van: “ook de historicus hemzelf en zijn concepten zijn historisch bepaald, ze spelen een rol in de maatschappij, en ze veranderen. Nog een voorbeeldje van diezelfde Michel Foucault. Je hoort nogal eens dat homoseksualiteit in de Oudheid algemeen geaccepteerd werd. Probleem is dat als we hiervan uitgaan, de situatie er nogal raar uitziet: seks tussen mannen kon soms wel en soms niet, en seks tussen vrouwen nooit. Op het eerste zicht lijken die antieken een bende inconsequente onnozelaars. Foucault dacht van niet. Het punt is volgens dat onze moderne categorie “seksualiteit”, die we gebruiken om geschiedenis te schrijven over de oudheid, veranderd is. Tegenwoordig Het Veer
www.vgkgent.be
25°jaargang, examenveer 2007-2008
57
categoriseren we seksualiteit naar object en subject (vrouw met man, man met man, vrouw met vrouw, man/vrouw met dier, man/vrouw met dooie man/vrouw,…), maar toen niet. De antieken deden dat ten eerste naar houding (actief of passief) en ten tweede naar maatschappelijke rol. Wat Foucault nu gedaan heeft, is een typologie gemaakt op basis van deze opvatting in plaats van onze moderne, waardoor de antieken plots wel consequent bezig leken. Welke van die twee opvatting is nu waar? Geen idee, vanuit ons hedendaags standpunt hadden de antieken een foute opvatting over wat seksualiteit is, vice versa hebben wij dat. In feite maakt het niet uit wat waar is en wat niet. Betekent dit nu toch dat er geen historische waarheid bestaat? Nee, er bestaat wel degelijk historisch waarheid. Jan Zonder Vrees is geboren in 1371, niet in 1370 of in 1372. Dat is een historisch feit. Het is waar. Het is ook opnieuw relatief, namelijk aan onze jaartelling. In de Islamitische jaartelling is Jan Zonder Vrees geboren (als ik het goed heb) in 739. Is één van de twee nu fout? Neen, het maakt op zich geen bal uit welke je gebruikt. We zeggen dat “Jan Zonder Vrees is in 1371 geboren” historisch waar is, omwille van relatieve argumenten. Ten eerste omdat al onze andere data in dezelfde jaartelling staan. Ten tweede, nog belangrijker, omdat we überhaupt dergelijke data hebben. Moesten we geen andere jaren hebben, zouden we “Jan Zonder Vrees is geboren in 1371” niet als waar beschouwd worden. We kunnen dit enkel doen, omdat we bij “Jan Zonder Vrees is geboren in 1371” impliciet bij denken “hij is dus niet geboren in 1370, niet in 1372, hij is na Karel De Grote geboren, voor Karel V,…” Het zijn dus die impliciete bijbedenkingen die ervoor zorgen dat de geboorte van Jan Zonder Vrees in 1371 een historisch feit is, niet “Jan Zonder Vrees is geboren in 1371” op zich. Op zich betekent “Jan Zonder Vrees is geboren in 1371” evenveel als “Jan Zonder Vrees is geboren in &ç!&” Het is dit wat postmodernisten en filosofen in het algemeen bedoelen wanneer ze zeggen dat waarheid relationeel is ten opzichte van bijvoorbeeld taal en concepten. Bij Jan Zonder Vrees maakt dat misschien allemaal niet veel uit, maar er zijn er andere (seksualiteit dus) waar dat wel degelijk zo is. Daarom, beste historica of historicus, heb geen schrik van postmodernisme en zeker niet van filosofie in het algemeen. Ze zullen niet bijten, ze willen alleen maar helpen. Anton ‘the sound of one hand clapping’ Froeyman
Het Veer
www.vgkgent.be
25°jaargang, examenveer 2007-2008
58
Dies Natalis Debat: over het nut van geschiedenis en het nut van Bart de Wever De avond startte onder een slecht gesternte. Het was immers voor een keer niet Marc Reynebeau, die afbelde, maar de lieftallige Annelies Beck. Damn you, Marc Reynbeau, deze reken ik je zwaar aan. Uitwendig leek Wouter Bellini, onze debatpraeses, op de rand van -of midden in- een zenuwinzinking, maar achter de gammele façade was hij zonder twijfel ijzig kalm en gedecideerd. Anton Froeyman, ex-scriptor van de VGK, werd in zeven haasten als moderator geregeld. Of er op de Blandijn wetenschappers rondlopen? Daaromtrent zou men de komende twee uur in alle geval de schijn trachten hoog te houden. Dat er weinig tot geen technici of stielmannen zijn, dat staat dan weer als een paal boven water. Meer dan twee micro’s per auditorium inschakelen? Ho maar, waarom vraag je ons niet meteen om een raket naar de maan te sturen? Kokette onkunde. Charmant. Dit soort debat placht je al eens in een contemplerende bui te brengen en Anton was het eerste slachtoffer van mijn schouwende oog. Ik kon empirisch vaststellen dat hij gedurig met vingers of pennen zat te tikken. Een teken van zenuwachtigheid? Bij ieder ander mens: ja. Maar Anton valt niet in een hokje te stoppen, misschien is tikken wel zijn manier om te signaleren dat hij zich comfortabel voelt. Een eerste epistemologische horde en ik lag al meteen tegen de vlakte. Toen wist ik dat het een moeilijke avond zou worden, oog in oog met de kenbaarheid der dingen. Het begon alvast veelbelovend. Berber Bevernage rakelde enkele sappige anekdotes op over het opgraven van Oude Vlaemsche Helden om te illustreren hoezeer het verleden in sommige bewegingen, in casu het Vlaams-nationalisme, een sterk legitimerend karakter heeft. Reynebeau met de aanname, obviously. Waarna de lange loenser een één-tweetje opzet met Gaus die wist te melden dat het Vlaamsnationalisme een necrofiele strekking was en één voor bompa’s bovendien. Terloops werd halvelings geponeerd dat de gewest –en gemeenschapsvorming er gekomen is om minder begaafde politici genre Hugo Schiltz ook een plekje te gunnen onder de zon… Reden genoeg voor onze scriptor, met zijn wrange humor immer bewaker van het pluralisme van de kring, om op zoek te gaan naar een NVA-kiezer om het verslagje van het debat te schrijven. “Heb jij voor de N-VA gestemd?”, vroeg hij me op de man af. Ik zei dat ik voor de “goei” had gedaan en dat volstond blijkbaar… Bon, je kan tegenwoordig geen krant openslaan, naar een debat gaan noch een Flamand de service een microfoon onder mond schuiven of Bart De Wever wordt gedist dat het een aard heeft. Niettemin was het debat doordrongen van de door hem gepopulariseerde culinaire beeldspraak. Mixers en mayonaise om maar twee Het Veer
www.vgkgent.be
25°jaargang, examenveer 2007-2008
59
van de metaforen te noemen. Er ontspon zich een geanimeerde edoch beleefde polemiek tussen Bevernage en Gaus. Iets in verband met het al dan niet hanteren van een ethische bril in de geschiedschrijving. Gaus vond dat niet verzoenbaar met de definitie van wetenschap en gelijk had hij, dat is nogal wieddes. Door zo’n oude knar op emiritaat laat ik me niet overklassen, moet Bevernage gedacht hebben en hij retaliëerde ongenadig door een resem hoog-geleerde namen op het nietsvermoedende publiek los te laten. Persoonlijk voel ik er weinig voor om de halve cursus Historische kritiek nog eens als een bommentapijt over me heen te krijgen, dus u beeldt zich mijn consternatie in toen ik de gezellin van Berber zag. Al naargelang de geijkte maat die u prefereert, zou ze twee duimen omhoog, vier en een halve ster, code orange of 9 op 10 krijgen. Welaan dan, baat het niet, dan schaadt het niet: Foucault! Derrida! Lévy-Strauss! Weber! Castells! Bourdieu! Durkheim! Elias! Wallerstein! Marx! Huysentruyt! Pirenne! Blockmans! Ranke! Parssons! Zamenhof! Dames, bel me. Gaus had het in de loop van het debat een enkele keer over geschiedenis als humane wetenschap. Jammer genoeg elaboreerde hij ditmaal niet, want zijn bekommernis om het wetenschappelijke gehalte van geschiedenis en geschiedenis als menswetenschap leek zeer oprecht. De bijbel leert ons dat het onkies is om de eerste steen te werpen, als je zelf niet zonder zonde bent. Daarom een klein citaat van Reynebeau over Gaus uit De Standaard: “Want waarom doet de mens wat hij doet? Niet omdat hij dat hoogst individueel heeft beslist, maar omdat hij daartoe een reden heeft. Zijn gedrag wordt, zoals Gaus schreef, 'in ruime mate bepaald door de omstandigheden waarop hij reageert en moet reageren'. De mosterd daarvoor haalde hij, denk ik, bij Freud en diens lustprincipe: mensen willen zich ontdoen van wat bij hen negatieve gevoelens opwekt.” Een teen ver in de 21ste eeuw durft niemand nog op basis van Freud wetenschappelijkheid claimen en dat is geheel terecht. Het is nochtans een haalbare sprong van wat Reynebeau nogal knullig als het lustprincipe omschrijft naar het hard wetenschappelijke mechanisme dat in de evolutieleer van Darwin wordt beschreven, een mechanisme dat je met de ethische bril van Bevernage gerust boosaardig zou kunnen noemen. We zijn inderdaad gebonden door omstandigheden. Omstandigheden van 1000’en jaren geleden bepalen ons door natuurlijke selectie of en op de omstandigheden van vandaag reageren we met de eigenschappen die we in onze lange wordingsgeschiedenis hebben verworven, of het nu een xenofobe reflex is of ons prachtige verstand. Helaas, net als het Vlaamsnationalisme was het (sociaal)darwinisme fout in de oorlog. Het verleden loslaten is vaak niet gemakkelijk, zo blijkt. Maar in deze is het wel de Gaus die fout heeft gekozen Het Veer
www.vgkgent.be
25°jaargang, examenveer 2007-2008
60
Gaus kan terugkijken op een prachtige carrière, hij was de man die de Gentse politieke wetenschappen uit het verdomhoekje haalde. Intellectueel stond hij aan de wieg van proffen als Hendrik Vos, Rik Coolsaet en het absolute vlaggenschip van de faculteit Pol&Soc: Carl Devos. Een kind van de vader, die laatste, zoals hij met een aura van wetenschappelijkheid hij al vier maand lang in ieder denkbaar medium verkondigt dat er binnen twee weken écht wel een regering zal zijn. Weinig vaste grond onder de voeten belet politicologen niet vaak het spreken. Niettemin was Gaus de ster van het debat. De jaren deden het Heilige Vuur van verontwaardiging in hem niet doven. Met een profetische boosheid die vandaag oubollig aandoet, verdedigde hij zijn standpunten. Het zijn mannen als Gaus die Kerk en goegemeente zo hard in de weke delen trapten, die voor onze generatie alle revolutionaire strijden gestreden zijn. Wegens geen noemenswaardige tegenstand meer. Helmut wou niet pronken met zijn eigen verdienste en deed dan ook nogal schamper over het gebrek aan kritische ingesteldheid en strijdvaardigheid bij de jeugd. De bon mot zijnde dat we beter in een boeddhistisch klooster zouden gaan wonen. Toevallig heeft de neurologie, een échte wetenschap, daar wel iets over te zeggen. Dat boeddhisten zeer gelukkige mensen zijn namelijk. Kritische zin, uiteraard. Maar af en toe moet men zich met de dingen kunnen verzoenen. Sous les pavées, la plage? Maak dat een ander wijs. Of Clio nu in de lift zat of juist neergang meemaakte, bleef zonder eensluidend antwoord. Vermoedelijk zal ze die vraag zelf moeten beantwoorden. En wat het nut is van geschiedenis? Geen mens die het zeker wist, of de openbaring moet aan mij verloren zijn gegaan. Na afloop konden we de debaters terugvinden in café De Krawietel. Alwaar Marc Reynbeau met zijn vege knoken het dartsbord blokkeerde. Damn you, Marc Reynebeau! Naam en adres bekend op de redactie.
Het Veer
www.vgkgent.be
25°jaargang, examenveer 2007-2008
61
Ansichten eines Werkmensch Ondergetekende bevindt zich in een bevoorrechte positie. Ik heb immers het geluk om mijn zwartgallige frustraties hier te mogen uit spuwen, het te wentelen in bruin sausje van verzuring en het te serveren op een bedje van arrogante norsheid. Temeer, ik kan het zelfs satire noemen, in de daartoe geijkte vorm van een column. Maar soms moet mijn egoïsme wijken voor een waarlijk gevoel van verantwoordelijkheid. Helaas zal ik nu mijn frustraties opnieuw uiten, dit echter ten behoeve van het welzijn van u, beste student. Het is namelijk zo dat ik mij op de pagina’s van dit Veer hier soms voel als een lesbische, belgicistische, allochtone communist op een Vlaams Belang-fuif: ietwat verloren. Want – lieve Veerlezer- ik ben geen student. Niet meer, tenminste. Sinds 17 juli ben ik ingeschreven in de VDAB. Een vierletterwoord dat voor afgestudeerde historici even pijnlijk in de oren klinkt als dat ander vierletterwoord, AIDS, voor een onhygiënische heroïne verslaafde. We kennen de clichés, dames en heren. Een diploma Geschiedenis biedt evenveel job-zekerheid als 800.000 stemmen behalen in een gemiddelde Belgische verkiezing. De kerstperiode komt eraan zoals u begint te merken. Dat betekent dat u die nonkel of tante die u in een jaar weer niet hebt gezien weer zal terug zien aan de feestdis. En om de pijnlijke stiltes tussen de lichtjes bedorven kalkoen en de al helemaal kwalijk riekende grootouders op te vullen, zullen oom- of tantelief ongetwijfeld informeren naar de studie die u heeft gekozen. Als u eerlijk bent, en als historicus heeft u geen andere keuze, en zegt dat u voor de richting Geschiedenis heeft gekozen, verwacht u dan maar aan een smalende grijns, een klopje op de schouder en de woorden: “veel succes op de arbeidsmarkt, jongen/meisje”. Gelukkig heb ik vrij vlug werk gevonden. Maar het is dan dat de ellende pas begint, beste studenten! Ik zou u daar toch graag voor willen waarschuwen. Mezelf dan ook beschouwend als een koninklijk verkenner, een ontmijner die het veld wordt ingestuurd om te wijzen op bepaalde pijnpunten in het leven van de werkmens. Hieronder dan ook een verslag van mijn ervaringen tot dusver als student-af en werkmens, nu reeds drie maanden. Laten we beginnen met de clichés van het student zijn enerzijds, dat van de werkmens anderzijds. De student. De student heeft qua levensstijl heeft veel gemeen met de jager-verzamelaar die u ongetwijfeld in de lessen pre- en protohistorie bent tegengekomen. Een vaste woonst is een ongrijpbare illusie. Om het jaar wordt immers vaak van kot gewisseld. De student heeft geluk als hij überhaupt een bed, stoel en tafel tot zijn woonraad kan rekenen. Zelfs in Abu Graib had men die luxe. Net als de jager-verzamelaar is een vast levenspatroon met een rigide structuur hem vreemd. Deadlines zijn miniem en verschuifbaar. Voedsel wordt fouragerend en improviserend verkregen, hoewel er gretig uit de PPPvoedselpiramide wordt geplukt: pitta, pizza en pintje. Een opstaansritueel bestaat niet echt. De morgenstond heeft misschien goud in de mond, maar niet voor student. Die is al tevreden met het zilver van de middagstond.
Het Veer
www.vgkgent.be
25°jaargang, examenveer 2007-2008
62
Niet zolang geleden genoot ik van die voortreffelijke levenswijze. Maar nu ik werkzaam ben in Lint ( nabij Kontich: in de vuile driehoek: Kontich, Reet en Aartselaar): bestaat de werkdag uit de onverbiddelijke wekker om 7u, het nemen van de trein om 8u in Gent, voorafgegaan door de dagelijkse strijd om een zitplaats met de medependelaars. Vervolgens een uur gesnurk, irritante beltoongeluiden en ditto late ontbijters ( moet die garnaalsalade nu echt?). Dan 8u werken zonder al te veel energie. Het hoogtepunt is de lunch en een occasionele sanitaire pauze. ’s Avonds proberen we dan de aansluiting te halen naar Gent, hoewel de NMBS hier helaas niet altijd constructief medewerkend is. Vervolgens komen we dan toe op ons appartement rond 19u -19u30u. Een avondje uitgaan zit er helaas niet in omdat je doodmoe bent en: morgen weer vroeg dag! Even volgende weetjes meedelen: Verlofdagen op een jaar: 20. Overuren: niet terugbetaald Dominerend accent: Antwerps Koffie: bevroren Rode Pelikaan Hoofdredacteur: separatist Personeelsverantwoordelijke: marginaal Antwerps wijf van rond de veertig die denkt dat ze 20 is en zich daar helaas naartoe kleedt. Heb ik dus finaal het pad genomen die leidt naar het bestaan van de verzuurde Vlaming? Kakkend op zowel de overheid als de privé? Vloeken op de trein of schuimbekkend in de file? Morrend aanschuivend in de supermarkt net voor sluitingstijd? Oogwallen die vervaarlijk richting nek opschuiven? Het zo druk hebben dat ik geen tijd heb om “druk, druk, druk” te zeggen als antwoord wanneer iemand vraagt hoe het is op het werk? Wenkt een ideologische verschuiving in mijn partijvoorkeur? Uiteraard niet, beste studenten. In het secundair onderwijs moesten wij ook vroeg op, nietwaar? En er zijn ook voordelen aan het werken: zoals daar zijn: het loon. Culinair kan me iets meer dan de Brug veroorloven en het laat ook een snobistisch eetpatroon toe. Geen fruitsap, maar Tropicana. Geen spuitwater, maar Perrier. Geen koffie, maar Jacquemotte. En die kaviaar om 7.30u maakt het vroege uur wel goed. Dat met enkel een startersloon van 1300 netto. Kunt u nagaan. Frederik ‘Fedde le Grand’ Descamps Colofon Doek valt. Applaus op alle banken. Ramón wil zijn redactie graag bedanken voor hun toewijding en passie. Doek open voor de ovatie: Dries Dehaudt, Thibaut Maes, Willem Migom, Ruben Cassiman, Pieter de Reu, Jeroen Wijnendaele, Nina Oosting, Ellie Bellie, Frederik Descamps, Evy Bauwens, Frederik Dhondt, KOENRAAD, Yorick Matthys en de lintjesdragers. Ramón luvs you, darlings! Het Veer
www.vgkgent.be
Ereleden V.G.K. 2007 – 2008 Professoren
Pro-senioren
Prof. Dr. Boone Marc Prof. Dr. de Hemptinne Thérèse Prof. Em.. De Meulemeester Johnny (67-68) Prof. Dr. De Ridder – Symoens Hildegarde Prof. Dr. Devos Isabelle Prof. Dr. Martyn Georges Prof. Em .Milis-Proost Ludo (59-60 Prof. Dr. Prevenier Walter Prof. Dr. Thoen Erik Prof. Dr. Van Melkebeek Monique Prof. Dr. Velle Karel Prof. Dr. Verboven Koen Prof. Dr. Vermeir René
Vanheuverbeke Karl (95-96) Beelaert Wim (96-97) Debaenst Bruno (97-98) Burm Raf (98-99) Decaluwé Michiel (98-99) Van Malderen Hilde (99-00) Corné Tom (00-01) Missinne Ruben (02-03) Danniau Fien (03-04) Verplancke Joachim (04-05) Annemans Freija (05-06) Vermeulen Bregt (06-07)
Assistenten & Medewerkers
Pro-praesidium
Aerts Koen Buerman Thomas Colyn Claudine De Doncker Tim De Mey Lieve Smeulders Ludo Vanslembrouck Nele Verbruggen Christophe Vrints Antoon
Billiet Wouter Brunet Bo Buylen Binou Castryck Geert De Bruyne Laila Dedobbeleer Willem de Meyer Michael De Pauw Bruno Descamps Frederik De Vos Frederik Fockedey Stijn Froeyman Anton Gevaert Jürgen Kerckhaert Christophe Lampe Jürgen Lerno Emmanuel Pittoors Jeroen Ronsse Stijn Schatteman Kirsten Schoutteten Koen Urmel Ralph Vanbelleghem Dries Van Belleghem Kim Van De Kauter Gerd Van Den Bossche Barbara Van den Driessche Hélène Van Der Herten Greet Van de Sompele Leen Van Raemdonck Timothy Wijnendaele Jeroen
Bevriende Kringen Filologica Kunsthistorische Kring Oosterse Afrikaanse Kring Slavia Sympathisanten Amber (Tim en Kurt) Familie De Clercq Lauwaert Bernard Van den Berghe Carl Sterck Marnix & De Stercke Erika Van den Berghe Carl Van Overschée Jan-Frederik