augustus 2009
In deze krant Voorwoord
1
Gedeputeerde Tom Troch: nieuwe subsidies voor leefbare gemeenten
Het project Far-West: hoe zat dat ook alweer?
1
Participatie van huurders in een renovatieproject
Vilvoorde Far-West: de verhuis in fase 2
2
Een bewonersvergadering lost problemen op
Een nieuw seniorencomplex in Far-West
2
Toekomstige bewoners adviseren
Far-West Leeft!
3
Nog steeds broodnodig
Far-West leeft! editie 2008
3
Met Theatergroep Far-West terug naar een legendarische traditie
12 september 2009: afspraak in Far-West!
3
Tentoonstelling en boek over de geschiedenis van Far-West
Het leven in de wijk, gisteren en vandaag
4
Een historisch onderzoek van de tuinwijk Maurits Duché
Een druk jaar voor huurdersgroep Pallieter
4
De huurdersgroep groeit stilaan uit tot een begrip in de wijk
VIVAS
5
Het netwerk van sociaal huurders in Vlaanderen
Het project in Kraainem
6
Na vier jaar stilaan op zijn eind ...
Sociaal huurders als afvalvrijwilligers:
6
Tien sleutels voor succes
Hoe het Begijnhofcomité steeds zelfstandiger wordt
6
Begijnhoffeesten 2008: van twee naar drie dagen
Samen kunnen we bereiken wat alleen niet kan!
Beste lezer, De Projectkrant die voor u ligt is het lezen waard. Ze beschrijft het reilen en zeilen in verschillende wijken in Vilvoorde en Kraainem. Ook de lezer die elders woont, raad ik deze krant graag aan. De bewonerswerking inspireert om ook in andere buurten samen de handen uit de mouwen te steken. In deze krant leest u ook hoe met Vivas een netwerk van sociale huurders in Vlaanderen wordt uitgebouwd: “Het is belangrijk dat bewoners betrokken worden bij alle initiatieven die de leefbaarheid kunnen verhogen. Op sommige plaatsen speelt de sociale huisvestingsmaatschappij zelf een voortrekkersrol. Nog vaker worden plaatselijke bewonersinitiatieven getrokken door het opbouwwerk, of ontstaan ze op eigen kracht door de bewoners zelf”. Ook de provincie steekt een tandje bij. De provincie Vlaams-Brabant wil dat het aangenaam wonen blijft in heel de provincie, maar vooral ook in de verstedelijkte buurten en sociale woonwijken. De provincie stelt graag subsidies ter beschikking aan gemeenten, OCMW’s en sociale huisvestingsmaatschappijen voor projecten die de fysieke omgeving in deze buurten en wijken opwaardeert en zo ook de leefbaarheid verbetert. Een speeltuintje, een buurtlokaal gezellig inrichten, extra groen in de straat, een opruimactie van zwerfvuil, een infobaken, ... : tal van projecten zijn te bedenken die een buurt of wijk aangenamer maken. Buurtbewoners blijven niet aan de zijlijn staan, zij krijgen de kans om samen met de gemeenten, OCMW’s en sociale huisvestingsmaatschappijen de projecten mee uit te denken en te realiseren. Door participatie van de buurtbewoners zijn de slaagkansen van projecten immers het grootst en kunnen projecten ‘de blikvangers’ worden in
de buurt. Concreet zullen er subsidies aangevraagd kunnen worden voor de materiële realisatie van projecten om de openbare ruimte te verbeteren en gemeenschapsinfrastructuur in te richten. Het subsidiebedrag per project bedraagt maximum 80% van de kosten en ten hoogste 20.000 euro. Projecten in volgende gemeenten komen in aanmerking : Beersel, SintPieters-Leeuw, Drogenbos, Dilbeek, Wemmel, Grimbergen, Vilvoorde, Machelen, Zaventem, Kraainem, WezembeekOppem, Tervuren, Asse, Halle, Aarschot, Diest en Tienen. Met dit nieuwe reglement wil de provincie Vlaams-Brabant inspelen op een acute nood en er zo voor zorgen dat het in heel de provincie aangenaam wonen blijft. Het is nu aan plaatselijke initiatieven om aan de slag te gaan. Tot slot vraag ik uw aandacht voor de publicatie Far West leeft! Het is het resultaat van een historisch onderzoek in opdracht van de provincie. Amsab stelt de publicatie voor op 12 september met een groot feest in de wijk Far West te Vilvoorde. U leest er meer over in deze krant en... u bent van harte welkom ! Tom Troch
Gedeputeerde Provincie Vlaams-Brabant
7
Een gesprek met Elk Zijn Huis - zaakvoerder Roel Moens
Dijledal Leuven: een toegankelijke huurderskrant
8
De huurders en de huisvestingsmaatschappij werken samen
Luisteren: een verleerde kunst?
8
Waar partners naar elkaar luisteren, groeien begrip en oplossingen
Colofon
8
[Vilvoorde]
Het project Far-West: hoe zat dat ook alweer? Sinds 2003 is Riso Vlaams-Brabant aan het werk in de legendarische wijk Far-West, een sociale woonwijk in Vilvoorde waar een renovatieproject aan de gang is. Samen met de huisvestingsmaatschappij Inter-Vilvoordse en de huurders bekijkt Riso hoe participatie in een renovatieproject gerealiseerd kan worden. Tijdens de voorbije jaren werden al een hele reeks bewonersvergaderingen en huisbezoeken georganiseerd. Samen met de stedelijke wijkmanager coördineert Riso ook Far-West Leeft!, een project dat de fysieke en sociale leefbaarheid in deze wijk-in-renovatie tracht te verbeteren.
Huurders geven advies bij de renovatieplannen In de krant van vorig jaar vertelde Frederik Van Nuffel, de zaakvoerder van Inter-Vilvoordse, dat hij het “als de opdracht en de plicht van een huisvestingsmaatschappij” beschouwde “om zoveel mogelijk mensen bij een renovatieproject te betrekken”. In 2008 maakte de participatie een grote sprong voorwaarts: huurders werkten mee aan de organisatie van de infovergadering en gaven advies bij de plannen van de architect.
Zaakvoerder en architect geven de voorzet Zowat 25 huurders trokken in maart 2008 naar het dienstencentrum voor de startvergadering van de adviesronde. Het masterplan en de timing werden toegelicht door de zaakvoerder, terwijl de architect uitleg gaf bij de tweede fase van de renovatie. De woningen van deze fase waren weliswaar al in opbouw, maar de plannen ervan zouden ook dienen als basis voor fase 3. Na de uiteenzettingen konden de huurders vragen stellen en een advies formuleren. Natuurlijk was het niet de bedoeling dat zij de kleur de dakpannen of de badkamertegels zouden kiezen. Men wilde vooral graag horen wat ze dachten over de ruimte en het energieverbruik. Het
pa r k m e t e n k e l e wo n i n g e n ,
Fa r - We s t 2 0 0 9
Eerst duidelijkheid krijgen, dan adviseren De volgende weken trok de opbouwwerkster met de plannen op huisbezoek. Ze belde niet alleen aan bij de huurders die de vergadering hadden bijgewoond, maar ook bij alle anderen. Het hoofd van de bewoners stond echter niet naar adviezen geven. Al meer dan 10 jaar horen ze dat er ‘weldra’ gerenoveerd zal worden, maar nog steeds wisten velen niet eens in welke fase ze zouden verhuizen. Zelfs al konden ze nu zien dat de tweede renovatiefase effectief aan de gang was, de frustraties bleven knagen. Voor ze bereid waren een advies te formuleren, wilden ze eerst een antwoord op hun vragen en noden. De opbouwwerkster registreerde dus niet alleen de adviezen, maar ook alle vragen en verzuchtingen. Ze organiseerde individuele gesprekken tussen geïnteresseerde gezinnen en een medewerker van Inter-Vilvoordse. Vragen die leefden bij meer dan één gezin, werden op de agenda van een tweede bewonersvergadering gezet.
Vele vragen De vragen van de huurders gingen over alle aspecten van renovatie en verhuis: Woonzekerheid: kan ik blijven wonen en hoe lang? Kan InterVilvoordse me buitenzetten? Welke plannen heeft men met mijn woning: zal ze verkocht, gesloopt, gerenoveerd worden? In welke fase? En wanneer zal ik dat weten? De huurprijs van gerenoveerde woningen: hoeveel zal de nieuwe huurprijs ongeveer bedragen, volgens het type, de gezinssamenstelling, het inkomen? Hoeveel zal de waarborg kosten? Wanneer zal ik dat weten - waarom niet vroeger? De beschikbare woningtypes van fase 2: tussen welke woningen kan ik eventueel kiezen? Kan ik een woning krijgen met 3 slaapkamers en moet ik dan een supplement betalen? Wat zijn de keuzes (plannen) na fase 3? Enkel appartementen, ook voor grotere gezinnen? Als ik een woning weiger in fase 2, welke gevolgen heeft dat voor de toekenning in fase 3? Wat als ik weiger omdat de woning geen
[Vilvoorde Far-West, vervolg] tuin heeft? Wat als ik niet goed te been ben en ik krijg een huis in plaats van een appartement, zal Inter-Vilvoordse dan een traplift betalen? Heb ik een medisch attest nodig om een appartement op het gelijkvloers te krijgen? De mogelijkheden om de huurwoning te kopen: kan ik een woning kopen? Hoe verloopt de procedure? Wat is de koopprijs? Kan ik de kosten in mindering brengen van de herstellingen die ik zelf heb gedaan? De verhuis: kan ik een kopie krijgen van mijn oorspronkelijke plaatsbeschrijving? Welke gevolgen heeft het voor mijn waarborg als ik het niet voor elkaar krijg om mijn zolder zelf leeg te halen? Kan Inter-Vilvoordse me helpen met de verhuis? Moet ik zelf de verhuiskosten dragen? Reparaties: welke herstellingen voert Inter-Vilvoordse nog uit in de woningen die nog niet gerenoveerd zijn? Bij wie kan ik terecht met klachten over de firma die de elektriciteitswerken uitvoert?
De grote prioriteit : zuinige huizen! Vrijwel alle huurders maakten zich zorgen dat de installatie van een elektrisch kookvuur en centrale verwarming de energiefactuur enorm zou doen stijgen. En dat bovenop een hogere huurprijs! Energiezuinigheid staat dan ook als eerste op de lijst van adviezen. Riso sprak het energie-adviesbureau Dialoog vzw aan om de renovatieplannen te bestuderen en ze van een grondig en concreet energieadvies te voorzien. Inter-Vilvoordse is op vele voorstellen ingegaan. Het dak zou volgens Dialoog beter 20 centimeter isolatie met minerale wol krijgen in plaats van 15 cm. Dat voorstel werd aangenomen omdat het slechts een kleine meerkost betekent. Er komt ook een beter isolerende beglazing in het veluxraam in het dak. Voor de buitenramen en –deuren stelt Dialoog beter isolerend glas voor, maar volgens de maatschappij zou dat condens veroorzaken op de muren. We dringen toch aan om over dit voorstel nog eens goed na te denken: condens kan vermeden worden als de huurders goed verluchten. De vloeren krijgen vanaf fase 3 de voorgestelde vloerisolatie van 8 centimeter in plaats van 6 cm PUR. De verwarming wordt volgens Dialoog best uitgerust met een buitenvoeler, zodat de condensatieketel afgesteld is op de buitentemperatuur. Dit voorstel wordt door Inter-Vilvoordse nog bekeken. In de woningen van fase 2 werd al gekozen voor eengreepmengkranen, zodat er minder water en energie verspild worden. In deze woningen - en dus ook in de woningen van fase 3 - voorziet men water-
besparende toiletten. Een zonneboiler komt er niet omwille van de kostprijs. We stellen voor om toch al de nodige voorzieningen aan te leggen, zodat men later eventueel zonder al te veel moeite een boiler kan installeren. Dialoog adviseerde om regenwater te gebruiken voor toiletten, dienstkraantjes en wasmachines. Inter-Vilvoordse beslist de bestaande putten te behouden en voorziet een leiding tot in de woonst. De huurder kan dan de aansluiting maken.
Op de tweede plaats : meer ruimte De huurders drongen aan op grotere woningen met meer bergruimte binnen en buiten. Bij de renovatie worden immers niet alleen de bijgebouwen en tuinhuisjes weggehaald, ook de kelders worden dichtgemaakt. Er werden ook adviezen gegeven per type van woning: bij één bepaald type bijvoorbeeld was de slaapkamer piepklein en de living dan weer overmatig groot, bij een ander type was de keuken heel erg klein.
De huisvestingsmaatschappij geeft feedback De opbouwwerkster maakte alle vragen en adviezen over aan InterVilvoordse. Zo kon de huisvestingsmaatschappij zich voorbereiden op de tweede bewonersvergadering in mei. De medewerkers van InterVilvoordse hebben zich ingespannen om de vele vragen zo goed mogelijk te beantwoorden. Wat de ruimte-indeling betreft, werden de adviezen voor bepaalde woningtypes opgevolgd. Zo komen er tuinhuisjes bij de woningen van fase 3, en zelfs bij de woningen van fase 2 die op dat moment in renovatie zijn. Op de vragen in verband met energie werd tijdens deze bewonersvergadering nog niet gereageerd omdat de zaak nog in beraad was. De medewerkers van InterVilvoordse beloofden wel dat ze de huurders via de volgende huurderskrant zouden informeren.
[Vilvoorde Far-west]
[Vilvoorde Far-west]
De verhuis in fase 2 In september verhuisde een aantal huurders die meewerkten aan het advies. Een paar maanden eerder hadden ze te horen gekregen dat ze bij de gelukkigen waren. Voor ze hun intrek namen, mochten de buren even binnengluren.
Niet vlekkeloos… Al snel ving de opbouwwerkster een reeks klachten op: onverwacht moesten huurders zelf nog met verf aan de slag, een vloerbekleding bleek niet afgewerkt, de omheining en het tuinhuis stonden er nog niet, er waren technische klachten… Naar goede gewoonte werden huisbezoeken en een bewonersvergadering met Inter-Vilvoordse georganiseerd. De maatschappij beloofde dat ze rekening zou houden met de opmerkingen bij de uitwerking van de derde fase. Enkele gezinnen wilden bijvoorbeeld graag een afdakje aan de achterdeur. Inter-Vilvoordse zal voor zulke bouwsels een reglement opstellen. Voor de technische klachten werd meestal een plaatsbezoek afgesproken.
Gerenoveerde
woningen
Fa r - We s t 2 0 0 9
Een bewonersvergadering : zinvol voor alle partijen Dat huurders op hun gemak een probleem mogen uitleggen aan de medewerkers van de huisvestingsmaatschappij, is heel belangrijk. Ze kunnen immers niet allemaal even vlot verwoorden wat het probleem precies inhoudt. De oorzaak aangeven is nog moeilijker. Dat vormt een enorme drempel om de huisvestingsmaatschappij te bellen. Bij de voorlopige oplevering is het voor de huisvestingsmaatschappij heel belangrijk om een zicht te krijgen op alle mankementen. InterVilvoordse kan uitleggen hoe ze de klachten oplost. Daardoor krijgen ook huurders die niet met dit probleem kampen, (terecht) het gevoel dat de huisvestingsmaatschappij naar de klachten luistert. De huurders leren bij over de technische aspecten van hun nieuwe woning. Misschien hebben ze vandaag geen problemen, maar als er morgen wél iets aan de hand is, zijn ze alvast een stap verder. De aanwezigen leren van de vragen die anderen stellen. Misschien stelt de buurman of buurvrouw een vraag over iets waar ze zelf niet aan gedacht hadden of wat ze niet durfden. De huurders leren hun buren beter kennen, wat goed is voor een sterker sociaal weefsel. De technische mankementen zullen door huurders, huisvestingsmaatschappij en Riso structureel aangepakt worden vóór de definitieve oplevering. Daarover meer in de volgende projectkrant.
Opzetten
tuinhuisjes
Fa r - We s t 2 0 0 9
Een nieuw seniorencomplex in Far-West: toekomstige bewoners adviseren Een aantal arbeiderswoningen in Far-West wordt gesloopt om ruimte te maken voor een gloednieuw seniorencomplex. De huurders die als bewoners in aanmerking komen, mochten advies geven. Dat bleek geen makkelijke klus, want bij een nieuwbouw konden ze zich moeilijk iets voorstellen. De meeste bewoners namen daarom de pas opgeleverde renovatiewoningen naast hun deur als referentie. Toegankelijkheid kwam bij iedereen als een belangrijk aandachtspunt naar boven. Omdat de woningen bedoeld zijn voor senioren, wordt daarmee uiteraard rekening gehouden. Ook de bezorgdheid om de energiefactuur werd door iedereen gedeeld. Opnieuw werd Dialoog vzw aangesproken om adviezen te geven; de voorstellen zijn momenteel nog in beraad bij de huisvestingsmaatschappij.
Far-West leeft! nog steeds broodnodig [Vilvoorde Far-West]
De huurders en andere bewoners van Far-West leven al een tiental jaren met renovatieplannen en structurele leegstand. Ze wennen eraan, maar een lachertje is het niet. Samen met de wijkmanager startte Riso in 2005 het project Far-West leeft!, bedoeld om de wijk op te fleuren, de desolaatheid van de leegstaande panden te verdrijven en de sociale cohesie te versterken. Riso hoopte zo ook huurders te bereiken die nooit naar formele vergaderingen zouden komen. Nieuwe buren : de wijk verandert…
Grenzen overstijgen
De ‘zittende’ huurders genoten voorrang voor de woningen van fase 2, maar in september moesten — omwille van een rationele bezetting — enkele woningen toegekend worden aan kandidaat-huurders van buiten de wijk. Bovendien werden het afgelopen jaar heel wat privéwoningen in de buurt van het Duchéhof verkocht. De ‘oude’ huurders zijn met de buurt vergroeid; de komst van nieuwe, vaak allochtone buren brengt een niet te onderschatten verandering mee. De instroom verliep dan ook niet vanzelfsprekend. Werken aan sociale cohesie blijft een must.
Sommige activiteiten van Far-West leeft! borrelen op vanuit de buurtbewoners, andere krijgen een voorzet van de professionele werkers. Er worden zoveel mogelijk georganiseerde en niet-georganiseerde mensen aangesproken. Zo hebben in het verleden al individuele bewoners, de lokale scholen, de muziekacademie, de Chiro en KAV van Far-West, de bewonersgroep van de wijk, het wijkcomité, het dienstencentrum van het OCMW, de groendiensten van de stad en last but not least de huisvestingsmaatschappij meegewerkt. De opbouwwerkster en de wijkmanager proberen de gevestigde grenzen te overstijgen en mensen te doen samenwerken die dat spontaan nooit zouden doen. Ze grijpen elke kans aan om de doelstelling van het sociaal-artistieke project Far-West leeft! op een creatieve manier te bereiken. Zo liep al een kunstroute door de wijk, kreeg het centraal gelegen park een opknapbeurt, waagde men zich aan een buurtfeest en een poëziewedstrijd, werden er bloemen gezaaid en geplant, werkten bewoners mee aan een nostalgische tentoonstelling over de wijk,…
[Vilvoorde Far-West]
[Vilvoorde Far-West]
Far-West leeft! editie 2008:
12 september 2009
een fijn winterfeest en toneel in de tuin
afspraak in het historisch hart van Far-West
Omdat in 2008 een jubileum werd gevierd, had het wijkcomité van Far-West wel zin in een extraatje. Zo rijpte het plan om naast de zomerkermis ook een winterfeest te organiseren. Het comité trok met de jeneverkar door de wijk en lokte mensen mee naar het wijkcentrum, waar een stapel warme pannenkoeken wachtte. Het werd een rustig en gezellig feest. Meer moet dat soms niet zijn… Wi n t e r f e e s t Fa r - We s t 2 0 0 9
Theatergroep Far-West : terug naar een legendarische traditie Maar soms hebben de bewoners ook grotere dromen. Naar aanleiding van de nostalgische tentoonstelling was het mythische theaterverleden van Far-West uitgebreid aan de orde geweest. Zeven bewoners voelden zich geïnspireerd en staken de hoofden bijeen om een theatergroep op te richten. In samenwerking met het sociaalartistiek gezelschap Cie Tartaren werd een try-out georganiseerd in de achtertuin van een leegstaande woning. Als decor kon dat tellen: het bijna 100 jaar oude huisje zorgde voor heel wat sfeer. Het publiek zat op stoelen in de tuin, onder de paraplu’s van de buurvrouw. De voorstelling trok twee keer ‘een tuin vol’ en een vervolg was dan ook een logische stap. Cie Tartaren engageerde zich voor de regie en de procesbegeleiding van een volledige voorstelling. Na een half jaar hard werken speelde theatergroep Far-West in december het stuk ‘Zeppelin’. Far-West Leeft! zou echter Far-West Leeft! niet zijn wanneer enkel de zeven spelers de boel zouden entertainen. Heel wat meer figuranten stonden in de spotlights: de Vilvoordse dansgroep, Afrikaanse zangers en ‘gewone’ bewoners. Ook voor de vestiaire en de kassa konden we op Far-Westenaars rekenen. De kermis van de voorstelling werd ‘in het echt’ verdergezet. Kermiskraampjes met hapjes en drankjes werden bemand door leden van lokale verenigingen en bewonersgroepen. Tot slot werd er ook nog uitbundig gedanst. De voorstelling was drie keer uitverkocht, tot grote tevredenheid van spelers, figuranten, vrijwilligers en publiek. Theatergroep Far-West is officieel gelanceerd!
ensen
samenbrengen
kan
op
vele
manieren. Dit jaar vonden we een partner in de provincie Vlaams-Brabant en in het Amsab-Instituut voor Sociale geschiedenis uit Gent. Zij werkten samen aan een publicatie en een tentoonstelling over de wijk. Heel wat huurders en andere bewoners werden bij dit historisch onderzoek betrokken. Ze deden hun graag hun zegje en haalden talloze herinneringen op. Met Far-West Leeft! willen we het resultaat van dit onderzoek mee helpen vieren. Op de dag waarop de tentoonstelling wordt geopend en het boek wordt voorgesteld, organiseren we een buurtfeest. We koppelen er ook zelf een tentoonstelling aan vast met lokale kunstenaars. En een echt wijkfeest, zoals dat hier volgens de geschiedschrijving sinds mensenheugnis bestaat! Riso en de bewoners van Far-West nodigen u uit voor het buurtfeest op zaterdag
Info over het onderzoek, reservaties van groepsbezoeken aan de tentoonstelling: Annelies Tollet
[email protected] 09 2336711 Provincie Vlaams-Brabant Dienst cultuur
[email protected] www.vlaamsbrabant.be/cultuur 016 26 76 05
12 september. Beide tentoonstellingen kunnen vrij bezocht worden op zaterdag 12 september van 14 tot 18 uur en zondag 13 september van 10 tot 18 uur. De tentoonstelling is nadien enkel te bezoeken op afspraak van 14 tot en met 19 september 2009.
Dialoog vzw
Op zoek naar een energie - advies?
Remylaan 13 3018 Wilsele 016/23 46 49 www.dialoog.be
[Vilvoorde Far-West]
Het leven in de wijk, gisteren en vandaag Een historisch onderzoek van de tuinwijk Maurits Duché Vier Vlaamse archiefinstellingen kregen van de provincie VlaamsBrabant de opdracht om een thema te onderzoeken uit de 19de en 20ste-eeuwse geschiedenis van Vlaams-Brabant. Het Amsab-Instituut voor Sociale Geschiedenis koos voor het thema volkshuisvesting en concentreerde zich op de Vilvoordse wijk Far-West. De kern van deze buurt is de historische tuinwijk Maurits Duché. Tuinwijken waren zeer populair na WO I, toen België oplossingen moest zoeken voor een ernstig woningtekort. Het idee kwam uit Engeland, waar Ebenezer Howard in 1902 de term ‘tuinsteden’ introduceerde in zijn werk Garden Cities of To-Morrow. Vanuit een utopische visie pleitte hij voor nieuwe geplande steden omgeven door landbouwgebied en groen. Toen na WO I in België meer dan 100.000
huizen heropgebouwd moesten worden, zagen socialistisch en modernistisch geïnspireerde architecten heil in tuinwijken, de afgeslankte versie van tuinsteden. Vooral coöperatieve huurdersverenigingen en sociale huisvestingsmaatschappijen zouden opdrachtgevers worden. In Vilvoorde gaf de sociale huisvestingsmaatschappij ‘Foyer Vilvordien’ de opdracht tot de bouw van een nieuwe wijk. Het verhaal van de Far-West gaat over het ontstaan van en het leven in een wijk, zowel gisteren als vandaag. We combineren een historisch luik met portretten van huidige bewoners. Het resultaat van dit onderzoek - een publicatie en tentoonstelling - wordt voorgesteld op 12 september. De tentoonstelling zal gehuisvest worden in twee oorspronkelijke woningen van de tuinwijk. De opening vindt plaats op de vooravond van Open Monumentendag 2009. Dat is geen toeval: de oude sociale woningen aan het Duchéhof in de wijk Far-West passen perfect in het thema ‘zorg’. Annelies Tollet
(Amsab-Instituut voor Sociale Geschiedenis)
Goedele Deseyn
(stafmedewerker historische projecten Provincie Vlaams-Brabant - dienst cultuur)
Info over het onderzoek, reservaties van groepsbezoeken aan de tentoonstelling:
Annelies Tollet -
[email protected] - 09 2336711 Provincie Vlaams-Brabant - Dienst cultuur
[email protected] - www.vlaamsbrabant.be/cultuur 016 267605 Bestelling van de publicatie: €20 + verzendingskosten:
mediatheek.vlaamsbrabant.be/cultuur (vanaf 14 september)
[Vilvoorde Centrum]
Een druk jaar voor huurdersgroep Pallieter Naast de bewoners van de wijk Far-West worden ook de driehonderd gezinnen van de appartementsblokken aan de Parkstraat intensief betrokken bij het project ‘bewonersparticipatie in de sociale huisvesting’. Ook hier werkt Riso samen met de huisvestingsmaatschappij Inter-Vilvoordse. Huurdersgroep Pallieter vormt de kern van de werking.
Pallieter: stilaan een begrip in de wijk Ook in 2008 kwam huurdersgroep Pallieter maandelijks samen. Vandaag bestaat de groep uit een vaste kern van een achttal mensen. Op de vergaderingen zijn er telkens zowat 15 mensen aanwezig, uit een groep van vijftig huurders die af en toe komen. De huurdersgroep bespreekt thema’s zoals de algemene sfeer in de hoogbouwblokken, de renovatieprojecten, …. De problemen en vragen die op tafel komen, vormen de inhoud van de overlegmomenten met InterVilvoordse en voeden ook grotendeels de huurderskrant. Samen met de Huurdersbond keek de huurdersgroep de boeken van InterVilvoordse in, om te onderzoeken waar de hoge huurlasten vandaan komen. Sinds dit jaar maakt huurdersgroep Pallieter ook deel uit van VIVAS, een Vlaams netwerk van en voor sociaal huurders. De huurdersgroep groeit uit tot een begrip in de wijk. De vaste leden beginnen te voelen dat de werking haar vruchten afwerpt. Hun uitspraken liegen er niet om: ‘We worden eindelijk gehoord door InterVilvoordse’, ‘Mensen die niet naar de vergaderingen willen komen, zeggen dat het niets uithaalt. Maar wij weten dat het soms lang duurt, maar dat het uiteindelijk toch opgelost geraakt.’ ‘Als je niet positief denkt en alleen maar zeurt, dan gaat er ook niets vooruit!’ ‘Mijn buurvrouw is voor de eerste keer meegekomen naar de vergaderingen. Ze weet nog niet goed wat ze moet doen. Ze weet soms niet dat ze eens haar mond moet houden en ook naar anderen moet leren luisteren. Maar dat komt wel.’ ‘Mijn buren weten dat ik bij de huurdersgroep ben en ik moest een probleem van hen voorleggen.’ ‘Mijn buren zeggen ook dat ik hun problemen op de huurdersvergadering moet vertellen. Maar ik heb hen gezegd dat ze zelf moeten komen. Ze doen niet anders dan zeuren, maar zelf tot hier komen, dat doen ze niet.’ De huurderskrant : een efficiënt communicatiekanaal In 2008 maakte de huurdersgroep Pallieter, samen met Riso, werk van een huurderskrant. Sinds februari 2008 is de krant vier keer verschenen. Het felgele blad was oorspronkelijk bedoeld om verslag te doen van de overlegmomenten met Inter-Vilvoordse voor de huurders die niet aanwezig waren. Aanvankelijk werd de krant dus enkel verspreid bij de 325 gezinnen rond de Parkstraat. Maar omdat heel wat informatie ook van toepassing is voor andere sociaal huurders in Vilvoorde, is de oplage gestegen tot 1800 exemplaren. De krant wordt nu gelezen in alle wijken van Vilvoorde waar sociale woningen zijn: Far-West, Centrum, Houtem, Kassei en Faubourg. Riso verzorgt de redactie en drukt de krant. Leden van huurdersgroep Pallieter verdelen de krant in de eigen wijk, terwijl de toezichters van Inter-Vilvoordse zorgen voor de bedeling in de andere wijken. De opbouwwerkster zorgt ervoor dat de krant ook terechtkomt bij wijkcentra, buurthuizen en andere drukbezochte plaatsen. Voor anderstalige huurders is er een A4-tje in het Engels, Spaans en Frans, waarop kort staat samengevat wat het doel is van de krant, welke informatie er deze keer in staat, plus algemene informatie over de huurdersgroep, de data van de vergaderingen, de contactgegevens van de klantendienst van Inter-Vilvoordse en van de opbouwwerkster van Riso. Telkens staat ook vermeld waar men in Vilvoorde een cursus Nederlands kan volgen. De eerste krant werd helemaal door de opbouwwerkster geschreven. Sindsdien zorgen ook anderen voor artikels: de milieudienst en de dienst wijkwerking van de stad Vilvoorde, Inter-Vilvoordse, een huurder, de Huurdersbond,… Inter-Vilvoordse vraagt nu zelf geregeld om informatie over haar werking te publiceren. In de krant konden de huurders van Far-West bijvoorbeeld ook de reactie lezen van de huisvestingsmaatschappij op hun adviezen voor de derde renovatiefase.
De huurderskrant blijkt een effectief communicatiemiddel van en naar de Vilvoordse sociaal huurders. Steeds vlotter overleg met Inter-Vilvoordse In juni 2007 gingen de huurdersgroep en Inter-Vilvoordse voor het eerst in overleg. Beide partijen stelden samen met Riso een procedure op van vraag-en-antwoord om het overleg zo goed mogelijk te laten verlopen. Bij aanvang waren alle partijen wat onwennig, maar
de werkmethode wierp haar vruchten af: in 2008 verliepen de gesprekken opmerkelijk vlotter. Onderwerpen die op tafel kwamen: de nieuwe huurprijsberekening, de hoge huurlasten, overlast van jongeren, de slecht functionerende poetsfirma, de moeilijke communicatie met Inter-Vilvoordse, de renovaties in de wijk, … Samen met de Huurdersbond de huurlasten onderzoeken De opbouwwerkster organiseerde samen met de Huurdersbond een vorming rond de huurlasten: wat mag aangerekend worden en wat niet? Met enkele huurders en de Huurdersbond trokken we naar InterVilvoordse om te verifiëren of de onkosten op een juiste manier aangerekend worden. De resultaten worden via de huurderskrant teruggekoppeld naar de huurders. Lid van VIVAS Sinds 2008 maakt huurdersgroep Pallieter deel uit van VIVAS. Deze Vereniging Inwoners Van Sociale woningen is een Vlaams netwerk van en voor sociaal huurders. Het gaat om een samenwerkingsverband van georganiseerde lokale bewonersgroepen en actieve bewoners in de sociale huisvesting. VIVAS verdedigt de gemeenschappelijke belangen van sociaal huurders en bevordert onderlinge contacten. De werking van VIVAS wordt ondersteund door Samenlevingsopbouw Vlaanderen vzw. (Lees meer over VIVAS op pagina 5) In november trokken we met 15 huurders van Vilvoorde naar Wachtebeke voor het bewonerscongres van VIVAS. Sindsdien trekt de opbouwwerkster maandelijks met twee vertegenwoordigers van Pallieter naar Brussel. Ze nemen er deel aan de bijeenkomsten van VIVAS en brengen de nieuwe informatie mee naar de huurdersgroep in de Parkstraat. Voor deze twee Vilvoordse huurders is het nog even wennen; ze zijn nog groentjes in een groep die al langer meedraait. Maar ze hebben zin in de maandelijkse uitstap en leren veel bij. In de volgende krant zullen we, samen met de twee vertegenwoordigers van de huurdersgroep, verslag geven van een jaar ervaring met VIVAS.
www.samenlevingsopbouw.be
[Vilvoorde Centrum]
VIVAS, het netwerk van sociaal huurders in Vlaanderen VIVAS is een nog vrij jonge feitelijke vereniging die een zo breed mogelijk netwerk van georganiseerde sociale huurdersgroepen wil uitbouwen. In dit artikel schetsen we het opzet, de rol en de werking van VIVAS, met bijzondere aandacht voor de meest recente (beleidsmatige) verwezenlijkingen. Het grote belang van bewonersparticipatie Om de woon- en leefkwaliteit in de sociale huisvesting te verbeteren is het belangrijk dat bewoners betrokken worden bij alle initiatieven die de leefbaarheid kunnen verhogen. Ze moeten ook inspraak krijgen in het beleid van de sociale huisvestingsmaatschappijen, zowel op lokaal als op Vlaams niveau. Dat besef is gegroeid bij de overheid en de sociale huisvestingssector. Op verschillende plaatsen in Vlaanderen en Brussel worden projecten opgezet die bruggen slaan tussen bewoners en sociale huisvestingsmaatschappijen. Op sommige plaatsen speelt de sociale huisvestingsmaatschappij zelf een voortrekkersrol, maar vaker worden bewonersinitiatieven getrokken door het opbouwwerk of ontstaan ze op ‘eigen kracht’, door de bewoners zelf. Waarom is participatie in sociale huisvesting zo belangrijk? De kwaliteit van bestuur en beheer wordt er beter van. Een gemeente/sociale huisvestingsmaatschappij heeft op termijn baat bij een actieve betrokkenheid van de bewoners. Als huurders meedenken en meedoen, verbetert de verstandhouding met de verhuurder. De tevredenheid van de huurders en de leefbaarheid in de woningcomplexen wordt groter. Plannen om de leefbaarheid van de wijken te verbeteren, kunnen niet slagen als de bewoners er niet zelf actief bij betrokken worden. Zuiver infrastructurele ingrepen hebben geen effect op de leefbaarheid als de mensen voor wie ze bedoeld zijn, dit zien als vreemde maatregelen van bovenaf. Op langere termijn geeft participatie een impuls aan het ‘democratisch surplus’. Mensen gaan zich meer openstellen voor andere meningen en hebben minder vooroordelen. In een wereld waar steeds maar meer beslissingen aan de onmiddellijke invloedssfeer van de lokale beleidsmensen - en dus van de bevolking - ontsnappen, is het van groot belang dat de mensen (weer) greep krijgen op hun leefwereld. Bewonersparticipatie in de sociale huisvesting is nooit een doel op zich. Het is een middel om welomschreven doelstellingen te bereiken. De rol en het ontstaan van VIVAS VIVAS, de Vereniging Inwoners Van Sociale woningen, is een Vlaams netwerk van en voor sociale huurders. Het is een samenwerkingsverband van georganiseerde lokale bewonersgroepen en actieve bewoners in de sociale huisvesting. Ook andere bestaande groepen die de doelstellingen en uitgangspunten van VIVAS onderschrijven, kunnen zich aansluiten. VIVAS verdedigt de gemeenschappelijke belangen van sociale huurders, bevordert de contacten tussen bewonersgroepen, wisselt informatie uit, geeft vorming aan sociale huurders, formuleert beleidsstandpunten en bezorgt die aan het beleid. In de werking van VIVAS staan de volgende vier actiepunten centraal: betaalbare sociale huisvesting, leefbare woonomgeving, inspraak van sociale huurders in het lokale en Vlaamse woonbeleid, en betere communicatie tussen huurders en huisvestingsmaatschappijen. VIVAS werd opgezet onder impuls van Samenlevingsopbouw Vlaanderen en kreeg twee jaar financiële steun van Vlaams minister van Wonen, Marino Keulen, in het kader van het project Bewonersparticipatie in de sociale huisvesting. Bij gebrek aan structurele middelen moet VIVAS elk jaar met tijdelijke projectmiddelen werken. In 2009 werd een projectaanvraag ingediend om te werken rond het thema ‘bewonersparticipatie in het erkenningsbesluit’. VIVAS werkt in een open, opbouwende sfeer met respect voor ieders eigenheid. Het huurdersplatform draagt onafhankelijkheid hoog in het vaandel. Op geregelde basis organiseert VIVAS een bewonerscongres met deelnemers uit de aangesloten huurdersgroepen. Ook (nog) niet aangesloten bewonersgroepen zijn welkom. Het laatste bewonerscongres vond plaats in Wachtebeke op 22 november 2008, onder de titel ‘Blijft sociaal wonen betaalbaar?’ Meer dan 300 sociale huurders waren op dit congres aanwezig! De stuurgroep van VIVAS is samengesteld uit een delegatie van de huurders en de bewonersbegeleiders. Deze groep stippelt de algemene beleidslijnen uit en bereidt de congressen voor. De vertegenwoordigers zorgen voor een regelmatige terugkoppeling naar de achterban. De kern van VIVAS bestaat momenteel uit 11 huurdersgroepen en hun ondersteunende organisaties. Als we kijken naar de verscheidene huisvestingsmaatschappijen waar de groepen vandaan komen, vertegenwoordigt VIVAS 41,5 % van alle sociaal huurders in Vlaanderen. Hoewel dit reeds een groot draagvlak vormt, blijft VIVAS steeds op zoek naar nieuwe bewonersgroepen. Het zesde bewonerscongres in Wachtebeke Op zaterdag 22 november kwamen georganiseerde groepen van sociaal huurders uit heel Vlaanderen naar het zesde VIVAS-congres in Wachtebeke. Ondanks het barslechte weer waren er meer dan 300 aanwezigen. Jaar na jaar gaat het deelnemersaantal omhoog. Eén van de hoogtepunten was een vraaggesprek met de vertegenwoordiger van minister Keulen, adjunct-kabinetschef Marc Mahieu, over de nieuwe wetgeving inzake sociale huur. Twee bewoners van het Gents Netwerk van sociaal huurders onderwierp hem aan kritische vragen, voorbereid door de stuurgroep van VIVAS. In de namiddag konden de deelnemers kiezen uit een waaier van activiteiten: een bezoek aan sociale woonwijken in Eeklo en Zelzate, een bezoek aan het molenmuseum, een wandeling naar de dierenboerderij, tot en met een druk bijgewoonde werkgroep over huurprijs en huurlasten. Het publiek was uitermate actief betrokken en formuleerde kritische vragen en bedenkingen over de blijvende betaalbaarheid van sociale huisvesting, vooral voor lage inkomens.
Een mooi palmares Bij de besprekingen over de wijziging van de Vlaamse Wooncode was VIVAS aanwezig op een hoorzitting in de Commissie Wonen van het Vlaams Parlement (1 juni 2006). Niet zonder resultaat: ‘bewonersparticipatie’ staat nu ingeschreven in de Vlaamse Wooncode en in het nieuw sociaal huurbesluit. Niet onbelangrijk is dat VIVAS lid is geworden van de Vlaamse Woonraad. Deze raad moet de Vlaamse Regering adviseren over de hoofdlijnen van het woonbeleid. Ontwerpen van decreten en besluiten over wonen worden voortaan altijd voor advies aan de raad voorgelegd. De eerste vergadering vond plaats op 19 september 2007. Daarnaast had de werkgroep beleid een aantal gesprekken met het kabinet over de evaluatie van het Kaderbesluit Sociale Huur. Een evaluatienota werd opgemaakt en besproken. Met verschillende opmerkingen van VIVAS werd rekening gehouden in het nieuwe reparatiebesluit (de herwerkte versie van het Kaderbesluit). Bovendien heeft VIVAS samen met de Vlaamse Vereniging van Huisvestingsmaatschappijen (VVH) een structureel overleg georganiseerd met vertegenwoordigers van de verhuurders en de huurders. Het doel is de bewonersparticipatie wettelijk te verankeren en bij de sociale huisvestingsmaatschappijen een mentaliteitsverandering op gang te brengen. Meer recent is VIVAS heel actief geweest rond de nieuwe huurprijsberekening in de sociale huisvesting. Vanuit de aangesloten bewonersgroepen werden gegevens aangeleverd, zodat we een analyse konden maken van de huurprijsevolutie 20082009. Op basis van deze analyse heeft VIVAS een aantal standpunten ingenomen. Grote nadruk wordt hierbij gelegd op de gegarandeerde betaalbaarheid van de sociale huisvesting voor de laagste inkomenscategorieën. Als voorlopig hoogtepunt van de actie werden deze standpunten door PASH (Platform Antwerpse Sociale Huurders) aan het beleid voorgesteld in de hoorzitting van de Commissie Wonen op 2 april 2009, waar ook minister Keulen aanwezig was.
Het nieuwe project : bewonersparticipatie in het erkenningsbesluit Het erkenningsbesluit bepaalt een aantal criteria die als basis zullen dienen voor een vierjaarlijkse beoordeling van de sociale huisvestingsmaatschappijen door de Vlaamse overheid. Eén van deze criteria betreft het aspect bewonersparticipatie. Welke initiatieven onderneemt een sociale huisvestingsmaatschappij om de bewoners te betrekken in haar beleid? Welke inspraakkanalen biedt ze aan de huurders? Dat laatste kan gaan van het ter beschikking stellen van een vergaderlokaal aan de plaatselijke bewonersgroep(en) tot het organiseren van een jaarlijkse bewonersvergadering. Bij gebrek aan een wetenschappelijk onderbouwde visie hebben de beleidsmakers het criterium bewonersparticipatie slechts minimaal ingevuld. SumResearch, een studiebureau dat beleidsvoorbereidend onderzoek verricht op het terrein van wonen, kreeg de opdracht een soort participatiehandleiding op te stellen voor de huisvestingsmaatschappijen. Dit onderzoek werd overigens oorspronkelijk aangevraagd door VIVAS, VVH, VOB en Samenlevingsopbouw Vlaanderen. Gezien het onderzoeksthema zou het natuurlijk vreemd zijn om de sociale huurders zélf niet te betrekken in het proces. Daarom werd ook aan VIVAS gevraagd om een steentje bij te dragen en het onderzoek te stofferen met ervaringen ‘van onderuit’. Welke projecten bestaan er al in Vlaanderen? Wat zijn de sterktes en zwaktes van de verschillende bewonersinitiatieven? Hoe kunnen we komen tot een algemene leidraad? Via een aantal thematische werkgroepen zullen de leden van VIVAS de kans krijgen om hun dagelijkse ervaringen op het terrein te delen met de onderzoekers. Volledig in de traditie van de VIVAS-werking zal ook dit project uitmonden in een groot bewonerscongres, waar de (voorlopige) resultaten van het onderzoek gecommuniceerd zullen worden. Naast de grote groep sociaal huurders zullen ook de sociale huisvestingsmaatschappijen uitgenodigd worden, om op ‘officiële’ kennis te nemen van de resultaten, aanbevelingen en conclusies van het onderzoek. Klaas Poppe
Ondersteuner VIVAS
Meer informatie over VIVAS: Klaas Poppe, 02/274 19 61 Anny Stevens, 02/274 19 68 www.vivas.be
[Kraainem]
Het project in Kraainem: stilaan op zijn eind.............
:
Het pilootproject in Kraainem loopt na vier jaar op zijn eind. In januari 2010 zul-
zorgt voor tal van activiteiten van en met sociaal huurders. Het OCMW is vast van
len de drie deelprojecten overgedragen worden aan het OCMW: een stuurgroep
plan de verschillende projectactiviteiten intensief te blijven ondersteunen. Om de
waarin gemeente, OCMW en sociale huisvestingsmaatschappij op initiatief van
overdracht goed voor te bereiden loopt de medewerkster van het OCMW intensief
Riso samenkomen, een afvalproject met vrijwilligers, en het Begijnhofcomité dat
mee met alle activiteiten die de Riso-opbouwwerker uitvoert.
Sociaal huurders als afvalvrijwilligers: de sleutels voor succes
In navolging van een project ‘buitengewone buurt’ in Leuven, waarbij sociaal huurders als afvalvrijwilligers worden ingezet, is ook Kraainem gestart met het inzetten van vrijwilligers die toezicht houden op de afvalregulering in de sociale woonbuurt. De vrijwilligers worden ondersteund door de verschillende actoren in het lokaal sociaal beleid.
Een stuurgroep op gemeenteniveau In de voorbije jaren stelden verschillende actoren in het lokaal sociaal beleid vast dat heel veel problemen niet door de huisvestingsmaatschappij, het OCMW of de gemeente alléén opgelost kunnen worden. Knelpunten op het vlak van leefbaarheid, sociaal woonbeleid, communicatie naar huurders,… kunnen pas een duurzame oplossing krijgen wanneer ze gezamenlijk aangepakt worden. Daarom werd in juni 2008, op initiatief van Riso Vlaams-Brabant, een stuurgroep opgestart die op regelmatige basis samen naar oplossingen zoekt. Zo overlegt de wijkagent bijvoorbeeld met de gemeente en de huisvestingsmaatschappij hoe sluikstort aangepakt kan worden, terwijl het OCMW uitzoekt hoe het met anderstalige huurders kan communiceren. Het overleg bestaat uit de gemeente, het OCMW, de sociale huisvestingsmaatschappij, Riso Vlaams-Brabant, de intercommunale en de wijkagent. Gedurende de eerste vergaderingen maakten ze samen de balans op van wat er wél en niet goed loopt in de Begijnhofbuurt. Tal van thema’s passeerden de revue: geluidsoverlast, vandalisme, groenonderhoud, parkeerproblemen,… Na enkele vergaderingen was het voor alle partijen duidelijk dat het grootste leefbaarheidsprobleem in de sociale woonwijk van Kraainem gevormd werd door de afvalproblematiek. Men was het er ook over eens dat deze problematiek bij uitstek samenwerking en afstemming vergde. In het najaar 2008 stak men de koppen bij elkaar om het probleem te analyseren. Intussen ging de opbouwwerker op huisbezoek en werd een open huurdersvergadering georganiseerd.
Slecht sorteren, sluikstort en gebrek aan toezicht Zowel de huurders als de stuurgroep stelden vast dat het afval niet goed gesorteerd wordt. De ophaaldienst liet het dan ook gedeeltelijk staan: blauwe PMD-zakken werden niet opgehaald omdat ze restafval bevatten, restafval werd achtergelaten omdat de zakken rotten en scheuren door de grote hoeveelheden GFT-afval. Veel grof huisvuil kwam in de hokken terecht terwijl het eigenlijk naar de naburige stortplaats gebracht moet worden. Rond de hokken stapelde het sluikstort zich op. De gevolgen laten zich raden: onhygiënische situaties, ongedierte, stank,… Veel heeft te maken met een gebrek aan toezicht en ondersteuning. Sociaal huurders, vaak kansarm en van diverse culturen, zijn zich niet altijd bewust van het belang en de manier waarop men afval moet sorteren. De afvalproductie is ook weinig ecologisch verantwoord: een beperkte groep sociaal huurders produceert een grote hoeveelheid afval, tussen het restafval bevindt zich veel chemisch afval. En er is nog een bijkomend probleem: de afvalhokken blijven vaak openstaan, zodat ook mensen van buiten de wijk er hun afval komen storten.
Sociaal huurders zetten zich in als afvalvrijwilliger Een groepje sociaal huurders zag dat het zo niet verder kon en wilde zich inzetten om de controle aan de hokken te verbeteren. De opbouwwerker legde het idee voor aan de stuurgroep. De groep besloot een subsidie aan te vragen bij de provincie Vlaams-Brabant om een centraal overdekt afvaleiland te realiseren. Een groep afvalvrijwilligers wordt ingezet om alle binnenkomende afvalzakken te controleren. Daarnaast volgt de vrijwilligersgroep in samenwerking met de wijkagent het sluikstorten op. Intussen hebben de eerste vergaderingen met vrijwilligers plaatsgehad en staan er activiteiten op het programma die de vrijwilligersgroep versterken: een assertiviteitscursus, een excursie naar een recyclagebedrijf, een uitwisseling met afvalvrijwilligers elders in Vlaams-Brabant. De afvalvrijwilligers sensibiliseren niet alleen de bewoners die hun afval komen
deponeren, ze gaan ook op huisbezoek bij nieuwe huurders en bedenken allerlei acties. De intercommunale steunt de vrijwilligers en de stuurgroep door het inzetten van een afvalsteward, die zowel met de afvalvrijwilligers als met de stuurgroep communiceert over allerhande problemen in verband met het nieuwe afvalbeleid.
De Provincie geeft een duwtje De bouw van het afvaleiland en de werking met afvalvrijwilligers worden door de provincie als pilootproject gesubsidieerd. De provincie stelt immers vast dat tal van Vlaams-Brabantse sociale wijken met dezelfde problemen kampen. Ze is geïnteresseerd in de expertise met het inzetten van huurders als afvalvrijwilligers. In de herfst zal de opbouwwerker een draaiboek opstellen, waarin hij op basis van de ervaringen in Kraainem uitlegt hoe een afvalvrijwilligersproject het best wordt opgestart, met tal van goeie tips en waarschuwingen voor valkuilen. De methodiek zal via verschillende kanalen verspreid worden en ter beschikking staan van alle lokale besturen met vergelijkbare afvalproblemen. De provincie heeft alvast aangegeven dat ze wil meehelpen met de verspreiding.
De sociaal huurder als toezichthouder: tien sleutels voor succes De afvalvrijwilligers en de stuurgroep hebben uitgebreid gebrainstormd over de vraag aan welke voorwaarden een vrijwilligerswerking als deze moet voldoen om goed te functioneren. Daarnaast werd in vergelijkbare projecten bekeken welke de succesfactoren en valkuilen zijn. De tien belangrijkste voorwaarden blijken de volgende te zijn: • Afvalvrijwilligers moeten erkenning krijgen voor hun taak. Dat kan bijvoorbeeld met een etentje, een leuke excursie, een cadeautje op het einde van het jaar. • De vrijwilligers moeten intensief ondersteund worden. • De vrijwilligers moeten zich uitsluitend concentreren op hun taak als afvalvrijwilliger. Ze komen ongetwijfeld in aanraking met aanverwante leefbaarheidsproblemen zoals vandalisme, burenruzies, geluidsoverlast, en sociaal-psychische problemen van medehuurders. Het is belangrijk dat ze bewoners met zulke problemen doorverwijzen naar het OCMW en de huisvestingsmaatschappij. Leefbaarheidsproblemen kunnen ze zelf aankaarten bij deze instanties. • De bewoners van de sociale woonwijk moeten correct geïnformeerd worden over de inzet van de afvalvrijwilligers. • De afvalvrijwilligers moeten goed herkenbaar zijn aan de hand van een uniform en aangepaste kleding. • Er moeten op voorhand aanwezigheidslijsten gemaakt worden, zodat de vrijwilligers weten wie wanneer permanentie heeft. De lijsten moeten ook de telefoonnummers van de vrijwilligers vermelden. Zo kon men bijvoorbeeld bij ziekte snel een vervanging regelen. • Noden en behoeften van de vrijwilligers moeten zo snel mogelijk doorgespeeld worden naar de gemeente, het OCMW, de huisvestingsmaatschappij, de intercommunale. • De afvalvrijwilligers moeten materieel ondersteund worden. • Het afvaleiland zelf moet goed afgesloten kunnen worden, zodat huurders er buiten de permanentiemomenten niet in kunnen. Het moet ook goed verlicht zijn aan de poort, zodat de vrijwilligers ook als het donker is de afvalzakken kunnen controleren. • De afvalvrijwilligers moeten een assertiviteitscursus krijgen, zodat ze professioneel kunnen omgaan met conflictsituaties en agressief gedrag.
N
K i n d e r b a l - B e g i j n h o ff e e s t e n 2 0 0 8
Hoe het Begijnhofcomité steeds zelfstandiger wordt Het Begijnhofcomité, een feestcommissie die sociale activiteiten opzet voor alle huurders in de sociale woonwijk, ging in 2008 zijn derde jaar in. Ook nu won het weer aan zelfstandigheid en professionaliteit. De Begijnhoffeesten die in 2007 zo succesvol waren, kregen in 2008 een indrukwekkend vervolg… Begijnhoffeesten 2008 : van twee naar drie dagen Door het succes van de Begijnhoffeesten in 2007 was de naam van het evenement gemaakt en werd er ook flink wat winst geboekt. Daarom durfde het comité het in 2008 aan om de festiviteiten uit te breiden tot drie dagen. Aan de hand van verslagen, afrekeningen en vergunningsbrieven uit 2007 werd een draaiboek opgemaakt, zodat men precies wist welke administratieve plichtplegingen vervuld moesten worden ter voorbereiding van de nieuwe feesten. Zelfstandig zochten de comitéleden sponsors en vroegen ze subsidie aan bij de gemeente. Zelfstandig ook legden ze contact met het OCMW om haar ouderencliënteel toe te leiden naar de feesten en het publiek van de sociale-maaltijdendienst tijdens de Begijnhofactiviteiten te ontvangen. De samenwerking leidde tot een kruisbestuiving: dankzij het OCMW-publiek werd een grote groep senioren bereikt, terwijl het OCMW via de Begijnhofactiviteiten contact kon leggen met de vaak alleenstaande ouderen uit de sociale woonwijk. De feesten werden opnieuw een groot succes. Er kwamen bezoekers uit Kraainem, de omliggende dorpen en vele nog verderweg gelegen gemeenten. De feesten genoten heel wat media-aandacht in verschillende dagbladen en op de regionale radiozender. Het rijkgevulde programma bestond uit presentaties van diverse verenigingen, demonstraties van de brandweer, een mosselfeest, een voetbalwedstrijd, een groots petanquetoernooi,… Voor het ‘Bal Musette’ werd een showband ingezet, en in de avonduren waagden jong en oud zich op de dansvloer. Bijzondere aandacht voor etnisch- culturele diversiteit Tijdens de Begijnhoffeesten in 2008 en alle andere activiteiten dat jaar, werd geïnvesteerd in het bereiken van etnisch-culturele diversiteit. Door allochtonen als vrijwilliger te betrekken bij de organisatie leren de autochtone vrijwilligers hoe ze culturele drempels kunnen verlagen en hoe ze meer allochtonen kunnen aanspreken zonder de Belgische authenticiteit van het programma te verloochenen. In het Begijnhofcomité heeft men intussen de eerste allochtonen (van Algerijnse afkomst) verwelkomd. Die kunnen nog beter vertellen hoe men meer mensen van hun etnischculturele achtergrond kan aantrekken en doen ook inspanningen om allochtone buren te doen participeren. Alle activiteiten van het Begijnhofcomité worden financieel ondersteund door de Koning Boudewijnstichting. Voor de inspanningen rond interculturalisering ontving het Begijnhofcomité twee keer een projectsubsidie. Ook inhoudelijk werd het comité door de KBS begeleid via coachinggesprekken en samenkomstdagen met andere projecten.
[Kraainem]
Samen kunnen we bereiken wat alleen niet kan! Elk Zijn Huis- zaakvoerder Roel Moens over de brug tussen Wonen en Welzijn Vanwege het nieuwe Kaderbesluit sociale huur en financieringsbesluit vinden er veel veranderingen plaats voor zowel huurder als verhuurder in de sociale huisvesting. Voor de huurder geldt de veel besproken inburgeringsvereiste, taalbereidheidvereiste en proefperiode. Voor de verhuurder geldt er een volledig nieuw financieringssysteem. Daarnaast is er nieuwe regelgeving m.b.t. de toewijzing van nieuwe huurders. Het nieuwe huurbesluit biedt tot slot handvaten om meer welzijnstaken op te volgen, en samenwerking met gemeentelijke welzijnsactoren te bevorderen. Riso sprak met Elk Zijn Huis- zaakvoerder Roel Moens over huidige aandachtspunten en uitdagingen ten aanzien van het nieuwe Kaderbesluit en de relatie tussen Wonen en Welzijn in het algemeen. Hoe kijkt u aan tegen de nieuwe huurprijsberekening in het Kaderbesluit sociale huur?
B a l M u s e t t e - B e g i j n h o ff e e s t e n 2 0 0 9
Hoe probeert u het contact met uw huurders te onderhouden? Op het moment dat huurders een woning toegewezen krijgen, wordt er door ons een onthaalgesprek georganiseerd. Daarnaast organiseren we zitdagen voor kandidaathuurders en huurders in het algemeen. Vragen gaan bijvoorbeeld over toewijzingen, maar kunnen ook betrekking hebben op leefbaarheidsproblemen. Als een huurder klaagt over het gedrag van een buur, adviseer ik hem allereerst zelf te praten. Burenruzies kunnen onderling vaak goed opgelost worden als buren naar elkaars versie van het probleem luisteren en gezamenlijk oplossingen zoeken. Meestal komen huurders op eigen initiatief naar de zitdagen, maar als ik vermoedens heb dat een huurder zelf klachten veroorzaakt, dan vraag ik hem op gesprek te komen. Ik heb aan mijn Raad van Bestuur voorgesteld om zitdagen in de afzonderlijke gemeenten te organiseren. De gemeenten zouden dan vergaderruimte voorzien. Mijn Raad van Bestuur heeft dit echter tegengehouden. Qua praktische organisatie bleek het moeilijk haalbaar in alle afzonderlijke gemeenten permanenties te houden. Huurders komen geregeld naar Tervuren, maar ik bezoek ook zelf nieuwe huurders. Degenen die hun contract vanaf 1 januari 2008 getekend hebben, worden conform de richtlijnen van het nieuwe sociaal huurbesluit bezocht in het kader van hun proefperiode (2 jaar). We bezoeken nieuwe huurders twee keer, tussen de 6de en 10de maand, en in de 18de maand. Bij het eerste bezoek blijkt dat vele huurders hun woning goed onderhouden. Een vervolgbezoek is dan niet nodig. Ik sta volledig achter de nieuw ingevoerde proefperiode: huurders worden op die manier actief begeleid ten aanzien van hun woonplichten. De huisbezoeken vormen doorgaans een plezierige bezigheid. Ik vind het ook relevant mensen te ontmoeten die geen problemen vertonen. Ook zij hebben recht op persoonlijk contact met de huisvestingsmaatschappij. Naast de huisbezoeken in het kader van de proefperiode bezoek ik huurders die extra aandacht verdienen. Het gaat hier om vereenzaamde huurders, ouderen die niet meer goed zelfstandig kunnen wonen, drugsverslaafden, enzovoort. Vaak neem ik in dergelijke situaties een maatschappelijk assistent(e) van het OCMW mee. Die is beter op de hoogte van persoonlijke problemen waarmee een huurder worstelt, en kan beter doorverwijzen naar gespecialiseerde hulp indien nodig.
Het nieuwe huurbesluit haalde regelmatig het nieuws vanwege de taalbereidheidsvereiste, en de soms sterke stijging van huurprijzen. Hoe kijkt u aan tegen de taalbereidheid? Het in bezit zijn van een attest van het Huis van het Nederlands is voldoende om aan deze taalbereidheid te kunnen voldoen. Nadat de regelgeving is ingevoerd zijn de Huizen van het Nederlands fabriekjes van attesten geworden. Veel anderstalige huurders halen hun attest op zonder dat zij daadwerkelijk de motivatie hebben de Nederlandse taal te leren. Kandidaat-huurders die een medisch attest bezitten, hoeven geen attest van het Huis van het Nederlands te overhandigen bij hun inschrijving. Het gevolg is dat er ook een handel in medische attesten ontstaan is. Een onvolkomenheid van het huurbesluit is dat deze niet aangeeft welk soort medische attesten wél en niet geldig zijn. Is hier bijvoorbeeld een attest van de huisarts voldoende? De regeling veroorzaakt dus veel administratieve overlast voor de taalinstellingen en voor ons, terwijl de doelstellingen nauwelijks worden behaald. De Vlaamse overheid geeft aan dat de regelgeving is ingevoerd om de communicatie tussen huurders te verbeteren, waardoor de leefbaarheid erop vooruitgaat. Voor mij heeft communicatie echter weinig met taal te maken. Neem bijvoorbeeld de wijk Opakker, waar Riso enkele jaren geleden gewerkt heeft. Daar spreken huurders allemaal perfect Nederlands, en toch wordt ook daar niet gecommuniceerd. Ik ben het dus niet eens met de overtuiging dat de leefbaarheid in sociale woonwijken verbetert met de kennis van de Nederlandse taal. Daarvoor zijn veel meer factoren van belang.
Voor sommige huurders betekent de nieuwe berekening een forse huurprijsstijging. Daarom hanteren we overgangsmaatregelen, waardoor stijgende huren slechts geleidelijk omhoog gaan. De Vlaamse overheid probeert met de nieuwe berekening ervoor te zorgen dat de wachtlijsten voor sociale huurwoningen afnemen. De meer draagkrachtige sociaal huurders worden zo gestimuleerd om ook oog te hebben voor de privé-markt, terwijl de zwakkere groepen in de maatschappij vervolgens beter toegang vinden tot die woningen waarvoor de sociale huisvesting bedoeld is. Ik ga akkoord dat een uitkeringsgerechtigde een beroep moet kunnen doen op sociale huisvesting, maar ik ga niet akkoord dat een alleenstaande minimumloner zijn heil moet zoeken op de private markt. Op die manier geraakt de werkloze niet gemotiveerd om te gaan werken. De afstoting van de meer draagkrachtige groepen in de sociale huisvesting leidt er ook toe dat de sociale mix verdwijnt. Leefbaarheidsproblemen zullen toenemen en het imago van de sociale huisvesting wordt erdoor geschaad. Ikzelf pleit daarom juist voor het optrekken van de inkomensgrenzen.
In hoeverre wordt u door het beleid van de Vlaamse overheid aangemoedigd welzijnsthema’s op te volgen?
D e R e s t o & C o . s e r v i c e v a n h e t O C MW b r e n g t d e B e g i j n h o ff e e s t e n o n d e r d e a a n d a ch t v a n h a a r s e n i o r e n , e n senioren uit de Begijnhofwijk maken kennis met Resto &Co
Ten aanzien van betalingsachterstanden door huurders vind ik dat de samenwerking met OCMW’s soms tekortschiet. Conform de regelgeving in het Kaderbesluit sturen wij geregeld namen door van huurders die betalingsachterstanden hebben. OCMW’s worden reeds 6 maanden op voorhand ingelicht met standaardbrieven en huurachterstanden van huurders in hun gemeente. Hier wordt door de OCMW’s weinig mee gedaan. Als ik vervolgens na een maandenlange aansleep de huur dreig te verbreken schieten OCMW’s pas in actie. Als de problemen de pan uitrijzen zien ze plotseling in dat de huurder op hun schoot terecht komt en krijgen wij het verwijt dat we hun cliënt aan de deur gezet hebben. Dan zeggen wij: “Dat kon je toch zien aankomen!”
Feest
va n d e
Buren
mei
2009
Het nieuwe huurbesluit geeft aan dat huisvestingsmaatschappijen meer welzijnstaken moeten opnemen, en samenwerking met welzijnspartners moeten aangaan. Het beperkte budget en de overregulering maken dat we niet al deze welzijnsopdrachten naar behoren kunnen opvolgen.
Met welke lokale welzijnsactoren wilt u graag samenwerken, en is het altijd praktisch mogelijk?
Qua financiële steun vanuit de Vlaamse overheid houd ik mijn hart vast. We hebben momenteel nauwelijks reserves. Er moet nog een uitvoeringsbesluit komen met betrekking tot de patrimoniumkorting en energiecorrectie, waardoor we financieel nog verder onder druk komen te staan.
Het liefst zou ik voor de opvolging van individuele dossiers willen samenwerken met het OCMW en de wijkagent. Het wettelijk kader van de drie partijen is zeer restrictief. Wetgeving, zoals privacybescherming ten aanzien van individuele huurders, werkt het langs elkaar heen functioneren in de hand. Van belang is daarom dat we elkaar als samenwerkingspartners vertrouwen en trachten open te spreken over individuele dossiers, zonder dat we de privacy van individuele huurders schenden. Als we onze competenties en eigen mogelijkheden bij elkaar leggen, dan kan samenwerking sterk renderen. Elk Zijn Huis mag wél wat een wijkagent of OCMW niet mag, en vice versa. Laat ik domiciliefraude als voorbeeld nemen. Ik mag niet ongevraagd controles uitvoeren om deze fraude op te sporen, al heb ik sterke vermoedens. Het ongevraagd binnentreden staat gelijk aan huisvredebreuk. Een wijkagent heeft op dit vlak wél bevoegdheden, en een OCMW kan in het kader van domiciliefraude sociaal onderzoek doen. Als ik dus in goed overleg met de wijkagent en OCMW optrek, kunnen we samen wél bereiken wat alleen niet kan.
De huidige ontwikkelingen rond een verhuurproject in Melsbroek illustreren hoe lokale welzijnsinitiatieven worden lamgelegd door Vlaamse regelgeving. We willen hier woningen gaan verhuren aan de MS-kliniek. Met de kliniek zijn we in een hypothecaire acte overeengekomen dat wij recht van opstal krijgen op hun grond. Wij kunnen dankzij deze overeenkomst 9 sociale appartementen bouwen. In de deal zit dat wij ook 9 woningen optrekken voor MS-patienten, die verhuurd worden aan de MS-kliniek. Vanwege regelgeving in het nieuwe Kaderbesluit sociale huur mogen dergelijke samenwerkingsinitiatieven niet meer. Men verbiedt ons wooneenheden te verhuren aan mensen die geen sociaal huurder zijn. Melsbroek is een voorbeeld van hoe lokale welzijnsinitiatieven stranden door regelgeving die ons van bovenaf wordt opgelegd. Absoluut zonde! In Melsbroek zijn we écht wel met welzijn bezig. Vlaams beleid bepaalt dat zwakke groepen huurders bij ons ondergebracht worden, terwijl wij geen budget hebben om die groepen goed te begeleiden. Zonder goede opvolging veroorzaken sommige kwetsbare huurders veel overlast. Ik kan momenteel geen maatschappelijk werk(st)er in dienst nemen om deze huurders professioneel te ondersteunen, gezien de financiële onzekerheden die het Kaderbesluit sociale huur en het financieringsbesluit met zich meebrengen. Tot slot werken de departementen van Wonen, Welzijn en Ruimtelijke Ordening elkaar tegen, terwijl er synergie zou ontstaan als men bereid zou zijn gezamenlijk één gecoördineerd beleid te voeren. Geld dat van Wonen komt mag niet gebruikt worden voor Welzijn, en andersom. De huisvestingsmaatschappijen zouden flexibel moeten kunnen omgaan met de verschillende geldstromen. Van welk departement het geld komt heeft mijns inziens geen belang. Het komt tóch van de Vlaamse belastingbetaler.
In hoeverre biedt samenwerking met OCMW’s een uitkomst als uw budget het niet toelaat zelf welzijnstaken intern op te volgen? Samenwerking met welzijnsactoren als het OCMW proberen wij zo goed mogelijk te optimaliseren. In Kraainem verloopt die samenwerking mede vanwege goede onderlinge contacten naar behoren. Een ander voorbeeld is de samenwerking met het OCMW in Tervuren. Samen met deze instelling pakken we specifieke huurachterstanden aan. Iedere huurder met huurachterstand wordt door het hoofd van onze huurdersdienst en een maatschappelijk werk(st)er van het OCMW opgevangen. Het OCMW voorziet indien nodig budgetbegeleiding, zodat de achterstand niet verder uit de hand loopt. De kracht van de samenwerking zit ‘m in het vroegtijdig signaleren van huurachterstanden. Ik zou ervoor opteren deze gezamelijke huurdersbegeleiding ook aan te gaan met de andere OCMW’s in ons werkgebied. Sommige OCMW’s geven echter aan geen financiële ruimte te hebben voor budgetbegeleiding en intensieve opvolging i.s.m. de huisvestingsmaatschappij.
Soms kunnen enkele korte samenkomsten van de huisvestingsmaatschappij, het OCMW, de wijkagent én de huurder zelf allerhande kleine hindernissen wegnemen voordat het grotere problemen worden. Dit is een win-win situatie voor alle partijen, inclusief de huurders zelf. Voor de huurder klinkt zo’n overleg soms wat paternalistisch, maar in een vroeg stadium kunnen we samen vele problemen voorkomen. Zo heeft de samenwerking in Tervuren ertoe geleid dat we een uithuiszetting hebben kunnen beletten! Ik denk dat alle partijen op zich wel bereid zijn samen te werken ten aanzien van individuele dossiers. Wél moet iedereen het qua personeelsinzet kunnen én ook willen organiseren. Wat samenwerking tot slot lastig maakt, is de versnippering in het welzijnslandschap. Wij werken samen met 7 OCMW’s die op hun beurt ook met verschillende huisvestingsmaatschappijen samenwerken. Ons werkgebied is verspreid over twee arrondissementen en we werken samen met meerdere politiezones. Kortom, het is voor ons niet zo eenvoudig om welzijnstaken op te volgen. De financiële ruimte is beperkt, en overregulering vanuit de Vlaamse overheid maakt dat wij steeds moeilijker die taken kunnen uitvoeren waarvan zij verlangt dat we ze uitvoeren. Het is al met al voor ons geen sinecure de brug te slaan tussen wonen en welzijn. Van belang is dat, ondanks de soms moeilijke hindernissen die genomen moeten worden, alle partijen hun competenties bij elkaar leggen en hun interne beleidslijnen op elkaar afstemmen. Dit geldt voor de besproken Vlaamse overheidsdepartementen, maar zeker ook lokaal voor de samenwerking met bijvoorbeeld OCMW’s.
[Leuven]
Sociaal huurders en Dijledal:
samen werken aan een toegankelijke huurderskrant Op vraag van de Leuvense sociale huisvestingsmaatschappij Dijledal werkt Riso, samen met enkele sociaal huurders, sinds februari 2008 aan de toegankelijkheid van de Dijledal-huurderskrant. De maatschappij wil dat haar infoblad – het belangrijkste communicatiekanaal - leesbaar en aantrekkelijk is. De sociaal huurder moet op de hoogte zijn van overheidsmaatregelen, nieuwe rechten en plichten, renovatieplannen,… Allochtoon en autochtoon, jong en oud moeten de informatie kunnen begrijpen. Maar de materie is soms behoorlijk taai. ‘De huurderskrant toegankelijker maken’ is dan ook minder eenvoudig dan het klinkt. Voor Riso is dit echter een belangrijk aspect van participatie: als het blad goed gelezen en begrepen wordt, zijn de huurders optimaal op de hoogte van wat er op beleidsniveau gebeurt.
www.risovlb.be
Riso Vlaams-Brabant heeft een uitgebreide website die het reilen en zeilen van de organisatie op de voet volgt.
Huurders evalueren de krant
Huurders schrijven mee
Om te achterhalen wat er ‘scheelt’, werd de krant geëvalueerd via enquêtes en open gesprekken met huurders in het volledige patrimonium van Dijledal. Er werd een rapport uitgewerkt met een evaluatie van inhoud en lay-out. Uit de bevraging kwam naar voren dat sommige lezers moeite hadden met de lettergrootte. Allochtonen hadden moeite om lange teksten met veel beleidsinformatie door te lezen. Het woordgebruik bleek soms te moeilijk. Bijna iedereen vond verder dat de krant best wat luchtiger mocht worden met alledaagse thema’s, meer fotomateriaal, met spelletjes zoals sudoku’s,… De lay-out mocht gerust wat speelser door variatie van lettertypes, grote titels en pakkende foto’s. Tot slot gaven veel lezers aan dat de krant ook wel wat dikker mocht zijn.
Een redactiegroepje met sociaal huurders uit de verschillende wijken van Dijledal komt regelmatig samen om de laatste editie van de huurderskrant te bespreken. De leden schrijven onder begeleiding van Riso ook eigen stukjes. Ze hebben zich bekwaamd in het afnemen van interviews; hun journalistieke en redactionele vaardigheden zijn in één jaar tijd al heel wat sterker geworden. De redactiegroep gaat af en toe op excursie, bijvoorbeeld naar de studio’s en redactieruimtes van de VRT.
Surf naar www.risovlb.be en lees over opbouwwerk, buurtwerk, projecten, publicaties, vacatures en nieuwtjes.
Een belangrijke verdienste is dat de sociaal huurders nu een inbreng hebben in een belangrijk communicatiekanaal van hun huisvestingsmaatschappij. Ze hebben ook regelmatig rechtstreeks contact met Dijledal. Het project werd eind 2008 door Dijledal positief geëvalueerd. Het contract werd verlengd. Dit jaar wordt er door de opbouwwerkster verder geïnvesteerd in de verzelfstandiging van de redactiegroep. De groep leert nu werken met deadlines, zelfstandig aanleveren van artikels en omgaan met de andere redactionele verantwoordelijkheden.
De bevindingen werden besproken met de huisvestingsmaatschappij. De inhoud en lay-out zijn aangepast, de krant is dikker geworden, ze bevat geïllustreerde interviews met sociaal huurders en een prijsvraag.
Colofon Deze krant is de zesde in een reeks jaarlijkse uitgaven waarin een stand van zaken wordt gegeven van het project Bewonersparticipatie in de sociale huisvesting van Riso Vlaams-Brabant. Ze richt zich tot de sociale huisvestingsmaatschappijen van Vlaams-Brabant en andere geïnteresseerden.
Luisteren: een verleerde kunst?
Verantwoordelijke uitgever: Annemie Dewaele
O
Ahmed stormt het kantoor van de huisvestingsmaatschappij binnen. Zijn zoontje is weer ziek aan de longen. De dokter dringt aan dat het gezin verhuist naar een gezondere woning zonder vocht. Een grotere en goed onderhouden woning kan Ahmed niet betalen; al jaren staat hij op de wachtlijst voor een sociale woning. Ahmed lag de hele nacht te piekeren. Hij zag de laatste tijd vele anderen verhuizen naar een betere woning. Hij is ervan overtuigd dat men hem niet wil helpen.
Vormgeving: Rein-Art (www.rein-art.be) Foto’s: Riso Vlaams-Brabant
Jan heeft er genoeg van. Ahmed is vandaag al de derde klant die zich opwindt omdat hij denkt dat Jan hem niet wil of kan helpen. Maar hij kan echt niks doen, er zijn niet genoeg woningen. Hij doet echt zijn best om voor iedereen de beste oplossing te zoeken. En ook Jan wil graag zo snel mogelijk verhuizen, want zijn lawaaierige buren hielden hem weer eens de hele nacht wakker. Maar ook voor Jan is een huis kopen te duur. Jan hoort dat Ahmed boos is, maar niet dat hij in de eerste plaats bezorgd is om zijn zoontje. Ahmed hoort niet dat Jan echt probeert om te helpen, maar niet alles kan. Leren luisteren
Met medewerking van
In onze samenleving is er een overvloed aan discussie en debat, maar dat betekent niet noodzakelijk dat er ook naar elkaar wordt geluisterd. We worden vaak zo in beslag genomen door onze eigen zorgen, dat we niet echt horen wat de andere vertelt.
Annelies Tollet, Amsab-Instituut voor Sociale Geschiedenis Goedele Deseyn, historische projecten Provincie Vlaams-Brabant - Dienst cultuur
Daar wilde het Provinciaal Integratiecentrum in samenwerking met de opbouwwerkster van Riso en de stedelijke integratiedienst iets aan doen. Ze kozen voor een kleinschalige en laagdrempelige activiteit. Op donderdagavond 4 december 2008 nodigden ze de allochtone inwoners uit Vilvoorde en omgeving uit in de lokalen van Mikst, voor een dialoog met de huisvestingsmaatschappij Inter-Vilvoordse, de huurdersbond, het CAW en het opbouwwerk. Het doel was om mensen in een ontspannen omgeving persoonlijke woonervaringen met elkaar te laten delen. Enkel wie oor heeft voor de persoonlijke verhalen van een ander, kan begrip voor hem opbrengen. Twaalf mensen wisselden hun ervaringen en gedachten uit, zonder in debat te gaan over de juistheid ervan. De medewerker van de huisvestingsmaatschappij hoorde deze keer de persoonlijke woonervaring van bewoners en geen klachten. De bewoner luisterde ook eens naar de ervaringen van de professionelen en naar de problemen waarmee
Deze publicatie is een initiatief van Riso Vlaams-Brabant in samenwerking met de provincie Vlaams-Brabant.
Lut Cloetens, Provincie Vlaams-Brabant - Dienst diversiteit en gelijke kansen, Klaas Poppe, ondersteuner VIVAS over kleine ingrepen om energie te besparen. Een derde pijnpunt is niet nieuw: het tekort aan sociale woningen. De overheid (Vlaams en provinciaal) doet veel inspanningen, maar kan de nood niet volgen. Niet iedereen weet evenwel dat er ook een huursubsidie bestaat om een privéwoning te huren. de huisvestingsmaatschappij te maken krijgt. Ook in Halle vond een dialoogtafel plaats, zonder de huisvestingsmaatschappij, maar met de woonwinkel en de provinciale Dienst Wonen.
Tot slot ging het aan de tafel ook over goed samenleven. Dat is niet altijd evident. Met het project ‘bemoeizorg’ probeert CAW er iets aan te doen. Samenleven in de wijken is ook een zorg voor de stad Vilvoorde en een opdracht voor het Provinciaal Integratiecentrum.
De pijnpunten
De tafels bewijzen dat waar gesproken en geluisterd wordt, begrip en ook oplossingen kunnen groeien.
Een eerste, algemene conclusie was het grote gebrek aan informatie. Er bestaat héél veel - van bemiddeling over advies en rechtshulp tot premies -, maar dat aanbod is niet gekend. De gewone burger kan onmogelijk de vloed aan wetten, decreten, reglementen en richtlijnen volgen. Daarvoor bestaan gespecialiseerde instanties: de Woonwinkel (in Halle) en de Huurdersbond (in Vilvoorde) hebben alle informatie in huis, en geven ook advies over de communicatie en conflicten met privé-eigenaars. Er lopen nog andere initiatieven: Riso wil een woontafel opstarten waar huurders van sociale woningen over hun problemen kunnen praten met de huisvestingsmaatschappij. Daarnaast is Riso samen met Inter-Vilvoordse ook bezig met de aanmaak van een informatieboekje voor kandidaat-huurders. Een tweede vaststelling was dat meer en meer mensen het moeilijk krijgen om hun energiefactuur te betalen. Het OCMW kan helpen, maar er bestaan ook projecten die leren om energie te besparen zonder aan comfort in te boeten. Zo konden burgers in Vilvoorde onlangs een energiescan van hun woning laten uitvoeren en op basis daarvan adviezen krijgen
Meer weten? Contacteer ons : Riso Vlaams-Brabant Eenmeilaan 2 3010 Kessel-Lo Tel. 016/44 15 90
[email protected] www.risovlb.be
Lut Cloetens, Dienst diversiteit en gelijke
kansen, Provincie Vlaams-Brabant
Isolde Meer informatie over de Dialoogtafels:
Lut Cloetens Dienst diversiteit en gelijke kansen Provincie Vlaams-Brabant Provincieplein 1 3010 Leuven
[email protected] 016/26 73 87
De namen Ahmed en Jan zijn fictief; de situatie berust niet op een echte gebeurtenis.
Maurice
Isolde Vandemoortele werkt als opbouwwerkster in Vilvoorde samen met Inter-Vilvoordse (
[email protected]). Maurice Pans is als opbouwwerker verantwoordelijk voor het pilootproject in Kraainem in samenwerking met Elk Zijn Huis (
[email protected]).