Het persoonlijk lichaam als meetinstrument in digitale fabricage
Reflectiedocument kwartaal 13 Door Elise van Beurden Met betrekking van het project Persoonlijke Maten
Inleiding Als product ontwerper vind ik het belangrijk om mijn gebruikers te betrekken in mijn ontwerpproces. In de voorgaande jaren van mijn opleiding maakte ik van een project wel eens een DIY-kit om gebruikers te activeren, maar kwam erachter dat een project veel opener kon. Mijn doelstelling voor dit jaar is om gebruikers inzicht te geven in de mogelijkheden om ontwerpsystemen te bouwen door gebruik van OpenSource software en digitale fabricagemiddelen en iedere ‘leek’ tools geven om een ‘Maker’ te kunnen zijn. Een belangrijke onderzoeksvraag voor het gehele jaar is daarbij: In hoeverre verandert de rol van de ontwerper als auteur in Open Design? Om antwoord op deze vraag te krijgen heb ik afgelopen kwartaal geprobeerd de grenzen van Open Design en auteurschap te onderzoeken. Bij mijn onderzoek over auteurschap stelde ik mijzelf onder andere de vraag over welk object je nu absoluut eigendomsrecht hebt, wat je niet kunt delen waarover jij bepaalt wat ermee gedaan wordt. Mijn antwoord was: je eigen lichaam. De auteurs zijn dan wellicht de ouders, maar een persoon identificeert zich op de manier waarop hij zich kleedt en zijn uiterlijk “vorm geeft”. Daarnaast geïnspireerd op de standaardmeter en standaardkilogram uit het Rijksmuseum, leek het mij interessant het lichaam te gebruiken als meetinstrument, in de context van onze digitaal ontwikkelende maatschappij. Zo luidde mijn onderzoeksvraag voor dit kwartaal: “Hoe kunnen persoonlijke maten gebruikt worden voor design in digitale fabricage?”
Prosumer
Het afgelopen kwartaal heb ik onderzoek gedaan met in het achterhoofd houdende de vraag: “In welk opzicht verandert de rol van de ontwerper als auteur van een open design project?”. Een belangrijke bijdrage hieraan heeft de futuroloof Alvin Toffler geleverd, die in 1980 het begrip “Prosumer” definieerde. “Producer and consumer, divorced by the industrial revolution, are reunited in the cycle of wealth creation, with the customer contributing not just the money but market and design information vital for the production process. Buyer and supplier share data, information, and knowledge. Someday, customers may also push buttons that activate remote production processes. Consumer and producer fuse into a ‘prosumer’.” Alvin Toffler, The Third Wave.1
Door op te stellen dat consumenten een groot aandeel zullen leveren aan gebruikersinformatie voor projecten en dat zij zelfs een productie proces kunnen laten starten, was Toffler een pionier op zich. Juist de laatste 10 jaar is deze verschuiving van consument naar prosument zichtbaar geworden, en ook grote bedrijven luisteren naar wensen van de consument. In de Tegenlicht aflevering De Nieuwe Makers laat Sam Ortega, program manager van NASA zich inspireren door ideeën van mensen die op de Makerfaire staan. “We realiseren ons dat de makersbeweging en de makers zelf, heel creatieve technologiën ontwikkelen. We zoeken innovatieve oplossingen voor veel problemen van de NASA. De NASA beseft dat makers in hoge mate kunnen bijdragen aan die oplossingen en vaak komen deze makers met innovaties waarmee een probleem veel beter kan worden opgelost.” Sam Ortega.2
Grote bedrijven laten zich inspireren door ideeën van Makers, net zoals sommige software is ontstaan door het actief meedenken van gebruikers. Zoals we dit een jaar of 10 geleden zagen bij de Open Source beweging, bij het ontstaan van bijvoorbeeld Linux, zo krijgt de prosument nu invloed op steeds meer productieprocessen. Hoewel het software-gebied zich tot nu toe veel sneller op open niveau heeft ontwikkeld dan de hardware-wereld, zijn er ontwerpers die door middel van Open Design consumenten betrekken op hardware-gebied. Thomas Lommee geeft dit onderscheid duidelijk aan in zijn project OpenStructures. “Within current hardware constructions we observe the existence of various closed systems, operating according to a hierarchical model. Within software however we are witnessing the emergence of open modular systems.” 3
Tijdens de uitvoering van mijn project Persoonlijke Maten ben ik er zelf achter gekomen hoe open deze software-wereld al is, en ik denk dat er veel potentie ligt in het maken van verbindingen tussen software en hardware. Dit was voor mij een aanleiding om te gaan experimenteren met hardware zoals de Kinect, gelinkt met software zoals Processing en PHP en hier met behulp van gebruikers producten uit te laten komen. Ik zal nu nader bespreken hoe mijn project tot stand is gekomen.
Persoonlijke maten Als men het heeft over publiek domein in de Nederlandse kunstgeschiedenis en schilderijen en kunstobjecten “van iedereen”, dan gaat het over de Rijksstudio van het Rijksmuseum4. Ik vind hun manier van openstellen van de collectie digitaal erg goed, omdat zij nagenoeg geen beperkingen opstellen voor gebruikers om hun werk te gebruiken en modificeren. Het lijkt het Rijksmuseum niets te doen dat een werk zijn context verliest als het geprint wordt op een telefoonhoesje. Mij inspireerden vooral “De standaardmeter” en “De standaardkilogram”, twee maatvoeringen die jarenlang gebruikt worden. Betrekkende op onze huidige maatschappij, is ook nu standaardisering erg relevant, tools worden universeel gemaakt wat vaak handig, maar ook beperkend kan zijn. Steeds meer grote bedrijven maken “costumize-tools” om hun gebruikers te betrekken in ontwerpen, terwijl deze tools vaak erg beperkt zijn.5 Persoonlijke maten is een interactieve installatie geïnspireerd op de standaardmeter, waarbij gebruikers worden gevraagd hun lichaamsmaten vrij te geven en zo mee te werken aan een database voor het berekenen van gemiddelde menselijke maten. Op inspiratie van de standaardisering van maten met het Metrieke Stelsel, tegenover de stedelijk vastgelegde lichaamsmaten voor 18006, worden in mijn project door middel van digitale technieken nieuwe plaatselijke gemiddelden vastgelegd. Het gebruiken van het menselijk lichaam stamt terug tot ver voor Christus. In de 15e eeuw baseerde Leonardo da Vinci met zijn Vitruvius zijn architectuur op de maten van het menselijk lichaam en tijdens de kunststroming van het Bauhaus liet onder andere Le Corbusier zich inspireren op de ideologie “Mensch, Mass aller Dingen” 7 door Ernst Neufert.
Meet station
“Man is the measure of all things: of the things that are, that they are, of the things that are not, that they are not.” Protagoras, ca. 420 B.C. 8
Met dit project wil ik de gebruiker uitlokken een mening te geven over de betekenis van standaardisering in een tijd van digitale revolutie en ze vragen in welke mate ze behoefte hebben aan het personificeren van producten. Daarbij is mijn onderzoeksvraag: “Hoe kunnen persoonlijke maten gebruikt worden voor design in digitale fabricage?”
De rol van de ontwerper Als ontwerper onderzoek ik hoe ik tools beschikbaar zou kunnen stellen voor gebruikers zodat ze van mijn kennis kunnen leren en ik van die van gebruikers. Als design opener wordt, dan wordt voor de ontwerper het ontwerpen van de tools een belangrijker vraagstuk. Zoals Agata Jaworska het project Design for Download van Droog vertegenwoordigde in een interview: “In open design, the role of the designer doesn’t diminish – it just changes.” Agata Jaworska 9
Een bijzonder voorbeeld van de rol van een ontwerper in een Open Design project vind ik OpenStructures van Thomas Lommee. Het enige kader dat Lommee biedt is het digitale ontwerpgrid zodat de assemblage van de onderdeel universeel zijn, en een handleiding. Opvallend genoeg laat Lommee in OpenStructures nagenoeg niets van zijn “ontwerpers-identiteit” zien, om het gebruik onbevooroordeeld te laten en om zo ‘open’ mogen over te komen. Zelf denk ik dat de aanwezigheid van een ontwerper in een designproject duidelijk zichtbaar mag zijn. Deze kan zich uiten in vormentaal en materiaalgebruik, zonder dat dit de gebruikers zou bevooroordelen. De ontwerper kan een open systeem vormgeven en verder gebruikers de mogelijkheid zelf open verder te werken naar het systeem.
Conclusie Het afgelopen kwartaal ben ik erachter gekomen dat er voor mij als product ontwerper veel potentie ligt binnen Open Design. Ik ben er door intensief gebruik van online tutorials achtergekomen dat software zich tot nu toe veel sneller heeft ontwikkeld dan hardware, maar dat er daarom ook juist veel projecten te ontwikkelen zijn met verbindingen tussen hardware en software, als interactief proces voor de gebruiker. Met in gedachte houdende dat Internet en Open Source een grote kennisbron zijn voor iedere leek en de snel ontwikkelende beweging van de makers, zou de rol als product ontwerper wellicht verschuiven van product-ontwerper naar tool-ontwerper. Als de consument prosument wordt en gaat mee-ontwerpen aan producten, ben ik degene die het systeem hiervoor ontwerpt en de grenzen bepaalt. Tijdens mijn project Persoonlijke Maten heb ik mijzelf interactief kennis bijgebracht over de programmeertalen Processing, Javascript en HTML en heb nu ervaren hoe het is om een online database op te bouwen. Als product ontwerper vond ik de codetaal van deze programma’s soms zeer ver van mij af staan en zie ook in de software veel mogelijkheden deze beeldender te maken. Ook ben ik er achtergekomen hoeveel script schrijven een minimale interactie kost en dat het digitaal juist lastig kan zijn een gebruiker niet te beperken, omdat alles gedefinieerd moet zijn. Bovendien ben ik erachter gekomen dat ik juist níet de ergonomische kant op wilde met Persoonlijke Maten en heb er daarom niet voor gekozen de perfecte stoel te ontwerpen voor gebruikers. De mogelijkheden van dit project staan nog open en ik wil het afmaken onder ideeën en invloed van gebruikers.
Literatuurlijst
Nr. 1.
Soort bron Analoog
Omschrijving bron Toffler, Alvin (1980). The Third Wave. Bantam Books, p 239.
Korte inhoud Een citaat van Toffler waarin hij de prosumer beschrijft.
2.
Video
Ortega, Sam (2014). De Nieuwe Makers. Tegelicht, VPRO. 00:38:00”
3.
Digitaal
4.
Digitaal
5.
Digitaal
6.
Digitaal
Lomme, Thomas (2009). OpenStructures. www.openstructures.org/about Rijksmuseum (2014). Rijksstudio. www.rijksstudio.nl Franke, Schreier, Kaiser (2010). The “I Designed It Myself ” Effect in Mass Customization Neufert, Ernst en Kister, Johannes (1936). Bauentwurfslehre. Frankfurt.
Een klein interview waarin Sam Ortega uitlegt wat de NASA heeft aan de creativiteit van de Makersbeweging. Een citaat van de website OpenStructures, over hardware en software ontwikkelingen De online collectie van het Rijksmuseum.
7.
Digitaal
8.
Digitaal
Een interessant artikel over customizen door grote bedrijven. Een citaat van de architect Ernst Neufert, die de verhoudingen van het menselijk lichaam gebruikte voor ontwerp. Bostock, D (1988). Plato's Theaetus. Oxford. Een citaat van Protagoras rond 420 voor Christus, over de relativiteit van menselijke interpretaties. Jaworska, Agata. (2011). Design For Download. Een interview van Agata Jaworska, over Droog. Vogue Living. p2pfoundation.net Droog’s Design for Download.