Het nieuwe topsportconvenant
Stéphanie PIEN Avocate Vanden Eynde Legal Avenue de la Toison d'Or, 77 1060 Bruxelles Tél : + 32 / (0)2.290.04.00 Fax : +32 / (0)2.290.04.10 contact :
[email protected] Web site : www.vdelegal.be
1/5
1. Inleiding : Op 25 juni 2004 werd het nieuwe "topsportconvenant" ondertekend door de voorzitters van de onderwijsnetten, het BLOSO, het BOIC, het VSF, het BVLO en de Vlaamse ministers Marleen Vanderpoorten, Vlaams minister van Onderwijs en Vorming, en Marino Keulen, Vlaams minister van Sport. Dit convenant is een protocol dat de basis moet leggen voor een sterkere samenwerking tussen het onderwijs en de sportwereld. Belangrijke vernieuwing is dat het de mogelijkheid biedt een statuut van topsportbelofte toe te kennen aan jongeren, vanaf 11 jaar uit het basisonderwijs. Deze overeenkomst heeft uitwerking vanaf 1 september 2004. Sinds 1 september 2004 is het topsporterstatuut toegekend aan 25 topsporters in het vijfde en zesde leerjaar: 18 turnertjes en 7 tennissers.1
2. Inhoud : Het nieuwe topsportconvenant bestaat uit een globaal en een bijzonder topsportconvenant. Het globaal topsportconvenant werd afgesloten door de Vlaams minister voor onderwijs, de Vlaamse minister bevoegd voor sport, het BLOSO, het BOIC, het VSF, de BVLO, het Gemeenschapsonderwijs, het OVSG en het VSKO. Het bijzonder topsportconvenant, wordt afgesloten door de Vlaamse minister bevoegd voor Onderwijs, de betrokken uniesportfederatie en een lokale onderwijsverstrekker. Door ondertekening van het bijzonder topsportconvenant onderschrijven de ondertekenaars ook het globaal topsportconvenant, waardoor de juridische band tussen beiden aldus verzekerd is. Beide overeenkomsten verwijzen dan ook zodanig naar elkaar dat ze niet van elkaar los gelezen kunnen worden. Het nieuwe topsportconvenant is ontstaan dankzij een proefproject topsportgymnastiek, dat tijdens het schooljaar 2003-2004 gehouden werd. 2 Het ging om een streng afgebakend project topsport, waarbij talentrijke jongeren in een basisschool, werden voorbereid op een intensieve begeleiding, die de strenge gymnastiekdiscipline op latere leeftijd vereist. Het ging om 6 geselecteerde turnende meisjes die 6 uur praktijkles topsport verkregen per week. Hierbij werd duidelijk gesteld dat de leerlingen zoveel mogelijk lessen in de school moesten volgen, een aangepast pedagogisch programma diende uitgewerkt te worden en dat de ouders, leerlingen, schooldirectie en leerkrachten permanent dienden betrokken te worden in de opvolging van de topsportontwikkeling en bij de beslissingen hieromtrent. Het proefproject werd aan het einde van het schooljaar 2003-2004 geëvalueerd om te bepalen of er sprake kon zijn van verderzetting of uitbreiding. Na een positieve evaluatie heeft men de uitbreiding voorzien voor 3 sporttakken met name: gymnastiek, zwemmen en tennis.
1
http://www.isbvzw.be/nr_147.htm: 25 topsporters in de lagere school, De Standaard, 16 augustus 2004. Toespraak van de minister van Onderwijs en Vorming, M. VANDERPOORTEN, Opening Europees Jaar opvoeding door sport, 21 januari 2004. 2
2/5
Het globaal topsportconvenant creëert naast het "topsportstatuut A en B" voor de leerling/topsporter van het secundair onderwijs, het nieuw statuut "topsportbelofte" voor de leerling/topsporter van het basisonderwijs.3 Dit statuut verleent aan de leerling/topsporter in het basisonderwijs het recht op een aantal afwezigheden die van rechtswege als gewettigd beschouwd worden. Hiervoor moet de leerling beschikken over een statuut topsportbelofte uitgereikt door de selectiecommissie. Deze selectiecommissie kent aldus dit statuut toe aan de jongeren, voorgedragen door de betrokken uniesportfederatie. De selectiecommissie levert hiertoe een document af dat de leerling/topsporter dient af te geven bij de inschrijving aan de topsportschool. Dit document is 1 schooljaar geldig.4 3. Voorwaarden: 5 Men moet natuurlijk aan een aantal voorwaarden voldoen om dit statuut te verkrijgen. De afwezigheden kunnen enkel toegestaan worden voor de sporttakken gymnastiek, tennis en zwemmen, voor maximaal 6 lestijden per week, verplaatsingen inbegrepen, en kan enkel als de school voor de betrokken topsportbelofte over een dossier beschikt dat de volgende elementen bevat: een gemotiveerde aanvraag van de ouders: in de praktijk komt de vraag meestal van de ouders, deze moeten volledig akkoord zijn met de topsporttraining dat hun kind zal volgen en het is belangrijk dat zij beseffen dat hun kind echt wel een aantal lestijden zal missen. Een verklaring van een bij de Vlaamse sportfederatie aangesloten sportfederatie: om te vermijden dat ouders het talent van hun kind verkeerd beoordelen; vele ouders durven dit te overschatten. Men kan er van uitgaan dat de topsportfederaties deze verklaringen enkel zullen doen voor de leerlingen die inderdaad over het nodige talent beschikken. Uit deze verklaring moet blijken dat de leerling een trainingsschema van deze federatie volgt en dat dit trainingsschema de gevraagde afwezigheden verantwoordt. Een verklaring van een individuele sportclub volstaat dus niet. Een medisch attest van een sportarts verbonden aan een erkend keuringscentrum van de Vlaamse gemeenschap: ingevoerd ter bescherming van het kind. De sportarts bevestigd of het kind al dan niet het trainingsschema op fysiek en psychisch gebied aankan.
Overeenk., Het topsportconvenant, Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap afdeling Beleidsvoorbereiding Secundaire Scholen, Brussel, 25 juni 2004. 4 Overeenk., Het topsportconvenant, Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap afdeling Beleidsvoorbereiding Secundaire Scholen, Brussel, 25 juni 2004. 3
5
http://www.ond.vlaanderen.be: Omzendbrief : Afwezigheden van leerlingen in het Basisonderwijs, zie B. Vl. Reg. van 12 november 1997 betreffende de controle op de inschrijvingen van leerlingen in het basisonderwijs, zoals gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 21 maart 2003, 9 mei 2003 en 27 augustus 2004.
3/5
Akkoord van de directie: Indien men aan al de hierboven vermelde voorwaarden voldoet moet men het aanvraagdossier nog voorleggen aan de directie. De directie is volledig vrij in haar beslissing, en kan aldus de aanvraag weigeren zelfs indien aan alle bovenstaande voorwaarden voldaan is. De directie zal dan ook moeten instaan voor de begeleiding van de leerling en moeten zorgen dat de gemiste lesuren goed opgevangen worden. De afwezigheid mag in geen geval leiden tot een intellectuele achterstand voor de leerling. Zoals bij andere afwezigheden, vb ziekte, gebeurt de controle op de wettigheid hiervan door de dienst verificatie van het departement Onderwijs die zal oordelen of al dan niet aan de voorwaarden voldaan is. Is dit niet het geval, dan kan de leerling 6 niet in aanmerking komen als regelmatige leerling. Om te vermijden dat leerlingen moeilijkheden krijgen voor bepaalde leergebieden, zal men steeds moeten proberen om de trainingen zoveel mogelijk buiten de lesuren te volgen, en de afwezigheden als uitzonderingen te behouden. Het uitgangspunt is wel zo dat de leerlingen in principe nog alle activiteiten kunnen volgen, aangezien al die activiteiten noodzakelijk zijn voor de volledige ontplooiing van het kind. Het is ook belangrijk dat de overheid de kinderen beschermt tegen eventuele druk van de omgeving die de school op de tweede plaats wil zetten.
4. Gevolg : Dankzij het nieuw topsportconvenant, hebben 3 sportbonden de kans gekregen om schoolkinderen vanaf het vijfde leerjaar, 11 en 12 jaar, een speciaal statuut te geven. Sinds 1 september 2004 is het topsporterstatuut voor 25 leerlingen in het basisonderwijs een feit geworden, waaronder 18 turnertjes en 7 tennissers. Deze mogen per week zes lestijden inruilen voor trainingen en per schooljaar 10 halve dagen afwezig zijn voor tornooien.
5. Conclusie : We kunnen stellen dat het nieuwe topsportconvenant noodzakelijk is om de laatste leemte in de verhouding topsport-onderwijs op te vullen, doch kan men zich de vraag stellen of het werkelijk nodig is dat kinderen al zo vroeg topsportles krijgen op school. Als je aan de top wil geraken is het inderdaad zo dat je bepaalde zaken zo vroeg mogelijk moet leren, bij voorkeur in het basisonderwijs. Een salto bijvoorbeeld vraagt zodanig veel coördinatie dat het bijna niet mogelijk is om dit na je twaalfde aan te leren.7
http://www.ond.vlaanderen.be: Omzendbrief : Afwezigheden van leerlingen in het Basisonderwijs, zie B. Vl. Reg. van 12 november 1997 betreffende de controle op de inschrijvingen van leerlingen in het basisonderwijs, zoals gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 21 maart 2003, 9 mei 2003 en 27 augustus 2004. 6
7
http://www.nieuwsblad.be: F. VAN DE WINKEL, Kijk mama, ik ben topsporter, 27 maart 2004.
4/5
Het is ook een hele geruststelling voor de ouders dat hun kinderen hierbij geen risico lopen op een eventuele intellectuele achterstand, dankzij de goede opvang en begeleiding door de schooldirectie. Natuurlijk blijven de algemene schoolresultaten belangrijker dan de sport en moet er vermeden worden dat de kinderen onder een te hoge druk komen te staan. Het is dan ook evident dat de kinderen hun recht als topsporter kunnen verliezen. Maar de grote vragen blijven: Zal het nieuwe topsportconvenant zorgen voor meer medailles op de Olympische Spelen in 2008 en zullen er meer turnstertjes in de voetsporen treden van Aagje Van Walleghem?
5/5