Het lege nest syndroom: sturingsrelaties tussen gemeenten en culturele instellingen Prof.dr. Sandra van Thiel 27 oktober 2014
Metafoor Kind uit huis: • Eigen huishouden • Eigen onderhoud • Bronnen inkomsten • Nieuwe ervaringen • Peers belangrijker dan ouders • Ouders blijven deels aansprakelijk • Ouders bezorgd
Verzelfstandiging: • Eigen bedrijfsvoering • Zelfstandigheid • Marktactiviteiten ondernemen • Media, stakeholders • Subsidierelatie (geen hiërarchische sturing) • Loslaten maar ook contact houden 2
Metafoor -vervolg Lege nest syndroom:
Overheid na verzelfstandiging:
Symptomen: • Verlies ouderlijke rol • Zorg om welzijn kinderen • Aantasting zelfbeeld
Symptomen: • Verlies van (hiërarchische) controle • Angst om reputatie van minister(ie), gemeente, wethouder Risico: • Voorbereiding alleen door de organisatie (emancipatie van de uitvoering) Remedie: • Nieuwe rol: opdrachtgeverschap
Risicofactoren: • Onvoldoende anticipatie Remedie: • Nieuwe levensvervulling • Kunnen loslaten, volwassen relatie aangaan
3
Goed opdrachtgeverschap Wel doen
Niet doen
• Loslaten betekent vertrouwen geven: volwassen relaties kunnen tegen een stootje • Gebruik nieuwe instrumenten, zoals (lange termijn) contract, uitvoeringstoets, benchmarking • Geef ruimte en erken elkaars professionaliteit: zakelijke relatie • Sturen op kaders en hoofdlijnen, niet op details • Ontwikkelen van en investeren in sturingscompetenties en relatiebeheer (interface) • Balans tussen verschillende rollen van de overheid: opdrachtgever, ‘eigenaar’ en toezichthouder
• Verticale reflex (voortdurend ingrijpen, alleen sturen op incidenten, politieke waan van de dag) • Eenzijdig ontbinden of niet nakomen van afspraken (bv afromen van reserves) maakt een onbetrouwbare opdrachtgever • Rolconflict of te eenzijdige nadruk op één van de drie rollen
4
Principaal-agent model Principaal
Informatie asymmetrie: -Moral hazard (gedrag) -Adverse selection (info)
Contract
Oplossingen: -Monitoring -Prikkels
Agent
5
Instrumenten in PA relatie • PA model is gebaseerd op wantrouwen, dus instrumenten gericht op controle en greep: – – – – – –
Zeer gedetailleerde contracten/afspraken Veel overleg, ook over details (informatiestromen) Geen marktactiviteiten toegestaan Geen eigen CAO voor uitvoeringsorganisaties Veel en vaak toezicht door/namens overheid ‘Overheidscommissarissen’ in het bestuur
6
Alternatief: rentmeesterschap • Stewardship model, gebaseerd op vertrouwen, zelfsturend vermogen van uitvoerder, onderhandelingen tussen twee gelijkwaardige partners. Interventie is laatste toevlucht. • Voorbeelden van instrumenten: – Toezicht via anderen, bv Raad van Toezicht (zonder overheidscommissarissen). Overheid tweedelijns – Alleen raam- of kaderafspraken, geen details • Zie bv ook kadernota Verbonden Partijen
– Beperkte frequentie en mate van overleg, maar wel openstaan voor elkaar (relatiemanagement) met een zakelijke, volwassen houding (professionaliteit) – Marktactiviteiten (binnen wettelijke regels) toegestaan – Mogelijkheid van eigen CAO
7
Keuze van uitvoeringsorganisatie (UO) Keuze van overheid
PA relatie
PS relatie
PA relatie
PS relatie
Wederzijds wantrouwen, veel monitoring en controle
UO voelt zich teveel gecontroleerd en gewantrouwd, slechte verstandhouding
Misbruik door UO; te Wederzijds vertrouwen hoge prijzen, te weinig en respect opbrengst 8
Conclusie Goede sturingsrelaties vereisen: 1. Goed opdrachtgeverschap – Hoe organiseer je dat?
2. Goed relatiebeheer – Welke competenties zijn vereist?
9
SCHEIDING VAN ROLLEN
INTEGRATIE VAN ROLLEN
CONTRACT
Meerdere contracten en Eén overeenkomst met statuten tussen overheid of ander uitvoeringsorganisaties en aangewezen sturingsorgaan ambtelijke directies
PERSONEN
Contactpersonen in diverse directies, bijv. voor beleid, financiën, toezicht, inspectie
DIRECTIES
Rollen apart belegd bij Interface unit of directie verschillende directies voor relatiebeheer; één directie beleid, financiën, toezicht, speciaal ingericht voor inspectie onderhouden van relatie met uitvoeringsorganisatie
Contactpersonen in één (beleids- of financiële) directie
10
COMPETENTIES
ACTIVITEITEN
COMPETENTIES
ACTIVITEITEN
Adviseur
Op basis van ervaring oplossingsrichtingen aanreiken voor vraagstukken. In staat zijn om anderen bij de besluitvorming te beïnvloeden.
Omgevingsbewust
Vormt zich een beeld van de toekomstige ontwikkelingen en heeft een visie op mogelijkheden om in te spelen op die ontwikkelingen.
Conceptueel vermogen
Houdt verbanden in de gaten tussen geconstateerde problemen, noodzakelijke en eventueel reeds voorgenomen veranderingen. Ziet structuren, verbanden en samenhang tussen verschillende vraagstukken en denkt in een breder kader. Inzicht in kennis en vaardigheden van betrokken en probeert deze te (laten) ontwikkelen)
Oordeelsvorming
Kan gegevens en mogelijke handelswijzen in het licht van relevante criteria tegen elkaar afwegen en tot een logisch oordeel komen.
Organisatiesensitiviteit
Heeft gevoel voor interne organisatieontwikkelingen en neemt deze in overweging bij de eigen besluitvorming. Heeft oog voor de effecten van de eigen besluitvorming voor de organisatie.
Schenkt aandacht aan materiële en immateriële belemmeringen (tijd, menskracht, geld, structuur, cultuur). Draagt zorg voor vernieuwing, behoud en toepassing van de aanwezige informatie ten behoeve van de organisatiedoelen. Kansen signaleren en daarnaar handelen. Proactieve opstelling. Inbrengen en stimuleren (buiten kaders kunnen denken) van nieuwe ideeën Begeleidt veranderingsprocessen en kan anderen inspireren bij het streven naar verandering en vernieuwing.
Politieke sensitiviteit
Heeft inzicht in en is alert op belangentegenstellingen, en is in staat steun en draagvlak te verwerven. Verwachte problemen voor zijn en ontstane problemen oplossen.
Heeft oog voor het belang van contacten, is in staat contacten te leggen en te onderhouden en kan deze effectief aanwenden voor het bereiken van (de) doelen.
Educator
Facilitator
Informatiemanagement Initiator
Managen van veranderingen
Netwerkgericht
Probleemoplosser Resultaatgerichtheid
Kan beleidsdoelen vertalen naar resultaten en weet vervolgens het gewenste resultaat op efficiënte en effectieve wijze te realiseren.
Strateeg
Kan een visie vertalen in lange termijndoelstellingen en stelt een strategische planning op voor het realiseren van deze lange termijndoelstellingen. Op directieniveau en strategische ontwikkelingen kunnen vertalen naar interne organisatieveranderingen.
Taakgericht leiderschap
Dirigeert en begeleidt de activiteiten van anderen; bereikt resultaten door middel van delegeren, 11 regelen, controleren, coördineren en aansturen.
Dank voor uw aandacht!