Het juiste aanbod op het juiste moment JAARBERICHT 2012
Net als de winkel bij jou in de buurt ...
Inhoudsopgave Voorwoord 3 Maatschappelijk betrokken
5
Carin en Sander
7
In beweging 8 Tessa
11
Kwaliteit en effectiviteit
12
Karin en Joris
15
Entréa in kerncijfers
16
Benjamin
19
Het jaar financieel
20
Entréa in beeld 22 Colofon 24
Voorwoord ‘Tijdens de verbouwing blijft de winkel open’. Met deze zin geef ik het beste weer hoe het jaar 2012 voor Entréa is geweest. Er zijn in onze organisatie veel veranderingen en verbeteringen in gang gezet, die een grote inzet van de medewerkers hebben gevraagd, maar waarbij kinderen en hun gezinnen met onverminderde bevlogenheid onderwijs en opvoedingsondersteuning hebben gekregen, waarover zij ook onverminderd tevreden zijn. De cliënt stond en staat centraal, vanuit de overtuiging dat elk kind recht heeft op een veilige plek om op te groeien en zich te ontwikkelen. Onze ‘verbouwing’ betreft naast een reorganisatie evenzo het vernieuwen van processen om vooral een goed en effectief antwoord te kunnen blijven geven op de vragen naar ondersteuning en samenwerking. Niet alleen voor de kinderen en hun gezin, maar eveneens in onze contacten met scholen, ketenpartners en gemeenten, op weg naar Passend Onderwijs en Transitie. Ook kwaliteit en veiligheid hebben hoog op de agenda gestaan, waarbij we een kritische blik niet uit de weg zijn gegaan. Een verbouwing geeft hinder en altijd stof, maar gelukkig geeft het zien van de contouren ook nieuwe energie. Daarmee zijn we 2013 ingegaan, samen met het waardevolle gereedschap uit deze reflectie op 2012.
Met vriendelijke groet, Marie-Josée Vollebergh, Raad van Bestuur
3
Wat motiveert ons? Kinderen horen thuis en in het regulier onderwijs zijn voor ons belangrijke uitgangspunten. Dit betekent dan ook dat de gezinnen ons onderwijs, onze begeleiding en opvoedingsondersteuning zo dicht mogelijk bij huis kunnen vinden en dat deze ondersteuning zo kort mogelijk duurt. Onze motivatie komt voort vanuit de overtuiging dat kinderen een veilige plek verdienen om op te groeien en zich te ontwikkelen. In ons werk staan ieders kracht en mogelijkheden centraal en zijn we samen met ouders, leerkrachten, hulpverleners, gemeenten en opleidingen vooral partners in het vinden van het juiste aanbod op het juiste moment. 4
Maatschappelijk betrokken Opvoedingsondersteuners Wij zijn ons bewust van onze maatschappelijke positie en verantwoordelijkheid. Wij vervullen deze niet alleen in samenspraak met cliënten maar ook in goede samenwerking met andere instanties. Entréa maakt deel uit van de Branche Jeugdzorg Gelderland. Samen met collega-organisaties laten wij het aanbod aansluiten op de vraag van de cliënt. Zo bieden wij Spoedeisende Zorg aan via het samenwerkingsverband van de Branche en springen wij zo nodig bij in crisissituaties buiten het directe werkgebied. Er is onder meer samenwerking met NIM, Pro Persona, KION, Kamers met Kansen, om ons vraaggericht te kunnen blijven bewegen en vanuit onze deskundigheid steeds het juiste aanbod te kunnen doen.
Onderzoekspartners Praktikon BV is de verzelfstandigde onderzoekseenheid van Entréa. Ondanks dat Praktikon onafhankelijk is in haar activiteiten, is de band met Entréa een intensieve. Zo voert Praktikon bij ons onderzoek uit (STOP4-7, Gezin Centraal, Professionaliseren en Profileren), ondersteunt zij bij de organisatie van onderzoek en traint zij onze medewerkers in hun rol bij de uitvoering van onderzoek.
Werkzame factoren Scholen Binnen een personele unie van bestuur werken we heel nauw samen met de VSO Kristallis in Nijmegen. Entréa maakt deel uit van het REC-Vierland en we zijn actief in de regionale samenwerkingsverbanden in Nijmegen en Tiel die zich voorbereiden op Passend Onderwijs. Op onze locatie aan de Tapirstraat werken we binnen een gezamenlijke huisvesting nauw samen met BSO De Windroos.
Opleidingen Entréa werkt samen met diverse MBO-, HBO- en universitaire opleidingen. We bieden stageplaatsen aan en onze medewerkers geven gastcolleges op onder meer de hogescholen en op de Radboud Universiteit. Daarnaast zijn er mogelijkheden voor docenten om bij ons stage te lopen om de verbinding tussen de praktijk en theorie te versterken. Entréa neemt deel aan de beroepenveldadviescommissie van de opleidingen SPH en Pedagogiek van de Hogeschool Arnhem Nijmegen (HAN).
We zijn een actieve deelnemer aan de diverse onderzoeksoverleggen die via het Nederlands Jeugd Instituut worden georganiseerd en de werkgroepen van het SEJN (Samenwerking Effectiviteit Jeugdzorg Nederland). Daarnaast participeert Entréa in de Academische Werkplaats Inside-Out, een door ZonMW gefinancierd initiatief van de Radboud Universiteit, en zijn we partner van het Lectoraat Werkzame factoren in de jeugdzorg van de Hogeschool Arnhem Nijmegen. Bovendien is Entréa cofinancier van de bijzondere leerstoel Effectiviteit en Professionalisering in de Jeugdzorg aan de Radboud Universiteit.
Afstudeerders Samen met de Gelderse jeugdzorgorganisaties Lindenhout en Pactum is een overleg opgestart met de HAN en een drietal daaraan verbonden lectoraten waarin onder andere een belangrijke plek is ingeruimd voor het ontwikkelen van een programmatisch gestuurd aanbod van onderzoeksvragen voor afstudeerders van de HAN. Daarmee komt mogelijkerwijs al in 2013 een groot potentieel aan onderzoekscapaciteit beschikbaar voor de drie organisaties en krijgt ons streven meer evidence based te zijn een enorme steun in de rug. 5
‘We hebben geleerd door Toms ogen naar de wereld te kijken.’
Tienjarige Tom bezoekt de Pedologisch-Instituutschool in combinatie met een behandelgroep en psychomotorische therapie. Zijn ouders, Carin en Sander, krijgen ouderbegeleiding.
‘Het vinden van de juiste ondersteuning was een lange weg, die startte toen Tom naar het reguliere basisonderwijs ging. Op school was hij een rustige, wat teruggetrokken jongen, thuis veranderde dat volledig en kwamen de woedeaanvallen. Na de diagnose PDD-NOS zijn we op zoek gegaan naar een passende school. De eerste indruk van de P.I.-school was goed en de samenwerking met jeugdzorg sprak ons erg aan.’ Veranderingen ‘Er kwam rust! School was niet langer een bron van onrust en spanningen voor Tom, maar een veilige plek met aandacht voor zijn specifieke behoeften. Het plezierigst vinden we de betrokkenheid van de leerkrachten en de begeleiders en de samenwerking tussen de verschillende onderdelen van Entréa. We hebben het gevoel dat iedereen net zo betrokken is bij Tom als wij. We hebben geleerd door Toms ogen naar de wereld te kijken en hem structuur te bieden. We hebben ook geleerd om onze eigen grenzen te blijven bewaken en niet alleen gefocust te zijn op de behoeften van Tom. Maar we zijn er nog lang niet. Nieuwe stappen in Toms leven vragen weer nieuwe dingen.’ Tom ‘Tom heeft veel geleerd over zichzelf. Wat is lastig en wat kan hij goed. Tom kan beter aanvoelen wanneer hij boos dreigt te worden en wat hij dan moet doen om escalatie te voorkomen. Wij en de mensen van Entréa ondersteunen Tom waar mogelijk, maar uiteindelijk zal hij zelf moeten leren omgaan met zaken die hij lastig vindt.’ Wat kan er beter in de samenwerking ‘Eigenlijk niet veel wat Entréa betreft. We zouden graag zien dat de afstemming met instanties en artsen buiten Entréa verbetert, bijvoorbeeld in de afstemming van verschillende medicatie op elkaar. En het zou fijn zijn als de overheid de SO-scholen een tijdje met rust zou laten zodat de scholen zich kunnen focussen op het onderwijs. Nu worden de scholen, de kinderen en de ouders steeds geconfronteerd met nieuwe ideeën en bezuinigingen.’ Toekomst ‘Geen idee hoe de toekomst eruit ziet. We zijn eigenlijk niet gewend om langer dan zes maanden vooruit te kijken. Maar we hopen op een toekomst waarin er meer balans is in ons gezin. Dat zaken meer vanzelf gaan. Dat Tom een plekje vindt in deze complexe wereld. Gewoon, samen gelukkig zijn en met elkaar genieten van de mooie dingen.’ En Tom? ‘Tom wil gewoon lekker thuis zijn, met vriendjes spelen en zo normaal mogelijk zijn.’ 7
In beweging Nieuwe afdelingen, nieuwe managers De Transitie en Passend Onderwijs zien wij als een kans om onze organisatie effectiever en efficiënter in te richten. De professional, dichtbij de cliënt en de leerling, ‘in the lead’. In 2012 is een start gemaakt met de nieuwe inrichting van onze organisatie. Kortere lijnen en resultaatverantwoordelijke teams die snel kunnen aansluiten bij de vraag en de teams in de wijken en de regio. Nieuwe afdelingen en nieuwe managers. Voor het speciaal onderwijs van Entréa hebben we de koers uitgezet naar twee afdelingen (regio Nijmegen en regio Rivierenland) met een nieuwe directiestructuur, die in 2013 vorm krijgt.
Onderzoek & Ontwikkeling en Bedrijfsbureau In 2012 hebben we tevens vormgegeven aan een nieuwe afdeling Onderzoek & Ontwikkeling om onze innovatiekracht binnen onderwijs en jeugdzorg beter te benutten, en een Bedrijfsbureau voor een optimale ondersteuning vanuit een efficiënte en professionele bedrijfsvoering.
Tijd voor Jeugd In twaalf pilotteams zijn we gestart met het project Tijd voor Jeugd. We zijn aan de slag gegaan met de zogenoemde doorbraakmethode; veel processen herontwerpen om méér cliëntcontacttijd en kortere doorlooptijden te realiseren. De resultaten van de pilotteams zijn zo veelbelovend gebleken, dat vol enthousiasme besloten is deze manier van werken organisatiebreed in te voeren.
8
Onderwijs voor iedereen Onder de titel ‘Onderwijs voor iedereen’ hebben we in de regio Rivierenland met ’s Heeren Loo de handen ineen geslagen om passend onderwijs te organiseren voor kinderen met een IQ-beperking in combinatie met gedragsproblemen en/of psychiatrische problematiek. Speciaal onderwijs dat specifiek op maat gemaakt wordt en de leerlingen hun talenten laat ontdekken en benutten. Hiermee willen we uitval van deze leerlingen in het onderwijs tot een minimum te beperken.
Kwaliteit en veiligheid In de aanloop naar de HKZ-hercertificering jeugdzorg hebben we de beschrijvingen van alle primaire en ondersteunende processen vernieuwd. Er zijn prospectieve risico inventarisaties (PRI’s) uitgevoerd en er is een projectplan veiligheid geschreven. Ook hebben we gewerkt aan een verbeterplan pleegzorg, waarin vooral de verbetering van de veiligheid van pleegkinderen aandacht krijgt. Onze interne audits zijn risicogericht en er is een start gemaakt met risicomanagement. Verder hebben we binnen onze kwaliteitszorg de verbinding tussen onderwijs en jeugdzorg nadrukkelijker gelegd.
Één kind, één plan Voor de kinderen die zowel een indicatie voor zorg als voor onderwijs hebben werken we steeds intensiever samen om de behandeling en ontwikkeling van het kind te optimaliseren. Dit gebeurt onder het motto: ‘één kind, één plan’. Alle medewerkers zijn geschoold in verslaglegging in een nieuw cliënt/leerlingvolgsysteem, waarmee we behandelinformatie van zorg en onderwijs zorgvuldig kunnen uitwisselen en afstemmen.
Laat zien wat je waard bent Hoewel het zwaartepunt van het landelijke actieplan professionalisering in 2013 valt, hebben wij als lerende organisatie de voorbereiding voor de professionalisering van onze jeugdzorgwerkers al in 2012 ingezet. Er is een ontwikkelgroep ingericht waarmee we aan de slag zijn gegaan met de voorbereiding van registratie van onze professionals bij het Beroepsregister van Agogisch en Maatschappelijk werkers, de competenties verbonden aan de beroepscode en de verkenning van het invoeren van de tuchtrechtspraak in de jeugdzorg. Ook is overleg opgestart met collega-organisaties Pactum en Lindenhout en de opleidingen Pedagogiek en Maatschappelijk Werk en Dienstverlening van de HAN over het bundelen van onze interne trainingen en opleidingen en het afstemmen met de HAN-curricula.
Professionaliseren en profileren Binnen het onderwijs heeft op de P.I.-locaties, in samenwerking met Praktikon, het project Professionaliseren en Profileren voortgang gekregen. Ook de RBB-locaties hebben pilots lopen om het leerlingvolgsysteem wat betreft de sociaalemotionele ontwikkeling van leerlingen te optimaliseren. In samenwerking met de Radboud Universiteit zijn nieuwe vragenlijsten ontwikkeld gericht op de speciale doelgroep van de RBB-school. Het doel is te komen tot een effectmonitor, waarbij zowel de leerprestaties als het sociaal-emotioneel functioneren van de leerlingen periodiek worden gemeten,
zodat we meer theoretisch zicht krijgen op de manier waarop groepen zich ontwikkelen. Als de uitkomstmaten helder zijn en een theoretische vertaalslag is gemaakt, is de volgende stap grip te krijgen op het professioneel handelen van leerkrachten.
ICT en informatiemanagement We hebben in 2012 de uitbesteding van de ICT-dienstverlening voorbereid met als uitgangspunt tot een kostenbesparend en flexibeler dienstverleningspakket te komen. Er is een informatiemanager aangesteld voor het verbinden van alle interne processen en de uitbestedende dienst. Verder is besloten over te stappen naar een nieuw personeelsinformatiesysteem dat een verdere digitalisering van werkprocessen binnen onderwijs en jeugdzorg ondersteunt en vanaf 2013 leidt tot betere managementinformatie en hogere efficiency ten aanzien van de verschillende administratieve handelingen. Medewerkers worden op termijn meer eigenaar van hun eigen dossier.
Duurzaam Milieu en duurzaamheid zijn belangrijke aspecten in ons inkoopbeleid. We gebruiken groene stroom en scheiden ons afval. Door de grote inzet van flexibele werkplekken en het steeds meer gebruiken van verlichting via bewegingsmelders zijn we bewuster en zuiniger met ons energieverbruik omgegaan. 9
‘Ik wilde zelf ook een time-out, het werd me te veel.’
Veertien jaar is Tessa. Ze heeft PDD-NOS en woont van maandag tot en met vrijdag in een behandelgroep. In het weekend gaat ze naar huis, de ene week naar haar moeder, de andere week naar haar vader.
‘Ik word heel snel boos en vind het ook wel moeilijk te accepteren dat ik zo ben. Thuis was er snel en veel ruzie. Via schoolmaatschappelijk werk ben ik bij Entréa gekomen. Ik wilde hier zelf ook komen wonen. Ik wilde een time-out, want het werd me te veel. Het is een leuke groep waar ik woon en ik ga gewoon naar mijn eigen school, Helicon Groen.’ Leerdoelen ‘Ik wil leren mijn autisme te accepteren en minder snel boos en geïrriteerd te zijn. Tot tien tellen of even weglopen als het mis dreigt te gaan, helpt. Ik hoor ook al dat ik daarin veranderd ben; vooral van papa, van mama een beetje. Ook de bazin van het bloemenwinkeltje waar ik op zaterdag werk ziet verbetering bij mij. Ik ben blij dat ik hier gekomen ben.’ Leuk en minder leuk ‘Eigenlijk vind ik alles wel leuk. Er zijn wel regels en je moet dingen doen, maar dat is hier net als thuis. Minder leuk vind ik het als ik ‘stop’ zeg en mensen gaan door. Er gaan soms na school ook vrienden mee op bezoek, op school weten ze ook dat ik hier woon. Ik snap wel dat er kinderen zijn die het spannend vinden om hier te komen; ik vond het zelf niet zo spannend maar moest in het begin wel erg wennen. Rogée is mijn vaste mentor, ik kan goed met hem praten. Ik zit ook in de jongerenraad, dat vind ik leuk. Maandag ga ik daar voor de tweede keer naartoe. We hebben het dan over de wifi in de groep en over het uitstapje naar Walibi in juni. Ik ben dus mooi op tijd begonnen.’ Toekomst ‘Als bloemist met mijn eigen winkeltje, of werken in de dierentuin, daar sluit mijn opleiding ook bij aan. Nu eerst maar eens bezig zijn met mijn aquarium want ik mag het aquarium van mijn stiefbroer hebben en dat komt hij zo brengen. Ik krijg een paar vissen van school en van Rogée krijg ik wat steentjes. Hier kan ik ook mijn privilegepunten voor gebruiken. Als ik een hele kaart goed heb, krijg ik een weekprivilege. Je kunt dan bijvoorbeeld kiezen voor een half uur langer internet, maar ik kies nu liever voor vijftig cent. Daar kan ik dan steentjes voor kopen, of knikkers want die kun je ook op de bodem leggen.’
11
Kwaliteit en effectiviteit Prestatie-indicatoren We verzamelen informatie om onze prestaties te meten aan de hand van de landelijke prestatie-indicatoren voor de sector Jeugd en Opvoedhulp. In 2012 zijn onder leiding van de manager Onderzoek & Ontwikkeling stappen gezet de vragenlijsten nog beter te positioneren als een hulpverleningsinstrument, om ervoor te zorgen dat de hulpverlening nog beter gericht blijft op de doelen die de cliënten gesteld hebben. Als gebruiksgemak voor onze cliënten worden de vragenlijsten steeds meer digitaal ingezet.
Minder klachten of opvoedingsbelasting Met vragenlijsten meten we of in de beleving van ouders, jongeren of leerkrachten de ernst van de klachten is verminderd. Ook meten we hoe de ouders opvoedingsbelasting ervaren. Dat laatste is vooral belangrijk in de behandeltrajecten waar de problematiek van het kind zelf nauwelijks te verminderen valt (bijvoorbeeld ASS). De echte winst voor de ouders zit dan in het leren accepteren en omgaan met de problematiek van hun kind. We werken toe naar een grotere respons van vragenlijsten binnen heel Entréa om dit nog beter te kunnen meten. In 2012 was er vooral modulegebonden onderzoek. Een voorbeeld daarvan is het trainingsprogramma STOP4-7. Dat laat zien dat het externaliserend probleemgedrag van kinderen significant afneemt, zelfs uit het probleemgebied verdwijnt, en dat bovendien de opvoedingsbelasting zoals die door ouders ervaren wordt afneemt.
Het halen van afgesproken doelen In ieder hulpverleningstraject spreken we behandeldoelen af. Vaak zijn dit meerdere doelen per cliënt. Opmerkelijk is dat de helft van alle behandeldoelen niet met de persoon van de cliënt te maken heeft, maar met diens gezin of omgeving. In 2012 vindt 87% van de ouders of jongeren dat het doel behaald is. 37% vindt dat het doel niet alleen behaald maar zelfs overtroffen is, 13% ziet geen wezenlijke verandering, 1% ziet een verslechtering.
Tevredenheid Onze cliënten vullen bij afsluiting van de hulpverlening een Exit-vragenlijst in om aan te geven in hoeverre zij tevreden zijn over het verloop en resultaat van de behandeling. Zij drukken hun algemene tevredenheid uit in een rapportcijfer. In 2012 gaven de ouders een 8,1 en de jongeren een 7,9. Het verloop en het resultaat worden door ouders en jongeren nagenoeg gelijk beoordeeld. Op een vierpuntschaal (lopend van zeer ontevreden naar zeer tevreden) beoordelen zij het resultaat van de hulpverlening met 3,2 en het verloop met 3,5. Onze pleegouders geven aan zeer tevreden te zijn over de betrokkenheid, beschikbaarheid en professionaliteit van onze medewerkers. De voorlichting aan en gerichte deskundigheidsbevordering van pleegouders op thema’s die zij wensen, wordt erg gewaardeerd. In 2012 heeft de klachtenfunctionaris 27 klachten geregistreerd. De klachten betreffen overwegend de informatie en beslissingen die genomen zijn. Bij zes klachten spelen conflicten tussen ex-partners een rol. De onafhankelijke Gezamenlijke Klachten Commissie (GKC) heeft in dit jaar twee klachten over Entréa ontvangen. Binnen het onderwijs zijn geen klachten ingediend.
18 12
Meedenken en meepraten Op verschillende manieren praten ouders en jongeren mee over (de verbetering van) onze kwaliteit. In onze wachtruimtes liggen Tip/Top-kaarten die gebruikt kunnen worden om een tip te geven of een compliment uit te delen. We verzamelen feedback in open vragen van de Exit-vragenlijsten en in spiegelgesprekken, er is een heel actieve Jongerenraad, Medezeggenschapsraad en cliënten worden gehoord in de audits van de jaarlijkse externe kwaliteitsbeoordeling HKZ. In de toetsing van de medezeggenschap geven cliënten aan zeer tevreden te zijn over de bejegening, de processen en het aanbod. Ouders voelen zich ‘ouder’ met de bijbehorende regierol ten gunste van het eigen gezin. 13
‘Fijn dat ze tot de kern willen komen.’
Karin en Joris volgden samen met hun dochters Stefanie (5 jaar) en Eva (2,5 jaar) Gezinsbehandeling Ambulant Plus (GAP1) en krijgen nu wekelijks Ambulante gezinsbegeleiding van Karina. 1
Gezinsbehandeling Ambulant Plus (GAP) is een hulpaanbod v
‘Door onze zorgen om Stefanie en de spanning die dit tussen ons bracht, kwamen we via schoolmaatschappelijk werk bij Bureau Jeugdzorg terecht.’ Joris heeft Asperger en Karin last van paniekaanvallen. ‘Een achtergrond die doorspeelt in onze relatie en onze opvoeding. We hadden weinig zelfvertrouwen. We wilden leren hoe het beste met Stefanie om te gaan en daarin één lijn te volgen. Via Bureau Jeugdzorg kwamen we bij de gezinsbehandeling van Entréa uit.’ Veranderingen Karin heeft meer geduld tegenover de kinderen. ‘Ik vond geduld vooral lastig op momenten dat er tijdsdruk was, zoals ’s morgens met naar school gaan en ‘s avonds rond bedtijd.’ En ruzies voor de ogen van de kinderen zijn verleden tijd. ‘We laten elkaar meer in onze waarde. Bij de ‘familieschool’ – zo noemden we de GAP voor de kinderen - leerden we ook van de andere gezinnen.’ Het is intensief, maar voor Joris was dit eerder qua tijd (drie keer in de week) dan qua therapie: ’Het was leren en spelen. Het was confronterend maar op een positieve manier. De begeleiding is heel erg gericht op positiviteit, dat is heel plezierig. We weten nu beter wat we van elkaar kunnen verwachten in het huis en de opvoeding; een taakverdeling zonder het er steeds over te moeten hebben.’ Karin krijgt handvatten waarmee ze dingen echt anders kan doen. ‘Elke week iets om te doen of over na te denken. Er wordt ook echt naar me geluisterd, waardoor ik meer zelfvertrouwen krijg. Ik vind het fijn dat ze tot de kern van mijn verhaal willen komen. Het is goed dat we hulp gevraagd hebben, we hebben meer rust en ruimte voor de kinderen en voor elkaar.’ Stefanie Stefanie wilde Karin eerst niet loslaten, ze wilde altijd bij haar zijn en bij haar slapen. ‘Stefanie ligt nu in haar eigen kamer. Ze durft al alleen te spelen en op het pad achter ons huis te fietsen. Ze is vrolijk en heeft veel meer zelfvertrouwen. En precies op haar vijfde jaar was ze zindelijk.’ Wat kan er beter in de samenwerking We willen ook nog met ons eigen verleden leren omgaan wat betreft onze houding en gedrag, en nog bezig gaan met financiën.’ Maar het moet volgens Joris ook niet te groot worden. ‘Steeds een klein doel bereiken. We hebben een voortgangsdocument waarbij we samen met Karina bespreken of we de doelen ook gehaald hebben. Ik kan me voorstellen dat dit toetsen beter zou gaan, als er een derde bij betrokken is.’ Voor Karin hoeft dit niet. ‘Karina heeft een werkbegeleider, waarmee zij de begeleiding bespreekt en straks gaan we video-opnamen in onze thuissituatie maken en dan kijkt die persoon ook mee.’ Toekomst ‘Als gezin zijn we er nog niet, we zijn ook twee heel verschillende mensen. Maar daardoor kunnen we juist ook van elkaar leren. We zullen zeker sterker worden, zelf de regie hebben en het in de toekomst zonder hulp gaan redden.
vanuit samenwerking Pro Persona en Entréa.
15
Entréa in kerncijfers Cliënten Op 1 januari 2012 lopen er in totaal met 1400 cliënten actuele samenwerkingsafspraken. Bij een hulpvraag willen we zo snel mogelijk met de hulp starten. Onze doelstelling om in 2012 voor 855 nieuwe cliënten van betekenis te kunnen zijn, hebben we met een instroom van 901 cliënten ruimschoots gehaald. Hiervan vonden 100 cliënten hun weg via het experiment Jeugdzorg Dichtbij, dat wil zeggen zonder indicatie van Bureau Jeugdzorg. Een aantal dat de komende jaren, op weg naar Transitie, alleen maar zal toenemen. We zien in de aanvragen duidelijk een toename in de ambulante begeleiding en in de vraag naar opvoedingsondersteuning bij gescheiden ouders. In 2012 zijn 976 zorgtrajecten afgesloten. De meeste daarvan (85%) zijn afgesloten met wederzijdse instemming. In 10% werd het traject eenzijdig beëindigd (6% door de cliënt en 2% door de zorgaanbieder, 2% door externe omstandigheden). Van 5% is de reden onbekend. Meer feiten & cijfers uit onze regio’s Nijmegen en Rivierenland zijn te vinden op www.voordegeldersejeugd.nl
Leerlingen
De aangekondigde bezuinigingen op Passend Onderwijs zijn in 2012 niet doorgegaan. We zijn binnen het Entréa onderwijs kritisch gebleven op personele inzet, waardoor de vacaturestop van kracht is gebleven. Entréa heeft 61 stageplekken beschikbaar gesteld voor MBO-, HBO- en universitaire stages. Het ging hierbij om 15 MBOstageplekken (BOL4), waarvan 1 binnen de bedrijfsvoering. Het aantal HBO-stageplekken (SPH, Pedagogiek, MWD, PMT en drama- en speltherapie) bedroeg 40, het aantal universitaire stageplekken bedroeg 6.
Ziekteverzuim Het verloop van het ziekteverzuim jeugdzorg was in 2012 als volgt:
Op 1 januari 2012 worden de scholen van Entréa door 491 kinderen bezocht. Dit leerlingenaantal groeit in de loop van het jaar naar 518.
Kwartaal 2012
incl. ZW
excl. ZW
1e kwartaal
6,92%
5,28%
2e kwartaal
5,73%
4,11%
Vanuit onze scholen zijn er dit jaar 38 leerlingen naar het regulier voortgezet onderwijs gegaan en 33 leerlingen naar het VSO.
3e kwartaal
4,55%
3,22%
4e kwartaal
6,66%
5,97%
Personeel In de loop van 2012 is het personeelsbestand jeugdzorg gedaald van 505 dienstverbanden op 1 januari naar 500 dienstverbanden op 31 december. Gemiddeld over 2012 bedraagt de personeelsformatie ruim 15 fte minder dan in 18 16
2011. Dit is een daling van ruim 4% van de formatie. Het aantal medewerkers nam af met 7%. De omvang van arbeidscontracten in uren per week is gemiddeld toegenomen. Dit draagt bij aan ons streven de efficiency te verbeteren.
Over heel 2012: 5.96% (inclusief zwangerschapsverlof) 4,64% (exclusief zwangerschapsverlof)
Over 2011: 6,99 % 5,91 %
Door nieuw verzuimbeleid is de lijn van een lichte stijging van het verzuimpercentage in eerdere jaren nu doorbroken.
Tevredenheidsonderzoek Eind 2012 is het medewerkerstevredenheidonderzoek (MTO) gehouden. Globaal genomen kan gesteld worden dat medewerkers tevreden zijn met Entréa als werkgever; de score is een ruime 7. 17
‘De samenmomenten vind ik het leukst.’
Benjamin verblijft in behandelgroep de Dorpsstraat. In juni wordt hij 15 en kort daarvoor verhuist hij naar het gezinshuis waar zijn broer dan ook gaat wonen.
´Ik had zelf ook wel door dat het thuis minder goed ging. Ik heb van mijn zevende tot mijn elfde ook al in een groep gewoond. Onze thuiszorg en school maakten een melding en ik snapte dat. Ik was er niet boos over.´ Benjamin vond de manier waarop de uithuisplaatsing verliep wel vervelend. ´Eén uur van tevoren wist ik pas dat mijn broer en ik uit huis moesten. De volgende dag moest ik meteen met de bus naar school, terwijl ik niet wist hoe ik daar moest komen. Dat was echt niet fijn.´ Leerdoelen ´Toen ik hier kwam heeft de groepsleiding leerdoelen voor mij bedacht. Je kunt altijd wel iets leren, maar ik kon toen zelf niets bedenken. Ik kon me wel vinden in de leerdoelen die de groepsleiding bedacht, zij verzinnen heus niet zomaar iets. Ik moest leren minder in discussie te gaan, mijn kamer op te ruimen en op tijd op te staan. Aan dat laatste heb ik zelf echt iets. Ik kan nu beter opstaan in de ochtend en daardoor hoef ik me niet te haasten.´ Leuke dingen ´Ik vind de ´samenmomenten´ het leukst; als we met de hele groep iets gaan doen. Op kamp gingen we mountainbiken, dat was heel gaaf.´ ´Wat ik ook leuk vind, is dat ik mijn groep vertegenwoordig bij de jongerenraad. Ik bespreek daar onderwerpen die de jongeren belangrijk vinden. Ik geef vanuit de jongerenraad ook les op scholen. Daar vertel ik over het wonen in een behandelgroep en jongeren kunnen mij dan ook vragen stellen. Binnenkort mag ik zelfs voor een hele school presenteren. Dat vind ik wel spannend, maar het is een goede oefening omdat ik later presentator en acteur wil worden.´ Regels ´Stel dat ik de regels mocht bepalen, dan zouden jongeren hun mobiel gewoon bij zich mogen houden de hele dag. Nu moeten we deze altijd inleveren als we in de groep zijn. En het kameruur zou ik afschaffen. Ik verveel me dan altijd omdat ik mijn huiswerk op school maak. Verder vind ik de regels wel prima. Ik vind het fijn dat we een beloning krijgen als we ons de hele week goed gedragen, ik kies dan vaak extra computertijd of later naar bed.´ Toekomst ´Ik vind het leuk dat ik straks in het gezinshuis weer bij mijn broer woon. Hij zit nu in een andere behandelgroep van Entréa. Wat ik in het gezinshuis nog kan leren weet ik niet, misschien meer zelfstandig worden, maar eigenlijk ben ik dat al wel. Over tien jaar hoop ik dat ik in een speelfilm acteer, het liefst een actiekomedie en dan doe ik alle stunts zelf. Daarnaast presenteer ik dan een grappige quiz. Beroemd zijn lijkt mij wel leuk. Grappig als mensen je nakijken of aanspreken. En als ik er even geen zin in heb, vermom ik me gewoon.´ 19
Het jaar financieel Resultatenrekening Jeugdzorg en onderwijs Exploitatie 2012
Begroting 2012
Exploitatie 2011
€
€
€
29.879
29.198
29.142
7.386
7.266
7.511
Gemeentelijke bijdragen en subsidies
137
130
148
Vrij Toegankelijke Hulp (VTH)
620
701
682
Overige subsidies en baten
403
144
347
38.425
37.439
37.830
28.749
28.574
28.848
Accommodatiekosten
3.249
3.116
3.370
Apparaatskosten
2.305
2.318
2.209
Verzorgings- en behandelkosten
3.146
3.153
3.082
300
339
308
37.749
37.500
37.817
52
0
22
728
-61
35
(x €1.000)
A. Baten Subsidie Provincie Gelderland Rijksbijdragen Ministerie van OCW
Totaal baten B. Lasten Personeelskosten
Rentelasten Totale bedrijfslasten Resultaat deelneming Exploitatiesaldo
20
Balans Jeugdzorg en onderwijs (x €1.000)
31-12-2012
31-12-2011
ACTIVA
€
€
12.725
13.529
Deelneming Praktikon
464
412
Lening Praktikon
133
166
Vorderingen
1.225
1.342
Liquide middelen
3.949
2.217
18.496
17.666
6.768
6.041
973
863
Langlopende leningen
5.675
6.470
Kortlopende schulden
5.080
4.292
18.496
17.666
Vaste activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa
Vlottende activa
Totale activa PASSIVA Eigen vermogen Voorzieningen
Totaal passiva
Toelichting op het resultaat Het exploitatiesaldo is samengesteld uit een positief resultaat voor jeugdzorg van € 751.000 en een negatief resultaat voor onderwijs van € 23.000. Het positief saldo voor jeugdzorg is bereikt door bezuinigings- en efficiëncymaatregelen, met name in de overhead. Het tekort voor onderwijs wordt veroorzaakt door een terugbetaling van rentevergoeding over in voorgaande jaren ontvangen gemeentelijk subsidie in het kader van doordecentralisatie. 21
Afscheid directeur Jeugdzorg
Danslessen jongeren Entréa en Leo Kannerhuis Neerbosch
Kandidaat en genomineerden JeugdzorgAward
Jongerenuitwisseling in Noorwegen ‘Youth in action’
Studiedag NVRG op gastlocatie Entréa
Start projectgroepen Tijd voor Jeugd
Entréa in beeld
Afdelingen Centrale Aanmelding en Informatie: Ingrid van Sluijs Gezinsbegeleiding en Pleegzorg: Arjen Voorhorst Deeltijdbehandelingen regio Nijmegen: Jan Krijnen Deeltijdbehandelingen regio Rivierenland en Nijmegen West: Lambert Damen Begeleid wonen: Madeleine Theunissen Verblijf met behandeling: Piet Jansen Speciaal Onderwijs Entréa: Jan-Paul ten Brink (ad interim)
Bestuurder en directie Marie-Josée Vollebergh, bestuurder Robert Heine, directeur bedrijfsvoering
Raad van Toezicht Entréa voldoet aan de Zorgbrede Governance Code (ZGC) en heeft de taakverdeling tussen Raad van Bestuur en Raad van Toezicht in een bestuursreglement vastgelegd. In 2012 bestaat de Raad van Toezicht uit: De heer E. Borgmeijer, voorzitter De heer W. Lensen De heer G.J.A.J. Peeters Mevrouw D.S. Terporten-Hop De heer A.H.M. Verhoeven, vicevoorzitter De heer A. Verburg Mevrouw A.E. Verstand-Verborgt De Raad van Bestuur en Raad van Toezicht vormen een personele unie met de VSO-scholengroep Kristallis.
23
Colofon Eindredactie
Communicatie Entréa
Fotografie
Charlotte Mens
Vormgeving/Opmaak/Druk Mediamail Nijmegen
T 024 37 80 806 E
[email protected] I www.entrea.nl ©Entréa juni 2013
Entréa combineert jeugdzorg, onderwijs, onderzoek in Gelderland-Zuid. De Roelant - Berk en Beukschool en PedologischInstituutschool maken als Cluster 4-scholen deel uit van Entréa Onderwijs en er is een personele unie met VSO Kristallis. Naast onderwijs ondersteunt Entréa gezinnen in de opvoeding en ontwikkeling van hun kinderen van 0-18 jaar, passend bij de vraag van ouders en jeugdigen, maar ook bij de vraag van pleegouders, schoolteams in het reguliere onderwijs en andere instanties in de regio. Een groot aanbod van ambulante begeleiding, trainingen, therapieën, (dag)behandeling, pleegzorg, gezinshuizen, fasehuizen en begeleid wonen. Via praktijkgerichte onderzoeksmethoden getoetst op effectiviteit en doelmatigheid.