Het handboek voor de België-route Alles over de België-route wat je ooit hebt willen weten… maar niet durfde te vragen Auteurs: Russianspy, Wiske & de werkgroep voor de België-route © Stichting Buitenlandse Partner http://www.buitenlandsepartner.nl/
Inleiding Door de steeds strenger wordende regels van minister Verdonk op het gebied van gezinshereniging en gezinsvorming en ook het steeds onvriendelijkere ‘allochtonenklimaat’ in ons land, zijn velen met een buitenlandse partner op zoek naar een alternatief, zodat ze niet hoeven te voldoen aan absurd hoge inkomenseisen, chaotisch hoeven in te burgeren, of zich moeten verdedigen omdat ze met een buitenlander zijn getrouwd. In dit handboek gaan we in op een van de alternatieven: de België-route. België heeft als belangrijkste voordeel dat er veel Nederlands gesproken wordt, maar daarnaast bijvoorbeeld ook de Bourgondische sfeer. We gaan in op: • • • • • •
Waarop is de België-route gebaseerd?.................................................................. 2 Hoe gaat België om met het recht op vrij verkeer voor EU-burgers? .................. 3 Hoe vestig je je in België? .................................................................................... 6 Eenmaal gevestigd: je partner over laten komen. ............................................... 11 Trouwen in België .............................................................................................. 14 Klemmen en Valkuilen ....................................................................................... 15
Waarop is de België-route gebaseerd? Toen de EG werd opgericht, werd daarbij een bepaling opgenomen over het recht op vrij verkeer van werknemers tussen lidstaten. Inmiddels zijn deze rechten uitgebreid naar alle burgers van de EU en zijn ze niet langer voorbehouden aan werknemers, maar hebben alle EU-burgers recht op vrij verkeer. Dit alles is inmiddels vastgelegd in EG-verdragen over het vrije verkeer van personen. Iedere burger van een lidstaat van de EU is automatisch EU-burger. Wanneer deze gebruik maakt van het recht op vrij verkeer van personen wordt hij/zij ook aangemerkt als gemeenschapsonderdaan. Het grote voordeel van het gemeenschapsonderdaan zijn ondervind je zowel als je je in een ander EU-land gaat vestigen, als ook bij terugkeer naar Nederland. Volgens het gemeenschapsrecht hebben de huwelijkspartner en het gezin van de gemeenschapsonderdaan nl. diezelfde gemeenschapsrechten, zolang hun verblijf afhankelijk is van dat van de gemeenschapsonderdaan (jij dus). Zij ontlenen die rechten dan aan hem/haar. Dit geldt dus ook als deze getrouwd is met een buitenlandse partner van buiten de EU. Onder het gezin vallen ook kinderen tot 21 jaar en eventuele ouders, vooropgesteld dat die door de EU-burger worden onderhouden. Bij terugkeer naar Nederland blijft het gemeenschapsrecht van toepassing, op voorwaarde dat men enige tijd (hier is niets over vastgelegd; op dit forum houden we voor de zekerheid 6 maanden aan) gezamenlijk gevestigd is geweest in het andere EU-land (in dit geval België). Aangezien Europese regelgeving voorrang heeft boven nationale regelgeving is bij terugkeer naar Nederland dan niet meer het nationale vreemdelingenbeleid van toepassing, maar valt men, net als EU-onderdanen uit een ander EU-land die in Nederland zijn komen wonen, onder de veel soepelere Europese regels voor gezinshereniging en -vorming. Zo is er een mildere inkomenseis, er is geen MVV nodig en een verblijfsvergunning kost maar 30 euro, in plaats van € 830,-. Ook is er geen inburgeringsplicht voor de buitenlandse partner. Meer hierover is te vinden in de Vreemdelingencirculaire Band B deel 10; het gaat dan om § 5 (p. 26), en daarin m.n. § 5.3 en specifiek § 5.3.2.1. VOOR DE VERANDERINGEN DIE OPTREDEN VANAF 30 APRIL 2006 ALS GEVOLG VAN DE INWERKINGTREDING VAN DE NIEUWE EUROPESE RICHTLIJN 2004/38 WORDT VOORLOPIG VERWEZEN NAAR DE NIEUWE OMZENDBRIEF DIE OVER DIT ONDERWERP IS VERSCHENEN (EN OOK HIER OP DIT FORUM IS TE VINDEN), EN HET DAARAAN GEWIJDE ONDERWERP: "VERANDERINGEN PER 1 MEI A.G.V. DE NIEUWE EU-RICHTLIJN". DIT OMDAT DEZE RICHTLIJN NOG NIET IS OMGEZET IN BELGISCH RECHT, EN ER DAAROM NIETS DEFINITIEFS TE ZEGGEN VALT OVER DE PRAKTISCHE EFFECTEN VAN DEZE NIEUWE RICHTLIJN. TOT DIE TIJD BLIJFT ALLES EIGENLIJK BIJ HET OUDE. EU-BURGERS KOMEN WEL OP ADMINISTRATIEF GEBIED IN EEN VACUUM TERECHT: OFFICIEEL GELDEN DE NIEUWE EU-REGELS, MAAR IN DE PRAKTIJK WORDEN DE OUDE NOG GEHANTEERD. DE ENIGE MOGELIJKHEID ECHTER OM DE NIEUWE REGELS AF TE DWINGEN IS EEN GANG NAAR DE RECHTER (EN UITEINDELIJK HET EUROPESE HOF VAN JUSTITIE).
Hoe gaat België om met het recht op vrij verkeer voor EU-burgers? Wat betreft de EU-onderdaan Het recht van EU-burgers op vestiging is ook vastgelegd in de Belgische Vreemdelingenwet 15-12-1980 (Artikel 40 t/m 44) Artikel 40 geeft de redenen aan waaronder je in België mag vestigen: Citaat: § 2.-Voor de toepassing van deze wet wordt onder E.G.-vreemdeling verstaan, iedere onderdaan van een Lid-Staat van de Europese Gemeenschappen die verblijft in of zich begeeft naar het Rijk en die: 1. hetzij er een werkzaamheid in loondienst of anders dan in loondienst uitoefent of voornemens is uit te oefenen; 2. hetzij er het verrichten van diensten geniet of voornemens is te genieten; 3. hetzij er het recht op voortgezet verblijf geniet of voornemens is te genieten; 4. hetzij er het verblijfsrecht geniet of voornemens is te genieten na een beroepswerkzaamheid in de Gemeenschap te hebben beëindigd; 5. hetzij er als hoofdbezigheid een beroepsopleiding volgt of voornemens is te volgen in een erkende onderwijsinstelling; 6. hetzij tot geen van de in het 1° tot het 5° bedoelde categorieën behoort.
Verblijf is dus mogelijk op grond van arbeid (in loondienst, als zelfstandige, of als werkzoekende), eerder verblijf, studie, of als gepensioneerde ("economisch niet-actieve"). Gezien echter artikel 6 is ook daar onderuit te komen; het is bijvoorbeeld ook mogelijk om je te vestigen op grond van je Nederlandse WAO-uitkering. Artikel 41 stelt dat de EU-burger moet worden toegelaten zodra hij een nationaal paspoort of een identiteitsbewijs van zijn land kan laten zien. Hij of zij kan alleen worden geweigerd als hij een gevaar is voor de openbare orde, veiligheid of voor de volksgezondheid.
Wat betreft partner (=echtgeno(o)t(e)) en familieleden Wie zich met de EU-onderdaan mag/mogen (komen) vestigen staat in een ander gedeelte van art. 40: Citaat: § 3.- Tenzij deze wet anders bepaalt, worden de hierna volgende personen, van welke nationaliteit ook, met de in § 2, 1°, 2° en 3°, bedoelde E.G.-vreemdeling gelijkgesteld, mits zij zich met hem vestigen of komen vestigen: 1. zijn echtgenoot; 2. zijn bloedverwanten in de nederdalende lijn of die van zijn echtgenoot, beneden eenentwintig jaar of die te hunnen laste zijn; 3. zijn bloedverwanten in de opgaande lijn of die van zijn echtgenoot, die te hunnen laste zijn; 4. de echtgenoot van de personen bedoeld in het 2° en het 3°. § 4.- Tenzij deze wet anders bepaalt, worden de hierna volgende personen, van welke nationaliteit ook, met de in § 2, 4° en 6°, bedoelde E.G.-vreemdeling gelijkgesteld, mits zij zich met hem vestigen of komen vestigen: 1. zijn echtgenoot; 2. zijn bloedverwanten in de nederdalende lijn of die van zijn echtgenoot, die te hunnen laste zijn; 3. zijn bloedverwanten in de opgaande lijn of die van zijn echtgenoot, die te hunnen laste zijn; 4. de echtgenoot van de personen bedoeld in het 2° en het 3°. § 5.- Tenzij deze wet anders bepaalt, worden zijn echtgenoot en zijn kinderen of die van zijn echtgenoot die zij te hunnen laste hebben, van welke nationaliteit ook, met de in § 2, 5°, bedoelde E.G.-vreemdeling gelijkgesteld, mits zij zich met hem vestigen of komen vestigen. § 6.- Met de E.G.-vreemdeling worden eveneens gelijkgesteld, de echtgenoot van een Belg die zich met hem vestigt of komt vestigen, alsook hun bloedverwanten in de nederdalende lijn beneden eenentwintig jaar of die te hunnen laste zijn, hun bloedverwanten in de opgaande lijn die te hunnen laste zijn, en de echtgenoot van die bloedverwanten in de nederdalende en in de opgaande lijn, die zich met hen vestigen of komen vestigen.
Voor je partner is het natuurlijk mogelijk om België binnen te komen met een paspoort, voorzien van een Schengen-visum. Dat kan ook een Schengen-visum voor Nederland zijn. Echter, voor de vreemdeling zijn de regels versoepeld dankzij een uitspraak van het Europese Hof van 25 juli 2002. België heeft deze uitspraak vastgelegd in regelgeving (Omzendbrief 21 oktober 2002) vastgelegd. Deze regelgeving is gebaseerd op het zgn. "BRAX-arrest". Het komt er op neer dat de buitenlandse partner (BP) van de EU-onderdaan uitsluitend een paspoort (dat verlopen mag zijn) of een ander identiteitsbewijs dat kan dienen als reistitel, en de huwelijksakte (zonodig vertaald en gelegaliseerd) nodig heeft om zich in België te kunnen vestigen. Een visum is niet nodig! Het maakt niet uit hoe je partner het land is binnengekomen. (Het is volgens dit BRAX-arrest zelfs zo, dat de BP ook zonder paspoort of ander identiteitsbewijs de toegang tot België niet mag worden geweigerd, zolang hij/zij kan aantonen dat hij/zij getrouwd is met een EU-burger (d.m.v. de huwelijksakte dus). Maar omdat het ontbreken van een paspoort volgens diezelfde omzendbrief later wel weer een struikelblok zal zijn bij het afgeven van een verblijfsvergunning, heb je hier in de praktijk niets aan, want het gaat er natuurlijk allemaal om dat je partner zich ook daadwerkelijk in België bij je kan vestigen.) Let wel: sommige gemeenten vragen je partner bij inschrijving om een (gelegaliseerde) geboorteakte, maar deze is volgens de wettelijke regels (de omzendbrief van 14 juli 1998) NIET nodig! Volgens deze zelfde omzendbrief kun je je zowel tegelijkertijd met je buitenlandse echtgeno(o)t(e) in België komen vestigen, als je eerst zelf inschrijven en daarna je echtgeno(o)t(e) laten komen. Als je overigens niet getrouwd bent, is er nog geen man of vrouw overboord. Trouwen in België behoort ook tot de mogelijkheden, maar dit is niet echt gemakkelijk (zie verderop), en wordt ook steeds moeilijker gemaakt. Daarom is het veruit het beste om al getrouwd te zijn voor je je in België vestigt. Het behoort eventueel ook tot de mogelijkheden om je partner naar België te laten komen op basis van een duurzame relatie. Zie hiervoor de omzendbrief van 30-9-1997.
Hoe vestig je je in België? Als je je een half jaar (voor de EU-rechten) of nog langer (om het vervelende Nederland helemaal te ontvluchten) in België wilt vestigen, moeten er wat hobbels genomen worden. De goede volgorde lijkt deze te zijn: Het huren of kopen van een woning: Het toverwoord hiervoor in België is : Immo(biliën). Onder deze term worden in kranten en dergelijke appartementen, woningen en dergelijke aangeboden. Ook kun je terecht op Internet, bijvoorbeeld op: www.hebbes.be
;
www.immoweb.be
;
www.livios.be
;
www.easy.be
De meeste woonruimte wordt verhuurd via makelaars; via particulieren is ook heel goed mogelijk. Voor dit laatste is het handig om in de plaats waar je wilt gaan wonen eens de briefjes en aanplakbiljetten op ramen in de gaten te houden. Ook staat veel aanbod van zowel makelaars als particulieren in de regionale weekbladen; zie bijv. www.streekkrant.be ; www.passe-partout.be ; www.koopjeskrant.be De meeste verhuurders vragen 3 maanden huur als waarborg (dit bedrag moet op een geblokkeerde rekening op jouw naam komen te staan); het is dus handig wat spaarcentjes achter de hand te hebben. Wees er ook op verdacht dat huren per maand in België eigenlijk nooit voorkomt: gebruikelijk is een huurcontract van 9 jaar(!), of anders 3 jaar (en soms 1 jaar). Met particulieren kun je altijd proberen iets anders af te spreken. Dan ga je naar de vreemdelingendienst (vaak is dat een afdeling binnen het gemeentehuis) voor aanvraag van een attest van immatriculatie, oftewel de paarse kaart (dit is een verblijfsvergunning). Hiervoor vraagt men bij het eerste bezoek niets anders dan een paspoort of identiteitskaart. Voordat je definitief je kaart krijgt, komt er (binnen 10 à 14 dagen) nog een wijkagent, of een andere door de gemeente ingeschakelde persoon controleren, of je ook inderdaad op het opgegeven adres woont. Zorg ervoor dat je naam bij de brievenbus en de bel staat; en als je partner meteen met je mee is gekomen (kan zoals gezegd uitsluitend als jullie van te voren getrouwd waren), ook de naam van je partner. Als je/jullie dan niet thuis was/waren is het vaak mogelijk om hierover een afspraak te maken. Volgens ingewijden gaat het er bij deze controle gemoedelijk aan toe. Hij laat een verklaring achter die je mee moet nemen bij de daadwerkelijke inschrijving bij de gemeente.
De volgende stap is dan om je in te schrijven bij de gemeente. Hiervoor heb je nodig: • • •
• • • • •
paspoort of identiteitsbewijs je geboorteakte als je getrouwd bent: huwelijksakte (indien niet in het Nederlands: een internationale versie hiervan, of vertaald, en indien van toepassing, gelegaliseerd en vertaald); als je eerder getrouwd bent geweest: scheidingsakte bewijs van inkomen (dit kan ook WAO of pensioen zijn) bewijs van ziektekostenverzekering (de Europa-dekking van je NLziektekostenverzekering is voldoende) bewijs van uitschrijving uit de gemeente waar je tot dan toe woonde (zonder dat wordt je vaak niet ingeschreven!) pasfoto's (meestal 4 stuks, soms 5). soms het huur- of koopcontract
Als alles klopt, krijg je dan een zogenaamd attest van immatriculatie dat vijf maanden geldig is. Deze paarse kaart vormt het bewijs dat je in het vreemdelingenregister bent ingeschreven. De kosten van het attest zijn overigens nooit hoger dan een Belg voor een identiteitsbewijs betaalt; meestal komt het neer op een paar euro. De hele ambtelijke procedure zou maximaal een maand duren. Zodra je je 5-maanden (paarse) kaart hebt, heeft ook je echtgeno(o)t(e) recht op een 5-maanden kaart; hij/zij krijgt dan een oranje kaart. NB: Met deze kaart mag je partner NIET België uitreizen! (Behalve naar het land van herkomst wegens dringende omstandigheden, zoals een sterfgeval of zeer slechte gezondheidstoestand van directe familieleden, en met toestemming). Op het attest van immatriculatie staat je rijksregisternummer vermeld (of dat wordt ongeveer 2 weken later vanuit Brussel doorgegeven aan de gemeente, en dan moet je nog een keer terug om het op je attest te laten zetten); dit is het Belgische equivalent van het SOFI-nummer. Als je langer wilt blijven en werk wilt zoeken, zijn ook een bankrekening en een ziektekostenverzekering handig. Voor dit laatste meld je je aan bij een mutualiteit; als lidmaatschapsbewijs krijg je een zgn. SIS-kaart toegestuurd (dit kan zelfs wel 2 maanden duren).
Werk Als je al werk hebt in Nederland, en het geen probleem voor je is om minimaal 1x per week op en neer te reizen naar je Belgische woonadres, kun je dit werk gewoon aanhouden: dan word je grensarbeider. Dit is vooral aan te raden als je al een abeidscontract hebt van minstens 1 jaar. Anders moet je binnen de 5 maanden dat je paarse kaart geldig is werk zien te vinden in België, zodat je kunt aantonen dat je een inkomen hebt. Ook Belgen hebben niet graag dat je op de Sociale Dienst (daar OCMW) teert; en om van je EU-rechten gebruik te kunnen (blijven) maken is dat ook niet verstandig. Voor werk kun je terecht bij het arbeidsbureau (VDAB) en uitzendbureaus. Kijk bijvoorbeeld eens op de site van het Belgische ‘CWI’: www.vdab.be , of op www.easy.be Mocht het niet lukken om werk te vinden, dan moet je in principe na die vijf maanden België weer verlaten. Maar als je in de 6e maand alsnog kunt aantonen alles gedaan te hebben om werk te vinden (inschrijvingen bij vdab en uitzendbureaus) en nog steeds hard op zoek te zijn, en ook een reële kans te hebben iets te vinden, dan kan het attest nog eens vijf maanden verlengd worden.
Dit alles staat in het Koninklijk Besluit van 8-10-1981. (artikel 45). Overigens geldt het recht om te gaan werken ook direct voor je buitenlandse partner (BP). Heb je binnen vijf maanden werk gevonden met een arbeidscontract voor ten minste een jaar, dan kun je je attest laten omzetten in een Europese verblijfskaart voor vijf jaar (blauwe kaart). Hiertoe doe je dan een zgn. aanvraag tot vestiging, waarvoor je bij de gemeente een speciaal formulier kunt krijgen dat je door je werkgever moet laten invullen: het werkgeversattest (=werkgeversverklaring) (de zgn. bijlage 19bis). Heb je een contract voor minder dan een jaar, dan wordt je paarse kaart steeds verlengd naar gelang de duur van je contract (mogelijk plus 1 maand, maar dat weet ik niet zeker). Als je al werk had voor je je in België kwam vestigen, en je hebt een arbeidscontract voor minstens een jaar, dan kun je zelfs al na 1 maand je 5-jaars kaart aanvragen en, als je aan alle voorwaarden voldoet, na een maand ophalen. Bij het afhalen heb je een pasfoto nodig, en wat geld. De kosten zijn afhankelijk van de gemeente, doch overschrijden de €10,- meestal niet. Deze 5-jaars kaart is een bewijs van inschrijving in het bevolkingsregister.
Je buitenlandse partner volgt de status die jij hebt, en hij/zij heeft dus ook recht op een verblijfskaart voor vijf jaar (dit is een gele kaart). Deze wordt tegenwoordig echter vaak niet ter plekke gegeven (dit lijkt af te hangen van de gemeente), maar in plaats daarvan wordt een formulier ter ondertekening overhandigd aan de BP, waarop vermeld staat dat deze na 5 maanden zijn 5-jaars kaart kan komen ophalen. Dit om de Brusselse Dienst voor Vreemdelingenzaken (DVZ; zeg maar de Belgische IND) in de gelegenheid te stellen een samenwoonst-controle te doen (deze vindt meestal in de 4e maand plaats, wederom door de wijkagent). In principe kan daarbij in kasten worden gekeken naar welke kleren er hangen, e.d. (maar dit gebeurt lang niet altijd)! Met deze 5-jaars EU-kaart mag je partner WEL België in en uit reizen (d.w.z. binnen de EU). Hij/zij mag er echter niet mee werken in een ander EU-land; uitsluitend in België. Voor landen buiten de EU mag je partner met de 5-jaars kaart een visum aanvragen. Met de immatriculatiekaart mag jouw vrouw niet uit België reizen, behalve wegens dringende omstandigheden (ernstige ziekte van familielid of sterfgeval) en met toestemming. Inkomenseis Die is er eigenlijk niet echt. Er wordt vooral gekeken naar de duur van het arbeidscontract en het aantal uur. Als de looptijd van het contract minstens een jaar is, en er minimaal 12 (volgens andere bronnen 16) uur per week wordt gewerkt, is dat eigenlijk al voldoende. Er is wel een indicatie voor een minimum-inkomen, nl. het leefloon (het Belgische equivalent van de bijstand). Zie http://cpas.fgov.be/Nl/themes/MI/Recht%20op%20leefloon%20en%20op%20maatschappelij ke%20integratie.htm . Voor een huishouden van 2 personen wordt uitgegaan van het leefloon voor een samenwonende x 2. Dit bedrag is nu (per 1/8/05) €417,07 per maand; het totaalbedrag zou dan dus €834,14 moeten zijn. Zoals gezegd is dit een indicatie, en geen eis (die mag volgens de Europese regels waarvan je gebruik maakt door in België te gaan wonen, ook niet gesteld worden). Als je rond de €800,- verdient, of iets wat in die buurt komt, is het al goed. Verder is het zo dat als je buitenlandse partner werk heeft gevonden, ook dat inkomen meetelt bij de vraag of je de kaart voor vijf jaar krijgt. Als een van jullie, of jullie beiden samen opgeteld het bedrag halen, zit je goed. Je kunt je, behalve als werkende in loondienst, ook vestigen als zefstandige. Hier zijn eigenlijk geen inkomenseisen voor; meestal wordt er gevraagd om het meest recente jaarverslag of de meest recente belastingaangifte. Daarnaast moet je je inschrijving bij de Kamer van Koophandel kunnen aantonen, en je BTW-nummer opgeven. Er is ook nog een andere mogelijkheid, maar die is alleen voor mensen met heel veel geld op de bank. Kun je als EU-onderdaan bewijzen al minstens één jaar over een vermogen van €125.000 te beschikken, dan is de verblijfskaart ook geen probleem. Je kunt je dan inschrijven als gepensioneerde ("economisch niet-actieve").
Ook als student kun je je vestigen in België, mits je dan wel schriftelijk verklaart voldoende inkomen te hebben. Ook moet je zijn ingeschreven aan een erkende Belgische onderwijsinstelling en je moet een ziektekostenverzekering hebben. Dit alles is vastgelegd in EU-Richtlijn 93/96/EEG inzake het verblijfsrecht voor studenten van 29 oktober 1993 (Publicatieblad 1993 L 317); de zgn. studentenrichtlijn. Artikel 1 zegt dat een student, zijn echtgenoot en hun kinderen verblijfsrecht hebben (als ze dat al niet hadden op basis van een andere richtlijn) indien deze de betrokken nationale autoriteiten, naar zijn keuze door middel van een verklaring of op enige andere tenminste gelijkwaardige wijze, verzekert dat hij over de nodige bestaansmiddelen beschikt om te voorkomen dat zij tijdens hun verblijf ten laste van de bijstandsregeling van de ontvangende Lidstaat komen. Als je je vestigt als student in België, krijg je een blauwe kaart met geldigheidsduur van 1 jaar (nl. de duur van 1 studiejaar), en deze kan dan steeds voor elk volgend studiejaar met een jaar verlengd worden. Je partner heeft dan geen werkvergunnig nodig. Tevens is vestiging in België mogelijk als je studeert in Nederland. Je doet dan geen beroep op de studentenrichtlijn, zoals hiervoor beschreven, maar op de algemene verblijfsrichtlijn, die ook geldt voor werkenden/werkzoekenden. Je kunt dan je Nederlandse studiefinanciering behouden. Dit zal over het algemeen te weinig zijn om in België voldoende bestaansmiddelen aan te kunnen tonen; in dat geval is sponsoring door een derde mogelijk, bijv. ouder(s). Om die sponsoring aan te tonen zou een brief van je ouder(s) (waar ook woonachtig) dat ze je elke maand een bepaald bedrag zal/zullen overmaken, plus bankafschriften per maand waaruit dit blijkt, voldoende moeten zijn. [met dank aan Prawo]. In totaal (studiefinanciering + sponsoring) zou je aan een maandbedrag van € 700 à 800 moeten komen om aan het bestaansminimum voor jezelf en je partner te voldoen (zie hierboven bij "inkomenseis"). Net als hiervoor beschreven voor werk(zoek)enden krijg je, als je je in België vestigt als studerende in NL, eerst de paarse 5-maanden kaart, en heb je, zodra je voldoende inkomen kunt aantonen, recht op de blauwe 5-jaars kaart.
Eenmaal gevestigd: je partner over laten komen. In het geval dat je je niet meteen met partner in Belgie vestigt, zijn er ook regels voor het later laten overkomen van je partner.
Je kunt hem/haar natuurlijk eerst laten overkomen met een Belgisch toeristenvisum, dat drie maanden geldig is. Door de Europese regelgeving wijken de regels niet veel af van de Nederlandse regels. We gaan er wel vanuit dat je door de Belgen wat beter wordt behandeld en dat smoezen als vestigingsgevaar niet bestaan. Over de voorwaarden kun je hier meer lezen: Toeristenvisum voor België
Ook geeft België natuurlijk visa af voor een verblijf langer dan drie maanden, het zogenaamde D-visum (vergelijkbaar met de Nederlandse MVV). Net als in Nederland kunnen ze worden aangevraagd voor studie, werk, gezinshereniging. Je kunt in principe al een aanvraag voor gezinshereniging doen als de EU-burger in het bezit is van een huurcontract voor woonruimte in België, of van een arbeidscontract (zie hieronder). In de praktijk wordt er vaak toch een bewijs van een legale verblijfsstatus van de EU-burger in België gevraagd; de eerste, tijdelijke verblijfskaart voor vijf maanden volstaat hiervoor. Je buitenlandse partner (en eventuele kinderen) moet(en) een aanvraag voor een dergelijk visum (D-visum met als doel gezinshereniging) persoonlijk indienen bij de Belgische ambassade of het Belgische Consulaat in het land van herkomst. De behandeling van deze aanvraag vindt plaats in Brussel en kan daardoor de nodige tijd in beslag nemen; denk hierbij in termen van maanden. Dit is er nodig: - voor de visumaanvraag van de echtgenoot/echtgenote: • • •
• • •
een geldig reisdocument (bijv. paspoort) dat nog ten minste 12 maanden geldig is, en waar een visum in kan worden aangebracht (een naar behoren gelegaliseerd eensluidend afschrift met vertaling van) de huwelijksakte indien u voordien reeds gehuwd was: een expeditie van het echtscheidingsvonnis of een letterlijk afschrift van de echtscheidingsakte of van de overlijdensakte van uw vorige echtgeno(o)t(e) 2 naar behoren ingevulde en getekende visumaanvraagformulieren en twee recente en goedgelijkende pasfoto's eventueel een recent bewijs van goed zedelijk gedrag een bewijs dat de echtgenoot/echgenote legaal in België woont (een kopie van het attest van immatriculatie of van de vestigingsvergunning van uw echtgeno(o)t(e) die in België is en die een onderdaan van een lidstaat van de EER is. Indien uw echtgeno(o)t(e) nog niet in België is, dient u ook haar/zijn intentie tot vestiging in België te bewijzen (b.v. door een arbeidsovereenkomst, een huurovereenkomst enz.)).
Aangezien de benodigde documenten per land kunnen verschillen en er ook bijkomende documenten kunnen worden gevraagd, is het raadzaam om hierover van te voren navraag te doen bij de betreffende ambassade/het betreffende consulaat. - voor de visumaanvraag van de kinderen: een gelegaliseerd eensluidend afschrift met vertaling van de geboorteakte, een verklaring van de persoon die het gezag heeft over het kind waarbij hij ermee instemt dat het naar België komt, een bewijs dat de ouder legaal in België woont. Ben je niet getrouwd dan is voor een aanvraag het volgende nodig: • • • • • • • •
een kopie van de identiteitskaart van de in België wonende partner of een verblijfsattest documenten die de ongehuwde staat van beide partners aantonen de geboorteakte van de visumaanvrager bewijzen van de duurzame aard van de relatie bewijzen van voldoende bestaansmiddelen van de partner die in België verblijft verbintenis tot tenlasteneming ondertekend door de in België verblijvende partner (bij het gemeentebestuur) een bewijs van goed zedelijk gedrag een medisch attest.
Uiteraard dienen de ingeleverde documenten te worden vertaald, als ze niet zijn opgesteld in Nederlands, Frans, Engels of Duits en moeten buitenlandse documenten indien nodig worden gelegaliseerd, zowel door de lokale instanties als de ambassade. Voor vragen over de voortgang van de visumaanvraag is een helpdesk ingesteld: Citaat: Een telefonische pool werd ingesteld voor alle inlichtingen betreffende visumaanvragen en MVV. Telefoonnummer : 02/206.15.99 Het is bovendien tevens mogelijk inlichtingen te vragen : • per e-mail :
[email protected] • per fax : 02/274.66.91 Om het opzoekingswerk van de cel te vereenvoudigen dient het volgende vermeld te worden : • het doel van de visumaanvraag. • de plaats waar de visumaanvraag werd ingediend. • de volledige gegevens van de visumaanvrager (naam, voornaam, geb. datum). • + voor gezinsherenigingen, de volledige gegevens van de te vervoegen persoon en, indien mogelijk, zijn OV-nummer. • de verzendingsdatum van de aanvraag door de ambassade of consulaat. De persoon die om inlichtingen verzoekt , dient zijn gegevens (en een telefoonnummer, email adres of faxnummer) op te geven om teruggecontacteerd te worden.
Het hier bijgevoegde formulier kan ingevuld worden voor alle aanvragen verstuurd per fax of e-mail.
Dit formulier is te vinden via: http://www.dofi.fgov.be/nl/1024/frame.htm ; aanklikken in de linkerkolom: "helpdesk" onder "visum". Daar komt ook bovenstaande geciteerde informatie vandaan.
Zodra de partner is aangekomen, moet deze zich melden op het plaatselijke gemeentehuis.
Trouwen in België Documenten nodig voor het huwelijk voor bruid en bruidegom: • geboorteakte op zegel (te bekomen op burgerlijke stand van geboorteplaats legaliseren ! ) • bewijs van woonst met vermelding van de nationaliteit (afgeleverd door de bevolkingsdienst van de woonplaats. • bewijs van identiteit (= identiteitskaart, nationaal paspoort...) eventueel: • scheidingsakte (afgeleverd door burgerlijke stand van de plaats van vorig huwelijk) • overlijdensakte (afgeleverd door burgerlijke stand van de overlijdensplaats of van de laatste woonplaats) voor buitenlanders: • bewijs van gewoonterecht af te halen op de ambassade of het consulaat van het betreffend land in België. • bewijs van ongehuwd zijn (opvragen in het land van herkomst - legaliseren!) • bewijs van nationaliteit (opvragen op ambassade of consulaat van het betreffende land) • alle stukken laten legaliseren (burgerlijke stand) • alle stukken laten vertalen in het Nederlands door een beëdigd vertaler. De twee belangrijke documenten zijn dus de geboorteakte en het bewijs ongehuwd te zijn. die moeten in het thuisland gelegaliseerd worden door de belgische ambassade. De rest kan in Belgie verkregen worden. Ook moet alles nog vertaald worden in een landstaal (d.w.z. Nederlands, Frans of Duits; Engels wordt vaak niet geaccepteerd!), en de vertaling gelegaliseerd (gebeurt normaal door de beëdigd vertaler). En dan heb je nog (minstens) 14 dagen wachttijd tussen aangifte huwelijk en het huwelijk zelf. Probeer dus snel werk te maken van alle papieren. (Met dank aan Francis) [verdere aanvulling volgt nog]
Klemmen en Valkuilen Natuurlijk is het in België niet altijd rozengeur en maneschijn. Met name zijn we bijvoorbeeld door o.a. een advocaat gewaarschuwd voor de controle op schijnhuwelijken. Daarmee kun je veel problemen krijgen. Deze controle is een taak van de gemeente. Het lijkt er op dat vooral in de grote steden strenger en intensiever gecontroleerd wordt. In de kleinere gemeenten hebben de ambtenaren vaak geen zin of tijd om aan dit soort controles te doen. Inmiddels heeft de België-route ook de aandacht getrokken van de Nederlandse pers, minister Verdonk en van met name het CDA-Tweede Kamerlid Miriam Sterk. Miriam Sterk heeft onlangs voor enige paniek gezorgd door zich in te spannen om de route zo snel mogelijk te kunnen sluiten. Voorlopig lijkt er geen reden tot ongerustheid. Volgens diverse deskundigen hebben zowel de Nederlandse als Belgische overheid juridisch geen poot om op te staan. Aan het vrije verkeer van EU-personen en hun partners hebben beide landen zich te houden. Voor juridische vragen kun je terecht bij www.vreemdelingenrecht.be . Ook kun je rechtstreeks bellen naar de DVZ (Dienst Vreemdelingenzaken, zeg maar de Belgische IND) te Brussel. • Helpdesk: (0032) 2 2061 599 • Bureau Studiezaken (voor juridische info): (0032) 2 2061 925 Raak je echt het spoor bijster, dan kun je een Belgische advocaat Vreemdelingenrecht inschakelen: Adressen vindt je op het forum: Advocaten vreemdelingenrecht België Ook kun je je proble(e)m(en) voorleggen aan Solvit. Dit is een instantie van de EU die bureaucratische belemmeringen uit de weg helpt wanneer EU-regels niet (goed) door locale overheden worden uitgevoerd/toegepast. Tot nu toe hebben we redelijk goede ervaringen met Solvit in België. Mail-adres:
[email protected]; tel.nr. (0032) 2 5018 442 (Hélène Nysen). Verder is er bij de DVZ ook een "Dienst Controle van de Gemeenten", waar je terecht kunt met klachten over de uitvoering/toepassing van de federale wetten en reglementen door gemeenten. Met deze dienst kun je contact opnemen per e-mail (
[email protected]) en per telefoon: (0032) 2 2061 621/20/77.