HET GERIATRISCH ZORGPROGRAMMA
De geriatrieverpleegafdelingen en het geriatrisch daghospitaal zijn centraal gelokaliseerd op de 3e verdieping van campus Gendarmeriestraat. Deze afdelingen maken deel uit van het bredere Geriatrisch Zorgprogramma. Dit zorgprogramma bestaat uit 3 verpleegafdelingen, een geriatrisch dagziekenhuis, een ambulante zorgeenheid geriatrie, een interne en externe liaison.
VISIE De kwaliteit van het leven tijdens de laatste levensfase zo goed mogelijk te behouden, verbeteren en hoogbejaarden zo lang en zo zelfstandig mogelijk, liefst thuis, te laten functioneren is het voornaamste doel van het geriatrisch zorgprogramma. Dit heet het ‘add life to years’ model. We zorgen voor een zo goed mogelijk herstel van de medische problematiek. Technische onderzoeken worden toegepast enkel voor het stellen van diagnose met therapeutische consequenties. Een evaluatie van de functionele toestand is minstens even belangrijk. Om tot een optimaal behandelingsresultaat te komen is een multidisciplinaire observatie (geriatric assessment) en therapie essentieel, waarbij mogelijkheden en beperkingen op fysisch, psychisch (zowel cognitief als affectief), sociaal en existentieel vlak geëvalueerd worden, met als streefdoel een evenwicht of herstel te vinden in het fysisch, psychisch en sociaal functioneren en een zo hoog mogelijke graad van autonomie voor de patiënt te verkrijgen/behouden. De mogelijkheden en verantwoordelijkheden van de patiënt en zijn omgeving worden hierbij maximaal aangesproken, rekeninghoudend met de draagkracht en diversiteit van ieder individu, zonder het evenwicht tussen het bevorderen van zelfredzaamheid enerzijds en het overnemen van de zorg anderzijds, uit het oog te verliezen. De leefwereld en de beleving van de patiënt staan centraal in behandeling en verzorging, om een optimaal niveau van welbevinden voor hem te bereiken. De behandelstrategieën zijn gericht op lichaamsbeweging ter bevordering van spierkracht, voeding, optimalisering en correctie van sensoriële stoornissen, behandeling van depressie en angst, aangevuld met preventiestrategieën voor geriatrische ziektebeelden: vallen, delirium, incontinentie, medicatienevenwerkingen, infecties, ... Naast een multidisciplinaire aanpak is teamwerk (artsen, verpleging, logopedie, psycholoog, kinesist, sociaal werker, diëtist, …), overleg en onderlinge communicatie essentieel. De huisarts en de extramurale zorgverleners van de gehospitaliseerde patiënt blijven dan ook tijdens het ziekenhuisverblijf een centrale rol spelen. Een goede informatiedoorstroming ten tijde van opname, verblijf en ontslag, is noodzakelijk om continuïteit van zorg te waarborgen. Maar er is ook voldoende aandacht voor communicatie en psychosociale ondersteuning van de omgeving (partner, kinderen, mantelzorgers). Geriatrische patiënten met een risicoprofiel die op niet-geriatrische afdelingen verblijven, voor bijvoorbeeld een orthopedische ingreep en daardoor op de verpleegafdeling Orthopedie verpleegd worden, worden door het Geriatrisch Support Team gevolgd. Ook dat is multidisciplinair teamwerk.
AZ Jan Portaels | zorgdirectie
1/12
Scholen en studenten
MISSIE Het multidisciplinair geriatrisch team biedt een kwaliteitsvolle, gespecialiseerde zorg aan, aangepast aan de individuele noden, met bijzondere aandacht voor autonomie. De interventies focussen zich op het bevorderen van de leefkwaliteit, het stimuleren van de patiënt en zijn omgeving in het opnemen van verantwoordelijkheid voor de eigen gezondheid, de genezing en het sterven, door het verhogen van kennis en inzicht, het aanbieden van palliatieve zorg wanneer behandeling niet meer mogelijk of wenselijk is en op het verlichten van het lijden van de patiënt en zijn naasten. Tijdens de laatste levensfase wordt de zorg zoveel mogelijk afgestemd op de wensen en behoeften, opdat de patiënt de laatste levensfase met beoogde kwaliteit kan beëindigen. Onnodige hospitalisaties en vroegtijdige institutionaliseringen trachten we te vermijden. We optimaliseren het ontslagbeleid op maat van de complexe zorgbehoeften van de geriatrische patiënt, zowel op de geriatrieafdelingen als op niet-geriatrische afdelingen. We handelen vanuit de actuele stand van de wetenschappelijke kennis, rekening houdend met het belang van de patiënt en de adviezen van het ethisch comité. Daarnaast zorgen we voor de nodige professionele bijscholing van onze medewerkers binnen het zorgprogramma geriatrie om hun competenties en kennis conform de actuele stand van wetenschappelijke kennis te verwerven of te behouden, onze deskundigheid ten dienste stellen van de geriatrische patiënt op niet-geriatrische afdelingen door het aanbieden van complementaire geriatrische zorg. Maar ook onze expertise ter beschikking stellen van de artsen en de zorgteams van alle afdelingen binnen het AZ Jan Portaels mits adviesverlening via het Geriatrisch Support Team. Referentieverpleegkundigen worden opgeleiden en gecoacht om hen te sensibiliseren voor de geriatrische problematiek en het geriatrisch zorgconcept, en hun deskundigheid hieromtrent te vergroten. We werken nauw samen met huisartsen, gezondheids- en welzijnswerkers van de regio, thuiszorgdiensten en zorginstellingen, extramurale zorgverleners en mantelzorgers. De samenwerkingsprotocols van het AZ Jan Portaels wordt vertegenwoordigd in zorgnetwerken. Studenten paramedici maken we eveneens vertrouwd met het geriatrisch zorgconcept. Alle teamleden hebben de verantwoordelijkheid een bijdrage te leveren aan de begeleiding van de stagiairs, door hun betrokkenheid te tonen bij het leerproces, opbouwende feedback, knelpunten te bespreken, schriftelijke feedback op een reflectieverslag, deelname en input bij een leerlingenbespreking.
AZ Jan Portaels | zorgdirectie
2/12
Scholen en studenten
DE PATIËNTENPOPULATIE Het zorgprogramma voor de geriatrische patiënt richt zich tot de populatie van geriatrische patiënten van gemiddeld ouder dan 75 jaar, die een specifieke aanpak behoeft om verschillende van hierna vermelde redenen: ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■
Fragiliteit en beperkte homeostase Actieve polipathologie Atypische klinische beelden Verstoorde farmacocinetica Gevaar van functionele achteruitgang Gevaar voor deficiënte voeding Tendens tot inactiviteit en bedlegerigheid, met toegenomen risico op opname in een instelling en afhankelijkheid bij de activiteiten van het dagelijks leven Psychosociale problemen
HET MULTIDISCIPLINAIR TEAM ARTSEN
Aan het zorgprogramma geriatrie zijn drie geriaters verbonden. Indien nodig kan professioneel advies gevraagd worden aan alle andere specialisten van het AZ Jan Portaels. De huisarts wordt uitgenodigd om desgewenst aanwezig te zijn op het overleg. HOOFDVERPLEEGKUNDIGEN
Elke afdeling heeft een hoofdverpleegkundige, verantwoordelijk voor de zorgverlening en begeleiding. De coördinatie van alle verpleegkundige zaken berust bij hem. Hij is tevens verantwoordelijk voor de roosterplanning van het geriatrisch zorgteam. Samen met de adjunct-zorgdirecteur is hij verantwoordelijk voor de voorwaarden om te werken op de afdeling. De deskundigheid van mentoren is hier een onderdeel van. Hij zorgt ervoor dat binnen de dagelijkse planning een verantwoorde koppeling plaatsvindt. COÖRDINATOR INTERNE/EXTERNE LIAISON
De coördinator is van opleiding een verpleegkundige/sociaal werker. Hij is het eerste aanspreekpunt van het Geriatrisch Support Team of GST. Hij gaat actief op zoek naar patiënten met een risicoprofiel op niet-geriatrische verpleegafdelingen aan de hand van een screeninginstrument, waarna hij gaat samenwerken met de overige GST-leden.
AZ Jan Portaels | zorgdirectie
3/12
Scholen en studenten
VERPLEEGKUNDIGEN
Als verpleegkundige maak je deel uit van een multidisciplinair team. Dit betekent dat je als coördinator van zorg optreedt in nauwe samenwerking met andere disciplines. De veelheid aan problemen op sociaal, psychisch en sociaal vlak en de samenhang daartussen, maken multidisciplinaire zorg voor de geriatrische patiënt noodzakelijk. Met een holistische benadering wordt geprobeerd het totale functioneren van de patiënt te overzien en de factoren die bijdragen aan het disfunctioneren te onderkennen. Op de geriatrieafdeling zien de verpleegkundigen de patiënt als een lichamelijke, psychosociale eenheid, waarbij de patiënt zelf in grote mate verantwoordelijk is voor zijn eigen gedrag. Wij gaan uit van het feit dat elke patiënt uniek is en willen daarom zijn waarden en normen respecteren. De kenmerken van de geriatrische patiënt maken de zorg voor de patiënt die opgenomen is op geriatrieafdeling tot een bijzondere vorm van verplegen. Er is een speciale attitude nodig in verband met een trager tempo, vermoeidheid en vergeetachtigheid. De nadruk ligt op kwaliteit van leven en zelfstandigheid: dit is belangrijker dan levensverlenging. Vaak is volledig herstel onhaalbaar. Er zijn grote individuele verschillen, waardoor je aanpak steeds op maat moet zijn op de individuele patiënt. Door verminderde reserves is er sprake van grotere kwetsbaarheid, waardoor er meer kans is op complicaties en een verhoogde kans op zogenaamde kettingreacties. Er bestaat multipathologie waardoor je vaak te maken krijgt met wisselwerkingen en dilemma’s. De verpleegkundige op een geriatrieafdeling moet specifieke kennis en vaardigheden bezitten ten aanzien van: ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■
De laatste levensfase, levensloop, sociale geschiedenis en veroudering. Functieverandering en adaptatiemechanismen. Epidemiologie van ziekten op hoge en zeer hoge leeftijd. A-specifieke symptomen, zoals het ontbreken van symptomen (pijn, koorts) bij betreffende ziektebeelden. Multipathologie, waaronder geriatrische en psychiatrische problematiek. Kwaliteit van leven, zingeving en behandelmotivatie. Juridische aspecten met betrekking tot beslissingsonbekwaamheid bij de geriatrische patiënt. Diverse benaderingsmethoden (ROT, validation, reminiscentie).
STAGEMENTOREN
Elke stagiair krijgt bij aanvang van zijn stage een mentor toegewezen. De mentor en de stagiair hebben de gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de coördinatie en de continuïteit voor het leerproces. Dit betekent dat het leerproces van de stagiair regelmatig gezamenlijk wordt besproken. Hiernaast zijn er beoordelingsgesprekken waarbij de mentor ook aanwezig is. De werkbegeleiders bepalen in overleg met de teamleider en de verpleegkundigen of een stage met een voldoende kan worden afgesloten, waarbij gekeken wordt of de stagiair functioneert op de verpleegafdeling zoals omschreven in de stageleerdoelen. Daarnaast wordt bij de beoordeling ook gekeken hoe de stagiair aan deze leerdoelen heeft gewerkt (leerproces). De werkbegeleiders zullen tijdens (beoordelings)gesprekken maar ook op de werkvloer opbouwende feedback geven.
AZ Jan Portaels | zorgdirectie
4/12
Scholen en studenten
ZORGKUNDIGEN
De zorgkundige staat de verpleegkundige bij inzake zorgverstrekking, gezondheidsopvoedingen en logistiek, onder zijn supervisie en in het kader van de door de verpleegkundige gecoördineerde zorgen. Voor zorgkundigen en verpleegkundigen in opleiding geldt dat de eindverantwoordelijkheid voor de geboden zorg altijd bij de afdelingsverpleegkundige berust. LOGISTIEK MEDEWERKERS
De logistiek assistent voert ondersteunende taken uit onder instructie en algemeen toezicht van de verpleegkundigen. Hij staat in voor de maaltijd- en drankbedeling, hygiëne van de keuken en spoelruimte. De logistiek medewerker begeleidt de patiënt bij een aantal activiteiten zoals voorbereidende hulp bij de maaltijd, begeleiden naar het toilet, bij het aan- en uitkleden, mobiliteit onder toezicht van een verpleegkundige. ERGOTHERAPEUTEN
De ergotherapeut maakt deel uit van het pluridisciplinair geriatrisch team. Hij screent, observeert en behandelt patiënten met fysieke, mentaal-cognitieve, psychologische en/of psychosociale disfuncties met het oog op behoud, herstel en bevorderen van het dagelijks functioneren binnen de eigen woon-, werksituatie en vrijetijdsbesteding, rekening houdend met de draagkracht en draaglast vanuit de omgeving van de patiënt. Het stap voor stap weer aanleren van de dagelijkse activiteiten, zoals het zich wassen en aankleden, gebeurt samen met de ergotherapeut. Hij leert de patiënt oefeningen aan om handvaardigheid, concentratie en initiatief te verbeteren. Dit kan individueel of in groep of als ontspanningsactiviteit. Sommige van deze vaardigheden kunnen met het oog op de thuiszorg door de (ver)zorgende familieleden samen met de verpleegkundige, ergotherapeut of kinesist worden ingeoefend SOCIAAL WERKERS
De sociale dienst biedt vanuit een informatieve en bemiddelende functie hulp bij vragen of moeilijkheden van administratieve of financiële aard. Van bij de ziekenhuisopname streeft de sociaal werker samen met de patiënt en zijn verzorgers naar een optimale, duurzame ontslagregeling. Hij maakt de patiënt en/of zijn zorgverleners wegwijs in de verschillende vormen en aspecten van hulpverlening en ondersteuning. KLINISCH PSYCHOLOOG
De psycholoog tracht een bijdrage te leveren aan het psychisch comfort van de patiënt gedurende zijn ziekenhuisverblijf. Hij screent het cognitief en affectief functioneren. Deze testen verstrekken informatie nuttig voor diagnosestelling, therapie en optimale opvang van de patiënt. Zo kunnen verminderde mentale vermogens in kaart worden gebracht of de zwaarte van een depressie worden ingeschat. Bepaalde patiënten zullen intensiever gevolgd worden: depressieve of terminale patiënten, patiënten die besluiteloos staan ten aanzien van hun toekomstige verblijfplaats of ontmoedigd zijn na functieverlies. De psycholoog biedt ook familieleden psychische hulp bij plaatsingsproblemen, ondersteuning indien de patiënt snel achteruitgaat. DIËTIST
Dagelijks kan de afdeling een beroep doen op de diëtist voor dieetadvies. Bovendien zijn er consultatiemogelijkheden specifiek voor diabetespatiënten (diabetesconventie).
AZ Jan Portaels | zorgdirectie
5/12
Scholen en studenten
KINESIST
Om de spieren te versterken en het stappen veiliger te maken komt de kinesist dagelijks op de geriatrieafdeling langs om te oefenen. Hij traint ook om verplaatsingen in en uit het bed of de zetel, van en naar het toilet, en op en neer de trap gemakkelijker te maken. Hij voorziet ook in nodige hulpstukken: wandelstok, kruk, looprek, rolstoel of aangepaste schoenen. LOGOPEDIST
De logopediste komt langs bij patiënten met slik- of spraakstoornissen. MOREEL CONSULENT/PASTOR
De ziekenhuispastor of moreel consulent treedt op als vertrouwenspersoon bij het omgaan met levens- en zinvragen, vanuit respect voor de geloofs- of levensovertuiging van elk individu. Zij kunnen helpen bij het zorgen voor een passende rituele of sacramentele omkadering in en bij de verschillende levensfases.
AZ Jan Portaels | zorgdirectie
6/12
Scholen en studenten
GERIATRISCH ASSESMENT EN BEHANDELINGEN VIA GERIATRISCH DAGHOSPITAAL AMBULANT DIAGNOSTISCH PROGRAMMA
1) Somatische problemen: Programma valpreventie en mobiliteit: gang- en evenwichtsstoornissen, herhaaldelijk vallen. Programma voedingsproblemen. Programma urine-incontinentie. Programma preoperatieve evaluatie. Programma osteoporose. 2) Cognitieve problemen: Programma geheugenkliniek. Programma psychogeriatrie: dementie, depressie, delirium. 3) Sociale problemen: Programma multidisciplinaire geriatrische evaluatie. AMBULANT THERAPEUTISCH PROGRAMMA
Bloedtransfusies en toedienen van intraveneus ijzer. Toedienen van bifosfonaten. Chronische wondzorg en behandeling en preventie van doorligwonden. Revalidatie.
GERIATRISCH ASSESMENT
Risicopatiënten worden opgespoord via het GRP, geïntegreerd in het anamneseformulier. Bij een positief GRP wordt een uitgebreid geriatrisch assesment gedaan door het Geriatrisch Support Team. Daarna wordt een advies uitgebracht aan de behandelend arts en het zorgteam. ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■
Evaluatie van de basisactiviteiten van het dagelijks leven | Katz-schaal. Evaluatie van de instrumentele ADL | Lawton. Opsporen van valrisico | Stratify. Opsporen van delier | CAM. Opsporen van cognitieve stoornissen | kloktest, 3 woordentest, MMSE. Opsporen van depressie GDS, of bij niet-communicatieve patiënten | Cornellschaal. Opsporen van malnutritie. Opsporen van pijn | pijnlat, non-verbale pijn indicators bij niet-communicatieve patiënten. Evaluatie van de sociale situatie | familiale toestand, thuishulp, mantelzorgers. Opsporen van risico op decubitus | Nortonschaal. Evaluatie wonden.
AZ Jan Portaels | zorgdirectie
7/12
Scholen en studenten
ORGANISATIE VAN DE GERIATRIEAFDELING
Dienstroosters worden maandelijks door de hoofdverpleegkundige gemaakt, uiterlijk de 15e van de voorafgaande maand. Mogelijke shiften zijn: ■ ■ ■ ■ ■ ■
V01 | 06u45 – 15u15 met 30’ middagpauze V08 | 06u45 – 10u45 V09 | 06u45 – 12u45 A01 | 13u30 – 21u30 A11 | 15u30 – 21u30 N03 | 21u15 – 07u00
Dagindeling Ochtendshift: - Briefing van de nacht naar de ochtendploeg aan de hand van de patiëntenlijst en verpleegdossier - Patiëntentoewijzing - De studenten worden toegewezen aan een verpleegkundige. Zij verzorgen samen of onder zijn supervisie de patiënten die aan deze verpleegkundige zijn toegewezen - Nazicht planning van onderzoeken - Nazicht van medicatie 08:00 – 12:00 – 14:00 (klaargezet door de nachtverpleegkundige) - Parameters volgens verpleegplan: BD, pls, glycemie: 08:00 – 12:00, gewicht: 1x/week + bij opname. - Verzorging van de toegewezen patiënten aan de hand van het verpleegdossier - De patiënten op de afdeling geriatrie dragen in de mate van het mogelijke dagkledij, veilig schoeisel, en worden gestimuleerd om de maaltijden te gebruiken in de dagzaal - Maaltijdbegeleiding en observatie: 08:00 – 12:00 - Wisselhouding en mictietraining: 08:00 – 11:00 – na de maaltijd - Ontslagdocumenten in orde brengen - Aanvullen van de verzorgingskarren, bestellen van verbandmateriaal door de verpleegkundigen - Aanvullen van linnenkarren, spoelruimte, hygiëne van de keuken door de zorgkundigen/logistiek medewerker - Dranktour: 10:00; om 11:00 soep; om 13:00 koffie door de zorgkundige/logistiek medewerker - 1x per week teamoverleg. Avondshift: - 13:30: briefing van ochtend naar avondshift - Nazicht van medicatie van 17:00; 20:00; slaapmedicatie - Controle en opsturen van laboratoriumaanvragen voor de volgende dag - Schrijven van Nuchters - Pre-opbladen schrijven voor de geplande onderzoeken of ingrepen van de volgende dag (endoscopie) - Transportplanning invullen voor de geplande onderzoeken of ingrepen van de volgende dag - 15:30: briefing aan korte avondshift - 15:45: wisselhouding, mictietraining, mobilisatie - 17:00: controle glycemie, toedienen van medicatie, maaltijdbegeleidingLunchpauze personeel: afhankelijk van de zorglast (30’) - Hulp bij aantrekken nachtkledij, mictietraining, voorbereiding van de patiënt voor de nacht (hygiëne tanden...)
AZ Jan Portaels | zorgdirectie
8/12
Scholen en studenten
-
Controle van de parameters volgens verpleegplan: BD, pls, T° Invullen van de verpleegplannen Opruimen van de spoelruimte Aanvullen van de verzorgingskar 21:15: briefing van avond naar nachtshift
Nachtshift - 21:15: briefing - Controle glycemie 22:00 - Toedienen slaapmedicatie - Controle en toedienen IV-medicatie 22:00–24:00–06:00 - Klaarzetten van medicatie en perfusies voor de volgende dag - Wisselhouding 23:00–02:00–05:00 met ondersteuning van de loopwacht - Bij de laatste tour: leegmaken van de urinezakken; noteren van de diurese - Donderdag en vrijdag: verpleegplannen overschrijven - WE medicatieblad overschrijven - Ontslag voorbereiden: ontslagformulier (medicatie) aan ontslagmap toevoegen, medicatie meegeven voor drie werkdagen, RX klaarleggen bij ontslagmap - Maandag (voorkant) en dinsdag (achterkant) bestellen van medicatie voor 7 dagen (vervalt bij invoering elektronisch medicatievoorschrift) - Donderdag: controleren of er voldoend medicatie is om weekend te overbruggen en zo nodig bestellen - Medicatie die gestopt is, terugsturen naar de apotheek
AZ Jan Portaels | zorgdirectie
9/12
Scholen en studenten
WERKORGANISATIE, LEERMOMENTEN VOOR DE STUDENTEN OP GERIATRIE DAGELIJKSE ORGANISATIE
De studenten worden dagelijks bij de taakverdeling toegewezen aan een verpleegkundige. Samen zijn zij verantwoordelijk voor de totaalzorg van de hun toegewezen patiënten door: ■ ■ ■ ■ ■
■
■
■ ■
■ ■
Deel te nemen aan briefings. Inzicht te verwerven in het werken met verpleegdossiers, het geriatrisch verpleegplan, opzoeken van elektronisch opgeslagen informatie. Het nazicht en toediening van medicatie (/os, sc., iv, im). Het opvolgen van de parameters: BD, pls, T°, gewicht, pijn, stoelgang, diurese, O2-saturatie, glycemie ... De verzorging van de patiënt: hygiënische zorgen, met aandacht voor observatie, stimuleren van zelfredzaamheid van de patiënt, goede mondhygiëne, dagkledij en aangepast schoeisel, aanreiken van de nodige hulpmiddelen, mobiliteit, transferten in en uit bed, zetel. Toezicht voeding: met aandacht voor observatie, juiste dieet, juiste consistentie van de voeding, zelfredzaamheid van de patient, goede houding en omgeving, voldoende voedsel- en vochtinname. De geriatrische patiënt wordt aangemoedigd om de maaltijden te gebruiken in de dagzaal van de afdeling. Voorbereiding van onderzoeken: met aandacht voor goede informatieverstrekking aangepast aan het niveau van de patiënt. De student krijgt de kans om sommige onderzoeken bij te wonen, in zoverre dit een didactische meerwaarde voor de student kan betekenen. Het invullen van de verpleegdossiers: aandacht voor correct schriftelijk rapporteren en inzicht Mvg-Mzg. Reeds gekende technieken uit te voeren onder supervisie van de verpleegkundige. De mentoren zien erop toe dat de student ruimschoots de kans krijgt om alle technieken in te oefenen. De student kan zelf accenten leggen door het formuleren van zijn leerdoelen. De mentoren zullen de student eveneens helpen in het inzicht verwerven in het ziektebeeld van de patiënt, het stellen van verpleegdiagnoses, vertrouwd maken met de procedures en standing orders van de afdeling geriatrie. De aangeboden kans om inzicht te verwerven in de taken van de andere leden van het multidisciplinair team: ergotherapeut, kinesist, maatschappelijk werker, ... Deel te nemen aan de wekelijkse teamvergadering.
Derdejaarsstudenten krijgen de verantwoordelijkheid over een aantal patiënten onder supervisie van een verpleegkundige. Zij organiseren zelf hun werk in functie van de totaalzorg van de hun toegewezen patiënten. LEERDOELSTELLINGEN
■ ■ ■ ■
De student verpleegkundige inzicht proberen te geven in het observeren, benaderen en verzorgen van de geriatrische patiënt, volgens de methode van integrale verpleging en het systematisch verpleegkundig handelen. Inzicht verwerven in het begeleiden en verzorgen van een terminale patiënt (palliatieve zorg) en de richtlijnen omtrent wilsbeschikking, euthanasie, … Het verzorgen van een overledene en de ondersteuning van zijn naasten. Gegevens gestructureerd leren rapporteren, zowel schriftelijk, elektronisch als mondeling.
AZ Jan Portaels | zorgdirectie
10/12
Scholen en studenten
■ ■
Na het beëindigen van zijn stage moet de student een bepaalde beroepsbekwaamheid hebben ontwikkeld, aangepast aan zijn leerjaar. De studenten moeten de kans krijgen de aangeleerde technieken voldoende in te oefenen.
COMMUNICATIEVAARDIGHEDEN
■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■
Het afnemen van een verpleegkundige anamnese. De patiënt op een duidelijke en eenvoudige wijze kunnen informeren over de uit te voeren zorgen. De patiënt kunnen informeren over geplande onderzoeken. Leren omgaan met bejaarde zorgvragers met respect voor het individu, rekening houdend met hun eigen mogelijkheden en tempo. Leren omgaan met verwarde patiënten, dementie, afasie. Leren omgaan met terminale patiënten, met aandacht voor comfort van de patiënt, emotionele ondersteuning van de patiënt en zijn naasten. Goede algemene observatie. Het geven en verkrijgen van informatie, schriftelijk, elektronisch en mondeling. Leren werken in teamverband binnen een multidisciplinair team. Sociaal contact stimuleren door de patiënten te motiveren om naar de dagzaal te gaan, deel te nemen aan groepsactiviteiten, flexibel om te gaan met bezoekuren.
VERPLEEGTECHNIEKEN | IN FUNCTIE VAN STUDIEJAAR, PORTFOLIO, LEERDOELSTELLINGEN
■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■
De verpleegkundige administratie van een verpleegafdeling kennen. Bekwaam zijn een sociale en opvoedkundige taak tegenover de patiënt uit te voeren.Kennis van geriatrische ziektebeelden. Hygiënische zorgen aan de patiënt kennen en verlenen: bad, mondzorg, verzorging tandprothese, wassen, knippen van nagels, scheren. Totaalzorg van een patiënt onder supervisie van een verpleegkundige. De volledige verantwoordelijkheid op zich kunnen nemen van de verzorging van meerdere geriatrische patiënten. Op een efficiënte mannier hun werk kunnen organiseren, uitvoeren, nazorg, en rapporteren. Voorbereiding en nazorg van onderzoeken. Isolatiemaatregelen kennen en toepassen. Kennis verwerven inzake gezonde voeding, diëten, bijvoedingen, sondevoeding. Leren detecteren van voedingsproblemen. Op een adequate mannier een kritieke patiënt kunnen observeren en handelen indien nodig. Maatregelen treffen ter voorkoming van lichamelijk letsel. Oog hebben voor sociale en familiale omstandigheden van de bejaarde zorgvrager. Detecteren van risicopatiënten voor decubitus. Preventieve maatregelen treffen bij opgespoorde risicopatiënten. Assisteren bij medische handelingen: pleurapunctie, ascitispunctie, beenmergpunctie. Leren mobiliseren van de patiënt met behulp van hulpmiddelen en verplaatsingstechnieken, met aandacht voor veiligheid, valpreventie. Het detecteren van problemen in verband met defaeceren en urineren, mictietraining, aandacht voor obstipatie. Het plaatsen van lavementen en de parameters controleren. Medicatie klaarzetten en geven: os, IM, SC, rectaal, … Voldoende uitleg kunnen geven, zo nodig extra controle op inname. Wijze van toediening aanpassen aan de mogelijkheden van de patiënt. Toedienen van intraveneuze medicatie
AZ Jan Portaels | zorgdirectie
11/12
Scholen en studenten
■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■
Zuurstoftoediening via masker of neusbril en inhalatietherapie. Droog aseptisch verband en aanleggen van windels, het aanbrengen van steunkousen. Wondzorg volgens het TIME-concept toepassen, verzorging van AP, verzorging gastrostomiesonde, verzorging van tracheacanule. Aspiratie van de luchtwegen. IV en capillaire bloedafname. Staalafname urine, sputum, faeces, wondcultuur, screenen MRSA. Plaatsen van een intraveneuze katheter. Infuus en transfusie: voorbereiding, toediening en nazorg. Plaatsen van een maag-microsonde. Toedienen van sondevoeding. Plaatsen van een blaaskatheter, blaasspoeling, bepalen van residu door middel van bladderscan. Vervangen van een suprapubissonde. Gevolgen (her)kennen van een zwakke homeostase. Opmaken van bedden, met of zonder patiënt. Het aankleden van de patiënt: dagkledij, oorapparaat, reinigen bril, … Lijktooi.
AZ Jan Portaels | zorgdirectie
12/12
Scholen en studenten