‘Het gaat om medewerkers op de beste plek te krijgen’
Voor zo’n 450 medewerkers van diensten en faculteitsbureaus zijn het spannende tijden. Voor 16 december moet namelijk iedereen zijn voorkeur geven waar ‘ie wil werken. Om die beslissing zo goed mogelijk te kunnen maken, organiseerde de Projectgroep fase 3 dinsdagmiddag 24 november een zogeheten Meet&Greet waar je al je vragen kon stellen.
‘Let op: wel met vreemden praten!’ Twee ingehuurde ‘stewardessen’ openen ceremonieel de Meet&Greet door de vertegenwoordigers van de vijftien faculteitsbureaus en diensten via een rode loper te ontvangen in het Lighthouse café. ‘Dus niet vreemdgaan, maar wel met vreemden praten,’ benadrukken de in het blauw gehulde acteurs, terwijl ze een doosje pepermuntjes in de handen klemmen van de directeuren en managers faculteitsbureaus.
Het brein achter de Meet&Greet is Lique Fredriksz, manager faculteitsbureau van de faculteit Business, Finance & Management. ‘Ik heb alleen maar in veranderende organisaties gewerkt, dus heb wel wat ervaring met reorganisaties,’ legt Lique uit. ‘We wilden een informele en ongedwongen ontmoetingsplek creëren waar je in een kort tijdsbestek veel mensen kan spreken. Op het moment dat je ontdekt hoe het er bij faculteit X of dienst Y aan toe gaat, kan je je keuze voor de nieuwe functie ook beter onderbouwen. En gezien de hoge opkomst is het evenement voor mij nu al geslaagd.’ Het duurt inderdaad niet lang voordat het restaurantgedeelte volstroomt. Het is zelfs zo vol dat sommige mensen zich mopperend afvragen waarom er geen grotere ruimte is geregeld. Opvallend: de cubicles achterin het restaurant voor de ‘privémomentjes’ worden nauwelijks gebruikt. Ook Cedric Chirino, lid van de Hogeschoolraad en werkzaam bij de dienst Onderwijsen Studentenzaken, constateert dat de ruimte wat klein is. ‘Ik vind het een goed initiatief, maar ik dacht dat de verschillende diensten en faculteiten zich ook zouden presenteren. Blijkbaar is er nu alleen speeddaten.’ Met de werkbeschrijvingen in de hand lopen medewerkers van tafeltje naar tafeltje om zich te informeren. Waar ligt het accent nu bij functie X: het proces of toch meer de inhoud? En hoe gaat het er eigenlijk aan toe bij faculteit Y?
Nando Rensen, onderzoeker bij de dienst C&M, is bijvoorbeeld geïnteresseerd in twee onderzoeksfuncties, een is bij de toekomstige dienst OSz/C&M/HB en de ander bij de faculteit Gezondheid, Voeding en Sport. ‘Ik worstel nog wat met hoe de verhouding er uitziet tussen kwaliteitszorg en onderzoek,’ vertelt Nando. ‘Het onderzoeksbeleid voor kwaliteitszorg vormgeven vind ik interessant, maar als het een kwestie is van accreditatierapporten schrijven voor zes opleidingen, dan haak ik wat sneller af.’ Daniel Witjes, nu nog hoofd academiebureau, windt er geen doekjes om: ‘Ik heb daar geen idee van’, en haalt directeur Son Burgers erbij. ‘Oef dat is een goede vraag,’ reageert Burgers. ‘De faculteit zet ruim in op kwaliteitszorg en hoe we precies invulling geven aan deze functie moet nog vorm krijgen.’ Daniel vult aan: ‘Het kan ook een voordeel zijn, want dan kan je zelf je functie inrichten’.
Ook Bianca Maasdamme, interimdirecteur bij de dienst Communicatie & Marketing, geeft aan dat ze in de loop van de middag veel vragen heeft gekregen (vooral de unit Externe betrekkingen schijnt populair te zijn), maar dat ze ook vaak ‘Weet ik niet’ heeft moeten zeggen. ‘Dat is nu eenmaal het gevolg van de generalistische functies die we hebben gemaakt, waardoor veel details nog niet duidelijk zijn. Daar moeten we na de plaatsing in maart verder invulling aan geven.’
Een medewerker die niet met z’n naam in het artikel wil komen, is kritisch over dit punt. ‘Voor mijn gevoel wilde het college te snel deze reorganisatie doorvoeren, waardoor de nieuwe functies niet goed zijn uitgewerkt. Bovendien is het helemaal niet duidelijk gemaakt wat de reorganisatie nu oplevert. Je kan wel een state of the art school willen zijn, maar als je dat niet concreet uitwerkt, blijft het bij mooie woorden.’ Ook Arshad el Fallaha, werkzaam bij de dienst OSz, vindt dat hoewel sommige zaken wel wat scherper hadden gemogen, dat er veel aandacht is voor het proces van de reorganisatie. ‘Wat nu goed gaat moeten we omarmen en wat minder gaat moeten we verbeteren.’
Afgezien van een paar kleine kritische kanttekeningen zoals de rumoerigheid en de ietwat taaie toastjes die wat moeilijk te eten zijn, zijn vrijwel alle medewerkers die we spreken enthousiast over het initiatief. Zo ziet een medewerker van FEZ de reorganisatie en het plaatsingsproces als een kans om aan haar ontwikkeling te werken. ‘Ik heb vandaag met drie mensen gesproken en ga met veel meer kennis weg, dan waarmee ik gekomen ben.’ Ze zegt liever niet voor welke functie ze wil gaan (‘Stel dat ik het niet word’), maar ze heeft wel een duidelijker idee en een goed gevoel aan de middag over gehouden. Een andere medewerker op leeftijd vertelt enthousiast: ‘Ik ben al 63, maar ik zou heel graag in het zicht van mijn pensioen nog iets compleet anders willen doen.’
Directeur Son Burgers herkent die passie wel. ‘Waar je in het begin van de reorganisatie zag dat mensen worstelden met de zin en onzin van de reorganisatie, zien ze nu vooral kansen. En deze middag is een hele mooie, nieuwe manier om de dialoog aan te gaan en kleur te bekennen: waar wil je nu echt voor gaan? Het gaat erom dat we mensen op de beste plek krijgen. En dat is voor de medewerker ook een grote uitdaging: durft hij kritisch naar zichzelf te kijken en iets te kiezen waar ‘ie echt intrinsiek gemotiveerd voor is. Dat is spannend, maar het geeft je ook de kans om iets te doen waar je hart echt naar uitgaat en zo goed mogelijk een bijdrage te leveren aan De Haagse Hogeschool.’
Waar sommigen de reorganisatie zien om eindelijk in een hogere schaal te komen (‘Ik krijg al vijf jaar hetzelfde loon, zo kom ik niet vooruit.’) is Nico Oostrum zo’n iemand die iets wil doen waar ‘ie intrinsiek gemotiveerd voor is. ‘Ik wil maatschappelijk echt wat betekenen,’ vertelt de 60-jarige conciërge bij het Facilitair Bedrijf. ‘Vroeger mochten we veel meer; een storing oplossen, beamers installeren, netwerken aanleggen, maar dat is nu allemaal uitbesteed, omdat het management zich wil indekken. Nu ben ik een soort veredelde toezichthouder. Als een student bij een computer iets eet of drinkt, dan moet ik zeggen dat dat niet mag. Ik snak echt naar meer inhoud en wil graag weer met m’n handen werken. Ik heb in de bouw gewerkt, de binnenvaart, heb dakkapellen gemaakt, badkamers, heb ervaring met lassen, zagen,
elektriciteit, ben echt een handyman. Het zou geweldig zijn als ik met studenten van Werktuigbouwkunde kan werken. Als ik zie waar ze daar mee bezig zijn. Het zou mooi zijn als ik een soort sparringpartner voor ze kan zijn, iedereen scherp houden, zorgen dat de deadline gehaald wordt… Ja dat lijkt me wel wat.’ Hoewel de Meet&Greet bedoeld is voor medewerkers met een vast contract of een tijdelijk contract met uitzicht op een vast contract, zijn er ook een paar medewerkers die pas in maart mogen solliciteren op functies die dan nog niet vervuld zijn. Myrthe van Gurp werkt bijvoorbeeld sinds een klein jaar bij het praktijkbureau van Facility Management (FM) en komt een ‘kijkje’ nemen, omdat ze er toevallig langsliep en een collega herkende. ‘Het houdt mij best wel een beetje bezig,’ vertelt Myrthe. ‘Mijn leidinggevende kan me nu niet vertellen of er straks nog een plekje voor me is. En dat is wel jammer, want ik vind m’n werk geweldig. Het contact met studenten, docenten en organisaties, maakt dat het enorm gevarieerd en interessant is.’ Tegen het einde van de middag loopt de ruimte weer langzaam leeg en worden de tevreden koppies van de organisatie steeds zichtbaarder. ‘Ik heb heel veel blije mensen gezien en er is héél veel gepraat. Dat was de Buzz die we wilden creëren,’ vertelt Bas Schrijver, persvoorlichter van De Haagse en een van de gastheren van de middag. Liduine Bremer, de kersverse BRV-directeur (‘Ik voel me hier als een vis in het water’), is onder de indruk van de professionaliteit waarmee HRM het reorganisatieproces begeleidt. 'Het is bijna té goed als je het vergelijkt met andere onderdelen in de hogeschool,’ voegt ze er grappend aan toe. En dan serieus: ‘Dit is een prachtkans om te zorgen dat de goede mensen op de goede plek komen. En wij kunnen veel goede mensen gebruiken!’ Ook initiatiefnemer Lique Fredriksz kijkt ten slotte tevreden terug op de middag, maar is ook nuchter: ‘We kunnen de toegevoegde waarde van deze middag nu niet meten. Dat weten we pas in maart, maar als ik zie hoeveel interesse er in elkaar was, dan is voor mij de middag geslaagd.’ Terwijl Lique de middag evalueert, fluistert iemand plotseling iets in d’r oor. ‘Kan je dat nog een keer zeggen,’ vraagt Lique enthousiast. “Het was een groot succes,” zegt de passant hardop. ‘Kijkt dat is toch super. In welke reorganisatie zie je nu dit enthousiasme?’ • tekst Youri van Vliet / beeld Wilma Hanskamp