Het Feest in Griekenland Module Theater Groep 5-6 Teksten: Stella van Lieshout | Illustraties: Tjarko van der Pol
ABC Cultuur is een initiatief van het Centrum voor de Kunsten Beverwijk www.abccultuur.nl
Het Feest in Griekenland
De zon schijnt fel en de olijfbomen bieden weinig beschutting. Opa Pantalone, Columbina en Harlekijn zijn op vakantie in Griekenland. Columbina had vlak voor de zomervakantie iets gelezen over de oude Grieken. De Grieken geloofden in goden en maakten allemaal paleizen en tempels voor hen. Er waren ook oude theaters. Toen ze opa Pantalone plaatjes van het theater liet zien en vertelde over de Griekse goden, vroeg hij of ze het graag zelf wilde zien. Columbina had ‘ja’ gezegd en Opa Pantalone had haar en Harlekijn meegenomen op vakantie. Ze mochten zelfs met het vliegtuig. En nu zijn ze op weg naar een heel oud theater, dat ergens tussen de heuvels verstopt ligt.
“Wat is het hier heet!” zucht Harlekijn al voor de vierde keer. Maar niemand hoort hem. Hij loopt een stuk verder dan de rest want opa Pantalone kan alleen nog voetje voor voetje vooruit komen en Columbina staat stil bij elk bordje, elke historische steen en elke bijzondere plek. Doodvermoeiend, denkt Harlekijn. Hij staat stil en wacht even op ze. “Wat is het hier heet!” zegt hij nogmaals als ze dichterbij zijn. Columbina knikt en opa Pantalone wuift met zijn hand. “Stel je niet aan” zegt hij. “Als we bij het theater zijn dan krijg je een slokje water.” Hij geeft Harlekijn een tikje met zijn wandelstok alsof Harlekijn een ezeltje is dat hem dragen moet. Harlekijn moet er niet aan denken en loopt haastig door.
Columbina ziet het theater als eerste liggen. Ze wijst naar de grote open plek tussen de heuvels en begint wat sneller te lopen. Als ze dichtbij genoeg zijn neemt Harlekijn snel een foto, nog voordat hij zelf goed heeft gekeken. “Voor de mensen thuis” zegt hij.
Het theater is een grote halve cirkel met eindeloos veel rijen die omhoog lopen via grote trappen. Hier zat vroeger het publiek, maar er zijn geen stoelen. “Het is net een half voetbalstadion” zegt Harlekijn. Columbina moet lachen. Onderaan de halve cirkel ligt een podium met een paar zuilen er omheen. In het midden staat een altaar. Je kan zien dat het theater al heel oud is, want de stenen zijn geel en stoffig. Vroeger stond er nog een grote stenen wand achter het podium, maar die is nu bijna helemaal ingestort. “Waarom staat daar een altaar?” vraagt Columbina. Opa Pantalone vertelt haar dat de Grieken vroeger theater maakten voor de goden en over de goden. En dat de goden vereert werden via zo’n altaar. “Maar nu zijn er geen goden meer” zegt hij.
Harlekijn rent via de grote trappen naar beneden en stapt het podium op. Zijn armen en benen bewegen alle kanten op en hij draait een pirouette. “Ik ben de god van de dans!” zegt Harlekijn. Weer reageert er niemand. Hij kijkt om zich heen.
Opa Pantalone heeft een vrouw met knalrode schoenen een kopje koffie uit zijn thermosfles aangeboden en zij giechelt zonder te stoppen.
Columbina bekijkt een voor een alle zuilen en maakt foto’s vanuit alle hoeken van het theater.
Plots ziet Harlekijn in de verte een vrouw met een boog. Ze strooit bloemen en zwaait naar hem. Ze gebaart met haar hand dat hij moet komen. Ze wacht even maar verdwijnt dan achter de heuvel. Harlekijn heeft zich al die tijd niet bewogen, zo verbaasd is hij. “Columbina, kom hier” schreeuwt hij. Columbina komt aangelopen. “Wat is er met jou?” vraagt ze. “Ik zag net een vrouw. Met een boog en een helm. Ze strooide bloemen en ze had een wit gewaad of iets aan. Ze gebaarde dat ik moest komen. Wat nu?” Columbina legt haar hand op zijn voorhoofd. “Heb je soms een zonnesteek?” vraagt ze bezorgd. Harlekijn duwt Columbina weg. “Ik weet heus wel wat ik zag” antwoord hij. “Laten we dan gaan kijken” zegt Columbina aarzelend.
“Waar is opa?” “Die drinkt koffie” legt Harlekijn uit. “Trouwens, opa is veel te traag. Die komt nooit de berg op.” Columbina knikt. Ze besluiten de heuvel te beklimmen waar Harlekijn de vrouw zag. Hijgend en puffend komen ze boven. Ze kunnen over het hele gebied uitkijken. “Daar, rechts” fluistert Columbina.
Aan de andere kant van de heuvel staat een tempel omringd met olijfbomen en druiventakken. Er zijn rare wezens die op een fluit en een harp spelen. Sommige mensen dragen grote maskers en iedereen drinkt en eet zoveel als hij maar kan.
In het midden danst de vrouw die Harlekijn zag. Ze ziet Columbina en Harlekijn dichtbij komen en stapt op ze af. “Wat goed dat jullie er zijn” zegt de vrouw. “Ik ben Artemis, de godin van de jacht.”
“Godin?” vraagt Columbina. “Jacht?” stottert Harlekijn. “Ja, natuurlijk. Mensen geloven niet meer in ons, maar we zijn er nog steeds. En aangezien er geen feestjes meer voor ons worden gegeven, moeten we ze zelf maar organiseren” gaat Artemis verder. “Iedereen is er. Daar op de grote troon zit Zeus, onze oppergod. In het hoekje zitten Apollo en Hephaistos. De vrouw waar alle mannen omheen staan is Aphrodite, de godin van de liefde. Pan en zijn vrienden maken de muziek. En natuurlijk de god van de feestjes, Dionysos.” Dionysos zwaait even en draait zich dan naar de mooie, dansende vrouwen.
“Wat een maffe namen” lacht Harlekijn. Artemis lacht ook. Ze is het wel een beetje met hem eens. Columbina knijpt zichzelf om te zien of ze misschien droomt maar er gebeurt niets. Ze gelooft haar ogen niet en weet niet goed wat ze moet doen. Dit gebeurt normaal alleen in boeken denkt ze. Harlekijn heeft al een masker gepakt en danst vrolijk mee op de muziek. Hij drinkt het sap van de druiven en eet geroosterd vlees. Columbina twijfelt even maar pakt dan ook een masker. Ze danst en danst en danst. Ze eten en drinken tot het langzaam donker begint te worden. “De zon gaat onder” roept Ares. Artemis had Colombina en Harlekijn verteld dat Ares, de god van de oorlog, bijna verliefd is op zijn eigen zwaard. Maar vandaag had hij zijn zwaard in de hoek gelegd. Het was immers feest en op feesten horen geen zwaarden. “Laten we het schaap offeren” schreeuwt Ares nu. Iedereen juicht. Columbina gooit haar masker af en kijkt naar Harlekijn. “We moeten hier weg” fluistert ze. Harlekijn begrijpt niet wat ze bedoelt. Hij wil graag zien wat dat is, een schaap offeren.
Het schaap wordt door vier mannen gedragen. Elke man heeft een poot in zijn hand. Het schaap maakt een hoop herrie en beweegt heftig. Alsof hij al weet wat er gaat gebeuren. Ares pakt zijn zwaard en het schaap wordt op een altaar gelegd. Het lijkt precies op het altaar in het theater. Ares heft zijn zwaard in de lucht. Columbina houdt haar adem in en haar handen voor haar ogen. Ze durft bijna niet te kijken maar is toch nieuwsgierig. Dan laat Ares met grote kracht zijn zwaard zakken. Hak! Het schaap is dood en iedereen juicht, behalve Harlekijn en Columbina. Ze vinden het zielig voor het schaap. Om hen heen beginnen alle goden weer rustig te dansen en het feest gaat verder alsof er niets gebeurd is.
Harlekijn en Columbina kijken toe hoe Ares de vacht van het schaap haalt zodat hij straks geroosterd kan worden boven het vuur. Artemis ziet dat Columbina en Harlekijn onder de indruk zijn. “Jullie zijn een beetje geschrokken zeker?” Columbina en Harlekijn knikken.
“Vroeger offerden de mensen deze dieren aan ons, de goden. Om er voor te zorgen dat wij naar hun wensen zouden luisteren. Nu offeren we het dier aan onszelf” zegt Artemis. Ze luisteren aandacht. Columbina heeft nog veel meer vragen, maar Artemis onderbreekt haar. “Jullie opa zal ondertussen wel ongerust zijn. Jullie moeten misschien maar terug voor het echt donker is”.
Harlekijn en Columbina zuchten. Ze zouden graag de hele nacht blijven en nog meer druivensap drinken en lekkere dingen eten. “Je hebt gelijk” zegt Columbina. “Bedankt voor het feest.” Ze trekt Harlekijn mee terwijl die nog een laatste hap brood naar binnen propt. Snel lopen Harlekijn en Columbina via de heuvel terug naar het theater. Opa Pantalone heeft helemaal niets gemerkt. Iedereen is al naar huis, maar hij zit daar nog steeds met de vrouw en haar knalrode schoenen. “Tijd om te gaan opa ” zegt Columbina. Pantalone en de vrouw lachen. “Waar zijn jullie al die tijd geweest?” vraagt hij. “Op een feestje met de Goden” vertelt Harlekijn enthousiast. Er was druivensap en we hebben een schaap geslacht op het altaar. En Artemis was er en Zeus en Ares ook. En Columbina danste zo mooi in haar jurk.” Columbina haar wangen worden rood van dat compliment. Ze knikt en zegt dat het echt waar was. Opa Pantalone staat op en aait Harlekijn en Columbina over hun hoofd. “Jullie hebben erg veel fantasie” zegt hij. “Kom, we gaan naar het hotel.”
Harlekijn en Columbina ondersteunen opa, die nog een handkusje geeft aan de vrouw. Als ze omkijken zien ze Artemis. Ze spant haar boog en de pijl vliegt over hun hoofd in een boom. Aan de pijl zit een briefje. Tot de volgende keer? staat er op. Columbina steekt haar duim omhoog en Harlekijn zwaait uitbundig. Nu draait ook opa zich om. Artemis verdwijnt zo snel als ze kwam. “Waar kijken jullie naar?” zegt hij. “Niets” zeggen Harlekijn en Columbina in koor. Dit is hun geheimpje.