Het eindwerkstuk GGCA Schooljaar 2015 - 2016
Lucas Sint, Luc van Roemburg en Monique de Hoop September 2015
Inhoudsopgave Inleiding: Wat is het eindwerkstuk?....................................................3 Jaarplanning ……………………………………………………………………………………………….4 De beoordeling van het eindwerkstuk……………………………………………………….6 Bijlage: Bronvermelding…………………………………………………………………………….9
2
Inleiding Wat is het eindwerkstuk? Het eindwerkstuk is een individueel project dat elke leerling in de elfde klas aangaat. Het is een open onderzoeksopdracht die gekoppeld is aan één van de zeven (HAVO) of acht (VWO) profielvakken. Op de Vrije School noemen we het een eindwerkstuk , de overheid hanteert de term ‘profielwerkstuk’. Het geheel van het proces, de presentatie en het schriftelijke werkstuk vormt samen het eindresultaat. Het cijfer hiervan telt mee voor het eindexamen in het combinatie cijfer (bladzijde 6). Een belangrijke eis is dat je gedurende het schooljaar er regelmatig aan werkt, regelmatig afspraken hebt met je begeleider en dat je zowel aan het logboek als aan het schriftelijk deel werkt. Aan het einde van het schooljaar (zie de jaaragenda voor de exacte data) presenteer je je eindwerkstuk aan een publiek. Je doet dat op twee manieren: 1. Een mondelinge presentatie van 20 minuten in de theaterzaal 2. Een werkstuk dat wordt tentoongesteld voorafgaande en tijdens de presentatie Het is belangrijk te benadrukken dat je zelf vrij bent in de keuze van de vorm en het onderwerp van je eindwerkstuk. Het kan bijvoorbeeld zijn dat je van plan bent om een kunstwerk te maken of een zeilboot of een gitaar of… . Als je een dergelijk project aangaat is het logisch dat je schriftelijk deel vooral zal bestaan uit een procesverslag/logboek waarin je reflecteert op het maken van het praktische eindresultaat. Als je besluit een eindwerkstuk te maken waarin de nadruk ligt op een onderzoek en de schriftelijke verslaglegging ervan ligt het voor de hand dat het schriftelijk deel een hele belangrijke plaats inneemt. De vorm die je kiest hangt samen met de beoordeling (zie bladzijde 6). Het is belangrijk dat je goed weet hoe en waarop je beoordeeld gaat worden, bespreek dit met je begeleider en maak heldere afspraken hierover. Blijf je zelf tijdens het proces van het maken van je eindwerkstuk vragen stellen: Wat wil ik precies weten? Wat is mijn onderzoeksvraag? Waarom vind ik dit onderwerp boeiend? Wat heeft dit onderwerp met mij zelf te maken? Maak samen met je begeleider een goede planning en zorg dat het initiatief voor het maken van afspraken ook van jou uitgaat. We wensen je veel plezier, inspiratie en een mooi eindresultaat!
3
Jaarplanning Start schooljaar – herfstvakantie
vragen van een begeleider 1e oriënterend gesprek met de begeleider Inlezen/informatie vergaren Logboek beginnen Besluit onderwerpkeuze 2e gesprek met begeleider Afspraken maken over de voorwaarden waaraan het profielwerkstuk moet voldoen Afspraken over de begeleiding (frequentie, communicatie etc.) Onderzoeksvragen helder geformuleerd. Globale opzet voor hoofdstukken Begeleiding: minimaal 1 keer per 2 weken Inlees/informatie fase afronden Besluit over profieldeel, vakdocent vragen Stageadres mogelijk koppelen aan onderzoeksvraag/doel Begeleiding: minimaal 1 keer per 2 weken Uitvoerende fase: schrijven of maken van het profielwerkstuk Begeleiding: minimaal 1 keer per 2 weken Kladversie inleveren bij begeleider en kladversie profieldeel bij de vakdocent uiterlijk donderdag 30 april
Meteen na Herfstvakantie
Herfstvakantie – begin december
Herfstvakantie – kerstvakantie
Kerstvakantie – voorjaarsvakantie
Vóór de meivakantie
Meivakantie tot aan de presentatie
Kladversie aanpassen (spelling niet vergeten!) Presentatie voorbereiden, inschrijven proefpresentatie Oefenen met de technische hulpmiddelen (computer, powerpoint, etc) Laatste week: proefpresentatie tenminste één met begeleider en één met de klas (verplicht) Begeleiding: minimaal 1 keer per 2 weken Lever het eindwerkstuk uiterlijk op 12 juli 2016 in bij je begeleider. Lever ook een kopie in bij Luc van Roemburg.
4
Het eindwerkstuk is een onderdeel van je examen en moet, zoals al het examenwerk, bewaard worden in het archief. De begeleider haalt de ingebonden versie die is tentoongesteld na het presentatieweekend op bij Luc van Roemburg. Na de presentatie
Beoordeling en afrondend gesprek met de begeleider die het cijfer vervolgens doorgeeft aan de examencoördinator (Luc van Roemburg)
5
De beoordeling van het eindwerkstuk Voor het eindexamen is een afsluitend profielwerkstuk een wettelijke verplichting. Het cijfer weegt mee in het zogenoemde “combinatiecijfer”. Dit combinatiecijfer komt tot stand door het gemiddelde van de cijfers voor: 1. 2. 3.
het eindwerkstuk maatschappijleer Algemene Natuurwetenschappen (alleen vwo, diverse periodes)
Zoals eerder geformuleerd in de inleiding is het eindwerkstuk een individueel project waarin de nadruk op schriftelijk en praktisch werk afhankelijk is van de keuze van de leerling. De weging van de drie onderdelen waarop wordt beoordeeld hangt daarmee samen.
1. Eindwerkstuk met de nadruk op een schriftelijk uitwerking onderdeel Subdomeinen weging Proces · Inzet, zelfstandigheid en initiatief · Planning en afspraken 20 % · Praktische uitvoering van onderzoek · Logboek Product · Is de onderzoeksvraag helder en eenduidig geformuleerd en 60 % duidelijk afgebakend? ·
Bezit de onderzoeksvraag genoeg gewicht?
·
Wat is de kwaliteit van de gebruikte bronnen?
·
Wordt in het werkstuk een duidelijk en overtuigend antwoord geformuleerd op de onderzoeksvraag?
·
Is het taalgebruik van voldoende niveau: met grammaticaal correcte zinnen, juist van spelling, helder van formulering en ook leesbaar?
·
Is de opbouw van het werkstuk transparant en consistent?
·
Hoe is de verzorging? (een
6
verzorgde uitgave van het werkstuk, een fraai titelblad, een overzichtelijke bladspiegel, een uitgedachte indeling, een leesbaar lettertype).
Presentatie
·
Is er een logboek en een volledige literatuurlijst volgens de bibliografische regels?
·
Is er sprake van originaliteit en creativiteit in denkwijze en uitvoering?
· · · · ·
Beheersing onderwerp Opbouw Wijze van presenteren Element van verrassing Originaliteit, Creativiteit.
20%;
2 Eindwerkstuk met de nadruk op een praktische uitwerking; (film, theater, dans, tentoonstelling, schilderwerk, tekeningen, fotografie, ambachtelijk werkstuk, etc)
onderdeel Proces
Product
Subdomeinen · Inzet, zelfstandigheid en initiatief · Planning en afspraken · Praktische uitvoering van onderzoek · Logboek · Heldere verwerking van een idee · Vormgeving · Technische aspecten · Originaliteit, creativiteit · Andere onderwerpgebonden aspecten. · Vakinhoudelijke verantwoording (schriftelijk gedeelte) o
Wat is de kwaliteit van de gebruikte bronnen?
o
Is het taalgebruik van voldoende niveau:
7
weging 40%
40%
Presentatie
o
Is de opbouw van het werkstuk transparant en consistent?
o
Is het werkstuk geheel van eigen hand, of is er sprake van plagiaat
o
Hoe is de verzorging?
o
Is er een logboek en een volledige literatuurlijst?
· Wijze van presenteren · Element van verrassing · Originaliteit, Creativiteit.
8
20%
Bijlage: Bronvermelding Wie in zijn tekst een bron citeert, geeft dat altijd aan. Dat doe je als volgt: “ Veel volwassen zeggen dat ze geen hartsvriend of boezemvriendin meer hebben zoals vroeger in hun adolescentie.” (Kohnstamm, 2002: 175). Door middel van de aanhalingstekens maak je duidelijk dat het niet jouw woorden zijn, maar van een ander. Je neemt ze letterlijk over. Daarom gebruik je de aanhalingstekens, aan het begin en aan het slot van de zin. Achter de zin staan de gegevens van de bron tussen haakjes: • Kohnstamm, de naam van de schrijfster, • 2002, het jaar waarin het boek is uitgegeven, • dubbele punt, • 175 en dat is de bladzijde waarop de lezer het citaat kan terugvinden. Je legt dus verantwoording af voor elke bron die je gebruikt en je doet dat zo precies mogelijk, volgens de vastgestelde regels. Het is ook van belang dat je alle bronnen vermeldt in de literatuurlijst, die je opneemt aan het slot van je profielwerkstuk. Let erop, dat je tijdens het studeren, tijdens het raadplegen van de site of het boek of het artikel, alle gegevens direct noteert. boek In je zoektocht naar een zinvolle studie over bijvoorbeeld vriendschap kom je op een titel die je raadzaam lijkt. Je leest de inhoudsopgave, ziet dat er een enkel hoofdstuk over vriendschap gaat en dat bestudeer je, je vat het samen en geeft kritisch je mening. Hoewel je maar een hoofdstuk uit het hele boek hebt gelezen, zet je toch het hele boek op de literatuurlijst! Noteer de volgende gegevens, die je altijd aantreft op het schutblad van elk boek: -‐ als eerste de achternaam van de schrijver, -‐ daarachter de voornaam, -‐ dan drie spaties, -‐ de titel daarachter en altijd cursief (of onderstreept), -‐ daarachter de naam van de uitgeverij, -‐ dan de plaatsnaam van de uitgeverij, -‐ tenslotte het jaar van uitgave. Bijvoorbeeld: • Kohnstamm, Rita Kleine ontwikkelingspsychologie, deel III adolescentie Bohn, Stafleu Van Loghum, Houten\Diegem, 2002. de krant
9
de
De krant: -‐ achternaam van de schrijver, -‐ voornaam, -‐ titel van het artikel cursief, -‐ naam van de krant, -‐ dag, maand en jaar van publicatie. Bijvoorbeeld: • Vanheste, Jeroen De Googlificatie van het onderwijs leidt tot Googlificatie van de kennis In: NRC Handelsblad, 16 oktober 2004. een site Bijvoorbeeld: http://nl. wikipedia.org/wiki/Vriendschap
10
11