Handleiding BA eindwerkstuk Engels Deze handleiding geeft informatie over het BA eindwerkstuk Engels. Het BA eindwerkstuk is een belangrijk onderdeel van het afstudeertraject. Lees ook de Richtlijnen begeleiding en beoordeling bachelor eindwerkstuk School Talen, Literatuur en Communicatie (pdf). Deze richtlijnen gelden voor alle studenten die ingeschreven staan voor de bacheloropleidingen Duits, Engels, Frans, Italiaans, Keltisch, Literatuurwetenschap, Nederlands, Portugees, Spaans en Taalwetenschap. Het BA eindwerkstuk is een "proeve van bekwaamheid" waarin je je presenteert op een zelfgekozen deelgebied van het vakgebied Engelse Taal en Cultuur. Het BA eindwerkstuk geeft vaardigheden en kennis weer die je in de loop van de studie hebt opgedaan. Hieronder kun je meer lezen: 1. Planning 2. Begeleiding en procedure 3. Vorm en inhoud 4. Aanpak 5. Het produceren (schrijven) van het BA eindwerkstuk 1. Planning Aangezien het BA eindwerkstuk vaardigheden en kennis dient weer te geven die de student in de loop van de studie heeft opgedaan, wordt het doorgaans gepland in de laatste fase van de studie, d.w.z. in het derde studiejaar. Het is belangrijk te beseffen dat dit niet noodzakelijk samenvalt met het eind van dat studiejaar (letterlijk: blok 4). Het onderwerp van het BA eindwerkstuk dient inhoudelijk doorgaans aan te sluiten bij een cursus van niveau 2 of 3 (voor degenen die vóór 1 september 2013 zijn gestart met de opleiding) of een verdiepingspakket (voor degenen die op 1 september 2013 of later zijn gestart met de opleiding). Zo'n cursus of verdiepingspakket kan één of meer blokken voorafgaan aan het BA eindwerkstuk. Indien het eindwerkstuk aansluit bij een cursus (dus voor degenen die vóór 1 september 2013 zijn gestart met de opleiding), kan deze cursus door de student tegelijk met het produceren van het BA eindwerkstuk worden gevolgd. De planning van het BA eindwerkstuk hangt dus nauw samen met de programmering van de gekozen voorbereidende cursus. Stel het BA eindwerkstuk niet te lang uit. In de eerste plaats is het eind van het academisch jaar voor de docenten een drukke tijd. Hoe langer je het BA eindwerkstuk uitstelt, hoe minder begeleidingsmogelijkheden zij zullen hebben. In de tweede plaats beperk je je eigen risico: hoe eerder je begint, hoe gemakkelijker eventuele tegenslag kan worden opgevangen. Het BA eindwerkstuk wordt geproduceerd in een normale onderwijsperiode, waarvoor je je inschrijft, net als voor elke andere cursus. Vergeet dat niet, want dit is belangrijk voor de administratie van je eindcijfer. Het BA eindwerkstuk omvat 7,5 studiepunten, op niveau 3. Het verschil tussen de BA eindwerkstukmodule en andere onderwijsonderdelen is dat een BA eindwerkstukmodule in elk blok wordt aangeboden. Dat vergemakkelijkt je programmering. Het BA eindwerkstuk moet binnen deze periode (dus binnen de periode van één onderwijsblok) worden begonnen en afgerond. Planning is dus essentieel. In feite moet je aan het eind van jaar 2 rekening gaan houden met het inplannen van het BA eindwerkstuk, het blok waarin je het wilt schrijven, en wellicht ook al het onderwerp dat je wilt gaan behandelen. Net als in een cursus, zul je gemiddeld minimaal 20 uur per week aan je BA eindwerkstuk kwijt zijn. Onderschat dit niet: tijd die je in het begin verliest zal later nog moeilijk in te halen zijn. Het zal moeilijk zo niet onmogelijk zijn je BA eindwerkstuk te doen naast twee andere cursussen. Ook een stage of een zware bijbaan zijn lastig te combineren met een BA eindwerkstuk. Bij een verblijf in het buitenland, bijvoorbeeld een of twee semesters in Engeland, is de planning van extra groot belang. Je kunt het BA eindwerkstuk schrijven vóórdat je weggaat, of er tijd voor reserveren als je weer terug bent. Voor studenten die gestart zijn vóór september 2013 is het niet onmogelijk om de combinatie van voorbereidende cursus op niveau 2 of 3 en BA eindwerkstuk in het buitenland uit te voeren. Een buitenlandse voorbereidende cursus kan dienen als aanleiding tot het onderwerp, en begeleiding van het BA eindwerkstuk kan per e-mail vanuit Utrecht geschieden,
uiteraard in zoverre de expertise op dat specifieke gebied ook in Utrecht aanwezig is. Zeker in zulke gevallen verdient het aanbeveling tijdig via de BA eindwerkstuk coördinator een begeleider te benaderen, en goede afspraken te maken (zie § 2 begeleiding en procedure). 2. Begeleiding en procedure Een groot verschil tussen een BA eindwerkstukmodule en andere cursussen is dat je veel zelfstandiger zult moeten werken: het is in dit stadium immers jouw presentatie van je kunnen, jouw proeve van bekwaamheid. Vanuit de opleiding zijn er voor de begeleiding van je BA eindwerkstuk begeleiders beschikbaar. Zoals onder § 1. Planning beschreven, bepaal je zelf in welk blok je aan het BA eindwerkstuk begint en voltooi je het BA eindwerkstuk binnen datzelfde onderwijsblok. In het begin van het eerste en het derde blok van elk academisch jaar worden voorlichtingsbijeenkomsten over het BA eindwerkstuk traject georganiseerd. Tweede- en derdejaarsstudenten worden hierover tijdig via e-mail geïnformeerd. Wat betreft het kiezen van een begeleider en een onderwerp is er de volgende procedure die iedere student dient te volgen. 1. Je schrijft je tijdens een cursusinschrijvingsperiode in voor het “Eindwerkstuk BA Engels.” 2. Minimaal drie weken voor aanvang van het blok waarin het BA eindwerkstuk geschreven gaat worden, dien je contact op te nemen met de BA eindwerkstuk coördinator (e-mail:
[email protected]). De e-mail dient de volgende informatie te bevatten: a) Naam student b) Studentnummer c) Namen van twee mogelijke begeleiders d) Onderwerp en vorm e) Samenvatting van het onderwerp (ongeveer een halve pagina) Bij het bepalen van het onderwerp is het mogelijk contact op te nemen met een docent die affiniteit heeft met het beoogde onderwerp om de geschiktheid van het onderwerp te bespreken. Houd er rekening mee dat niet alle docenten in elk blok beschikbaar zijn voor begeleiding, bijvoorbeeld vanwege te veel ander begeleidingswerk, onderwijs, onderzoeksverplichtingen, of verblijf in het buitenland voor onderzoek of onderwijs. Het is toegestaan om een begeleider van buiten de opleiding Engels voor te stellen. In dat geval moet de tweede lezer, die door de begeleider (in overleg met de student) benaderd wordt, van binnen de opleiding Engels zijn. De coördinator zal je binnen tien dagen laten weten welke van de beoogde begeleiders beschikbaar zijn in het specifieke blok waarin het BA eindwerkstuk geschreven wordt. 3. Je formuleert, na consultatie van de toegewezen begeleider, een projectplan. Dit plan specificeert tenminste de volgende punten: gemotiveerde vraag- en of doelstelling; aanpak (operationalisering, methoden, technieken, theoretisch kader); beoogd, c.q. gewenst resultaat (in relatie tot de doel- of vraagstelling); planning van het werk 4. Het projectplan dient door de begeleider goedgekeurd te zijn alvorens aan het feitelijke werk wordt begonnen. Het moment van goedkeuring ligt aan het begin van het onderwijsblok waarin je voor het BA eindwerkstuk staat ingeschreven. Dit is het formele begin van de begeleidingsperiode die aan het einde van de betreffende onderwijsperiode afloopt. 5. Je hebt recht op drie begeleidingsmomenten. De begeleiding zal variëren tussen individuele begeleiding en begeleiding in een kleine groep (waarvan de deelnemers bijvoorbeeld deelaspecten van hetzelfde onderzoeksgebied aanpakken). 6. Uiterlijk op de laatste werkdag van de onderwijsperiode waarin je voor het BA eindwerkstuk staat ingeschreven en de begeleiding door de eerste beoordelaar plaatsvindt, leg je aan de begeleidende docent de prefinale versie van de thesis voor; zowel twee papieren als ook een digitale versie. De prefinale versie dient uit het complete BA eindwerkstuk te bestaan. 7. De eerste beoordelaar leest en beoordeelt het verslag en geeft feedback binnen vijf werkdagen na afloop van het onderwijsblok. Nu ontstaan twee mogelijke scenario’s (a. of b.): a. Scenario 1: het BA eindwerkstuk behoeft geen revisie. De eerste begeleider stelt dan in samenspraak met de tweede begeleider het cijfer vast. Ieder eindwerkstuk dat met een
b.
voldoende cijfer gelijk aan of lager dan een 6.5 wordt beoordeeld (door de 1e en 2e beoordelaar), wordt voor vaststelling van het cijfer voorgelegd aan een 3e beoordelaar op het betreffende vakgebied, in de regel een hoogleraar. De 3e beoordelaar beoordeelt het werkstuk op basis van de geldende criteria opnieuw en stelt in overleg met de beoordelaars het cijfer vast. De betrokkenheid van de 3e beoordelaar in deze speciale procedure wordt op het beoordelingsformulier vastgelegd. De eerste begeleider deelt het cijfer schriftelijk of per e-mail aan de student (en de BA eindwerkstuk coördinator) mee, en geeft daarbij op het Beoordelingsformulier BA eindwerkstuk een kernachtige motivatie, in het licht van de descriptoren beschreven in de schrijfwijzer van de School Talen, Literatuur en Communicatie. Scenario 2: het BA eindwerkstuk behoeft reparatie: de eerste beoordelaar stelt de student in de gelegenheid het verslag eenmaal te herschrijven, en wel binnen tien werkdagen na afloop van het onderwijsblok. Na deze termijn stelt de eerste begeleider (in samenspraak met een tweede begeleider) het cijfer vast. Ieder eindwerkstuk dat met een voldoende cijfer gelijk aan of lager dan een 6.5 wordt beoordeeld (door de 1e en 2e beoordelaar), wordt voor vaststelling van het cijfer voorgelegd aan een 3e beoordelaar op het betreffende vakgebied, in de regel een hoogleraar. De 3e beoordelaar beoordeelt het werkstuk op basis van de geldende criteria opnieuw en stelt in overleg met de beoordelaars het cijfer vast. De betrokkenheid van de 3e beoordelaar in deze speciale procedure wordt op het beoordelingsformulier vastgelegd. De eerste begeleider deelt het cijfer schriftelijk of per e-mail aan de student (en de BA eindwerkstuk coördinator) mee, en geeft daarbij op het Beoordelingsformulier BA eindwerkstuk een kernachtige motivatie, in het licht van de descriptoren beschreven in de schrijfwijzer van de School Talen, Literatuur en Communicatie. Indien het cijfer na reparatie onvoldoende is, treedt 8 in werking.
8. Indien het BA eindwerkstuk niet op tijd is ingeleverd, of de reparatiemogelijkheid binnen de gestelde termijn niet tot een voldoende leidt, of de reparatietermijn is overschreden zonder dat het gerepareerde BA eindwerkstuk bij de begeleidende docent is ingeleverd, treedt een sanctie in werking: de student heeft de gelegenheid om het BA eindwerkstuk later af te maken, maar hij kan daarvoor dan ten hoogste het cijfer 7 behalen en heeft daarbij geen recht op begeleiding door een docent. 3. Vorm en inhoud In het BA eindwerkstuk demonstreer je de vaardigheid om wetenschappelijk te denken, argumenteren en rapporteren. Het BA eindwerkstuk zal vaak de traditionele vorm hebben van een geschreven werkstuk, d.w.z. een “academisch betoog” (zie ook § 5 beneden: “Het schrijven van het BA eindwerkstuk”), met in elk geval een zekere oorspronkelijke analytische component. Het BA eindwerkstuk moet aan de gebruikelijke academische normen van het vakgebied voldoen, en is geproduceerd in grammaticaal en qua vocabulaire accuraat Engels. Voorbeelden vorm: een uitgewerkt literatuuronderzoek; een recensieartikel; onderzoek waarbij gemotiveerd verschillende standpunten naast elkaar worden gezet; een (al of niet experimenteel ondersteunde) korte wetenschappelijke verhandeling; een geannoteerde vertaling; een activiteit gericht op een directe bijdrage aan onderwijs op een gespecificeerd niveau; een gestructureerde presentatie van wetenschappelijke informatie; een verzameling van empirische data en een analyse van deze data. Het is mogelijk een BA eindwerkstuk in een afwijkend medium te maken. Dit moet natuurlijk wel passen bij het onderwerp, en moet de goedkeuring hebben van de begeleider. Je kunt hierbij denken aan een vertaling van een tekst (met uiteraard uitgebreide verantwoording erbij), een website, eventueel zelfs een toneelbewerking van een bestaande literaire tekst, een video. In principe zijn er vrij veel mogelijkheden, maar bedenk wel: beide partijen (student en begeleider) moeten overtuigd zijn van de zin van zo'n “ontraditionele” vormgeving, de keuze ervoor mag niet leiden tot vertraging, en het academisch niveau van het eindproduct moet gegarandeerd blijven. Dit houdt o.m. in dat er altijd een element van reflectie op het product (vertaling, bewerking, e.d.) nodig zal zijn, in de zin van een uitgebreide inleiding waarin ook blijk wordt gegeven van een zekere belezenheid in het relevante academische discours. Het BA eindwerkstuk kan, in overleg met de begeleidende docent, het gezamenlijke product zijn van meerdere studenten, waarbij elke student individueel een studie-inspanning van 210 uur heeft
geleverd. Deze werkvorm komt ook (ter beoordeling door de docent) herkenbaar terug in de vorm van het BA eindwerkstuk. Voor elke vormgeving geldt dat de formele regels die bij de opleiding Engels normaal gehanteerd worden van kracht blijven voor zover ze van toepassing zijn. Denk hierbij aan zaken zoals bronvermelding - tegen plagiaat wordt streng opgetreden, zie het fraudereglement van de School Talen, Literatuur en Communicatie ; en de vormgeving volgens MLA of APA, zoals vervat in het Little, Brown Handbook. Wij raden jullie aan om met de Style Sheet van de Opleiding Engels te werken. Een BA eindwerkstuk dient in elk geval de volgende algemene informatie te vermelden (bij een geschreven BA eindwerkstuk op de voorpagina), in het Engels: Titel van het BA eindwerkstuk. "BA Thesis English Language and Culture, Utrecht University.” Naam student. Studentnummer. Naam begeleiders. Maand en jaar waarin het BA eindwerkstuk voltooid wordt. In geval van een afwijkend medium zoals website, film, e.d., dient men uiteraard zelf een equivalent voor deze voorpagina te bedenken. Qua omvang gaan we bij tekstuele vormen uit van c. 7500 woorden als richtlijn (dit is inclusief citaten en exclusief de bibliografie en de appendix). Bij andere vormen moet de geleverde inspanning op een vergelijkbaar niveau liggen. De taal waarin het BA eindwerkstuk is geschreven is correct Engels, van een niveau zoals dat van een derdejaars student Engels mag worden verwacht (Europees niveau C1/2). 4. Aanpak. Elk BA eindwerkstuk is in feite een kleine bijdrage aan de wereld van het wetenschappelijk onderzoek. Hoewel die bijdrage “oorspronkelijk” moet zijn, is het tegelijkertijd van groot belang te beseffen dat je niet de eerste bent die een bepaald gebied probeert te bestrijken. Er zijn ongetwijfeld al anderen geweest die een bepaalde tekst vertaald hebben, of een gedicht of een taalkundig verschijnsel hebben geanalyseerd of besproken. Het is dan ook de bedoeling dat je je in een BA eindwerkstuk bewust toont van het feit dat je in een bepaalde traditie staat en schrijft, en dat je ook “een dialoog aangaat” met je voorgangers. Om dat te bereiken zul je je natuurlijk eigen moeten maken wat er eerder over jouw onderwerp is gezegd en geschreven. Je begeleider zal je hier ongetwijfeld bij willen helpen. Het is uitermate belangrijk hierbij bibliografische hulpmiddelen te gebruiken, die je allemaal kunt vinden in de universiteitsbibliotheek, te beginnen met de daar aanwezige computerterminals. Op de site van de universiteitsbibliotheek zijn een aantal pagina's gewijd aan zoeken op vakgebied, die een groot aantal aanknopingspunten bieden, zoals UBU: Geesteswetenschappen http://bibe.library.uu.nl/zoek/biblio/index.html. De startpagina van de bibliotheek bevat daarnaast toegang tot een verzameling elektronische tijdschriften, en tot de algemene catalogus van de UB. Onder "digitale bestanden" vind je nog een lijst andere zoekmogelijkheden, waaronder NCC/Picarta, die heel academisch Nederland bestrijkt; bij die laatste kun je vaak niet alleen boeken maar ook artikelen over een bepaald onderwerp vinden. Specifiek voor Engels zijn er een aantal bibliografieën opgenomen, die je ook weer verder kunnen helpen informatie over een bepaald onderwerp te traceren. Je kunt ook gebruik maken van een algemene zoekmachine op het internet, zoals Google, Yahoo, of Alta Vista. Dat is een goede manier om snel aan informatie te komen. Maar besef tegelijkertijd dat internetinformatie per definitie rijp en groen (nieuw en oud, intelligent en dom, eerlijk en misleidend, volledig en gebrekkig) door elkaar is. Iedereen kan iets op het internet publiceren, terwijl materiaal dat tot wetenschappelijke boeken of tijdschriften is doorgedrongen eerst een aantal filters heeft moeten passeren: andere wetenschappers die het gelezen en goedgekeurd hebben, recensenten die het hebben aanbevolen, bibliothecarissen die het, in overleg met stafleden, hebben aangeschaft. Gebruik het internet daarom met overleg. Je BA eindwerkstuk zal mede beoordeeld worden op je gebruik van bronnen. Net als bij gedrukt materiaal geldt dat alle informatie die je aan het internet ontleent een bronvermelding behoeft, anders kan er al gauw sprake zijn van plagiaat. Neem dit niet te licht op: het citeren van bronnen in een BA eindwerkstuk dient zeer nauwkeurig te
gebeuren. Het reglement voor fraude en plagiaat kan gevonden worden op de website van het studiepunt. 5. Het produceren (schrijven) van het BA eindwerkstuk Studenten zien vaak op tegen het produceren van het BA eindwerkstuk. Dat is begrijpelijk omdat het hier gaat om iets dat je (waarschijnlijk) nog niet eerder in die vorm gedaan hebt, dat je bovendien grotendeels zelfstandig moet uitvoeren. Maar aan de andere kant: je bent er voor opgeleid, en je wordt er bij begeleid. Je hebt een gebied of thema gekozen en je ingelezen in de materie. Nu volgen een aantal essentiële stappen. a. Belangrijk en onontbeerlijk: je bedenkt en formuleert je probleemstelling. Je constateert dat op je terrein van onderzoek bestaande kennis te kort schiet, interessant werk onopgemerkt is gebleven, onbetreden paden liggen, vragen nog onbeantwoord zijn, een nieuwe invalshoek kan worden gekozen. Er zijn mogelijkheden te over. Je probeert om een bepaalde bestaande theorie toe te passen op nieuwe voorbeelden; of je vraagt je af of die theorie juist bijstelling behoeft. Je bekijkt of bepaalde vertalingen van een Engelse tekst adequaat zijn, of volgens de nieuwste inzichten in de vertaaltheorie juist heel anders zouden moeten (een betere vertaling kun jij dan voorstellen). Je vraagt je af of ideeën over een literair werk wel helemaal juist en volledig zijn, of je arbitreert tussen meerdere meningen die lijnrecht tegenover elkaar staan. Of je merkt op dat er over een bepaald aspect van een tekst of taalverschijnsel nog erg weinig geschreven is, zodat daar een lacune zit die jij kunt beginnen in te vullen. Je probleemstelling heeft de vorm van een min of meer prikkelende statement. “Iets met Virginia Woolf,” “iets met taalverwerving,” of "een doelgroep iets vragen," is niet voldoende, het moet concreter: “Het begrip feminine love uit Virginia Woolf is door Nederlandse vertalers ten onrechte systematisch vertaald met vrouwelijke liefde”; “In de tweedetaalverwerving van het Engelse klemtoonsysteem door Nederlanders is extrametriciteit gemakkelijker af te leren dan lettergreepzwaarte”; "De stijl van Tom Wolfe's New Journalism is in Nederland terug te vinden in het werk van X," etc. b. Je hebt nu je probleemstelling geformuleerd (het “wat?”), en toegelicht aan de hand van een kader waarin die geldt (het “waarom?”). Nu komt het formuleren van een plan van aanpak (het “hoe?”). Een belangrijk onderdeel daarvan is de planning van de structuur van het BA eindwerkstuk, b.v. van de hoofdstukverdeling. Ga bijvoorbeeld na of de beste ordening van je betoog chronologisch of thematisch is. In het eerste deel van je BA eindwerkstuk zal gewoonlijk aandacht worden besteed aan het uitleggen van je methodiek (zoals vertaalkritiek op basis van metafooranalyse), en een verantwoording van je keuze van teksten of voorbeelden. Het tweede deel zal meer een verslag zijn van je eigen bevindingen. De formulering van het wat, het waarom, en het hoe vormt de kern van wat het inleidende hoofdstuk van je toekomstige BA eindwerkstuk gaat worden. Indien je deze belangrijke zaken, samen met een tijdpad, al kunt opnemen in het plan dat je aan het begin van de BA eindwerkstukmodule aan je begeleider voorlegt, ben je al een heel eind op de goede weg. c. De van te voren uitgewerkte structuur van het BA eindwerkstuk bepaalt voor een groot deel je verdere werkzaamheden. Je kunt elk onderdeel (“hoofdstuk”) apart aanpakken en uitwerken. Je hoeft daarbij in de tijd niet per se de volgorde van je BA eindwerkstuk aan te houden, maar dat is wel een handige werkwijze die houvast geeft. Elk hoofdstuk heeft, in het klein, dezelfde structuur als de koepelstructuur van het BA eindwerkstuk als geheel, met inleiding, argumenterend gedeelte, en conclusie. Het gehele BA eindwerkstuk kent daarnaast een inhoudsopgave, en een bibliografie. Je geeft nu structuur - “wat volgt precies op wat” - aan het middengedeelte. Probeer een balans te vinden tussen het opnemen van precies de essentiële punten, en het weglaten van overmatig veel detail en redundante informatie. Bedenk dat alles wat je zegt en schrijft in het licht moet staan van je probleemstelling: voor elk onderdeel dat je opneemt moet je de vraag kunnen
beantwoorden wat dat onderdeel bijdraagt aan je betoog (een vuistregel: als je die vraag niet kunt beantwoorden, laat dat deel dan weg). In de conclusies koppel je de gegevens van de afzonderlijke hoofdstukken aan de probleemstelling. Wees niet bang voor herhalingen, daar zijn de conclusies juist voor bedoeld. (Sterker nog: lezers van producten zoals deze nemen vaak het eerst kennis van de conclusies, hoewel die voor je eigen gevoel aan het eind komen). De conclusies zijn niet de plek om met nieuwe gegevens te komen. Maar geneer je ook niet om hier je eigen werk te evalueren, te speculeren over verdere relevantie van je resultaten, en suggesties te doen voor een vervolg (bijvoorbeeld door andere studenten). d. Wees je bewust van het feit dat je voor een lezer, of voor een groep lezers schrijft: je hebt een publiek. Je schrijfstijl (“register”), en gedeeltelijk zelfs de inhoud van je BA eindwerkstuk, zullen daarvan afhangen. Een heel gebruikelijk, vaak impliciet, publiek waarvoor je kunt schrijven, is dat van “de geïnteresseerde medestudent.” Als je zo'n keuze gemaakt hebt, is het gemakkelijker bij jezelf al schrijvend en werkend na te gaan welke informatie je moet geven, en hoe je die overbrengt. Andere keuzes zijn natuurlijk mogelijk, en niet minder valide: een vakspecialist (bijv.: een imaginair lid van je toekomstige MA toelatingscommissie); of juist (hoewel moeilijk): een “geïnteresseerde leek.” Maak een keus, en wees vervolgens zo consequent mogelijk in je stijl.