Het chemische brein: antwoorden bij de lesbladen
Inleiding Beste leerkracht, De voornaamste doelstellingen van de les over het chemische brein, zijn: De leerlingen -
kunnen omschrijven wat hormonen en neurotransmitters zijn en enkele voorbeelden geven kunnen aantonen hoe alomtegenwoordig de impact van hormonen en neurotransmitters is op ons functioneren nemen een kritische houding aan tegenover opvattingen in verband met man-vrouw verschillen kunnen uitleggen wat de relatie tussen verslaving en geheugen is kunnen omschrijven waar FAS voor staat kunnen uitleggen wat het ‘beloningscentrum’ in de hersenen is denken na over toekomstige ontwikkelingen op technologisch vlak, de wenselijkheid ervan, mogelijke voor- en nadelen oefenen zich in het formuleren van een eigen mening en deze onderbouwen met argumenten
1
Het chemische brein: antwoorden bij de lesbladen
Het chemische brein 1. “Het zijn de hormonen” 1.1.
Inleiding
Vaak wordt gezegd dat we “last hebben van onze hormonen”, maar weet je eigenlijk wat hormonen zijn en wat ze doen? De leerlingen zullen misschien in de eerste plaats denken aan de geslachtshormonen die in de geslachtsklieren worden geproduceerd. (Bij de man maakt de teelbal testosteron aan, oestrogeen en progesteron zijn eierstok-hormonen.) Hormonen worden dus op een bepaalde plek aangemaakt, en dan vervoerd naar een andere plaats in het lichaam waar ze een effect uitoefenen. Ze staan met andere woorden in voor de communicatie tussen organen. Hormonen en neurotransmitters hebben enorm veel invloed op ons leven: zo kunnen ze invloed hebben op onze stemming, op ons gewicht, de spijsvertering, de voortplanting, enz. Belangrijk is hier dat de leerlingen inzien dat een hele reeks hormonen en neurotransmitters ons doen en laten sturen. Ze dienen te weten dat ook de hersenen een deel van de hormonen die organen en klieren beïnvloeden produceren. En dat de hersenen aan de andere kant ook reageren op hormonen die elders in het lichaam geproduceerd zijn1. Oefening: juist of fout? 1) Zowel mannen als vrouwen produceren het hormoon testosteron. Juist - Testosteron is een geslachtshormoon. Vele diersoorten produceren testosteron, maar bij vrouwelijke dieren is de hoeveelheid testosteron aanzienlijk lager dan bij mannelijke dieren. Bij mannen èn vrouwen zorgt het voor het libido. Testosteron zorgt ook bij vrouwen voor de groei van schaamhaar tijdens de puberteit.2 2) Oxytocine is het hormoon dat de weeën veroorzaakt tijdens het baren. Juist - Oxytocine is een hormoon dat amper een drietal minuten actief blijft als het in het bloed terechtkomt. Het brengt de weeën op gang tijdens het baren, maar ook het mechanisme van het orgasme, bij mannen én vrouwen. Daarnaast heeft het echter ook nog interessante effecten op gedrag. Samengevat komen deze er op neer dat het de toenadering tussen twee zoogdieren makkelijker maakt. Bij mensen betekent dit vooral dat het wantrouwen tegenover de andere persoon afneemt, zo blijkt uit onderzoek.3 3) Oxytocine wordt ook het ‘knuffelhormoon’ genoemd. Juist - Omdat oxytocine onder meer een belangrijke rol speelt bij de hechting van moeder en kind, wordt het ook wel het ‘knuffelhormoon’ genoemd. 1
http://nl.wikipedia.org http://nl.wikipedia.org/wiki/Testosteron 3 http://www.kennislink.nl/publicaties/hormonaal-vertrouwen-door-oxytocine 2
2
Het chemische brein: antwoorden bij de lesbladen
3
4) De aanmaak van de hormonen oestrogeen en progesteron blijft gedurende het hele leven van de vrouw stabiel. Fout - Deze hormonen zijn betrokken bij de ovulatiecyclus en schommelen doorheen de maand. En naarmate een vrouw ouder wordt, slinkt de voorraad eitjes in haar eierstokken en begint ook de aanmaak van de hormonen oestrogeen en progesteron onregelmatigheden te vertonen om vervolgens af te nemen4. 5) Hormonale afwijkingen als diabetes, schildklierproblemen of problemen met de bijnieren kunnen hun weerslag hebben op het seksleven. Juist - Alle ziektes die de hormonenhuishouding ontregelen, kunnen het seksleven beïnvloeden. De meeste hormonen staan onderling in relatie met elkaar. Als het evenwicht verstoord is, is dat vaak te voelen in het seksleven. Schommelingen in hormonen kunnen bijvoorbeeld zorgen voor een laag libido. Oplossing woordenzoeker D K Q I B S M G S F S R F O H E Y R F L Y T R K W M O I I O P F L E N K T L T X N T D O P A M I N L N M D K L C O I C R D O E V N J E Q H M X E E N J C I R S B A E L L H A U L C Y O N F Y I S T E O G A N J E U W L S E T C Y D M D I X A N F W E K R V D
V D F E D P E S A U V S R C A F R T
U S C R O G U N K R Q E T V O N I Y
W B F N R C T S F G C D M A G J T B
X F L A F W A D P I E C K W M P Q K
K B M F L D N I N N U E L H I F C K O M X V Y L T E O F C I I C N L E
J R Y T E X A M S C L B M S N J V E
Serotonine is een neurotransmitter die is betrokken bij stemming, zelfvertrouwen, slaap, emotie, seksuele activiteit en eetlust. Het speelt ook een rol bij de verwerking van pijnprikkels. Adrenaline is een hormoon én een neurotransmitter. Deze komt in grote hoeveelheden vrij bij angst en stress, maar ook bij woede, kou, hitte, pijn en fysieke arbeid. Afgezien van een adrenalineverslaving, is het in veel van deze gevallen goed dat de stof wordt aangemaakt omdat het de alertheid verhoogt en meer energie geeft . Het vrijkomen van adrenaline maakt ook deel uit van de vecht- of vluchtreactie. Acetylcholine (vaak afgekort tot ACh) is een neurotransmitter, die vooral betrokken is bij de impulsoverdracht van de zenuw naar de skeletspiercellen.oxytocine 4
http://www.goedgevoel.be/gg/nl/213/Hormonen/article/detail/679653/2009/03/01/Word-je-hormonen-de-baas3-menopauze.dhtml
Het chemische brein: antwoorden bij de lesbladen Dopamine is een verbinding die fungeert als neurotransmitter (en soms als hormoon) op verschillende plaatsen in het lichaam. Het speelt een grote rol bij het ervaren van genot, blijdschap en welzijn. In de hersenen zijn zenuwbanen aanwezig die gevoelig zijn voor deze transmitter zoals de voorhoofdskwab en de basale ganglia. Endorfines zijn lichaamseigen stoffen, die als neurotransmitter fungeren. Endorfines werken in de eerste plaats pijnonderdrukkend, maar zorgen ook voor een gevoel van geluk of euforie, zoals de 'runners high' bij sporters. De roesachtige toestand die kan ontstaan na een fysieke inspanning wordt gedeeltelijk veroorzaakt door het vrijkomen van endorfine. Opium en heroïne werken op dezelfde receptoren in als endorfine. De smaakervaring bij suikers, vetten en ook chocolade produceert endorfine in het lichaam. Histamine is een biochemische stof die betrokken is bij verscheidene fysiologische processen. De stof speelt een rol in het maag-darmkanaal, fungeert als neurotransmitter in het centrale zenuwstelsel en heeft een functie in het afweersysteem. Histamine reguleert onder andere de slaapprocessen. Het is bekend dat bepaalde antihistaminica (stoffen die de werking van histamine tegengaan) een kalmerende werking hebben. Histamine leidt er toe dat men zeer waakzaam, alert en wakker is bepaalde situaties. 1.2. “Moet kunnen”? Kennis van de werking van onze hormonen en neurotransmitters zorgt ervoor dat artsen vaker kunnen ingegrijpen bij verstoring. Het is goed dat de leerlingen even stilstaan bij de vraag hoever we hier in willen gaan en welke gevaren daar eventueel aan verbonden zijn. Zij formuleren zelf hun mening over het fenomeen van bodybuilding en het verhaal van Thomas Beatie. 1.3.
Verschillen mannen en vrouwen van elkaar?
Zijn vrouwen volgens jou wispelturiger dan mannen? De stemming van mannen kan van uur tot uur wisselen, net zo als dat bij vrouwen het geval kan zijn. Hoe weten we dat? Psychologen hebben hier onderzoek naar gedaan. Wat bleek? Wanneer aan mannen en vrouwen een pieper meegegeven werd en hen gevraagd werd om steeds wanneer er een piep kwam, hun stemming te noteren, dan vertoonden de notities van mannen en vrouwen dezelfde variaties5. Het is wel zo, dat stemmingsstoornissen als depressie en angstaanvallen vaker voorkomen bij vrouwen. Vraag aan de leerlingen om voorbeelden te geven van geslachtsverschillen: ‘vrouwen kunnen geen kaart lezen’, ‘mannen vragen nooit de weg’, ‘vrouwen zijn emotioneler’, ‘vrouwen praten meer’, ‘mannen hebben meer gevoel voor humor’, ‘jongens zijn beter in wiskunde’, enz. Het is belangrijk dat leerlingen inzien dat de verschillen vaak overdreven worden, soms doodgewoon verzonnen zijn.
5
Aamodt S. & Wang S. Het geheim van je brein. Kosmos Uitgevers, Utrecht/Antwerpen, p.239.
4
Het chemische brein: antwoorden bij de lesbladen 2. Verslaving 2.1.
Verslaving en geheugen
2.2.
Het beloningssysteem in de hersenen: drugs, eten, seks en andere geneugten
2.3.
Verslaving, een ziekte?
Stelling: “Verslaving is een teken van gebrek aan wilskracht.” Nieuwe inzichten uit onderzoek rechtvaardigen de conclusie dat verslaving een hersenaandoening kan zijn6. Deze conclusie heeft verstrekkende maatschappelijke gevolgen. Sommige mensen blijken kwetsbaarder te zijn voor verslaving dan anderen. Diegenen die niet van de drank of drugs kunnen af blijven worden dan niet meer beschouwd als zwak of mislukkelingen, maar als ziek. Laat de leerlingen even nadenken over de gevolgen van nieuwe methodes van behandeling, van het ontwikkelen van geneesmiddelen tegen verslaving. Zal men op die manier beter aan preventie kunnen doen? Wat met de invloed van omgevingsfactoren?
6
http://www.kennislink.nl/publicaties/genotmiddelen-in-de-hersenen
5