Antwoorden bij de Natuurkennisquiz 2009 1. Ringmus Het juiste antwoord is C: Hij heeft een wit ringetje in de nek en een zwart vlekje op zijn wang De Ringmus is een andere vogelsoort dan de huismus. De Ringmus houdt meer van het leven op stand, hij houdt van de ruimte van het platteland, terwijl de Huismus meer van de stad houdt. Hij nestelt in een vogelnestkast (met iets grotere opening dan een koolmeeskast) of in een holte in een boom. Het liefst in de buurt van andere ringmussen, maar wel met een paar meter afstand ertussen, op stand, zeg maar. De Huismus houdt meer van een rijtjeswoning en gebruikt bij voorkeur een nestkast die een paar tussenschotten heeft. Het is een vogel die geniet van het samen zitten in de zon, lekker tegen je partner aan. Zich vooral niet te druk maakt en veel tjilpt naar zijn soortgenoten.
2. Reekalf Het juiste antwoord is A: Kinderen: In het bos, maar raak hem niet aan, want dan krijgt hij jouw lucht en dan kunnen roofdieren hem vinden! Volwassenen: Niet aankomen, anders laat je een geur achter! Zo’n reekalfje kom je maar zelden tegen. De moeder laat het kalfje overdag achter op een beschutte plek als ze gaat eten. Jonge reekalfjes hebben nog geen eigen lucht bij zich, waardoor ze niet gemakkelijk te vinden zijn door vossen. Op het moment dat je als mens zo’n diertje aan zou raken, draag je de mensenlucht over op hem en loopt hij een groot gevaar nu wel door de vos opgemerkt te worden, mensen laten vaak van alles aan lekkers achter in het bos dus daar moet je als vos naar toe. Het reekalfje maakt zich zo klein mogelijk en drukt zich tegen de grond als er onraad is, hij zal niet snel vluchten. Ik struikelde er dan ook bijna over, zonder dat ik iets had zien bewegen. De moeder kan uren wegblijven en het kalfje blijft dan onbeweeglijk liggen, maar de moeder komt altijd terug en dan is het etenstijd voor de kleine, dan mag ze melk drinken bij haar. Het kalfje heeft de grootste kans om te overleven als je het dus zo snel mogelijk met rust laat.
3. Wolfsspin
Het juiste antwoord is D: Kinderen: Haar eieren hangen als een balletje onder haar buik. Volwassenen: Jaagt lopend achter haar prooi aan. Er zijn veel soorten spinnen, de wolfsspin is er een van. Veel mensen zijn bang voor spinnen, maar eigenlijk is daar geen reden voor. Ze bijten niet en ruimen veel vliegen en muggen op.Zoals je ziet, zorgt deze moederspin goed voor haar jongen. Zij draagt ze met zich mee in een gesponnen balletje onder haar lijf. Het zit niet aan haar lijf vast en ze kan het balletje dus even achter laten als dat nodig is, om het even later weer op te halen. Andere spinnen maken een coconnetje waar ze hun eitjes achter laten. Iedere soort spin maakt ook een eigen web. Deze spin maakt geen web, maar rent achter zijn prooi aan. Alle spinnen zijn vleeseters.
4. Naaktslak Het juiste antwoord is D: Naaktslakken zijn alle twee zowel man als vrouw. Een naaktslak heeft geen huisje. Hij is dus wat minder beschermd. Een naaktslak heeft altijd een wat vochtige huid. Hij kan dus niet tegen de zon en vooral ’s avonds en ’s nachts is hij actief. Je zal hem nooit zien zonnebaden. Hij zit overdag het liefst in een donkere, vochtige omgeving. Alle slakken zijn zowel mannetje als vrouwtje. Als ze elkaar tegen komen, bevruchten ze elkaar.
IVN-afdeling Oisterwijk e.o.
Bibliotheken MiddenBrabant
5. Lepelaar Het juiste antwoord is B: Het jong bedelt om eten Als je kijkt naar zijn snavel, dan snap je waarom hij zo heet. Deze snavel is precies aangepast om zijn favoriete voedsel te pakken te krijgen. Hij lust kleine visjes en het liefst eet hij het driedoornig stekelbaarsje. Het lijkt me niet gemakkelijk om met zo’n snavel je veren te poetsen. Een volwassen Lepelaar heeft een geel randje aan zijn snavel. Op de foto zie je dus een jong die aan het bedelen is om voedsel. Jongen moeten natuurlijk de tijd hebben om ook te leren hoe ze visjes moeten vangen. Als je dat nog niet zo behendig kunt als je ouders, dan stoppen je ouders je wat toe, tot je het trucje zelf onder de knie hebt.
6. Bever
Het juiste antwoord is A: Kinderen: Planten en bast van bomen Volwassenen: Burcht De bever is het grootste knaagdier van Europa. Hij kan wel 1.25m lang worden! Alleen zijn platte staart is al zo’n 30 cm. Ze hebben zwemvliezen tussen de tenen, niet voor niets natuurlijk, het is een echt waterdier. Ze maken een groot hol, dit wordt een burcht genoemd. De ingang hiervan ligt onder water en dan graven ze weer omhoog totdat ze een droog plekje hebben. Daar kan geen roofdier bij. Bovenop de burcht leggen ze veel takken.De bever is vooral bekend door het bouwen van dammen. Om die dammen te bouwen, knaagt hij bomen om met zijn voortanden. De tanden zijn aan de voorkant oranje omdat er een extra beschermlaagje op zit wat oranje kleurt. Voortanden blijven doorgroeien, anders zouden ze veel te snel versleten zijn. In Nederland was hij uitgestorven, omdat hij bejaagd werd. Nu zijn er op verschillende plaatsen weer bevers uitgezet en gaat het redelijk met hem. De bever is een planteneter, in de zomer eet hij blaadjes, in de winter eet hij vooral het laagje net onder de bast van verschillende boomsoorten. Naaldbomen vindt hij niet lekker. De bever is de beschermingssoort van de gemeente ’s-Hertogenbosch Countdown 2010. Zie ook www.biodiversiteitbrabant.nl
7. Steenuil Het juiste antwoord is C: Hij woont tussen de stenen Dit is het kleinste uiltje van Nederland. Hij komt vooral langs de rivieren voor. Hij eet wel muizen, maar vooral kevers en regenwormen. Het liefst brengt hij zijn jongen groot met meikevers. De plekken waar hij zijn eten kan vinden is dus op het platteland, vooral in de buurt van fruitbomen of wilgen. Vroeger broedde hij onder dakpannen van vervallen schuurtjes. Deze schuurtjes worden steeds meer opgeruimd en nu broedt hij vooral in nestkasten. Hier zijn veel vrijwilligers voor nodig. Er moeten nestkasten getimmerd worden en er moet een keer gecontroleerd worden of hij aan het broeden is en of de jongen uitgevlogen zijn. De steenuil is de beschermingssoort van de gemeente St Oedenrode Countdown 2010. Zie ook www.biodiversiteitbrabant.nl
IVN-afdeling Oisterwijk e.o.
Bibliotheken MiddenBrabant
8. Oranje zandoogje Het juiste antwoord is B: Kinderen: Honing uit de bloemen Volwassenen: Met de donkere geurstrepen op de vleugels Het oranje zandoogje behoort tot de familie van de zandoogjes. Deze familie is herkenbaar aan het duidelijke “oogje” (het witte met zwartomlijnde vlekjes) op de bovenvleugels van de vlinder. Ook vliegen ze wat “onrustig” : ze vliegen eigenlijk nooit rechtdoor maar altijd wat op en neer. Het oranje zandoogje kom je tegen op bloemrijke plekken met struiken, vaak in de buurt van bossen. Ze vliegen van juli tot begin september. Het vrouwtje legt haar eitjes op gras. De eitjes komen na ongeveer drie weken uit en de rupsjes eten dan tot begin oktober. Dan kruipen ze onder de grond om te overwinteren. In het volgend voorjaar gaan ze door met eten en verpoppen zich in juni. In juli komt de vlinder uit en leeft ongeveer drie weken Op de foto staat een mannetje. Hij is herkenbaar aan de donkere ‘geurstreep’ op zijn voorvleugel, die hij gebruikt om vrouwtjes te lokken. De vlinder is de beschermingssoort van de gemeente Haaren Countdown 2010. Zie ook www.biodiversiteitbrabant.nl
9. Grutto
Het juiste antwoord is C: Prins van de weidevogels. Vroeger kwam hij heel veel voor, tegenwoordig gaat het heel slecht met hem. Het is een statige vogel, het mannetje iets roder-bruin gekleurd dan het vrouwtje. Ze broeden pas laat, in juni. Ze willen hun eieren alleen in hoog gras leggen, zodat ze zelf erg verborgen zitten. Het probleem is dat de boer tegen die tijd het gras gaat maaien en het nest verloren gaat. Er zijn veel boeren die bereid zijn om een stuk gras te laten staan voor het broedsel, maar dan moet je wel weten waar het nest ligt. Hier helpen weidevogelbeschermers aan mee. Het Brabants Landschap is de coördinator van de weidevogelwerkgroepen. De grutto is de beschermingssoort van de gemeente Vught Countdown 2010. Zie ook www.biodiversiteitbrabant.nl
10. Eekhoorn
Het juiste antwoord is B: Kinderen: Skatend Volwassenen: Zowel in bomen als holtes Iedereen kent de eekhoorn. Het prachtige diertje met de pluimstaart. Vaak zie je hem afgebeeld met een dennenappel, maar het is ook een vleeseter. Hij kan heel gemakkelijk bij de vogelnestjes komen en lust ook wel een jong vogeltje. Alleen de opening in nestkasjes is vaak te klein voor hem. Die vogels zitten dus veel veiliger. Er zijn rechts- en linkshandige eekhoorns. Ze eten alleen de zaden uit de dennenappels en bijten de uitsteeksels eraf. Ze doen dit spiraalsgewijs. Een eekhoorn bouwt zelf zijn nest in de vork van een boom, met voorkeur voor een dennenboom. Zijn nest is een rond kommetje waar je niet doorheen kunt kijken. Hij bouwt ook een paar speelnesten in de buurt. Soms broedt hij in een holle boom. Hij verplaatst zich tussen bomen door er naar toe te springen. De bomen moeten dan niet te ver van elkaar af staan.
De eekhoorn is de beschermingssoort van de gemeente Oisterwijk Countdown 2010. Zie ook www.biodiversiteitbrabant.nl
IVN-afdeling Oisterwijk e.o.
Bibliotheken MiddenBrabant
11. Roodborst Het juiste antwoord is A: Hij is nog jong De Roodborst is het meest bekende vogeltje. In de winter komt hij heel dichtbij je en houdt hij goed in de gaten of je de grond om gaat woelen, zodat hij de wormen kan pakken. Mijn bijnaampje voor hem is de inspecteur. Je zou denken dat het steeds hetzelfde roodborstje is in je tuin, maar dat is niet zo. De roodborsten die in het voorjaar broeden, trekken in de winter richting Spanje en die uit Scandinavië komen dan in Nederland. Het mannetje en vrouwtje zien er hetzelfde uit en ze zingen ook allebei. De roodborsten hebben er zelf moeite mee wie wie nu is. Het vrouwtje gaat heel zachtjes zingen en stelt zich onderdanig op. Het mannetje wil zijn territorium verdedigen en is geneigd iedere indringer te verjagen. Het duurt dan even voordat hij door heeft dat hij met een vrouwtje van doen heeft. Een jonge Roodborst heeft nog geen rode borst, let maar eens op in het voorjaar of je dat ziet. Rood is meestal de kleur van agressie en dan zouden de roodborsten er helemaal niet meer uitkomen wie nu wat is. Ook valt hij minder op voor dieren die wel een roodborstje lusten. Aan het eind van het voorjaar is zijn borst al wat roder.
12. Kokerjuffer Het juiste antwoord is C: Kokerjuffer in zijn/haar huisje Als je geluk hebt zie je kleine takjes over de bodem van een sloot kruipen en als je goed kijkt zie je aan de voorkant een klein soort rupsenkopje en een paar pootjes zitten. Het huisje van dit dier is gemaakt uit materiaal, dat in de sloot te vinden is. De Nederlandse naam is kokerjuffer. Het zijn larven van vliegende insecten, schietmotten. Ze zijn verwant aan vlinders. Er zijn veel verschillende soorten die dan ook ieder hun specifieke huisje bouwen. De larven van de meeste schietmotten zitten in een koker, waar ze niet vrijwillig uitkomen. Het dier trekt zich helemaal terug in de koker, wanneer er gevaar dreigt. Ze maken hun eigen koker zelf en beginnen met het spinnen van de kokerbasis. De spinklier is goed ontwikkeld en de larve scheidt hiermee een stof af die in het water snel hard wordt, maar wel elastisch blijft. Met de poten en de mond maakt ze hier het begin van de koker mee, zodat zo snel mogelijk haar weke lijf beschermd is. De larve bouwt de koker steeds verder uit en dat moet ook wel, want het dier vervelt en wordt steeds groter. De uitbouw is altijd aan de voorkant. Het materiaal waarvan de koker gebouwd wordt, kan van alles zijn: stukjes riet, bladstukjes, dennennaalden, zandkorrels, stukjes tak, stukjes van lege slakkenhuisjes, mosselschelpjes enz. De dieren die in snelstromende wateren voorkomen, hebben de gewoonte om zwaarder materiaal te gebruiken dan de soorten die langzaam stromend of stilstaand water bewonen. Deze insecten zijn planteneters. Ze eten afgevallen blad en algen, dus het zijn opruimers. Ademhalen doen ze met tracheekieuwen, die aan het achterlijf of aan de zijkanten zitten, afhankelijk van de soort. Nadat de larve enkele malen (vijf tot zes keer) verveld is, gaat de nu volgroeide larve op een stil plekje onder water verpoppen. Na twee tot drie weken komt de pop eruit, klimt of zwemt naar boven en pas boven water scheurt de pophuid open en komt het imago (volwassen dier), de schietmot eruit, want kokerjuffers zijn larven van schietmotten. Het volwassen dier lijkt nog het meest op een kleine vlindermot.
IVN-afdeling Oisterwijk e.o.
Bibliotheken MiddenBrabant
13. Bruine kikker Het juiste antwoord is D: Een bruine kikker Het klinkt in het begin maar lastig dat bruine kikkers in zoveel kleuren voor kunnen komen. Ze kunnen rood, beige, bruin en zelf wat groenig zijn. Groene kikkers hebben altijd wat groen in hun lijf, dat maakt het gemakkelijker. Bruine kikkers hebben altijd een bruin ‘masker’ onder hun oog, de groene kikker heeft dit niet, daar zie je soms een rondje, dat is zijn oor. Bruine kikkers zoeken al in februari en maart het water op om hun eitjes af te zetten, het bekende kikkerdril. Kikkers vallen onder de amfibieën, die zijn allemaal bij de wet beschermd. Het is dus verboden om kikkers op te pakken of mee te nemen. Als je een vijvertje in je tuin aan legt, komen daar vanzelf kikkers en padden in. Als je er vissen in doet, eten de vissen de jonge kikkervisjes op.
14. Vleesvlieg
Het juiste antwoord is A: Een zuigbuis Een veelvoorkomende en opvallend gekleurde vlieg. Het dier heeft een mooie groene, soms groengoudachtige kleur, en is daardoor goed herkenbaar. De vleesvlieg bezoekt bloemen om de nectar, maar is ook te vinden bij dode dieren: het legt daar eitjes waar maden uit te voorschijn komen. Een groene vleesvlieg die per ongeluk in huis komt, probeert weg te komen, dit in tegenstelling tot de huisvlieg.De zintuigen van de vlieg bevinden zich op de kop. Twee korte voelsprieten worden gebruikt om te ruiken. Ze kunnen zien met twee facetogen. De facetogen zijn samengesteld uit meer dan 4.000 aparte ogen. Daarmee kan de vlieg tienmaal zo snel zien als de mens, daarom is hij zo snel weg als wij hem willen dood slaan.De vlieg krijgt zijn voedsel met behulp van een stamperachtige zuigbuis, deze bevat een zuig- en een speekselgang. De vlieg kan alleen maar vloeibaar voedsel opnemen. Hij maakt het voedsel zacht door er eerst speeksel op te laten lopen. Als het zacht is kan de vlieg dit met het zuigbuisje naar binnen zuigen.
15. Vos
Het juiste antwoord is C: Kinderen: Slim! Volwassenen: Rekel De vos staat bekend als slim. Hij graaft een hol, het vossenhol. Hierin brengt hij zijn jongen groot. Er zijn voor- en tegenstanders van de vos. Boeren, jagers en burgers hebben allemaal wel een mening over dit dier, dat altijd al een gewilde diersoort is voor sprookjes, legendes en sages. Het liefst pakt hij prooien die gemakkelijk zijn, vooral muizen, maar ook egels en regenwormen. Kippen staan ook op het menu, maar daar moet hij wel veel moeite voor doen. Ook eet hij bramen en bosbessen. Als er veel voedsel is krijgt hij meer jongen, als er weinig voedsel is, kan hij zelfs een jaar overslaan om jongen te krijgen. Een vrouwtjesvos heet een moer, een mannetje een rekel. Hij jaagt het liefst overdag, maar in gebieden waar veel op hem gejaagd wordt, is hij bang en voorzichtig en jaagt hij ’s nachts.
Samenstellers: Sietske van Maren en Walter Tuerlings (
[email protected])
IVN-afdeling Oisterwijk e.o.
Bibliotheken MiddenBrabant