Begeleiden voortplanting gezelschapsdieren
Antwoorden Vruchtbaarheid bij gezelschapsdieren
Ilse Sprenger Bregje Swamenberg Jos van Gilst Han Smeets Jan Oosterwijk
eerste druk, 2002
Artikelcode: 23010.2 & 23010.1
2002 Ontwikkelcentrum, Ede, Nederland
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, hetzij mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van het Ontwikkelcentrum.
2
❑ VRUCHTBAARHEID BIJ GEZELSCHAPSDIEREN
1
Vragen 1.1
a b c d e
Vragen 1.2
a
b c d
e
Vragen 1.3
a b c d e f
Vragen 1.4
a
b
c
❑ BRONST EN PARING
Bronst en paring
Fretten zijn een lange periode loops en hebben bovendien een ovulatie bij dekking (zie bijlage). Voorjaar - lengte draagtijd/broedduur = paarseizoen. Schaap, geit. Geboorte in februari tot mei - draagtijd van 5 maanden = paarseizoen van september tot november. Knaagdieren, konijnen, varkens, runderen in mindere mate. Een drachtig dier laat geen bronstverschijnselen zien. De eerstvolgende mogelijke bronst na dekking is dus een controlemiddel. Wordt het dier op dat tijdstip bronstig, dan is het niet drachtig. 12 april + 16 dagen = 28 april. Een mannelijk dier bij een vrouwelijk dier brengen om te controleren of het vrouwtje bronstig is. Het beste zet je de dieren 35 dagen bij elkaar. Dan is er zeker een volledige bronstcyclus voorbij gegaan en dus ook een vruchtbare periode. Chinchilla’s laten niet gemakkelijk zien wanneer ze optimaal vruchtbaar zijn. Gokken op de 1,5 uur durende vruchtbare periode is dus niet verstandig. Juiste omgevingsfactoren, zorgen voor een partner, zorgen voor nestgelegenheid. Vaak erg aanhankelijk, reageren sterker op soortgenoten, meer geluid produceren dan normaal, gaan zwerven op zoek naar soortgenoten. Opgezwollen, iets roder geslachtsorgaan, slijmvorming. Vergroting van rugkam, keelwam, opgezet geslachtsorgaan, kleurverandering. Paringsritueel om partner over te halen tot paring. Watervogels. Seksueel gedrag gestimuleerd, aanval- en vluchtgedrag onderdrukt. Katten leven in het wild ook individueel en gaan dus zelf op zoek naar soortgenoten wanneer ze bronstig worden. Ze vertonen dus in eerste instantie bronstgedrag zonder soortgenoten gezien te hebben. Vaak vertonen katten dit bronstgedrag ook aan de eigenaar. Geiten laten pas zien dat ze rits zijn, als er een bok in de buurt is. Dit komt voort uit het kuddegedrag van geiten. Alleen als er een bok voorhanden is, heeft het nut om bronstgedrag te vertonen. Schapen hebben een dracht van vijf maanden. Willen ze in het voorjaar jongen krijgen, dan moeten ze dus bronstig worden in het najaar. Kippen broeden drie weken, zodra de dagen gaan lengen, gaan ze eieren leggen. In het voorjaar komen de kuikens dan uit. Wanneer een dier een energietekort dreigt te krijgen, worden alle activiteiten die niet direct noodzakelijk zijn voor zelfbehoud uitgeschakeld. Alle energie wordt gestoken in de spijsvertering, het op temperatuur houden van het lichaam en dergelijke. Pas als de eerste levensfuncties optimaal functioneren, gaat een dier eventueel over tot voortplanting.
3
d
e
Vragen 1.5
a b c d e f g
Vragen 1.6
a b c d
e
Vragen 1.7
a
b c d
Vragen 1.8
a b c d e
4
Koeien die het hele jaar op stal staan, zullen gemakkelijker buiten het natuurlijke seizoen drachtig raken, omdat ze de daglengte, lichtintensiteit en temperatuur die buiten heerst niet ervaren. Evengoed zal er een geboortepiek in het voorjaar blijven. Nee, dit is sterk afhankelijk van de diersoort. Sommige dieren paren juist als het kouder wordt, bijvoorbeeld de geit en het schaap. Eigen mening. Opvoeren van het voerniveau om dieren een extra energiestoot te geven. Dat kan een grotere worp tot gevolg hebben. Kunstmatig opwekken van bronst. Bronsthormoon oestrogeen. Zoveel mogelijk dieren gelijktijdig bronstig laten worden. Het drachtigheidshormoon progesteron. In de commerciële veehouderij, om bijvoorbeeld het hele jaar door slachtlammeren, melk of eieren te kunnen leveren. Bij broodfokkers die zo veel mogelijk jonge dieren per jaar willen produceren. Bij topdieren die wegens leeftijd of gezondheid moeilijk bronstig worden. Zodra het voor de eerste keer vruchtbaar is. Zodra het voor de eerste keer verantwoord is om het dier te laten dekken, het dier moet dan volgroeid zijn. Het kan wel vanaf de geslachtsrijpe leeftijd, maar het is niet verstandig. Het moederdier kan de jongen niet grootbrengen. Te lage melkgift. Het moederdier lijdt eronder doordat ze te veel energie in de jongen moet steken. Ze kan daardoor achterblijven in de groei. Vaak blijft het moederdier klein en zal niet meer volledig uitgroeien de jeugdgroei stopt voortijdig. Hiernaast kunnen zich andere gebreken voordoen, zoals botontkalking en verstoorde vruchtbaarheid. Niet zo sterk als bij vrouwelijke dieren. Een mannetjesdier dat op jeugdige leeftijd dekt, zal daar niet direct schade van ondervinden. Het is echter niet verstandig om het mannelijke dier op zeer jonge leeftijd al in een druk dekprogramma mee te laten draaien, het dier zal dan energietekort kunnen krijgen. Zorg voor fokrijpe dieren, richt de omgeving in met de juiste nestgelegenheid, nestmateriaal en een diep watergedeelte voor de dekking. Zorg voor het juiste klimaat (het best laat je de eenden alleen broeden in het voorjaar) en de juiste voeding. Bij zoogdieren. Daarin kan ze eventueel haar eieren leggen. Vrouwtjesdieren laten zich dan over het algemeen beter dekken, omdat ze dan geen drang hebben om een territorium te verdedigen. De meeste mannelijke dieren verdedigen hun territorium niet tegenover vrouwtjes. Vissen en amfibieën. Reptielen, vogels en zoogdieren. De eitjes zijn veel kwetsbaarder. Door nestbewaking, muilbroeders, verstoppen van nest onder zand, drijvend nest. Paring in water geeft met een cloaca minder resultaat dan met een penis.
❑ VRUCHTBAARHEID BIJ GEZELSCHAPSDIEREN
Vragen 1.9
f g
Een dubbele penis, komt voor bij slangen en hagedissen. Omdat dit een gevaarlijk moment is voor deze dieren. Ze zijn dan een gemakkelijke prooi voor de natuurlijke vijanden.
a
Geen dekinfecties, buitenlandse mannelijke dieren kunnen gebruikt worden, meer nakomelingen van een goed mannelijk dier dan bij natuurlijke dekking. Kans op snelle doorvererving van erfelijke afwijkingen, bij sommige diergroepen waarbij KI nog niet zo lang wordt toegepast, zijn de bevruchtingsresultaten nog kleiner als bij natuurlijke dekking. Mogelijk heel snel heel veel nakomelingen met een erfelijke afwijking. Mannelijk dier bespringt dummy waarna sperma wordt opgevangen. Het sperma wordt gecontroleerd en verdund. Eventueel ingevroren. Sperma wordt met een rietje in het vrouwelijke dier gebracht wanneer ze bronstig is.
b
c d
Vragen 1.10
a b c d
❑ BRONST EN PARING
Hierbij wordt niet alleen een mannelijke lijn sneller voortgezet, maar ook nog eens een vrouwelijke lijn. Om een superovulatie te krijgen. Anders zou er slechts een eicel vrijkomen en dan is er nog geen sprake van snellere genetische vooruitgang. Ze moeten bronstig zijn op het moment dat de embryo’s worden overgezet. Eigen mening.
5
2
Vragen 2.1
a
b
Schaap: controle bronstigheid (dekblok). Koe: controle tochtigheid, melkcontrole, rectaal onderzoek.. Kat: controle krolsheid. Paard: controle hengstigheid, scannen, rectaal onderzoek. Hond: palperen, scannen. Konijn: palperen. Geit: controle bronstigheid. Chinchilla: controle bronstigheid. Fret: controle loopsheid, eventueel palperen. Het voortplantingsproces begint dan met het zoeken van een partner, de bouw van een nest, de paring, de leg van eieren en vervolgens het uitbroeden van die eieren.
Vragen 2.2
Konijn: nestblijver, blind, kaal, totaal afhankelijk, moet ca. acht weken zijn voor afspenen, ogen na tien dagen open, komt na ongeveer twee weken voor het eerst uit het nest. Cavia: nestvlieder, ogen voor geboorte al open, helemaal compleet, wordt ook gezoogd, maar eet meteen al mee, kan al na drie weken bij het moederdier weg.
Vragen 2.3
a
b
6
Dracht en broedproces
dag 0 tochtig dag 1 bevruchting dag 4 embryo in baarmoeder dag 8 - 15 snelle ontwikkeling vrucht en vruchtvliezen dag 15 hart begint te kloppen dag 20 vruchtvliezen hechten aan baarmoederwand dag 30 vrucht is 1 cm dag 45 alle organen zijn aangelegd, embryo heet vanaf nu foetus dag 50 foetus is 6 cm (als een muis) dag 70 foetus is 10 cm, skelet en huid zijn aanwezig dag 90 foetus is 15 cm (als een rat) dag 120 foetus is 35 cm en weegt ongeveer 3 kg (als een kat) dag 140 halverwege de dracht! kalf is ongeveer 10% van het geboortegewicht dag 180 2/3 van de dracht, ongeveer 50% van de uiteindelijke lengte dag 210 3/4 van de dracht, kalf weegt de helft van het geboortegewicht dag 230 kalf is behaard en levensvatbaar dag 240 snijtanden verschijnen dag 270 van dag 230 tot 270 is een vroeggeboorte dag 210 - 280 snelle groei dag 280 geboorte: kalf is 80 tot 90 cm lang en weegt 35 tot 45 kg Rond dag 200 moet de dracht duidelijk waarneembaar zijn.
❑ VRUCHTBAARHEID BIJ GEZELSCHAPSDIEREN
Vragen 2.4
a b
Vragen 2.5
a b c d
❑ DRACHT EN BROEDPROCES
Om de dracht optimaal te laten verlopen, zonder onnodige stress of gevaarlijke situaties. Zonder de juiste nestgelegenheid zullen de meeste vogels helemaal niet tot broeden komen, en dus geen jongen krijgen. Te jong, te oud, ziek, ongeschikt voor fok (HD), geen goede huisvesting voor moeder en jongen enzovoort. Apart houden, steriliseren, castreren, de pil. Bij vogels. Door de eieren weg te halen.
7
3
Vragen 3.1
a
b
c
d e
f
Vragen 3.2
a b
c d e f g h Vragen 3.3
a
b c
8
Geboorte en geboortezorg
Door te kijken naar het natuurlijke gedrag van de wilde soortgenoot. Solitaire dieren, zoals de kat en de fret, stellen over het algemeen geen prijs op de aanwezigheid van de eigenaar. Dieren die in groepsverband leven, zoals het paard, het schaap, de geit en de hond, vinden de aanwezigheid van de eigenaar over het algemeen geen probleem en stellen het vaak zelfs op prijs. Door op een rustige plek een zo ideaal mogelijke geboorteomgeving in te richten. Maak hierbij gebruik van werpkisten, nestkastjes en dergelijke en richt deze in met voldoende nestmateriaal. Grote kans dat het dier deze plek dan zal uitkiezen als werpplek. Zorg voor een schone geboorteplek, met schoon bodemmateriaal. Maak het achterstel van het moederdier goed schoon. Was je eigen armen en handen goed en zorg voor schone, kortgeknipte nagels. Glijmiddel, ontsmettingsmiddel, middel om de ademhaling te stimuleren, schone handdoek, telefoonnummer dierenarts. Emmer warm water, glijmiddel, trektouwtjes, schone doek, ontsmettingsmiddel, schone emmer, emmer koud water of middel om ademhaling te stimuleren, schone handdoek, telefoonnummer veearts. Wees alert op onverwacht agressief gedrag, kom niet aan het moederdier wanneer dit niet noodzakelijk is. Voorbereidingsfase, ontsluitingsfase, uitdrijvingsfase, nageboortefase, (herstelfase). Voorbereidingsfase: vulva of kling zwelt op, banden verslappen, melkklieren zwellen op, veranderingen in het gedrag, daling van de lichaamstemperatuur op dag van geboorte. Ontsluitingsfase: weeën, geboortekanaal wordt wijder, snellere ademhaling. Uitdrijvingsfase: persweeën, waterblaas en vruchtblaas komen naar buiten. Nageboortefase: nageboorte wordt uitgedreven, placenta wordt opgegeten, navelstreng wordt doorgescheurd, jong neemt eerste biest op. Herstelfase: uitvloeiing, verdwijnen van zwelling en verslapping van de geslachtsorganen, soms diarree. Vruchtwater. Het jong. Bij relatief kleine jongen over het algemeen niet. Bij grote jongen is correctie vaak noodzakelijk. Eerste moedermelk. Eerste ontlasting. Opeten van te veel placenta’s. Reptielen en vogels hebben eieren met een harde schaal die op het land worden uitgebroed. Vissen en amfibieën hebben eieren zonder schaal die in het water uitkomen. Broedtemperatuur, luchtvochtigheid, ventilatie, keren. Er bestaat dan grote kans dat de ouderdieren de pasgeboren jongen opeten.
❑ VRUCHTBAARHEID BIJ GEZELSCHAPSDIEREN
Vragen 3.4
d e f
Met een eitand. Enkel door het ei nat te sproeien. Je laat de salamandereieren uitkomen in een kweekbak met water (tenzij het een levendbarende salamander is, in dat geval breng je de jongen direct over naar een kweekbak om kannibalisme te voorkomen). De larven blijven in de kweekbak totdat ze een metamorfose hebben ondergaan. Na de metamorfose worden de salamanders overgebracht naar een vijver of riparium.
a b
Ja, om in de gaten te houden of de geboorte normaal verloopt. Meestal niet. Bij grote huisdieren zoals schapen en koeien, kun je eventueel wat extra trekkracht leveren, maar ook deze dieren kunnen het vaak alleen wel af. Waarschijnlijk draagt het moederdier een dode vrucht. Wanneer de geboorte hierdoor stagneert, probeer je de afwijkende ligging onder hygiënische omstandigheden te corrigeren. Dit kan soms via manipulatie van de buik en anders via de vagina. De dierenarts waarschuwen, hij kan eventueel een oxytocine-injectie toedienen. Uit de vliezen verwijderen, navelstreng doorbreken, ademhaling en bloedsomloop op gang brengen, aan de uier leggen.
c d
e f
Vragen 3.5
a
b
Vragen 3.6
a b
c d
Vragen 3.7
a b
c d
❑ GEBOORTE EN GEBOORTEZORG
Beschrijf nauwkeurig wat je ziet aan het moederdier en geef eventueel noodzakelijke achtergrondinformatie (leeftijd moederdier bij een oud dier, abnormale verschijnselen tijdens de dracht), volg de aanwijzingen van de dierenarts nauwkeurig op, vergeet niet je adres door te geven en wacht rustig op de dierenarts. Bel de dierenarts en vertel het volgende: zevenjarige boxer, eerste nest, al anderhalf uur zwakke persweeën op derde pup, eerste twee pups geen complicaties, geef adres en wacht rustig af. Maak de navelstreng van de tweede pup ver van de buik af los. Cycliden. Ze kunnen geen gedrag van ouderdieren overnemen. Vaak leren ze daardoor niet hoe ze zich tussen soortgenoten moeten gedragen. Een eend leert bijvoorbeeld niet zwemmen. Dit verkleint de kans op uierontsteking. Het levende jong direct bij de dode moeder weghalen en de levende moeder direct bij het dode jong weghalen. Daarmee voorkom je dat er toch een band tussen het levende en het dode dier wordt opgebouwd. Het moederdier en het nieuwe jong op een neutrale plaats bij elkaar brengen. Daar hangt niet de geur van het dode dier, waardoor de overlevende afgeleid kan worden. Het jong bij de uier van het moederdier brengen. Controleren of de nageboorte goed afkomt, of de melkgift op gang komt en of ze zich weer herstelt van de geboorte. De ademhaling controleren, eventueel droogwrijven en de navelstreng verbreken, de navelstreng ontsmetten, de biestopname controleren en controleren of de darmpek afkomt. Kuikenopvang met warmtelamp. Opfokken in een kweekbak en controleren of het zelfstandig eet.
9
4
Vragen 4.1
a
b c d e f g Vragen 4.2
a b c d
Vragen 4.3
a b c d e f g h i j
Vragen 4.4
a b c d e
10
Ziektekunde
Als een testikel is ingedaald, is het dier meestal verminderd vruchtbaar. Bij het niet indalen van beide testikels is het niet vruchtbaar. De temperatuur voor een goede zaadcelproductie is dan te hoog. Aan de buitenkant lijkt alles normaal. Er is alleen geen eisprong en daardoor ook geen drachtigheid. Cysten zijn holten in de eierstokken die gevuld zijn met vocht. Door de productie van testosteron kan de prostaat vergroot raken. Last bij het urineren. Bij het dekken. Borstkanker of tumoren in de uier. Alles wijst op drachtigheid, alle symptomen zijn aanwezig. Er is alleen geen bevruchting geweest. Progesteron. Een steenvrucht ontstaat door een al wat oudere vrucht die niet wordt afgedreven, maar indroogt en hard (steen) wordt. Infecties en niet-infecties, zoals vergiften, trauma enzovoort. Een afgestorven vrucht kan afdrijven of eventueel verstenen. Een vrucht kan afsterven door infecties of niet infectieuze oorzaken. Oorzaken kunnen zijn verkeerde ligging, weeënzwakte, een te groot of een dood jong. Keizersnede. Engelse buldog, runderrassen, zoals de Belgische Blauwe, Perzen. Te zwak voor goede baarmoedercontracties. Je kunt dit verhelpen met ee oxytocine (piton)-injectie en een calciuminfuus. Na ongeveer 12 uur. Bij paarden eerder (4 uur). Bij blijven staan met nageboorte, slechte hygiëne bij geboorte. Algemeen als de baarmoedermond geopend is (dus ook tijdens de bronst). Slepende melkziekte is een chronisch tekort aan energie; melkziekte een tekort aan calcium. Een prolaps is een uitstulping. Door opvoelen en door het gedrag bij het leggen te observeren. Slechte voeding (Ca/P-verhouding), slechte huisvesting, afwijkende of gebroken schaal. Je loopt het risico dat je de eieren breekt. Verkleving van de darmen met de dood als gevolg. Door een calciumtekort.
❑ VRUCHTBAARHEID BIJ GEZELSCHAPSDIEREN