Fokken met gezelschapsdieren
Afbeelding 1: fotografie: W. Wouters
Opleiding Animal Friends Schooljaar 2014 - 2015
Martijn Smeets
[email protected]
Opbouw project Werkprocessen Je werkt tijdens de uitvoering van het fokproject aan onderstaande werkprocessen: 2.1 Begeleidt fokproces 2.2 Begeleidt geboorte 2.3 Socialiseert jonge dieren Doel Tijdens de uitvoering van dit project werk je aan het maken van een fokplan waarbij je rekening houdt met dierenwelzijn en diergezondheid. Tevens tref je voorbereidingen voor de geboorte en verzorg je moeder en jong(en). Je socialiseert vervolgens de dieren in het kader van tentoonstellingen. Samenwerkingsvorm Dit project wordt uitgevoerd in groepjes van vier á vijf leerlingen. Het is belangrijk dat er onderling afspraken gemaakt worden. Probeer de taken te verdelen, spreek af wie wat doet en leg dat ook vast in je planning. Bespreek ook waar jullie je gegevens bewaren (denk aan het maken van een backup!). Zorg dat alle groepsleden te allen tijde de beschikking hebben over deze gegevens. Mail aan het einde van elke projectles alle gegevens naar elkaar. Het is dus de verantwoording van de groep om ervoor te zorgen dat jullie altijd kunnen beschikken over alle gegevens. De uitvoering Het project bestaat uit 13 opdrachten die in de loop van het schooljaar gemaakt / uitgevoerd moeten worden. Onderstaande opdrachten worden verder in deze projectbeschrijving beschreven. 1. Planning 2. Diersoort in kaart 3. Dierenwelzijn 4. Begroting 5. Fokdoel + selectie van ouderdieren 6. Managementprogramma 7. Voorbereiden geboorte en het voorbereiden van het geboorteproces 8. Hanteren en socialiseren van jonge dieren met de juiste materialen en middelen 9. Bezoek aan een fokker 10. Bezoek aan tentoonstelling 11. Informatieve film 12. Organiseren van een tentoonstelling en presentatie van het project 13. Logboek
2
Opdracht 1
Planning
Inleiding Als je een project gaat doen, doe je er goed aan eerst een planning te maken. Hierin zet je op een rijtje wat je allemaal moet doen om het project tot een goed einde te brengen. Vervolgens worden de diverse activiteiten onder de groepsleden verdeeld en weggezet in de tijd. Doel opdracht Het maken van een planning heeft tot doel dat jullie leren om te plannen en te organiseren. De opdracht Doorloop onderstaande zeven stappen om te komen tot een goede planning: 1. 2. 3. 4.
Beschrijf wat aan het einde van het project af moet zijn: het einddoel. Splits dit einddoel op in tussenstappen/tussenproducten. Bedenk hoeveel tijd/lessen jullie hebben om het eindproduct af te hebben. Verdeel de verschillende tussenstappen in de tijd (ook de tijd die thuis gewerkt wordt, moet opgenomen worden in de planning!). NB: bedenk vooraf goed welke tussenstap veel tijd zal kosten en welke weinig. 5. Bespreek vervolgens wie voor welke tussenstap verantwoordelijk is. 6. In de planning moet ook tijd worden opgenomen voor het gezamenlijk bespreken van de tussenproducten en het eventueel verbeteren van producten. 7. Soms kan het handig zijn om een week/les "uitloop" aan het einde te plannen. Beter een week te vroeg klaar, dan een week te laat. Randvoorwaarden Maak een planning voor iedere opdracht!
3
Opdracht 2
Diersoort in kaart
Inleiding Voordat je een dier aanschaft doe je er goed aan om je eerst te verdiepen in de desbetreffende diersoort. Kortom: je brengt de diersoort in kaart. Doel opdracht Kennis opdoen over de aan jullie toebedeelde diersoort waarbij de volgende onderdelen aan bod komen: 1. Verzorgingsschema (dagelijks en periodiek). Geef ook aan: - Welk voer gebruikt wordt en in welke hoeveelheid; - Welke bodembedekking gebruikt wordt; - Waarmee ontsmet wordt en in welke dosering; - Welke middelen gebruikt worden in het kader van preventieve gezondheidszorg en in welke dosering; - Etc. 2. Huisvesting Tips: - Denk praktisch: zet konijnen niet in losse hokken met rennen, maar gebruik een konijnenflat; - Maak gebruik van broedkooien als je gericht wil kweken met zebravinken; - Etc. 3. Gezondheidszorg 3.1 monitoren gezondheid (gezondheidscontrole) 3.2 behandel 3 veel voorkomende ziektes. Beschrijf: o hoe het dier besmet raakt; o het ziekteverloop; o hoe je de ziekte kunt voorkomen en behandelen. 3.3 behandel 2 veel voorkomende aandoeningen / afwijkingen. Beschrijf: o wat de aandoening / afwijking is; o hoe de aandoening / afwijking veroorzaakt wordt / ontstaat; o hoe je de aandoening / afwijking kunt voorkomen en behandelen. 4. Voortplantingscyclus: 4.1 paarseizoen 4.2 Cyclus (alleen zoogdieren) 4.3 verloop dekking bij zoogdieren / baltsgedrag en paring bij vogels 4.4 hoe je het optimale dekmoment kunt bepalen a.d.h.v. 4.1 t/m 4.3 bij zoogdieren / het koppelen van vogels Let op! Bovenstaande informatie moet niet algemeen beschreven worden, maar het moet gaan over jullie diersoort! De opdracht Overal op straat, in school, in de sportkantine of in het theater kom je posters tegen. Er zijn verschillende soorten posters. De ene poster kondigt een evenement aan en de andere poster vertelt je iets wat je vooral wel moet kopen. En weer een andere poster geeft je informatie over een bepaald onderwerp. Zo zijn er posters met heel veel tekst en er zijn posters met een grote afbeelding met weinig tekst. 4
Jullie gaan een poster maken waarop jullie bovenstaande onderwerpen gaan verwerken. Het ontwerp moet origineel en aantrekkelijk zijn, maak veel gebruik van beeldmateriaal. De poster moet eerst digitaal ontworpen worden, om deze vervolgens op papier uit te werken. Om tot een goed eindresultaat te komen moet je aan een aantal onderdelen werken: 1. Oriëntatie op verschillende soorten posters Posters hebben altijd een duidelijke boodschap. Inventariseer welke soorten posters er zijn en welke creatieve vorm deze posters hebben. 2. Maken van een goede lay-out De lay-out zegt iets over de opmaak en indeling van de poster. Wat komt waar? Welke vormen ga je gebruiken, welke kleuren zijn belangrijk, welk lettertype past het best bij het onderwerp,.. etc. 3. Poster maken De poster moet digitaal ontworpen worden om deze vervolgens te maken op een groot A1 vel. Denk er nogmaals goed aan dat jullie poster mensen moet aantrekken. Zorg dus dat hij opvalt. Programma van eisen: 1. Op de poster staat een titel. Probeer een leuke titel te verzinnen, die meteen de aandacht van de bezoekers trekt. 2. De poster moet aantrekkelijk zijn voor publiek, de poster moet uitnodigen om er naar te gaan kijken. Gebruik daarom verschillende kleuren en plaatjes. 3. Inleiding over het onderwerp 4. Een poster moet niet teveel tekst bevatten en moet toch het hele verhaal dat je te vertellen hebt weergeven. 5. Houd de poster overzichtelijk, zodat iemand die naar jullie poster komt kijken direct ziet wat jullie gedaan hebben. Gebruik daarvoor o.a. tussenkopjes. 6. Namen van de makers. 7. Verdeling tekst en plaatjes. 8. Besteed ook aandacht aan lettersoort en lettergrootte. Zorg ervoor dat de tekst zo groot is dat je de poster van een meter of twee kunt lezen. 9. Tip: als jullie vragen willen uitlokken, stop dan een verrassing in de poster, iets dat op het eerste gezicht raar lijkt. 10. De inhoud op de poster moet juist zijn. 11. De poster is gecontroleerd op grammatica en spelling.
Diersoort in kaart moet in week 42 op papier en digitaal ingeleverd worden (niveau 3)
Diersoort in kaart moet in week 41 op papier en digitaal ingeleverd worden (niveau 4)
5
Opdracht 3
Dierenwelzijn
Inleiding Bij het fokken met dieren is het ontzettend belangrijk dat het dierenwelzijn niet in het gedrang komt, dit heeft te maken met dierethiek. Nadenken over wat kan of niet kan, wat goed of slecht is in een bepaalde situatie (in dit geval fokken), noem je ethiek. Bij deze opdracht leer je na te denken over hoe je met dieren moet omgaan wanneer ze gebruikt worden voor de fokkerij. Doel opdracht Zelf een mening kunnen vormen rondom het aspect dierenwelzijn bij het fokken met gezelschapsdieren. Wat kan wel, wat kan niet en het kunnen beargumenteren van de keuzes die je maakt. De opdracht Ontwerp een mooi logo waarin jullie onderstaande onderwerpen verwerken. Bedenk vervolgens bij ieder onderwerp richtlijnen die volgens jullie opgevolgd zouden moeten worden bij het fokken met dieren. Het ontwerp moet op één A4 ontworpen worden. Op de voorzijde verwerken jullie het logo met onderwerpen en richtlijnen, op de achterzijde schrijven jullie een toelichting bij de richtlijnen. Onderwerpen: 1. 2. 3. 4. 5.
Gezondheid Voeding Huisvesting Gedrag Voortplanting
Het logo moet op in week 45 op papier (gelamineerd) en digitaal ingeleverd worden.
6
Opdracht 4
Begroting
Inleiding Als je gaat beginnen met het fokken van dieren moeten er veel zaken aangeschaft worden, je hebt immers nog niks. De aanschaf van dieren, huisvesting, voeding etc. kost geld. Doel opdracht Inzicht krijgen op financieel gebied betreffende het fokken met de aan jullie toegewezen diersoort. De opdracht Jullie gaan een begroting maken die op één jaar gebaseerd is. De volgende onderdelen moeten aan bod komen: 1. aanschaf dieren 2. verzorging 3. voeding 4. huisvesting 5. gezondheidszorg 6. registratie van dieren 7. lidmaatschap vereniging / bond Alle kosten moeten voorzien worden van een leverancier, dus waar ga je wat kopen? Denk ook praktisch……ga geen kleine pakjes hooi kopen bij de Boerenbond, maar koop balen hooi bij de boer. De begroting moet in week 47 op papier en digitaal ingeleverd worden.
7
Opdracht 5
Bezoek aan een fokker
Inleiding Een fokker van het desbetreffende ras/diersoort is vaak al jarenlang bezig met het creëeren van dieren die de rasstandaard zo dicht mogelijk benaderen. Het spreekt voor zich dat dit niet gepaard is gegaan zonder druk of tegenslag. Deze mensen kunnen jullie uit ervaring heel veel vertellen over de diersoort/ras waarmee jullie binnen het fokproject gaan fokken. Het bezoek(en) aan een fokker is dan ook een heel belangrijke en leerzame activiteit binnen het fokproject. Doel Een bezoek aan een fokker leidt tot het vergroten van de kennis met betrekking tot de aan jullie toegewezen diersoort. De opdracht Formuleer vragen in het kader van het bezoek aan de fokker. De antwoorden op deze vragen moeten jullie helpen om het fokproject verder vorm te geven. Bij het opstellen van de vragen (minimaal 20) moeten jullie gebruik maken van de volgende onderwerpen:
Keuze diersoort/ras; Kenmerken diersoort/ras (hoe moet het ras eruit zien); Selecteren van de dieren; Huisvesting; Voeding; Gezondheid; Fokken; Spelen op tentoonstellingen (hoe moet het dier op tentoonstellingen voorgebracht worden?).
Deze vragen moeten jullie ter goedkeuring voorleggen aan jullie begeleidend docent. Rangschik de vragen naar onderwerp. Jullie mogen geen fokker bezoeken alvorens de vragen goedgekeurd zijn! Afsluitende activiteit bezoek aan fokker Het bezoek aan de fokker dient vastgelegd te worden in de vorm van een collage! De collage moet in week 51 op papier en digitaal ingeleverd worden.
8
Opdracht 6
Fokdoel + selectie van ouderdieren
Inleiding Als je wilt gaan fokken is het heel belangrijk om je fokdoel heel precies te formuleren. Je kunt dan nauwkeurig aangeven wat voor product je wilt krijgen. In het fokdoel neem je alle waardevolle eigenschappen op. Daarnaast kun je ook eventuele ongewenste eigenschappen noemen. Alleen als je fokdoel duidelijk is, kun je de juiste ouderdieren selecteren. Doel opdracht Je leert hoe je dieren moet selecteren aan de hand van onderstaand stappenplan: 1. Welke eisen worden gesteld aan het ras 2. Selectie van de ouderdieren (bespreek de ouderdieren aan de hand van de gestelde eisen, bespreek ook de genetica) Laat tevens onderstaande onderwerpen aan bod komen: De positieve eigenschappen van de ouderdieren; De negatieve eigenschappen van de ouderdieren; Jullie beargumentatie waarom jullie gekozen hebben voor ouderdieren; De hypothese, oftewel, wat voor nakomelingen verwachten jullie;
deze
3. Bepaal eventuele subdoelen en beargumenteer waarom jullie voor hiervoor gekozen hebben. Denk bij subdoelen bijvoorbeeld aan: - oorstructuur moet steviger; - voorhand moet gevulder; - achterhand moet beter afgerond; - kamvorm moet strakker; - pootkleur moet intenser; - etc. De opdracht In het kader van het opstellen van het fokdoel en het selecteren van de ouderdieren gaan jullie een fotoalbum maken. Maak foto’s van de diverse onderdelen van het dier zoals deze in de rasstandaard besproken worden. Licht vervolgens toe welke eigenschappen verbeterd kunnen worden en welke eigenschappen juist behouden moeten blijven. Per criterium uit de rasstandaard dient 1 A4 gebruikt te worden. Op te leveren producten: 1. Eén fotoalbum voor het mannelijke dier 2. Eén fotoalbum voor het vrouwelijke dier De albums moeten in week 51 op papier en digitaal ingeleverd worden.
9
Opdracht 7 Voorbereiden geboorte en het voorbereiden van het geboorteproces / verzorgen moederdier en jongen Inleiding Bij een geslaagde dekking moeten er voorbereidingen getroffen worden ten behoeve van de geboorte en het geboorteproces. Dit komt ten goede aan een voorspoedige bevalling / uitkomen van de eieren. Daarnaast is het na het uitkomen van de eieren of de bevalling belangrijk dat je het moederdier en de jongen goed verzorgt. Doel opdracht Aan de hand van onderstaande stappen leer je hoe je ervoor zorgt dat de bevalling / het uitkomen van de eieren goed verloopt. 1. Beschrijf het dracht- of broedproces 2. De optimale omgeving en verzorging 3. Inrichten geboorteomgeving 4. Het verloop van de geboorte 5. Situaties waarin je een deskundige nodig hebt (beschrijf 3 situaties), wanneer je deze inschakelt en een lijst met deskundigen (als bijlage bijvoegen) Aan de hand van onderstaande stappen leer je hoe je ervoor zorgt het moederdier en de jongen gezond blijven na de bevalling / het uitkomen van de eieren. 1. Nazorg moederdier na de geboorte 2. Nazorg jongen na de geboorte 3. Opfok van de jonge dieren De opdracht Schrijf een handleiding voor een beginnend fokker in het kader van “voorbereiden geboorte en het voorbereiden van het geboorteproces” en het “verzorgen van moederdier en jong(en)”. Het is heel belangrijk om hoofd- en bijzaken te scheiden, dus wat is belangrijk en wat is niet belangrijk. Jullie moeten per onderwerp minimaal drie bronnen gebruiken om te komen tot betrouwbare richtlijnen / adviezen. Deze bronnen moeten ook onder bronvermelding per onderwerp vermeld worden (de fokker kan ook een bron zijn). In totaliteit worden er in de handleiding 8 onderwerpen / hoofdstukken beschreven. Kopiëren en plakken is niet toegestaan! Bij constatering wordt de handleiding beoordeeld met een 1,0. Gebruik bij het schrijven van de handleiding de “richtlijnen voor het schrijven van een verslag”. De handleiding moet voorzien worden van een ingevulde checklist “schrijven van een verslag”. De handleiding moet in week 5 op papier en digitaal ingeleverd worden.
10
Opdracht 8
Managementprogramma
Inleiding Als fokker moet je een nauwkeurige administratie bijhouden. Niet alleen met betrekking tot de dieren, maar ook inkoop en verkoop van benodigdheden zijn belangrijk. Doel opdracht Je leert waarom het belangrijk is om een administratie bij te houden. Tevens leer je hoe je een managementprogramma opstelt. De opdracht Maak in Excel een managementprogramma met de volgende tabbladen: 1. huidige dierenbestand 2. planning fokproces (het nauwkeurig registreren van jullie fokactiviteiten is heel belangrijk. Neem dit in het managementprogramma op). Houd bijvoorbeeld rekening met inteelt, lijnenteelt, datum van geboorte, welke dieren worden aan elkaar gepaard etc.) 3. aankoop dieren 4. inkoop / verkoop 5. overlijden Tip: www.zooeasy.nl Het managementprogramma moet in week 8 op papier en digitaal ingeleverd worden.
11
Opdracht 9 Socialiseren en hanteren van jonge dieren met de juiste materialen en middelen Inleiding Als fokker fok je dieren om het ras in stand te houden en te verbeteren. Deze dieren worden op tentoonstellingen gekeurd door speciaal daarvoor opgeleide keurmeesters. De fokker moet de dieren in optimale conditie voorbrengen, training en conditionering is heel belangrijk. Doel opdracht Je leert hoe je een dier optimaal kunt voorbrengen op een tentoonstelling. De opdracht Voor dit onderdeel gaan jullie een instructiekaart maken. Beschrijf stap voor stap wat je moet doen bij het socialiseren en hanteren van jonge dieren. De instructiekaart moet voorzien worden van tekst en beeld. De instructiekaart moet in week 12 ingeleverd worden!
12
Opdracht 10 Bezoek aan tentoonstelling Inleiding Bij het fokproject is het streven om het aan jullie toegewezen dier (ras) te verbeteren. Het spelen van dieren op tentoonstellingen speelt daarbij een grote rol. Dieren worden gekeurd door speciaal daarvoor opgeleide keurmeesters. Het dier wordt beoordeeld op basis van vooraf vastgestelde criteria. Aan de hand van het keuringsrapport kan de fokker analyseren of hij/zij op de goede weg is met zijn dieren. In het kader van het fokproject moet ieder groepslid twee verschillende tentoonstellingen bezoeken. Eén tentoonstelling wordt door school georganiseerd! We gaan namelijk in januari naar de Championshow in Nieuwegein. De tweede tentoonstelling moet in eigen tijd bezocht worden. Doel Zicht krijgen op hoe een tentoonstelling georganiseerd wordt Zicht krijgen op hoe het desbetreffende dier beoordeeld wordt Opdracht Jullie zijn verplicht om in het kader van het fokproject twee tentoonstellingen te bezoeken. Na ieder bezoek aan een tentoonstelling leggen jullie INDIVIDUEEL de volgende onderdelen vast in een rapport. De beide rapporten voegen jullie vervolgens individueel bij als bijlage in het uiteindelijke verslag. 1. Beoordelingscriteria Zoek uit op welke punten de aan jullie toegewezen diersoort beoordeeld wordt. Noteer deze criteria en geef een korte toelichting. 2. Aanwezige dieren Geef een overzicht van de aanwezige diersoorten op de tentoonstelling. Vraag daarnaast aan één iemand van de organiserende vereniging de aantallen van de diverse aanwezige diersoorten. 3. Bewijslast Je moet aantonen dat je een kleindiertentoonstelling bezocht hebt door: Foto bij ingang, één der kooien etc. (Let op! Verplicht!) Het bezoeken van twee tentoonstellingen is verplicht! Bij het niet bezoeken van een tentoonstelling of bij het bezoeken van maar één tentoonstelling volgt een grote omvangrijke vervangende opdracht! Het tentoonstellingsrooster voor het seizoen 2014-2015 staat op wikiwijs pagina: http://maken.wikiwijs.nl/39100 Op zaterdag 31 januari moet je twee tentoonstellingen hebben bezocht. In week 17 moeten de verslagen op papier en digitaal worden ingeleverd.
13
Opdracht 11 Informatieve film Voor dit onderwerp gaan jullie een informatief filmpje maken, een soort documentaire over het fokken met het aan jullie toegewezen dier. Het filmpje mag maximaal 20 minuten duren! Zorg ervoor dat ieder groepslid zijn / haar aandeel heeft in het filmpje, kortom, iedereen moet iets vertellen. De volgende onderwerpen moeten aan bod komen: 1. Inleiding - Geef kort en bondig weer wat de kijker kan verwachten bij het bekijken van jullie filmpje. 2. Maatregelen die een beginnend fokker moet treffen voordat hij/zij begint met fokken in het kader van dierenwelzijn. Laat daarbij de volgende onderwerpen aan bod komen: - Huisvesting (hokken, inrichting hokken, materiaal dat gebruikt kan worden etc.) - Dagelijkse en periodieke verzorging (voeding, preventieve gezondheidszorg, monitoren gezondheid, schoonmaken verblijven, materiaalkeuze etc.) - Voortplantingscyclus (wanneer paring, lengen dagen, korter worden dagen, hoe herkennen bronstgedrag, verloop dekking, draagtijd/broedtijd etc.) 3. Fokdoel, matchen van de ouderdieren en registratie van gegevens* - Geef aan wat jullie fokdoel(en) is. - Bespreek de eigenschappen van de ouderdieren (HEEL BELANGRIJK!) en licht toe waarom jullie deze samengesteld hebben om jullie fokdoel(en) te bereiken. De eisen die gesteld worden aan het ras worden besproken! - Waarom is het belangrijk om een fokdoel te hebben? Kunnen dieren niet zomaar bij elkaar worden gezet? - Wanneer hebben jullie de ouderdieren gekoppeld, waarom dan? Hoe hebben jullie dit aangepakt? - Hoe worden de gegevens geregistreerd, bijv. ram 1GK – 101 heeft voedster 3GK -414 gedekt? Waarom is dit belangrijk? - Welke hypothese wordt gesteld, oftewel, wat voor nakomelingen verwachten jullie? 4. Voorbereiden geboorte en het voorbereiden van het geboorteproces. De volgende onderdelen moeten aan bod komen: - Verloop dracht- of broedproces - Optimale omgeving en verzorging - Inrichten geboorteomgeving - Verloop geboorte 5. Verzorgen moederdier en jong. De volgende onderdelen moeten aan bod komen: - Nazorg moederdier na de geboorte - Nazorg jongen na de geboorte - Opfok van jonge dieren 6. Socialiseren en hanteren van jonge dieren en registreren van gegevens. De dieren worden klaargestoomd voor de tentoonstelling. De volgende onderdelen moeten aan bod komen: 14
-
Training en conditionering Registratie t.b.v. tentoonstellingen + toelichting identificatiemiddel
* Indien punt 3 niet volledig aan bod komt, wordt het filmpje met een 1 beoordeeld. Als het filmpje klaar is, moeten jullie het in drievoud branden op DVD. LET OP! Het filmpje telt voor 70% mee bij de beoordeling van de inhoud. Het filmpje moet in week 17 ingeleverd worden!
15
Opdracht 12 Organiseren van een tentoonstelling (niveau 4) en presentatie van het project Niveau 3 en 4 Naast de jongdierendag presenteert ieder groepje hun diersoort waarmee gefokt is. Ieder groepje wordt beoordeeld door diverse fokkers van diverse diersoorten/rassen. De volgende eisen worden aan de presentatie gesteld: Tijdens de presentatie moet het hele proces in beeld worden gebracht. Kortom: jullie presenteren het gehele project van begin tot eind. Elk groepje neemt, naast het filmpje, minimaal 5 voorwerpen mee die te maken hebben met het onderwerp. Deze voorwerpen worden tijdens de presentatie gebruikt om het onderwerp te verduidelijken. Jullie moeten in staat zijn om zelf het dier te keuren! Bij de beoordeling van de presentatie wordt gelet op: Originaliteit (presentatie zelf bedacht, aankleding stand, hulpmiddelen etc.) Uitvoering (parate kennis, te woord staan van docenten/externen, houding, inzet en motivatie). Er worden enkele fokkers uitgenodigd die jullie komen beoordelen! Ieder groepje wordt door meerdere fokkers / keurmeesters beoordeeld. Jullie moeten de presentatie zien als een soort informatiemarkt. Ieder groepje krijgt een stand (in de vorm van tafels) waar ze hun project kunnen presenteren. Niveau 4 In het kader van de afronding van het project gaan jullie een jongdierendag organiseren waar ook fokkers van kleindierverenigingen hun dieren kunnen inschrijven. Het organiseren van een jongdierendag is een omvangrijke klus en het is dan ook noodzaak dat hiermee tijdig begonnen wordt. Werkwijze Er wordt één A-groep gevormd die verantwoordelijk is voor de aansturing van de Bgroepen. Coördinator overall: M. Smeets. A-groep -
Inventarisatie benodigdheden tentoonstelling (leg contact met een lid van een kleindiervereniging) Na inventarisatie taken verdelen aan B-groepen Maken draaiboek tentoonstelling + taakverdeling
B-groepen - Worden verantwoordelijk voor de taken die opgedragen worden door de A-groep. De presentaties vinden ergens in juni plaats! 16
Opdracht 13 Logboek en aanwezigheid Gedurende het hele project houdt de fokgroep een logboek bij. Het algemene doel van een logboek is dat later teruggelezen kan worden wat er precies gebeurd is op een bepaald moment. Op het moment van opschrijven is dus nog niet bekend wat jullie later terug willen lezen. Het is dus van groot belang dat alle details in het logboek terechtkomen, zodat jullie later niks missen. Ook de aanwezigheid van de groepsleden moet bijgehouden worden in dit logboek. Daarnaast wordt de aanwezigheid ook door de begeleidend docent bijgehouden. Houd er rekening mee dat teveel afwezig zijn kan leiden tot een onvoldoende voor dit project! Dit logboek moet iedere les ter inzage aan de docent worden getoond, bij goedkeuring zal de docent een paraaf zetten. Een format voor het logboek krijgen jullie per mail toegestuurd! Het logboek moet in week 17 op papier en digitaal ingeleverd worden .
17