01_Vizier_lente_2013 F 07-03-13 15:12 Pagina 1
lente 2013
jaargang 43 • nummer 1
Een uitgave van de Angst, Dwang en Fobie stichting
Het bange brein, de nieuwste inzichten Liefde in tijden van OCS BDD: uren voor de spiegel staan De gebakken lucht van Eric Schuurman SSRI’s en zwangerschap
01_Vizier_lente_2013 F 07-03-13 15:12 Pagina 2
2
Inhoudsopgave
Vizier
INHOUDSOPGAVE Liefde in tijden van OCS Het ervaringsverhaal van onze nieuwe redacteur Jeroen van Dijken, die vanwege zijn OCS in een behandelcentrum verbleef en daar niet alleen leerde met zijn dwangstoornis te dealen, maar er ook nog eens de liefde van zijn leven ontmoette: Marloes.
Amygdala: spil bij angststoornissen Redacteur Susanne Rijnders bezocht het VU Medisch Centrum te Amsterdam en sprak er met Odile van den Heuvel, psychiater en onderzoekster van een belangrijk hersengebied, dat nauw betrokken is bij de emotie angst: de amygdala.
De Gebakken Lucht van Eric Schuurman Een provinciale televisieheld - ‘famous from Etten to Ermelo’- raakt in een depressie en verliest alles. Zijn boek ‘Gebakken lucht’ verhaalt zonder opsmuk over de opkomst en neergang van Eric Schuurman, die helemaal klaar is met het Bekende Nederlander zijn.
Slikken tijdens de zwangerschap Zwangere vrouwen die antidepressiva gebruiken wacht een lastige keuze: stoppen met slikken riskeert een terugval, terwijl doorslikken het ongeboren kind mogelijk schade toebrengt. Een nieuwe richtlijn zorgt voor duidelijk en gefundeerd advies, aldus Irene van Vliet, psychiater bij het Leids Universitair Medisch Centrum.
Eindeloos voor de spiegel staan: leven met BDD Mensen met BDD - Body Dysmorphic Disorder - zijn ervan overtuigd dat er iets mis is met hun uiterlijk, terwijl anderen de onvolkomenheid niet of nauwelijks opmerken. Redacteur Fleur Brands sprak over dit onderwerp met ervaringsdeskundigen, maar zocht ook naar de wetenschappelijke achtergrond van dit fenomeen.
Omslagbeeld DAGMAR
MIDDELHOFF
En verder 3 Redactioneel 7 Nieuw! Column Daan Rieken 12 Column Angela van Oeffelen 18 Nieuw! Column Frits Boer 19 Ervaringsverhaal Eva Meussen 22 TMS bij OCD 25 Column HMMDGF
29 31 32 34 35 36
Column Geert-Jan Dussel Bibbers Wetenschapsnieuws ADF info Colofon Gedicht
een uitgave van de ADF stichting
01_Vizier_lente_2013 F 07-03-13 15:12 Pagina 3
lente 2013
3
Redactioneel
E
r zijn gelukkig veel aardige mensen. Dat merk ik wanneer ik weer eens te horen krijg: Jij met pensioen? Zo oud ben je toch niet! Natuurlijk weet ik best dat zij heus wel zien dat ik de 65 al enkele jaren geleden ben gepasseerd, maar toch is het leuk om te horen. Vooral omdat het past bij mijn innerlijk gevoel, dat mij wijsmaakt dat ik zo ongeveer 23 jaar ben. Wil dat zeggen dat ik werkelijk weer 23 zou willen zijn? Geen sprake van. Daarvoor geniet ik teveel van mijn huidige situatie, die mij in staat stelt allerlei interessante en leuke dingen te doen en ook nog eens veel vrije tijd over te houden. Tot die interessante en leuke dingen behoort in elk geval dat ik alweer een poos voorzitter ben van het bestuur van de ADF stichting. Daar ben ik me steeds meer gaan thuis voelen en nu mag ik de aftrap geven van dit eerste nummer van Vizier in 2013. Het is om een aantal redenen een bijzonder nummer. Bijvoorbeeld omdat de naam van Iman Keuchenius voor het eerst sinds lang ontbreekt bij de redactie. Hij is gedurende jaren hoofdredacteur van Vizier geweest en daarna nog even lid van de redactie gebleven. Iman heeft een grote rol gespeeld in de professionalisering van Vizier en heeft, schrijvend en fotograferend, veel voor ons tijdschrift gedaan. In het zomernummer van 2012, waarin twee prachtige foto’s van Iman de middenpagina’s sieren, schrijft hij hoe hij altijd heeft geprobeerd ons met zijn verhalen en bijpassende beelden te informeren en inspireren. Relativerend laat hij hierop volgen dat zijn foto’s op zichzelf staand bar weinig informatie bieden, anders dan dat hij ooit ergens was waar hij om zich heen keek en iets zag. Dit is natuurlijk te bescheiden. De meeste mensen kijken voortdurend om zich heen, maar zien daarbij niets. Dat wil zeggen niets bijzonders. Iman heeft ons via zijn lens, maar ook via zijn verhalen, geholpen beter te kijken naar de wereld rondom. Daarvoor zijn we hem dankbaar. Gelukkig zal hij als vrijwilliger betrokken blijven bij de ADF stichting. In dit nummer vertelt Rob Ramaker ons over de richtlijn ‘SSRI-gebruik in de zwangerschap en tijdens de lactatie’ die ontwikkeld is op initiatief van de Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie, in samenwerking met de Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde en de Nederlandse een uitgave van de ADF stichting
foto PATRICK VAN DER SANDE
Aardige mensen
Vereniging voor Psychiatrie. Het is voor vrouwen die in verwachting zijn of die hun baby borstvoeding geven en vanwege hun depressie of angststoornis geneesmiddelen gebruiken, moeilijk om te beslissen of zij, om hun kind te beschermen, met het slikken van de medicijnen moeten stoppen, omdat zij weten dat ze dan de kans lopen hun klachten weer in alle hevigheid terug te krijgen. Wanneer zij daarover hun huisarts of psychiater raadplegen, is die er ook niet altijd zeker van wat het beste is. Deze richtlijn kan zowel artsen als patiënten daarin goede raad geven. Als je vroeger iemand vertelde dat je voor je dwangstoornis werd behandeld met magnetisme, zou die vast denken dat je je tot de alternatieve geneeskunde, tot een magnetiseur had gewend. Maar tegenwoordig wordt ook in de traditionele geneeskunde met magnetisme gewerkt. Hoe dat precies gaat en wat dit kan opleveren voor mensen met dwang, wordt in dit nummer beschreven door Susanne Rijnders. Heel interessant! Maar er is nog veel meer te lezen, zowel uit de wereld van de wetenschap als uit de wereld van mensen die zelf ervaren wat het wil zeggen wanneer angst of dwang je leven belasten. Hopelijk beleeft u als lezer net zoveel plezier aan dit lentenummer als de redactie heeft gehad bij het samenstellen ervan.
Prof.Dr. Frits Boer Bestuursvoorzitter ADF stichting
01_Vizier_lente_2013 F 07-03-13 15:12 Pagina 4
4
Ervaringsverhaal
Vizier
Liefde in tijden van OCS door JEROEN
VAN DIJKEN
foto’s JEROEN
VAN DIJKEN
‘Mijn naam is Jeroen. In oktober 2007 ging ik vanwege een dwangstoornis naar een behandelcentrum. Niet bijster leuk, maar wel noodzakelijk. Daar zat ik dan. Tussen m'n lotgenoten. Dat gaf in elk geval een vertrouwd gevoel. Ooit dacht ik de enige op deze planeet te zijn met mijn dwingende gedachten. Nou dat bleek mee te vallen. En hoewel er in het behandelcentrum van tijd tot tijd badkuipen vol werden gehuild, nam ook humor een belangrijke plaats in. Ik heb soms kromgelegen van het lachen.
O
p een dag zat ik in de woonkamer van het behandelcentrum. Het was gezellig druk zoals wel vaker. Sommigen lazen wat, anderen zweetten peentjes vanwege de exposure en weer anderen hadden die dag de mazzel dat ze de afwas van zo’n twintig man mochten doen (tja…corvee). De deur ging open en een groep lotgenoten kwam vrolijk de woonkamer binnen trippelen. Nou heeft de dwang bij mij best het nodige om zeep geholpen, maar gelukkig het ‘man zijn’ volledig intact gelaten, om het maar even zo uit te drukken. Mijn oog viel op een beeldschone brunette met een zeer zonnige uitstraling. Een echte lady. Bijna aristocratisch aandoend. Tenminste zo ervoer ik het. Ik dacht : ‘Zo!’ Tja, veel meer dacht ik op dat moment eigenlijk niet. Ik dacht zelfs niet aan dwangen. Of aan al die andere ellendige gedachten die me met de regelmaat van de bekende klok van tijd tot tijd teisterden. Kortom, deze dame had mijn volle aandacht.
Dat heb ik weer Tijdens het lunchen – dat gemeenschappelijk gebeurde – draaide ik mij af en toe achteloos om, teneinde even naar juffrouw Lady te kunnen kijken. ‘Wat een ontzettend leuke vrouw’, dacht ik. Nou dat zijn al vier woorden meer dan ‘zo!’, toch? Hmmm, nog steeds geen last van dwang…
Na wat speurwerk kwam ik erachter dat ze Marloes heette en deel uitmaakte van een groep die slechts een keer per week in het behandelcentrum kwam. De week daarna zat ik alweer in de woonkamer (ik werkte ook nog keihard aan mezelf hoor!) en las de krant toen Marloes met iemand anders pal achter mij kwam zitten. Sneaky als ik op dat soort momenten wel eens kan zijn, kon ik nu wellicht wat meer te weten komen over haar. Dus geheel bij toeval ving ik het een en ander op, waaronder de zin ‘We zijn naar Tunesië op vakantie geweest’. ‘Shit’, dacht ik. Ze zei ‘we’. ‘Heb ik weer’. Ik ging er vanuit dat een ander manspersoon ook geen last had gehad van zijn man zijn en zijn charmes reeds nuttig ten uitvoer had gebracht. Niet zo vreemd natuurlijk bij zo’n leuke vrouw. Naar mijn mening was dit dus einde oefening, want je gaat niet in andermans vijver zitten vissen. Vind ik nogal stijlloos.
Marloes & Mr. Right Uiteindelijk kwam er een einde aan mijn behandeling en ik belandde in de nazorg. Voor mijn eerste nazorgsessie was ik ruim op tijd en langzaam druppelden de overige ‘nazorgers’ binnen. Ik stelde me netjes voor en op een gegeven moment kwam Marloes het vertrek binnenwandelen. Al gauw bleek dat Marloes niet met Mr. Right op vakantie was geweest, maar met een vriendin en dat ze single was. Dat bood dus weer perspectieven… een uitgave van de ADF stichting
01_Vizier_lente_2013 F 07-03-13 15:12 Pagina 5
lente 2013
Ervaringsverhaal
We leerden elkaar beter kennen tijdens de nazorgsessies, maar Marloes had niet direct hetzelfde ‘zo!’ in mijn richting meende ik te mogen vaststellen, waarmee maar weer eens bewezen werd dat mannen gewoon veel visueler zijn ingesteld. Ook wanneer ze dwang hebben dus. Dat maakt blijkbaar maar bitter weinig verschil. Maar we konden het wel prima met elkaar vinden. Tijdens een van de volgende sessies kwam Marloes met de mededeling dat deze haar laatste zou zijn. ‘Eh…wat?’, dacht ik bij mezelf. Laatste nazorgsessie? Het enige dat ik op dat moment van Marloes wist, was haar voornaam. Dat hield dus niet erg over.
wijl ik bij wijze van spreken het zweet via m’n rug en benen zo ongeveer m’n schoenen in voelde sijpelen – of ze het wellicht leuk zou vinden om ‘nog wat contact te houden’. Daar kwam een bevestigend antwoord op en ik dacht ‘Yes! Nou heb je in elk geval haar gegevens, sneaky dwangneuroot die je d’r bent…’. Om een lang verhaal niet nog langer te maken: uiteindelijk heb ik Marloes mee uit eten gevraagd. Tijdens dit etentje heb ik de stoute schoenen maar aangetrokken en haar mijn amoureuze gevoelens bekend. Ze vond het erg dapper dat ik dat durfde en dat vond ik zelf eigenlijk ook wel. Marloes had een en
Razendsnel begon mijn bovenkamer te werken en ik moet bekennen dat ik weinig meer van de sessie heb meegekregen, want ik was druk aan het uitdenken hoe ik meer ‘gegevens’ van Marloes kon krijgen, zodat ik haar in elk geval - mogelijk - zou kunnen benaderen. Om Marloes tijdens de sessie nou direct ten huwelijk te vragen, ging me net iets te ver. Na afloop stond ik met haar op de gang en vroeg quasinonchalant – ter-
ander niet verwacht en moest behalve het eten ook mijn mededeling even laten zakken.
een uitgave van de ADF stichting
Head & Heart Over leeftijd hadden we het nog nooit gehad. Handig om dat ook even te vragen. Ik schatte Marloes – vanwege haar gedrag – zo rond de 30. Ikzelf was toentertijd 43, maar werd meestal jonger geschat. Al een
5
01_Vizier_lente_2013 F 07-03-13 15:12 Pagina 6
6
Ervaringsverhaal
Vizier
behoorlijk verschil, maar gevoelens laten zich blijkbaar niet door leeftijd aan de kant schuiven. Toen ze vertelde dat ze 26 was, dacht ik als eerste ‘Nee he! Da’s wel een erg groot verschil’. Die mening deelde Marloes. We praatten nog een tijd door en besloten om het maar even helemaal los te laten. Wat al wel opviel, was dat we elkaar op het gebied van onze dwangstoornis perfect konden aan- en invoelen! Niet zo heel vreemd aangezien we elkaar niet hadden leren kennen tijdens een cursus bloem-
stem of ik haar misschien op zou kunnen halen, want ze had een keuze gemaakt. Het hart had gewonnen van het hoofd…
schikken. Het was heerlijk om de ander niet duidelijk te hoeven maken wat deze ellendige ziekte nou precies inhield. Een week later zijn we nogmaals uit eten geweest en Marloes bleek met een hart-hoofd-dilemma te worstelen. Haar hoofd zei ‘Niet doen vanwege het leeftijdsverschil’, haar hart zei echter wat anders. Ik attendeerde haar op een nummer dat Chris de Burgh heeft geschreven met als titel ‘The head and the heart’. Dit schoot me zo te binnen. Weer een week later ging de telefoon. Het was Marloes. Ze was voor werkzaamheden in Amsterdam geweest, stond nu op station Zwolle en vroeg met enigszins emotionele
municeren’ blijkt een toverwoord, hoewel dat ook wel eens in gedrang komt en we gewoon ronduit pissig zijn over iets onbenulligs. Niets dwang dan, gewoon even lekker bekvechten. Cruyff’s adagium ‘Ieder nadeel hep ze voordeel’ blijkt ook op een dwangstoornis van toepassing te kunnen zijn. Marloes en ik gingen beiden in behandeling voor een ziekte die ons leven - en dat van vele lotgenoten – compleet overhoop heeft gehaald en ons tot op de dag van vandaag nog regelmatig terroriseert. Toch kreeg dat leven een onverwachte wending, waardoor alles een stuk draaglijker werd. Daar zijn we ontzettend dankbaar voor!’
Ieder nadeel… We hebben nu ruim vier jaar een relatie en hopen volgend jaar te gaan samenwonen! Ook dwangers zijn echter net mensen, want hoewel de relatie fantastisch is, lopen ook wij tegen al die dingen aan die bij een relatie horen. Dus ook de minder leuke. ‘Com-
een uitgave van de ADF stichting
01_Vizier_lente_2013 F 07-03-13 15:12 Pagina 7
lente 2013
Column Daan Rieken
D
an is ’t wel echt slim, woah.’ Nederlandse vertaling: ‘Dan is het inderdaad erg, hè.’ Dat Heerenveen - Feyenoord me nauwelijks boeide en inspiratie voor schrijven, praten of alleen maar een boek lezen ver te zoeken was: het had hem koud gelaten. Paniekaanvallen, duizeligmakende hoofdpijn, een haast ontembaar gevoel van hulpeloosheid? Al mijn klachten hadden weinig indruk gemaakt op de 74 jaar oude baas van het tankstation in mijn dorp, waar ik werkte voor ik bij het Friesch Dagblad aan de slag ging. Een selfmade oliesjeik uit de Gelderse grensstreek. Miljoenen op de bank, maar nog steeds dag en nacht aan het werk. Getooid met overall, vale visserspet en een nog ongerept plat dialect. Wars van ABN én vaag geklaag. Ziek zijn bestaat niet, de bijstand zou niet mogen bestaan en een gedeelte van het karakterloze volk had eigenlijk beter helemaal nooit tot bestaand wezen geschapen kunnen worden. Maar ondertussen wel sociaal betrokken en begaan met alle ellende waarmee die vierduizend andere autochtone bewoners van zijn Rijndorpje te kampen krijgen. Hard van buiten, zacht van binnen. Zo’n type. Toch was ‘ie koel gebleven onder mijn klaagzang. Nog slechter dan ikzelf leek hij te begrijpen dat een levenslustige, ambitieuze en sportieve jongen van 22 jaar van het ene op het andere moment gevangen leek te zitten in zijn eigen gedachten en daadwerkelijk nergens meer de zin en lol van in zag. Tot dit moment. Hij knipperde niet meer met zijn ogen, die langzamerhand steeds iets verder uit hun kassen leken te bollen. Het speeksel in de mondhoeken dat tijdens zijn zo vermaarde scheldkanonnades als extra losse flodders de wereld in werd geslingerd om zijn ge-ach en wee over de hele wereld van extra kaliber te voorzien, dat speeksel, had weer op het punt gestaan gelanceerd te worden, maar glibberde nu vliegensvlug terug op zijn plaats. Mijn laatste – op het oog overbodige toevoeging – had gewerkt als een mondvochtverdelger van formaat. Doeltreffend Bocasansubstituut. Want dat zelfs bier en vrouwelijk vertier me geen plezier meer bezorgden, sloeg hem lam. Voor het eerst in mijn leven zag ik de man die altijd zijn mening klaar had, naar woorden zoeken. Zijn nor‘
een uitgave van de ADF stichting
foto KAAT OLSSON
Klaagzang: naar een leven waar sportmuziek in zit
male routine werd omgedraaid. Nu werkten zijn hersenen eens harder dan zijn mond. Die kon niet veel meer uit blijven spuwen dan ‘dan is ’t wel echt slim woah’. Als een cd die op repeat stond. Wat volgde, bezorgde me kippenvel. Het verzamelalbum van zijn leven bleek uit meer dan drie nummers te bestaan. Achter ‘Vroeger wisten we pas wat hard werken was’; ‘De politiek deugt niet, Rutte deugt niet en Samsom deugt al helemaal niet’ en ‘Mensen moeten niet zo klagen’, bleek een kleurrijk repertoire aan hidden tracks schuil te gaan. Het meest ontroerend was het gevoelige chanson dat hij plots aanhief. Over hoe hij zelf ook ooit gesloopt was door zijn eigen ambitie. Wekenlang deed hij toen geen oog dicht, maar desondanks sleurde hij zestien uur per dag met kolenzakken door het dorp om de basis voor zijn latere olie-imperium te leggen. Drank leek hem op de been te houden, maar zorgde even zo vaak voor gezwalk. In de hoop de kwellingen van zich af te spoelen, nam hij iedere avond een douche. Maar het putje had al moeite genoeg om zijn kolenroet af te voeren. Uit pure ontreddering ging hij dan even later met een handdoek op de grond zitten en begon liedjes te zingen. Alleen zo kreeg hij zijn gedachten rustig. Langzamerhand keerden op die manier de vrolijke deuntjes weer terug in zijn hoofd. Misschien is zingen zo verkeerd nog niet, bedacht ik me. Wellicht kunnen het Hand in Hand, Koning Voetbal of het Friese volkslied ervoor zorgen dat ik zelfs weer van Heerenveen - Feyenoord kan genieten. Muziek terug in mijn leven zingen: het klinkt als een goede ballade. Dat is inderdaad slim! Woah?
7
01_Vizier_lente_2013 F 07-03-13 15:12 Pagina 8
Amygdala: spil bij angststoornissen
beeld DAGMAR MIDDELHOFF
door SUSANNE
RIJNDERS
01_Vizier_lente_2013 F 07-03-13 15:13 Pagina 9
lente 2013
Wetenschap
De amygdala is één van de hersenkernen die betrokken is bij de emotie angst en draagt bovendien bij aan het extinctieleren, het leren dat de angstreactie niet meer noodzakelijk is bij een bepaalde situatie. ‘Juist dit extinctieleren gaat minder goed bij mensen met angststoornissen en is misschien wel hét probleem bij deze stoornissen’, aldus Odile van den Heuvel, psychiater en onderzoekster aan het VU Medisch Centrum in Amsterdam. Haar hebben we gevraagd wat meer te vertellen over dit belangrijke hersengebied en de betrokkenheid ervan bij angst in het algemeen en angststoornissen in het bijzonder.
D
e amygdala betekent letterlijk, vanuit het Grieks vertaald, amandel. De benaming amandel is passend omdat deze kleine kernen, we hebben er twee in onze hersenen, één in de linker hersenhelft en één in de rechter hersenhelft, een amandelvorm hebben. Ze liggen links en rechts tegen de hippocampus aan, die vanwege zijn vorm ook wel zeepaardje genoemd wordt. Deze directe ligging tegen de hippocampus is niet voor niks. Van den Heuvel: ‘De amygdala is nodig voor ons emotionele geheugen, terwijl de hippocampus voor het feitelijke en contextuele geheugen is. De amygdala zorgt voor de koppeling van emoties aan gebeurtenissen, geeft een emotionele waarde aan gebeurtenissen en bouwt hiermee ons emotionele geheugen op. Een zeer belangrijke functie voor onze overleving, want als je leert dat iets gevaarlijk is, zorgt je lichaam dat het snel reageert als je opnieuw in contact komt met deze eerder gebleken gevaarlijke situatie. Deze snelle reactie op eerder ervaren gevaarlijke of nare situaties verzorgt de amygdala impliciet ofwel onbewust.’ Een voorbeeld om dit te verduidelijken: Stel, je loopt in het park en er komt ineens, uit het niets, een hond luid blaffend en dreigend hard op je afgerend. Net op tijd, terwijl je net dacht dat hij zou gaan bijten, komt het baasje aangerend om de hond aan te lijnen. Je bent behoorlijk geschrokken, staat op je benen te trillen. De volgende keer dat je in het park een vergelijkbare hond tegenkomt voel je aan je hele lichaam dat je alert bent: je hartslag versnelt, je ademhaling gaat sneller en je bent extra alert. Door de eerdere ervaring reageert je lichaam op deze reacties. Dit verschijnsel noemen we ook wel conditioneren.
Conditioneren gaat mis Dit conditioneren is het meest bekend geraakt door het experiment van Pavlov, dat hij met honden uiteen uitgave van de ADF stichting
voerde: de honden in dit experiment kregen regelmatig een kleine hoeveelheid voedsel aangeboden. Door dit steeds aanbieden van kleine hoeveelheden begonnen zij steeds te kwijlen bij het zien van het voedsel, wat een natuurlijke normale reactie is voor een hond. Tijdens het aanbieden van het voedsel klonk ook steeds een harde bel. Dit aanbieden van voedsel met daarbij het klinken van de bel werd steeds opnieuw herhaald. Na een tijd werd het aanbieden van het voedsel weggelaten en klonk er alleen de bel. Het verrassende hiervan was dat de honden bij het horen van de bel al gingen kwijlen, zonder dat het voedsel werd aangeboden. Doordat het aanbieden van het voedsel steeds werd gecombineerd met het klinken van de bel, gingen de honden dat associëren, waardoor uiteindelijk het horen van de bel al zorgde voor het kwijlen. We noemen dit kwijlen dan een geconditioneerde respons. ‘Zo werkt het conditioneren ook bij de emotie angst: als wij een aantal keer in een situatie zijn geweest, soms is één keer al voldoende, waarin we in gevaar waren of waarin we het gevoel hadden dat we in gevaar waren, dan zal je in een zelfde soort situatie, die lijkt op de gebeurtenis of op de plaats waar de gebeurtenis plaatsvond, al angstig worden terwijl er feitelijk niets gevaarlijks gebeurt. Bij mensen met angststoornissen bestaat waarschijnlijk een verhoogde gevoeligheid voor situaties die als gevaarlijk en bedreigend worden ingeschat. De emotionele respons is dan buiten proportie: te hevig of totaal niet passend bij de situatie, bijvoorbeeld omdat de situatie helemaal niet angstwekkend is.’ Om het eerdere voorbeeld van de ervaring met de dreigende hond te vervolgen: het kan zijn dat de volgende ontmoeting met een vergelijkbare hond hevige angst oproept. Die reactie is wel te begrijpen en als normaal te bestempelen. Maar, als je vanaf
9
01_Vizier_lente_2013 F 07-03-13 15:13 Pagina 10
10
Wetenschap
dat moment angstig bent geworden voor alle honden, de angst is dan gegeneraliseerd, of je durft het park überhaupt niet meer in omdat je bang bent een hond tegen te komen (vermijding), dan ontstaat een fobie.
Extinctie
beeld ODILE VAN DEN HEUVEL
‘Wat daarnaast heel belangrijk is over ons begrip over de amygdala en over angst en met name angststoornissen, is wat we noemen extinctie, het uitdovingseffect, het uitdoven van angst wanneer blijkt dat er geen gevaar is. Daarbij is niet alleen de amygdala belangrijk, maar ook de prefrontale cortex. Het onderste gedeelte van die cortex, de ventromediale prefrontale cortex, heeft een rechtstreekse koppeling naar de amygdala. Dit deel kunnen we beschouwen als het ‘emotionele deel’ van de prefrontale cortex. Dit in tegenstelling tot het dorsale deel, - het aan de bovenkant gelegen deel van de prefrontale cortex dat meer betrokken is bij de cognitie, het denken. De amygdala is samen met de ventromediale prefronta-
le cortex belangrijk voor het extinctieleren. Wat we weten is dat als je in een situatie bent geweest die heel beangstigend was, dat dit een bepaalde reactie heeft gegeven. Als je nog meerdere keren in die situatie terecht komt zonder dat er nu iets bedreigends gebeurt, dan leer je: de situatie is veilig, ik hoef niet meer bang te zijn. Die situatie roept dan vervolgens geen angst meer op, de angstrespons dooft uit. Als dat uitdoven niet plaatsvindt, zoals bij angststoornissen, dan komt dat waarschijnlijk door het niet goed functioneren van de koppeling tussen de prefrontale cortex en de amygdala. Juist dit uitdoven of ‘ontleren’ van een eerder aangeleerde angstrespons is zo belangrijk en is ook de basis voor onder andere cognitieve gedragstherapie. Men hoopt dat, met name door middel van exposure-therapie, het uitdoven van de angst ervaren wordt en waarbij aan de patiënt wordt geleerd dat de angst die opkomt in
Vizier
bepaalde situaties na enige tijd spontaan zakt, ook al blijf je in die situatie (je doorbreekt dan de vermijding) en ook al voer je geen dwanghandelingen uit (zoals bij de dwangstoornis vaak wordt gedaan als reactie op een angstige gedachte of situatie). Het is de bekende angstcurve die vaak getekend wordt: de angstrespons wordt dan steeds minder heftig en duurt steeds korter, totdat er op een bepaald moment geen angst meer gevoeld wordt. We zien dat ook bij een simpele fobie, dan heb je aan vijf of zes exposure-sessies meestal voldoende, dan is iemand van zijn fobie af. Meestal is dat vrij ongecompliceerd, eenvoudig behandeld.’ Als we het voorbeeld met de hond er weer bij nemen, dan wordt iemand meerdere keren in een situatie gebracht die hij angstig vindt. Eerst het park, dan verschillende honden die bijvoorbeeld in grootte toenemen, tot de meest bedreigende soort, namelijk de soort hond die destijds zo dreigend kwam aanrennen. In deze situatie blijf je net zolang tot je ervaart dat de angst afzakt en uiteindelijk verdwijnt. Je leert dat de angst overtrokken was, dat er niks gebeurt. ‘Bij een dwangstoornis is dit lastiger en heb je vaak meer tijd nodig. We zien dat exposure-behandeling wel degelijk effect heeft, maar je moet vaak heel lang doorgaan voor optimaal effect.’ In eerder onderzoek, waarop Van den Heuvel promoveerde, werd een experiment gedaan met provocatie bij patiënten met een dwangstoornis. ‘We lieten mensen alsmaar vervelende plaatjes zien, in dat geval gerelateerd aan smetvrees. Bij een simpele fobie zou je verwachten dat tijdens een sessie van anderhalf uur de angstreactie afneemt en dat de amygdala minder actief wordt. Bij deze patiënten met dwang zagen we dat de amygdala steeds harder ging vuren; hoe langer het duurde hoe angstiger iemand werd en hoe meer amygdala-activiteit er was. Dus in plaats van dat er sprake was van extinctie, was er sprake van sensitisatie. Pas als je lang genoeg doorgaat met de blootstelling aan de situatie, vaak vele sessies, zal de angstrespons langzaam uitdoven. Het is dus ook te begrijpen dat bij hele ernstige angststoornissen mensen het heel oncomfortabel vinden om die exposure in vivo behandeling te doen, want de eerste sessies voelen ze niet dat de angst minder wordt, sterker nog de angst neemt alleen maar toe, waardoor patiënten denken: hier word ik echt geen haar beter van en de volgende sessie gewoon niet meer doen.’ Dit versterkt de hypothese dat bij angststoornissen het extinctieleren is verstoord. Daarom denkt Van den Heuvel dat er heel veel gewonnen is als het extinctieleren bij angst in de klinische praktijk zou kunnen verbeteren. een uitgave van de ADF stichting
01_Vizier_lente_2013 F 07-03-13 15:13 Pagina 11
lente 2013
Wetenschap
Beïnvloeden van de amygdala De hypothese dat het extinctieleren minder goed gaat en dit bij ernstige angststoornissen misschien wel hét probleem is, wordt versterkt door de bevindingen dat het ventrale systeem (ventromediale prefrontale cortex en de amygdala), het emotionele circuit, verhoogd actief is en dat er te weinig activiteit van het dorsale, oftewel het cognitieve circuit, bestaat: het controlesysteem faalt. Daarover vertelt Van den Heuvel: ‘We zien ook dat er in dat cognitieve deel van de prefrontale cortex minder grijze stof is, en dat het minder actief is tijdens bepaalde denktaken.’ Logischerwijs volgt hieruit dat de activiteit van het dorsale, ‘cognitieve’ systeem op de één of andere manier zou moeten worden versterkt om de balans terug te vinden ( een betere bijsturing van het verhoogd actieve ventrale ‘emotionele’ circuit dus), zodat dit tot vermindering van de klachten leidt. Dit is ook wat men met cognitieve gedragstherapie doet. Daarbij onderzoek je de inhoud van de gedachten en probeer je die bij te stellen. Dat noemen we emotieregulatie. Tijdens het bijsturen van negatieve angstwekkende gedachten maak je gebruik van het dorsale, cognitieve systeem. Op deze manier rem je het ventrale, emotionele systeem. Het versterken van het cognitieve systeem kan op verschillende manieren.’ De afgelopen vijf jaar deed Van den Heuvel onderzoek naar het effect van repetitieve transcraniële magnetische stimulatie (TMS) op emotieregulatie bij de dwangstoornis. Verderop in dit nummer van Vizier wordt daarop uitgebreid ingegaan. Van den Heuvel is niet de enige die probeert om iets toe te voegen aan het extinctieleren. Dit wordt
door andere onderzoekers gedaan met bijvoorbeeld het toedienen van d-cycloserine. Ook antidepressiva werken waarschijnlijk indirect op dit systeem. Het gaat uiteindelijk steeds weer over de balans tussen die twee systemen, waarop heel veel stoffen van invloed kunnen zijn, zoals bijvoorbeeld glutamaat, gaba, dopamine en serotonine.
Belangrijkste functies De besproken functies van de amygdala zijn de belangrijkste als het over angst en angststoornissen gaat, en waarvan men momenteel het meest weet op dit gebied. De wetenschap staat niet stil en het onderzoek naar de hersenen en de werking daarvan in het algemeen zal zeker nog vele jaren doorgaan, ook omdat het zo’n complex orgaan is. De inzichten en hypotheses kunnen daardoor bijgesteld of gewijzigd worden, maar zo komt men stapje voor stapje verder en kunnen behandelingen voor angststoornissen en andere psychische stoornissen steeds directer, sneller en beter worden. Dat men ondertussen weet dat de amygdala zo belangrijk is, betekent al een stap vooruit en verandert de kijk op psychische problematiek. Dit is vooral een neurobiologische benadering, maar ook de effecten van de omgeving, zoals opvoeding en leergeschiedenis, worden steeds duidelijker. Daardoor zien we ook dat de verschillende domeinen/vakgebieden (biologisch versus psychologisch) steeds nader tot elkaar komen. Voor mensen die geïnteresseerd zijn in het onderzoek naar de functie van de amygdala en de betrokkenheid van het limbische systeem bij het leren en ontleren van een angstrespons, is het boek ‘The emotional brain’ van Joseph LeDoux een aanrader.
foto DIRK DE JONG
dr. Odile A. van den Heuvel is als psychiater en neurowetenschapper verbonden aan het VU Medisch Centrum (afdeling psychiatrie en afdeling anatomie & neurowetenschappen), alwaar zij klinische werkzaamheden (polikliniek Neuropsychiatrie) en wetenschappelijk onderzoek combineert. Haar wetenschappelijk onderzoek richt zich vooral op ziekten die voortkomen uit een verstoring van het emotionele systeem en het cognitieve systeem, zoals bij angst- en dwangstoornissen, Tourette en de ziekte van Parkinson. Het onderzoek verbindt fundamentele wetenschap (beeldvormend hersenonderzoek, diermodellen, post-mortem onderzoek) met klinisch toegepast onderzoek naar de werking en het onderliggend mechanisme van veelal niet-medicamenteuze interventies, zoals de modulatie van de verstoorde hersenfuncties met behulp van transcraniële magnetische stimulatie bij dwang, de werking van oogbewegingen op de levendigheid van emotionele herinneringen bij PTSS, of het effect van licht op stemming en slaap bij Parkinson. Het onderzoek wordt mogelijk gemaakt door subsidies van onder andere NWO-ZonMW en de Hersenstichting.
een uitgave van de ADF stichting
11
01_Vizier_lente_2013 F 07-03-13 15:13 Pagina 12
12
Column Angela van Oeffelen
Vizier
Hoe voelt het om oud te zijn? wordt mij gevraagd. Het voelt lang niet slecht, geef ik eerlijk toe. Het voelt vaak goed, niet zo lang meer te hoeven leven en afscheid te nemen van jou, u, jullie, voorgoed. Maar je bent wel ver van je geboorte afgeraakt
foto SIMONE-MICHELLE DE BLOUW
De helft en nu werkelijk heel dicht bij de dood gedreven. Fragment uit ‘Hoe het voelt om oud te zijn’ van Adriaan Morriën
T
oen mijn moeder en stiefvader gezamenlijk hun vijftigste verjaardag vierden, sprak mijn stiefbroer ze toe met de legendarische woorden: “Jullie zijn al over de helft, dat is een ding dat zeker is”. Volgend jaar vieren zij hun zeventigste verjaardag. Het is dus inmiddels bijna twintig jaar geleden, maar de uitspraak komt tijdens familiebijeenkomsten nog regelmatig ter sprake. Op de website van Vrij Nederland las ik een interview met Hanna Bervoets, schrijfster, journaliste en columniste, waarin zij zegt: “Ik wil straks echt niet veertig zijn, dan ben je al op de helft!” Op de helft. Over de helft. Een confronterende gedachte. Zeker nu ik zelf het moment van ‘de helft’ nader, of misschien zelfs al gepasseerd ben. Begin dit jaar werd ik negenendertig. Volgend jaar word ik veertig. Veertig. Dat zet je toch aan het denken.
Volgens de statistieken was in 1970 de levensverwachting bij geboorte 70 jaar en tien maanden voor mannen en 76 jaar en zes maanden voor vrouwen. In 2010 was dat gestegen naar 78 jaar en tien maanden voor mannen en 82 jaar en acht maanden voor vrouwen. Specifieker: in mijn geboortejaar 1974 was de levensverwachting bij geboorte 77 jaar en zes maanden. Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek ben ik dus al over de helft. Iets om niet al te lang bij stil te staan. Al neem ik aan dat ieder mens wel eens nadenkt over vergankelijkheid en de dood. De dichter Menno Wigman verwoordt dat heel treffend: “Ik was met mijn ouders in
Drenthe, in een vakantiehuisje, als jochie van 8 of 9. Ik lag in bed en het was aardedonker in die kamer. Toen bedacht ik dat ik op een dag dood zou zijn. Wat zou er dan zijn? Ik rende in paniek naar mijn ouders. Vanuit die paniek schrijf ik nog altijd.” Volgens mij is die paniek universeel. En - in tegenstelling tot wat in het gedicht van Adriaan Morriën staat - lijkt het mij helemaal niet prettig om afscheid te moeten nemen ‘van jou, u, jullie, voorgoed’. Vooral dat voorgoed. En ‘oud’ is natuurlijk een relatief begrip. Voor mijn neefje van elf zal ik oud zijn. Maar als ik tegen mijn moeder zeg: “Poeh, volgend jaar word ik al veertig”, antwoordt zij: “Ach meid, ik word bijna zeventig, dat klinkt pas oud, maar ik voel me niet oud”. En gelukkig is er geen fluitsignaal, net als bij voetbal. Twee keer fluiten en de eerste helft van je leven is voorbij. Drie keer fluiten en het spel is over en uit. Dus laat die tweede helft nog maar lekker lang duren.
een uitgave van de ADF stichting
01_Vizier_lente_2013 F 07-03-13 15:13 Pagina 13
lente 2013
Ervaringsverhaal
De gebakken lucht van Eric Schuurman door KAAT
OLSSON
foto’s KAAT
OLSSON
Een provinciale televisieheld raakt in een depressie en verliest alles. Het levensverhaal-in-een-notendop van de Achterhoeker Eric Schuurman (47), die met zijn Huiskamer TVShow ‘plaatselijk wereldberoemd’ werd. ‘Ik heb heel veel gegeven, maar het heeft mij het mooiste gekost,’ concludeert Eric in zijn boek ‘Gebakken Lucht - famous from Etten to Ermelo’. ‘En helemaal klaar met bekend zijn.’
Fragment uit het boek: ‘Vanaf 2002 trok ik vijf jaar lang met m’n circus door de provincie. Een caravan voorop. Serieus. Bedrukt met het logo van de ‘Huiskamer TV Show’. Dat was de caravan van meneer de presentator. Die had tussen de opnamen door natuurlijk behoefte aan voldoende privacy en rust. Volslagen flauwekul natuurlijk, achteraf, die caravan. Het bevestigde slechts het beeld van ‘stardom’.
Seks, drugs, rock ’n roll
W
e treffen Eric in het restaurant van Musis Sacrum, hartje Arnhem. De stad waar hij niet alleen graag en vaak komt, maar waar hij in de moeilijkste periode van zijn leven een tijdje woonde, voordat hij zijn vertrouwde wortels in de Achterhoek weer opzocht. ‘Het boek beschrijft de vijf moeilijkste jaren van mijn leven’, verklaart Eric. ‘In 2008 begon de ellende, die getriggerd werd door mijn echtscheiding, op de voet gevolgd door een ingrijpend arbeidsconflict met TV Gelderland. Dat we ongewild kinderloos bleven, betekende de genadeslag in een relatie die dertien jaar duurde. Om maar niet te hoeven nadenken over alle stress waaraan ik in vanaf die tijd onderhevig was, begon ik te drinken en ging ik vereen uitgave van de ADF stichting
volgens helemaal los, met alles wat daarbij hoort: seks, drugs en rock & roll.
Gekke Henkie Dat ik het bij de omroep niet zou redden, heb ik van tevoren niet zien aankomen. Mijn werk was mijn lust en mijn leven, dat ik achttien jaar lang met veel liefde, loyaliteit en toewijding deed. Ik startte onderaan de ladder; de toiletten en de afwas waren de
13
01_Vizier_lente_2013 F 07-03-13 15:13 Pagina 14
14
Ervaringsverhaal
enige dingen die ik in het begin niet aanpakte. In de televisiebranche ben je zo goed als je laatste programma, maar is het een feit dat ik in de laatste jaren van mijn tijd als presentator ook een grote stem had in de formats van de shows, zodat ik me wekelijks helemaal kon uitleven. Achteraf schatte ik mijn beroemdheid toen al groter in dan deze werkelijk was. Die arrogantie maakte de knal bij mijn vertrek bij de omroep des te oorverdovender. Ik was volledig overtuigd van mijn gelijk in het arbeidsconflict met mijn werkgever, maar ik verloor met boter en suiker. In mijn cao bestonden de rechten die ik dacht te hebben niet eens. Na afloop voelde ik me echt een Gekke Henkie, dat ik zó in mijn eigen schijnbestaan geloofde.
Vizier
In die tijd had ik soms het gevoel dat ik mijn gezond verstand aan het verliezen was. Dan stond ik weer eens met de auto langs de snelweg, volkomen in paniek, zonder te weten waar ik was. Ik belde mijn vrienden met het verzoek mij te komen halen, maar had geen flauw idee waar ik was. Om eenmaal thuis en bekaf in het bed of de bank te duiken, om vervolgens toch maar weer door te bijten. Het was vreselijk, één zwart gat.
Emotionele flatliner De depressie sloeg genadeloos toe, moederziel alleen dat piepkleine kamertje in Arnhem, terwijl steeds meer mensen me gingen vragen waar ik toch bleef op de buis. De omroep huurde intussen Harm Edens in, terwijl ik hardnekkig bleef varen op de golven van mijn succes, zittend op de sofa thuis met een wijntje en een dikke sigaar. Ik gleed langzaam af, het ging van kwaad tot erger en uiteindelijk betrapte ik mezelf op eindeloos uitslapen en vervolgens rondlopen in joggingpak tot de kroeg openging. Ik mocht dan wel een bekende Gelderlander zijn, maar was tegelijkertijd volkomen onbekend met de wereld die zich aan mij openbaarde, vol geldzorgen en in het midden van een echtscheiding. Gelukkig beschikte ik over een soort innerlijke nood knop, die me vol overgave aan de buitenwereld deed melden: ‘Ik wil geholpen worden’. Ondertussen ging ik me in toenemende mate en zeker fysiek een grote nul voelen, compleet met pafferig overgewicht. Mijn vriendinnetje van toen zag de bui al hangen en vertrok, vlak voor de huisarts me Citalopram voorschreef. De eerste tijd daarna was een drama, maar na een week of acht kwam ik enigszins tot rust, al heb ik er verschrikkelijk van gebaald dat ik iets chemisch nodig had om dat te bewerkstelligen.
Fragment uit het boek: ‘Het feit dat ik alle veranderingen zo gelaten accepteer, laat zich in één woord verklaren: Citalopram. Het medicijn heeft mijn gevoelskleven het afgelopen jaar volledig platgelegd. Ik ben een emotionele flatliner. Als de directeur me in die periode op staande voet ontslagen had, had ik waarschijnlijk beleefd een ‘dankjewel’ gepreveld.’
een uitgave van de ADF stichting
01_Vizier_lente_2013 F 07-03-13 15:13 Pagina 15
Ervaringsverhaal
Business Angel In de tijd heb ik zo goed en kwaad als ik kon geprobeerd mijn eigen mediawinkeltje op te starten, maar bleek de crisis een jaar eerder roet in het eten te gooien. Niet alleen merkte ik dat mijn beroemdheid echt niet verder voerde dan de provinciegrens, ook bleek er rond 2009 voor het eerst echt bespaard te worden op precies die programma’s en presentaties waar ik graag zou verschijnen. Toen mijn creditcard helemaal kaal bleek, moest ik me aanmelden bij de schuldsanering en ging ik, bij wijze van spreken, van 600 naar 60 euro per week. Daarna vond ik verschillende opdrachten, klusjes en baantjes bij verschillende werkgevers, maar bleek niets blijvend, terwijl mijn schulden zich opstapelden. Mijn echte, ongelofelijke redding diende zich vervolgens aan in de persoon van mijn beste vriend, die letterlijk zei: ‘Eric, laten we dit nu eens concreet oplossen’, en die vervolgens als een regelrechte Business Angel zorgde dat ik binnen no time van al mijn schulden was bevrijd, zodat ik mijn leven weer kon oppakken.
ik ben gestopt met drinken voel ik me zo veel lekkerder in mijn vel voel dan voorheen; alcohol is volgens mij dan ook de meest onderschatte drug die er bestaat. Nu ik volledig nuchter door het leven ga, kan ik achteraf volmondig zeggen dat ik het allemaal niet had willen missen. Er is sindsdien namelijk veel meer rust, relativering en bezinning, al blijft het jammer dat mijn talent nooit meer écht is opgepikt: presenteren is en blijft namelijk het allerleukste om te doen. foto WWW.SCANCT.NL
lente 2013
De tijd heelt alle wonden
foto WWW.ECHTACHTERHOEK.NL
Uiteindelijk blijkt het cliché meer dan waar: de tijd heelt alle wonden. Langzaam en dankzij échte vrienden zoals hierboven beschreven, mensen die me niet lieten vallen en daadwerkelijk bijstonden, kwam ik er bovenop. Ik worstel en kom boven, al ben ik op dit moment weer werkzoekend. Erg jammer, dat het Arnhemse communicatiebedrijf waar ik met wederzijds genoegen sinds een paar jaar werkte, mij moest wegbezuinigen. Ik ben inmiddels 47 en niet geheel ongeschonden van blazoen, maar tel mijn zegeningen en koester mijn talenten. Mijn leven is getekend door wat was en ik ben nog steeds niet waar ik wil zijn. Een beschadigd merk, zo voel ik me.
Dat ik terugging naar mijn geboortegrond, de Achterhoek, heeft te maken met de sterke behoefte die ik voelde om wat meer rust in m’n kop te krijgen. Sinds een uitgave van de ADF stichting
In februari 2013 presenteer ik voor RTL7 de ‘Scandinavian Roadtrip’, een programma waarvoor ik een week richting de Noordkaap ben geweest. Hoe leuk wil je het hebben…?’
Fragment uit het boek: ‘De bevestiging dat ik op de goede weg was, kwam op het moment dat ik weer om mezelf kon lachen. Dat was eind 2009. Toen ik weer van afstandje naar mezelf kon kijken en dan dacht: ‘kijk ‘m zitten, die mafkees. Met z’n paniekaanvalletjes…’
Gebakken Lucht - Eric Schuurman ISBN 978-90-78202-86-8
15
01_Vizier_lente_2013 F 07-03-13 15:13 Pagina 16
16
Wetenschap
Vizier
Slikken tijdens de zwangerschap door ROB
RAMAKER
beeld SIMON
VAN KESSEL
Stoppen of slikken? Zwangere vrouwen die antidepressiva gebruiken staan voor het blok. Een nieuwe richtlijn moet zorgen voor duidelijk en gefundeerd advies.
S
tel, jullie kinderwens wordt werkelijkheid, terwijl jij of je partner al jaren een antidepressivum uit de SSRI-categorie tegen dwang, depressie of paniek slikt. Wie hierover nog niet eerder nadacht, wacht een lastige keuze: stoppen met slikken en kans lopen op een terugval, of doorslikken en je ongeboren kind mogelijk schade toebrengen. Alsof deze keuze nog niet lastig genoeg is, krijgen ouders-in-de-dop tegenstrijdige adviezen hierover. Vanaf dit jaar moet een nieuwe richtlijn voor duidelijk advies zorgen, aldus Irene van Vliet, psychiater bij het Leids Universitair Medisch Centrum.
Risico’s De nieuwe richtlijn heeft grotendeels een geruststellende boodschap voor ouders. Er is geen bewijs dat SSRI’s (selectieve serotonine heropnameremmers) erg gevaarlijk zijn voor ongeboren kinderen. ‘Zelf waren we hierover wel verrast,’ bekent Van Vliet, ‘maar we zien alleen kleine verhogingen van een aantal risico’s.’ De pasgeborenen in deze groep hebben – doordat ze na de geboorte geen SSRI’s meer ontvangen - een iets verhoogde kans op milde hartafwijkingen en hebben vaker moeite met het wennen aan leven buiten de baarmoeder. Deze adaptatiestoornis, een korte periode waarin het kind hoog huilt, minder drinkt en ademhalings- en slaapproblemen kan hebben, komt ook bij bijna één op de drie gezonde geboortes voor. Eén ernstige complicatie waarbij antidepressiva zorgen voor een hoger risico kan direct na de geboorte voorkomen, als het kind door het onvoldoende ontplooien van de longetjes niet begint met ademen. Deze opsomming klinkt ernstig, maar de
risico’s zijn klein, relativeert Van Vliet: ‘De effecten van roken tijdens de zwangerschap zijn vele malen groter. Bovendien wordt 4 tot 5 procent van alle kinderen geboren met een afwijking.’
Terugval Ouders moeten de risico’s die het slikken van antidepressiva met zich meebrengen afwegen tegen het risico van een mogelijke terugkeer van de depressie of angststoornis. Helaas is er geen onderzoek bekend dat deze terugval tijdens de zwangerschap staaft. Toch legt dit risico veel gewicht in de schaal, zegt Van Vliet. ‘We denken dat zo’n terugval zowel buiten – als tijdens de zwangerschap kan optreden.’ De zwangerschap kan als risicofactor werken, omdat het een stressvolle periode is, met een veranderende hormoonhuishouding, die na de bevalling angst- en stemmingsklachten kan versterken of uitlokken. Een korte stemmingslabiliteit kennen de meeste kersverse moeders wel: de baby blues of kraamtranen. Het terugkomen van een stoornis is niet alleen schadelijk en vervelend voor de moeder, maar heeft ook een negatieve invloed op het kind, zowel direct als indirect. Depressieve of angstige moeders kunnen niet alleen moeilijker voor zichzelf en hun kind zorgen, maar baren ook lichtere kinderen, die vaker te vroeg ter wereld te komen.
Vraagtekens Buiten de bekende risico’s zorgen zijn er ook vele vraagtekens in deze materie. Het lezen van de richtlijn maakt pijnlijk duidelijk hoeveel we niet weten, zeker over langetermijneffecten. Beïnvloedden SSRI’s bijvoorbeeld hoe kinderen zich na de geboorte onteen uitgave van de ADF stichting
01_Vizier_lente_2013 F 07-03-13 15:13 Pagina 17
lente 2013
Wetenschap
wikkelen? Doen ze het minder goed op school? Vragen en aspecten die schreeuwen om meer onderzoek. Van Vliet merkt op dat we realistisch moeten blijven: ‘Een totaal veilige wereld is een illusie, er is altijd onzekerheid.’ Er waren ook beslissingen waarvan Van Vliet graag meer bewijs had gehad. Neem het besluit om vrouwen die een SSRI slikken in het ziekenhuis te laten bevallen en de pasgeborene minimaal twaalf uur te observeren. De commissie besloot hiertoe vanwege de kans op niet-ontplooide longetjes. Een ernstig probleem, maar er bestaan slechts kleine studies met kleine effecten. Van Vliet: ‘Straks beval-
dan mannen aan psychische stoornissen, vaak in de leeftijd waarin ze kinderen krijgen: tussen de vijf en twintig procent van alle zwangere vrouwen heeft te maken met psychisch leed. Van alle zwangeren slikt twee tot drie procent een SSRI ( 3600-5400 vrouwen jaarlijks). Van Vliet: ‘Ik ben blij dat het gelukt is vraaggesprekken te houden met vrouwen die tijdens hun zwangerschap SSRI’s gebruikten.’ Uiteindelijk kwamen de ervaringsdeskundigen met een roep om eenduidigheid, waarbij elke patiënt een uniek persoonlijk advies krijgt, afhankelijk van ervaringen, ernst en familiegeschiedenis. Ook concludeerde de commissie
len misschien veel vrouwen in het ziekenhuis die dat liever thuis hadden gedaan, gebaseerd op niet erg hard bewijs. Het identificeren van deze kennishiaten geeft duidelijk aan waar nieuw onderzoek nodig is. Een groter onderzoek moet uitwijzen hoe het in de praktijk gaat, want misschien zijn we veel te voorzichtig.’
dat het belangrijk is dat zorgverleners beter overleggen, zodat iedereen weet wat er is gebeurd en mensen niet langs elkaar heen werken en patiënten de beste zorg krijgen.
Praktijk Ondanks deze onzekerheid is de richtlijn een verbetering voor de praktijk en is de groep vrouwen die hieraan behoefte heeft groot. Vrouwen lijden meer een uitgave van de ADF stichting
De keuze al dan niet een SSRI te slikken tijdens de zwangerschap is geen eenvoudige. Het is goed om in alle rust na te denken over je kinderwens, waarbij de nieuwe richtlijn mogelijk helpt wat druk van de ketel te halen: ouders hoeven geen rekening te houden met hele grote risico’s én straks hopelijk ook niet meer met tegenstrijdige adviezen.
17
01_Vizier_lente_2013 F 07-03-13 15:13 Pagina 18
18
Column Frits Boer
Vizier
H
eb je een beetje kunnen slapen vannacht? Veel lezers van Vizier zullen die vraag niet volmondig met ja kunnen beantwoorden. Angst staat slaap in de weg. Het is immers het gevoel dat als een dashboardlampje van de geest gaat branden wanneer er sprake is van gevaar. En wanneer je in gevaar bent, ga je niet met gesloten ogen liggen. Dan moet je waakzaam zijn, om het gevaar te bestrijden of ervoor weg te komen. Mensen met een angststoornis hebben het probleem dat dit dashboardlampje heel snel oplicht, maar niet snel dooft, ook al is het gevaar al lang geweken of er niet eens geweest. Hun geest staat voortdurend in de waakstand. Een poosje geleden woonde ik een lezing bij van slaapexpert Eus van Someren. Hij liet zien dat onze slaapgewoonten en problemen voor een groot deel erfelijk bepaald zijn. Hij vroeg zich af hoe het kan dat slaapproblemen zo wijd verbreid voorkomen en dus kennelijk als erfelijk eigenschap op grote schaal worden doorgegeven. Je zou denken dat een negatieve eigenschap de kans op overleven juist verlaagt, waardoor zo’n kenmerk langzamerhand uit de ‘genenpool’ verdwijnt. Zou het kunnen dat slapeloosheid niet alleen maar slecht is maar ook voordelen biedt? Zij die met slapeloosheid kampen, zullen nu vol verbazing hun rode ogen uitwrijven, want na zo’n nacht woelen kun je niet verzinnen wat daar nuttig aan kan zijn. Om dit beter te snappen, moeten we teruggaan in onze geschiedenis. Die begint zo’n tweehonderdduizend jaar geleden. Pas de laatste tweehonderd jaar daarvan zijn we in staat om met gaslicht en later elektrisch licht bezig te blijven na zonsondergang. In die oneindig veel langere periode daarvoor moesten we gehoorzamen aan Moeder Natuur, ofwel de draaiing van onze planeet, die maakt dat op een bepaald moment het deel van de aarde waar we wonen niet meer wordt verlicht door de zon. Het wordt dan met recht aardedonker en kun je niet veel meer doen dan slapen tot de volgende ochtend de zon weer opgaat. Toch is dit niet helemaal waar. Ten eerste is er soms
foto PATRICK VAN DER SANDE
De slapelozen van de nacht
het licht van de maan, dat enig zicht mogelijk maakt en ten tweede is er altijd vuur geweest. Ook toen mensen nog niet wisten hoe ze dit zelf konden maken, was het er. Ergens was blikseminslag geweest, waardoor een bosbrand ontstond. Het smeulende hout werd meegenomen naar de plek waar mensen samenwoonden en moest brandend worden gehouden. De rook ervan beschermde tegen stekende insecten en het licht schrikte roofdieren af en gaf de mens zicht op de omgeving, waardoor vijanden tijdig konden worden ontdekt. Het was dus essentieel dat er ook ’s nachts mensen wakker bleven om het vuur brandend te houden. Het zijn die slapelozen van de nacht, die ervoor zorgden dat wij nu nog steeds als succesvolle diersoort over de aardbol bewegen. Het zou dus goed kunnen dat de genen die je tot licht slapen veroordelen, zich zo goed hebben kunnen handhaven, vanwege de garde van nachtwakers. Ik denk dat de redenering van Eus van Someren ook opgaat voor het legioen van angstige mensen, met hun snel oplichtende dasboardlampjes. Zij zijn waakzaam, behoedzaam en voorzichtig en daar is onze maatschappij bij gebaat. Alleen is het zaak dat de angst die je makkelijker voelt dan een ander in je voordeel werkt en je niet in de weg zit. Hoe dat moet zal vaak het onderwerp zijn van deze column. een uitgave van de ADF stichting
01_Vizier_lente_2013 F 07-03-13 15:13 Pagina 19
lente 2013
19
Ervaringsverhaal
Het angstmonster slaapt ZZZ…
ZZ Z…
ZZ Z
door EVA
…
MEEUSEN - HENNIGER
Angst is een monster met klauwen, dat je besluipt wanneer je dat niet verwacht. Eva Meeusen werd geconfronteerd met heftige angst voor de angst, maar ging de persoonlijke strijd aan die ze in dit artikel voor ons beschrijft: ‘Mensen denken misschien dat ze ermee moeten leren leven, maar mijn verhaal laat zien dat je er écht zelf uit kunt komen.’
A
ngst heeft vele verschijningsvormen. Ik heb ‘angst voor de angst’. Hierbij ben je bang om angstig te worden in situaties waarin je eerder angst ervoer. Dit kan zich als een olievlek uitbreiden; voordat je het weet, ben je bang om in openbare ruimtes te komen. Ik was al een tijdje gestrest. Sliep slecht, was kortaf, piekerde en voelde intens verdriet. Net toen ik dacht de dingen weer onder controle te hebben en zowel verdriet als moeheid bijna kwijt was, ging het mis en werd ik in een winkel niet goed. Ik hyperventileerde, had het gevoel dat ik geen lucht meer kreeg. Pas na een uur en met veel moeite kwam ik weer thuis, al zag ik wazig en liep ik zwabberend. Daarna werd de hyperventilatie erger, net zoals het gevoel van voortdurende angst. Ik durfde geen winkel meer in, noch mijn zoontje van school te halen. Twee weken na de eerste aanval ging ik naar de huisartsenpost, waar lichamelijk niets mis bleek, maar wel de diagnose ‘hyperventilatie in combinatie met een angststoornis’ gesteld werd. Hyperventilatie is een verkeerde manier van ademhalen, die vaak samengaat met benauwdheid en hart“
een uitgave van de ADF stichting
kloppingen. Mijn huisarts constateerde ook een burnout en adviseerde een gespecialiseerde fysiotherapeut in psychosomatische klachten, waar ik leerde te ontspannen en beter adem te halen. Belangrijk, want als je verkeerd ademt word je steeds angstiger.
Warme deken Het was fijn te ervaren dat goede vrienden, buren, familieleden mij tijdens de behandelingen bleven omringen en steunen. Hun pogingen om mijn klachten te snappen voelden als een warme deken om me heen. Die vertrouwde personen en omgeving maken dat je in staat bent de eerste stappen te zetten om van de angst af te komen. Onbegrip uit je omgeving is erger dan haat of jaloezie, want het betekent dat jij als mens niet serieus genomen wordt. Als je in staat bent om te denken, ‘jammer dan, jij wilt mij blijkbaar niet snappen, dan heb ik jou ook niet nodig’, helpt dat positief in het leven te blijven staan en je te ontworstelen aan de negatieve gevoelens die je toch al hebt. Kies uit de veelheid van adviezen die je krijgt, vooral de aspecten die het beste bij
01_Vizier_lente_2013 F 07-03-13 15:13 Pagina 20
01_Vizier_lente_2013 F 07-03-13 15:13 Pagina 21
lente 2013
21
Ervaringsverhaal
jou passen. Ik heb veel adviezen ter harte genomen; een paar simpele trucs die mij echt hebben geholpen zijn:
• voordat je de deur uitgaat op je pols schrijven, ‘ik ben sterk’; als je ergens bent waar je angst ervaart, kijk dan naar je pols; • hardop tegen jezelf – terwijl je in de spiegel kijkt – zeggen, ‘ik ben sterk’; • regelmatig naar muziek luisteren. Angstgevoelens kunnen daarmee afnemen.
Maar wat ik ook probeerde om rustiger te worden, ik voelde de spanning overal; de zenuwen gierden voortdurend door mijn lijf, ik voelde me net een sidderaal! Omdat ik vond dat ik te weinig vooruitgang boekte, werd in overleg met huisarts en fysiotherapeut besloten medicatie te gaan gebruiken en exposure therapie te volgen bij een psycholoog. Daarbij leerde ik inzicht te krijgen in situaties die angst opwekken en je daaraan vervolgens bewust bloot te stellen. Zo deed ik al lang geen boodschappen meer, nadat ik was gaan hyperventileren. Een goede vriendin, Connie, die vroeger een zware angststoornis had, moedigde mij aan om samen boodschappen te doen. Ik vond het moeilijk en voelde me van tevoren bar slecht. Al snel had ik het gevoel te stikken en wilde ik weg, maar Connie haalde me over te blijven, terwijl we ademhalingsoefeningen deden. Gaandeweg voelde ik de onrust in mijn lichaam minder worden. Bij de supermarkt haalden we uiteindelijk het veelvoudige van de twee boodschappen die ik mijn psycholoog had beloofd. De caissières waren blij me weer te zien en zeiden dat ik vooral vaker moest komen!
Als je eenmaal op de goede weg bent, word je misschien ongeduldig en overmoedig. Wie perfectionistisch van aard is en gewend is prestaties te leveren, moet extra oppassen zichzelf niet voorbij te rennen. Bouw rust in en accepteer dat twee stappen vooruit soms gevolgd worden door één stap achteruit. En wees trots op jezelf. Vier je successen, dat sterkt je zelfwaardering! De medicatie die je slikt lijkt het bewijs dat je het niet op eigen kracht redt. Je schaamt je misschien, maar realiseer je dat ze nodig zijn als je van je angst wilt afkomen. Of je nu een ontsteking hebt en pillen moet slikken tegen de pijn, of dat je een psychisch probleem hebt waar je medicatie voor moet slikken, maakt eigenlijk niks uit. Wanneer je omgeving het allemaal maar raar vindt, train jezelf dan door te zeggen, ‘het helpt mij, dus wat maakt het uit?’ Overigens gaan die medicijnen zeker niet werken, als je geen wilskracht toont. Wilskracht is een voorwaarde voor het slagen van het gehele proces.
Het angstmonster slaapt Angst kan echt overwonnen worden. Put uit de kracht die je in jezelf hebt, dat is jouw belangrijkste hulpmiddel om beter te worden. Hoewel ik nog niet helemaal van mijn angst af ben, bevind ik me op de goede weg. Ik weet dat ik zal slagen om een groot deel van mijn angst overboord te zetten en om weer volop van het leven te genieten. Ergens is deze angstperiode voor mij een soort cadeautje geweest, omdat ik meer inzicht in mezelf, mijn persoonlijke ontwikkeling, zelfontplooiing en zelfvertrouwen heb mogen ervaren en ontvangen. Mijn angstmonster slaapt nu. Ik hoop van harte dat het nooit meer wakker zal worden, maar in een eeuwige winterslaap wegzakt.”
Gewoon doen wat je angstig maakt, al zet je maar één voet over de drempel, is een deel van de oplossing. Het negatieve beeld dat je hebt – ‘oh jee, ik word niet goed, ik moet hier weg!’- om te buigen naar: ‘hé, het is hier best gezellig!’ is als het ware mindfulness, waarbij je je bewust op iets of iemand concentreert en overige prikkels uitschakelt. Het is goed om langzaam en rustig te werk te gaan. Doe niet teveel boodschappen ineens, schrijf ze vooraf op een briefje en ga op een rustig moment. Te veel tegelijk put je enorm uit, heb ik ervaren. Het oefenen gecombineerd met werk en/of gezin kost enorm veel energie!
een uitgave van de ADF stichting
foto EVA MEEUSEN- HENNIGER
Eén voet over de drempel
Eva Meeusen: ‘Mijn angstmonster slaapt nu.’
01_Vizier_lente_2013 F 07-03-13 15:13 Pagina 22
22
Wetenschap
Vizier
Doorbraak in onderzoek:
TMS bij OCD door SUSANNE
RIJNDERS
foto’s VUMC
Repetitieve transcraniële magnetische stimulatie (TMS) blijkt meer controle te geven over het reguleren van emoties en zou in de toekomst als interventie kunnen worden ingezet bij ernstige therapieresistente dwangstoornissen (OCD). Dat zou een volgende stap zijn na het onderzoek dat promovendus Stella de Wit deed onder leiding van Odile van den Heuvel, psychiater bij het VU Medisch Centrum. Dit onderzoek is een doorbraak, omdat nooit eerder is aangetoond dat deze stoornis op deze manier kan worden beïnvloed.
De balans manipuleren
D
e afgelopen vijf jaar deden van den Heuvel en De Wit onderzoek naar het effect van repetitieve transcraniële magnetische stimulatie (TMS) op emotieregulatie bij de dwangstoornis (OCD). Het promotieonderzoek waarop Van den Heuvel in 2005 promoveerde, vormde de basis voor de start van deze studie naar het effect van TMS op emotieregulatie bij mensen met dwangstoornissen. Het onderzoek liet zien dat er bij OCD een verhoogde hersenactiviteit in rust is en in reactie op emotionele informatie in het ventrale (emotionele) circuit van de hersenen. In het dorsale (cognitieve) circuit was juist een verlaagde activiteit gedurende denkprocessen. Hieruit volgde de hypothese dat de controle op emoties (= emotieregulatie) tekort schiet bij mensen met OCD, omdat het dorsale, cognitieve circuit te weinig remming geeft op het veel te actieve ventrale, emotionele circuit. De balans tussen het dorsale circuit en het ventrale circuit, de onderlinge interactie en de manipulatie van deze balans middels TMS is het onderwerp van het promotieonderzoek van Stella de Wit, dat zij onder leiding van Van den Heuvel uitvoerde.
Onderzoek in het kort Het onderzoek heeft als titel “Emotieregulatie bij obsessieve compulsieve stoornis, een hersenscan-
studie voor en na magnetische stimulatie”, en heeft als doel te onderzoeken of patiënten meer controle krijgen over hun emoties door met TMS de cognitieve controle (het denken) te versterken. ‘Om onze hypothese te testen, hebben we bij mensen met OCD het dorsale circuit tijdelijk gestimuleerd met TMS. Wat je dan verwacht is dat de dorsale prefrontale cortex een betere controle heeft op het ventrale en limbische circuit. We verwachten dat dit minder reactief zal zijn in reactie op emotionele prikkels en dat mensen dus tijdelijk minder angstig zullen zijn. Bij de gezonde controlegroep hebben we precies het omgekeerde gedaan: het dorsale circuit geremd met TMS, waardoor er minder controle is op het ventrale circuit en je een verhoogde angstreactie verwacht. Tijdens dit experiment hadden we als doel onze patiënten tijdelijk ‘beter’ te maken (therapiemodel) met behulp van hoogfrequente TMS en onze controles tijdelijk ‘ziek’ te maken (virtuele leasie model) met behulp van laagfrequente TMS. Dit is ethisch mogelijk, omdat de effecten van een eenmalige TMS sessie slechts een kortdurend effect hebben: het effect blijft net lang genoeg aan (ongeveer 20-30 minuten) om het te meten in het gedrag en met behulp van een MRI scan, maar is tegelijkertijd ook weer snel genoeg verdwenen om mensen vervolgens weer als de oude naar huis te kunnen laten gaan’. een uitgave van de ADF stichting
01_Vizier_lente_2013 F 07-03-13 15:13 Pagina 23
lente 2013
Wetenschap
Transcraniële magnetische stimulatie Uit onderzoek is gebleken dat men met magneetvelden de hersenactiviteit kan beïnvloeden. Bij TMS wordt er een grote, platte, vlindervormige magnetische spoel op de schedel geplaatst. De precieze locatie waar men gaat stimuleren dan wel remmen wordt bepaald aan de hand van scans, die werden gemaakt tijdens een eerdere MRI scansessie, terwijl patiënten en controles specifieke opdrachten krijgen, die deze betrokken gebieden in kaart brengen. ‘Met behulp van neuronavigatie kan dan vervolgens steeds naar deze gebieden worden gezocht om die te manipuleren. Afhankelijk van de frequentie van de magnetische impulsen kan een hersengebied gestimuleerd of juist geremd worden. Een lage frequentie (1 Hz) remt de hersenactiviteit en een hoge frequentie (10 Hz) stimuleert de activiteit. Bij dit onderzoek is een eenmalige TMS behandeling gebruikt, met dus een tijdelijk effect. Wanneer TMS veelvuldig herhaald wordt, kunnen langer durende effecten optreden’.
werden de deelnemers geconfronteerd met plaatjes uit vijf verschillende condities: een algemene angstconditie, een smetvreesconditie, een symmetrieconditie, een checkconditie en een neutrale conditie. Wij vroegen de mensen in twee verschillende toestanden naar die plaatjes te kijken, namelijk enerzijds hun natuurlijke manier van kijken - zoals ze dat altijd gewend waren - en anderzijds een manier waarbij ze tijdens het bekijken van de plaatjes hun gedachten bijsturen, zoals bekend vanuit de cognitieve gedragstherapie, waarbij je de gedachte over de situatie zó verandert dat je minder angstig wordt. Bijvoorbeeld in het geval van het zien van een plaatje met een vieze tampon. Dan kan je denken, ‘nou die ligt daar maar en ik hoef die niet aan te raken en zolang ik de tampon niet aanraak, gebeurt er niks’. We weten dat als je dit zo bijstuurt, het je dorsale circuit stimuleert en de angstrespons in het ventrale systeem onderdrukt’.
Bevindingen
Het onderzoek ‘Het onderzoek vond plaats van medio 2008 tot eind 2012. Er zijn ruim 40 patiënten en 40 controlepersonen onderzocht. De patiënten kregen hoogfrequente (stimulerende) TMS; de controles kregen laagfrequente (remmende) TMS. In beide groepen kreeg 50% de echte stimulatie en de andere helft een placebostimulatie. We hebben gekeken naar het verschil tussen de groepen in activatie van het ventrale en dorsale circuit tijdens de uitvoering van een emotieregulatie-taak, bij baseline en na stimulatie of remming middels TMS. Tijdens de emotieregulatie-taak een uitgave van de ADF stichting
De bevindingen van de baselinemeting: ‘Eén van onze eerste bevindingen is dat patiënten met OCD in het dagelijks leven deze ‘regulatietechniek’, het bijsturen van het gevoel met behulp van corrigerende gedachten, minder vaak gebruiken, met name als de OCD ernstiger is, maar dat ze tijdens het experiment wél in staat waren de techniek toe te passen. Wel waren de angstscores tijdens het experiment in patiënten veel hoger dan in controles en liet de amygdala (de angstkern in de hersenen) een andere activatiepatroon zien. Dit bevestigt de hypothese dat het bijsturen van de angstrespons verstoord is. Wat we daarnaast vonden bij de baselinemeting is dat als je patiënten naar bijvoorbeeld smetvreesplaatjes laat kijken terwijl zij hun gedachten bijsturen, ze vooral een hersengebied stimuleren, de premotor cortex, een gebied dat eigenlijk meer richting de motorcortex ligt. Terwijl de gezonde controles, zoals verwacht echt hun dorsolaterale prefrontale cortex stimuleren, dus het gebied dat je nodig hebt om goed te reguleren. Wat we ook vonden is dat hoe beter gezonde controles dit dorsale circuit stimuleren, hoe beter ze het gevoel van angst kunnen onderdrukken, dus hoe beter ze in staat zijn om goed te reguleren. Wat we verder vonden is, en dat was ook onze hypothese, dat als je mensen twee keer meet en ze krijgen twee keer verschillende plaatjes te zien, maar je brengt ze toch twee keer in zo’n situatie waarin je angst provoceert, dat bij de gezonde controles (na placebo TMS) op dag twee, dus de tweede keer dat ze dat ondergingen, ze minder angstig waren, minder reactie hadden op die plaatjes. De
23
01_Vizier_lente_2013 F 07-03-13 15:13 Pagina 24
24
Wetenschap
patiënten in de placeboconditie lieten deze normale habituatierespons niet zien. Die lieten op de tweede dag net zo’n grote angst zien als op de eerste dag’. De bevindingen van de metingen die gedaan zijn met de invloed van TMS: ‘De effecten van TMS bij de gezonde controles, die remmende TMS, zorgde ervoor dat de gebruikelijke angstafname er de tweede dag niet was. De gezonde controles met remmende TMS waren net als de patiënten in de placeboconditie de tweede dag niet in staat om lagere angstscores te geven, dus even angstig als de eerste dag: de normale habituatie was afwezig. De patiënten die stimulerende TMS kregen, lieten wel afname zien in angst op dag 2 ten opzichte van dag 1. Dus hetzelfde als bij de gezonde controles in de placeboconditie’.
Conclusies De vragen die van tevoren waren geformuleerd, kunnen naar aanleiding van het onderzoek beantwoord worden: ‘De eerste vraag was of het echt zo is dat patiënten met OCD minder goed in staat zijn angstige gedachten bij te sturen, dat antwoord is ja. Patiënten met OCD zijn minder goed in het reguleren, dat blijkt uit de vragenlijst over regulatie in het dagelijks leven en dat blijkt ook uit dat ze de gebieden die nodig zijn om te reguleren minder goed activeren. De tweede vraag was of het mogelijk is om met TMS het reguleren te beïnvloeden; dat antwoord is ook ja’. Uit het onderzoek blijkt dat TMS effect heeft op de habituatie, maar zijn de effecten subtiel. Van den Heuvel zegt hierover: ‘Dit komt onder andere omdat er sprake was van een éénmalige stimulatie bij patiënten die al 20 jaar klachten hebben. Daarom is de brug naar de klinische praktijk nog niet geheel gemaakt. Wel zijn we begonnen met die brug. We hebben bij een aantal patiënten met therapieresistente OCD in een reeks van 10 exposure-in-vivo sessies steeds voorafgaand aan de exposure 20 minuten TMS gegeven en vervolgens exposure gedaan. Wat je hier eigenlijk mee doet, is door dit dorsale circuit te stimuleren je versterking krijgt van dit gebied, waardoor het extinctieleren beter gaat en patiënten tijdens de exposure die ervaring van angstuitdoving ervaren. De hypothese is dat exposure zo lastig is bij OCD patiënten, en zoveel sessies kost, doordat het extinctieleren, het uitdoven van de angstrespons, niet voldoende plaatsvindt tijdens de exposure. Patiënten voelen dus onvoldoende dat de angst zakt, en denken dan dat dat alleen gebeurt als ze de handelingen uitvoeren. We hebben deze pilot bij 3 patiënten met zo’n
Vizier
therapieresistente OCD uitgevoerd. Dan zie je dat het te doen is, maar dat het heel arbeidsintensief is, omdat je met heel veel mensen een behandeling uitvoert. Bij die patiënten was het heel goed mogelijk om de angst te laten uitdoven tijdens exposure-in-vivo met responspreventie, volgend op de TMS behandeling. Deze pilot hebben we gedaan om te kijken of het uitvoerbaar is en dat antwoord is ja. Patiënten vonden het ook prettig, ze waren in staat tot extinctieleren’.
Toekomst ‘Nu we weten dat een dergelijke aanpak uitvoerbaar is, willen we in de toekomst placebo-gecontroleerd meten of TMS een waardevolle aanvulling is op exposure-in-vivo behandeling. Indien TMS een toegevoegde waarde heeft bij therapieresistente patiënten, zouden we deze behandeling kunnen plaatsen tussen cognitieve gedragstherapie, medicatie en de meer ingrijpende methode zoals Deep Brain Stimulation (DBS). Het effect van TMS is niet blijvend, maar je maakt het mogelijk dat mensen van de exposure behandeling profijt kunnen hebben’. Op dit moment wordt TMS ook als monotherapie bij depressie ingezet. Van den Heuvel ziet de plaats van TMS meer als additivum naast cognitieve gedragstherapie: dus de hersenen in een toestand brengen om ze vervolgens te trainen in de taak die ze hebben. Kortgezegd zou de toekomst voor TMS bij OCD kunnen zijn dat je het herstelproces versnelt door het aangaan en ondergaan van exposures gemakkelijker te maken.
een uitgave van de ADF stichting
01_Vizier_lente_2013 F 07-03-13 15:13 Pagina 25
lente 2013
Column Het Meisje Met De Groene Fiets
Mijn
huis
O
foto SERIOUSREQUEST3FM
foto HMMDGF
p welk moment ik rond Kerstmis de TV of radio ook aanzette, ik kon er niet omheen: 3FM Serieus Request. Zoals elk jaar sloten drie bekende dj’s zichzelf op in het Glazen Huis, dit keer in Enschede. Zonder eten en met weinig slaap draaiden zij 24 uur per dag verzoeknummers om geld in te zamelen voor projecten van het Rode Kruis.
Ik heb mijn eigen glazen huis, niet alleen in december, maar het hele jaar door. Sinds een aantal jaren heb ik gevoel vervreemd te zijn van alle dingen die ik zie, hoor, ruik en voel. Op het moment dat ik dit schrijf, zit ik in de bus en lijkt alles één grote waas. De mensen die instappen, de auto’s die voorbij rijden en de jongen die voor me de Spits zit te lezen; niets of niemand lijkt realiteit. Het gevoel geen echt contact te hebben met je omgeving heet ‘de realisatie’. Hiervoor zijn diverse oorzaken te vinden, maar vaak is het een reactie op heftige negatieve of angstige gevoelens. De realisatie is een beschermend mechanisme van het lichaam dat in werking treedt als alles je teveel wordt. Wanneer je erg angstig bent, draaien je zintuigen overuren. Hierdoor komen prikkels van buitenaf erg hard binnen. Om je hiertegen te beschermen ga je derealiseren. Mijn glazen huis is ontworpen in 2005, door de beroemde architect prof.dr. S. Angst. Ik liep stage in een ziekenhuis waar ik veel last had van sociale angst. Op het moment dat ik het ziekenhuis binnen ging voelde niks meer echt. De roltrap, de collega’s, een uitgave van de ADF stichting
de patiënten en zelfs de koffie die ik dronk leken nep. Ergens een heel naar gevoel, maar ook heel veilig. Doordat ik derealiseerde voelde ik een stuk minder van de angst die gebeurtenissen op het werk bij me opriepen. Daarnaast zorgde het ervoor dat ik niet vluchtte uit de situatie. Op m’n verstand en zonder gevoel deed ik wat er van me verwacht werd. Zodra ik aan het eind van de dag het ziekenhuis weer uitliep, werd alles gelukkig weer echt. Thuis was ik gesloopt en ziek van alle spanning, maar had ik m’n stagedag weer overleefd. De laatste jaren ervaar ik zoveel spanning dat ik continue in mijn glazen huis zit. Er zijn momenten dat ik er daar ontzettend van baal en verdrietig van word. Wanneer wordt alles nou weer echt? Ik wil weer écht voelen. Ik wil weer écht contact hebben met de wereld om mij heen. Gelukkig lijkt mijn glazen wand soms wél net ietsje dunner dan anders. Vooral wanneer ik in het zwembad lig om baantjes te trekken. Om de banen van elkaar te scheiden ligt er een lijn met rode en gele plastic ballen in het water. Heel af en toe lijkt de rode bal net iets meer rood en de gele bal net iets geler dan normaal. Zouden de kleuren ooit weer worden zoals ik ze vroeger zag? Ik heb hoop om ooit van mijn derealisatie af te komen. En mocht dit niet zo zijn: gelukkig is het in mijn Glazen Huis ook vaak heel gezellig. En dat mét lekker eten, genoeg slaap en ook nog eens het hele jaar door.
25
01_Vizier_lente_2013 F 07-03-13 15:13 Pagina 26
26
Interview
Vizier
Eindeloos voor de spiegel staan:
leven met BDD door FLEUR
BRANDS
Uren naar je reflectie staren, een kleinigheid aan je uiterlijk oerlelijk vinden en rituelen uitvoeren om dit te verbergen. Tekenen die op BDD kunnen duiden, oftewel Body Dysmorphic Disorder. Op de jongerenwebsite van de ADF stichting wordt er uitgebreid aandacht aan besteed, maar ook onder volwassenen komt het regelmatig voor.
M
ensen met BDD zijn ervan overtuigd dat er iets mis is met hun uiterlijk, terwijl anderen de onvolkomenheid niet of nauwelijks opmerken,’ vertelt Nienke Vulink, psychiater bij het Academisch Medisch Centrum (AMC) in Amsterdam. ‘Uren zijn ze bezig om het detail te verbergen, door bijvoorbeeld make-up te gebruiken’. Samen met collega Damiaan Denys, ook psychiater bij het AMC, schreef Vullink een boek over BDD. Denys: ‘Tachtig procent van de mensen met BDD is gefocust op het gezicht. Ze vinden bijvoorbeeld een rimpel tussen hun ogen heel erg lelijk of hun neus te scheef. Maar de aandacht kan ook op de borsten of billen zijn gericht of op het hele lichaam.’ ‘
Geen dwang maar BDD Alle BDD’ers hebben een overmatige aandacht voor wat betreft hun uiterlijk. Denys: ‘Dit is het verschil tussen een dwangstoornis en BDD. Bij beiden spelen herhalende rituelen en handelingen een rol, maar BDD’ers hebben daarbij een vertekend beeld van hun eigen lichaam.’ Esther Veldman (33) lijdt sinds haar zestiende aan de ziekte en herkent dit. ‘Lang is gedacht dat ik dwangklachten had. Ik besteedde ongeveer zes uur per dag aan make-up en haar. Die dwangrituelen zijn alleen gericht op mijn huid en kapsel. Ik ben vooral bang dat mijn huid te wit is en dat mijn haar niet goed zit. Toen ik op internet over BDD las viel alles op zijn plaats: dit herkende ik helemaal en paste beter
bij mijn klachten dan een dwangstoornis.’ Via het internet kwam ze bij het AMC terecht, waar een speciale behandeling voor BDD wordt gegeven, waarbij Vullink en Denys nauw betrokken zijn. ‘Meneer Denys begreep me zo goed, toen ik met hem sprak wist ik zeker dat ik BDD heb. Een hele opluchting om zo goed begrepen te worden, maar ook pittig om te weten dat je aan deze ziekte lijdt.’
‘Je zal het maar zijn’ In BNN’s televisieprogramma ‘Je Zal Het Maar Zijn’ vertelt Esther haar verhaal, dat eind 2012 werd uitgezonden. ‘Het leverde veel spanning op om voor de camera te staan. Ik was bang dat ik er op tv lelijk uit zou zien. Daarom heb ik gevraagd of ik de beelden mocht zien, voordat ze werden uitgezonden. Gelukkig viel het mee.’ De reden om mee te doen aan het televisieprogramma was voor Esther duidelijk. ‘Zelf heb ik tot mijn 30e alleen met de klachten geworsteld. Als ik anderen met mijn verhaal kan helpen zou dat super zijn. Ik had ook graag wat meer herkenning willen vinden in anderen toen ik nog niet wist wat ik met mijn problemen aan moest.’ In het televisieprogramma laat Esther onder meer haar zogenaamde beautyroom zien, waar ze haar rituelen uitvoert. ‘Na het volgen van een behandeling in het AMC ben ik hier in plaats van zes uur, tweeëneenhalf uur mee bezig. Omdat ik het vervelend vind om te doen, heb ik een speciale kamer ingericht met spullen die ik mooi vind, om zo op een plek te zijn die me een goed gevoel geeft. Pas als Esther heeft een uitgave van de ADF stichting
01_Vizier_lente_2013 F 07-03-13 15:13 Pagina 27
lente 2013
27
Interview
gedoucht en haar make-up en haar haren gedaan zijn, durft ze de straat op. ‘Nu voel ik me er goed bij als ik klaar ben met de rituelen, dan durf ik onder de mensen te komen. Eerder was dit niet zo, want dan voelde ik me altijd lelijk. Nog steeds vind ik het, als ik een mindere dag heb, lastig om op straat bekenden tegen te komen. Dan draai ik mijn gezicht weg en doe een stap achteruit, en hoop dat ze mijn gezicht minder goed zien.’
en ben ik sociale contacten gaan vermijden.’ Uit angst om lelijk gevonden te worden, raken mensen met BDD vaak geïsoleerd. Dit geldt ook voor Jörn. ‘Ik deed alleen nog maar het hoognodige, dat kostte me al heel veel moeite. Naar school gaan bijvoorbeeld. Verder vermeed ik sociale contacten het liefst.’
Wachten op de volgende bus Niet alleen vrouwen worstelen met deze psychische aandoening, BDD komt ongeveer even vaak bij mannen voor. Jörn Smits, een 22-jarige student journalistiek, merkt de gevolgen van de ziekte dagelijks. ‘Ik kijk heel vaak in de spiegel. Wanneer ik dat niet doe voel ik me slecht, dus geef ik eraan toe. Omdat ik een jongen ben, denken mensen hierdoor vaak dat ik ijdel ben, maar dat ben ik juist niet. Ik ben heel bang dat ik lelijk ben: dat ik bolle wangen heb en dat de rimpel boven mijn neus goed te zien is.’
Ik kon het niet opbrengen om mijn uiterlijk niet te controleren Vier jaar geleden waren Jörns klachten het hevigst. ‘Ik ging altijd met de bus naar school en had daar een vaste plek achter het raam, zodat ik mijn eigen reflectie kon zien. Als deze plek bezet was, wachtte ik op een volgende bus. Ik kon het niet opbrengen om mijn uiterlijk niet te controleren.’ Jörn herkent zichzelf in Michael Jackson. ‘Ik ben altijd bezig met lichtinval, of deze wel voordelig is, net zoals Michael. Als wij dachten dat hij leuke danspasjes deed, was dat alleen omdat hij op de goede manier het licht wilde vangen. Ik weet zeker dat hij ook aan BDD leed. Anders laat je niet zo vaak je gezicht veranderen door de plastisch chirurg.’
Lichtinval Ook Thea Uri (48) lijdt aan BDD en houdt net als Jörn constant in de gaten hoe haar gezicht uitkomt in het licht. ‘Pashokjes in kledingwinkels vermijd ik, want in dat licht valt het litteken op mijn wang erg op.’ Thea weet dat anderen het litteken niet lelijk vinden, toch is ze er door geobsedeerd. ‘Ik kijk vaak in de spiegel en ben veel met camouflagemake-up in de weer. De klachten werden zo zwaar, dat ik mijn werk als leerkracht op een basisschool niet meer kon doen. Al twee jaar ben ik uit de roulatie.’ Helaas is dit voor Thea niet het enige gevolg van BDD. ‘Ik ben depressief geworden vanwege de obsessie met mijn uiterlijk een uitgave van de ADF stichting
Op zoek naar hulp Voor Jörn was het niet volledig maatschappelijk mee kunnen doen één van de redenen om hulp te zoeken. ‘Na drie jaar vertelde ik mijn ouders over mijn klachten. We besloten dat ik me op zou laten nemen in een angst- en dwangkliniek in Venray.’ Ook Thea liet zich behandelen, eerst voor haar depressie en daarna voor BDD bij het AMC. ‘Ik leerde daar om minder in de spiegel te kijken en dingen die ik vermeed juist op te zoeken. Nu durf ik gemakkelijker onder de mensen te komen, al blijft het lastig. Daarom wil ik nog een therapie gaan volgen, een individuele BDD-behandeling in een ziekenhuis in Leiden. Ik wacht nu tot ik daar kan beginnen.’ Ook leerde Thea dat BDD niets lichamelijks is. ‘Ze lieten me inzien dat het in je hoofd zit en dat een bezoek aan een dermatoloog of plastisch chirurg dus niks oplost.’ Nienke Vullink: ‘Veel BDD’ers zien hun probleem niet als een psychische aandoening: ze vinden dat er iets mis is met hun uiterlijk. Hierdoor
01_Vizier_lente_2013 F 07-03-13 15:13 Pagina 28
28
Interview
belanden ze regelmatig bij de plastisch chirurg. Toch is een medische ingreep niet de oplossing. De obsessie met een onderdeel van het lichaam zal na een operatie blijven bestaan. Er is dus een behandeling nodig op psychisch gebied.’
Realistisch naar gedachten kijken Esther leerde bij het AMC eerst om haar rituelen te verminderen. ‘Dit kostte me zoveel tijd dat ik verder bijna nergens meer aan toe kwam, dus het was belangrijk dit als eerste aan te pakken. Daarna volgde ik verschillende soorten groepstherapie. Ik vond veel herkenning bij groepsgenoten en heb het als heel prettig ervaren. Doordat ik niks vreemds aan hun uiterlijk zag, ging ik mijn eigen gedachten relativeren. Misschien was mijn eigen uiterlijk dus helemaal niet zo lelijk…’
Veel BDD’ers zien hun probleem niet als een psychische aandoening: ze vinden dat er iets mis is met hun uiterlijk Esther volgde ook cognitieve gedragstherapie, volgens Denys de beste behandeling bij BDD. ‘Je leert onrealistische gedachten vervangen door realistische. Om de dopamine-opname in de hersenen te herstellen, kunnen medicijnen geslikt worden, vaak antidepressiva.’ Esther heeft veel baat bij het slikken van medicijnen. ‘Het haalt de scherpe kantjes van mijn klachten af. Helaas is vermoeidheid een bijwerking. Ik heb geprobeerd te minderen, maar voelde me daardoor slechter en ben vervolgens weer gaan opbouwen.’
Veel bereikt ‘Door het volgen van een behandeling met cognitieve gedragstherapie en medicijnen zie je bij ongeveer 70 tot 80 procent van de mensen met BDD een afname van de klachten. Helemaal herstellen is moeilijk: er zullen altijd wat klachten blijven bestaan’, vertelt Denys. Bij Esther is dit dus ook het geval, al heeft ze door het volgen van de behandeling veel bereikt. ‘Tijdens oefeningen waarbij ik voor de spiegel positieve punten van mijn uiterlijk moest noemen, zag ik in dat ik niet alles aan mezelf lelijk vind, dat ik bijvoorbeeld een mooie kleine neus heb’, vertelt Esther. ‘Ook met het vrijwilligerswerk dat ik bij AMC deed, naast de reguliere behandeling die ik volgde , heb ik veel bereikt. Daar werkte ik bij de omroep voor kinderen die in het ziekenhuis liggen. Eerst vooral achter de
Vizier
schermen, later heb ik zelfs programma’s gepresenteerd. Dit leverde veel spanning op, maar ik heb het wél gedaan.’ Op het moment is Esther gelukkig met haar vriend. ‘Hij accepteert me zoals ik ben.’
Waar komt het vandaan? Jörn heeft zijn leven weer op de rit, al heeft de gevolgde behandeling hiertoe niet veel bij kunnen dragen. ‘Ik voelde me in de kliniek niet helemaal op mijn plaats. Iedereen in mijn omgeving volgde een opleiding en stond midden in het leven, en ik deed daar niet aan mee. Ik ben met de behandeling gestopt en heb mijn leven drastisch omgegooid. Ik ben op mezelf gaan wonen en heb een jaar rust genomen. Nu volg ik een opleiding die ik leuk vind en heb ik goede vrienden om me heen waardoor ik beter in mijn vel zit.’ Jörns klachten regisseren zijn leven niet meer. ‘Het veelvuldig in de spiegel kijken is iets dat ik moeilijk los kan laten, net als het vragen om bevestiging. Ik wil graag van anderen horen dat anderen me niet lelijk vinden.’ Het minder krijgen van bevestiging op latere leeftijd ziet Jörn als één van de oorzaken van zijn problemen. ‘Toen ik jonger was kreeg ik op verjaardagsfeestjes vaak te horen dat ik een mooi uiterlijk had. Dat wordt minder naarmate je ouder wordt; omdat ik gevoelig ben voor complimenten, had ik daar veel moeite mee.’ Daarnaast speelt genetische kwetsbaarheid een rol bij Jörn. ‘Twee nichtjes hebben anorexia gehad, een ziekte die overeenkomsten heeft met BDD. Mensen die dit hebben zijn ook gefocust op het uiterlijk en hebben een vertekend lichaamsbeeld. Ook mijn tante is in extreme mate op haar uiterlijk gericht.’
In de genen Volgens Damiaan Denys is genetische aanleg een belangrijke oorzaak van BDD. ‘Als je aanleg hebt voor het krijgen van de ziekte, is de kans dat je het ook echt ontwikkelt acht keer groter. Daarnaast kunnen ervaringen uit je leven een rol spelen. Als iemand met BDD is gepest, kan dit een rol spelen bij het ontwikkelen van de ziekte.’ Ook karaktereigenschappen zoals perfectionisme spelen een rol. Naast genetische aanleg is hier bij Esther zeker sprake van. ‘Ik wil dat alles er perfect uit ziet, ben snel bang dat ik het niet goed doe. Ook twijfel ik snel of anderen iets mooi vinden als ik kleding koop of accessoires. Laatst zag ik een telefoonhoesje dat ik erg mooi vond. Ik twijfelde erg of het niet teveel blingbling was, maar heb het toch gekocht. Ik kreeg er alleen maar complimenten over, dus die twijfel was helemaal niet nodig geweest!’ een uitgave van de ADF stichting
01_Vizier_lente_2013 F 07-03-13 15:13 Pagina 29
lente 2013
Column Gert-Jan Dussel
O
P 5 oktober vorig jaar hield de Nederlandse Vereniging voor Autisme hun jaarlijkse symposium in het Beatrixtheater in Utrecht. De ADF stichting krijgt altijd een uitnodiging om daar present te zijn. Samen met een collega stond ik er met onze informatiestand. Het was druk maar tijdens de lezingen was onze zaal leeg, op de standhouders en de bediening na. Dan was er alle tijd om rond te lopen en te kijken. Direct naast ons bevond zich de organisatie voor neurofeedback. Ik had vanuit mijn ooghoeken al gezien dat daar geheimzinnige dingen gaande waren. Bezoekers zaten met draadjes vast aan een laptopcomputer, waar op het scherm allerlei golflijntjes zichtbaar werden. Daar wilde ik meer van weten. De standhouder, laten we hem Karel noemen, was eigenaar van een praktijk voor neurofeedback. Hij nodigde me uit om het ook te proberen. Ik kreeg een paar metalen dopjes op mijn hoofd geplakt, waarmee de computer mijn hersengolven kon registreren. Ik moest mij rustig concentreren op het beeldscherm en na een tijdje riep Karel: ‘Ik zie het al, je hebt een aandachtsstoornis’. Hij wees op een groen vertikaal balkje dat telkens groter en kleiner werd, maar dat toch vooral aan de bovenkant uit het beeldscherm probeerde te springen. ‘Hoe hoger het balkje, hoe minder je je aandacht kunt vasthouden’, zei hij. Oeps, daar was ik niet blij mee. Hoe kon dat nou? Karel legde het bevlogen uit. Hersens werken via kleine stroompjes, die je aan de buitenkant van je hoofd kunt meten. De patronen van die stroompjes hangen af van wat je doet. Simpel gezegd: sommige patronen duiden op rust, die worden alfagolven genoemd. Bètagolven geven juist activiteit aan. Als je slaapt vertonen je hersenen veel alfagolven. Overdag, als je lichamelijk en geestelijk veel bezig bent, heb je veel bètagolven, behalve tijdens rustmomenten. Nou is gebleken dat mensen met adhd en ook die met angststoornissen, op rustmomenten toch veel bètagolven produceren. Nou, ik dus ook. Hé, dacht ik, ik raak inderdaad snel en vaak afgeleid door angstige of vervelende gedachten, juist als ik niks omhanden heb.
een uitgave van de ADF stichting
foto IMAN KEUCHENIUS
Mindfulness en neurofeedback
Karel legde uit hoe ik mezelf kon trainen om meer rustige denkgolven te krijgen. De bedoeling was om het groene balkje zo klein mogelijk te krijgen. Maar hoe dan? Nou, gewoon door me te concentreren op… datzelfde balkje. Daarom heet de techniek ook ‘neurofeedback’, je ziet direct op het scherm (‘feedback’) wat je hersencellen (‘neuronen’) doen. Dus ging ik aan het denken. Het lukte even om het balkje kleiner te krijgen, maar toen ik hem weer langer zag worden dacht ik direct: dat lukt nooit! Onmiddellijk kreeg het balkje zijn maximale grootte. Toen deed ik iets wat ik bij een cursus mindfulness had geleerd. Ik dacht gericht aan mijn linker voet en tot mijn genoegen zakte het balkje naar nul. Dat was interessant. Telkens als ik me iets angstigs voor de geest haalde werd het balkje groot, als ik mij me concentreerde op een voorwerp of lichaamsdeel kromp het weer. En nog mooier: het zakte ook als ik vol zelfvertrouwen dacht: dat lukt me wel! Toen ging me een licht op. Mindfulness-oefeningen noemen ze ook wel ‘aandachtstraining’. Het is een manier om beter in je vel te komen zitten. Dat zal bij neurofeedback ook het geval zijn. Of je een angst- of dwangstoornis met deze methoden grotendeels kunt opheffen is de vraag, maar je wordt er absoluut rustiger van. Bovendien zijn het prettige manieren om dat te bereiken. Ik heb het zelf ondervonden door middel van wat je zou kunnen noemen: mindfulnessfeedback.
29
01_Vizier_lente_2013 F 07-03-13 15:13 Pagina 30
RUIM 20% VAN DE PUBERS WORDT REGELMATIG GEPEST
Dit praktische boek biedt leerkrachten en begeleiders in en buiten het onderwijs handvatten over hoe pesten kan worden gesignaleerd en aangepakt, en – nog veel belangrijker – hoe het kan worden voorkomen. Het boek beschrijft kernachtig de theorie, en biedt een ruime selectie van oefeningen om veiligheid, zelfvertrouwen en sociale vaardigheden te vergroten. De lezer kan direct zelf aan de slag met de oefeningen. Ervaringsverhalen van pubers die gepest zijn en welke gevolgen dit voor hen heeft gehad maken de urgentie van dit boek extra duidelijk.
Zeg nee tegen pesten! is een onmisbaar boek voor leerkrachten, hulpverleners, begeleiders en ouders die kinderen en jongeren begeleiden.
herberd prinsen zeg nee tegen pesten! praktische gids voor leerkrachten, hulpverleners, begeleiders en ouders isbn 978 94 014 0429 7 216 blz. | €29,99
herberd prinsen is een ervaren onderwijsbegeleider, trainer en was ruim 20 jaar docent in het voortgezet onderwijs. Hij begeleidt vanuit hpc – zijn praktijk voor psychotherapie, training en advies – jongeren, hun ouders en docenten. Daarnaast verzorgt hij trainingen voor onderwijsinstellingen en het bedrijfsleven.
bestel deze boeken via www.lannoocampus.nl of de boekhandel.
01_Vizier_lente_2013 F 07-03-13 15:13 Pagina 31
lente 2013
Bibbers
(advertentie)
Nieuw: Vraagbaak Angst en Depressie Sinds kort is de nieuwe website te bezoeken: www.vraagbaak-angstendepressie.nl. Het is de opvolger van Silhouet. Het doel van de website is om cliënten, professionals en andere geïnteresseerden te informeren over angst en depressie. We streven ernaar om een goede mix te creëren tussen wetenschap, praktijk, casuïstiek en opinie. Het middel om ons doel te bereiken zijn deze website en de Silhouet literatuurservice over angst en depressie. De site biedt al meer dan 100 belangwekkende artikelen over angst en depressie die voor iedereen toegankelijk zijn. Het eboek Somber brein is onder de knop Boeken gratis aan te vragen. Het gaat over depressie bij ouderen en is speciaal geschreven voor senioren. Voor vragen over de website of de literatuurservice is een e-mail naar
[email protected] voldoende. Jan van Ingen Schenau
een uitgave van de ADF stichting
31
01_Vizier_lente_2013 F 07-03-13 15:13 Pagina 32
32
Nieuws, wetenschap
Yoga helpt bij depressie Yoga-lichaamsoefeningen helpen tegen milde depressie. Ze verbeteren niet alleen je stemming, maar zorgen ook dat patiënten beter functioneren en meer kwaliteit van leven ervaren. Drie Amerikaanse psychologen spitten hiervoor al het relevante wetenschappelijke bewijs door. Zij vonden drie goede én relevante studies die het verband tussen depressie en yoga onderzochten. Samengenomen toonden de resultaten dat yoga een positief effect heeft. De onderzoekers publiceerden hun overzichtsstudie januari 2013 in het tijdschrift Frontiers in Psychiatry. Al zin om jezelf op te vouwen in de downwardfacing-dog? Lees toch nog even verder: De onderzoekers struikelden wel over verschillende
Elke jaar 200.000 nieuwe stoornissen Jaarlijks krijgen bijna 200.000 mensen een psychische stoornis. Meest voorkomend zijn angststoornis, stemmingsklachten en daarna verslavingen. Het zijn de eerste resultaten van het onderzoek NEMESIS-2, dat het Trimbos-instituut in januari presenteerde. NEMESIS-1 baarde opzien in de jaren
Veldproeven DSM vallen tegen De veldproeven van het nieuwe diagnosehandboek DSM-5 stellen teleur. Deze experimenten testten hoe betrouwbaar – nieuwe – diagnoses zijn. Praktisch betekent dat: Krijgt een angstpatiënt van twee psychologen dezelfde diagnoses, voor bijvoorbeeld een angststoornis, opgeplakt. De resultaten verschenen in The American Journal of Psychiatry. De uitkomsten werden per diagnose uitgedrukt in
Vizier
problemen en aan hun resultaten kleven dus enkele mitsen en maren. Zo vergeleken sommige van de gebruikte experimenten Yoga-patiënten met een groep die helemaal geen behandeling kreeg. Dat is geen nuttige test: je wilt niet weten of Yoga beter is dan niets, maar of het beter is dan de beste, gebruikte behandelingen, zoals cognitieve gedragstherapie. Verder verschilden de experimenten in wat ze onderzochten. Het ging om een lappendeken aan Yoga-onderstromingen, er waren verschillen in hoe depressief patiënten waren en hoe intensief ze oefenden.
negentig door het voorkomen van psychisch leed veel hoger te becijferen dan verwacht. Uit deze tweede ronde kwamen ook al een aantal trends naar voren. Zo bleek dat jongeren, lager opgeleiden en armen meer kans liepen om een diagnose te krijgen. Belangrijke concrete oorzaken voor depressie waren – niet-onverwacht – een scheiding, overlijden van een partner, verliezen van en baan of teruggang in inkomen.
één getal, de Kappa. Wanneer de Kappa gelijk is aan één, zijn de psychologen het helemaal met elkaar eens en is de diagnose perfect betrouwbaar. Bij een score van nul is er sprake van willekeur en dus is het oordeel onbetrouwbaar. Overall scoren diagnoses matig, veelal rond de 0,5. De diagnose voor depressie scoorde een ronduit slechte 0,28 maar toppunt is de nieuwe diagnose ‘gemengde angst-de-pressieve-stoornis’ die een nul scoort. Komende tijd zal er flink worden gespeculeerd over oorzaken en verbeteringen. De nieuwste DSM was al omstreden. Niet alleen zou de in-vloed van de farmaceutische industrie te groot zijn; te ruime diagnoses zouden normaal gedrag problematiseren.
een uitgave van de ADF stichting
01_Vizier_lente_2013 F 07-03-13 15:13 Pagina 33
Nieuws, wetenschap
Een derde patiënten stopt behandeling voortijdig Wereldwijd stopt een derde van alle patiënten voortijdig met zijn psychologische behandeling. Er is dus nog veel winst mogelijk bij het behandelen van leed na een diagnose. Vooral bij eerste bezoeken moet er aandacht komen voor het voorkomen van uitval. Het onderzoek werd uitgevoerd via persoonlijk afgenomen enquêtes. De Wereldgezondheidsorganisatie verzamelde de gegevens wereldwijd en publiceerde deze in
Borrel voor bed? Liever niet. Het drinken van alcohol voor de slaap zorgt dat je slechter slaapt – al dommel je wel sneller in. Een borreltje voor bed, lijkt dus onverstandig advies voor slechte slapers. Onderzoekers van het Londense slaapcentrum komen tot die conclusie in een overzichtsstudie waarbij ze twintig eerder onderzoeken bekeken uit een selectie van honderd. Ze schrijven over hun eindoordeel in het tijdschrift Alcoholism: Clinical & Experimental Research. Een van de auteurs waarschuwt tegenover de BBC dat voorzichtig te zijn met regelmatig alcoholgebruik. Het kan leiden tot snurken, onrustiger slaap
Behandeling mikt tegelijk op dwang- en eetstoornissen
foto WWW.EPSOS.DE
De therapievorm Exposure and responsive prevention (ERP) werkt goed tegen de combinatie van dwang- en eetstoornis – die vaak voorkomt. Zowel het BMI ging naar een normaler niveau, en symptomen van depressie en dwang namen af.
een uitgave van de ADF stichting
The British Journal of Psychiatry. Gegevens uit Nederland kwamen van het Trimbos-instituut. Gemiddeld haakt dus een derde van de patiënten vervroegd af. Dit gebeurt veelal bij eerstelijnspsychologen en veel minder bij psychiaters. Uitval gebeurde vooral vroeg in behandeling, vooral het tweede bezoek blijkt een flessenhals. Het uitvallen van patiënt bleek nauwelijks gelieerd met hun eigen welvaart. Wel was het lager in de meest welvarende landen. De enquête werd in 24 landen afgenomen en 8482 mensen gaven aan onder behandeling geweest te zijn.
en in het uiterste geval tot slapeloosheid. Alcohol zorgt er namelijk voor dat we minder lang in REMslaap zijn, de meest voldoenende fase van de slaapcyclus waarin we ook dromen. Andere effecten van alcohol zijn dat je eerder in slaap valt en dieper in slaap raakt. De onderzoekers raadden drankliefhebbers aan om hun laatste borrel twee uur voor de slaap te nemen.
foto WWW.GATIUSS.COM
lente 2013
Amerikaanse psychologen publiceerden dat resultaat afgelopen januari in het tijdschrift Cognitive Behaviour Therapy. Het team volgde 56 mensen die leden aan deze combinatie van aandoeningen. De patiënten werden opgenomen in een kliniek en kregen de huidige beste behandeling, gedragstherapie, of de huidige standaard met ERP. Ook kregen ze allerlei ander vormen van ondersteuning, zoals een voedingsadvies en sociale ondersteuning. De meeste patiënten waren ook onder behandeling met antidepressiva.
33
01_Vizier_lente_2013 F 07-03-13 15:13 Pagina 34
34
ADF-info
Vizier
Nieuwe site online! Wij zijn heel blij dat onze vernieuwde site online is! Achter de schermen is er hard aan gewerkt om alles gereed te maken. De site is nu een stuk overzichtelijker. Er staan duidelijke nieuwsitems op, geïllustreerd met afbeeldingen en een mogelijkheid om op artikelen te reageren.
Webwinkel Er staat als vanouds weer veel informatie op die gedeeltelijk is vernieuwd en aangevuld. Het overgrote deel is gereed maar de site is nog niet helemaal af. Het zit in de planning om bepaalde tekstgedeelten nog te vernieuwen, dus wij nodigen u uit om regelmatig een kijkje te nemen! Wij verwachten dat de webwinkel waar u meteen boeken kunt bestellen in september gereed is. Tot die tijd kunt u op de boekenpagina een bestelformulier inzien en zo de boeken bekijken die u bij ons kunt bestellen.
Inloggen en inlogcodes Als een nieuwe site online is zijn er altijd nog wel wat kinderziekten die hersteld moeten worden. Wij vragen uw begrip hiervoor en proberen uiteraard alles zo snel mogelijk op te lossen. Zo bleken de inlogcodes die u heeft voor de oude site niet te matchen met de nieuwe site, met uitzondering de inloggegevens voor gebruik van het forum. Wij hebben nu nieuwe inlogcodes, zowel voor het forum als om alle artikelen van de Vizier digitaal in te kunnen zien. Deze inlogcodes zult u per e-mail ontvangen.
Mocht u nog andere zaken tegenkomen die niet naar behoren werken, zoals bijvoorbeeld links die niet verwijzen naar de goede pagina, meld het ons! Wij werken ondertussen gestaag verder aan de site en zullen u op de hoogte houden van de ontwikkelingen!
Oproep Wilt u de nieuwsbrief ontvangen, eens een vraag kunnen stellen over bijvoorbeeld medicatie aan een psychiater, willen weten hoe iemand lotgenotencontact ervaart of heeft u zin om mee te praten op het forum? Dan ontvangen wij graag uw e-mailadres. Wilt u meepraten op het forum? Vraag dan uw inloggegevens op voor het forum van onze nieuwe site. Stuur een e-mail naar:
[email protected] met als onderwerp: inloggegevens forum. Dit geldt alleen voor nieuwe leden en leden waarvan het e-mailadres nog niet bij ons bekend is. Wilt u graag de nieuwsbrief digitaal ontvangen met daarin de laatste nieuwsontwikkelingen, activiteiten en wetenswaardigheden van de ADF stichting? Stuur een e-mail naar:
[email protected] met als onderwerp: aanmelding nieuwsbrief.
Lotgenotenbegeleiders Bent u ervaringsdeskundig en heeft u wel eens een groep meegedraaid als deelnemer of begeleider? Misschien is het iets voor u om eens per maand samen met nog een ervaringsdeskundige een groep te begeleiden. In de bijeenkomsten delen mensen veel ervaringen en tips. Zij voelen zich welkom, begrepen, erkend en gewaardeerd. een uitgave van de ADF stichting
01_Vizier_lente_2013 F 07-03-13 15:13 Pagina 35
lente 2013
ADF-info
Lotgenotencontact De groepen lotgenotencontact starten twee maal per jaar, te weten in februari en september, wanneer er voldoende aanmeldingen zijn. Voor meer informatie en aanmeldingen: www.adfstichting.nl, e-mail:
[email protected] of telefoonnummer 0900 - 200 87 11.
Alkmaar
Angst
Dwang
Gemengde groep
Almelo
Angst
Dwang
Gemengde groep
Amsterdam
Angst
Dwang Dwang
Amsterdam AMC Arnhem
Angst
Dwang
Gemengde groep
Breda
Angst
Dwang
Gemengde groep
Den Bosch
Angst Dwang
Doorlopende groep
Den Haag Driebergen
Angst
Dwang
Ouder/Partners
Eindhoven
Angst
Dwang
Gemengde groep
Groningen
Angst
Dwang
Gemengde groep
Leeuwarden
Angst
Dwang
Gemengde groep
Nijmegen (Lent)
Angst
Rotterdam
Angst
Dwang
Zwolle
Angst
Dwang
Gemengde groep
Telefonische hulpdienst Elke werkdag van 9.00 – 13.30 uur en van maandag tot en met donderdag ook ’s avonds van 19.00 – 20.30 uur.
Belafspraken Indien u een bepaald onderwerp wat uitgebreider zou willen bespreken is het mogelijk een belafspraak te maken via ons regionale nummer (lokaal tarief). U kunt hiervoor een verzoek doen via de e-mail:
[email protected] of via telefoonnummer 0900 – 200 87 11.
Inloopochtend Op donderdagochtend van 9.30 tot 11.30 uur is er inloopochtend in Driebergen. U kunt dan bij ons terecht voor informatie en advies via een persoonlijk gesprek. Op afspraak kunt u ook op andere ochtenden terecht. Dit kunt u aanvragen per e-mail of telefoon. Adres: Hoofdstraat 122, 3972 LD Driebergen-Rijsenburg.
Donaties ADF Het is mogelijk om de ADF stichting te ondersteunen via donaties. Indien uw donatie € 45,00 of meer bedraagt, bent u tevens geabonneerd op de Vizier.
COLOFON De Vizier is het magazine van de ADF stichting. Het heeft als doel om mensen met een angststoornis erkenning, herkenning en inspiratie te geven. De Vizier verschijnt vier maal per jaar. Ook verschijnt er ongeveer vier keer per jaar een nieuwsbrief die u per mail ontvangt. Redactie Kaat Olsson (hoofdredacteur), Shirley Brandeis, Fleur Brands, Jeroen van Dijken, Dagmar Middelhoff, Rob Ramaker, Susanne Rijnders, José Bosch (corrector), Addy Nooitgedacht (corrector), Simon van Kessel (illustraties), Josine van Hamersveld (directeur ADF stichting) Redactie-adres Hoofdstraat 122 3972 LD Driebergen
[email protected] Vormgeving Arthur van Aken, Ferdinand van Nispen Uitgever Performis, ’s-Hertogenbosch Abonnementen/lidmaatschap Het lidmaatschap van de ADF stichting kost € 45,00 per jaar (eenmalige inschrijfkosten € 7,00). U bent dan automatisch geabonneerd op Vizier. Het lidmaatschap loopt per kalenderjaar van 1 januari tot en met 31 december. Nieuwe abonnementen kunnen op elk gewenst tijdstip ingaan. Aanmeldingen kunnen telefonisch: 0900 – 200 87 11, schriftelijk: Hoofdstraat 122; 3972 LD Driebergen-Rijsenburg, of per e-mail:
[email protected]. Beëindiging van het abonnement of het lidmaatschap van de ADF stichting (dat gekoppeld is aan het abonnement) kan uitsluitend schriftelijk voor 1 november van het lopende kalenderjaar. Bij niet tijdige opzegging wordt het abonnement/lidmaatschap automatisch met één jaar verlengd. Betalingen Bankrekeningnummer ADF: 915743 Copyright Niets uit dit tijdschrift mag in welke vorm dan ook worden overgenomen zonder toestemming van de uitgever. Aansprakelijkheid De redactie is niet aansprakelijk voor de inhoud van de onder auteursnaam opgenomen artikelen. ISSN 2212-0300
een uitgave van de ADF stichting
01_Vizier_lente_2013 F 07-03-13 15:13 Pagina 36