Bestuursverslag Bijbels Museum 2012
Doelstelling De statutaire doelstelling van het Bijbels Museum is om in een museale context inzicht te geven in de geschiedenis, achtergrond, inhoud en invloed van de bijbel op de Nederlandse cultuur.
1.Bestuur en directie directie
Het bestuur van het Bijbels Museum was als volgt samengesteld in 2012: Dr. S.J. Noorda, voorzitter Prof. dr. J.W. van Henten Mr. M.L. Bremer Drs. C.H. Broers Drs. M. Timmers Verhoeven
Het bestuur kwam in 2012 vijf keer in vergadering bijeen, te weten 7 maart, 19 juni, 26 september, 16 oktober en 3 december.
De detachering van de directeur, drs. J. Kiers, voor 50% van haar tijd bij het Bijbels Museum vanuit Ons’ Lieve Heer op Solder (sinds oktober 2009) is voor onbepaalde tijd gecontinueerd. De bundeling van krachten – Amsterdam Heritage Museums - met het Amsterdam Museum/Willet Holthuysen en Museum Ons’ Lieve Heer op Solder is in de loop van 2012 verder ontwikkeld. Het gezamenlijk ondernemerschap is onveranderd gericht op afstemming en verhoging van de kwaliteit van het inhoudelijke aanbod, versterking van professionaliteit, effectiviteit, efficiency en slagkracht. De samenwerkende musea tonen en vertellen elk een deel van het cultuurhistorische verhaal van Amsterdam en streven ernaar via deze aanpak de bezoeker een heldere cultuurhistorische ‘menukaart’ te bieden op verschillende locaties met ieder hun eigen sfeer, kwaliteit en geschiedenis.
2. Beknopte kwalitatieve beschrijving van gerealiseerde activiteiten en bijdrage aan de ambities uit het Kunstenplan Kunstenplan
1
Het Bijbels Museum is in 2012 enigszins afgeweken van de oorspronkelijke plannen zoals ze in het Kunstenplan omschreven waren. Het heeft zich in 2012 sterk geconcentreerd op de verdere verkenning van de mogelijkheden op het gebied van samenwerking: organisatorisch en inhoudelijk. Op organisatorisch vlak heeft, financieel ondersteund door Rabobank Amsterdam, een onderzoek plaatsgevonden naar diverse samenwerkingsmodellen, waaronder dat van de coöperatie. Gekozen is voor een formalisering van de huidige werkwijze door middel van een samenwerkingsovereenkomst die in 2013 door de drie samenwerkende partijen zal worden bekrachtigd. Op inhoudelijk gebied is de samenwerking met het Amsterdam Museum en Museum Ons’ Lieve Heer op Solder zichtbaar geworden in de tentoonstelling Geloof in Natuur – bloemen van betekenis (27 april – 30 september). Deze tentoonstelling toonde een bijzondere selectie schilderijen, die vrijwel allemaal deel uitmaken van één particuliere verzameling. Deze collectie, bijeengebracht door verzamelaar Brian Capstick, was met deze tentoonstelling voor het eerst in z’n geheel in een museum te zien. De schilderijen toonden een overzicht van de ontwikkeling van het bloemstilleven in de 17de en 18de eeuw, en namen de bezoeker mee in de vaak religieuze symboliek van de bloemstillevens. Gastconservator dr. Sam Segal, en adviseur van de verzamelaar had het Amsterdam Museum benaderd met de vraag deze collectie in Amsterdam te presenteren. Vanuit de samenwerking is toen besloten dat deze collectie het best tot haar recht zou komen in het Bijbels Museum. Het rijke grachtenpand uit 1662, waarin het museum is gevestigd, en de kleurrijke, subtiel geschilderde stillevens sloten in tijd, sfeer en kwaliteit bij elkaar aan en versterkten elkaar op een natuurlijke manier. Daarnaast sloot het onderwerp aan bij de thematiek van het museum. De schilderijen zijn ontstaan in een tijd waarin bijbel en geloof deel uitmaakten van het dagelijks leven en de natuur gezien werd als openbaring van God. Aan de tentoonstelling en dit boek is gewerkt door een team dat is samengesteld uit collega’s van drie Amsterdamse musea: het Bijbels Museum, Amsterdam Museum en Museum Ons’ Lieve Heer op Solder. Zij bundelden kennis, inzet en creativiteit en presenteerden in het Bijbels Museum de privéverzameling in combinatie met voorwerpen uit de drie collecties. Bij de tentoonstelling werd door de samenwerkende educatoren een kinderprogramma en een audiotour ontwikkeld. In eigen beheer werd een catalogus uitgegeven, mogelijk gemaakt met een bijdrage van de verzamelaar.
In één van de woonkamers van het huis werd gedurende de tentoonstellingsperiode een presentatie getoond van fotografie van een jonge generatie fotografen, geselecteerd en bijeengebracht door Fotografiemuseum FOAM. De jonge fotografen toonden verrassende interpretaties van bloem-, fruit- en vanitasstillevens. De tentoonstelling Geloof in Natuur werd door pers en bezoekers positief gewaardeerd en leverde vele persvermeldingen op. Toch bleef het bezoekersaantal achter bij de
2
verwachtingen. Evaluatie van deze presentatie heeft uiteindelijk geleid tot een aanscherping van het beleid van het Bijbels Museum. We stelden vast dat de integratie van de twee belangrijkste thema’s van het museum – de bijbel en het historische huis – moeilijk over te dragen is aan het publiek. Bezoekers verwachten een krachtiger keuze: voor het huis, óf voor de bijbel. Vanuit dat inzicht hebben bestuur en directie in de zomer van 2012 de koers aangescherpt, met als doel het museum een groter publieksbereik te geven, en in gezond financieel vaarwater te brengen. Uitgangspunt zijn de drie hoofdlijnen die ook in het ondernemingsplan 2013-2016 zijn geformuleerd: herprofileren als Bijbels Museum, nieuw profileren als Amsterdams museum in een historisch grachtenhuis, en gezamenlijk profileren met een sterke groep samenwerkende Amsterdamse musea. Besloten werd tot herinrichting van het huis rond twee thema’s: een nieuwe, compacte presentatie van de collectie van het Bijbels Museum op de twee bovenverdiepingen van het voorhuis, en een (kunst)historische presentatie van voorwerpen uit de collectie van het Amsterdam Museum in de historische ruimten van de Cromhouthuizen. Vanaf 2013 zal het museum deze beide pijlers positioneren: Bijbels Museum én Cromhouthuizen. Daarnaast zal het Bijbels Museum landelijk gaan programmeren in samenwerking met regionale musea, kerken en andere instellingen. Voor investering in herinrichting en programmering worden vanaf het najaar 2012 partners gezocht. Een deel van de herinrichting van het vernieuwde Bijbels Museum zal in samenwerking met Museum Catharijneconvent worden uitgevoerd. Het museum ontving in 2012 27.827 museumbezoekers en 16.437 cursisten van de Vrije Academie. Het museum liet hiermee in 2012 een breed publiek tijdens ruim 44.000 bezoeken kennismaken met de collectie van het Bijbels Museum, met een unieke particuliere verzameling, met de architectuur en rijkdom van het monument, met de tuin, en – via de Vrije Academie – met een breed scala van lezingen en cursussen op het gebied van kunst en geschiedenis. Met de inrichting van een nieuwe museumwinkel en een museumcafé (beide gerealiseerd in 2012) worden de bezoekers op vele gebieden gefaciliteerd. Het Bijbels Museum beoogt met het aangescherpte beleid, de voortrekkersrol met betrekking tot museale samenwerking, en het getoonde ondernemerschap bij te dragen aan de ambities van de stad, zoals geformuleerd in het kunstenplan. 3.Exploitatieresultaat en financiële positie Het jaar 2012 kenmerkt zich als een jaar waar de financiële problematiek van de Stichting duidelijk werd maar waarin ook oplossingen werden gevonden en maatregelen werden genomen om de exploitatie van het Bijbels Museum toekomstbestendig te maken. Het resultaat is uitgekomen op een nadeel van € 139.222,-. Op een aantal kleinere plussen en minnen na kan dit nadeel voor het grootste deel worden toegeschreven aan de naheffing van bijna € 30.000,- met betrekking tot het pensioen van de voormalige directeur en het feit dat er in de begroting 2012 externe financiering was opgenomen van € 180.000,- waarvan
3
maar € 85.000,- is gerealiseerd. Hierdoor werd de benodigde financiering om de begroting sluitend te maken niet gevonden. In 2012 werd ook de kunstenplansubsidie voor de jaren 2013 tot en met 2016 toegekend. Door een samenwerking aan te gaan met Museum Ons’ Lieve Heer op Solder en het Amsterdam Museum was het Bijbels Museum verzekerd van een plaats in de basisinfrastructuur, waarmee subsidie voor de komende kunstenplanperiode werd veiliggesteld. Met ingang van de begroting 2013 is de subsidie van de gemeente Amsterdam wel met ruim 10% naar beneden bijgesteld. Daarnaast moet een deel van deze subsidie gereserveerd worden voor groot onderhoud. Om niet afhankelijk te zijn van onzekere financiering is tegelijkertijd de post externe fondsen geschrapt. Hierdoor ontstaat een probleem in de begroting voor dat jaar. Om de exploitatie toch houdbaar te houden zijn verschillende maatregelen genomen. Zo wordt de samenwerking met het Amsterdam Museum geïntensiveerd waardoor we hopen de aantrekkingskracht voor een breder publiek te vergroten en meer bezoek te realiseren. Ook hebben we de begroting op diverse punten bijgesteld. Als laatste wordt onderzocht of een andere, goedkopere financiering van het pand mogelijk is. In 2013 is in de begroting een onderverdeling gemaakt tussen de Stichting Bijbels Museum en de Stichting Cromhouthuizen, waarbij alle kosten die aan het pand zijn gerelateerd aan de Cromhouthuizen worden toegerekend. De begroting van de Cromhouthuizen is sluitend doordat het negatieve saldo via de huur word doorberekend aan het Bijbels Museum en het Amsterdam Museum (dat 1 enkele historische ruimten in het pand huurt). Het Bijbels Museum sluit met een exploitatievoordeel, waardoor de reserves weer langzaam kunnen worden opgebouwd. Dit leidt tot onderstaande begroting.
2013
2013
CHH
BM
Publieksinkomsten
0
70.000
Donateursinkomsten
0
276.500
Subsidie Amsterdam
241.970
0
Horeca
10.000
0
Winkel
0
7.000
Verhuur VA
40.000
0
Huur BM
64.246
0
Huur AM
64.246
0
4.000
0
Totaal baten
424.462
353.500
Personeelskosten
225.722
151.403
0
64.246
EXPLOITATIE
Overige inkomsten
Huur
4
Hypotheekrente
87.000
0
Huisvestingskosten
53.500
0
Onderhoudskosten
38.200
0
Algemene kosten
13.500
15.000
Collectiekosten
0
10.000
Marketing
0
10.000
Fondsenwerving
0
30.000
Educatie / Activiteiten
0
10.000
6.540
0
424.462
290.649
0
62.851
Afschrijving Totaal lasten SALDO
4.Interne en externe invloeden
Het Bijbels Museum bevindt zich, zoals hierboven beschreven, in een dynamisch proces van veranderingen. De samenwerking met het Amsterdam Museum en Ons’ Lieve Heer op Solder is in het jaar 2012 versterkt en resulteert in flexibele inzet van personeel, gezamenlijke marketing en educatie, samenwerking op inhoudelijk gebied, en overdracht van de financiële administratie naar het Amsterdam Museum. Duidelijk is dat het beschreven proces van herpositionering enige tijd nodig zal hebben. De verwachting is dat de eerste resultaten in 2013 zichtbaar zullen zijn. Dat samenwerking met zowel Amsterdamse musea, als met het Catharijneconvent in Utrecht, van groot belang is voor het Bijbels Museum moge duidelijk zijn. Door deel te zijn van een groter netwerk wordt het museum zichtbaarder, krachtiger en naar verwachting financieel stabieler in een periode van teruglopende overheidssubsidie.
5.Beleid met betrekking tot vrijkaarten
Het Bijbels Museum verstrekt vrijkaarten aan betrokkenen bij projecten, docenten die museumbezoek voorbereiden of begeleiden en donateurs van het museum. Wanneer een ruimte commercieel verhuurd wordt, is de toegangsprijs tot het museum in de huurprijs opgenomen. Het museum heeft in 2012 deelgenomen aan de Museumnacht en de Open Tuinen Dagen, waaraan in totaal vele duizenden Amsterdammers deelnemen. Deze bezoekers kopen een passepartout, waarbij een deel van de totale inkomsten aan het museum wordt afgedragen.
5
6.Toepassing en uitvoering Code Cultural Governance De organisatiestructuur van het Bijbels Museum is ingericht volgens het model ‘bestuur en directie’, waarbij de normen worden toegepast volgens de Code Cultural Governance. Het bestuur functioneert volgens het Raad van Toezicht model. In 2013 zal de code officieel worden vastgesteld door het bestuur. 7.Stand van zaken onderhoud De instelling is zowel huurder (het Bijbels Museum) als verhuurder (de Cromhouthuizen). De Cromhouthuizen bezit de panden en verzorgt onderhoud aan het gebouw, de installaties en de tuin. Het Bijbels Museum beheert de collectie en verzorgt tentoonstellingen. Met een incidentele projectsubsidie voor urgent onderhoud heeft het Bijbels Museum in 2011 en 2012 belangrijke stappen kunnen zetten op weg naar stabiele positie, ook op het gebied van het onderhoud van het monumentale grachtenhuis. De instandhouding van het monument wordt door het museum gezien als een kerntaak. Jaarlijks wordt het monument geïnspecteerd door diverse in- en externe deskundigen, waarbij intensief gebruik wordt gemaakt van de expertise en ervaringen van de collega’s van Ons’ Lieve Heer op Solder en het Amsterdam Museum. Het reguliere onderhoud is beschreven in een Meerjaren Onderhouds Plan. Met de Gemeente Amsterdam zijn voor de komende Kunstenplan periode 2013 – 2016 afspraken gemaakt over de te reserveren bedragen voor onderhoud. 8.Tot slot
Het Bijbels Museum heeft zich in de Kunstenplan 2009-2012 krachtig herbezonnen op zijn toekomst, hetgeen noodzakelijk was op inhoudelijk, organisatorisch en financieel gebied. Het heeft de verbinding met de stad geïntensiveerd en hoopt ook in de volgende kunstenplanperiode een waardevolle bijdrage aan het culturele aanbod van Amsterdam te kunnen leveren vanuit het unieke thema én de bijzondere huisvesting van het Bijbels Museum.
Amsterdam, juni 2013
Namens het bestuur en de directeur van Stichting Bijbels Museum
6
Prof. dr. S.J. Noorda (voorzitter)
drs. J. Kiers (directeur)
7