BIJLAGENUMMER Agendapunt
Onderwerp Ter advisering aan de commissie Ter besluitvorming in de gemeenteraadsvergadering van Portefeuillehouder begrotingspost
Omvorming gemeenschappelijke regeling Openbaar Speciaal en Voortgezet Speciaal Onderwijs WestFriesland tot openbare Stichting Leerzaam.
Statutenwijziging Burger en Bestuur in november 2012 December 2012 Lydia Groot n.v.t.
Voorgesteld besluit: 1. De gemeenschappelijke regeling Openbaar Speciaal en Voortgezet Speciaal Onderwijs West-Friesland per 1 januari 2013 in te trekken. 2. Alle financiële middelen, het juridisch eigendom van de gebouwen, inventaris van de gemeenschappelijke regeling Openbaar Speciaal en Voortgezet Speciaal Onderwijs West-Friesland over te dragen naar de Stichting Leerzaam i.o. 3. Geen wensen en bedenkingen te uiten op het ontwerpbesluit voor oprichting van de Stichting Leerzaam, zoals bedoeld in artikel 160 lid 2 van de Gemeentewet.
Aan de raad, Samenvatting Op basis van de Grondwet zijn gemeenten verantwoordelijk voor het in stand houden van speciaal onderwijs. Het Rijk bekostigt deze vorm van onderwijs. Sinds 1989 hebben de West-Friese gemeenten het bestuur en toezicht op het openbaar speciaal en voortgezet speciaal onderwijs ondergebracht in een gemeenschappelijke regeling. Het bestuur van de gemeenschappelijke regeling wil de juridische vorm omzetten naar een openbare stichting waarbij het bestuur wordt gescheiden van het toezicht (functionele scheiding). De Stichting Leerzaam voert het bestuur, de gemeenteraden voeren het toezicht uit. Dit betekent dat de huidige gemeenschappelijke regeling moet worden opgeheven en er een nieuwe stichting wordt ingesteld. Voordat het college instemt met de statuten van de nieuwe stichting, moet de raad in de gelegenheid worden gesteld om wensen en bedenkingen aan te geven. Alle middelen moeten ook worden overgedragen van de gemeenschappelijke regeling naar de stichting. Aanleiding Op 30 mei 2011 heeft het Algemeen Bestuur van de gemeenschappelijke regeling Openbaar Speciaal en Voortgezet Speciaal Onderwijs in West-Friesland besloten te onderzoeken of het openbaar speciaal onderwijs in West-Friesland ondergebracht kan worden in een openbare stichting. Het resultaat hiervan wordt nu ter besluitvorming aan u voorgelegd. Belang Gemeenten zijn op grond van de Grondwet verantwoordelijk voor openbaar onderwijs en zo ook voor openbaar speciaal onderwijs. Daarnaast zijn gemeenten verantwoordelijk voor het toezicht. Dit terwijl het speciaal onderwijs wordt vergoed door het Rijk. Er zijn
raakvlakken met het gemeentelijk beleid, zoals Wmo, Passend Onderwijs en de transitie van de jeugdzorg. De scholen vallend onder de gemeenschappelijke regeling ontvangen, gelijk aan alle scholen in het primair onderwijs, ook subsidie. De gemeente heeft dus meerdere rollen en belangen: eigenaar, bestuurder, toezichthouder, beleidsbepaler en subsidieverstrekker. Door de omzetting naar een openbare stichting, krijgen gemeenten een meer onafhankelijkere positie. Bovendien is in 2010 de Wet Primair onderwijs gewijzigd, waarin een duidelijke functionele of organieke scheiding tussen bestuur en intern toezicht op het bestuur wordt gesteld. Centrale vraag Kan de gemeente instemmen met de omvorming van de gemeenschappelijke regeling Openbaar Speciaal en Voortgezet Onderwijs in West-Friesland tot een stichting? Beoogd maatschappelijk resultaat Beoogd maatschappelijk resultaat is in West-Friesland kwalitatief goed speciaal openbaar en voortgezet onderwijs waarbij de rollen van schoolbestuur en toezichthouder gescheiden zijn. Argumenten Algemene toelichting De gemeente heeft de verantwoordelijkheid om het openbaar onderwijs in stand te houden. In 1989 hebben de West-Friese gemeenten de verantwoordelijkheid voor het in stand houden van het openbaar speciaal en voortgezet speciaal onderwijs in een gemeenschappelijke regeling ondergebracht. De gemeenschappelijke regeling bestaat uit een bestuurscommissie die verantwoordelijk is voor het bestuur en een algemeen bestuur voor het toezicht. Alle regels uit de Wet gemeenschappelijke regelingen zijn van toepassing op deze regeling, ten aanzien van een begroting, jaarrekening en termijnen. Dit terwijl het Rijk deze vorm van onderwijs bekostigt. In de praktijk botst dit. Bijvoorbeeld bij de termijnen voor de begroting. De Wet gemeenschappelijke regeling geeft aan dat de begroting voor 1 juli moet worden vastgesteld, terwijl het Rijk pas in oktober de financiën voor het onderwijs bekend maakt. Daarnaast is er een aantal ontwikkelingen waarbij gemeenten aanlopen tegen hun verschillende rollen. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor goed onderwijs en moeten toezicht hierop houden. En er zijn andere terreinen waarop de gemeente beleid moet vaststellen die ook raakvlakken hebben met het speciaal onderwijs, zoals onderwijshuisvesting, lokaal onderwijsbeleid, Wmo en het passend onderwijs. Daarnaast is de gemeente subsidieverstrekker. Nu stelt het Algemeen Bestuur van de gemeenschappelijke regeling voor om het speciaal onderwijs onder te brengen in een openbare stichting in overeenstemming met artikel 48 van de wet PO. Dit houdt in dat de gemeenten niet langer de bestuurlijke rol voor het openbaar speciaal onderwijs vervullen waardoor de andere gemeentelijke rollen richting ditzelfde speciaal onderwijs op een meer onafhankelijke manier kunnen worden uitgeoefend. Bovendien kan door deze aanpassing de wettelijk vereiste scheiding tussen bestuur en toezicht gerealiseerd worden: de openbare stichting heeft een eigen bestuur en de gemeenten houden toezicht op dit bestuur overeenkomstig artikel 48 Wet PO.
Het toezicht van de gemeenteraden op het bestuur van de stichting is in overeenstemming met artikel 48 en beperkt zich tot hoofdzaken. Daarnaast vindt het dagelijks toezicht plaats binnen de stichting zelf. Het Algemeen Bestuur van de gemeenschappelijke regeling stelt voor dit dagelijkse toezicht adequaat te regelen middels een functionele scheiding tussen bestuur en toezicht: het bestuur van de stichting wordt daartoe opgedeeld in een DB dat de bestuurlijke taken vervult en een AB dat daarop toezicht houdt. Deze interne functionele scheiding is in overeenstemming met de wet in de statuten van de stichting verankerd. Hieronder volgt de argumentatie die bij de besluitvormingspunten hoort: 1. Geen wensen en bedenkingen te uiten op het ontwerpbesluit voor oprichting van de Stichting Leerzaam, zoals bedoeld in artikel 160 lid 2 van de Gemeentewet; Met dit voorstel legt het college het ontwerpbesluit (de statuten) aan de raad voor. De raad kan zijn wensen en bedenkingen uiten, voordat het college een definitief besluit neemt over deelname in de Stichting Leerzaam. 2. De gemeenschappelijke regeling Openbaar Speciaal en Voortgezet Speciaal Onderwijs West-Friesland per 1 januari 2013 in te trekken; Het speciaal onderwijs onder te brengen in een openbare stichting, vervallen de taken en bevoegdheden van de gemeenschappelijke regeling en kan deze worden ingetrokken. Wanneer de raad besluit, wordt voorgesteld om per 1 januari 2013 de regeling in te trekken, omdat dan ook de nieuwe stichting van start gaat. 3. Alle financiële middelen, het juridisch eigendom van de gebouwen, inventaris van de gemeenschappelijke regeling Openbaar Speciaal en Voortgezet Speciaal Onderwijs West-Friesland over te dragen naar de Stichting Leerzaam i.o.; Bij opheffing van een gemeenschappelijke regeling moet de liquidatie goed worden geregeld. In dit geval ligt dit anders. Na opheffing van de gemeenschappelijke regeling wordt het speciaal onderwijs opgedragen aan de Stichting Leerzaam. Dat betekent dat ook alle middelen, zoals het juridisch eigendom van de gebouwen (het economisch eigendom blijft bij de gemeente Hoorn), inventaris en financiën over moeten worden gedragen aan deze stichting.
Financiële consequenties De omvorming van een gemeenschappelijke regeling tot een nieuwe stichting heeft geen financiële gevolgen omdat alle middelen van de gemeenschappelijke regeling overgaan naar de stichting.
Communicatie Communicatie richting belanghebbenden De Bestuurscommissie verzorgt de communicatie richting de leerlingen, ouders en het personeel. Opheffing gemeenschappelijke regeling Alle gemeenten moeten de opheffing van de gemeenschappelijke regeling openbaar bekend maken.
Stede Broec, 30 oktober 2012
Burgemeester en wethouders van Stede Broec De secretaris,
De burgemeester,
Onderwerp:
De raad der gemeente Stede Broec; Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 30 oktober 2012; Gelet op artikel 160 lid 2; B e s l u i t: Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Stede Broec, gehouden op . De raadsgriffier,
De voorzitter,