CONCEPT Notulen van de openbare vergadering van het algemeen bestuur van het waterschap Peel en Maasvallei, gehouden op 8 juli 2009 om 10.00 uur in het waterschapshuis, Drie Decembersingel 46 te Venlo. Presentie Voorzitter: H.A. van Alderwegen Secretaris (wnd.): A.P.R. Kickken Leden : M.A.J. Bongers, Ph. Bossenbroek, J.G.M. Classens, M.J. Clumpkens, H.L.M. van Dijck, R.E.W.M. Dupont, A.J.A. Felling, H.E.G. Frenken, R.J. Hermans, J.A.M. de Hoon, A.J.M. van Iersel, P.F.G. Janssen, mw. W.D.H.M. Janssen-Camp, A.W.M. Kersten, J.T.G.M. Koolen, P.J.P. De Lange, H.M.M. Lemmen, mw. M.W. Notermans, J.P.A. Selen, , P.G.M. Theelen, T.A.M. Witjes. Afwezig: C.T. Bartels, O.G. Plantema, G.P. Roelofs, P.J.C.W. Stelder. Verslaglegging: Jos Geelen A. Besluitvormend 1. Opening De voorzitter opent de vergadering om 10.05 uur 2. Spreekrecht toehoorders Hiervan wordt geen gebruik gemaakt. 3. Notulen vergadering 24 juni 2009 Meerdere leden melden, dat ze weliswaar de notulen per mail hebben ontvangen maar niet hebben kunnen openen, vanwege hun fire-wall. Bovendien ging men er van uit, dat onder “toezenden” bedoeld werd per post. Aandacht wordt gevraagd voor het haperen van mailverkeer via de e-mailbox voor bestuursleden. De voorzitter stelt voor om de behandeling van de notulen op te schorten en te agenderen voor de volgende vergadering van het algemeen bestuur en alsnog per post toe te zenden. Tevens zal worden onderzocht of bij nader inzien een waterschapsmailbox voor ieder bestuurslid meerwaarde heeft dan wel het gebruik van de privé-mailadressen toch de voorkeur heeft. Het algemeen bestuur besluit de behandeling van de notulen op te schorten en te agenderen voor de volgende vergadering. 4. Jaarrekening/-verslag 2008 Na een korte inleiding biedt de voorzitter de gelegenheid tot het geven van een reactie op het voorstel. De heer Van Dijck deelt mee, dat de heer Kersten in een vorige vergadering heeft bevestigd, dat uit de algemene middelen van het waterschap incidentele projecten betaald kunnen worden die mogelijk eerder uitgevoerd gaan worden. De laatste twee maanden is daar daadwerkelijk enkele keren op die manier invulling aan gegeven, hetgeen wordt gewaardeerd. Dit schept vertrouwen. De heer Van Dijck, die spreekt namens de “groene fracties” stemt in met het voorstel. De heer De Hoon deelt mee dat zijn fractie instemt met de voorgestelde verdeling van de baten. Hij constateert dat de reserves voor een deel gevoed zijn uit de al bestaande reserve en dus per saldo lager uitvallen. Het gebruiken van een deel van de reserve om de belastingstijging te verminderen vindt hij positief. Dit kan echter niet jaarlijks toegepast worden omdat daarmee de reserves uiteindelijk nihil worden. Hij verwijst naar de toezegging van de heer Kersten dat in september de financiële structuur wordt doorgelicht en toegelicht. Voor het overige stemt hij in met het voorstel. De heer Frenken deelt mee dat hij in principe het naar voren halen van investeringen een goede zaak vindt, maar dat het invulling geven hieraan door de huidige situatie nog niet gewenst is. Hij verwacht binnen enkele maanden voor dit punt een voorstel van het dagelijks
bestuur, waaruit het algemeen bestuur een keuze kan maken, tenzij op dat moment de financiële situatie verhindert, dat een keuze gemaakt kan of mag worden. Overigens ziet hij een voorstel tot vaststelling van een controleprotocol met belangstelling tegemoet. Voor het overige stemt hij in met het voorstel. De heer Kersten reageert namens het dagelijks bestuur. Het zittende bestuur zal in deze bestuursperiode een financiering vanuit de reserve afbouwen. Dit betekent, dat de tarieven verhoogd moeten worden dan wel de uitgaven verminderd moeten worden. Een en ander zal meteen na de zomervakantie samen met het algemeen bestuur handen en voeten worden gegeven. In tweede termijn deelt de heer Van Dijck mee, dat een verlenging van de accountantcycontracttermijn met een jaar, gevolgd door een “gezamenlijk optrekken” met waterschap Roer en Overmaas en het Waterschapsbedrijf Limburg, de instemming heeft. De heer Clumpkens vraagt om bij een toekomstig beleid ten aanzien van de reservebestemmingen ook te kijken naar het beleid op dit punt bij het waterschapsbedrijf. Temeer het op een andere manier omgaan met de reserves bij het waterschapsbedrijf gevolgen kan hebben voor de reservepositie van het waterschap. De heer De Lange benadrukt, dat reserves met name bedoeld zijn voor de tijden dat het wat moeilijker gaat. Het behouden van reserves mag niet een doel op zich blijven. Namens het dagelijks bestuur bevestigt de heer Kersten de relatie die dient te bestaan tussen het reservebeleid van het waterschap en dat beleid van het waterschapsbedrijf. Vervolgens stelt het algemeen bestuur de jaarrekening en –verslag vast, overeenkomstig het voorstel. 5. Frequenties en periode bestuursrapportages Het algemeen bestuur besluit overeenkomstig het voorstel. 6. Begroting Waterschapsbedrijf Limburg 2010/ meerjarenraming Waterschapsbedrijf Limburg 2010-2014 De voorzitter nodigt de heer Frits Stevens, directeur van het Waterschapsbedrijf Limburg uit om aan de bestuurstafel plaats te nemen. Verder meldt hij, dat de voorliggende stukken ook al door de handen zijn gegaan van het algemeen bestuur van het waterschapsbedrijf, waarvan zeven personen vanuit het waterschapsbestuur deel uitmaken. Een reden waarom het dagelijks bestuur het verantwoord vindt om de procedure in te korten en het voorstel niet eerst voor een opiniërende vergadering van het algemeen bestuur te agenderen. De voorzitter schetst de procedure: het algemeen bestuur van het waterschapsbedrijf heeft een ontwerpbegroting vastgesteld en legt deze voor aan de algemeen besturen van de waterschappen. Ieder waterschap heeft daarmee de gelegenheid een zienswijze in te dienen. Vervolgens stelt het algemeen bestuur van het waterschapsbedrijf de begroting vast waarbij tevens een standpunt wordt ingenomen over de zienswijzen. Afhankelijk van de inhoud van de bedenkingen in een zienswijze stelt het algemeen bestuur van het waterschapsbedrijf de begroting al dan niet overeenkomstig het ontwerp vast. Mw. Janssen onderschrijft de opdracht voor meer transparantie in de begroting en is blij met de 0% stijging van de bijdrage aan het waterschapsbedrijf. De energie-inkoop heeft bijzondere aandacht mede gelet op de huidige prijsontwikkeling van olie en gas in relatie met de economische ontwikkeling. De fractie weet te waarderen als het dagelijks bestuur het algemeen bestuur op de hoogte houdt van de verdere ontwikkelingen over dit onderwerp. Voor het overige akkoord met het voorstel. De heer Janssen vraagt of het op p.2 genoemde bedrag van $ 45,--/vat contractueel is vastgelegd. Verder vraagt hij om de stand van zaken over de btw-kwestie zoals die op p.3 wordt beschreven. Voor het overige akkoord met het voorstel. De heer Clumpkens constateert dat er geen sprake is van een eenduidig energieinkoopbeleid. Hij vraagt dan ook inzicht in beleid, temeer nu de “impact” enorm is op de begroting. De heer De Lange spreekt de wens uit dat het waterschapsbedrijf meer en meer mag en kan gaan werken als een bedrijf. Daaraan gekoppeld zou dan ook een bedrijfsreserve aangehouden moeten worden. Het bedrijf zou uiteindelijk zelfstandig moeten kunnen functioneren, zonder jaarlijkse bijdragen van de waterschappen.
2
2
De heer Frenken spreekt de wens uit, dat een discussie wordt gehouden over een zelfstandig kunnen functioneren van de Unit Heffingen van het waterschapsbedrijf. Hij staat open voor meer informatie over zulke mogelijkheid. De heer Van Iersel vraagt wat het kostenaandeel is van de slibverwerking in de totale kosten; zowel het percentage als absolute getal. Verder vraagt hij wat de strategie is voor slibverwerking na het sluiten van de ENCI. Tot slot vraagt hij of er bereidheid is om periodiek van gedachten te wisselen over de toekomstige mogelijkheden van slibverwerking. De heer Kersten reageert namens het dagelijks bestuur. De financiële reservepositie bevindt zich beneden de norm die daarvoor gesteld is. Dat wordt op dit moment niet als bezwaarlijk ervaren. Er wordt dan ook geen noodzaak gezien om die reservepositie via inkomsten uit de heffingen te verbeteren. Een gezonde reservepositie is er met name om bepaalde risico’s af te dekken. Voor het waterschapsbedrijf zijn die risico’s er niet of marginaal, temeer nu de waterschappen fungeren als achtervang. Het bestuur staat uiteraard open voor een blik van vanuit de inhoud naar het soort en omvang van de risico’s die het waterschapsbedrijf loopt. Over de btw-kwestie met de Waterlandstichting is overlegd met de accountant. Deze heeft de opgenomen tekst akkoord bevonden. Voorzien wordt dat de claim lager, zo mogelijk zelfs tot nul zal uitvallen. Naar aanleiding van de vraag van de heer Frenken, deelt de heer Kersten mee, dat bij het waterschapsbedrijf met name de bedrijfsluwe zaken worden “neergezet”. De heffingswerkzaamheden worden uiteraard tegen een zo laag mogelijke kostprijs uitbesteed. Het waterschap heeft de opdracht om diens taken zo efficiënt mogelijk uit te voeren. Het Waterschapsbedrijf heeft daar een duidelijk rol in, in de vorm die past bij dat moment. Vervolgens verwijst de heer Theelen namens het dagelijks bestuur, voor wat betreft de vraag over het energiebeleid, naar de vergadering van het algemeen bestuur van het waterschapsbedrijf. In dat kader is bij het bedrijf een notitie opgesteld, waar op een later moment teruggekomen wordt. Verder deelt hij mee, dat het Waterschapsbedrijf feitelijk bedrijfsmatig functioneert, maar het besturen niet kan gebeuren op een manier zoals dat in het bedrijfsleven gaat. Immers, de besluitvorming bij het bedrijf is vaak gekoppeld of is afhankelijk van besluiten van andere overheden, in dit geval de twee Limburgse waterschapsbesturen. Een eerste aanzet is gemaakt om het Waterschapsbedrijf meer en meer daadwerkelijk als bedrijf te laten functioneren en besturen. Voor wat betreft slibverwerking deelt de heer Theelen mee, dat enkele vertrouwelijke presentaties hebben plaatsgevonden. Tijdens de bijeenkomst van het dagelijks bestuur van 7 juli is dit onderwerp besproken. De voorzitter deelt mee, dat de waterschapsbijdrage aan het Waterschapsbedrijf toeneemt met 0,8% en deze meerkosten in de waterschapsbegroting worden opgenomen. Dit naar aanleiding van de opmerking van mw. Janssen, verheugd te zijn, dat de bijdrage in het geheel niet zou stijgen. Verder meldt de voorzitter, dat het waterschap kritisch blijft richting Waterschapsbedrijf voor wat betreft transparantie. Overigens wordt een reactie van het Waterschapsbedrijf verwacht op de zienswijzen. Wat betreft strategische ontwikkelingen bij het Waterschapsbedrijf constateert de voorzitter dat het dagelijks en algemeen bestuur van het bedrijf “leading” is. Als organisatorische consequenties, samenwerkingsverbanden, taakverzelfstandiging aan de orde komen, dan moet het bestuur van het bedrijf “te biecht” bij het algemeen bestuur van de waterschappen. Echter een voorbereiding van bijvoorbeeld een slibstrategie, hetgeen toch wel een bedrijfsmatig onderwerp is, gebeurt bij het bestuur van het bedrijf zelf. Dit leidt uiteindelijk tot een voorstel aan het algemeen bestuur van het waterschap. Een uitvoerige discussie over de slibstrategie binnen het algemeen bestuur van het waterschap ligt daarbij niet voor de hand. De heer Koolen constateert dat de fractie bedrijfsgebouwd enerzijds pleit voor een bedrijfsmatige aansturing van het Waterschapsbedrijf; anderzijds spreekt die fractie de wens uit om meer transparantie en richtlijnen betreffende het energie-inkoopbeleid en om dat binnen het waterschapsbestuur te bespreken. Als men het waterschapsbedrijf de ruimte wil geven om een energiebeleid te bepalen valt dit moeilijk te rijmen met een inmenging vooraf vanuit het waterschapsbestuur. De heer Clumpkens reageert met de opmerking dat hij niet heeft gevraagd om transparantie in beleid maar om beleid.
3
3
De voorzitter vat de vraag van de heer Clumpkens samen: is er een richtlijn voor het vooraf op de termijnmarkt inkopen van energie, wie neemt zulk besluit, in welke vorm is dat vastgelegd en kan het waterschapsbestuur zich daarin vinden? Vervolgens geeft hij het woord aan de heer Stevens. De heer Stevens meldt, dat het bestuur van het waterschapsbedrijf in september 2009 een notitie zal bespreken waarbij de energie-inkoop aan de orde komt. Daarna zal dit onderwerp ongetwijfeld ook binnen het waterschapsbestuur besproken worden. Gekeken wordt dan naar de inkoop de laatste jaren en het beleid en de procedures voor de toekomst. Het waterschapsbedrijf koopt energie in, samen met elf partners in een consortium. De partners zijn tien waterschappen en een drinkwaterbedrijf. Waterschap Peel en Maasvallei is een van die partners. De inkoop loopt via een verplichte aanbestedingsprocedure. Gezamenlijk wordt het inkoopvolume bepaald, dat een korting op de marktprijs oplevert voor iedere partner. Binnen het consortium is geregeld, dat iedere partner zelf kan bepalen op welk moment hij zijn volumeaandeel inkoopt, het zogenaamde klicken. Gangbare praktijk is dat na de aanbesteding 40% wordt ingekocht en de overige 60% verspreid over twaalf maanden, gemiddeld dus 5% per maand. Als echter bijzondere marktontwikkelingen verwacht worden, zal sneller of langzamer binnen die twaalf maanden ingekocht worden, afhankelijk van een te verwachten prijsstijging of -daling. Meer dan genoemde marges rond het inkopen zijn er niet, aangezien binnen een consortium wordt ingekocht. Werken binnen een consortium maakt echter de positie op de inkoopmarkt sterk. Er bestaat niet de indruk dat het consortium “het slecht doet” met de energie-inkoop. Een extern onderzoeksbureau heeft dit ook recent bevestigd. In 2008 steeg de olieprijs snel. In het voorjaar 2008 bleek dat het waterschapsbedrijf boven het energiebudget van de begroting 2009 dreigde uit te komen als niet versneld zou worden ingekocht. Toen de prijs rond $100,--/vat stond is besloten om het gehele energievolume 2009 in te kopen om een begrotingsprobleem voor te blijven bij een verdere stijging van de olieprijs. Eind 2008 daalde de olieprijs weer fors. In die tijd werd ook al gewerkt aan de conceptbegroting 2010. Bij het bepalen van het inkoopvolume werd toen rekening gehouden met een olieprijs van $ 40,--/vat voor 75% van het inkoopvolume en met $ 100,--/vat voor 25%. Aangezien in die periode de begrotingscijfers werden opgesteld is toen ook besloten om op dat moment de energie voor nagenoeg geheel 2010 in te kopen. Op dit moment is voor ongeveer 90% de energiebehoefte 2010 ingekocht. Een begrotingsrisico voor 2010 is er dan ook feitelijk niet meer. Met de inkoop voor 2010 is afgeweken van de eigen standaardregel om 40% meteen in te kopen en de overige 60% verspreid over een jaar. De bijzondere marktontwikkeling noodzaakte tot zulk besluit, met name ook omdat in 2008 zelfs wereldwijd werd gevreesd voor een prijs richting $ 200,--/vat. De heer Stevens vindt dat, achteraf bezien, op een verstandige manier is ingekocht en dat het ook wijs is geweest om voor nagenoeg geheel 2010 al in te kopen, zeker nu de prijs weer stijgende is. In september zal een discussie volgen over het al dan niet nu reeds inkopen voor 2011 en 2012. Het hebben en vasthouden van een eigen procedure binnen het consortium is enerzijds een gezonde drempel, om niet al te snel te reageren op de markt; anderzijds getuigt het niet van goed koopmanschap om bij een prijsstijging van $ 40,-- naar $ 150,-- niet zenuwachtig te worden. Het waterschapsbedrijf is zenuwachtig geworden en heeft dan ook voor 2009 en 2010 passende besluiten genomen en loopt met de inkoop in de pas met de begroting voor die jaren. Voor wat betreft het beleid, meldt de heer Stevens dat het waterschapsbedrijf 100% groene energie inkoopt. De kosten van slibverwerking bedragen rond € 9 mln. per jaar, waarvan ongeveer 1/3-deel kapitaallasten van de drogers en de slibontwatering. Ongeveer 1/3-deel betreft energiekosten en ongeveer een kwart betreft de eindverwerking waaronder afvoer van de gedroogde korrels voor 90% naar de Biomill/ENCI en het verbranden. Een deel van de korrels moet elders afgezet worden tegen aanzienlijk hogere kosten. Dit in verband met periodiek onderhoud van de ENCI-ovens. Op die momenten, die niet ruim van te voren bekend zijn, kan niet aan ENCI worden geleverd en wijkt het waterschapsbedrijf veelal uit naar Duitsland. Tijdelijke opslag van slibkorrels is nauwelijks mogelijk. De slibkorrels kunnen maximaal drie dagen opgeslagen worden in verband met brandgevaar als gevolg van broeien. Het afgelopen jaar hebben zich om die reden enkele branden voorgedaan. Onder dankzegging aan de heer Stevens, biedt de voorzitter een tweede termijn aan de leden van het algemeen bestuur.
4
4
De heer Van Iersel constateert dat de slibverwerking een relatief hoge kostenpost is. Zeker een reden voor de toekomst om hier slim mee om te gaan. Hij heeft vanuit “het Brabantse” vernomen dat de ZLTO hiervoor een aantal nuttige tips schijnt te hebben. Hij laat zich dan ook graag in de toekomst regelmatig goed informeren over dit onderwerp. De heer Frenken stelt, dat bij energie-inkoop niet de begroting leidend moet zijn. Het feit, dat de energiekosten min of meer parallel lopen aan het begrotingsbedrag, mag geen reden zijn om dan “achterover te leunen”. Anders gezegd: het geraamde begrotingsbedrag moet niet bepalend zijn voor het moment dat energie wordt ingekocht. Het streven naar de laagste prijs moet veeleer leidend zijn. Er dient dan ook niet pas in actie gekomen te worden als een begrotingsbedrag overschreden dreigt te worden, maar op een moment dat verwacht wordt dat tegen de laagste prijs ingekocht kan worden. De heer Kersten reageert namens het dagelijks bestuur met de opmerking, dat vorig jaar de heer Frenken aanwezig was in de commissievergadering; de vergadering waarin de heer Stevens toen heeft voorgesteld om meteen in te kopen in verband met de marktontwikkeling. Het besluit is toen genomen, primair rekening houdend met de markt en secundair met een extern advies. Als laatste is daarbij toen opgemerkt dat een en ander tevens “rust op de begroting” zou geven. De heer De Lange vindt, voor wat betreft de btw-kwestie met de Waterlandstichting, dat hier geen bedrag voor in de begroting opgenomen hoeft te worden, temeer nu dit een geldstroom broekzak-vestzak zou worden. Als het waterschap op enig moment een bedrag moet betalen, dat komt dit ten gunste van de rijksbegroting en daarmee ten gunste van de burger. De last voor het waterschap zou op dat moment via de waterschapsheffing verantwoord moeten worden. De heer De Hoon vraagt hoe hij de eerdere discussie moet begrijpen over de positie van het Waterschapsbedrijf: wordt daarmee bedoeld het geheel loskoppelen van het bedrijf, dat vervolgens geheel zelfstandig als bedrijf verder gaat? De heer Theelen reageert met de opmerking, dat een discussie over de manier en omvang van bedrijfsmatige activiteiten en bedrijfsvoering in ieder geval zal gaan plaatsvinden. Hij zal hierop in de nabije toekomst terugkomen. De voorzitter noemt als toekomstige ontwikkelingen de belastingheffing met bijbehorende organisatorische gevolgen en de bestuurlijke constructie. Gewaakt moet worden dat “ballonnetjes” worden opgelaten over zulke ontwikkelingen, die een eigen leven gaan leiden. Bedachtzame overwegingen zullen op enig moment het algemeen bestuur worden voorgelegd. Het algemeen bestuur besluit overeenkomstig het voorstel. Vervolgens verlaat de heer Stevens om 11.05 uur de zaal. 7. Vragenuurtje De beoogde vragen zijn bij de vorige agendapunten behandeld.. 8. Rondvraag De heer Witjes vraagt of de onlangs ontstane positie van de secretaris-directeur van het waterschap Roer en Overmaas gevolgen heeft voor ons waterschap, in relatie met het waterschapsbedrijf. De voorzitter deelt mee, dat voor 1 januari 2009 de heer Wesdijk zich heeft teruggetrokken als functionerend secretaris-directeur van het waterschap Roer en Overmaas. Op 30 juni 2009 heeft het algemeen bestuur van waterschap Roer en Overmaas besloten om het ontslagaanbod te accepteren. Dit heeft geleid tot een eervol ontslag onder gelijktijdige benoeming van de huidige adjunct-directeur, de heer In den Kleef tot secretaris-directeur. Er bestaat geen formele relatie tussen het bestuur van het waterschapsbedrijf en de secretaris-directeur. De heer Koolen meldt, dat hij gezien heeft dat in de kern van Roggel het water in de Roggelsebeek nauwelijks zichtbaar is wegens weelderige begroeiing. De voorzitter deelt mee, dat na herinrichting van een beek in een woonkern, de eerste jaren extra kritisch gekeken wordt naar de begroeiing. Het woord “netjes” is daarbij dan wat eerder maatgevend, dan in het buitengebied. Ergo: het wordt weer eens tijd dat in Roggel iets gebeurt. Op de maaikalender is te zien wanneer dat traject aan de beurt is. De voorzitter vraagt hiervoor aandacht bij de heer Eric de Wit, hoofd afdeling beheer en onderhoud watersystemen.
5
5
De heer Selen meldt, dat als gevolg van de recente hevige regenval het ziekenhuis in Venlo voor een deel ontruimd moest worden. Hij vraagt hoe het waterschap met zulke situatie in de toekomst wil omgaan; ook als signaal naar de burgers. Bovendien werd in de pers gemeld, dat de Maas buiten de oevers was getreden. De voorzitter reageert met de opmerking dat de oorzaak van de wateroverlast een lekkende liftschacht in het ziekenhuis was. Televisiebeelden met wateroverlast in Venlo zijn te zien geweest. De oorzaak van deze overlast waren rioolwerkzaamheden van de gemeente aan de Koninginnesingel. Het waterschap kan zich in de pers niet profileren onder verwijzing naar een lekkende liftschacht of een riolering die tijdelijk overhoop ligt door gemeentelijke werkzaamheden. Overigens was de Maas niet buiten de oevers getreden. Op een vraag van de voorzitter antwoordt de heer Kickken, wnd. secretaris, dat op dit moment geen beregeningsverbod hoeft te worden ingesteld, maar de kritische fase ondanks de hevige neerslag nog niet opgeheven kan worden. De heer Van Iersel vraagt naar de gevolgen in het buitengebied,van de recente hoosbuien. De voorzitter leidt de vraag staande de vergadering door naar de heer Eric de Wit, hoofd afdeling beheer en onderhoud watersystemen. Er blijken geen extra meldingen binnengekomen te zijn. Een onttrekkingsverbod is uitgesteld. De heer Van Iersel deelt mee dat water vasthouden van wezenlijk belang is, mede in relatie tot de droogte van de afgelopen tijd. Mogelijk dat aanvullende maatregelen nodig zijn om op een nog betere manier het beleid op dat punt te kunnen uitvoeren. 9. Sluiting De voorzitter sluit om 11:20 uur de vergadering.
WATERSCHAP PEEL EN MAASVALLEI ONTWERPBESLUITENLIJST VERGADERING ALGEMEEN BESTUUR d.d. 8 juli 2009 Aanwezig: zie notulen Afwezig: zie notulen No. 3.
Omschrijving Onderwerp: Voorstel: Besluit: Openbaar:
Notulen 24 juni 2009 Vaststellen Behandeling opgeschort tot september 2009 Ja
4.
Onderwerp: Voorstel: Besluit: Openbaar: Onderwerp: Voorstel: Besluit: Openbaar:
Jaarrekening/-verslag 2008 Vaststellen Vastgesteld Ja Frequenties en periode bestuursrapportages Frequentie verminderen van drie naar twee per jaar Frequentie verminderd van drie naar twee per jaar Ja
Onderwerp:
Begroting WBL 2010/meerjarenraming WBL 20102014 Instemmen met zienswijzen en inbrengen bij bestuur WBL Ingestemd met zienswijzen en inbrengen bij bestuur WBL Ja
5.
6.
Voorstel: Besluit: Openbaar:
Opm./afdoening
6
6
7.
8.
Onderwerp:
Vragenuurtje
Voorstel:
Zie vorige agendapunten.
Onderwerp:
Rondvraag
Vraag (Witjes)
Formele gevolgen voor waterschap en/of waterschapsbedrijf wegens vertrek secretarisdirecteur waterschap Roer en Overmaas.
Antwoord (voorzitter)
Geen.
Vraag (Koolen) Antwoord (voorzitter)
Onderhoudstoestand Roggelsebeek kern Roggel.
Vraag (Selen)
Publicitaire actie a.g.v. hevige neerslag/waterlast ziekenhuis Venlo, persbericht dat Maas buiten oevers is getreden.
Antwoord (voorzitter)
Wateroverlast ziekenhuis: lekkende liftschacht; Wateroverlast Venlo/Koninginnesingel: rioolwerkzaamheden gemeente. Maas niet buiten oevers getreden.
Vraag (Van Iersel) Antwoord (voorzitter)
Gevolgen in buitengebied wegens hoosbuien.
Vraag (Van Iersel) Antwoord (voorzitter) Openbaar:
Zie maaikalender; eventueel versneld maaien i.v.m. beleid herinrichting beek in woonkernen.
Geen extra meldingen ontvangen; onttrekkingsverbod uitgesteld. Aandacht voor eventueel aanvullende maatregelen t.b.v. vasthouden water Dank voor wijze raad.
Aldus vastgesteld in de vergadering van het algemeen bestuur van 23 september 2009. de secretaris, de voorzitter,
mr. W.J.M. Evers
ir. H.A. van Alderwegen
B. Opiniërend 1. Opening. De voorzitter opent de vergadering om 11:30 uur. 2. Notulen opiniërende vergadering d.d. 24 juni 2009 De voorzitter deelt mee, dat de behandeling van de notulen wordt opgeschort en wordt geagendeerd voor de volgende vergadering van het algemeen bestuur zoals besloten onder agendapunt 3 van de (besluitvormende) vergadering van het algemeen bestuur van 8 juli 2009.
7
7
3. Stukken ter kennisname, mededelingen en uitnodigingen A. Mededelingen De voorzitter deelt mee, dat het voornemen bestaat om de vergadering van 26 augustus te laten vervallen in verband met de vakantieperiode. Vervolgens stelt hij voor om op 2 september een opiniërende vergadering te houden, met name als aanloop naar de behandeling van de begroting 2010. Besloten wordt om de vergadering van 26 augustus te laten vervallen en op 2 september om 10.00 uur een opiniërende vergadering te houden. De voorzitter deelt mee, dat bij het dagelijks bestuur het verzoek is ontvangen van de heren Theelen en Roelofs om de portefeuille stedelijk waterbeheer over te dragen van de heer Roelofs naar de heer Theelen. Dit zou goed aansluiten bij de portefeuille zuiveringsbeheer van de heer Theelen. Het algemeen bestuur heeft hiertegen geen bezwaar. B1 Ingekomen stukken De voorzitter attendeert op enkele rapporten die staande de vergadering zijn uitgereikt: Waterschapspeil 2009 met begeleidende brief; een eerste benchmarking van het totale waterschapstakenpakket. Rapport commissie Doornbos “Samen presteren we meer”; voorstel betreffende de waterschapsstructuur. De heer Felling reageert: hij vindt het een goed rapport en stelt voor om dit te bespreken binnen het algemeen bestuur, eventueel te combineren met de bevoegdhedendiscussie algemeen bestuur/dagelijks bestuur. De voorzitter bevestigt, dat dit rapport geagendeerd zal worden voor een bestuurlijke standpuntbepaling. B2 Toegezonden ingekomen stukken a. Evaluatieproces afhandeling schadeclaims De heer Van Iersel constateert: er gaat veel tijd verloren doordat stukken “op het bureau blijven liggen”; onder 3.4.0 staat een tijdbesteding van 63 uren en onder 3.5.2 staat 23 uur. naast goede foto’s is vooral van belang om na het voorval snel en voldoende foto’s te maken; het uit te keren bedrag lijkt nagenoeg even hoog als de kosten die gemoeid zijn om te komen tot zulke uitkering. De heer Bongers heeft dezelfde constateringen en vindt het overigens een goede zaak dat niet alle claims richting verzekeraar gaan maar dat het waterschap die zelf afhandelt. Dat schept meer vertrouwen. De heer De Hoon vraagt of de verhoging van het eigen-risicobedrag tot € 15.000,-- al is toegepast. Verder constateert hij dat een claim behandelen gemiddeld € 6.000,-- kost en dat er 18 claims zijn behandeld; totaal derhalve € 100.000,-- aan behandelkosten terwijl € 58.000,-- aan schadevergoeding is uitgekeerd. De voorzitter geeft het woord aan de heer Kickken. De urenverantwoording waar de heer Van Iersel op doelt betreft het urentotaal per claim; een optelling van de uren per afdeling. Onder 3.5.2. worden alleen de uren van de hydroloog genoemd. De heer Kersten geeft een nadere toelichting voor wat betreft de tijdsbesteding: hierin zitten ook zaken als gevolg van “achterstallig onderhoud”. Het meer actueel maken en houden van bepaalde zaken komen hieruit voort. Dit kan op termijn een afname van het aantal uren opleveren. De opzet van de schadeafhandeling noodzaakt ook om van meet af aan richting belanghebbende, maar ook intern aan te geven wat de verwachtingen mogen zijn en binnen welke periode een en ander wordt afgehandeld. Niet alleen de claimkosten zijn van belang maar ook het “reinigend effect” richting organisatie en de informatieverstrekking richting bestuur. De voorzitter vult nog aan, dat bij een aantal claims kosten gemaakt moeten worden om de indiener van de claim te overtuigen dat hij geen recht heeft op een uitkering van het waterschap. Er worden dat wel kosten gemaakt, maar er volgt geen uitkering. Een relatie
8
8
tussen de gemaakte kosten van € 100.000,-- en de totale uitkeringen van € 58.000,-- kan dan ook niet gelegd worden. De heer Kersten deelt mee, dat bij iedere zaak foto’s worden gemaakt; zowel de behandelend ambtenaar als de portefeuillehouder gaan in het terrein kijken. De voorzitter deelt mee, dat de grens waarbij de verzekeraar in beeld komt € 15.000,-- is. De heer Frenken vraagt of er verschil is in de tijdsbesteding nu en het verleden, toen met een lager eigen-risico meer informatieverstrekking richting verzekeraar nodig was. De heer Kersten is de mening toegedaan dat een vergelijking met het verleden niets oplevert. Als toen minder uren per zaak gemaakt zouden zijn, zou dat betekenen dat toen minder zorgvuldig tewerk is gegaan. Op een desbetreffende vraag van de heer Bongers bevestigt de voorzitter dat het hebben van een hoger eigen-polisrisico heeft geleid tot een lagere verzekeringspremie. b. Tariefsdifferentiatie buitendijks gelegen eigendommen De heer Lemmen vraagt wie “aan de lat staat” als buitendijkse objecten schade lijden door het buiten de oevers treden van de Maas. De heer Kersten onderkent het dilemma waarvoor menigeen staat die de regeling niet kent. Na kennis genomen te hebben van de regeling kan men niet tot een andere conclusie komen als die zoals nu voorgelegd en voorgesteld wordt. De beperkte bestuurlijke ruimte die hierbij beschikbaar is leidt ertoe dat het voorstel is zoals het nu voor ligt. De heer Kickken licht toe: er is geen recht op schadevergoeding bij buitendijkse objecten. Zulk recht is in Nederland niet wettelijk geregeld. Consistent rijksbeleid is, dat bijvoorbeeld de kosten van het verwijderen van achterblijvend drijfvuil of slib in buitendijkse gebieden geheel ten laste komen van de eigenaren. Het waterschap is niet de beheerder van de Maas, maar heft wel de belasting. Dit is een dilemma dat weliswaar onderkend wordt, maar waar geen oplossing voor is. De heer Frenken verwijst naar de Wet tegemoetkoming schadevergoeding bij calamiteiten en geeft een voorbeeld: de gemeente Roermond heeft in het verleden zichzelf een inspanningsverplichting opgelegd in de vorm van het beschikbaar stellen en afvoeren van afvalcontainers voor drijfvuil. De stortkosten kwamen voor rekening van de gemeente. Overigens vindt hij het een heldere notitie. De voorzitter constateert dat de notitie bij het bestuur voldoende overtuiging heeft gegeven, om de Kostentoedelingsverordening niet te wijzigen. Aangezien de notitie een reactie is op een bestuurlijke vraag, hoeft het algemeen bestuur geen besluit te nemen en komt dit onderwerp dan ook niet terug in het algemeen bestuur. c.
Evaluatie integriteitsbeleid. Het algemeen bestuur neemt het stuk voor kennisgeving aan.
d. Zienswijze op Nationaal waterplan. Het algemeen bestuur neemt het stuk voor kennisgeving aan. e. Jaarrekening Waterschapsbedrijf Limburg 2008. De voorzitter meldt, dat het overschot wordt toegevoegd aan de bedrijfsreserve. Deze blijft daarmee echter binnen de norm van 5%. Het algemeen bestuur neemt het stuk voor kennisgeving aan. f.
e
Managementrapportage Waterschapsbedrijf Limburg t.m. 1 kwartaal 2009 Het algemeen bestuur neemt het stuk voor kennisgeving aan.
4. Waterschapsdeelname aan Floriade 2012 De heer Bossenbroek deelt mee dat de fractie akkoord gaat met deelname. Verder merkt hij op, dat voor wat betreft het thema er voor de verwachte twee miljoen bezoekers weinig herkenningspunten zijn waarmee het waterschap zich kan profileren. Graag verneemt hij wat meer informatie over de voorgeschiedenis die heeft geleid tot de keuze voor dit thema. Overigens acht hij een bedrag van € 100.000,-- aan de lage kant. De heer Hermans deelt mee dat zijn fractie akkoord gaat met deelname. Verder vraagt hij of het een deelname is van beide Limburgse waterschappen, zoals onder de inleiding op pagina 1 wordt genoemd. In de verdere tekst blijkt nergens dat het een samenwerking zal zijn.
9
9
Voor wat betreft het beoogd effect zoals op pagina 2 genoemd, vraagt hij om met name “de burger vanuit de stad” te bedienen en dan ook duidelijk te maken hoe omgegaan wordt met ruimte voor de rivier en de bescherming tegen hoog water in zijn algemeenheid. Naar aanleiding van het gestelde op pagina 3 onder kanttekeningen, laatste zin vraagt hij hoe de stand van zaken is, nu alleen innovatieve projecten worden toegelaten tot de tentoonstelling. Tot slot vraagt hij welke overheids- en private instellingen bedoeld worden op pagina 4 onder communicatie en in welke fase we zijn binnen het af te leggen traject. De heer Clumpkens vraagt op welke manier de keuze voor het thema tot stand is gekomen. Wil het waterschap entertainen, leren, profileren? Hij vindt de voorliggende keuze slecht, het budget veel te gering en 300 uur veel te weinig voor zulk project. Hij spreekt zijn verbazing uit, dat het waterschapsbedrijf nergens genoemd wordt. Hij bestempelt dit project als niet goed gefundeerd en “hobbyachtig”. De heer De Lange meldt, dat hem niet duidelijk is wat het waterschap met het project wil bereiken. Hij begrijpt niet hoe het waterschap via de Floriade kennis wil opdoen. In zijn ogen zijn daar proefprojecten voor. Resteert alleen een profileren van het waterschap. Het item moet dan ook interessant zijn voor een groot en breed publiek. Als zijn eigen stokpaard noemt hij “rijden op water”. Voor het overige sluit hij aan bij de vorige sprekers. De heer Frenken vindt dat de Floriade geen pretpark is of moet zijn. De Floriade moet deze regio, met een uitstraling naar Duitsland, “op de kaart zetten” met een gezonde bedrijfstak en werkgelegenheid als resultaat. Hij ondersteunt het thema glastuinbouw, zeker in een gebied met veel glastuinbouw. Glastuinbouw heeft veel met water van doen. Kortom, het idee is goed, maar het moet enerzijds “rijpen”; anderzijds een goede financiële onderbouwing krijgen. Op dit moment is sprake van een open eind. De heer Van Iersel ondersteunt hetgeen de heer Bossenbroek heeft gezegd. De heer Koolen deelt mee, dat in de vorige bestuursperiode een gezamenlijke aanpak van beide waterschappen het uitgangspunt was. In het noord-Limburgse gebied bevindt zich als totaal de op een na grootste glastuinbouw van Nederland. Hij licht de voorgeschiedenis toe en de keuze waarom het zuiveren van oppervlaktewater en meer specifiek waterhergebruik binnen de glastuinbouw als thema is gekozen. Binnen het vorige bestuur is het idee geopperd om de financiering via het waterschapsbedrijf, waarin beide waterschappen deelnemen, te laten lopen. De voorzitter geeft vervolgens een toelichting. Hij onderkent, dat de rol van het waterschap Roer en Overmaas en het waterschapsbedrijf onderbelicht is gebleven in het voorliggend stuk. Bij eerdere Floriade-tentoonstellingen hadden de waterschappen een “paviljoen van de toekomst”; kostbaar en mislukt, zonder imagowinst. Meteen na de laatste Floriade is met name ook van uit de Unie van Waterschappen besloten om zulke opzet voor de toekomst nooit meer te realiseren. Indachtig dat de Floriade in feite een tuinbouwtentoonstelling is, weliswaar aangekleed voor een breed publiek, is gekozen voor een thema met water en tuinbouw; duurzaam waterbeheer, een emissieloze glastuinbouw die “draait” louter op het water dat er op valt en geen vervuild water loost, dus waterneutraal. De kerntaken van het waterschap: bescherming van het oppervlaktewater tegen schadelijke stoffen en het zuiveren van afvalwater komen met dit thema goed tot zijn recht. Om de techniek zichtbaar te kunnen maken zou er een technische installatie in of bij een kas moeten komen en de communicatie zou kunnen in het paviljoen van Agro en Aqua waar het waterschap een deel van huurt. Uiteraard hoort daar een communicatief goed verhaal bij; dit is nog niet gereed. De toezegging van waterschap Roer en Overmaas staat nog steeds overeind om € 100.000,-- bij te dragen. Als een en ander een succes wordt dan wordt dit succes uiteraard uitgedragen vanuit “de Limburgse waterschappen”. In de loop van het project zal ook gecommuniceerd moeten worden met de glastuinbouw; duidelijk zal moeten worden wat de voordelen voor die branche zijn. Ook hier kan gaan gelden dat de voorschriften van de vergunningen die het waterschap op dit punt verleent, worden geënt op de best voorhanden zijnde techniek. Via dit traject moet het
10
1
dus mogelijk zijn om zulke moderne techniek in de praktijk geïntroduceerd te krijgen, uiteraard nadat deze techniek zich heeft bewezen in proefprojecten. Het introduceren van nieuwe technieken via de weg van vergunningvoorschriften heeft zich de laatste dertig jaren bewezen. Het introduceren van de IBA’s (Individuele Behandelinstallatie Afvalwater) is daarbij een sprekend voorbeeld. De heer Bossenbroek constateert dat het doel op zich niet het deelnemen aan de Floriade kan zijn. Het achterliggende doel met bijbehorende doelgroep is hem niet duidelijk. Vervolgens zou men een thema moeten kiezen. Het is weliswaar een land- en tuinbouwtentoonstelling, maar het grootste deel van de bezoekers komt niet uit die sector. De heren Hermans steunt de heer Bossenbroek in dezen. De heer Selen steunt de voorgaande sprekers en wijst ook op het risico dat de tuinder wordt neergezet als grote vervuiler waarvoor hoognodig nieuwe techniek moet komen. De heer Clumpkens spreekt de wens uit om een en ander puntsgewijs op papier te zetten, zodat er een duidelijk overzicht komt van het voorstel met onderbouwing in combinatie met de aantekeningen vanuit het bestuur en de reactie daarop. De heer Van Iersel verzoekt om een aanvullend thema achter de hand te houden, voor het geval het voorliggende thema bij nader inzien niet realiseerbaar is. De heer Van Dijck spreekt eveneens de wens uit om ook nog een tweede thema te bedenken, dat overigens ook een breder publiek aanspreekt. De voorzitter vreest, dat een “plan B” dat aantrekkelijk moet zijn voor een zeer breed publiek niet betaalbaar zal zijn. De waterschapsbijdrage aan de tentoonstelling mag geen financieel avontuur worden. Het dagelijks bestuur heeft zich op voorhand niet de vrijheid gegeven om hier vele tonnen in te steken. Er is bewust voor gekozen dat anderen, het bedrijfsleven, zich zal gaan inzetten. Een plan B zoals nu geopperd wordt zal vanuit de waterschappen 100% zelf gefinancierd moeten worden. Ook organisatorisch zou het nog een aardige kluif worden: een paviljoen moet zeven dagen in de week, twaalf uren per dag gedurende meerder maanden bezet zijn. De heer Kersten merkt op dat de discussie komt vanuit het vorige bestuur, waarbij geen “blingbling” aan de orde was. Temeer nu dat tot zeer hoge kosten zou leiden. Voor het toenmalige algemeen bestuur was dat de rode draad. Het voorstel is dan ook een vertaling van de boodschap, ingegeven door het toenmalig bestuur. Als het nu anders moet zal de discussie ook anders gevoerd moeten gaan worden. De heer Clumpkens is van mening, dat het opnemen van een tekst “adopteren van het thema Aqua en Agro” veel verder gaat dan een waterstroompje zuiveren dat vanuit een kas komt. Het beeld dat daarmee geschetst wordt strookt niet met de werkelijkheid. Oude zaken in een nieuwe jas steken is prima; daar zullen de kosten ook beperkt van zijn. Maar met het adopteren van een thema ziet hij het lijk al drijven. De heer De Lange schat in dat een consensus met bedrijven die een en ander technisch moeten ontwikkelen en uitvoeren zeker 10 à 12 maanden zal vergen. Dus voor het doorontwikkelen, combineren en bouwen resteert dan nog slechts één jaar. De voorzitter reageert met de opmerking, dat KIWA-waterresearch de trekker is voor het thema. Agro en Aqua is een onderdeel daarvan, waar het waterschapsidee het best bij aansluit. Het woord adopteren is bij nader inzien wat ruim gekozen. De voorzitter constateert een redelijke discrepantie tussen hetgeen het dagelijks bestuur doet en wat het algemeen bestuur zou willen. Dit kan betekenen dat er opnieuw rond de tafel gezeten moet gaan worden en spijkers met koppen geslagen moeten worden. Welke inspanningen willen we leveren waarmee we de burgers op de Floriade binden aan het waterschap en wat kost dat? De heer Koolen vestigt de aandacht op het feit dat het een wereldtentoonstelling is op een bepaald vakgebied. Een presentatie op het vakgebied moet via goede communicatie vertaald kunnen worden naar de burgers die op de tentoonstelling komen. Een relatie met de Kaderrichtlijn water met bijbehorende verantwoordelijkheden voor het waterschap moet daarbij kunnen helpen. De voorzitter bevestigt dit en is van mening dat die slag gemaakt moet kunnen worden. Verder beschrijft hij een voorbeeld van een waterspeelplaats voor kinderen zoals hij die in Oostenrijk heeft gezien. De heer Hermans vraagt waarom een lokaal waterschap op een wereldtentoonstelling verschijnt en waarom het thema niet op nationaal niveau wordt getild. Overigens vindt hij dat het voorbeeld van een waterspeelplaats voor kinderen best toegevoegd kan worden aan het gekozen thema. Ook de heer Bossenbroek staat niet afwijzend tegen een waterspeelplaats.
11
1
Kinderen en water wekken de sfeer van voldoende, schoon en veilig water. Dat hoger doel mag best doorklinken via een waterspeelplaats. Mw. Janssen oppert een slogan: “dit water is zo schoon, dat u uw kinderen ermee kunt laten spelen”. De voorzitter concludeert dat het voorstel herschreven moet worden waarin scherper wordt beschreven: doel, thema en kosten, met een aparte communicatieparagraaf: hoe wordt het thema richting burgers vertaald. Het dagelijks bestuur staat overigens open voor creatieve ideeën vanuit het algemeen bestuur. 4a. Ingelaste rondvraag De heer Felling vraagt aandacht voor de grieppandemie en met name de voorbereiding op de mogelijke gevolgen. De voorzitter bevestigt dat dit de aandacht heeft mede op verzoek van de minister van BZK; het waterschap heeft een en ander onder controle. 5. Sluiting De voorzitter sluit om 12:55 uur de vergadering. Aldus vastgesteld in de vergadering van het algemeen bestuur van 23 september 2009. de secretaris, de voorzitter,
mr. W.J.M. Evers
ir. H.A. van Alderwegen
12
1
LIJST VAN TOEZEGGINGEN EN AANDACHTSPUNTEN VERGADERING ALGEMEEN BESTUUR 8 JULI 2009 Agenda Omschrijving Punt AB-vergadering 19 december 2007 A9 Integriteitsbeleid Schriftelijke evaluatie 2008 A3
AB vergadering 25 maart 2009 Vragenuurtje Bestek van projecten opnieuw bezien (o.a. extra eisen bezien die aanleiding kunnen zijn tot verweer); e.e.a. n.a.v. aanbestedingsprocedure Tungelroyse beek.
A5
Informatiebeleidsplan 2008-2012 Nadere uitwerking
A6
Beheerplan waterkeringen 2009-2013 e WPM beleidkeuzes maken in relatie tot 2 tranche dijkverbetering
B1
Afdoening Termijn
DB
Voorjaar 2009
S. Roelofs
Oktober 2009
R. Dupont
Najaar 2009
R. Dupont
Najaar 2009
J. Classens
Najaar 2009
Opinierend deel AB-vergadering 25 maart 2009 Ter kennisname Evaluatie wateraanvoer en waterverdeling Limburgs en Brabants kanalenstelsel in relatie tot waterbehoefte Nader onderzoek waterdoorvoer Noordervaart ter kennis brengen aan AB
B2
Aktie door
Voorjaarsnota 2009 In beeld brengen problematiek dat agrariërs die bronneren J. Classens dubbel moeten betalen (bronneringsvergunning en grondwaterbelasting)
A5
AB vergadering 22 april 2009 Voorjaarsnota 2009 Overleg over al dan niet (her)instellen van commissies
B.5
September 2009
Voorz/secr.dir.
Aug. 2009
Opinierend deel AB-vergadering 27 mei 2009 Actief grondbeleid: kaarten blauwe/witte gebieden Nieuw Limburgs Peil
S. Roelofs
Juli 2009
B5
Actief grondbeleid: belang van een grondcommissie
J. Classens
Najaar 2009
B5
Actief grondbeleid: Wet ruimtelijke ordening: doorberekening kosten bij grondexploitatie
A. Kersten
AB 26.08.2009
B.6
Rondvraag: rol/invloed AB in besluitvorming UvW
DB
AB 24.06.09
B.5
Opinierend deel AB-vergadering 24 juni 2009 Jaarrekening/-verslag 2008 A. Kersten Workshop uitgangspunten begroting op 23 augustus 2009
23 aug. 2009
A3
Besluitvormend deel AB-vergadering 8 juli 2009 Notulen 24 juni 2009 Behandeling opschorten/andermaal agenderen
September 2009
A8
Rondvraag Roggelsebeek kern Roggel: (versneld) maaien
Secretaris
S. Roelofs/ hfd bow Juli 2009
13
1
Agenda Omschrijving Punt B2
Opiniërend deel AB-vergadering 8 juli 2009 Notulen 24 juni 2009 Behandeling opschorten/andermaal agenderen
Aktie door
Afdoening Termijn
Secretaris
September 2009
B3
Mededelingen AB-vergadering 26 laten vervallen; AB-vergadering (opiniërend) 2 september inlassen
Secretaris
Aug/sept. 2009
B4
Stukken ter kennisname Floriade: stuk herschrijven
Voorzitter/K en A
Eind 2009
14
1
EENMALIG TER KENNISNAME: AFGEHANDELDE PUNTEN IN OF SINDS DE VORIGE AB-VERGADERING Agenda Omschrijving Punt
Besluit afhandeling Datum door DB/AB of afdeling
AB vergadering 4 maart 2009 Vragenuurtje Onderzoek teeltvrije zones (Classens) Bestuursprogramma heffingen buitendijkse gebieden/tariefdifferentiatie
DB (Classens)
24.06.2009
A. Kersten
08.07.2009
B4
Eerste berap 2009: p.13, Nieuw Limburgs Peil
J. Classens
24.06.2009
B4
Eerste berap 2009: p.13, Ibrahym, AB-themamiddag
S. Roelofs
24.06.2009
S. Roelofs
Juni 2009
A3 A6
B6
Opinierend deel AB-vergadering 27 mei 2009 Rondvraag: notitie Venherstel (agendapunt 3, volgnr. 9) Siebengewaldseweg aangemerkt als vengebied; contact opnemen met vragersteller Th. Witjes.
15
1