JAARVERSLAG NKV 2014 samengesteld door dhr. L.A. de Vries in maart 2015 Algemene Ledenvergadering 2014: De 76e Algemene Ledenvergadering werd gehouden op 29 maart 2014 te Vught. Afdelingenoverleg 2014: Het Afdelingenoverleg werd gehouden op 29 november 2014, in de Pastorie van de Pieterskerk in Utrecht. Bestuursmededelingen: Eind 2014 was het aantal leden 3342. Het aantal leden is dit jaar met 81 gestegen. In 2012 is het aantal leden met ruim 350 gedaald. In 2013 bedroeg de daling 97. Bestuur Het hoofdbestuur bestond uit: Dhr. J.L.L. Smolenaars (voorzitter) Mevr. A. Dijkmans-Pas (vice-voorzitter I) Dhr. J.M.F. van Reeth (vice-voorzitter II) Dhr. L.A. de Vries (secretaris I) Dhr. P. Gouw (secretaris II) Dhr. F. Bruna (penningmeester I) Dhr. J. Hendriks (penningmeester II) Dhr. H. A. Wesselius (Public Relations) Dhr. D. G. Veldhoven (Jeugdzaken) Mevr. K. Henquet (Studentzaken) Bestuurswisselingen Dhr. J.M.F. van Reeth is statutair afgetreden . Dhr. M. van den Sande is benoemd tot vicevoorzitter II. Dhr. F. Bruna is afgetreden. Dhr. J. H. Beek is benoemd tot penningmeester I. Dhr. Hans Smolenaars (voorzitter), mevr. Annemieke Dijkmans-Pas (vice-voorzitter 1) en dhr. Henk Wesselius (bestuurslid PR) zijn statutair afgetreden. Zij hebben zich herkiesbaar gesteld en zijn herbenoemd.
Contacten met andere verenigingen en instellingen: -Binnen de Week van de Klassieken heeft het NKV samengewerkt met het Rijksmuseum van Oudheden, Allard Pierson Museum en Tresoar. -De tweede Klassieke Olympiade, een initiatief van de Vereniging Classici Nederland, de Vrienden van het Gymnasium en het NKV is wederom in gezamenlijkheid met veel succes georganiseerd.
Verslag 76e Verbondsdag op 4 oktober 2014 te Amsterdam De verbondsdag vond plaats in de Balie, de goedkoopste en meest geschikte gelegenheid, zoals bleek uit de offertes van vijf alternatieven. De dag viel samen met het vieren van het vijfenzeventigjarig bestaan van de afdeling Amsterdam en werd gewijd aan de invloed van de klassieke oudheid op hedendaagse Nederlandse literatuur, i. c. het oeuvre van Harry Mulisch. De dag was toegankelijk voor leden en niet-leden en de toegangsprijzen werden zo laag mogelijk gehouden om zo veel mogelijk studenten en andere belangstellenden te trekken, alles in het kader van de werving van nieuwe leden. Er werden drie tarieven gehanteerd: € 20 voor het lezingenprogramma, inclusief lunch; € 30 voor hetzelfde plus middagexcursies en borrel, en € 65 voor de leden die aan het diner (een driegangenmenu met wijn à raison van € 35) aanzaten. Er waren 170 bezoekers, 115 leden en 55 niet-leden, waarvan 15 genodigden. Het middagprogramma werd bezocht door 118 bezoekers, en 36 leden zaten aan het diner aan.
Programma Na inleidende woorden van de voorzitter van de afdeling Amsterdam, Julius Roos, was het woord aan de burgemeester van Amsterdam, Eberhard van der Laan, die tot onze vreugde bereid was enkele historische Amsterdamse aspecten met betrekking tot het thema toe te lichten. Marita Mathijsen, emeritus hoogleraar Nederlandse letterkunde, gaf de eerste lezing, “Tegen de Lethe: Harry Mulisch en zijn klassieke bronnen.” waarin zij inging op de bronnen die de auteur gebruikte bij de vele klassieke onderwerpen die in zijn romans verwerkt zijn, daarbij gebruikmakend van haar toegang tot zijn werkkamer en bibliotheek. Jacqueline Klooster, classica en docente aan de Universiteit van Gent, ging in op de functie van klassieke thema’s (Troje, Orpheus, Oedipus) in de structuur en stijl van het oeuvre van Mulisch in haar lezing “De rol van klassieke motieven in Mulisch’ ars combinatoria.” Julius Roos bood vervolgens het eerste exemplaar van zijn voor de gelegenheid gemaakte vertaling in het Latijn van drie korte verhalen van Mulisch, getiteld “Tres Fabellae”, uitgegeven door de Bezige Bij, aan Rodie Risselada aan, die daarvoor bedankte met enkele geestige woorden over problemen bij het vertalen van moderne tekst in het Latijn
Hierna volgde het muzikale intermezzo. Marije Roos, sopraan, en Bas van Bommel, piano, brachten Arianne a Naxos van Joseph Haydn op sublieme wijze ten gehore. Na de lunch in de Balie volgde de lezing van Siward Tacoma, classicus te Leiden,” Vogels rond het Pantheon: Harry Mulisch’ spel met gegevens uit antieke bouwkunst en mythologie in ‘De Ontdekking van de Hemel’ waarbij hij een verrassende theorie ontvouwde over de zwaluwen en vleermuizen bij het Pantheon, waar onder meer de mythe van Procne die haar zoon Ytis als maaltijd aan haar echtgenoot serveerde uit wraak voor het verkrachten van haar zuster, te pas kwam. De middagexcursies gingen naar het speciaal voor ons opengestelde Harry Mulischhuis waar zesenveertig bezoekers in drie shifts een rondleiding kregen aangeboden onder leiding van Gerard van Lennep en Kitty Saal en ondergetekende. Het Prentenkabinet van het Rijksmuseum trok dertig bezoekers in twee shifts; Rudi Fuchs gaf explicatie. Onder leiding van Verena Demoed namen vijftien belangstellenden deel aan de stadswandeling die eindigde in de Oude Kerk met zijn inscripties. De Bijzondere collecties van de Universiteit van Amsterdam trok eveneens vijftien bezoekers, die een presentatie van Klaas van der Hoek kregen waarbij onder meer enkele bijzondere manuscripten werden getoond. Ten slotte was er een excursie naar het Amsterdamse Stadsarchief, waar Eveline Landheer een rondleiding gaf. Hierna volgde de borrel in de Balie, waar ongeveer tachtig mensen aan deelnamen, een goede aanloop voor het diner voor leden, dat een smakelijke en geanimeerde afsluiting vormde van een geslaagde dag. De landelijke voorzitter Hans Smolenaars heeft de leden toegesproken en enkele historisch belangrijke momenten en personen voor het voetlicht gehaald. Het was een uitdaging voor het gelukkig ledenrijke en jeugdige bestuur van de afdeling Amsterdam om deze dag te organiseren op nogal korte termijn, een uitdaging die met enthousiasme is aanvaard en tot een groot succes heeft geleid zoals ons van vele kanten verzekerd is. Wij zijn dan ook veel dank verschuldigd aan mijn medebestuurders (in totaal willekeurige volgorde): Charles Hupperts, Jori Castricum, Aniek van den Eersten, Marij Kok, Maurits de Leeuw, Maurits Lesmeister, Niels Koopman, Kiki Boomgaard, Maria van der Poel en Richard Calis. Julius Roos, voorzitter afdeling Amsterdam van het NKV.
JAARVERSLAG HERMENEUS OVER 2014: In 2014 verscheen de zesentachtigste jaargang van Hermeneus. Het aantal pagina’s van deze jaargang bedroeg 264, met in totaal 39 artikelen. In de rubriek Actualiteit-Musea werd een aantal museumexposities kort aangekondigd of besproken. In de rubriek Boeken verschenen de recensies van 18 boeken. De Index over 2013 kwam met het eerste nummer van 2014 uit. Het themanummer van 2014 droeg als titel Augustus, ter gelegenheid van de 2000ste sterfdag van keizer Augustus op 19 augustus van het jaar 14. Een team van drie
redacteuren (gastredacteur Lien Foubert, Vincent Hunink en Thea L. Heres) werkte samen met nog acht auteurs aan de totstandkoming ervan. In 2015 zal Hispania, het Iberisch schiereiland in de oudheid, het onderwerp van het themanummer zijn. Het wordt zoals gebruikelijk verzorgd door een team van drie redacteuren (Lincy Van Twembeke, Floris Overduin en Thea L. Heres). De redactie bestond in 2014 uit negen leden. Zij vergaderde in dat jaar vier maal. Na de zomer van 2014 verliet Michel Buijs na ruim twaalf jaar de redactie. Deze werd eind 2014 weer aangevuld door de toetreding van Christian Laes, waarmee het aantal redacteurs uit Vlaanderen is gestegen tot vier. De redactie streefde ook in 2014 nadrukkelijk naar een goed evenwicht tussen de diverse domeinen van klassieke studies (Grieks, Latijn, geschiedenis, archeologie, recht, godsdienst, receptiegeschiedenis enz.). Het interne redactieproces wordt mede bepaald door schriftelijk vastgelegde protocollen. Zo wordt voor de behandeling van elk artikel in leescommissies een heldere (digitale) routing afgesproken. Dit alles bevordert de efficiency en heeft een positief effect op de leesbaarheid van de teksten. Helaas stond dit jaar mede in het teken van een geschil met het Hoofdbestuur. Dit betrof het opstellen van een document ter regeling van de verhoudingen tussen Hoofdbestuur en redactie. Een extra ledenvergadering te Rotterdam leidde ertoe dat een commissie werd ingesteld om het geschil op te lossen en alsnog tot een voor beide partijen aanvaardbaar reglement te komen. Wij zijn de commissieleden onder leiding van Prof. dr. Gerard Boter dankbaar dat zij tijd en energie hebben besteed aan de oplossing van deze kwestie. Wij zijn ervan overtuigd dat wij voortaan in goede samenwerking met het Hoofdbestuur het redactionele werk kunnen voortzetten. De beeldredactie was ook in 2014 in handen van redacteur Elly Jans en de rubriek Actualiteit-Musea werd weer verzorgd door John Hendriks. Drukkerij Ter Burg droeg onder haar nieuwe naam nr58 total communication goede zorg voor de totstandkoming en distributie van ons blad. Het team van Karin Zijp, dat de vormgeving van Hermeneus verzorgt, heeft in goede samenwerking met de redactie intussen al de achtste jaargang nieuwe-stijl uitgebracht. (verslag: Dr. T.L. Heres en Dr. Rijk Schipper)
Verslag Kalendercommissie van de 58e editie van de Imagokalender 2015: SAMENSTELLING COMMISSIE De kalendercommissie voor deze editie is samengesteld uit Drs Hein van Dolen, Dr Charles Hupperts en mw Drs Elly Jans. Helaas heeft de commissie dit jaar geen gebruik kunnen
maken van de kennis en kunde van de heer Drs Joop Derksen, die door ziekte geen deel kon uitmaken van de commissie. Dat is jammer omdat de heer Derksen al meer dan 30 jaar verbonden is aan de commissie. THEMA KALENDER Het thema van de Imagokalender 2015 was ‘De Perzen komen’. Dit thema is expliciet gekozen omdat het aansluit bij het eindexamenonderwerp Grieks 2016. De kalender bestond gewoontegetrouw uit twaalf bladen. Verdeeld over deze twaalf bladen komt aan de orde wat Herodotus heeft geschreven over de Perzen, hun zeden en gewoonten, het hof, de vier grote koningen, hun expedities en vooral de confrontatie met de Grieken. De teksten en de beeldverzorging was geheel in handen van Hein van Dolen; de overige commissieleden hebben zich bezig gehouden met de controle. Als uitgever bedank ik de samenstellers. VERKOCHTE OPLAGE In de jaren 1980-1990 was de oplage van de kalender groter dan de oplage van Hermeneus. Met het afkalven van het ledenbestand van het Verbond is ook de oplage steeds verminderd. Was deze tien jaar geleden nog rond de 4000 ex., de laatste jaren was daalde de oplage elk jaar met enkele honderden. Het aantal verkochte exemplaren was dit jaar 2129. OORZAAK TERUGLOOP VERKOOP Voor de terugloop kunnen twee oorzaken worden aangewezen: als eerste, het verminderde ledental van het Verbond; het tweede argument is dat de verkoop aan scholieren drastisch is teruggelopen, enerzijds omdat scholen beducht zijn voor colportage, anderzijds kochten de leerlingen de kalender graag voor het beeldmateriaal tbv werkstukken, nu download men via Google afbeeldingen. ONDERZOEK NAAR NIEUWE KANSEN In de eerste jaren was de kalender een weekkalender, daarna werd het een maandkalender met een verklarend tekstboekje. Vanaf de 1980 is het tekstboekje vervangen door begeleidende teksten op de achterzijde van het kalenderblad. Sindsdien is de formule van de kalender ongewijzigd. Op korte termijn denken wij met een werkgroepje - isw met de kalendercommissie – na te gaan of er andere mogelijkheden zijn en op welke wijze de verkoop verder kan worden gestimuleerd. Jacco Blokker, uitgever, directeur Uitgeverij De Doelenpers bv Alkmaar, april 2015.
LokonCommissie 2014: Het LOKON (Landelijk Overleg Klassiek Onderwijs in Nederland), waarbij zijn aangesloten de Belangengroepering Gymnasiale vorming (BGV), de Landelijke Ouderraad Zelfstandige Gymnasia (LOZG), de Vereniging Classici Nederland (VCN), de Stichting Het Zelfstandig Gymnasium (SHZG), de Vereniging Vrienden van het Gymnasium, de Stichting Leerplan Ontwikkeling (SLO) en het Nederlands Klassiek Verbond (NKV) zijn in 2014 niet in een gemeenschappelijke vergadering bijeen geweest. NKV-vertegenwoordiger: Jan Spoelder
Verslag NKV-event 2014: Op 21 maart 2014 heeft het NVK de jaarlijkse NKV-Homerusprijs in het Rijksmuseum van Oudheden uitgereikt. Een vakkundige jury bestaande uit dr. Harm-Jan van Dam (oud-UHD Latijn aan de Vrije Universiteit Amsterdam), prof. dr Eric M. Moormann (hoogleraar Klassieke Archeologie aan de Radboud Universiteit Nijmegen) en Marjoleine de Vos (neerlandica, redacteur Kunst bij NRC Handelsblad, dichter) heeft drie vertalingen uitvoerig bestudeerd en beoordeeld. Deze boeken werden door de afdelingen van het NKV in België en Nederland gekozen uit tien door het hoofdbestuur voorgedragen werken:
Daan den Hengst – Ammianus Marcellinus. Julianus, de laatste heidense keizer, uitgeverij Athenaeum-Polak & Van Gennep, Amsterdam 2013 Wolther Kassies – Thucydides. De Peloponnesische Oorlog, uitgeverij AthenaeumPolak & Van Gennep, Amsterdam 2013 Piet Schrijvers – Seneca. Medea, Phaedra, Trojaanse vrouwen, Historische Uitgeverij, Groningen 2013.
De uitgangspunten voor de toekenning van de prijs zijn: “De NKV-Homerusprijs wordt sinds 2010 jaarlijks uitgereikt aan de schrijver(s) van een Nederlandstalig werk (boek/vertaling) dat volgens de NKV-leden en de jury het beste een brug slaat tussen de Klassieke Oudheid en het heden.” De jury was van mening dat alle drie de werken "van uiterst hoge kwaliteit zijn en waarschijnlijk eveneens alle drie een prijs verdienen". Maar zoals bij een wedstrijd kan er maar één winnaar aangewezen worden en de jury heeft eenstemmig gemeend dat dit Daan den Hengst moet zijn. "Den Hengst heeft met zijn vertaling van een voor de meeste lezers nieuwe auteur een pad gebaand naar de late oudheid. Ammianus blijkt een belangrijke en meeslepende auteur te zijn uit wiens werk de lezer van nu veel stof tot nadenken kan putten, onder meer over de (in)tolerantie op het gebied van religie. Mede door de zorgvuldige
presentatie is dit werk dan ook meteen een mijlpaal in onderzoek en presentatie van de vierde eeuw." Daarom heeft Daan den Hengst voor zijn vertaling van Ammianus Marcellinus de NKVHomerusprijs 2014 uitgereikt gekregen, bestaande uit een prachtige bokaal en een geldbedrag. Uit het juryrapport "Een antieke tekst kan nauwelijks meer zonder toelichting worden gepresenteerd. Zelfs de inleidingen ondervangen het probleem van onbegrijpelijke passages, termen en namen niet volledig. Kassies neemt van de drie auteurs de lezer het meest bij de hand door hem in lange stukken tussen de verschillende hoofdstukken niet alleen in te lichten, maar ook te sturen voor wat betreft opvattingen, meningen en mogelijkheden van de personages en de tekst. Dat vergroot de toegankelijkheid van de tekst voor de moderne lezer. Kassies’ introductie op Thucydides is zeer gedegen en doet recht aan het omvangrijke onderzoek naar de schrijver en naar de Peloponnesische Oorlog in de laatste twee eeuwen. Zijn vertaling is zeer precies, de auteur heeft ernaar gestreefd alle nuances van het moeilijke Grieks van Thucydides weer te geven, wat een enkele keer ten koste van de soepelheid van het Nederlands gaat. De noten zijn eveneens vaak zeer uitvoerig en belichten kwesties die naar aanleiding van de tekst in de vakliteratuur zijn gerezen. Schrijvers trekt de aandacht van de lezer zonder enig probleem. Hij heeft zijn informatie elegant en meeslepend geformuleerd in verschillende essay-achtige stukken die tussen de tragedie-vertalingen in staan. Die essays zijn niet vooral inleidend bedoeld, ze kunnen om zichzelfs wille gelezen worden en roeren kwesties aan die in Seneca’s tragedies aan de orde komen, laten de receptiegeschiedenis van de tragedies zien en leggen verbanden met andere, ook latere, literatuur. Het is duidelijk dat de auteur vrij kan putten uit zijn grote kennis van het onderwerp en de tijd en hij doet dat met verve. Schrijvers heeft Seneca’s tragedies treffend vertaald. De metrische vorm (jamben en hexameters) komt meestal goed uit de verf, en de heftige teneur van de stukken heeft Schrijvers goed overgebracht. Den Hengst weet de lezer in zijn inleiding meteen te enthousiasmeren voor de relatief onbekende auteur die hij introduceert. Hij slaagt er uitstekend in om een beeld te schetsen van de late oudheid, een periode die veel lezers waarschijnlijk niet erg helder voor ogen staat. Daarbij staat de duidelijke strijd tussen aanhangers van de traditionele Romeinse goden en het christendom centraal. De lezer is dankzij de doeltreffend geformuleerde en uitvoerige inleiding goed ingelicht wanneer hij aan de lectuur van Ammianus zelf begint, die een ook voor de hedendaagse lezer fascinerende auteur blijkt. Den Hengst heeft Ammianus’ bijzonder merkwaardige en extreem moeilijke Latijn uitstekend weergegeven, waarschijnlijk mede dankzij de grote vertrouwdheid van de vertaler met deze van oorsprong Griekstalige schrijver."