Ng 372
17 Januari 1924
DE J O U R N A L I S T Orgaan vanden Nederlandschen Journalisten-Kring Adres voor Redactie en Administratie
Plaatsverv. Redacteur:
DEN HAAG Laan van Meerdervoort 15
G. POLAK DANIELS
Dit blad verschijnt ten minste éénmaal per maand
Het 40-jario; bestaan van den Kring. PROGRAMMA.
— Zij, die één of meer collega's in den nacht van 2 op 3 Februari willen huisvesten, gelieven zich dadelijk op te geven aan den secretaris der betrokken commissie: den heer H. HOTKE, Emmastraat 176, Den Haag.
Zaterdag 2 Februari. \% uur
— Officieele ontvangst door het Gemeentebestuur van 's-Gravenhage, in de zalen van het Raadhuis, Javastraat 26.
3—4% uur — Receptie. 6% uur
— Feestmaaltijd.
93^ uur
— Gezellig samenzijn. — Film van den heer WILLY MULLENS: „Het ontstaan eener courant".
Zondag 3 Februari. 10% uur
— Bijeenkomst. Rede van den Voorzitter: Veertig jaren nalistiek.
M. D. VAN LESSEN te Utrecht en M. A. SIPMAN
te Nijmegen. Causerie van den heer P. A. HAAXMAN Jr. — Noenmaal. Causerie van den heer Jhr. JAN FEITH. 2 % uur
— De overige wijn, die aan tafel gedronken wordt, is voor rekening van den Kring, zoodat het diner f5.50 kost, zonder verdere onkosten voor wijn. — Het Kringbestuur besloot voor den feestmaaltijd uitnoodigingen te zenden aan eenige autoriteiten en aan vertegenwoordigers van zuster-vereenigingen. Avondtoilet wordt — zoo eenigszins mogelijk — verzocht.
jour-
Aanbieding van een gedenkpenning aan hen, die 40 jaar lang lid van den Kring zijn geweest: de heeren P. A. HAAXMAN Jr. te 's-Gravenhage,
12% uur
— De prijs voor deelneming aan den feestmaaltijd is gesteld op f 5.50 per couvert, met inbegrip van een halve flesch wijn.
— Voorstelling in den Kon. Schouwburg, aangeboden door den heer COR VAN DER LUGT MELSERT, directeur van het Hofstadtooneel, ter eere van het Kring-jubileum.
Bijzondere mededeelingen. — Receptie, feestmaaltijd, gezellig samenzijn en vergadering worden alle gehouden in Hotel Paulez, Korte Voorhout 2, 's-Gravenhage.
— De directie van Hotel Paulez zal haar salons op 2 en 3 Februari op waardige wijze versieren. De receptie en de feestmaaltijd zullen door een strijkje worden opgeluisterd. — Wie niet deelneemt aan den feestmaaltijd, kan natuurlijk toch liet gezellig samenzijn bijwonen, dat er op volgt. Hij zorge om half 10 aanwezig te zijn. — De heer en mevrouw VAN DER LUGT MELSERT-ANNIE
VAN E E S zullen niet na afloop van den feestmaaltijd medewerken, doch inviteeren alle Kringleden en hun dames op de voorstelling, Zondagmiddag 2'/* uur, in den Koninklijken Schouwburg. Speciaal programma! — Het Kringbestuur noodigt de collega's dringend uit, vooral ook de officieele ontvangst om half 2 in het Raadhuis bij te wonen. Dit verzoek geldt natuurlijk speciaal den Haagschen collega's, omdat anderen misschien niet zoo tijdig aanwezig kunnen zijn. Doch bij die ontvangst is ieder welkom. Ook de dames kunnen komen.
op Zondag begint om half elf precies.
— Collega's, wij rekenen op uw deelneming. Na de jaren van ingespannen economischen arbeid moet ook deze herdenking van ons 40-jarig bestaan slagen.
— Tot al deze feestelijkheden is ook toegang voor de dames der leden (en - . . voor de heeren der vrouwelijke collega's).
— Het zal het Kringbestuur zeer aangenaam zijn, zooveel mogelijk leden op de receptie te zien, die 's middags in Hotel Paulez wordt gehouden.
— De vergadering
— In dit nummer vindt men een formulier, waarmede men zich voor deelneming kan opgeven. De vrouwelijke collega's willen eventueel wel zoo vriendelijk zijn, de redactie eenigszins te veranderen, wanneer zij zich — al dan niet „met heer" — opgeven. — Tevens kan men door middel van dat formulier berichten, of men logies wénscht in Den Haag en. op welke wijze.
— En laat uw dames ook de bijeenkomst van Zondag bijwonen. Dan hooren ze ook eens iets uit het Kringleven! — Collega JAN FEITH zal z'n causerie houden tijdens of aan het eind van het noenmaal. En daarna volgt dan de voorstelling in den Schouwburg. — Een dansje, 's avonds? Natuurlijk!
DE
2
J O U R N A L I S T
KRINGBÈSTUUR. Alle correspondentie (behalve over financieele zaken) voor het Kringbèstuur te zenden aan den Secretaris W . N. VAN DER HOUT, Van Slingelandtstraat 70, Den Haag. Voor financieele zaken aan den Penningmeester A. VOOGD, Heemraadssingel 183, Rotterdam. INHOUD. Officieele Mededeelingen: Programma van het 40-jarig bestaan van den Xring; Ons bijvoegsel; Kringbèstuur; Ons ledental; Ledenlyst. — De salarissen in 1924. — Locale en Gewestelijke Vereenigingen: De Amsterdamsche Pers; Haagsche Journalistenvereniging. — Algemeene belangen: De opening van het Nederlandsch Pers-Museum; Veel gevraagde adressen. — Varia. — Personalia en . berichten. — Ingezonden. — Advertentie.
Officieele Mededeelingen. Als een souvenir aan het 40-jarig bestaan van den Kring vinden de leden in dit nummer een bijvoegsel, bevattende: portretten. In de eerste plaats de foto's van alle voorzitters. Deze cliché's op één na (dat van den tegenwoordigen voorzitter) danken wij aan de welwillendheid der directie van het weekblad Week-End, waarin ze zijn gepubliceerd en die ze ons in bruikleen afstond. Het is ons bekend, dat het verkrijgen der portretten van de oudere voorzitters niet zonder moeite is gegaan, maar tenslotte is het — dank ook zij de medewerking van den heer D. KOUWENAAR, die in het Persmuseum foto's van enkele groote portretten liet maken — gelukt, en wij zijn bovengenoemd weekblad dankbaar, dat wij ze thans alle kunnen overnemen. Vervolgens publiceeren wij de portretten van verschillende Kring-functionarissen van vroeger en later, eveneens met medewerking van Week-E?id en van de Wereldkroniek: laatstgenoemd blad had verschillende cliché's, die het ons reeds verleden jaar afstond om er gebruik van te maken. Wij hebben de collectie zelf aangevuld met een aantal andere foto's, waarvan wij cliché's lieten vervaardigen. uitdrukkelijk wijzen wij er op, dat de collectie niet volledig is. Er zijn nog andere figuren uit de geschiedenis van den Kring, die verdienden dat hun beeltenis werd gepubliceerd, maar tijd en ruimte waren beperkt en bovendien zagen wij van verschillenden van vroeger geen kans om een foto te verkrijgen. Het is echter ons voornemen, om bij een volgende gelegenheid nog eens eenige portretten openbaar te maken van Kring-figuren uit vroeger en later tijd. Thans moesten wij een greep doen. Voorts hebben wij gemeend, ook te moeten geven de reproductie van een merkwaardig stuk uit het Kring-archief: den brief, waarmee dr. A. KUYPER zijn functie als voorzitter neerlegde, wegens zijn optreden als minister-president. Ongetwijfeld éen der meest-interessante stukken, die in het archief onzer vereeniging berusten. Ten slotte. Wij hebben overwogen, om ter gelegenheid van dit jubileum ook te publiceeren de foto's van een aantal bekende journalisten, ook al hebben ze geen rol gespeeld in onze vereeniging. Dit denkbeeld moesten we laten varen. Want waar de grens te trekken? Er zijn zoovéél goede journalisten, al zijn ze vaak niet beke?id. Iedere willekeur zou hier onrecht zijn. Daarom bepaalden wij ons tot Kring-functionarissen. En — zooals gezegd — bij een volgende gelegenheid hopen wij de collectie aan te vullen.
Kringbèstuur. Het Kringbèstuur kwam op Zaterdag 12 Januari j.1., 's middags en 's avonds, te 's-Gravenhage bijeen. Aanwezig de leden HANS, voorzitter,
Subsidie. — De Voorzitter deelde mede, dat bij Kon. Besluit den Kring een subsidie van f 1444.40 is toegekend, voor de onkosten gemaakt bij de regeling der journalistieke aangelegenheden tijdens de regeeringsfeesten. Dit bedrag is grootendeels uitgekeerd aan De Amsterdamsche Pers, die de regeling te Amsterdam had getroffen, en voor een klein gedeelte aan de Haagsche Journalisten-Vereeniging. Candidaturen. — Eenige nieuwe candidaten werden aangenomen {zie elders in dit nummer).
Ons Bijvoegsel.
waren
het geheele Bestuur echter gaf spr. zijn hartelijke waardeering met 's voorzitters arbeid te kennen en wenschte hem toe, dat hij nog vele jaren zijn taak zal kunnen vervullen. {Applaus.) De Voorzitter dankte voor die woorden. Eveneens,, dankte hij den secretaris, die zijn bescheiden jubileum in De Journalist had gepubliceerd, en niet minder erkentelijk was hij voor het prachtige bloemstuk, hem op 9 Januari gezonden, en voor de gelukwenschen die hem uit den Kring hadden bereikt. Herinnerende aan het feit, dat het Bestuur voor de eerste maal in het nieuwe jaar bijeenkwam, sprak hij zijn beste wenschen voor dèn Kring in 1924 uit.
VOOGD, VAN DER HOUT,
BIEMOND, POLAK DANIELS en de gedelegeerden KOUWENAAR,
(Amsterdam), HOLSEOER (Oostelijke Pers), (Haarlem) en VAN VOOREN (Rotterdam).
V A N OOSTEN
Bij den aanvang der vergadering vroeg de heer VOOGD het woord, om te herinneren aan het feit, dat de voorzitter op 9 Januari 12V-2 jaar lid van het Bestuur was geweest. Hij wenschte hem daarmee van harte geluk. Zeer zeker zullen ook teleurstellingen den voorzitter weleens niet bespaard zijn gebleven. Dat treft ieder, die in zulk een functie staat. Namens
40-jarig bestaan. — Uitvoerig werd gesproken over de definitieve regeling der herdenking van het 40-jarig bestaan. Allerlei besluiten werden genomen. Men zie verder de eerste bladzijde in dit nummer. /aarvergadering. — De jaarvergadering werd bepaald op 9 of 16 Maart a.s., te Rotterdam. Het Bestuur stelde de agenda vast. Statuten-herziening. — De algemeene vergadering, waarin het voorstel van De Amsterdamsche Pers inzake de Statutenen Reglements-herziening aan de orde komt, werd bepaald op een nader vast te stellen Zondag in het eind van April of begin Mei. De voorstellen zullen in Februari worden gepubliceerd. Contributies. — De stand der contributie-inning gaf den Penningmeester aanleiding, opnieuw te klagen over het feit, dat verscheidene leden achterstallig zijn. Het Bestuur besloot tot krachtige maatregelen en toepassing van art. 21 H. R. over te gaan. De achterstallige leden dienen dus daarop voorbereid te zijn. Pensioen-verzekering. — Besprekingen werden gevoerd over de verdere invoering der Pensioen-verzekering. Daaromtrent kan binnenkort een publicatie worden tegemoetgezien. De Dag. — De vaststelling der bestuursverklaring inzake de gebeurtenissen met De Dag werd uitgesteld tot de volgende vergadering.
Ons ledental. In het jaar 1922 werden als gewone leden van den Kring toegelaten 17 personen, als buitengewone 9. Van de gewone naar de buitengewone werden overgebracht 3 leden. Overleden 3 gewone leden; bedankt hebben 3 gewone leden en 2 buitengewone. Geroijeerd zijn 2 gewone leden. Op 1 Januari 1923 telde de Kring 1 eerevoorzitter, 3 eereleden, 2 donateurs, 487 gewone en 85 buitengewone leden. Totaal 578.
Ledenlijst. Aangenomen
als gewoon lid:
A. W. ZEYLSTRA, Persbureau Vaz Dias, El. WolfTstr. 92. A'dam. D. BERLING, Deli-Courant, Medan. D. MANASSEN. Rott. Nwsbld., Valeriusstraat 109, Amsterdam (thans buitengewoon lid). Adresveranderingen: G. DOORNEBOSCH naar G. J. Brucestraat. 30, Deventer. E- POLAK DANIELS naar Anna Paulownastr. 30, Den Haag. H. J. K. SERRY naar Hondiusstraat n b , Rotterdam. H. S. KEULS naar Batavia. T. LANDRÉ naar Kleinbeerenstrasse 5, Berlijn S. W. 11. A. C. PLASSCHAERT naar Regentesselaan 72, Rijswijk (Z.H.) Bedankt ah buitengewoon lid: C. M. KRIJGER, wegens verlaten van de journalistiek. Overleden : H. J. STRATEMEIJER, Den Haag. _
DE
J O U R N A L I S T
Locale en Gewestelijke Vereenigingen.
De salarissen in 1924. Met ingang van i Januari 1924 is de 3 e periodieke verhooging in werking getreden, krachtens de overeenkomst, die 1 Januari 1921 tusschen de vereenigingen „De Nederlandsche Dagbladpers", den Nederlandschen Journalisten-Kring en de Nederlandsche Katholieke Journalisten-Vereeniging is ingevoerd. De minima, gelijk deze moeten zijn van I fan. 11)24 af, vindt men in het volgende staatje: Klasse der journalisten
Gemeenteklasse IA
A B C Leerlingen
Gemeenteklasse I B
4416
4104
3600 2880 1800
3375
Gemeenteklasse II
Gemeenteklasse III
2
2700 1680
379 31S 0
343
2520 1560
2160 1200
2790
Klasse C
Klasse A
Klasse B
1
0
1
0
2
0
1
1
3 4 5 6 7 8 9
1
1
1
1
2
1
1
2
2
2
2
2
2
3 3 3 4 4 4 5 5 5 6 6 6
2
10 11 12
13 14
15 16 17 18
3 3 3 4 4 4 5 5 5 6 6
De Amsterdamsche Pers. Voor het lidmaatschap der vereeniging hebben zich aangemeld de collega's mejuffrouw R. VAN DER FEER, redactie Telegraaf, en C. A. HÖWELER, redactie Handelsblad. Op artikel 5 der statuten gegronde bezwaren tegen de toelating kunnen binnen acht dagen bij het bestuur wprden ingediend. SCHOTEL, secretaris.
Haagsche Journalisten-Vereeniging. Jaarverslag.
2
Hierbij zij aangeteekend, dat klasse C en de Leerlingen hiermee, dus op 1 Januari a.s., op hun „maximum-minimum" staan, d. w. z. dat zij hierna volgens genoemde overeenkomst geen recht meer hebben op een periodieke verhooging; klasse B krijgt er dan nog één en klasse A nog twee. Overigens behelst de overeenkomst slechts minima, zoodat iedere directie vrij is — en van deze vrijheid is gelukkig door velen gebruik gemaakt — om zoo ver boven de minima te gaan, als zij wenscht. In klasse 1 A vallen: Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Heerlen. In klasse I B vallen: Arnhem, Groningen, Haarlem, Leeuwarden en Utrecht. In klasse II vallen: Amersfoort, Apeldoorn, Delft, Deventer, Dordrecht, Goes, Gouda, 's-Hertogenbosch, Leiden, Maastricht, Middelburg, Nijmegen, Schiedam, Zutphen en Zwolle. In klasse III vallen: Alkmaar, Assen, Bergen op Zoom, Breda, Eindhoven, Enschede, Den Helder, Roosendaal, Sneek, Tilburg en Vlissingen. * * * Verder brengen we nog in herinnering, dat de overeenkomst bepaalt, dat er aan ieder blad drie jaarwedde-klassen zijn: A, B en C. De getalsverhouding volgens deze indeeling moet de volgende zijn: Aantal journalisten
3
2
3 3 ' 3 4 4 4 5 5 5 6
enzoovoorts.
Hoewel het bestuur der Haagsche Journalistenvereeniging in het afgeloopen jaar slechts tweemaal een ledenvergadering heeft bijeengeroepen ter bespreking van aangelegenheden de belangen der vereeniging en van de Haagsche pers rakende, heeft zij eenige malen een beroep gedaan op de medewerking harer leden en steeds met de gunstigste resultaten. Bij het verblijf van den koning van Zweden hier te lande werd een perscomité benoemd, bestaande uit de heeren VAN DE POL, HULSMAN
en
V A N . 'T VEER, tot regeling van de perszaken
tijdens het bezoek in Den Haag. Deze commissie stelde zich in verbinding met den voorzitter van „De Amsterdamsche Pers" om te vernemen, welke faciliteiten de journalisten in Amsterdam genoten en welke Zweedsche collega's werden verwacht. Zij deed daarop stappen bij den hoofdcommissaris van politie, welke hebben geleid tot een uitnemende regeling, waarbij aan de pers op de meest welwillende en doelmatige wijze de gewenschte faciliteiten werden verleend. Het was het comité verder mogelijk den hier aanwezigen Zweedsche collega's een bescheiden ontvangst te bereiden, waarbij de voorzitter der H. j . V. tegenwoordig was, die een korte toespraak richtte tot den eenigen Zweedschen collega, die in staat was gevolg te geven aan de uitnoodiging. Het is het bestuur der H. J. V. niet mogelijk geweest bij den gala-avond, den koning van Zweden aangeboden door het gemeenbestuur van 's-Gravenhage, van de overheid voor de plaatsen der journalisten een regeling te krijgen, die de leden der vereeniging geheel kon bevredigen. In verband met een aangenomen motie door de ledenvergadering op 27 Februari j.l. heeft het bestuur zich gewend tot den waarnemenden burgemeester VAN VUUREN, die in een voor het overige zeer tegemoetkomend schrijven deed uitkomen, dat de overheid zich op het standpunt plaatst, dat zij bereid is aan journalisten, die voor hun werk komen, de gelegenheid te bieden hun taak goed te verrichten, maar meent, dat deze werkers niet gasten zijn, die aanspraak kunnen maken op een uitnoodiging voor een dame. Zij beschouwt daarentegen de vertegenwoordigers der organisaties als haar gasten, die daarom met dame worden geïnviteerd maar als alle andere genoodigden geen bijzondere voorrechten met betrekking tot de hun toegewezen plaatsen kunnen eischen. Bij het bezoek van den koning van Noorwegen bewees hetzelfde comité, dat zich nuttig maakte bij dat van den koning van Zweden, zijn zeer gewaardeerde diensten. Voor de voorgenomen feestviering van den JournalistenKring in Juni werd het bestuur gemachtigd een commissie aan te wijzen om te overwegen op welke wijze de Haagsche Journalistenvereeniging zou getuigen van haar belangstelling bij dit jubileum. Toen van de feestviering werd afgezien deed het bestuur geen verdere stappen in deze aangelegenheid. Nu uit het nummer van 13 December j.l. van De Journalist is gebleken, dat het 40-jarig bestaan van den Kring begin Februari zal worden herdacht, heeft het bestuur eenige leden, die reeds bij andere gelegenheden blijk van hun belangstelling en werkkracht hebben gegeven, bereid gevonden, over den modus quo advies uit te brengen, n.1. de heeren H. HOTKE, J. B. H. HULSMAN, G. P. J. VAN OVERBEEK en H. H. J. VAN DE POL.
Van de getalsverhouding mag alleen, in een voor de journalisten g u n s t i g e n zin worden afgeweken. Behalve de 3 bovendoelde klassen (A, B en C) is er een vierde van leerlingen of volontairs. Zij vallen buiten de getalsverhouding. Aan een blad met 5 of minder journalisten mag (de rubrieken Financiën, Handel en Scheepvaart niet medegerekend) niet meer dan 1 volontair verbonden zijn, aan de overige bladen niet meer dan 2. Leerlingen en volontairs mogen alleen zijn zij, die nog geen j jaar in de journalistiek werkzaam zijn. Deze periode mag echter eventueel verlengd worden, totdat de betrokkene den leeftijd van 20 heeft bereikt. Ziedaar de voornaamste bepalingen der overeenkomst.
Zooals bekend is was de H. J. V. bij de viering van het 25-jarig jubileum van de Koningin in het perscomité vertegenwoordigd door zijn voorzitter en zijn secretaresse. Omtrent de werkzaamheid van dit comité werd verslag uitgebracht in De journalist van 5 October j.l. Zooals toen werd medegedeeld hebben verscheidene leden van de H. J. V., die voor het meerendeel ook deel uitmaakten van het perscomité, in subcomité's hun hulp gegeven. Bij een door mr. BIK aangeboden diner der Ver. OranjeNassau Tentoonstelling vertegenwoordigde de voorzitter de vereeniging. Voor het overige is ook dit jaar weer de tusschenkomst
4
DE
J O U R
van het bestuur der H. J. V. ingeroepen door verscheidene vereenigingen en particulieren voor mededeelingen aan de Haagsche pers omtrent bijeenkomsten of persconferenties, zooals o. a. door de Ver. van Ned. Gemeenten, de Commissie voor qpleiding Verlofkaders, "de Tooneelcommissie van den Haagschen Kunstkring, de Ver. Nederland-Engeland, den heer E D . CUYPERS enz. en van verschillende zijden werden nlichtingen gevraagd in pers-aangelegenheden. In een tiental gevallen schonk het bestuur zijn bemiddeling bij de verleening van perspenningen. Ons bestuur wendde zich na een klacht van een der leden van de H. J. V. tot den stationchef te 's-Gravenhage met het verzoek maatregelen te nemen om te voorkomen, dat journalisten, die gewend zijn op vertoon van hun persinsigne tot de perrons te worden toegelaten, bij de controle last óndervinden. Tevoren was bij de besturen der Amsterdamsche Pers en der Rotterdamsche Journalistenvereeniging om inlichting gevraagd naar de daar geldende regeling, waarbij bleek, dat de toelating tot de perrons op vertoon van het persinsigne niet berust op eenige overeenkomst. Daar de Haagsche stationchef op grond van zijn reglementen ons verzoek niet kon toestaan werd op zijn advies tot hem een schrijven gericht met verzoek van doorzending naar de,Ned. Spoorwegmaatschappij," waarin onze wensch werd herhaald. Hierop is nog steeds geen antwoord ontvangen., Op een mondeling verzoek van de Secretaresse zegde wethouder VAN DER MEULEN toe bij B. en W. kostelooze toegang van journalisten tot musea te zullen bepleiten. Bij verscheidene jubilea van journalisten en bladen hier ter stede en buiten de stad getuigde het bestuur in telegrammen of brieven of door het zenden van bloemen van zijn belangstelling. Bij het jubileum van de Rotterdamsche Journalistenvereeniging was de heer POLAK DANIELS de tolk van zijn gevoelens, terwijl de voorzitter 'was uitgenoodigd deel te nemen aan het bij die gelegenheid gehouden feestmaal. Nog werden bewijzen van sympathie gezonden bij de bevordering van den heer VOOGD tot officier van de Oranje-Nassauorde, bij de benoeming van den heer POLAK tot wethouder van Amsterdam en bij de huldiging van den heer D E WILDE op diens 7&en verjaardag. Een schrijven van deelneming ging naar den burgemeester bij het overlijden van diens echtgenoote. Teneinde den nieuwen leden, die aan het einde van het jaar toetraden tot de vereeniging, gelegenheid te bieden tot kennismaking en ook ter bevordering van de aangename verhouding onder de leden en om tegemoet te komen in de wenschen van die leden, die gaarne de ideëele belangen van het beroep meer op den voorgrond zien stellen, besloot het bestuur tot het houden van een gezellige bijeenkomst, waar over een onderwerp van journalistieken aard van gedachten kon worden gewisseld. Het vond den heer BOTHENIUS BROUWER welwillend bereid een causerie te houden over „De waardigheid van de pers" en mocht van verscheidene aanwezigen instemming hooren met deze soort bijeenkomsten. Het ledental vermeerderde in den loop van het jaar met negen gewone en twee buitengewone leden, daartegenover traden drie leden uit de vereeniging wegens het verlaten van de journalistiek, twee wegens vertrek uit Den Haag, een lid om financieele redenen, een lid bedankte uit gebrek aan sympathie voor de vereeniging, twee leden werden geroyeerd, een lid werd door den Kring geroyeerd. De heer VERWEY ontviel ons door den dood. Hoewel wij hem slechts zelden in ons midden mochten zien bewaren wij een vriendelijke herinnering aan zijn eenvoudige sympathieke persoonlijkheid. Thans telt de vereeniging dus twee eereleden, 78 gewone leden, n buitengewone leden en 5 begunstigers. Terwijl over het algemeen de meeste journalisten, die zich hier vestigden of lid van den Kring werden, zich bereid verklaarden zich als lid van de H. J. V. te laten inschrijven, zijn er in Den Haag nog eenige Kringleden, die meenen, dat zij geen rechtstreeks belang erbij hebben deel uit te maken van onze vereeniging. Wel is dit in hoofdzaak juist, voor zoover het hun economische belangen betreft, maar financieele steun van de H. J. V. is geenszins uitgesloten en voor alle plaatselijke regelingen verwachten zij hulp van de vereeniging; omgekeerd moet de H. J. V. dan op hun financieelen en moreelen steun kunnen rekenen. Laat alle leden, die in hun redactie samenwerken met niet-leden, dezen opwekken zich aan te sluiten bij de organisatie, die plaatselijke belangen behartigt. Aan het slot van dit verslag mijn hartelijken dank aan den 2 e secretaris, den heer VOUTE, die dezen zomer in de zes weken, dat ik in het buitenland vertoefde, met groote bereidwilligheid mijn functie waarnam. EMMY J. BELINFANTE, Secretaresse.
NA
L I S T
Als gewoon lid heeft zich aangemeld de heer B. L. PEREL, Avondpos t, Gentschestraat 180, Scheveningen, als buitengewoon lid ir. R. A. VAN SANDICK, hoofdredacteur van de Ingenieur, Princessegracht 23. Het Bestuur beslist over deze aanvragen niet binnen een week nadat zij ter kennis van de leden is gebracht.
Algemeene belangen. De opening van het Nederlandsen Pers-Museum. De officieele opening van het nieuwe gebouw van het Nederlandsche Pers-Museum, dat thans gevestigd is in het nieuwe door de gemeente Amsterdam afgestane huisje van het voormalige Korenmetersgilde, op de Nieuwezijds Kolk, zal plaats hebben op Vrijdag 1 Februari a.s., des morgens te elf uur. Burgemeester D E VLUGT heeft zich bereid verklaard het openingswoord te spreken. De openstelling van het Museum geschiedt op den dag, waarop het 40 jaar geleden is, dat de Nederlandsche Journalistenkring te Amsterdam werd opgericht. In verband hiermede zal op de kleine tentoonstelling van stukken uit de verzamelingen van het Museum — welke tentoonstelling een beeld zal geven van de ontwikkelingsgeschiedenis van de courant hier te lande, van de 17e eeuw tot op heden, — ook het een en ander te zien zijn uit het archief van den Journalistenkring.
Veel gevraagde adressen. Kringsecretariaa t: W. N. VAN DER HOUT, Van Slingelandtstraat 70, Den Haag. Plaatselijke Vereenigingen: Secretariaat Amsterdamsche Pers: C. J. SCHOTEL, Joh. Verhulststraat 201, Amsterdam. Secretariaat Haagsche Journalisten-Vereeniging: Mej. E. J. BELINFANTE, Weimarstraat 149, Den Haag. Secretariaat Rotterdamsche Journalisten-Vereeniging: H. M. DEKKING, Nieuwe Binnenweg 19% Rotterdam. Secretariaat Haarlemsche Journalistenkring: P. C. AKKERMAN, Joh. de Breukstraat 18, Haarlem. Secretariaat Groningsche Journalisten-Vereeniging: J. J. LEENINGA, Graaf Adolfstraat 2o a , Groningen. Secretariaat Oostelijke Pers: F. J. A. BERDING, Heerenweg 183, Zwolle.
Varia. Gelezen in De
Huisvriend:
„Boekenmarkt. „Boeken — ook voor de jeugd geschikt —• waarvan men ons een exemplaar toestuurt worden aangekondigd. Twee exemplaren geven recht op eene bespreking. De Redactie." En drie exemplaren op een gunstige bespreking? Red. Journ.
Personalia en Berichten. — Benoemd tot rechter-plaatsvervanger voor de arrondissements-rechtbank te 's-Gravenhage mr. G. SCHOLTEN, plaatsv. hoofdredacteur aan het Handslsblad. — Men schrijft ons: Hier te lande zal binnenkort een nieuw joodsch weekblad, De Vrijdagavond, uitkomen, waarvan hoofdredacteuren zijn Opperrabbijn
JUSTUS T A L te Utrecht en mr. IZAK PRINS te
Amsterdam. De journalistieke ondernemingsgeest van Opperrabbijn T A L is groot! Onder zijn hoofdredacteurschap sneuvelden reeds twee joodsche weekbladen De joodsche Kroniek en De [oodsche Post.
DE
JOURNALIST
H. J. Stratemeijer. f Met groot leedwezen zullen allen, die hem gekend hebben, het heengaan van dezen uitstekenden journaKst hebben vernomen. In verschillende bladen is terecht hulde gebracht aan deze bijzondere, gave figuur, die wij zeer zullen missen. Een der redacteuren van De Avondpost, aan welk blad STRATEMEIJER zijn krachten gaf, de heer M. VISSER, schreef ons naar aanleiding van het zoo plotseling heengaan van zijn betreurden collega: Zooals men zich na een drukken en welbesteden dag ter ruste begeeft en inslaapt, zoo is onze vriend en coUega aan den avond van zijn bezig en welbesteed leven ontslapen. Zaterdags nog had hij zijn intiem koffiepraatje met ons gehouden en 's Maandags bereikten ons de laatste proeven van zijn arbeid, door hem zelven met zijn bekende stiptheid Zondags in de brievenbus gestoken. Aan den avond van dienzelfden Zondag sliep hij voor goed in. Nog zien wij hem voor ons, zooals hij op zijn kalme, bedaarde wijze eiken morgen de redactiekamer binnenkwam. Dan werd de dagelijksche arbeid voor een oogenblik onderbroken en als het gewone geroezemoes van een redactiebureau niet al te hinderlijk was, frischten wij ons intellect weer eens even op door een gesprek over de feiten van dag. Sarcastisch, humoristisch was STRATEMEIJER'S discours, maar altijd frisch en opwekkend. Wie den stillen, eenvoudigen en bescheiden man zag binnenkomen of rondloopen, zou in hem niet den fijnen geest en de gaven vermoed hebben, die uit zijn schrijven spraken, of liever nog, die er voor den opmerkzamen lezer achter zijn woorden vielen te vermoeden. Want STRATEMEIJER was geheel vrij van eenige neiging tot self-advertising, integendeel, hij hield zich steeds zooveel mogelijk op den achtergrond, ja, scheen er de voorkeur aan te geven, zoo weinig mogelijk de aandacht te trekken. Tegenover de totale afwezigheid van uiterlijk vertoon, stond een diepte van innerlijk leven, die zoo nu en dan den opmerkzamen toehoorder, in een gesprek, als een bliksemflits trof, maar den oppervlakkige ontging. Onbelangrijk was STRATEMEIJER'S conversatie nooit, steeds had hij iets te zeggen, dat de moeite van het luisteren waard was. Zijn werk was steeds af en zijn taal was uitstekend verzorgd. Hoezeer hij zijn stof beheerschte, viel menigmaal op, als hij in één enkelen korten zin een geheel tooneelstuk of spelkwaliteit typeerde of de quintessence van een boek in enkele woorden belichtte. Zijn groote — wellicht te groote — bescheidenheid heeft hem misschien in de journalistieke wereld niet die opmerkzaamheid verschaft, waarop hij recht had. Ook is zij wellicht oorzaak geweest, dat zijn arbeid — anders dan van hen. die minder beteekenen, maar ook minder bescheiden zijn — niet altijd op zijn volle waarde is geschat. Zóó heb ik STRATEMEIJER, in het tweetal jaren dat ik hem mocht kennen, leeren zien. In hem verliezen mijn collega's en ik een goeden vriend en een zeer kundig en welwillend collega. Van den mensch-StRArriMKijKR, die ik achter zijn teruggetrokken en gesloten uiterlijke omgangsvormen wel vermoed, zouden zijn intimi trekken kunnen verhalen, die menigeen van zijn bekenden zouden verbazen. Doch daarover past hier te zwijgen.
Mr. Ritter over journalistiek. Ons bestuurslid, Mr. P. H. RITTER Jr., heeft te Kampen op een Nuts-avond gesproken over de courant, den journalist en de beteekenis. van de journalistiek voor dezen tijd. De Kamper Courant, die den spreker zeer prijst, vertelt er het volgende van: Mr. RITTER heeft een kijkje gegeven in een redactiebureau, bij de verschillende redacteurs en rubrieken; hij heeft de ' gelijkwaardigheid bepleit eigenlijk van elk onderdeel van een courant — soms de hoofdzaak — hij heeft aardig de spannende moeielijkheid geschetst voor elke courant, om er ten slotte op tijd in te krijgen, wat men er in hebben wil. Hij heeft de beteekenis van het ingezonden stuk laten uitkomen, teeken van meeleven van den lezerskring, en ook de zorg welke het geeft. Hij heeft den reporter geteekend bij zijn werk en de kwestie der geheimhouding besproken. Hij heeft verteld van de inkomende posten, de bergen van kranten, den stroom van bezoekers, de altijd maar tingelende telefonen, het onverstaanbare dikwijls der buitenlandsche telegrammen,
5
waarbij „neus" verlangd wordt meer soms dan oog, en uit het altijd gejaagde en jachtende bedrijf laten oplichten de hooge geestelijke waarde ervan, het meest niet te rijkelijk beloonde bestaan naast den meest zeer opgewekten en onvermoeiden ijver, waarmee de massa der journalisten arbeidt. De spreker heeft ook verschillende kwesties en vraagstukkken ir, dit verband bezien en besproken: de verhouding van de overheid en de pers, de moeielijkheid ook van het verkoopen van een krant, waarbij de commercieel© kant meespreekt, maar ook rekening dient te worden gehouden met het feit dat het toch de journalisten zijn, die de krant maken, er persoonlijkheid en overtuiging in leggen, dus ook rechten er op kunnen laten gelden.
Smaadschrift. Voor den politierechter te Haarlem heeft terecht gestaan de heer G. M. N., medehoofdredacteur van de Oprechte Haarlemsche Courant, wegens smaadschrift. In dat blad was een artikel opgenomen waardoor de heer j . Eijking, locoburgemeester en wethouder van Beverwijk, zich beleedigd achtte. Er werd o. m. in gezegd, dat E. 20 veroordeelingen wegens beleediging en openbare dronkenschap achter den rug heeft. Het O. M. eischt een boete van f 5. De verdediger, mr. v. d. Goot, betoogde dat hier in het algemeen belang gehandeld was. De politierechter veroordeelde bekl. tot f5 boete. (N.R.Ct.)
Prof. Casimir over ons vak. In De Opbouw van 15 December behandelt prof. R. CASIMIR, rector van het Nederlandsch Lyceum te 's-Gravenhage, de pers als een van de levensvoorwaarden der democratie. Ondanks bezwaren als partijdigheid, vaagheid en oppervlakkigheid ziet schr. in de pers een opvoedings- en uitingsmiddel der democratie, die z. i. onbestaanbaar was zonder dag- en weekbladen. De pers houdt de openbare belangstelling levendig en geeft kennis aan ons volk van wat er op het publieke terrein gebeurt. „En nu heeft Nederland zeker alle reden trotsch te zijn op zijn pers. Er heerscht over 't geheel een hooge toon. Er wordt gestreefd naar zuivere voorlichting. Men heeft in 't algemeen een uitgebreide redactiestaf, en tal van degelijke medewerkers buiten de redactie. „Onze pers staat dunkt mij hoog. Zij is over 't algemeen onafhankelijk, ernstig, waardig, niet verkocht of verknocht of verpand aan bepaalde geldelijke belangengroepen en ondanks de bezwaren: die — ik herhaal het — geenszins ontkend worden, acht ik haar een levensvoorwaarde voor de gezonde ontwikkeling onzer staatsinstellingen. Ja, men vergete niet, dat zelfs advertenties een nuttige, maatschappelijke rol spelen : het tot elkaar brengen van belanghebbenden. De pers vervangt veel moeilijk zoeken, treedt in de plaats ook van veel los gerucht. En maakt men haar een verwijt van de openbaarmaking van veel geruchten, men vergelijke met haar zorgvuldige overweging, of ze iets al dan niet zal opnemen, de gemakkelijke borrelpraat in de sociëteit, de loslippige laster van het bezoekuur. Als ik de haat en den spot en de verdachtmaking, die ik over verschillende menschen heb hooren uitstorten, vergelijk met wat over hen in de pers is gezegd, dan is deze — ook de scherpste en hatelijkste — er heilig bij. En wanneer ik onze kranten vergelijk met buitenlandsche dan krijg ik altijd het fiere gevoel, dat zich uit in: Wij Hollanders! en komt het mij voor, dat wij op dat gebied in degelijkheid en nauwgezetheid en uitgebreidheid van belangstelling en kennis toch wel niet voorbijgestreefd, en in zakelijkheid en onafhankelijke onpartijdigheid wel niet overtroffen worden. „Medewerking aan de pers houd ik dan ook voor een openbaar belang. Laat, wie wat te zeggen heeft, dit kort en zakelijk doen, laat, wie iets uit zijn studie heeft te geven. dit in vatbaren vorm brengen. Carlyle heeft de boeken de universiteit onzer dagen genoemd, de kranten zou men de volksuniversiteit kunnen noemen." Prof. CASIMIR zegt dan, dat de Regeering te weinig dóet voor de opleiding der dagbladschrijvers. Voor de opleiding van deze 600 leiders des volks doet de Staat z. i. niets en schr. vraagt, of hier niet een mooie taak is voor de vereeniging van dagbladdirecties en onzen Kring om een journalistenschool te stichten, waar zoowel het technische bedrijf geleerd werd, als de breeder ontwikkeling gegeven en oefening
DE
6
JOURNALIST
Ingezonden.
in het schrijven. (Wij vermelden dit denkbeeld zonder er mee in te stemmen. Redj Tenslotte stippen we met genoegen het volgende aan: „Of de toestand in geldelijk en rechtskundig opzicht is' zooals hij wezen moet, betwijfel ik. D e dagbladschrijver
moet, om een zekere onafhankelijkheid en rust te bewaren, zich behoorlijk verzorgd weten en zich rustig aan een taak wijden." Uitnemende wandtekst voor menig redactiebureau!
Honderd jaren joodsche pers. Het is thans honderd jaar geleden, dat voor het eerst een krant in het Joodsch verscheen. In December 1823 kwam voor het eerst in Warschau het eerste joodsche weekblad uit, genaamd Der Beobachter an der Weichsel. De uitgeverredacteur was ANTON EISENBAUM, directeur van het Rabbijnenseminarium te Warschau. EISENBAUM beoogde met het uitgeven der krant meer beschaving onder de Joden in Polen te verwekken. Met gelijke bedoeling was voordien reeds een krant uitgegeven in de Duitsche taal en met Hebreeuwsche letters, die in Bohemen, Hongarije en in Galicië als weekblad uitkwam. De afkeer, die de Oost-Europeesche beschaving had tegen de joodsche taal, remde geruimen tijd de ontwikkeling van de joodsche pers. Eerst ongeveer veertig jaar later begonnen van de Hebreeuwsche weekbladen in Oost-Europa, bijvoegsels in het joodsch uit te komen. Na de Beobachter verscheen als weekblad uitsluitend in het Elebreeuwsch in 1848 te Lemberg Die. Zeitung. Het verschijnen van joodsche dagbladen in Oost-Europa dateert van 1903, toen in Petersburg het eerste joodsche dagblad Der Fraind uitkwam. De geweldige emigratie naar Amerika had de ontwikkeling van de joodsche pers zeer begunstigd en thans verschijnen er in de Vereenigde Staten niet minder dan 25 joodsche dagbladen, waarvan sommige met een oplage van eenige honderdduizenden exemplaren. Ook in Oost-Europa heeft de joodsche pers zich in de laatste jaren zeer ontwikkeld. In Polen, Litauen, Rusland, Lettland, Roemenië en Turkije verschijnen joodsche dagbladen en tijdschriften in groot aantal. In Midden- en in West-Europa verschijnen uitsluitend joodsche weekbladen. N. G.
Het feest van 2—3 Februari en de kosten. Mijnheer
de
Redacteur,
Bij het lezen van het zoo aantrekkelijk program der herdenking van het 40-jarig bestaan van onzen Kring, afgedrukt in De journalist van 13 D e c , rees onwillekeurig de vraag bij mij: kunnen, vooral in ver van Den Haag gelegen plaatsen wonende collega's, wel aan die feestviering deelnemen? Immers, het bedrag dat ermede gemoeid is, wanneer een collega die in zulk een plaats woont, met een dame de viering wil bijwonen, is niet gering. Hier volgt het bedrag der kosten voor een retourbiljet 2e klasse naar Den Haag van een tiental plaatsen, n.1.: Den Bosch f 10.70, Arnhem f 11.60, Nijmegen f 13.30, Deventer f 13.70, Zwolle f 14.70, Middelburg f 14.70, Enschede f 19.60, Maastricht f 22.50, Leeuwarden f 22.70 en Groningen f 23.50. Willen dus in deze plaatsen wonende collega's op 2 en 3 Februari met hun dame bij de feestviering in Den Haagtegenwoordig zijn, dan kost hun dit (bovengenoemd bedrag, vermenigvuldigd met 2, en vermeerderd met de kosten voor diner, logies enz., matig geschat op f 26.—) respectievelijk f 50.-— a f 75.— Het komt mij voor dat er, in deze dure tijden, vele collega's zullen zijn die zich voor dat doel zulk een uitgaaf niet zullen getroosten. Zou het nu niet op den weg liggen van ons steeds zoo diligente Bestuur om te trachten de Nederlandsche Spoorwegen te bewegen tot het eindelijk invoeren van een maatregel die in bijna elk beschaafd land reeds sedert jaren — althans bij zuike gelegenheden — in zwang is. n.1. tot het verleenen van, zooal niet volledigen vrijdom van vervoer, dan toch van een zeer aanmerkelijke reductie van tarief aan leden van den Kring? Gebeurt dat niet, dan vreeze ik met groote vreeze dat de opkomst van niet-Hagenaars niet zeer groot zal zijn, de gasten aan het diner een beeld zullen opleveren van den befaamden „k'proal met 3 man" en de heeren HAAXMAN en FEITH hun causerie voor stoelen en tafels zullen houden. U, Mijnheer de Redacteur, dankend voor de plaatsing wil ik vermelden, dat hier van een oratio pro domo geen sprake kan zijn, want ik ben
journalisten en publicisten.
AMSTERDAM, 4 Jan. '24
MOKUMER.
Het Bestuur van het Eransche „Syndicat des Journalistes" heeft de volgende motie aangenomen: Het Syndicaat, overwegende, dat het sinds eenige jaren de gewoonte is, in officieele en administratieve documenten, inhoudende eervolle onderscheidingen, het beroep van journalisten aan te duiden niet als journalist doch als publicist, herinnert er aan, dat ieder schrijver, die meewerkt aan een dagelijks of periodiek verschijnend blad, volgens LITTKÉ journalist en niet publicist is, dat de belangrijkste en oudste pers-vereenigingen opgericht zijn als „journalistenvereenigingen"; dat „publicist" dientengevolge niet hun juiste benaming is, richt tot heeren Ministers, als ook in het algemeen tot alle ambtenaren, redacteuren van overheidspublicaties en aan alle belanghebbenden het dringend verzoek de journalisten met den naam, die hun toekomt, aan te duiden. Het Syndicaat van journalisten, vermeldende dat het meer dan eens gebeurt dat eervolle onderscheidingen aan „publicisten" zijn tebeurt gevallen, die niet bekend zijn bij hunne collega's, herhaalt den wensch, door het Syndicaat voormeld januari 1921 geuit, dat de hoedanigheden van de aldus geëerde personen met ernstige nauwgezetheid vermeld mogen worden en dat het journal Officiel. de bladen vermeldt, waaraan zij medewerken.
[De hooge kosten voor ver-af wonenden zijn inderdaad een bezwaar. Wij hopen en vertrouwen niettemin, dat wie eenigszins kan, hel Kringfeest zal komen meevieren, desnoods zonder dame. Misschien vervallen nog de logieskosten, indien een voldoend aantal Haagsche collega's gastvrijheid kan en wil verleenen. Reductie vragen aan de Spoorwegdirectie heeft alleen kans op succes, wanneer men kan instaan voor een zeer belangrijk aantal reizigers voor denzelfden trein. Dit kunnen wij niet. Overigens zijn wij niet zoo pessimistisch. Een Kringfeest was tot dusver steeds een succes. Ook het 40-jarig bestaan met zijn, gelijk de geachte inzender terecht zegt, aantrekkelijk program, zal slagen. Natuurlijk rekenen wij in de eerste plaats op hen die in "Den Haag of op niet grooten afstand wonen (wil „Mokumer" de hoofdstedelingen mobiliseeren?) en ten slotte rekenen we niet minder op onze getrouwe vrienden in „de provincie". — Red.~\
Advertentiën. N e d e r l a n d s c h journalist met 13-jarige praktijk in Nederland en in het buitenland, thans te Berlijn,
zoekt plaatsing De prijs van losse exemplaren van De journalist
is 15 cent.
op redactiebureau in Nederland (Indië), speciaal voor een der rubrieken: Buitenland, parlementsoverzichten, g r o o t e r e p o r t a g e , reizend redacteur, tooneelkritiek of als buitenlandsch c o r r e s p o n d e n t . Brieven onder No. 1 aan de Administratie van dit blad.
Gedrukt bij A. de la Mar Azn., Amsterdam