Stichting Economie en Cultuur
HERWAARDERING AMBACHTSCULTUUR HOOFDZAAK
Arjo Klamer Priyateja Kotipalli Lili Jiang Thora Fjeldsted Anna Mignosa
Pleidooi voor de ontwikkeling van een ambachtscultuur in Nederland
INHOUD Pleidooi voor de ontwikkeling van een ambachtscultuur in Nederland
3
Motivatie
5
gebaseerd op een internationale vergelijking
Internationaal onderzoeksteam
5
Hoezo een herwaardering?
7
In het kort
Wat maakt iemand tot een ambachtsman(m/v)?
9
• De ambachten blijven een belangrijke rol spelen in de Nederlandse economie
Op zoek naar een goede ambachtscultuur
14
• De ambachten zijn verwaarloosd in het onderwijs en het economisch beleid
Wat maakt een sterke ambachtscultuur?
19
• Een groot tekort dreigt aan goede vaklui • Op basis van onze internationale vergelijking concluderen we dat het in Nederland vooral ontbreekt aan een
Hoe realiseren we in Nederland een sterke ambachtscultuur?
21
goede ambachtscultuur; de inzet van beleidsmakers en de ambachtswereld dient gericht te zijn op een her- waardering van de ambachten. Het zal moeten gaan om de kwaliteiten van werk, producten en diensten • Het Duitse duale leerstelsel gebaseerd op het meester-gezel systeem verdient navolging - daarvoor is het gebruik van de meestertitel een vereiste - daarvoor is het heruitvinden van het gilde systeem nodig • We stellen nieuwe definities van de ambachten voor om a. recht te doen aan de ontwikkeling van nieuwe disciplines en b. de reputatie van ambachten te versterken door bijvoorbeeld tandartsen en chirurgen als ambachtslui te benoemen
Colofon ‘Herwaardering ambachtscultuur hoofdzaak’ is een uitgave van de Stichting Economie & Cultuur. Prof. Dr. A. Klamer Erasmus Universiteit Rotterdam ESHCC - L2 002 Postbus 1738 3000 DR Rotterdam Voor eventuele onjuistheden in de tekst is de uitgever niet aansprakelijk. Reacties kunt u richten aan bovenstaand adres. Ontwerp/vormgeving: Razor Creativz, Ray Creemers, Joeri Rook Auteurs: Arjo Klamer, hoogleraar Culturele Economie Erasmus Universiteit Rotterdam in samenwerking met Lili Jiang, Priyatej Kotipalli, Anna Mignosa en Thora Fjeldsted. Opmaak: Joeri Rook Projectbegeleiding: Merel Keuper Drukwerk: Printvisie Eerste druk, Copyright mei 2013 3
Arjo Klamer
Motivatie Het gaat om veel mensen, om veel levens. Het gaat om een duurzame economie, het gaat om kwalitatief hooghet ambacht, om de versterking van de ambachtseconomie en uiteindelijk om de ontwikkeling van een ambachtscultuur. Dat is het belangrijkste punt dat we willen maken. Een herwaardering van het ambacht is noodzakelijk, maar die komt er niet alleen door meer aandacht voor het ambacht in het vakonderwijs - dat hoognodig is - of door een betere organisatie van de wereld van de ambachten - ook hoognodig - maar vooral door een cultuurverandering. Het gaat om een herwaardering van het ambacht. Kijken we naar Europese landen zoals Duitsland
Priyateja Kotipalli
staande producten en diensten. Daarnaast gaat het om goed werk en voldoening in het werk. Het gaat dus om
en Italië, of wat verder van huis: Japan, dan zullen wij hier in Nederland moeten vaststellen dat we een goede ambachtscultuur ontberen. Het ambacht is in dit land ondergewaardeerd. Misschien is dat omdat dit vooral een
landen als Duitsland, Italië en Japan hebben we in dit land nog een wereld te winnen. De economie van de toekomst kan niet zonder een vitale en sterke ambachtscultuur.
Internationaal onderzoeksteam Onze constatering dat Nederland een goede ambachtscultuur ontbeert en ons pleidooi voor een herwaardering van het ambacht in Nederland zijn gebaseerd op en gemotiveerd door een internationale vergelijking. Wij zijn een internationaal team van onderzoekers. Anna Mignosa uit Italië nam Italië voor haar rekening, de Chinese Lili Jiang
Lili Jiang
industrieën met steeds betere technologie. Hoe dan ook, met het oog op de ontwikkelde ambachtsculturen in
Anna Mignosa
handelsland is; misschien is dat omdat we alles gingen verwachten van dienstverlening en van grote en kleine
China, de Indiase Priyatej Kotipalli India, Thora Fjeldsted uit IJsland deed Duitsland en Lili Jiang en Priyatej Kotipalli deden gezamenlijk Engeland. Professor Arjo Klamer - de enige Nederlander in het team - coördineerde het onderzoek en bewaakte de link met de Nederlandse situatie. We voerden het onderzoek uit in opdracht van het Hoofdbedrijfschap Ambachten (HBA). En ontleenden materiaal aan een gelijktijdig uitgevoerd onderzoek naar de creatieve ambachten waartoe het SGVB samen met het onderzoekers verbonden aan de Erasmus Universiteit. Het onderzoek bleek overigens zo stimulerend dat wij allemaal besloten hebben het onderzoek voort te zetten in de vorm van een proefschrift of als regulier wetenschappelijk onderzoek. De bevindingen van dit onderzoek hebben we gepresenteerd onder meer op de conferentie van culturele economen in Kyoto, Japan in juni 2012. Het volledige rapport met de rapportages van de afzonderlijke landen is te vinden op hba.nl en klamer.nl. 4
5
Thora Fjeldsted
HBA opdracht hadden gegeven. De resultaten van dat onderzoek zijn apart gepubliceerd. Wij zijn onafhankelijke
Hoezo een herwaardering? Gaat het juist niet om grootschalige productie? Draait de economie juist niet om steeds meer technologie, informatie en kennis en zijn nu creativiteit en innovatie niet de sleutelbegrippen? Waarom dan aandacht vragen voor het ambacht? Zijn de ambachten niet achterhaald door technologische ontwikkeling? Een veelvuldig herhaald verhaal bevestigt deze indruk. Volgens dit verhaal werd de Nederlandse economie na decennia van industrialisering eerst een diensten economie, vervolgens een informatie economie om nu een kenniseconomie of zelfs een creatieve economie. Het is een kwestie van nadruk. Spreken mensen van een informatie-
jager verzamelaar>> landbouw>> ambacht>> industrie>> diensten>> informatie>> kennis>> creativiteit
economie dan denken ze vooral aan het belang van informatie voor banken, verzekeringsmaatschappijen en welk ander bedrijf ook. ‘Information is the key’ is dan de slogan. Later werd informatie kennis, want je moet weten wat je met de beschikbare informatie doet. ‘Kennis is macht’. In die economie draait alles om kenniswerk. En dat betekent veel investeren in kennis en dus in hoger onderwijs. De kenniswerkers hadden de toekomst. In de creatieve economie gaat het niet zozeer om kennis maar om creativiteit. We zeggen dan dat het in de economie steeds meer draait om de verbeelding van dingen en steeds minder om het maken van de dingen. In die economie zetten creatieve geesten de toon. Iedere stap bracht ons verder weg van de traditionele economie waarin mensen in het zweet des aanschijns de spullen en dingen maken die andere mensen nodig hebben om te overleven. Machines en computers zouden het fysieke werk steeds meer overnemen om haar nagenoeg overbodig te maken. Althans, dat was het gangbare verhaal. Daarom kwam de nadruk in het onderwijs steeds meer te liggen op hersenwerk, op cognitieve vaardigheden dus op rekenen en taal. De LTS werd afgeschaft en reeksen ambachtsscholen werden opgeheven. Het VMBO was voor de kinderen die te laag scoorden op de CITO toets en dus geen kans zouden maken in de kenniseconomie. Ons onderzoek maakt pijnlijk duidelijk hoe eenzijdig deze zienswijze is en hoezeer ze een belangrijk onderdeel van het hedendaagse werk en de hedendaagse economie miskent. Feit is dat een aanzienlijke groep mensen nog steeds met de handen werkt; bijna een miljoen, 12% van alle werkers. Het gaat om loodgieters, kappers, installateurs, schilders en zovelen meer. Met alle machines, computers en robots van nu blijft het menselijk lichaam een belangrijk instrument. Om vakken als stukadoor, metselaar of danser goed te kunnen uitoefenen zijn lichamelijke vaardigheden cruciaal. En daarvoor is oefening nodig, vaak eindeloze oefening. Al die ambachtslieden leveren een wezenlijke bijdrage aan de kwaliteit van het moderne bestaan. Zonder goede ambachtslui staan we thuis zonder handen, zit ons haar slecht en rammelen onze tanden. Zonder goede ambachtslui kunnen we onze oude gebouwen niet onderhouden en onze schilderijen niet renoveren. Zonder goede ambachtslui blijven onze auto’s langs de kant staan en houden apparaten op te functioneren. Zonder goede 7
ambachtslui kwijnen allerlei hoogstaande industrieën weg, moeten werven de deuren sluiten en wordt werkelijke innovatie onmogelijk. Zonder ambachtslieden kunnen we fluiten naar bijzondere schoenen, kleren, meubels, aardewerk, muziekinstrumenten, boekenkasten, boeken en goed eten.
Wat maaktambachtsman(m/v)? iemand tot een
Desondanks heeft het ambacht weinig aanzien in de Nederlandse samenleving. Ambachtslui krijgen (te) weinig
Jaren van verwaarlozing hebben onder meer vooroordelen ten aanzien van het ambacht gekweekt. Niet alleen
waardering voor hun werk. Het Hoofdbedrijfschap Ambachten waarschuwt al geruime tijd voor de gevolgen van
heeft het idee kunnen groeien dat ambachten voor de ‘dommen’ zijn, maar ook roept het begrip ambacht
de maatschappelijke onderwaardering van ambachtelijk werk. De belangstelling van jongeren voor het werken
associaties op met mandenvlechten en andere oude beroepen die vooral leuk zijn voor de markt op Koningin-
met de handen loopt schrikbarend terug. Gekoppeld aan de horden ambachtslieden die de komende jaren met
nedag. Dat beeld zal kantelen wanneer men gaat inzien dat behalve mandenvlechters ook loodgieters, chirurgen,
pensioen zullen gaan, levert dat naar verwachting een tekort van 250.000 ambachtslieden op in de nabije toe-
tandartsen en webdesigners een ambacht beoefenen. Het ambacht gaat verder dan de meeste mensen denken.
komst. Ondernemingen zijn nu al bezig om buitenlandse ambachtslui aan te trekken. Wat is een ambacht? Is de oplossing meer aandacht voor de opleiding van ambachtslieden? Ja, maar dit zal niet voldoende zijn. Is de
Ambacht is een vorm van vakmanschap; bij een ambacht gaat het om een activiteit met de handen of
oplossing een betere organisatie van de ambachtelijke sector? Wellicht, maar ook dit zal niet voldoende zijn. Op
andere lichaamsdelen die veel en meestal voortdurende oefening vereist, en die gericht is op iets nuttigs. De
basis van onze internationale vergelijking concluderen we dat het gaat om een ambachtscultuur, wat neerkomt
beoefening van een ambacht vereist specifieke kennis en toewijding.
op een algehele herwaardering van ambachtelijk werk. Dus niet alleen in het onderwijs onder jongeren maar ook ambachtelijke producten onder consumenten. In een ambachtscultuur gaat het om kwaliteiten en dan vooral
Daarom zeggen we dat een goed ambachtsman met de handen, het hoofd en het hart werkt.
kwaliteiten van producten en kwaliteiten van werk.
Een loodgieter beoefent een ambacht omdat hij met zijn handen werkt, veel training en kennis nodig heeft en toegewijd dient te zijn om lastige klussen te kunnen klaren. Kappers, huisschilders, schoenmakers, installateurs,
In een ambachtscultuur krijgen niet alleen de cognitief slimme jongens en meisjes waardering maar ook
timmermannen, visagistes en koks beoefenen allemaal een ambacht.
degenen die slim zijn met hun handen. Het meisje dat maar geen vat krijgt op de taal en rekenlessen maar wel creatief blijkt te zijn met stoffen, is geen probleemgeval meer maar een talent dat alle kansen moet krijgen
Meer ambachten
in het reguliere onderwijs. In een ambachtscultuur zijn consumenten niet alleen geïnteresseerd in de prijs
Nu is het de gewoonte om ambachten te associëren met ambachtsscholen en met ‘lage’ opleidingen. Ook wordt
maar ook de kwaliteit van een product of dienst. Net zoals Japanners, Italianen en Duitsers nu, zullen ze prijs
gauw gedacht dat techniek ondergeschikt is bij een ambacht. Beide gedachten zijn vooroordelen die het op
stellen op goed gemaakte spullen en goed ambachtswerk waarderen. Voor meesterlijk werk willen ze in de
waarde schatten van het ambacht in de weg staan. Neem het vak van chirurg. Een chirurg is hoog opgeleid en
buidel tasten. Ze zullen waarde hechten aan het verhaal van het ambachtelijke werken en willen daaraan
werkt met hoogwaardige technologie. Maar het vak van de chirurg beantwoordt desalniettemin aan de definitie
deelnemen door ambachtelijke producten en diensten af te nemen.
van het ambacht. De chirurg werkt met zijn handen, heeft een eindeloze training achter de rug en moet veel opereren om de vaardigheden te trainen, heeft veel specifieke kennis nodig en is zonder toewijding nergens. Een chirurg doet zonder meer iets nuttigs. Hetzelfde geldt voor tandartsen. En wat te zeggen van een musicus? Een violiste doet het met haar handen en armen, oefent eindeloos en is toegewijd aan de muziek. Zolang mensen naar haar spel willen komen luisteren, zou je kunnen zeggen dat haar werk nuttig is en dat het dus ambachtelijk werk is. Een bedenking zou kunnen zijn dat ze geen duidelijk product aflevert, zoals een tandtechnicus dat doet, maar dezelfde bedenking geldt voor het werk van restaurateurs en chirurgen; zij lappen allen veelal een bestaand iets op en leveren dus niet een specifiek product af. Daarentegen zijn
Nederlandse Opera is als gevolg van een tekort aan goede naaiers en naaisters een opleiding begonnen. 8
ze allemaal ‘handig’. Het is ook niet zo dat ambacht en technologie niet samen gaat. Ambachtslieden gebruiken allerlei technieken, de een meer dan de ander. Echter, zolang de handvaardigheid cruciaal blijft, kunnen we spreken van een ambacht. Dat betreft zonder meer de chirurg die behendig moet zijn in het opereren met minuscule 9
camera’s. Webdesigners zijn een twijfelgeval. Bij webdesign is veel kennis nodig, de technologie is hoogwaardig, maar hoe cruciaal is de geoefende ‘handigheid’?
Soorten ambachten Juist vanwege de opkomst van de rol van technologie en nieuwe ambachten is het nuttig om de traditionele ambachten te onderscheiden. Daarnaast onderscheiden we creatieve ambachten: Sommige kunstenaars en ontwerpers zouden ook als creatieve ambachtslui bestempeld kunnen worden wanneer ze vaardig met de handen werken. Met de ontwikkeling van technologie ontstaan nieuwe ambachten, bijvoorbeeld in de ICT-sector. In deze categorie treffen we ook kunstenaars en ontwerpers aan. De vraag is of dergelijke ambachten zich zullen ontwikkelen tot volwaardige ambachten. Traditionele ambachten zijn gericht op traditionele voorwerpen of gaan uit van traditionele technieken. Creatieve ambachten zijn gericht op het ambachtelijk produceren van goederen en diensten die eerder als creatief dan als nuttig worden beschouwd. Het gaat meestal om unieke objecten of activiteiten die een creatieve expressie zijn van de maker. (Het ambachtelijke verwijst naar geoefend, handmatig werken.) Cutting edge ambachten werken op creatieve wijze met nieuwe technieken aan nieuwe producten.
Vakmanschap is meer dan het ambacht Met de recente opleving van de belangstelling voor het ambacht, onder meer vanwege het boek van de socioloog Richard Sennett (2008) over het ambacht, bestaat de neiging om plotseling allerlei beroepen als ambachten te betitelen. Zo wordt politiewerk nu als een ambacht aangemerkt, net als het juridisch vak en leiderschap (‘het ambacht van leiderschap’). In geen van deze beroepen is handigheid cruciaal. Het is beter om dan over vakmanschap te spreken. Vakmanschap is ieder soort werk dat specifieke kennis vereist als ook specifieke vaardigheden die door training en regelmatige beoefening ontwikkeld dienen te worden. Vakmensen worden ook wel professionals genoemd. Vakmensen zijn bijvoorbeeld politieagenten, juristen, docenten, kleuterleidsters en ambtenaren. Geen van allen zijn ambachtslui omdat het in hun werk niet gaat om handigheid. Vakmanschap is momenteel ‘in’, er wordt veel over gesproken. Dit is terecht, want in de managementcultuur die de afgelopen decennia de overhand heeft gehad in Nederland, verdween de aandacht voor de cultuur van het vakmanschap en daarmee de erkenning van vakmanschap. 10
11
In China kwamen we nog de categorie ongetrainde handwerkers tegen. Handwerkers doen nuttig werk met de handen of andere delen van het lichaam dat geen vergaande oefening of opleiding vergt. Groeperen we al deze categorieën werkers dan krijgen we het volgende beeld.
Traditionele ambachten Handarbeid of handwerk
Handwerk vakmanschap
Ambachtschap Design Creatief vakmanschap Interdisciplinair gebied Cutting-edge ambacht
Kunst
Diagram 1 - De definitie van creatieve ambachten versus andere ambachten en vaardigheden Tijdens ons internationale onderzoek is gebleken dat de kwantitatieve gegevens van de verschillende ambachten in de afzonderlijke landen niet te vergelijken zijn. De definities lopen te sterk uiteen. In Japan bijvoorbeeld gaat de belangstelling uitsluitend uit naar de creatieve ambachten, die dan ook zeer belangrijk geacht worden. De reguliere ambachten daarentegen zijn bijna niet in kaart te brengen vanwege een gebrek aan gegevens. In geen van de landen worden de hoogopgeleide ambachten (zoals tandartsen en musici) meegerekend in de statistieken. Voordat we tot dit plaatje kwamen, hebben we veel literatuur bestudeerd en veel mensen gesproken. Het is bedoeld om een voorzet te geven voor een betere verdeling van het veld en daarmee meer consistente data. 12
13
Op naarambachtscultuur een zoek goede
In Engeland bestaat van oudsher veel aandacht voor creatieve ambachten. Het Victoria en Albert museum is daar het lichtend symbool voor. De ideeën en ontwer-
“We proberen de standaardisering van de kwaliteit van producten tegen te gaan omdat we geloven dat
pen van William Morris en anderen van de
kwaliteit wordt gecreëerd en geborgen door ambachtslieden, hun opleiding, gemeenschap en werkproces.”
19e eeuwse ‘Arts and Crafts’ beweging zijn
Titus Kockel, Hoofd van Culturele Zaken van het Zentralverband des Deutschen Handwerks
nog steeds duidelijk aanwezig in Engelse interieurs. Maar wanneer het aankomt op de
In ons onderzoek naar de creatieve ambachten vonden we inspirerende praktijken in Engeland, Italië en bovenal
reguliere ambachten is de Engelse situatie
Japan. In het laatste land kwamen we een ware ambachtscultuur tegen, maar dan één die uitsluitend gericht is op
vergelijkbaar met de Nederlandse, met dien
mooie en bijzondere voorwerpen. Japanners geven om ambachtelijk gemaakte kimono’s, potten en tuinen. De am-
verstande dat Nederland achter Engeland
bachten van de kalligrafie en bloemenschikken staan in hoog aanzien. De allerbeste ambachtslui worden nationale
aan lijkt te lopen. Engeland kent een verwar-
rijkdommen genoemd en hebben de status van sterren. Hun producten zijn duur betaald. Maar wanneer het gaat
rende organisatie van de ambachten en kampt met dezelfde gebreken in de opleidingen tot ambachtsman als
om het reguliere ambachtswerk, geeft Japan niet thuis. De data zijn onduidelijk en een organisatie ontbreekt.
Nederland. De gebreken blijken uit een opeenstapeling van onderwijsvormen, met steeds weer nieuwe pogingen om het onderwijs beter te krijgen. Bevredigend is de situatie nog steeds niet na al het geëxperimenteer. In een
Dat is anders in Italië. Ook daar geniet het creatieve ambacht hoog aanzien maar het reguliere ambacht is daar-
recent rapport pleit een commissie onder leiding van professor Allison Wolf voor een duaal leerstelsel met veel
naast goed georganiseerd en heeft een stevige infrastructuur. Zo zijn er verschillende overkoepelende associaties
aandacht voor het leren in de praktijk. In Nederland werkt de SER nu aan een dergelijk rapport. Zoals gezegd, we
die de ambachten vertegenwoordigen en ambachtslieden allerlei diensten aanbieden zoals opleidingen, zakelijke
lijken Engeland te volgen.
en juridische ondersteuning en advies aangaande de export van hun producten. (Het gaat hier om Confartigianato, Confederazione Nazionale dell’Artigianato e della Piccola e Media Impresa and CASA). We moeten hierbij
Gaan we naar India en China dan zien we meer expliciete aandacht voor de creatieve en traditionele ambachten
aantekenen dat deze associaties zich ook inzetten voor het midden- en klein bedrijf in het algemeen. Italianen
dan voor de reguliere ambachten, zoals ook in Japan. De Chinese cultuur genereert een diep beleefde waardering
beschouwen ambachten als onderdeel van die sector.
voor de natuurlijke eigenschappen van het materiaal en de symbolische betekenis van voorwerpen. Dat geeft het creatieve ambachtswerk een bijzondere lading. Jonge Chinezen kunnen ambachten leren op school en door
Een belangrijke graadmeter van de ambachtscultuur is de opleiding. Italië heeft een grote diversiteit aan opleidin-
middel van training bij erkende ambachtslui. China kent de meestertitel die vanwege het lucratieve karakter ervan
gen voor het ambacht. De reden hiervoor is dat de regio’s de regie hebben en die regie nogal verschillend voeren.
felbegeerd is en niet altijd op eerlijke wijze verkregen wordt. De Chinese regering geeft met diverse programma’s
Het duale systeem met een theoretisch en praktisch gedeelte is standaard. In de meeste regio’s doen leerlingen
en beleid aan dat ze zich bewust is van het belang van ambachten in het algemeen. Het lijkt erop dat men
praktijkervaring op in bedrijven. Maar vanwege een groot tekort aan goede ambachtslui maken veel leerlingen
zich bewust is van de fout die in landen zoals Nederland gemaakt is door te denken dat de industrialisering de
hun opleiding niet af, omdat bedrijven hen al tijdens de opleiding werk aanbieden. Sommige regio’s kennen de
ambachten overbodig zou maken. Ambachten blijven essentieel en veel inspanning is nodig om jongeren te
meestertitel toe.
stimuleren voor een ambacht te kiezen en om goede opleidingen te realiseren.
Wat moet opvallen voor vakantiegangers in Italië is hoe zichtbaar de ambachten zijn. Je ziet ze aan het
India biedt een gelijksoortig beeld als China. Ook hier overheerst de aandacht voor de creatieve en traditionele
werk in de vaak kleine ruimtes pal aan de straat, soms met kleine winkels. Minder zichtbaar is de Italiaanse
ambachten. In de jaren zestig ontstonden initiatieven om de reguliere ambachten te stimuleren. Verschillende
ambachtsindustrie. Zonder meer opmerkelijk is het vakmanschap dat de Italianen in huis hebben wanneer
organisaties werden opgericht en momenteel worden jaarlijks competities georganiseerd in de ambachten van
het aankomt op restauratie van oude gebouwen. Let maar eens op hoe goed ‘oud’ de oude gebouwen blijven.
instrumentenmakers, elektriciens, machine bankwerkers, kleermakers, lassers en installateurs. Een meestertitel is
Dat effect realiseren is een ware kunst.
er niet, maar in een aantal disciplines kunnen de beste ambachtslui een certificaat krijgen. De Indiase overheden lijken recentelijk het onderwerp herontdekt te hebben. Ontwikkeld en doordacht is hun beleid echter nog niet. 14
15
Zonder meer uitzonderlijk is de Duitse situatie. Nederlandse beleidsmakers zouden eerder aan de Duitse dan aan
Dit systeem van meesters die gezellen opleiden in hun eigen bedrijf vereist een dichte organisatiestructuur.
de Engelse aanpak een voorbeeld kunnen nemen. Want de ambachtscultuur die de Duitsers hebben gerealiseerd
Duitsland kent nog een dicht netwerk van gilden (Innungen). Lidmaatschap van deze gilden is verplicht voor het
is opmerkelijk.
uitoefenen van een ambacht en het beginnen van een bedrijf. De Handwerk ‘Kammers’ houden hier toezicht op en voeren de opleidingen uit. Zij coördineren onder meer de toekenning van meestertitels. Daarnaast zijn er
Zou dit ooit in Nederland mogelijk zijn?
regionale organisaties en een overkoepelende organisatie, het Zentralverband des Deutschen Handwerks.
Op een zondagmiddag in april komen ruim 3.000 mensen bijeen in een grote zaal in Düsseldorf ter gelegenheid van het uitreiken van 1100 meestertitels aan jonge ambachtslui. De 25 beste krijgen hun meesterdiploma
De organisaties zijn verbonden en van elkaar afhankelijk. De nadruk ligt op het gemeenschappelijke belang en
aangereikt door Peer Steinbrück, de SPD kandidaat voor het Duitse kanselierschap, die daarvoor de
een sterke vertegenwoordiging van de belangen van het ‘Handwerk’ in de regionale, nationale en Europese poli-
maakcultuur en de nadruk op kwaliteit in Duitsland geprezen had. Zo sterk leeft het ambacht klaarblijkelijk
tiek. De organisaties moeten zich onder meer sterk maken voor de legitimering van het verplichte lidmaatschap
bij onze oosterburen.
van de gilden. De organisaties ondersteunen de ambachtslieden met consultants en coaches en zorgen voor een sterk onderling netwerk.
Politici en leiders van de invloedrijke ambachtorganisaties laten geen gelegenheid voorbijgaan om te hameren op het belang van de maakindustrie, van kwaliteit, en vooral het duale leerstelsel. Het laatste is de grote trots. Hoe effectief deze aanpak is, moge blijken uit de grote opkomst voor het uitreiken van meestertitels door een plaatselijke “Handwerk Kammer”. Het cruciale bestanddeel van de Duitse ambachtscultuur is de aanpak van de opleiding tot ambachtsman/vrouw. Het duale leerstelsel waar de Duitsers zo trots op zijn is gebaseerd op het meester-gezel systeem. Jongeren die geïnteresseerd zijn in een ambacht gaan naar speciale scholen en werken vrijwel direct een deel van de opleidingstijd op een werkplaats of in een bedrijf onder leiding van een meester. Een belangrijke prikkel is de meestertitel. De meestertitel staat voor kwaliteit en geeft het recht een eigen bedrijf te beginnen en gezellen op te leiden. De meestertitel is te verdienen door het doorlopen van een meesterprogramma en het voltooien van een meesterwerk. Het vooruitzicht van de meestertitel en de voordelen die daarmee gepaard gaan voorkomen een grote uitval in het leertraject zoals we die elders zijn tegen gekomen. Voor 41 ambachten is een meestertitel vereist voor een ambachtsvrouw of -man die een eigen bedrijf wil beginnen. De meestertitel is te behalen voor nog eens 53 ambachten maar geven geen speciale voorrechten anders dan de eer en het aanzien. De verzameling meestertitels en het belang dat daaraan gehecht wordt, zijn cruciale pijlers van de Duitse ambachtscultuur. Duitse consumenten worden op allerlei manieren gewezen op de waarde van meesterwerk. Hun waardering voor kwaliteit is een noodzakelijke voorwaarde voor een ontwikkelde en duurzame ambachtscultuur. Waarom zou er anders betaald worden voor de kwaliteit? “We krijgen soms in onze studio bezoek van ambachtslui uit Nederland. Ze vertellen ons dan hoe goed ze zijn in het handwerk. Wij denken dat ze eerder goed ontwikkeld zijn in het conceptuele aspect van het werk.” Een goudsmid uit Hessen, Noord-West Duitsland. 16
17
Wat maakt sterke een ambachtscultuur? Alles in Duitsland wijst op een sterke ambachtscultuur. Het hebben van goede opleidingen is niet genoeg. Een goede organisatiestructuur is dat ook niet. Het gaat om meer. Het gaat vooral om een gedeelde beleving van het belang van de ambachten, van het goed kunnen werken met de handen, van de kwaliteit van producten en diensten, van de erkenning van mensen die goed zijn in handwerk, en van het belang dat mensen die goed zijn met hun handen ook de kans krijgen om dat talent te ontwikkelen. Op basis van ons onderzoek formuleren we de volgende karakteristieken van een sterke ambachtscultuur: Aan de aanbodzijde: - Het ambacht wordt door jonge mensen als een goede carrière gezien. - Goed georganiseerde opleidingen met het meester-gezel systeem als de kern. - Een sterk gevoel voor de tradities van het ambacht. - De ambitie voor continue innovatie om de beste kwaliteit te realiseren. - Ondernemerschap met een duidelijke belangstelling voor de belangen en interesses van (potentiële) consumenten. - Erkenning van meesters op een eerlijke en effectieve manier. - Sterke en overtuigende verhalen over ambachtelijk werk en over individuele ambachtslieden. - Regelmatige manifestaties en evenementen om ambachtelijk werk te tonen en te vieren - Collegialiteit onder ambachtslieden (tot uiting komend in de erkenning van het gemeenschappelijk belang). - Een sterke, en goed gestructureerde organisatie die dienstbaar is aan de ambachtslieden. - Ondersteunend overheidsbeleid. - Een duidelijke missie van de sector (alles voor kwaliteit van werk, producten en diensten) - Kernwaarden die tot uitdrukking komen in de dagelijkse praktijken van ambachtslieden (gericht op kwaliteit, innovatief en creatief, collegialiteit en klantgerichtheid). Maar een ambachtscultuur wordt niet alleen gerealiseerd in de sector zelf. Zoals we vooral in Duitsland, Italië en Japan waarnamen, speelt de samenleving in haar totaliteit een grote rol. De ambachtscultuur moet een onderdeel zijn van de nationale cultuur. Dit houdt onder meer in: - Een actieve gemeenschap van stakeholders zoals politici, vooraanstaande burgers en het bedrijfsleven. - Een ontwikkelde smaak voor ambachtelijk werk en het vermogen om kwaliteit te onderscheiden en te waarderen. - Bereidheid om voor kwaliteit te betalen. - Lokale vraag naar ambachtelijke producten en diensten naast internationale belangstelling.
18
19
Hoeeen realiseren we in Nederland sterke ambachtscultuur? Niets is zo moeilijk als het veranderen van cultuur. We kunnen organisatiestructuren veranderen, we kunnen organisaties opzetten of ontmantelen (zoals de overheid dat nu doet met de bedrijfschappen), we kunnen ingrijpen in prijzen en tarieven en we kunnen opleidingen veranderen. Maar dat alles kan een cultuur onaangedaan laten. Een cultuur gaat over waarden. Een cultuur uit zich in de houding van de mensen die er deel van uitmaken. Het uit zich in hun dromen en verlangens en zeker ook in hun vooroordelen en kortzichtigheden. Op een of andere manier rijmt de Nederlandse cultuur slecht met de cultuur van het ambacht. Het kan zijn omdat de Nederlandse cultuur een cultuur is van kooplieden en regenten (en tot niet al te lang geleden dominees). Het is een cultuur die mensen over de grens doet gaan om verre oorden te bezoeken en daar te genieten terwijl ze thuis een kruideniersmentaliteit etaleren. Als het goedkoop kan, doen we het goedkoop. Als buitenlanders het werk doen voor een fractie van wat Nederlandse ambachtslui vragen, kiezen we voor de buitenlanders. Als Nederlanders decennialang hersenwerk gewaardeerd hebben en handwerk minderwaardig vonden, kunnen we niet verwachten dat een dergelijke houding van de ene dag op de andere verandert. Toch zal die houding moeten veranderen willen we de kwaliteit van werk, producten en diensten kunnen waarmaken. Want dat kan alleen in een samenleving met een ontwikkelde ambachtscultuur, zoals in de Duitse samenleving en in mindere mate de Italiaanse en de Japanse. Het begint met wat overheden en organisaties kunnen veranderen en dat is het opnieuw uitvinden van een gildesysteem en dit invoeren. Het Duitse systeem is hiervan een goed voorbeeld. Met het gildesysteem als startpunt, kan ook de meestertitel worden ingevoerd, die nodig is voor de invoering van een meester-gezel systeem in het onderwijs. Maar dit gaat alleen werken als de ambachtssector de gemeenschappelijke belangen onderkent en waarde hecht aan de onderlinge collegialiteit. Ambachtslieden hebben elkaar nodig om kwaliteiten te ontwikkelen en te borgen. Het gaat daarom om veranderingen in waarden en in de houding. De nieuwe gilden kunnen niet alleen die onderlinge collegialiteit bevorderen maar ambachtslieden ook coachen en stimuleren in hun ondernemerschap. Veel ambachtslieden hebben nog veel te leren als het gaat om het goed vertellen van hun verhaal en zich instellen op wat consumenten belangrijk vinden. De in eer herstelde ambachtsscholen zouden op een of andere manier gelieerd dienen te zijn aan de gilden om een effectief meestergezel systeem te kunnen realiseren. De gilden of andere organisaties (de overheid?), moeten campagnes ontwikkelen om het publiek op te voeden op het gebied van de kwaliteit van ambachtelijk werk. Waarom wel alles willen weten over de kwaliteit van wijn, auto’s, chirurgie en vakanties en niet van schoenen, de kapper en schilderwerk? Realiseert u zich hoeveel echte kwaliteit toevoegt aan het levensgenot? (Is dat niet direct duidelijk, luister eens naar Duitsers, Italianen en Japanners en merk op hoe kwaliteit onder hen werkt.) 21
We geven toe dat we hiermee geen formules bieden voor de realisering van de gewenste cultuur. Die formules bestaan gewoonweg niet. Culturen laten zich niet managen. Dat neemt niet weg dat een cultuur wel terdege kan veranderen. We zien al signalen om ons heen die duiden op een verandering. Neem het project van de Rotterdamse filosoof Henk Oosterling in Rotterdam-Zuid. Het project heet Rotterdam Vakmanstad. Het gaat om een programma voor jongens en meisjes in een moeilijke buurt. Ze krijgen les in vechtsporten, koken, filosoferen en een ambacht. Het gaat erom om deze jongens en meisjes zelfbewust te maken en de kans te geven iets te zijn door iets te kunnen. Door te leren stuken, kunnen ze zich stukadoor noemen, door het loodgieters vak te leren, zijn ze loodgieter. De steun die Oosterling krijgt van de stad Rotterdam is een duidelijk signaal. Andere signalen zijn er te over. Tekenend is de invloed die het boek van de Britse socioloog Richard Sennett met de titel De Ambachtsman (2008) heeft. In de werelden van ontwerp en de kunsten kreeg dit boek een groot onthaal met als gevolg dat steeds meer kunstenaars het ambachtelijke van hun werk onderkennen. Chirurgen beamen dat ook zij een ambacht beoefenen. Musici idem. Een aantal jaar geleden was dat nog ondenkbaar. Het enthousiasme kan iets te maken hebben met de karakterisering die Sennett geeft van de ambachtsman. Want wie wil niet gezien worden als iemand die werkt met het hoofd, het hart en de handen? Inmiddels hebben niet alleen overheden maar ook internationale organisaties als het UNESCO aandacht voor de ambachten. Het besef is doorgedrongen dat ook met de voortsnellende technologische ontwikkelingen moderne samenlevingen goede ambachtslieden hard nodig hebben en dat het belangrijk is bepaalde handvaardigheden te onderhouden. De NRC rapporteerde recentelijk dat een opvallend aantal hoger opgeleiden zich is gaan toeleggen op een ambacht. Blijkbaar zijn deze mensen tot de ontdekking gekomen dat voor hen het werken met de handen meer voldoening geeft dan het werken met het hoofd. Kortom. Laten we de gildes en ambachtscholen in ere herstellen. Laten we het meester-gezel systeem invoeren. Laten we de ambachtscultuur cultiveren onder meer door beroepen als chirurg, tandarts en musicus tot ambachten te rekenen en door actief de betekenis en waarde van kwaliteit duidelijk te maken. In de ambachtscultuur zoals we haar in Duitsland aantreffen krijgen grote aantallen mensen de kans om met hun handen te werken en daar waardering voor te krijgen. Daarmee komen niet alleen zij tot hun recht, maar profiteert de samenleving van het kwalitatief hoogstaand werk dat zij doen. Het wordt hoogtijd dat wij hier in Nederland wakker worden en beseffen dat we onze ambachtslieden willen koesteren, om vervolgens er alles aan te doen om een ware ambachtscultuur te realiseren. Het gaat om veel mensen, om veel levens. Het gaat om een duurzame economie, het gaat om kwalitatief hoogstaande producten en diensten. Daarnaast gaat het om goed werk en voldoening in het werk.
22
23