Sophia Kinderziekenhuis
Bij uw kind is de diagnose ‘herseninfarct’ gesteld. U wilt waarschijnlijk weten wat dit voor gevolgen heeft voor u en uw kind. In deze folder geven wij daarom algemene informatie over een herseninfarct en leest u meer over de onderzoeken, behandeling en de verschillende specialismen die betrokken zijn bij de behandeling.
Wat is een herseninfarct? Een herseninfarct is een beschadiging van het hersenweefsel door een al dan niet tijdelijke afsluiting van een bloedvat in de hersenen. Een herseninfarct komt meestal voor bij oudere volwassen, maar ook kinderen kunnen een herseninfarct krijgen. Een herseninfarct wordt nogal eens gezien bij pasgeborenen en dan met name bij kinderen die te vroeg geboren zijn. Bij grotere kinderen komt een herseninfarct vooral voor bij peuters en kleuters.
Klachten en symptomen bij het ontstaan van het infarct Een herseninfarct kan verschillende klachten en symptomen geven, afhankelijk van de plaats in de hersenen waar het infarct is ontstaan. De klachten beginnen typisch acuut van het ene op het andere moment, maar bij kinderen komt het vaak voor dat het infarct meer geleidelijk ontstaat en uren duurt. De klachten zijn het hevigst binnen enkele uren tot enkele dagen. Daarna verergeren ze niet meer. De meest voorkomende klachten en symptomen zijn: -
Eenzijdig krachtverlies van arm en been en een afhangende mondhoek aan die kant;
-
Problemen met het evenwicht;
-
Stoornis in taalbegrip en/of taaluitingen;
Herseninfarct bij kinderen
-
Slikproblemen door verlamming van de spieren in het gelaat en de keel;
-
Problemen met zien: de helft van het gezichtsveld is weggevallen;
-
Veranderd gevoel in de ledematen;
-
Epileptische aanvallen vanwege de hersenbeschadiging. Vaak zijn dit de eerste tekenen
-
Hoofdpijn.
van een herseninfarct;
Vaak treden bij het ontstaan van het infarct een of meer van bovengenoemde klachten op in wisselende combinaties. Bij pasgeborenen zijn epileptische aanvallen vaak de eerste tekenen van een herseninfarct, maar ook stil gedrag en geprikkeldheid kunnen hierop wijzen. Door deze niet-specifieke symptomen en de relatieve zeldzaamheid bij kinderen wordt een herseninfarct vaak niet direct herkend en eerder aan andere diagnoses gedacht.
Oorzaken van een herseninfarct Een herseninfarct kan veel verschillende oorzaken hebben. De meest voorkomende zijn: infecties, stollingstoornissen, hartafwijkingen, bloedvatafwijkingen en stofwisselingsziekten. Infectie Een herseninfarct kan ontstaan door een infectie, waardoor een bloedvat (dat zuurstofrijk bloed naar de hersenen vervoert) ontstoken raakt en daardoor vernauwt of blokkeert. Er zijn verschillende infecties die tot een herseninfarct kunnen leiden. Een infectie ontstaat door een bacterie of een virus. De meest bekende is het virus dat waterpokken veroorzaakt: het varicella zoster virus. Bij kinderen met een hersenvliesontsteking kunnen de bloedvaten die naar de hersenen lopen ontstoken raken op het punt waar ze de hersenvliezen passeren. Vaak zijn dan meerdere bloedvaten ontstoken. Stollingstoornis Er bestaan verschillende stollingsafwijkingen waardoor het bloed gemakkelijker kan stollen. Zo’n stolsel kan een bloedvat afsluiten. Een dergelijke afwijking van het stollingsmechanisme kan erfelijk zijn, maar kan ook veroorzaakt worden door bijvoorbeeld een infectie. Hartafwijking Kinderen met een aangeboren hartafwijking hebben ook een vergrote kans op een herseninfarct. Door de hartafwijking ontstaan gemakkelijker stolsels in het hart. Het hart kan deze stolsels vervolgens weer uitpompen naar de bloedvaten die de hersenen van bloed voorzien.
2
Bloedvatafwijking Door een verandering in de bloedvaatwand kan een herseninfarct ontstaan. Dit kan voorkomen bij bloedvatafwijkingen door een bindweefselziekte of een auto-immuunziekte. Maar ook een verscheuring van een bloedvaatwand in de nek door een trauma kan leiden tot een herseninfarct. Op de plaats van het letsel onstaat een bloedprop die naar de hersenen schiet. Stofwisselingsziekte Een groot aantal stofwisselingsziekten kan ook een herseninfarct veroorzaken.
Het onderzoek Scan De kinderneuroloog gaat af op het lichamelijk onderzoek en uw persoonlijk verhaal. Wanneer hij/zij vermoedt dat er sprake is van een herseninfarct wordt er een scan gemaakt. Meestal is dit eerst een CT-scan, omdat deze vaak sneller beschikbaar is dan een MRI. Daarna volgt vrijwel altijd een MRI. Op een MRI-scan zijn details van hersenen en bloedvaten beter zichtbaar. Bij jonge kinderen gebeurt dit onderzoek soms onder narcose, omdat ze onvoldoende lang stil kunnen blijven liggen. Meer informatie vindt u in de folder ‘Magnetische Resonantie (MRI)’. Bloedonderzoek Met bloedonderzoek wordt geprobeerd de oorzaken van het herseninfarct te achterhalen. Urineonderzoek Met behulp van urineonderzoek kunnen bepaalde stofwisselingsziekten worden opgespoord. Onderzoek van het hersenvocht Bij verdenking op een infectie of een stofwisselingsziekte, is het ook noodzakelijk om hersenvloeistof te onderzoeken. De vloeistof wordt afgenomen via een ruggenprik. Angiografie Wanneer op de CT-scan of MRI-scan afwijkingen worden gevonden aan de bloedvaatwand, is soms een röntgenfoto nodig om alle bloedvaten zichtbaar te maken. Voor het maken van de foto wordt via een katheter in de lies contrastvloeistof ingespoten. Onderzoeken van het hart Met een echo-foto en een filmpje van het hart kan de kindercardioloog nagaan of er sprake is van een hartafwijking als mogelijke oorzaak van het infarct.
3
Behandeling en verschillende specialismen Antistolling Kinderen met een stollingsstoornis waarbij het bloed gemakkelijk stolt, kunnen eventueel starten met antistollingsmedicatie. Hoelang deze medicatie nodig is, hangt af van de oorzaak van het herseninfarct. Kinderen waarbij een hartprobleem de oorzaak is van het infarct, krijgen ook vaak enkele maanden antistolling. Medicijnen tegen epilepsie Kinderen met epileptische aanvallen als gevolg van een herseninfarct, krijgen vaak medicijnen om nieuwe epilepsieaanvallen te voorkomen. Fysiotherapie Met behulp van fysiotherapie kunnen de spieren weer getraind worden als er sprake is van krachtverlies of een balansprobleem. Logopedie Indien er problemen zijn met slikken/praten kan de logopediste allerlei oefeningen geven om dit te verbeteren. Ergotherapie De ergotherapeut kan advies geven over hulpmiddelen die het zelfstandig functioneren weer makkelijker maken. Revalidatie Soms is het nodig het herstel te bevorderen in een revalidatiecentrum. Dit kan klinisch of poliklinisch, afhankelijk van de situatie.
Toekomst In de weken na het ontstaan van het herseninfarct treedt meestal geleidelijk aan herstel op. Afhankelijk van de grootte van het infarct en de conditie van het kind. Het herstel is niet altijd volledig. Dertig procent van de kinderen houdt uiteindelijk toch belangrijke restverschijnselen over. Aard en ernst van de restverschijnselen zijn sterk afhankelijk van de plaats en uitgebreidheid van de weefselbeschadiging. Mogelijke restverschijnselen zijn problemen met de motoriek (spasticiteit), balans (ataxie), (hand)vaardigheid, leren, geheugen, aandacht, tempo en concentratie. Gedragsproblemen zoals hyperactiviteit en impulsiviteit komen ook vaker voor bij kinderen die een herseninfarct hebben gehad. Om dit beter in kaart te brengen en om goede adviezen te kunnen geven aan bijvoorbeeld school, is regelmatig neuropsychologisch onderzoek nodig. Dit gebeurt meestal wanneer de toestand van het kind is gestabiliseerd. Begeleiding via een 4
polikliniek ‘Niet Aangeboren Hersenletsel’ in een kinderrevalidatiecentrum is aan te raden. De eerste weken/maanden na het herseninfarct bestaat de kans op het ontstaan van een nieuw infarct. Met behulp van bloedverdunners proberen we dit te voorkomen. De kans op een nieuw infarct hangt af van de onderliggende oorzaak.
Ronald McDonald Speeldek en Huis Voor broertjes/zusjes is dagopvang in het ziekenhuis mogelijk, hiervoor moet u wel reserveren en betaalt u een kleine bijdrage. Het telefoonnummer van het Speeldek is 010 - 703 70 25. Het Ronald McDonald Huis is een logeerhuis voor ouders, broertjes en zusjes van kinderen die opgenomen zijn in het Erasmus MC-Sophia. In het huis heeft u een eigen kamer en deelt u de gemeenschappelijke voorzieningen met de andere gasten. Aan het verblijf zijn kosten verbonden. Voor meer informatie en reservering belt u naar 010 - 703 73 00. Meer informatie vindt u ook in de folders van het Speeldek en Huis in het folderrek op de afdeling.
Begeleiding Het is belangrijk dat u en uw kind goede begeleiding krijgen. Lotgenotencontact kan een grote steun zijn (zie onderstaande links). Een maatschappelijk werker kan begeleiding geven bij de verwerking en de gevolgen van de herseninfarct voor u, uw kind en de rest van het gezin. www.cva-samenverder.nl www.nah-info.nl/kinderen
5
6
7
0000050
www.erasmusmc.nl
© Erasmus MC - Patiëntencommunicatie - 11/12
Aan de inhoud van deze folder kunnen geen rechten worden ontleend