Herijking Visie bedrijventerreinen Netwerkstad Twente
8 November 2013
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013
-2-
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013
Inhoudsopgave
Voorwoord pagina 7 Hoofdstuk 1 1.1 1.2 1.3 1.4
Inleiding Aanleiding Doel en kaders Wat hebben we gedaan na de vaststelling van de vorige visie Leeswijzer
9 9 9 9 10
Hoofdstuk 2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.5.1 2.5.2 2.5.3 2.5.4 2.5.5 2.6 2.6.1 2.6.2 2.6.3
De huidige situatie op de bedrijventerreinen Productiestructuur Werkgelegenheid op bedrijventerreinen Bedrijventerreinen Vastgoed Herstructurering en transformatie Almelo Borne Enschede Hengelo Oldenzaal Thematische terreinen XL Businesspark Twente Luchthaven Twente Natte bedrijventerreinen
13 13 13 14 16 16 17 18 18 19 21 21 21 21 22
Hoofdstuk 3 3.1 3.1.1 3.1.2 3.1.3 3.1.4 3.1.5 3.1.6 3.2 3.2.1 3.2.2 3.2.3 3.3 3.3.1 3.3.2 3.3.3 3.3.4
Actualisatie van de ruimtevraag en -aanbod tot 2040 Analyse van de ruimtevraag tot 2040 Autonome ruimtevraag Ruimtevraag als gevolg van verhuizingen en frictie Ruimtevraag als gevolg van transformatie Ruimtevraag naar natte bedrijventerreinen Ruimtevraag bij de Luchthaven Twente Samenvatting ruimtevraag Korte en middellange termijn vraaganalyse Achtergrond Onderbouwing aanpak Resultaten Analyse ruimteaanbod bedrijventerreinen Aanbod bedrijventerreinen kwantitatief Aanbod bedrijventerreinen kwalitatief Matching kwaliteit vraag en aanbod Conclusie aanbod bedrijventerreinen
25 25 25 26 26 26 27 27 28 28 28 29 29 30 31 32 32
Hoofdstuk 4 4.1 4.1.1 4.1.2 4.1.3 4.1.4
Realisatiestrategie Programmering van de bedrijventerreinen Netwerkstad Twente Totaaloverzicht kwantitatieve match vraag en aanbod Criteria programmeren bedrijventerreinen Kwantitatief en kwalitatief programma Provinciaal Grondfonds
35 35 36 36 37 38
-3-
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013
4.1.5 4.1.6 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7 4.8
Strategisch programmeren in de toekomst Strategische voorraad als planningsinstrument Ruimtelijke kwaliteit en duurzaamheid Kwaliteitsbeheer Gronduitgifteprotocol Fysieke en digitale bereikbaarheid Regionale samenwerking Acquisitie Monitoren
Begrippenlijst
38 39 39 41 42 42 43 44 44 45
Bijlagen 1 orte termijnvisie Ecorys, juni 2013 2 ctualisatie ruimtevraag natte terreinen tot 2040 (Ecorys, 2013) 3 PB-scenario’s nader toegelicht 4 oedelingsschema Gezamenlijk programmeren korte en middellange termijn. 5 corysrapport 2013
-4-
K 48 A 50 C 54 T 56 E 58
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013
-5-
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013
-6-
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013
Voorwoord
In 2010 hebben we met de vijf Netwerkstadgemeenten een gezamenlijke visie op de ontwikkeling van onze bedrijventerreinen gemaakt. De economie en de ruimtevraag verandert voortdurend, zeker nu. We hebben te maken met een langdurige financiële crisis, hoge werkloosheid, toenemende leegstand en een grote herstructureringsopgave, waardoor er minder bedrijventerrein is uitgegeven in de afgelopen periode, dan was voorzien. Er zijn echter ook kansen, mede door de regionale focus op innovatie in de High Tech Systems en Materials. Ondanks vele tegenvallers in het bedrijfsleven zien we ook groei, innovatie en voeren we serieuze gespreken met kandidaten voor onder meer het XL Businesspark. In de afgelopen twee jaar is ruim 30 ha. bedrijventerrein uitgegeven in de Netwerkstad en op het gebied van bestaand vastgoed is ook veel beweging te zien. Er wordt geïnvesteerd in bereikbaarheid en nieuwe kades. Ook zien we een revival van de (nieuwe) maakindustrie, dynamiek in de logistiek door de ecommerce en een verdergaande koppeling van kennis- en maakindustrie. Daarom is er niet alleen een evaluatie gemaakt maar vooral ook een herijking. De ruimtelijke weerslag van de genoemde ontwikkelingen is niet alleen terug te vinden op de bedrijventerreinen, maar ook op het Kennispark in Enschede, de diverse kantorenlocaties en andere economische zones. In de voorliggende herijking hebben we de economische ontwikkeling vertaald naar ruimtevraag, echter alleen die vraag die op de bedrijventerreinen betrekking hebben. Al met al negatieve maar vooral ook positieve geluiden, die vragen om een gezamenlijke aanpak. Dit hebben we vorm geven in het strategisch programmeren van de uit te geven terreinen. Zodat we in de komende periode nog beter de ruimtevraag van de bedrijven kunnen bedienen, om de economische ontwikkeling te ondersteunen en te versterken.
Marijke van Hees, Voorzitter Bestuurlijk Overleg Ruimte, Economie en Grondzaken Regio Twente Netwerkstad
-7-
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013
-8-
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013
Hoofdstuk 1
Inleiding
1.1 Aanleiding De vijfTwentsegemeentenAlmelo,Borne,Enschede,HengeloenOldenzaalvormensamendeNetwerkstad Twente. Samenwerking,organisatieencoördinatie staan binnen de Netwerkstadcentraalopuiteenlopendewerkvelden.Hieropinspelend heeft NetwerkstadTwente in 2010 eengezamenlijkeBedrijventerreinenvisieopgesteldominzichtteverkrijgenindehuidigeentoekomstige bedrijventerreinenmarkt. Om vinger aan de pols te houden en reëel zicht op de bedrijventerreinenontwikkeling te houden is in 2010 afgesproken dat in 2013 een evaluatie en zo nodig actualisatie van de gegevens nodig is. Dit is vooruitlopend op de gewenste midterm evaluatie van de provincie Overijssel in 2015. Ook zijn er aanvullingen gedaan op andere onderdelen van de visie en uitvoeringsstrategie naar aanleiding van de huidige situatie op de bedrijventerreinenmarkt. Bij de evaluatie en actualisatie wordt van dezelfde methodiek uitgegaan als in 2010.Aanvullend op de langere termijn prognose heeft Ecorys voor het strategisch programmeren een extra korte termijn prognose opgesteld, die direct rekening houdt met vraaguitstel en uitval door de recessie. Voor de lange termijn heeft dit geen effect, omdat net als bij het Rijk uitgegaan wordt van het CPB TM scenario.
1.2 Doel en kaders NetwerkstadTwentewileenpassend aanbod bieden aan de ruimtevraag van bestaande en nieuwe bedrijven. Door de groei van en in bedrijvenkomt extra en nieuwe werkgelegenheid tot stand en het heeft zo een positieve invloed op de welvaart in de regio. In 2013 is een ruimtelijke Ontwikkelagenda voor Netwerkstad Twente opgesteld inde vorm van een Ontwikkelingsperspectief. Een aantalruimtelijke opgaven zijn hierin opgenomen, zo ook de programmering van woon- en werklocaties. Er is hierin aangegeven dat de (structurele) uitval van de vraag naar woon- en werklocaties leidt tot groeiende gemeentelijke tekorten op planexploitaties. Het bijstellen van ambities is niet voldoende. Er zijn fundamenteleingrepen nodig: we moeten plannen schrappen en faseren, ook zijn er nieuwe verdienmodellen nodig. Voor een toekomstbestendige Netwerkstad is het nodig omgezamenlijk strategisch te programmeren: gericht op hetduurzaam en toekomstbestendig ontwikkelen van woon- enwerkmilieus die aansluiten bij die veranderende vraag.In het ontwikkelingsperspectief, maken we, metbehoud van de identiteit van de afzonderlijke gemeenten,gezamenlijke ruimtelijk-economische keuzesom de ambitie voor Twente waar te maken. De ontwikkelopgaveligt vooral in het huidige stedelijk gebied: transformerenen herstructureren, in plaats van uitbreiden. De huidigestedelijke contouren blijven grotendeels zoals ze nu zijn. Waar we nog extra of tervervanging bouwen, moet dit echt aansluiten op de vraag.Ook moeten we flexibel inspelen op verandering van dievraag. Al geven prognoses aan dat er dekomendejaren nog een toenemende vraag is naar woningen enbedrijfslocaties, wij kiezen ervoor om daar behoedzaam meeom te gaan. Investeren in het bestaande stedelijk gebiedis belangrijk om de kwaliteit op niveau te brengen.
1.3 Wat hebben we gedaan na de vaststelling van de vorige visie Naar aanleiding van de visie in 2010 zijn er van de toenmalige zachte plannen voor bedrijventerreinen 22 hectare geschrapt in Borne, 5 ha. in Enschede. Ook is afgesproken dat de
-9-
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013
overige zachte plannen in de Netwerkstad tot nader orde niet ontwikkeld worden. Daarbij wordt er elk jaar gemonitord en vindt elke drie jaar een herijking van de analyse plaats, zo ook in 2013. Daarnaast zijn grote stappen gezet in de uitvoering van de herstructureringsplannen in alle gemeenten. Een aantal zijn al deels weer uitgegeven. Een uitgebreide toelichting hierop wordt in hoofdstuk 2.5 gegeven. Ook is er veel aandacht geweest voor de (her)ontwikkeling van natte kavels en vervoer over water. De resultaten hiervan worden in hoofdstuk 2 en 4 weergegeven. De samenwerking in de Netwerkstad op het gebied van accountmanagement is verder vormgegeven. Gezamenlijke acquisitie was een ander doel. De gemeenten hadden wel de ambitie om dit vorm te geven, maar niet de financiële middelen om nu hierin te investeren. Dit wordt nu door onze partners Port of Twente en Kennispark, met financiële bijdragen van de Regio Twente en de Provincie Overijssel, in samenwerking met Oost NV vormgegeven.
1.4 Leeswijzer Indezevisiewordtinhoofdstuk 2een helderedefiniëringencategoriseringvandebedrijventerreinen en eentotaaloverzichtvande(plan)voorraadaanbedrijventerreinen gegeven. Ook wordt hier ingegaanopde huidige situatie van de bedrijventerreinen.Hoofdstuk3behandeltde analyse van vraag en aanbod, inclusief de kwantiteitendekwaliteitvanhetaanbodaanbedrijventerreinenindeNetwerkstadregioTwente.Deversc hillendebedrijventerreinenindegemeentewordenbeoordeeldengerangschiktopbasisvanhunkwaliteit en.Inhoofdstuk4tenslotte,wordt in de realisatiestrategie aangegeven hoe wij onze doelen denken te bereiken. Hier matchenweonder andere de vraagenaanbod (programmering).
- 10 -
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013
- 11 -
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013
- 12 -
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013
Hoofdstuk 2
De huidige situatie op de bedrijventerreinen
De inventarisatie van de huidige stand van zaken van de bedrijventerreinen in de Netwerkstad is één van de bouwstenen voor de bedrijventerreinenstrategie. In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de productiestructuur van het gevestigde bedrijfsleven en de kenmerken van de bedrijventerreinen. Ook wordt ingegaan op herstructurering en transformatie van bedrijventerreinen. Tot slot wordt een beschrijving gegeven van de thematische terreinen.
2.1 Productiestructuur Netwerkstad Twente telt in 2012 ruim 22.000 bedrijven. In absoluut aantal bedrijven is de sector groot- en detailhandel het meest vertegenwoordigd, gevolgd door bedrijven in de sector advisering, onderzoek en overige speciale zakelijke dienstverlening. Verder is ook de bouwsector nog steeds goed vertegenwoordigd. Netwerkstad Twente telt in 2012 (CBS) een totaal arbeidsvolume werknemers van circa 144.900 arbeidsjaren.In 2012biedt de Netwerkstad Twente aan meer dan 191.000 mensen (dit is inclusief uitzendkrachten) een arbeidsplaats. In Netwerkstad zijn qua aantal werkzame personen de gezondheids- en welzijnszorg, industrie en groot- en detailhandel de grootste sectoren. Figuur 1.1
Procentueel aandeel aantal arbeidsplaatsen in de Netwerkstad, 2012
Bron: Biro, 2012 Het aantal niet-werkende werkzoekenden (NWW) in juli 2013 is in Netwerkstad Twente 20.384 personen. Dit is 13,4% van de totale beroepsbevolking. Binnen de Netwerkstad is het aantal NWW-ers in Enschedehet hoogste.
2.2 Werkgelegenheid op bedrijventerreinen In 2012werken 70.133 personen op een bedrijventerrein (BIRO, 2012). De meeste personen op een bedrijventerrein zijn werkzaam in de sector industrie en groot- en detailhandel gevolgd door de sector bouw.
- 13 -
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013
Uitgaande van een totaal van 1.580 ha. netto uitgegeven bedrijventerrein in Netwerkstad (zie paragraaf 2.3), betekent dit dat er gemiddeld 44,4 werkzame personen zijn per ha.
2.3 Bedrijventerreinen 1 Netwerkstad Twente heeft in 2012 circa 1.910netto hectare aan bedrijventerrein . Hiervan is 1.580 hectare uitgegeven aan bedrijven.De 1.910 netto hectare is verspreid over circa 60 bedrijventerreinen, waarvan op 28 nog één of meerdere kavels uit te geven zijn.Het gaat overwegend om kleinere terreinen: Figuur 1.3 Grootte van de bedrijventerreinen in de Netwerkstad Grootte in netto ha. Aantal < 5 ha. 19 5,1 – 10 ha.
6
10,1 – 25 ha.
14
25,1 – 50 ha.
7
>50 ha.
13
Deterreinen in de grootste categorie nemen gezamenlijk 2/3 van het totaaloppervlak voor haar rekening (+/- 1290 hectare). Figuur 1.4
Hengelo
De 10 grootste bestaande bedrijventerreinen in Netwerkstad Twente (o.b.v.netto oppervlakte) per 1 januari 2013 Terrein Oppervlakte Uitgegeven Startjaar netto uitgifte Twentekanaal 270 246 1935
Almelo
Bedrijvenpark Twente
174
172
1982
Enschede
Havengebied
134
133
1930
Enschede
Boeldershoek-Twence
125
125
1980
Almelo
XL Businesspark Twente
121
11
2008
Hengelo
Westermaat (Zuid en Campus)
104
93
1950
Almelo
Turfkade e.o.
103
98
1905
Oldenzaal
Eekte-Hazewinkel
87
87
1965
Almelo
Bornsestraat
76
76
1991
Enschede
Euregio bedrijvenpark
60
50
1974
1254
1091
Plaats
TOTAAL
Het grootste deel van de terreinen is aangelegd (of ontstaan) in de vorige eeuw. Na 2000 is gestart met de uitgifte op 16 nieuwe terreinen. Van de 60 terreinen wordt 1/3 deel als verouderd bestempeld. Op de meeste hiervan zijn herstructureringsprojecten gestart of al zover afgerond dat de heruitgifte is gestart. Zie hiervoor ook paragraaf 2.5.
1
Dit is zonder de locaties gericht op specifieke, thematische invulling (bijvoorbeeld zorg, detailhandel, kantoren en luchthavengebonden bedrijvigheid), zie hiervoor paragraaf 2.6.
- 14 -
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013
Figuur 1.2.
De bedrijventerreinen in Netwerkstad Twente per 1 juli 2013
Bron: IBIS 2013 en opgaves gemeenten Netwerkstad Twente
- 15 -
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013
2.4 Vastgoed Bij de leegstand van bedrijfsruimten in Twente gaat het grotendeels om frictieleegstand (in deze visie is uitgegaan van een gemiddelde frictieleegstand in Nederland van 6%). Zodra de leegstand de frictieleegstand overtreft, is er vaak meer aan de hand. Het is dan een signaal om te kijken of vanuit het oogpunt van doelmatigheid en noodzaak het terrein in aanmerking komt voor revitalisering of herstructurering. Door de recessie neemt de langdurige leegstand toe, vooral bij grote (verouderde) distributiecentra, die niet meer aansluiten op de eisen van de gebruiker. Het aanbod aan bedrijfspanden voor de vier grote steden is het afgelopen jaar gestegen tot 434.500 m2 (per 1 juli 2013). Het leegstandspercentage komt daarmee uit op 8,6% waarvan 2,4% langdurige leegstand. Deze laatste is dus ook gestegen in vergelijking met 2012. Almelo en Hengelo scoren het laagste met resp. 4,0 en 7,7 %. Voor Enschede is het 10% en Oldenzaal 10,5%. Opvallend is dat er in alle plaatsen meer frictieleegstand is dan langdurige. Dit komt omdat er nog veel nieuw aanbod bij komt op de markt.(Vastgoedrapportage Twente, 2013). Onderstaande figuur laat het aanbod en de opname van bedrijfsruimte in de Netwerksteden zien. De opname in de eerste helft van 2013 toont een lichte stijging ten opzichte van 2012. Vooral in Enschede en Hengelo zijn grote opnames geweest in 2013. De markt voor bedrijfsruimte heeft net als de andere onderdelen van de vastgoedmarkt te kampen met de gevolgen van de economische tegenwind. Dat komt niet in de laatste plaats omdat vooral het MKB, als belangrijkste gebruiker van bedrijfsmatig vastgoed, op dit moment hard wordt geraakt. Figuur 1.5
2
Aanbod en opname bedrijfsruimte in m2 in de Netwerkstad Aanbod per 1 juli Opname 2012
Enschede
2013
2012 Gehele jaar
2013 e 1 half jaar
163.600
177.300
87.600
58.400
Hengelo
88.400
86.100
24.000
14.200
Almelo
70.900
86.200
25.700
4.700
Oldenzaal
84.400
84.900
23.100
11.800
407.300
434.500
160.400
89.100
Totaal
Bron: Vastgoedrapportage Twente 2013
2.5 Herstructurering en transformatie De bestaande bedrijventerreinen zijn een belangrijke pijler voor ruimte voor economische ontwikkeling en ondernemersklimaat in de Netwerkstad. De SER-ladder wordt met het bestaande beleid in feite al lange tijd gehanteerd in de Netwerkstad. Zowel per gemeente als in het gezamenlijke beleid is dit op verschillende manieren vastgelegd waarvan het meest recente voorbeeld de Ontwikkelagenda Twente (2013) is. Beleidsmatig wordt tevens het belang onderschreven om een deel van de bestaande bedrijventerreinen kwalitatief te verbeteren en met nadruk ook duurzaam in te richten(zie ook hoofdstuk 4). Hiermee blijven locaties aantrekkelijk voor bestaande en ook nieuwe bedrijven en hoeft niet snel te worden uitgeweken naar nieuw te ontwikkelen locaties. Ook worden lege plekken in de stad en op bestaande terreinen voorkomen.
2
Borne wordt in de Vastgoedmonitor niet apart genoemd en kan dus niet in deze tabel worden opgenomen.
- 16 -
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013
De noodzaak voor herstructurering treedt op als een gebied sterk verouderd is. Dit uit zich in de uitstraling en de wisselende kwaliteit van de gebouwen, in de niet altijd optimaal benutte bedrijfspercelen, de matige kwaliteit van de openbare ruimte en de verouderde weginfrastructuur. Daarbij kan herstructurering, afhankelijk van de soort veroudering en locatiekenmerken, in drie groepen worden ingedeeld: • Revitalisering: forse integrale verbetering van een verouderd terrein met behoud van bestaande economische functie; • Herontwikkeling/herprofilering: wijziging van de werkfunctie van bestaande bedrijfsactiviteiten ten gevolge van economische veroudering; • Transformatie: ombouwen, waarbij de functie wijzigt in een andere functie. In dit laatste geval wordt het terrein onttrokken aan de voorraad bedrijventerrein. De doelstellingen van herstructurering zijn velerlei: • Vergroten (en/of behouden) van de werkgelegenheid; • Intensiever en/of efficiënter ruimtegebruik van de gronden; • Kwaliteitsverbetering en verhoging functionaliteit van de openbare ruimte; • Verbreden van de economische basis van een terrein (geschikt maken voor nieuwe soorten bedrijven); • Stimuleren van duurzaamheid; Zoals in paragraaf 2.3 beschreven, hebben we in de regio veel oudere terreinen en wordt een groot deel als (potentiële) herstructureringslocatie aangewezen. Via de provinciale kwaliteitsscan is voor een aantal terreinen duidelijk in beeld gebracht waar ‘het probleem zit’. Het gaat om Buitenhaven (Almelo), Molenkamp (Borne), de Reulver (tevens afrondingsscan uitgevoerd), Rigtersbleek, Euregio I (Enschede), Timmersveld, twentekanaal-noord, Twentekanaal-Zuid, Westermaat-Zuidwest (Hengelo),Eekte-Hazewinkel (Oldenzaal). Voor Turfkade en Buitenhaven (Almelo) volgen scans in 2014. Een gerichte aanpak op meerdere fronten tegelijk maakt de projecten niet eenvoudiger maar wel sterker: werd vroeger met name gekeken naar een aanpak van de openbare ruimte, nu wordt actief samengewerkt met externe partners (Oost NV, HMO, Kamer van Koophandel, Ministeries), gezocht naar kansen voor het aantrekken van nieuwe soorten bedrijven (door bijvoorbeeld gericht te werken aan ‘natte’ kavels), leefbaarheid en vooral een veel intensievere samenwerking met de ondernemers. Hieronder wordt per gemeente kort de stand van zaken van herstructureringslocaties toegelicht. 2.5.1 Almelo Dollegoor/Slachthuiskade De herstructurering van dit bedrijventerrein wordt binnenkort afgerond. Eén van de doelstellingen van het herstructureringsproject Dollegoor was het gebied zo te herontwikkelen dat sprake is van het juiste bedrijf op de juiste plaats in specifieke clusters. Aan de noordelijke Slachthuiskade zijn op de locatie van een voormalige meubelfabriek conform de doelstelling nieuwe representatieve bedrijven gevestigd in lagere milieucategorieën dan voorheen. Tussen de eerste en tweede havenarm is de versterking van het high tech cluster gerealiseerd. Voor het overig deel van Dollegoor blijft er ruimte voor bedrijven in de zwaardere milieucategorieën, watergebonden activiteiten en representatieve bebouwing langs de Schuilenburgsingel. Om deze clusters ook in de toekomst te behouden en, waar mogelijk, te versterken, wordt het bestemmingsplan in 2013 aangepast aan de nieuwe situatie. Daarnaast hebben onder meer verouderde opstallen plaatsgemaakt voor nieuwe of nieuw uit te geven kavels en is de verouderde bovengrondse en ondergrondse infrastructuur vernieuwd. Dit samen levert een ruimtewinst op van ruim 7,5 ha.
- 17 -
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013
Buitenhaven Deze herstructurering is enkele jaren geleden ingezet met het vernieuwen van de openbare laaden-loskade, de sanering van een zeer vervuild perceel en de aanleg van een verkeersinstallatie. Deze investeringen hebben tot gevolg gehad dat ook marktpartijen gingen investeren in Buitenhaven. Diverse ongebruikte percelen en opstallen zijn vernieuwd en weer in gebruik genomen. Dit heeft een ruimtewinst opgeleverd van ruim 2,5 hectare. Als gevolg van de herstructureringsactiviteiten is er inmiddels een ondernemersvereniging op beide terreinen actief. Turfkade Voor Turfkade wordt in 2013 de resterende omvang van de herstructureringsopgave onderzocht nu het Indiëterrein grotendeels wordt getransformeerd naar woningbouw. Hiervoor wordt een kwaliteitsscan uitgevoerd. Daaruit zal onder meer duidelijk moeten worden of sprake kan zijn van revitalisering dan wel een diepgaander herstructurering en voor welke delen van het terrein dit betreft. Op het Indiëterrein is momenteel nog 2,5 ha van het bedrijventerrein van totaal 4,7 ha groot voor heruitgifte beschikbaar.
2.5.2 Borne Molenkamp De herstructureringsopgave op het bedrijventerrein Molenkamp (27 ha) moet in de periode 20142015 in uitvoering worden genomen (3e tranche). De herstructurering zal zich richten op een opwaardering van het totale bedrijventerrein, dat bovendien zal resulteren in een netto ruimtewinst van 1 ha. In 2009 is een kwaliteitsscan uitgevoerd en zijn 2 sterren ‘behaald’. De potentie is bepaald op 3 sterren. Kwaliteits- en ruimtewinst is voor een belangrijk deel te halen uit een betere interne milieuzonering, segmentering en clustering van bedrijven. In 2011 is gestart met planvorming voor de herstructurering van het bedrijventerrein Molenkamp. Ondertussen zijn er contacten tussen projectontwikkelaar, HMO, NV-Oost en Gemeente Borne. Gemeente Borne kan slechts faciliteren, omdat bijna het gehele aangemerkte terrein privaat eigendom is en weinig openbare ruimte kent. Verder ligt er een opgave op het gebied van de beeldkwaliteit en de groene aankleding. Met het verder bepalen en uitwerken van de verschillende verbeterpunten is in 2012 een start gemaakt. Ruimtewinst kan gecreëerd worden door verdichting en een aantal percelen transformeren tot bedrijfskavel. Een concreet en actueel probleem betreft de desolate situatie op het perceel Jonge Poerink, gelegen op de hoek van de Oonksweg en de Prins Bernhardlaan, een belangrijke beeldbepalende entree voor Borne en het bedrijventerrein Molenkamp. Met de herstructurering is door de verbeterde indeling en segmentering, ca. 1 ha ruimtewinst te behalen.
2.5.3 Enschede Roombekerveld / Hardick & Seckel / Bleekerij / Unisson Voor deze terreinen is de uitgifte inmiddels gestart en zijn de terreinen al deels weer bebouwd. Het gaat bij allen om herontwikkeling door sloop van grote panden en herverkaveling naar kleinschalige kavels, soms gemengd met wonen. De provincie heeft bijgedragen aan de financiering van Hardick & Seckel. ‘t Sander De zittende ondernemers hebben in eigen regie het terrein opnieuw ingericht en de panden opgeknapt. De eerder beoogde subsidie van de provincie is niet ingezet.
- 18 -
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013
Havengebied Het Havengebied is de grootste herstructureringslocatie van Enschede. In 2005 is het Masterplan Havengebied Enschede vastgesteld. Op basis van de kaders in dit Masterplan wordt de herstructurering per deelgebied en/of thema uitgevoerd. Vier projecten zijn al uitgevoerd: verbetering Handelskade inclusief infrastructuur; herstructurering De Ossenboer, herstructurering zuidzijde H. ter Kuilestraat en het project Woonarken. De financiering komt van verschillende partijen: Gemeente, Provincie, Rijk, EU en de ondernemers en pandeigenaar. Sinds 2008/2009 werken de gemeente en ondernemers (Belangenvereniging Ondernemers Havengebied en individuele ondernemers) samen aan de herontwikkeling van het deelgebied de Binnenhaven e.o. Hieronder valt de Binnenhaven (30ha) maar ook enkele andere deelgebieden/kavels verspreid over het Havengebied. In 2012zijn de baggerwerkzaamheden uitgevoerd, in 2013 volgt het oever- en kadeherstel alsmede aanleg van nieuwe kades en de aanpak van de weg. Tegelijkertijd zullen een aantal ondernemers investeren in hun terrein, gebouwen en bedrijfsvoering daar zij willen overstappen op goederenvervoer over water.In 2013 is ook gestart met het project Leefbaarheid waarin wij ons met name richten op de werknemers in het Havengebied. De Reulver Op de Reulver bestond met name een bereikbaarheids- en parkeerproblematiek. Door een aantal ingrepen in de openbare ruimte is dit verbeterd. In 2012 is een herijking geweest van de kwaliteitsscandie dit ook aantoont met een hogere score in aantal sterren. Bij de ondernemers bestaat nog wel een wens om de uitstraling van de oudere panden te verbeteren, dit moet echter in eigen regie worden opgepakt. De subsidie van de provincie kon hier niet worden ingezet omdat bij de uitvoering van de werkzaamheden nog geen projectplan was opgesteld. Euregio I Voor Euregio I is – met medefinanciering van de provincie - een scan uitgevoerd. Dit terrein staat niet op het meerjarenprogramma van de provincie. De gemeente en ondernemers willen echter wel een aantal herstructureringsacties voor dit gebied gaan oppakken. Westerval Het terrein Westerval-zuid is deels opnieuw uitgegeven. Recent is ook de locatie van de voormalige ijsbaan geherstructureerd. Zuiderval (Transformatie) De Zuiderval is als één van de belangrijkste entrees van Enschede getransformeerd tot een hoogwaardige, gemengde locatie voor o.a. zakelijke dienstverlening, hotel, detailhandel en wonen. Voor het deelgebied Janninkskwartier, wat als te herontwikkelen bedrijventerrein in de plannen stond, is recent besloten naar een andere invulling te zoeken. Op de Brouwerij / CeeCee (Transformatie) De voormalige locatie van Grolsch is omgevormd tot een creatieve campus voor media, design, cultuur en art in combinatie met winkels en horeca. Daaromheen worden opnieuw kavels uitgegeven voor kantoren en kantoorachtige panden waarbij deels gecombineerd kan worden met wonen. Polaroidlocatie (Transformatie) Na een aantal jaren van leegstand heeft de voormalige Polaroidlocatie een nieuwe bestemming gevonden en wordt nu gevuld met sport, welzijn en diverse sociale voorzieningen. Het bestemmingsplan zal worden aangepast.
- 19 -
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013
Werkparken Luchthaven (De Strip / Oostkamp / Deventerpoort) De werkparken liggen ten zuiden van de Luchthaven Twente en zijn gezamenlijk ca. 50 ha. bruto groot. De terreinen zijn in gebruik geweest als onderdeel van de militaire luchthaven en ook als zodanig ingericht met onder meer munitiebunkers, shelters en een airstrip. In het door de gemeenteraad van Enschede in 2012 vastgestelde Ontwikkelingsplan is aangegeven dat er gestreefd wordt naar herontwikkeling van het gebied en gebouwen in een nichemarkt met leisure/innovatieve bedrijvigheid. Een deel van de gebouwen is al als zodanig in (tijdelijk) gebruik. Om de bedoeldeorganische ontwikkeling mogelijk te maken is een bestemmingsplan in voorbereiding.
2.5.4 Hengelo Bedrijvenpark Twentekanaal De bedrijvenlocatie Twentekanaal is, inclusief de grotendeels op grondgebied Enschede gelegen afvalverwerkingslocatie Boeldershoek, netto 370 ha groot. Daarmee is Twentekanaal één van de grootste bedrijventerreinen in Overijssel. De locatie speelt een centrale rol in de regionale economie en biedt ruimte aan meer dan 300 lokaal, regionaal en (inter)nationaal opererende bedrijven. Momenteel zijn logistiek, recycling en hightech speerpunten in de ontwikkelingsvisie van ondernemers en gemeente. De trimodale ontsluiting is van bovenregionale betekenis. In 2001 is de Container Terminal Hengelo in gebruik genomen. Deze is inmiddels zo succesvol gebleken - op korte termijn wordt een doorgroei verwacht naar 200.000 teu overslag op jaarbasisdat op XL Businesspark Twente een tweede terminal wordt gerealiseerd. Voor de verbetering van het bedrijventerrein is in 2004 een masterplan vastgesteld waarin de gewenste en mogelijke ontwikkelingsrichtingen zijn opgenomen en waarin deelprojecten voor de korte en middellange termijn zijn geformuleerd. In het masterplan zijn als sterke punten aangemerkt: de centrale ligging binnen de regio, de trimodale ontsluiting, de ruime mogelijkhedenvoor kwalitatieve en kwantitatieve ruimtewinst en de gezamenlijke ambitie van overheid en bedrijfsleven om op het terrein te investeren. Het ‘Masterplan Verbetering Bedrijventerrein Twentekanaal ’is in 2011 geactualiseerd. Voor Twentekanaal-Noord en Twentekanaal-Zuid zijn afzonderlijk kwaliteitsscans uitgevoerd door adviesbureau DHV. De totaal vanaf 2005 te behalen ruimtewinst op Twentekanaal wordt momenteel geschatop circa 65 ha netto. Daarvan is inmiddels circa 35 ha in gebruik genomen. Resteert derhalve nog een te realiseren ruimtewinst van 30 ha netto. Inmiddels zijn diverse projecten gerealiseerd: de herontwikkeling van de voormalige Holec-locatie op Twentekanaal-Noord (Kanaalkwartier), de herstructurering van het deelgebied waarin de puinbreker is gelegen (Topper I), de verbetering van de hoofdontsluiting over weg en water (reconstructie Diamantstraat en Boekeloseweg, uitbaggeren insteekhavens, Topper II), het versterken van damwanden, de aanleg van een stoomleiding tussen de bedrijven Twence en Akzo Nobel, de uitbreiding van de containerterminal en de ontwikkeling van Strootbeekcampus (voormalige Akzo-Technologylocatie). Twentekanaal-Noord / Kanaalzone (watergebonden bedrijvigheid) Hengelo wil haar positie als grote binnenhaven versterken door het vervoer over water te stimuleren en ruimte te creëren voor watergebonden bedrijvigheid direct grenzend aan het Twentekanaal. De openbare kade en de damwanden van de insteekhavens zijn daartoe (gedeeltelijk) vernieuwd. De herontwikkelingslocatie Kanaalzone, tegenover de Akzo, is recent in ontwikkeling genomen. Op deze locatie zal Stork Technical Services nieuw gaan bouwen zodat op de oude locatie ruimte vrijgemaakt kan worden voor doortrekking van de Laan Hart van Zuid naar het station.
- 20 -
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013
Thaleslocatie De planvorming met betrekking tot de Thaleslocatie is in een stroomversnelling geraakt. Thales zal haar eigen bedrijfsactiviteiten concentreren op het noordoostelijke deel van de huidige locatie en zal de vrijkomende ruimte op de markt brengen voor vestiging van technologisch hoogwaardige industriële bedrijven. Ambitie is de totstandkoming van een bedrijvencluster rondom high tech systemen. Om de vestiging van nieuwe bedrijven mogelijk te maken zal een deel van de vrijkomende ruimte op korte termijn bouwrijp moeten worden opgeleverd. Aandachtspunten daarbij zijn de externe en interne ontsluiting, de elektriciteitsvoorziening, parkeren en de landschappelijke inpassing. Het bedrijvenpark krijgt een hoogwaardige uitstraling met een shared facilitycentre voor alle bedrijven. Op eigen terrein bouwt Thales momenteel een nieuw hoofdkantoor, een centraal voorraadmagazijn en een nieuwe printplatenfabriek. Westermaat-Zuidwest De deellocatie Westermaat Zuidwest kan worden getypeerd als een gemengd bedrijventerrein met relatief veel bedrijven in de groothandel en de traditionele perifere detailhandel (ABC goederen). Ook voor dit terrein is een kwaliteitsscan uitgevoerd door DHV met het oog op toekomstige plannen voor herstructurering. Inmiddels is op de voormalige Expo-locatiehet beursgebouw ontwikkeld tot een datacentre in combinatie met nieuwbouw van het hoofdkantoor van de ODIN-groep. Onderdeel van de plannen voor herontwikkeling van de voormalige expolocatie en het aangrenzende gebied is de verbetering van de ontsluiting richting toekomstige voorstadhalte en Bornsestraat. Met de provincie zijn afspraken gemaakt over een bijdrage uit het fonds Vitale Bedrijventerreinen (3e tranche). Timmersveld Timmersveld is een relatief klein, binnenstedelijk bedrijventerrein in het reguliere gemengde segment. Er zijn circa 40 bedrijven gevestigd. Ook voor dit terrein heeft DHV in opdracht van de gemeente een kwaliteitsscan uitgevoerd. Inmiddels is het terrein gerevitaliseerd.
2.5.5 Oldenzaal Eekte-Hazewinkel Uit de door DHV uitgevoerde kwaliteitsscan in 2008 bleek dat er een herstructureringsopgave lagvoor het terrein Eekte-Hazewinkel. Dit terrein is circa 87 ha netto en vertoonde verouderingskenmerken. Bepaalde delen van het terrein hebben een kwaliteitsimpuls nodig zoals het gedeelte tussen Eektestraat en Jaartsveldstraat en de Enschedesestraat. Na het verkrijgen van een provinciale subsidie is de herstructurering in oktober 2010 gestart. De openbare ruimte en infrastructuur worden aangepakt: de huidige wegenstructuur dateert nog uit de jaren zeventig en voldoet niet meer aan de huidige eisen. Er worden plaatselijk nieuwe regenwaterriolen aangelegd en regenwater afgekoppeld. De natuurlijke berging in de Stakenbeek wordt benut en er wordt een groen bergingsgebied aangelegd in het Elsmorsgebied (verlengde Jufferbeekzone). Het onderzoek naar parkeerproblemen is afgerond en een lichtmastenonderzoek is uitgevoerd. Van de lichtmasten wordt 18% vervangen en waar mogelijk voorzien van energiezuinige verlichting. Bovendien zijn verspreid over het terrein nog een aantal woningen die niet meer gewenst zijn. De eerste concrete stappen zijn al gezet. Een drietal bedrijven kampte met ruimtegebrek en had zich ingeschreven voor nieuw bedrijfsterrein met een totale vraag van circa 4 ha. Nu hebben ze een naastgelegen perceel gekocht en zorgen met de deels nieuw op te richten panden en inrichting van de openbare ruimte voor een kwaliteitsimpuls in het gebied. Daarmee is de prestatie van 2 ha ruimtewinst gehaald.
- 21 -
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013
2.6 Thematische terreinen De bedrijventerreinen in de Netwerkstad hebben allen hun eigen specifieke karakter door onder andere hun ligging, grootte, ontsluiting en kavelgrootte. Een aantal terreinenzijn en/of worden echter via onder meer de toegestane bestemmingen met een specifieke profielontwikkeld.In onderstaande paragrafen lichten we deze terreinen kort toe. 2.6.1 XL Businesspark Twente Hoogwaardige vestigingslocatie voor grootschalige bedrijven (groter dan 2 ha.) in de logistiek, transport, distributie en industrie. Eigenaar is het Openbaar Lichaam Regionaal Bedrijventerrein Twente (RBT), een samenwerking van provincie en de gemeenten Almelo, Borne, Enschede en Hengelo. Binnenkort wordt gestart met de aanleg van kades en containeroverslag aan het Twentekanaal waardoor het terrein multimodaal ontsloten is.
2.6.2 Luchthaven Twente Op het terrein van de Luchthaven Twente kan ruimte worden geboden (20 ha. netto) aan luchthavengebonden bedrijvigheid. Het gaat dan om bedrijven die functioneel aan een luchthaven gerelateerd zijn en/of producten en/of diensten aanbieden die in relatie staan met het functioneren van een luchthaven. N.B. Daarnaast zijn in het ontwikkelgebied bij de Luchthaven nog drie werkparken die via herstructurering opnieuw op de markt komen (zie paragraaf 2.5.3).
2.6.3
Natte bedrijventerreinen De ambities van Twente om zich meer te profileren als logistieke hotspot brengt mee dat multimodale ontsluiting van de bedrijventerreinen nog belangrijker wordt (zie ook hoofdstuk 3 en4.5). Een groot aantal bedrijvenmaakt al (in)direct gebruik van het Twentekanaal en vervoer over water.
Zoals uit figuur 1.6 blijkt zijn de terreinen in Hof van Twente (Overig regio Twente) bijna volledig uitgegeven. In totaal is er momenteel nog ruim 44 hectare terrein uitgeefbaar op de natte bedrijventerreinen. Deze terreinen zijn niet allemaal kadegebonden.In de Netwerkstad worden op verschillende plekken nieuwe kades aangelegd. Het gaat hierbij om XL Businesspark (380 meter), Kanaalzone Hengelo (330 meter) en Havengebied Enschede (500 m.).
- 22 -
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013
Figuur 1.6 Gemeente
Overzicht beschikbare terreinen voor kadegebonden bedrijven in regio Twente Terrein Kade m. Netto Nog oppervlak uitgeefbaar Hengelo Twentekanaal 2200 306,3 24,46 Almelo Buitenhaven 400 17,37 1,92 Dollegoor 1410 40,44 4,62 Bedrijvenpark 330 174,11 1,56 Twente XL Businesspark 380 in aanleg 10 (nat terrein) 10 Enschede Havengebied 1100 133,8 1,4 Hof van Twente Schneiderbos I II 300 17,3 0 Haven Twentekanaal Twentekanaal
800 310 + insteek
30 14
3
0,3 0
Bron: Ecorys (2013) Naast de havengebonden bedrijven, is Twente rijk aan havengerelateerde bedrijven. Deze maken vooral gebruik van containervervoer over water. Dat dit een sterk groeiende vervoersmodaliteit is, blijkt uit de gerealiseerde containeroverslag in Twente (bij CTT in Hengelo). Deze overtreft eerdere prognoses uit de Landelijke Capaciteitsanalyse Binnenhavens (2010).
3
Daarnaast zijn er laad- en loskades in Vroomshoop, maar deze worden niet meer gebruikt voor goederenoverslag.
- 23 -
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013
- 24 -
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013
Hoofdstuk 3.
Actualisatie van de ruimtevraag tot 2040
3.1 Analyse van de ruimtevraag tot 2040 De ruimtevraag naar bedrijventerreinen wordt voor een belangrijk deel bepaald door autonome groeiverwachtingen in de eigen regio. De vraag naar ruimte als gevolg van vestiging van bedrijven van buiten Netwerkstad Twente is door bureau Ecorys dus niet berekend. Hierop is een uitzondering gemaakt voor de vraag naar natte kavels, omdat deze naar verwachting relatief sterk zal stijgen door het toenemende containervervoer over water. Naast de autonome vraag heeft Ecorys ook de ruimtebehoefte door frictie als gevolg van verhuizingen, door onttrekking als gevolg van transformatie tot bijvoorbeeld woongebieden en zoals gemeld de vraag naar natte kavels berekend. Hieronder worden deze elementen die de ruimtebehoefte beïnvloeden toegelicht. 3.1.1 Autonome ruimtevraag Voor de actualisatie van de ruimtebehoefte raming uit 2010, heeft bureau Ecorys opnieuw het ruimtebehoeftemodel SPECTRA gebruikt. Er is sprake van drie componenten in het model die zoveel mogelijk aansluiten bij de actuele regionale situatie in de Netwerkstad Twente, namelijk: • de totale werkgelegenheid en de werkgelegenheid specifiek op bedrijventerreinen; • per sector het ruimtegebruik per werknemer in de Netwerkstad Twente; • de locatietypevoorkeuren per sector in Twente. Bij deze vraagprognose is opnieuw de groei per cluster in beeld gebracht en zijn de locatievoorkeuren per sector en het ruimtegebruik per werknemer voor de verschillende sectoren geactualiseerd. In de vraagraming is ook het vergezicht 2040 opgenomen om gelijk op te lopen met de planningshorizon van de Ontwikkelagenda Netwerkstad Twente. De dynamiek in de locatietype-voorkeuren en het ruimtegebruik per werknemer is voor de periode 2030-2040 constant gehouden. Met andere woorden, er is met eenzelfde kengetal per sector gerekend als in de periode ervoor. Van belang bij de interpretatie van de autonome ruimtebehoefte is: • Bij de berekende ruimtebehoefte betreft het alleen extra ruimte als gevolg van economische groei bij het bedrijfsleven in de Netwerkstad Twente zelf; • De vervangingsvraag als gevolg van onttrekkingen van het aanbod door bijvoorbeeld transformatie naar woonbestemmingen maakt geen onderdeel uit van de berekende ruimtebehoefte; • Er is - conform de afspraken tussen Rijk, provincies en gemeenten - gewerkt met een regiospecifieke versie van het door het CPB gehanteerde TM (Transatlantic Market)scenario; • De ruimtebehoefte wordt weergegeven in netto uitgeefbare hectares en is afgerond op 5tallen. Figuur 3.1
Autonome ruimtevraag tot 2040 naar cluster in Netwerkstad Twente 2011-2020 2021-2030 2031-2040
Industrie en bouw
80
5
0
100
25
5
Consumentendiensten
40
10
0
Dienstverlening
45
10
10
265
50
15
Transport, groothandel& distr.
Totaal
- 25 -
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013
Op basis van het TM-scenario (zie bijlage 3)is de autonome ruimtevraag van de Netwerkstad geraamd op circa 265 tot en met 2020. Dit is 50 hectare meer dan op basis van het scenario TM+ werd geraamd in 2011. Inmiddels zijn de uitgiften van bedrijventerreinen gedurende de jaren 2011 (21,7 ha.) en 2012 (9,4 ha.) ook bekend. Dat leidt tot een vermindering van de ruimtebehoefte in Netwerkstad Twente van afgerond 30 ha. De resterende vraag vanaf 2013 tot 2020 komt daarmee uit op 235 ha. netto.
3.1.2 Ruimtevraag als gevolg van verhuizingen en frictie Zoals aangegeven in de Visie Bedrijventerrein Netwerkstad Twente 2011 is de (extra) ruimtevraag als gevolg van verhuizingen zeer beperkt. Verplaatsingen vinden meestal plaats binnen de eigen gemeentegrens. Relevanter in dit perspectief is frictie. In een vitale samenleving zal, zelfs als de beroepsbevolking of de economie niet groeit, toch behoefte zijn aan ruimte voor nieuwe bedrijvigheid. Er is dynamiek in de economie (vraag van consumenten naar nieuwe producten) en de levensloop van bedrijven. Als een bedrijf wil verhuizen en zich wil vestigenop een nieuwe locatie is daarvoor uiteraard nieuwe ruimte nodig. De locatie die het bedrijf achterlaat en dus de ruimte die op de bedrijvenmarkt wordt aangeboden zal niet direct worden opgenomen. Er is dus tevens ruimte nodig om de frictie tussen aanbod en vraag naar ruimte op de bestaande bedrijfsgebouwenmarkt op te kunnen vangen. Daarbij wordt door Ecorys een frictiepercentage van 6 procent gehanteerd. Bij een normale bedrijfsgebouwenmarkt hoort een frictieleegstand van 6 à 7 procent. Dit betekent een extra vraag tot 2020 in de Netwerkstad van afgerond 15 ha. netto.
3.1.3 Ruimtevraag als gevolg van transformatie Functies veranderen in de loop van de tijd. Het omzetten van een bedrijventerrein naar een woonlocatie is vooral bij binnenstedelijke bedrijventerreinen een normaal verschijnsel geworden. Met deze vervangingsvraag, als gevolg van verminderd aanbod, moet dus ook rekening worden gehouden. In de Netwerkstad wordt met een onttrekking, en een daaruit voortvloeiende vervangingsvraag, rekening gehouden van ca. 11 ha. netto. In de periode 2010-2012 zijn de terreinen Polaroid en Jannink – samen 10 ha. – onttrokken aan de voorraad.
3.1.4 Ruimtevraag naar natte terreinen Uit recent onderzoek (Ecorys 2013) – uitgevoerd in opdracht van Businesspark XL Twente en de Netwerkstad - blijkt een groeiende vraag naar de zgn. ‘natte kavels’ in Twente. De vraag naar natte kavels komt van bedrijven die voor het transport van goederen (mede) afhankelijk zijn van vervoer over water. Deze bedrijven hebben behoefte aan een eigen kavel, direct aan het water (kadegebonden), overslagbedrijven en terminals. Het vervoer van deze bedrijven over water betreft voornamelijk bulkgoederen. Daarnaast zijn er bedrijven die wel gebruik maken van goederenvervoer over water, maar niet zelf een kade nodig hebben. Dit betreft vooral bedrijven die goederen per container vervoeren of stukgoederen, zoals grote constructies. Deze bedrijven vestigen zicht het liefst nabij een kade of bij een (container)terminal. Dit zijn haven- of kadegerelateerde bedrijven die zich ook op natte bedrijventerreinen vestigen. Verdere groei van vervoer over water in Twente is mogelijk gezien de recente uitbreiding van kade en faciliteiten van CTT in Hengelo en de afspraken van Havenbedrijf Rotterdam met de containerterminals op Maasvlakte 1 en 2 over (veel) meer vervoer per binnenvaart. Voor
- 26 -
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013
havengerelateerde bedrijven is geen rechtstreekse vertaling van de overslag in containers naar de ruimtevraag te maken. Deze vraag betreft vooral vestigende bedrijven van buiten de regio, in het bijzonder grote logistieke dienstverleners en Europese distributiecentra. De berekende additionele vraag van 22,5 ha. naar natte kavels is dus vooral het gevolg van groei van de goederenoverslag tot 2020. Een deel van deze extra overgeslagen goederen zal terecht komen bij bestaande bedrijven (met deze groei wordt in de autonome ruimtevraagprognose rekening gehouden), de overige groei komt van nieuwe vestigers of eventueel door verplaatsing van bedrijven die voorheen nog niet aan een kade zaten en nu van plan zijn zich aan een kade te vestigen om goederen over water te vervoeren. De groei zal voornamelijk terecht komen op de beschikbare natte deelterreinen in Hengelo en Enschede en op het XL Businesspark (dus in Netwerkstad Twente), in overig Twente zijn de natte terreinen bijna volledig uitgegeven. De geprognosticeerde ruimtevraag naar natte kavels beschouwen we als additionele ruimtevraag bovenop de berekende autonome ruimtevraag. In de overzichtstabellen hanteren we voor de weergave het gemiddelde van de bandbreedte voor de periode 2013-2020, te weten 22,5 hectare netto. Figuur 3.2
2010
Extra ruimtevraag natte bedrijventerreinen o.b.v. ruimteproductiviteit in Twente Overslag Groei t.o.v. 2010 Ruimteproductiviteit Extra ruimte(mln.ton) (mln. ton)* (ton/ha.) vraag (ha) 5,4 26.600 -
2020 SE
6,2
0,8
29.383
26
2030 SE
6,4
1,0
30.886
32
2040 SE
6,7
1,2
32.465
38
2020 GE
6,8
1,4
35.748
39
2030 GE
7,6
2,2
37.576
59
2040 GE
8,5
3,0
43.620
70 e
* door afrondingsverschillen kan dit getal iets afwijken van het verschil uit de 2 kolom. Bron: Ecorys (2013) Figuur 3.3
Overzicht ruimtelijke opgave voor natte bedrijventerreinen in Netwerkstad Twente (in netto hectares) 2011-2020
Additionele vraag natte kavels
26 tot 39 ha
Bron: Ecorys (2013) 3.1.5 Ruimtevraag door de Luchthaven Twente Indien Luchthaven Twente tot ontwikkeling wordt gebracht zal dit ook leiden tot extra ruimtevraag. Het bedrijventerrein op de Luchthaven Twente is specifiek bedoeld voor luchthavengebonden bedrijvigheid. Deze additionele ruimtevraag is verbondenaan de ontwikkeling van de luchthaven zelf en valt zodoende niet onder de autonome ruimtevraag van reguliere bedrijvigheid. Zij wordt in de rest van dit document dus ook niet meegenomen in de berekeningen van vraag en aanbod.
3.1.6 Samenvattingvan de ruimtevraag In onderstaande tabellen is voor de Netwerkstad Twente de totale ruimtelijke opgave voor bedrijventerreinen weergegeven. We geven hier expliciet de periode 2013-2020 weer en de vergezichten 2021-2030 en 2031-2040.
- 27 -
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013
Figuur 3.4
Overzicht ruimtelijke opgave voor bedrijventerreinen in Netwerkstad Twente (in netto ha) op basis van het TM-scenario. 2013-2020 2021-2030 2031-2040
Autonome ontwikkeling vraag (TM-scenario) Frictieruimte Transformatie Extra ruimtevraag natte terreinen Totale ruimtebehoefte
235 ha
50 ha
15 ha
50 ha
15 ha
15 ha 11 ha 22,5 ha 283,5 ha
350 ha
4
De autonome ruimtevraag is berekend op basis van een gemiddelde groei over een langere periode. De mogelijke ontwikkeling van de goederenoverslag op Luchthaven Twente, bij CTTen de nieuwe natte terreinen zullen naar verwachting belangrijke aanjagers zijn voor de groei van bedrijven en dus de ruimtevraag. Het gaat dan om de groei van grote ruimtevragers zoals overslagbedrijven, distributiecentra en platformgebonden maar ook door het aantrekken van nieuwe bedrijven. Zoals eerder toegelicht is de verwachting dat de ruimtevraag naar natte terreinen voornamelijk in Netwerkstad Twente zal neerslaan.
3.2
Korte en middellange termijn vraaganalyse
3.2.1
Achtergrond Ten behoeve van de herijking van de bedrijventerreinenvisie is een raming gemaakt van de vraag op de lange termijn tot 2040 gebaseerd op het TM-scenario (paragraaf 3.1). In de raming staat centraal of er voldoende aanbod of planvoorraad beschikbaar is om de in deze raming verwachte vraag te kunnen accommoderen.
Daarnaast is er voor het project strategisch programmeren behoefte aan een vraagraming op de korte en middellange termijn. In deze paragraaf worden de aanpak en de resultaten van deze nieuwe vraagraming behandeld (zie ook bijlage 1).
3.2.2 Onderbouwing aanpak Op verzoek van de Netwerkstad zijn een aantal aanpassingen in het ruimtelijk-economisch model REPROG van Ecorys, gericht op deze vraagraming, gemaakt: • Schatting van de werkgelegenheid in de Netwerkstad Twente in de jaren 2011 en 2012, op basis van: a. de volumeontwikkeling van de toegevoegde waarde per sector 2011-2012, b. het aantal banen in 2011 per gemeente en de regio, c. de verhouding tussen het aantal banen en fte per sector in 2011, d. de sectorsamenstelling in 2011, e. de verwachte arbeidsproductiviteit in 2012, en f. het werkgelegenheidsaandeel van de Netwerkstad in de regio Twente in 2012. • Schatting van de werkgelegenheidsontwikkeling in de Netwerkstad Twente in de jaren 2013 en 2014, op basis van de meest recente nationale ramingen van het CPB (Policy brief, 6 juni 2013); • Schatting van de werkgelegenheidsontwikkeling in de Netwerkstad Twente in de periode 2015-2020 op basis van de twee CPB-scenario’s die vanaf 2008 de
4
Afgerond.
- 28 -
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013
werkgelegenheidsontwikkeling in Nederland het beste benaderen, namelijk Regional Communities (RC) en Strong Europe (SE). Daarmee wordt voor de korte en middellange termijn de meest realistische benadering gekozen die gebruikt kan worden om de komende jaren prioriteiten te stellen als het gaat om ontwikkelen, uitfaseren of afstoten.
3.2.3 Resultaten korte en middellange termijnraming In 2013 en 2014 zal de werkgelegenheid, evenals dat het geval is geweest in 2012, verder dalen. Een en ander wordt duidelijk in de volgende tabel: Figuur 3.5
Arbeidsvolume werknemers ( x 1000 arbeidsjaren), 2011-2014 2011 2012 2013 Netwerkstad Twente 147,2 144,9 142,8 Bron: Ecorys, 2013
2014 141,8
Voor de middellange termijn is er sprake van een bandbreedte op basis van de twee op dit moment meest realistische scenario’s. Deze kunnen als volgt worden weergegeven: Figuur 3.6
Arbeidsvolume werknemers ( x 1000 arbeidsjaren), 2015-2020 2015 2020
Regional Communities (RC) Strong Europe (SE) Bron: Ecorys, 2013
141,5 142,1
141,3 143,5
In het RC-scenario zet de daling van de werkgelegenheid zich verder voort, al gaat het in totaal maar om een verlies van 500 arbeidsjaren. Daarentegen herstelt de werkgelegenheid zich licht in het SE-scenario. Ook hier gaat het om een beperkte groei van 1.400 arbeidsjaren. Ter vergelijking, in het TM-scenario gaat het in deze korte en middellange termijnraming om een groei van 1.700 arbeidsjaren (van 142,2 naar 143,9). Vervolgens is gekeken naar de gevolgen voor de ruimtebehoefte. In deze raming is gebruik gemaakt van dezelfde locatietypevoorkeur en ruimte intensiteit in gebruik als bij de lange termijn is gedaan. Figuur 3.7
Autonome ruimtevraag bedrijventerreinen 2013-2020 naar cluster in ha. Regional Communities Strong Europe Industrie en bouw 25 30 Transport, groothandel en distr. 35 35 Consumentendiensten 20 20 Dienstverlening 45 45 Totaal 125 130 Bron: Ecorys, 2013 De verschillen tussen de twee scenario’s zijn onderling klein. In vergelijking met het TM-scenario voor de lange termijn (235 ha.) is de autonome ruimtevraag fors lager. Verder valt op dat de clustersamenstelling in de ruimtebehoefte verandert. In deze twee scenario’s is de ruimtebehoefte van de lokale en regionale verzorgende werkgelegenheid veel belangrijker dan in het TMscenario, waar logistiek en industrie domineren. Deze verzorgende bedrijven zullen vooral belangstelling hebben voor gemengde terreinen in de eigen gemeente.
- 29 -
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013
3.3 Analysevan het ruimteaanbod bedrijventerreinen Voor de Netwerkstad zijn de veranderingen in het aanbod sinds 2010 in kaart gebracht. Hierin zijn de plannen die zijn verwezenlijkt, op- of afgevoerd, terreinen die zijn uitgegeven en/of in de SERladder opgeschoven verwerkt. De in 2010 voor de bedrijventerreinenvisie gemaakte locatieprofielen zijn geactualiseerd en aangevuld. Hieronder volgt een nadere analyse van het vernieuwde aanbod. Het verschil in de tabellen en totalen met het rapport van Ecorys (bijlage 5) wordt veroorzaakt door het verschil in peildata.
3.3.1 Aanbod bedrijventerreinen kwantitatief Voor het confronteren van de toekomstige ruimtebehoefte met het aanbod aan bedrijventerreinen zijn alleen die terreinen interessant waar nu en in de toekomst ruimte beschikbaar komt. Voor het in beeld brengen van het aanbod aan bedrijventerreinen in Netwerkstad Twente is gekeken naar: • De huidige terreinen met terstond beschikbaar uitgeefbaar terrein (= bestaand) en vastgestelde plannen (conform IBIS); • De terreinen waar door herstructurering nieuwe ruimte beschikbaar komt; • Het aanbod in zachte plannen (overige plannen). Netwerkstad Twente heeft deze analyse uitgevoerd (peildatum juli 2013) en verwerkt in de verdere confrontatie van vraag en aanbod. In onderstaande tabellen is het huidige en toekomstig beschikbare aanbod per ‘status’ weergegeven. Figuur 3.8 Gemeente
Almelo Almelo Almelo Almelo Almelo Almelo Almelo Almelo Almelo/ Netwerkstad Borne Enschede Enschede Enschede Enschede Enschede Enschede Enschede Enschede Enschede Hengelo Hengelo Oldenzaal Oldenzaal Totaal
Bestaand aanbod in Netwerkstad Twente Bestaand aanbod
Bleskolk Bedrijvenpark Twente Twentepoort Bedrijvenpark Twente Noord Aadijk Dollegoor/slachthuiskade Buitenhaven Turfkade XL Businesspark Twente Buren- De Veldkamp Euregio BP Josink Es Marssteden De Bleekerij Roombekerveld Hardick&Seckel Westerval Usseler Es Unisson Boekelo t Oosterveld Westermaat Noord II Hazewinkel Noordwest Jufferbeek Zuid
- 30 -
Netto ha (afgerond)
Beschikbaarheid
4 5 2 38 7 3 2 5
per direct per direct per direct per direct per direct per direct per direct per direct
112 26 10 7 2 1 2 1 1 58 1 13 11 2 21 333
per direct per direct per direct per direct per direct per direct per direct per direct per direct per direct per direct per direct per direct per direct per direct
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013
Figuur 3.9 Gemeente
Borne Hengelo Enschede Totaal Figuur 3.10 Gemeente
Enschede Enschede Enschede
Ruimtewinst door herstructurering in Netwerkstad Twente Herstructurering Netto ha (afgerond) De Molenkamp Twentekanaal (incl. Thales) Havengebied
1,0 24,0 2,5 27,5
2015 per direct per direct
Zachte plannen in Netwerkstad Twente Zachte plannen HERSTRUCTURERING
Bruto ha (afgerond)
Beschikbaarheid
Werkpark Luchthaven, Deventerpoort Werkpark Luchthaven, de Strip Werkpark Luchthaven, Oostkamp
5 20 23
p.m. Economische zone Economische zone
Netto ha (afgerond)
Beschikbaarheid
21 27 5 5 10 12 13 5 130-140 (netto/bruto)
Uitgefaseerd Uitgefaseerd Geschrapt muv 5 ha Uitgefaseerd Uitgefaseerd Gesprekslocatie Uitgefaseerd
Zachte plannen Almelo Almelo Hengelo Oldenzaal Oldenzaal Oldenzaal Oldenzaal Totaal
Beschikbaarheid
Aadijk Noord (overig) Buitenhaven West Boeldershoek Oost Hanzepoort-West Hanzepoort-Oost Jufferbeek-Noord Elsmors Uitbreiding
3.3.2 Aanbod bedrijventerreinen kwalitatief Niet ieder terrein is geschikt voor het accommoderen van hetzelfde type bedrijvigheid. Het ene terrein is voornamelijk bedoeld (en geschikt) voor logistiek en distributie, het andere terrein is meer gericht op hoogwaardige bedrijvigheid. Daarom wordt naast een kwantitatieve match tussen vraag en aanbod ook gekeken naar de kwalitatieve match. Locatieprofielen per bedrijventerrein Voor de waardering van de kwaliteit van het aanbod is dezelfde methodiek toegepast als in de ‘Visie bedrijventerreinen Netwerkstad Twente’ in 2011. Het verschil met 2011 is dat een aantal terreinen niet langer zijn opgenomen omdat deze terreinen geen aanbod meer hebben of zijn geschrapt. Tevens zijn er enkele nieuwe terreinen toegevoegd. Voor elk terrein is een locatieprofiel opgesteld (zie bijlage 5), dat wil zeggen dat de terreinen beoordeeld zijn op hun locatiekwaliteiten. Hierbij zijn op hoofdlijnen de volgende locatiefactoren meegenomen: • uitgifteprijs; • ligging; • bereikbaarheid (auto en ov); • fysieke omgeving (o.m. stedenbouwkundige uitstraling en kavelomvang); • beoogde doelgroepen; • nabijheid clusters en/of speciale voorzieningen (haven en stedelijke voorzieningen). 5
Door de organische herontwikkeling van de werkparken is nog geen netto aantal ha. te noemen. Omdat de andere aanbodcijfers in netto ha. wordt gegeven gaan we in de rest van het document uit van een inschatting van 130 ha. netto aan zachte plannen.
- 31 -
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013
De gegevens hiervoor zijn afkomstig uit deIBIS 2010, www.twentsebedrijventerreinen.nl,desk research,input werkgroep bedrijventerreinen Netwerkstad Twente en de expertise van Ecorys. Per locatiefactor zijn de bedrijventerreinen gewaardeerd op een schaal van 1 (laagste waardering) tot en met 5 (hoogste waardering). Het betreft een relatieve beoordeling, waarbij de bedrijventerreinen ten opzichte van elkaar zijn afgezet. Terreinen die op een bepaalde locatiefactor het beste presteren krijgen hierbij de hoogste waardering. Per locatiefactor is weergegeven wat als achtergrond heeft gefunctioneerd voor de weging. De verwachting is dat hoe hoger een locatie scoort hoe eerder het zal worden uitgegeven.
3.3.3 Matching kwaliteit vraag en aanbod Op basis van het programma van eisen per bedrijfscluster en de waardering van de bedrijventerreinen is de geschiktheid van deze terreinen voor de clusters bepaald.Per locatiefactor is het belang uit het programma van eisen (schaal 1-5) vermenigvuldigd met de waardering van de terreinen (schaal 1-5). Hierbij is een wegingsfactor per cluster gehanteerd voor de locatiefactoren.De resulterende score per bedrijventerrein per de cluster is vervolgens omgerekend naar een rapportcijfer (zie p. 19 t/m 21 van de Ecorysrapportage). Door deze wijze van presenteren wordt in een oogopslag duidelijk of een bedrijventerrein goed is toegerust voor bepaald cluster. De scores per cluster leveren het eerste inzicht in de match of mismatch tussen de (kwalitatieve) behoeften van de markt en de beschikbaarheid van het aanbod. Deze exercitie is bedoeld om te voorkomen dat specifieke ruimtevraag uit een cluster toebedeeld wordt aan een bedrijventerrein dat dit helemaal niet goed kan accommoderen. Een terrein met een rapportcijfer van een 7,4 is niet per definitie beter dan een terrein met een 6,3, maar sluit wel beter aan bij de wensen vanuit dat specifieke cluster.
3.3.4 Conclusie aanbod bedrijventerreinen Kwantitatief gezien is er - inclusief de zachte plannen - een ruim voldoende aanbod in de Netwerkstad om aan de vraag te kunnen voldoen. Als alleen gekeken wordt naar de harde plannen en herstructureringswinst (incl. heruitgifte), is er sprake van een licht overaanbod. Kwalitatief gezien geldt dat in de Netwerkstad Twente door het grote aanbod aan gemengde bedrijventerreinen in zekere mate alle typen bedrijvigheid geaccommodeerd kunnen worden. Er is vanuit kwalitatief oogpunt geen directe mismatch tussen de kwalitatieve vraag en het kwalitatieve aanbod aan bedrijventerreinen.In hoofdstuk 4 wordt ingegaan op de programmering van het aanbod. Figuur 3.11
Vraag en aanbod in netto ha. kwantitatief tot 2040 op basis van het TM-scenario. Vraag Aanbod 350 Harde plannen 333 Herstructurering 27 Zachte plannen 130 Totaal 490
- 32 -
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013
- 33 -
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013
- 34 -
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013
Hoofdstuk 4.
Realisatiestrategie
In de vorige hoofdstukken is weergegeven wat de stand van zaken is en de verwachtingen zijn op het gebied van bedrijventerreinen in de Netwerkstad Twente. Om ons doel van voldoende kwantitatief en kwalitatief aanbod te realiseren wordt in dit hoofdstuk ingegaan op de programmering van de terreinen maar ook op acties die worden uitgevoerd op onder meer het gebied van beheer, bereikbaarheid, grondbeleid en acquisitie.
4.1 Programmering van bedrijventerreinen in de Netwerkstad Twente De ruimtevraag in Netwerkstad Twente is vanuit de economische clusters herijkt en geactualiseerd. In deze paragraaf koppelen we de vraag- en aanbodzijde van de regionale bedrijventerreinenmarkt. De vraag wordt hierbij afgezet tegen de kwantiteit en kwaliteit van het huidige aanbod op de bedrijventerreinen in Netwerkstad, zoals dat door de gemeenten in de aangevulde en aangepaste locatieprofielen is vermeld. Per cluster is zo inzicht te geven in de verhouding tussen vraag en aanbod. Voordat kan worden ingegaan op de mogelijke programmering,is bepaald vanuit welke clusters de terreinen de meeste vraag mogen verwachten. Dit is gebeurd op basis van de match tussen de gevraagde kwaliteit per cluster en de huidige c.q. geplande geboden kwaliteit per terrein. Welke terreinen zijn geschikt voor meerdere clusters of zijn juist bijzonder geschikt voor één enkel cluster (thematisch terrein)? Vervolgens is voor elk bedrijventerrein bepaald welke clusters hier het beste kunnen worden geaccommodeerd: het ‘matchen’ van vraag en aanbod. Het belangrijkste uitgangspunt hierbij is de kwaliteit van het terrein voor het betreffende cluster. Dit levert als concreet resultaat een duidelijk gewenst profiel per terrein 4.1.1 Totaaloverzicht kwantitatieve match vraag en aanbod Wanneer op Netwerkstad niveau gekeken wordt naar de kwantitatieve match tussen vraag en aanbod (figuur 3.11) dan wordt in een oogopslag duidelijk dat het bestaande aanbod aan bedrijventerreinen aan de geprognosticeerde vraag tot en met 2040 voldoet. De geprognosticeerde ruimtevraag op Netwerkstad niveau kan echter niet zomaar toegedeeld worden naar de gemeenten die ruimte hebben om deze vraag te accommoderen. Een (aanzienlijk) deel van de ruimtevraag zal lokale vraag betreffen. Verder heeft het XL Business Park een bijzondere positie in Netwerkstad Twente, zij is bedoeld voor (boven)regionale bedrijvigheid met een ruimtebehoefte van meer dan 2 hectare. Met 112 hectare kan het terrein uitstekend de toekomstige ruimtevraag accommoderen. In de praktijk is het niet mogelijk de geprognosticeerde ruimtevraag volgens de SER-ladder direct te sturen. Er moet met een aantal aspecten rekening gehouden die van invloed zijn op de werkelijke accommodatie van de ruimtevraag: • De ruimtevraag zal geen constante vraag zijn, het verleden laat zien dat de werkelijke uitgifte het ene jaar hoog kan zijn en het volgende jaar laag. Afhankelijk van het beschikbare aanbod en de kwaliteit van de vraag betekent dit dat bedrijven zich ergens anders kunnen/moeten vestigen dan nu (in theorie) is voorzien of verplaatsing uitstellen; • Beleidsmatige ambities van de gemeenten zijn niet meegenomen in de toedeling van de ruimtevraag. Er kan een grote beleidsmatige voorkeur zijn voor het vestigen van bedrijven op terrein A in plaats van terrein B. Ook het type ruimtevraag kan veranderen door strategische acquisitie en beleid vanuit een gemeente of de Netwerkstad; • De voorkeur van bedrijven voor vestiging op een bedrijventerrein is meegenomen in de analyse, maar niet naar welk bedrijventerrein. In theorie voldoet een bepaald terrein aan de
- 35 -
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013
eisen vanuit een specifiek cluster, maar de voorkeur van de ondernemer kan toch anders zijn. 4.1.2 Criteria Programmerenbedrijventerreinen Afgestemd ontwikkelen van goede werklocaties is dé belangrijkste succesfactor en voorwaarde voor een toekomstbestendige Netwerkstad Twente. We doen dit in de vorm van strategisch programmeren. De actieve grondpolitiek van gemeenten heeft veel grondposities opgeleverd die in de huidige tijd moeilijk of niet tot ontwikkeling komen. Door te prioriteren op basis van een gezamenlijke visie en programma ontstaan weer kansrijke locaties. Hierbij is het van belang dat wij binnen de Netwerkstad, op den duur liefst binnen de regio, elkaar niet beconcurreren en maximaal van elkaars kennis gebruik maken. Gezien de krimpende gemeentelijke organisaties is het des te belangrijker in deze tijd om samen te werken. In het Ontwikkelingsperspectief Netwerkstad Twente zijn hierover de volgende afspraken gemaakt: • De NT gemeenten gaan vanaf nu gezamenlijk strategisch programmeren op het gebied van wonen en werken; • Gezamenlijk verkennen we de mogelijkheden van een provinciaal grondfonds waarmee mogelijk een financieringsconstructie wordt geboden voor de financiële consequenties die zijn verbonden aan het schrappen of verkleinen van geplande of potentiële ontwikkellocaties. Hiervoor volgen we een stapsgewijze aanpak; • We maken programma’s in de vorm van overzichten van de locaties waar we op inzetten de komende vijf jaar, de locaties die vervallen en de locaties die we achter de hand houden om eventueel in de toekomst te ontwikkelen. Vanuit bovenstaand gedachtengoed zijn keuzes gemaakt voor de werklocaties. Strategische programmering wordt gedaan op basis van de inhoud, in het licht van de visie voor 2040. Daarbij wordt gekeken naar nut en noodzaak van de programma’s vanuit Netwerkstad als geheel.De volgende criteria zijn daarbij gehanteerd: • We maken werklocaties mogelijk op die plekken waar dat voor de Netwerkstad Twente als geheel het meeste rendement en onderscheidende toegevoegde waarde heeft; • We zetten primair in op herstructurering en/of transformatie van het bestaande terreinen (SER ladder); • Als door herstructurering of transformatie niet in de regionale vraag kan worden voorzien, kiezen we gezamenlijk voor een uitbreidingslocatie die het best past bij de vraag en multimodaal is/wordt ontsloten; • We houden rekening met het gevoerde grondbeleid van afzonderlijke gemeenten. Voor bedrijventerreinen worden daarbij de criteria en wegingsfactoren, zoals opgenomen in de Bedrijventerreinenvisie 2011 engeactualiseerd in 2013, als uitgangspunt genomen. Het gaat om de criteria die gebruikt zijn bij de toedeling van de vraag per cluster naar het beschikbare en toekomstige aanbod: 1. Aansluiting bij de economische speerpunten Netwerkstad en Innovatiedriehoek: De speerpunten zijn in de regionale werkgelegenheidsprognose verwerkt. De Innovatie-driehoek heeft vooral betrekking op niet-bedrijventerreinen (o.m. stationslocaties en Kennispark); 2. Grootschalige (> 2 ha) activiteiten op XL Businesspark: In het toedelingsmodel kan geen onderscheid worden gemaakt tussen grote en kleine ruimtevragers. Wel zal deze behoefte vooral voorkomen in de clusters transport c.a. (m.n. groothandel en opslag) en industrie & bouw;
- 36 -
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013
3.
4. 5.
6. 7.
Profielen van de terreinen moeten passen bij beroepsbevolking: De beroepsbevolking is nu nog relatief laag opgeleid. Deze komt het best tot zijn recht in de clusters transport en dienstverlening op bedrijventerreinen, wat ook gezamenlijk het grootste aandeel van de ruimtevraag betreft. Daarnaast is het cluster industrie en bouw van belang; Flexibiliteit in de fasering: er is altijdeen minimaal bepaald aantal hectare aanbod aanwezig. De fasering is toegepast, met name in de periode 2013-2020; Terreinen inzetten om lokaal gebonden bedrijvigheid te accommoderen: Zoveel mogelijk accommoderen en gemeentelijk spreiden over kleine bedrijventerreinen of terreinen met een klein aanbod. Is toegepast in de toedeling; Een aantal terreinen moet multimodaal worden ontsloten (incl. water): Dit geldt in het bijzonder voor de logistieke sector. Hiermee is rekening gehouden in de toedeling; Goede bereikbaarheid over de weg: Dit wordt zichtbaar in de rapportcijfers bij de locatieprofielen, waar dit relatief zwaar meeweegt.
4.1.3 Kwantitatief en kwalitatief programma Zoals in hoofdstuk 3 beschreven, is er voor de bedrijventerreinen in de Netwerkstad onderzocht of er sprake is van overprogrammering, zowel kwantitatief als kwalitatief. Dit heeft geresulteerd in de vraag-aanbodanalyse, die als basis geldt voor de programmering. Uit deze herijking op basis van het TM-scenario, blijkt dat er een autonome vraag naar bedrijventerreinen is van ca. 350 ha tot 2040. Deze behoefte vormt wederom de basis voor strategisch (gezamenlijk) programmeren. Figuur 4.2
Aanbod bedrijventerreinen kwantitatief tot 2040 volgens de SER-ladder.
Tot 2040 Bestaand + herstructurering (Harde) plannen Totaal aanbod hard Zachte plannen
Aanbod in netto ha. 80 280 360 130
Met de (definities van de) SER-ladder als basis zijn alle terreinen en plannen ingedeeld in ‘bestaand aanbod’, ‘herstructurering’, ‘(harde) plannen’ (280 ha.) en ‘zachte plannen’ (130 ha.). De eerste twee categorieën vallen niet onder gezamenlijk programmeren, zij zijn al grotendeels uitgegeven en bouwrijp. Het gaat hier om ca. 80 ha. netto van het totale harde aanbod. Bij de zgn. (harde) plannen gaat het om de terreinen waarvoor wel een bestemmingsplan is vastgesteld maar nog weinig of niets is uitgegeven. Daarnaast is een korte termijn prognose op basis van een mix van de RC en SE-scenario’s opgesteld. Hierin is de verwachte uitgifte tot 2020 in beeld gebracht, als specificatie van de lange termijn vraagprognose. Uit de korte termijnanalyse volgt een behoefte van 50 ha. t/m 2015 en 110 ha. voor de periode 2016 t/m 2020. Voor de korte termijn is er meer voorraad dan vraag. Bij de programmering wordt uiteraard rekening gehouden met de kwaliteit van vraag en aanbod. Zo is in de analyse heel specifiek gekeken naar onder meer locaties voor de logistieke sector zoals ‘natte kavels’. Figuur 4.3
De vraag op basis van de korte en langetermijnprognoses, toegedeeld naar periode in netto ha. Autonome Vraag Extra vraag 2013-2015 50 2016-2020 110 2021-2040 190 Vraag door acquisitie PM (aanname 11 ha tot 2020) Totaal 350 11
- 37 -
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013
Op basis van bovenstaande is een schema opgesteld met de verwachte uitgifte naar periode. Dit schema is in bijlage 4 opgenomen. Periode 2013 t/m 2015: Uitgifte van 25 ha. van bestaande (overwegend binnenstedelijk) terreinen herstructureringwinst; Uitgifte van 27 ha. terreinen die vallen onder gezamenlijk programmeren. Op de andere beschikbare terreinen wordt tot 2016 waarschijnlijk niets uitgegeven.
en
Periode 2016 t/m 2020: Uitgifte van 36 ha. van bestaand aanbod en herstructurering. Daarmee is nagenoeg het gehele bestaande aanbod uitgegeven. Alleen als het aanbod kwalitatief niet past bij de vraag zal er meer bestaand aanbod overblijven. Het gaat dan om een kwalitatieve mismatch in plaats van een kwantitatieve; Uitgifte van ca. 70 ha. van die terreinen, die vallen onder gezamenlijk programmeren. Een opsomming van deze terreinen staat in het programmeringsvoorstel zoals in de Actualisatie van de bedrijventerreinenvisie (2013) is weergegeven. Deze lijst zal elke drie jaar geactualiseerd worden. In de periode 2016 t/m 2020 zullennaar verwachting dus (nagenoeg) alle terreinen, die niet onder programmering vallen, uitgegeven worden. Alleen als het aanbod kwalitatief niet past bij de vraag zal er aanbod overblijven. Het gaat dat om een kwalitatieve mismatch, in plaats van een kwantitatieve. Periode 2021 en verder: Na 2020 kan verder worden uitgegeven op die terreinen die dan nog beschikbaar zijn waaronder nog een klein deel van het bestaande aanbod en herstructurering. Conclusie De Netwerkstad Twente heeft als geheel voldoende ruimte beschikbaar en gereserveerd in de diverse categorieën bedrijventerreinen (bestaand – herstructurering – harde plannen – zachte plannen) om in de verwachte vraag tot 2040 te kunnen voorzien. Per gemeente zijn er echter verschillen. Dit betekent dat er regionaal zorgvuldig geprogrammeerd zal moeten worden om het bestaande aanbod zo optimaal mogelijk voor de bedrijven in de Netwerkstad als geheel te kunnen inzetten.Van een forse kwantitatieve overprogrammering aan harde plannen is in de Netwerkstad geen sprake, te meer daar de kwalitatieve marktvraag complex is en niet exact is in te schatten voor de langere termijn.
4.1.4 Provinciaal Grondfonds De intentie is om tot een pilot provinciaal grondfonds te komen. De vorm en inhoud van het fonds is nog in ontwikkeling. Zodra de inhoud en spelregels ervan bekend zijn kan een goede inschatting worden gemaakt welk locaties binnen Netwerkstad Twente hiervoor in aanmerking komen. Daarbij spelen behalve programmatische ook financiële en boekhoudkundige overwegingen een rol.
4.1.5. Strategisch programmeren in de toekomst De behoefte en vraag ontwikkelen zich zowel kwantitatief als kwalitatief. Gezamenlijk strategisch programmeren betekent dat periodiek de programmering herijkt wordt. De vraag- en aanbodverhouding zal tussen 2020-2024 een kantelpunt laten zien, maar wanneer en hoe is nu nog niet exact aan te geven. Beslissingen over het uit de markt nemen van terreinen door bestemmingsplannen om te zetten naar groene bestemmingen, ligt daarom nu niet voor de hand. Uitfasering van betreffende terreinen kan wel aan de orde zijn.
- 38 -
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013
Juist vanwege het strategisch, meer op korte termijn programmeren, nemen we geen voorschot meer op toekomstig te ontwikkelen terreinen. Op basis van regelmatige monitoring en programmering zullen de toekomstige ontwikkelingen in gang gezet worden. Als er voldoende vraag blijkt te zijn, zal in ieder geval Jufferbeek-Noord worden ontwikkeld. Om op tijd de goede voorraad beschikbaar te hebben is monitoring en actualisatie van vraag- en aanbodanalyses elke drie jaar zinvol ten behoeve van een goede planning van uitgeefbare terreinen. 4.1.6 Strategische voorraad als planningsinstrument Eenstrategische voorraad is geen onderdeel van de totale ruimtevraag. Feitelijk gaat het om aanbod aan bedrijfsruimte dat beschikbaar moet zijn om de vraag op te kunnen vangen in de periode tussen start van de ontwikkeling en de uiteindelijke oplevering van een bedrijventerrein. Zodra het werkelijke totale aanbod kleiner is dan de strategische voorraad is het raadzaam om de ontwikkeling van nieuw aanbod op te starten. Hoe groot moet die voorraad dan zijn om te voorkomen dat er (tijdelijk) geen of te weinig aanbod is? In onderstaande figuur wordt uitgegaan van de ruimtevraag tot 2020, de (theoretische) gemiddelde jaarlijkse uitgifte en de in het Actieplan Bedrijventerreinen2004-2006 (Min. EZ, 2004) gestelde vuistregels. Tweemaal de gemiddelde jaarlijkse vraag dient direct beschikbaar te zijn. Zesmaal de gemiddelde jaarlijkse behoefte moet in bestemmingsplannen beschikbaar zijn om het direct uitgeefbare aanbod snel te kunnen aanvullen. In figuur 4.4 wordt de gemiddelde uitgifte op basis van de prognose vergeleken met de gemiddelde historische uitgifte van de afgelopen tien jaar. Met een voorraad van 360 ha. waarvan 80 ha. in bestaand aanbod in harde plannen voldoet de Netwerkstad aan een voldoende groot strategische voorraad. Figuur 4.4 Benodigde strategische voorraad in netto hectares voor Netwerkstad Twente Strategische Ruimtevraag 2011Gemiddelde jaarlijkse Gemiddelde jaarlijkse historische uitgifte voorraad 2020 (TM-scenario) uitgifte prognose 20112020 (10 jaar) 2005-2012 (8 jaar) 265 ha 26,5 ha 18,7 ha 75 ha
4.2 Ruimtelijke kwaliteit en duurzaamheid Bedrijventerreinen leggen een grote claim op de weinige ruimte die we in Nederland en meer in het bijzonder in Twente hebben. Duurzaamheid en ruimtelijke kwaliteit vormen de rode draden in de Omgevingsvisie van de provincie Overijssel.De provincie heeft de ambitie om essentiële gebiedskenmerken te verbinden met nieuwe ontwikkelingen. Deze gebiedskenmerken vormen het uitgangspunt. Ruimtelijke kwaliteitwordt gedefinieerd als het – bedoeld en onbedoeld – resultaat van menselijk handelen en natuurlijke processen dat de ruimte geschikt maakt en houdt voor wat voor mens, plant en dier belangrijk is. Duurzaamheidwordt gedefinieerd als een duurzame ontwikkeling die voorziet in de behoeften van de huidige generatie, zonder voor toekomstige generaties de mogelijkheden in gevaar te brengen om ook in hun behoeften te voorzien. Ruimtelijke kwaliteit en leefbaarheid De Netwerksteden hebben zich tot doel gesteld door op de bestaande en de nieuw te ontwikkelen bedrijfsterreinen de landschappelijke kenmerken zoveel mogelijk te handhaven.
- 39 -
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013
Vele uren per dag vormen bedrijventerreinen de leefomgeving voor grote aantallen mensen. Aandacht voor de ruimtelijke kwaliteit en de openbare aspecten van deze gebieden is dan ook van belang. Imago en uitstraling van het bedrijf en het terrein zijn voor veel ondernemers en voor het vestigingsklimaat belangrijk. Ook voor werknemers wordt het bedrijfsterrein aantrekkelijker om te verblijven. Medewerkers lopen vaak een rondje in hun pauze en dan is het prettig als een bedrijventerrein er goed uitziet. Goed ingerichte bedrijfsterreinen die zo mogelijk in het landschap worden ingepast (een parkachtige opzet), goede fietsverbindingen hebben en waarbij wordt ingezet op gestructureerd parkeren zijn aantrekkelijk en functioneren in economische zin beter. Het bedrijfsterrein wordt in de toekomst veel meer een werklandschap dat duurzaam is opgezet. Leefbaarheid wordt dus meegenomen in de (her)ontwikkelingsplannen voor bedrijventerreinen. Duurzaam Toch kan er een spanningsveld ontstaan: bedrijfsterreinen/werklandschappen zijn vooral bedoeld om bedrijvigheid te huisvesten die vanwege milieu- of verkeersaspecten niet in een woon- of centrumomgeving thuishoort. Aan bedrijven moet voldoende ruimte kunnen worden geboden om ook de bedrijvigheid in zwaardere milieucategorieën te kunnen huisvesten. Zowel voor bestaande als nieuwe bedrijfsterreinen krijgen duurzaamheidaspecten in toenemende mate de aandacht. De gemeenten hebben duurzaamheidsbeleid of er is beleid in wording. Ook in de in 2013 opgestelde Ontwikkelagenda Netwerkstad Twente wordt aandacht besteed aan duurzaamheid. Als belangrijke thema’s worden genoemd: • Energiebesparing en lokale hernieuwbare energieopwekking in de gebouwde omgeving; • Grootschalige (duurzame) energieproductie en distributie; • Commercialisering van innovatieve en schone energietechnologie; • Mobiliteit en transport. Elk van de vijf Netwerkstadsteden zet in op energiebesparing. Daarbij valt te denken aan het warmtenet Hengelo, het inzetten op het verminderen van uitstoot CO-2 in Almelo en Enschede en drie gemeenten (Enschede, Almelo en Oldenzaal) hebben een energieloket speciaal voor bedrijven. Hier wordt advies gegeven over energieverbruik en advies over mogelijkheden met betrekking tot subsidies en belastingaftrek bij investeringen in energiebesparing. Op dit moment kan het MKB tegen een gereduceerd tarief een energiescan laten uitvoeren en krijgen ze een advies op maat. (dit alles weer met subsidies van provincie). Gemeenten gaan meer inzetten op energiebesparing bij controle en handhaving en bij vergunningverlening. Naast energiebesparing wordt in de steden ook het gebruik van duurzame energie gestimuleerd zoals zonnepanelen, Warmte- Koude opslag (WKO), en koude uit Leemslagenplas zoals in Almelo (zijn bezig met aanbestedingstraject.). In Oldenzaal wordt voor haar rekening voor het energiebewust ontwerpen op Jufferbeek Zuid een adviseur aan ondernemers aangeboden. Op de bedrijfsterreinen, zowel de bestaande als de nieuwe, worden maatregelen getroffen op het gebied van infiltratie schoon hemelwater en het afkoppelen van verhard oppervlak en wordt gebruik gemaakt van bestaande waterlopen en realisatie van waterbergingsgebieden. Zo ontstaan er duurzame watersystemen Zorgvuldig ruimtegebruik De steden streven naar zorgvuldig ruimtegebruik en vergroting van de ruimtelijke kwaliteit. Met betrekking tot dit laatste zijn voor de nieuwste bedrijfsterreinen zoals De Veldkamp, Het Hazewinkel Noord West, Usseler Es en Jufferbeek Zuid beeldkwaliteitplannen opgesteld. Daarin wordt veel aandacht besteed aan kwaliteitskenmerken van de gebouwen, maar ook met betrekking tot de inrichting van de private kavels en de openbare ruimte. De natuurlijke waardevolle elementen worden zoveel mogelijk gespaard, daar waar nodig versterkt of er wordt nieuwe natuur gerealiseerd. Met al deze ingrediënten is een hoge kwaliteit bedrijventerrein
- 40 -
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013
afgegeven. Nieuwbouwplannen en de bijbehorende inrichtingsplannen worden aan het beeldkwaliteitplan getoetst. Het plannen van nieuwe bedrijfsterreinen wordt in de Netwerkstad afgestemd. De grootste vraag bestaat naar ‘gemengd bedrijventerrein’. Ter ondersteuning van specifieke ambities en profilering is gezamenlijk gekozen voor de ontwikkeling van werklocaties met een eigen profiel, bijvoorbeeld: • XL Businesspark, geheel gericht op grote ruimtevragers, ook zeer geschikt voor (watergebonden) transport en logistieke bedrijven; • Kennispark Enschede (business- en sciencepark): gereserveerd voor hightech bedrijven met vraag naar een kantoor(achtig) pand; • Luchthavengebonden bedrijvigheid bij de Luchthaven Twente; • Hart van Zuid: kantorenlocatie en business-district; • Herontwikkeling Thales-terrein ten behoeve van hightech maakindustrie
4.3 Kwaliteitsbeheer Bedrijventerreinen zijn belangrijk voor de economische ontwikkeling van de regio maar staan niet op hoog op de prioriteringslijst bij beheer en onderhoud van de ruimte en gebouwen. Om de terreinen aantrekkelijk te houden, tijdig mee te laten gaan in veranderingen in vestigingseisen en dus toekomstige grootschalige herstructurering te voorkomen, is beheer essentieel. Hiervoor zijn meerdere instrumenten in te zetten (bijvoorbeeld parkmanagement, BIZZ, kwaliteitsscans) en is samenwerking tussen de belanghebbenden belangrijk. In de Netwerkstad wordt al een mix aan instrumenten ingezet, afhankelijk van de karakteristieken van het terrein en wensen van de ondernemers. Er is met name ervaring opgedaan met parkmanagement op nieuw uit te geven terreinen maar ook met uitgifte in erfpacht zodat de gemeente in de toekomst grip houdt op de gronden. Op een aantal (bestaande) terreinen hebben de ondernemers zelf het beheer georganiseerd via een ondernemersvereniging. In de Netwerkstad is parkmanagement aanwezig op de terreinen XL Businesspark (Almelo), De Veldkamp (Borne), Hardick en Seckel, Roombekerveld, Euregio bedrijvenpark, Josink Es, Marssteden en straks Usseler Es (Enschede), Twentekanaal, Oosterveld, Veldkamp, Westermaat-Plein en Westermaat Campus (Hengelo), Hazewinkel Noord-west en Jufferbeek Zuid. Daarnaast wordt gezamenlijke beveiliging georganiseerd via de ondernemersverenigingen op de meeste overige terreinen.
Instellen van parkmanagement op bestaande terreinen verloopt stroef. Er is geen deelname afdwingbaar en welwillende ondernemers komen zodoende voor hoge kosten te staan. In Hengelo zou in 2010 een ondernemersfonds worden ingesteld voor de bekostiging van de parkmanager en de activiteiten voor veiligheid en collectieve inkoop. Dit is helaas niet doorgegaan. Ook in de andere Netwerkstadgemeenten zijn pogingen ondernomen om interesse te wekken voor parkmanagement op bestaande terreinen. Daarbij wordt de herstructurering van een terrein (bijv. op de Molenkamp en het Havengebied) aangegrepen om een vorm van parkmanagement te bewerkstelligen waarbij de focus vooral gelegd wordt op duurzaamheid. Op het gebied van parkmanagement zijn dus al vele stappen gezet, met verschillend resultaat. Er is hier nog het nodige te behalen om de voortzetting te garanderen en de doelstelling te behalen. Regionale samenwerking (uniformiteit van dienstverlening en organisatievormen), uitbreiding van het aanbod (duurzaamheid, digitale diensten) en sterker betrekken van partners (provincie, Oost NV etc.) kunnen hierbij helpen.
- 41 -
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013
4.4 Gronduitgifteprotocol De Netwerkstadsteden hanteren een uitgifteprotocol dat garanties biedt voor een zorgvuldig en efficiënt grondgebruik. Belangrijke elementen daarin zijn: • Grond wordt pas definitief geleverd als alle vergunningen zijn verleend; • Verplichting om binnen vastgelegde periode bouw te realiseren; • Mogelijkheid om de grond terug te vorderen als er niet is gebouwd. In principe wordt er gehandeld volgens de SER-ladder. Daarbij wordt, voordat er sprake is van uitgifte van nieuw terrein, eerst nauwkeurig bezien of de uitbreidingsvraag niet ter plekke kan worden opgelost, eventueel met medewerking van buurbedrijven. Vervolgens wordt bekeken of bestaande gebouwen en percelen beschikbaar zijn die geschikt zijn of geschikt zijn te maken. Pas in laatste instantie vindt uit uitgifte van nieuw terrein plaats. Vanzelfsprekend moet een bedrijf voldoen aan de eisen die voor het betreffende terrein worden gesteld. Kortom inbreiding gaat voor uitbreiding. Binnen Netwerkstad wordt al enkele jaren gewerkt op het gebied van de grondprijs. Het gaat hier niet om collectieve afspraken voor grondprijs(verhoging) maar om de berekeningswijze van de kavelprijs. De in Nederland veel besproken kwestie over te lage grondprijzen (verkopen onder de kostprijs) speelt niet in de Netwerkstad. Het hanteren en regelmatig bijstellen van marktconforme prijzen (minimaal de kostprijs) is in de Netwerkstad al geëffectueerd.
4.5 Fysieke en digitale bereikbaarheid Met de Economische Motor Twente (2012) en de Ontwikkelagenda Netwerkstad Twente (2013) is een duidelijke lijn uitgezet voor de economische ontwikkeling van onze regio. Een goede bereikbaarheid voor personen en goederen is een basisvereiste voor de economie van de Netwerkstad en Twente als geheel. In het verband van Regio Twente wordt ingezet op een robuust en betrouwbaar netwerk van externe en interne verbindingen, in alle modaliteiten. De sterke (groei)sectoren zullen voor een groot deel ook hun ruimte vragen op de bedrijventerreinen. Zowel via de stimulering van HTSM (denk aan de innovatieve industrie bij Thales, Stork, Apollo Vredestein, etc.) als de logistieke sector neemt de druk op de ruimtevraag toe maar ook op de bereikbaarheid. De export in Twente groeit bijvoorbeeld al vele jaren sneller dan in de rest van Nederland. De (internationale) uitgangspositie van Twente is goed door haar strategische ligging aan snelweg, spoorweg, vaarwater en luchtverkeer. De A1 verbindt de Randstad en Twente met Duitsland en Noord- en Oost-Europa. Niet alleen over de weg, maar ook over water is Twente goed ontsloten: het telt enkele grote binnenhavens, waarvan de haven in Hengelo één van de grootste is van Nederland. Deze beschikt over de modernste watergebonden inlandcombiterminal van Nederland. De (HSL) Berlijnlijn, CST en het onderliggend spoornet zorgen voor goede (inter)nationale spoorverbindingen. Twente is daarmee een kansrijke schakel voor mainports in hun toegang naar Duitsland en Noord- en Oost-Europa en omgekeerd. De aanwezige voorzieningen en infrastructuur van de Luchthaven bieden mogelijkheden de (inter)nationale bereikbaarheid verder te vergroten. De A1, de Twentekanalen en de Berlijnlijn zijn onderdeel van het Trans-Europees Netwerk (TEN-T). Dit netwerk omvat de belangrijkste vervoersassen (weg, water, spoor) in Europa en verbindt de belangrijkste economische gebieden in Europa met elkaar. De Oost-West Corridor door Twente behoort tot de tien belangrijkste corridors in het TEN-T. Naast de (inter)nationale bereikbaarheid is ook de regionale en lokale bereikbaarheid van belang: Twente fungeert als een daily urban system, waarin wonen, werken, recreëren en verplaatsen
- 42 -
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013
steeds meer op regionaal schaalniveau plaatsvinden. Om de bedrijventerreinen bereikbaar te houden voor bijvoorbeeld werknemers en goederen zijn goede alternatieven voor het toenemende wegverkeer noodzakelijk en wordt gewerkt aan verbetering van de (H)OV, fietswegen maar ook stadsdistributie. Niet alleen de fysieke bereikbaarheid maar ook de digitale is belangrijk voor economische groei. De hoeveelheid data die wordt gestuurd en ontvangen groeit explosief. Steeds meer nieuwe diensten worden op het netwerk aangeboden. Het beschikbaar zijn van glasvezel is essentieel voor bedrijven. Zij hebben belang bij goede beschikbaarheid en goede toegankelijkheid voor hun ICT toepassingen. De Netwerkstad zet in op: • Synchro-modaliteit, dat wil zeggen: optimale afstemming tussen de verschillende vervoersmogelijkheden, kan de regio goed profiteren van de verschillende goederenstromen die het gebied doorkruisen; • Een verdiept en verruimd Twentekanaal, zowel in de richting van Almelo en XL Business Park als naar Hengelo en Enschede. Het doorzetten van de plannen voor verruiming naar CEMT-klasse Va is topprioriteit en maakt de weg vrij voor meer transport over water; • Meer natte bedrijventerreinen. Op bedrijvenpark Twentekanaal is via herstructurering ruimte gecreëerd (4,5 hectare) voor uitbreiding van containeropslagcapaciteit. Op het XL Businesspark Twente wordt een kade aangelegd en een tweede containerterminal voor Twente. Het Havengebied in Enschede wordt heringericht en er worden extra kades aangelegd. Hengelo beschikt over de modernste watergebonden inland-combiterminal van Nederland. Uiteindelijk resultaat is dat naar verhouding minder vracht van en naar Rotterdam per as wordt vervoerd ten gunste van transport over water; • verbeteren van de bereikbaarheid van de vestigingslocaties van bedrijven (Innovatiedriehoek, XL businesspark, Twentekanaal, stations en binnensteden) via de stadsassen vanaf de A1 en de A35 en de verdere uitbouw van het Agglonet. De (HSL) Berlijnlijn, CST en het onderliggend spoornet zorgen voor goede (inter)nationale spoorverbindingen. Luchthaven Twente zorgt voor een nieuwe modaliteit voor personen en in beperkte mate – goederenvervoer; • Stadsdistributie:Enschede heeft een start gemaakt met goederendistributie van de bedrijventerrein naar de binnenstad. Dus geen verschillende grote vrachtwagens van verschillende ketens meer in binnenstad maar alles naar een gebouw op bedrijventerrein en van daaruit een elektrische vrachtauto naar binnenstad die op terugweg bijvoorbeeld weer karton meeneemt of retourzendingen. Binnen de regio wordt bekeken of dit voor andere steden interessant is; • De gemeenten stimuleren de aanleg van glasvezel (via zgn. open netwerken) op de bedrijfsterreinen.
4.6 Regionale samenwerking Vanuit de samenwerking van de Netwerksteden is in het voorjaar van 2013 bestuurlijk opdracht gegeven om intensivering van de samenwerking van de afdelingen EZ te onderzoeken en vorm te geven. In de Ontwikkelagenda Netwerkstad Twente (2013) is dit opgenomen onder ‘Excellente Overheid’ en is opdracht gegeven tot een plan van aanpak en de opstart van de intensivering van de samenwerking. Op veel gebieden wordt echter al intensief samengewerkt. De totstandkoming van de bedrijventerreinenvisie in 2010 is hiervan een voorbeeld. Met betrekking tot samenwerking op het gebied van accountmanagement is een aantal jaren geleden, naar aanleiding van het eerste rapport Bedrijventerreinenvisie, al een aanzet gegeven.
- 43 -
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013
Binnen de Regio Twente is er actief beleid voor innovatie, de Innovatiesprong, met het Innovatiefonds. Op het gebied van bedrijventerreinen is er geen samenwerking of afstemming.
4.7 Acquisitie Samen met Kennispark Twente en Port of Twente wordt gerichte en succesvolle bedrijfsacquisitie opgezet. In het voorjaar van 2013 is de aftrap geweest. De vijf Netwerkstadsteden richten samen een digitaal acquisitieloket in waar alle vragen over bedrijfshuisvesting worden verzameld en beantwoord. Hiervoor wordt optimaal gebruik gemaakt van digitale hulpmiddelen, in combinatie met de typisch Twentse persoonlijke benadering: iedere lead krijgt een eigen contactpersoon. Naast de focus op het aantrekken van nieuwe bedrijvigheid door acquisitie, moeten gemeenten veel aandacht besteden aan accountmanagement en dienstverlening gericht op bestaande bedrijven. De accountmanagers van de vijf steden komen elke maand bijeen om informatie uit te wisselen en zaken op elkaar af te stemmen.
4.8 Monitoren De behoefte aan en vraag naar werklocaties ontwikkelen zich, zowel kwantitatief als kwalitatief. Gezamenlijk strategisch programmeren betekent dat periodiek de programmering herijkt wordt.De vakwethouders zullen eens per jaar - op basis van de actuele ontwikkelingen - het programma beoordelen en zo nodig bijstellen, inclusief de locatiekeuzes. Eens per vier jaar wordt er een nieuwe vraaganalyse gemaakt op basis waarvan het gezamenlijke ontwikkelprogramma voor de jaren erna vastgesteld wordt. Bij deze herijking worden de afspraken die gemaakt zijn om tot een gezamenlijk vertrekpunt te komen, in stand gehouden tenzij de actuele vraagontwikkeling het noodzakelijk maakt daarin aanpassingen te doen. Bij de jaarlijkse monitoring wordt gebruik gemaakt van de gegevens uit de IBIS-enquête, de Vastgoedmonitor en het Vestigingenregister.
- 44 -
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013
Begrippenlijst
Bedrijventerrein een werklocatie van minimaal 1 ha bruto bestemd en geschikt voor gebruik door handel, nijverheid en industrie. Op deze terreinen kan ook enige commerciële en niet-commerciële dienstverlening (zoals kantoorgebouwen, detailhandel) aanwezig zijn, maar deze hebben samen een minderheidsaandeel in de terreinoppervlakte. De volgende terreinen vallen er niet onder: een zeehaventerrein, een economische zone, een kantorenlocatie, een terrein voor grondstoffenwinning, een terrein voor olie- en gaswinning, een terrein voor waterwinning, een terrein voor agrarische doeleinden, een terrein voor afvalstort (IBIS 2013). Economische zone een werklocatie van minimaal 1 ha bruto bestemt en geschikt voor commerciële en nietcommerciële dienstverleningdienstverlening of bedrijvigheid in een specifieke sector. Op deze terreinen kan ook enige handel, nijverheid en industrie aanwezig zijn, maar deze hebben samen een duidelijk minderheidsaandeel in de terreinoppervlakte. Onder economische zones vallen terreinen met een van de volgende (of combinaties van) functies zoals: Retail, meubelboulevards Onderwijslocaties Zorglocaties Platformgebonden bedrijvigheid Agribusinesscomplexen (IBIS 2013). Arbeidsvolume De hoeveelheid arbeid die is ingezet in het productieproces uitgedrukt in arbeidsjaren. Werknemers, die een deeltijdbaan hebben tellen slechts mee voor het gedeelte dat ze hebben gewerkt (www.economische begrippen.nl). NIEGG Dit betreft de gronden die door de gemeente anticiperend of strategisch zijn aangekocht. Een vastgesteld plan inclusief grondexploitatie is nog niet aanwezig. Het reëel en stellig voornemen dat de grond op termijn wordt ontwikkeld dient te blijken uit het raadsbesluit op basis waarvan de grond is verworven.
- 45 -
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013
- 46 -
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013
Bijlagen 1 2 3 4 5
Korte en middellange termijnraming vraag naar bedrijventerreinen Netwerkstad Twente, Ecorys, juni 2013 Actualisatie ruimtevraag natte terreinen tot 2040, Ecorys, 2013 CPB-scenario’s nader toegelicht Toedelingsschema Gezamenlijk programmeren korte en middellange termijn. Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad, Ecorys 2013
- 47 -
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013
Bijlage 1
Korte en middellange termijnraming vraag naar bedrijventerreinen Netwerkstad Twente
Aan:
Werkgroep bedrijventerreinen Netwerkstad Twente
Van:
Gerlof Rienstra en Joost de Koning
Onderwerp
Korte en middellange termijnraming vraag naar bedrijventerreinen Netwerkstad Twente
Datum:
28 juni 2013
Onze ref.
cfm. verzoek
Achtergrond In het rapport ten behoeve van de herijking van de bedrijventerreinenvisie is een raming gemaakt van de vraag op de lange termijn. Het gaat daarbij om de perioden 2011-2020, 2021-2030 en 2031-2040. In de raming staat centraal of er voldoende aanbod of planvoorraad beschikbaar is om de in deze raming verwachte vraag te kunnen accommoderen. Daarbij is zoals afgesproken tussen Rijk, provincies en gemeenten het TM-scenario (Transatlantic Market) van het CPB leidend in de vraaganalyse. Het bestaande aanbod, ruimtewinst uit herstructurering, eventuele harde en zachte plannen worden daarna in het allocatiemodel kwantitatief en kwalitatief gekoppeld aan de ruimtebehoefte (autonome vraag + frictie + transformatie), rekening houdend met een strategische voorraad als buffer bij hoogconjunctuur. Daarnaast is er voor het project strategisch programmeren behoefte aan een vraagraming op de korte en middellange termijn. In dit memo worden de aanpak en de resultaten van deze nieuwe vraagraming behandeld. Onderbouwing aanpak Het verzoek van de Netwerkstad leidt tot een aantal aanpassingen in het ruimtelijk-economisch model REPROG van Ecorys gericht op deze vraagraming: - Schatting van de werkgelegenheid in de Netwerkstad Twente in de jaren 2011 en 2012, op basis van: a. de volumeontwikkeling van de toegevoegde waarde per sector 2011-2012, b. het aantal banen in 2011 per gemeente en de regio, c. de verhouding tussen het aantal banen en fte per sector in 2011, d. de sectorsamenstelling in 2011, e. de verwachte arbeidsproductiviteit in 2012, en f. het werkgelegenheidsaandeel van de Netwerkstad in de regio Twente in 2012. - Schatting van de werkgelegenheidsontwikkeling in de Netwerkstad Twente in de jaren 2013 en 2014, op basis van de meest recente nationale ramingen van het CPB (Policy brief, 6 juni 2013) - Schatting van de werkgelegenheidsontwikkeling in de Netwerkstad Twente in de periode 2015-2020 op basis van de twee CPB-scenario’s die vanaf 2008 de werkgelegenheidsontwikkeling in Nederland het beste benaderen, namelijk Regional Communities (RC) en Strong Europe (SE). Daarmee wordt voor de korte en middellange termijn de meest realistische benadering gekozen die gebruikt kan worden om de komende jaren prioriteiten te stellen als het gaat om ontwikkelen, uitfaseren of afstoten.
- 48 -
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013
Resultaten In 2013 en 2014 zal de werkgelegenheid, evenals dat het geval is geweest in 2012, verder dalen. Een en ander wordt duidelijk in de volgende tabel: Tabel 1: Arbeidsvolume werknemers ( x 1000 arbeidsjaren), 2011-2014 Regio
2011
2012
2013
2014
Netwerkstad Twente
147,2
144,9
142,8
141,8
Bron: eigen berekeningen Ecorys o.b.v. CBS (2011-2012) en CPB (2013-2014)
Voor de middellange termijn is er sprake van een bandbreedte op basis van de twee op dit moment meest realistische scenario’s. Deze kunnen als volgt worden weergegeven: Tabel 2: Arbeidsvolume werknemers ( x 1000 arbeidsjaren), 2015-2020 in de Netwerkstad Twente WLO-scenario
2015
2020
Regional Communities (RC)
141,5
141,3
Strong Europe (SE)
142,1
143,5
Bron: eigen berekeningen Ecorys o.b.v. CPB Welvaart en Leefomgeving (2006)
In het RC-scenario zet de daling van de werkgelegenheid zich verder voort, al gaat het in totaal maar om een verlies van 500 arbeidsjaren. Daarentegen herstelt de werkgelegenheid zich licht in het SE-scenario. Ook hier gaat het om een beperkte groei van 1.400 arbeidsjaren. Ter vergelijking, in het TM-scenario gaat het in deze korte en middellange termijnraming om een groei van 1.700 arbeidsjaren (van 142,2 naar 143,9) Vervolgens richten we ons op de gevolgen voor de ruimtebehoefte. In deze raming maken we van dezelfde locatietypevoorkeur en ruimte intensiteit gebruik als we bij de lange termijn hebben gedaan. Tabel 3: Autonome ruimtevraag bedrijventerreinen 2013-2020 in de Netwerkstad Twente, in ha. * WLO-scenario Cluster
Regional
Strong Europe
Communities
Industrie en bouw
25
30
Transport, groothandel en distributie
35
35
Consumentendiensten
20
20
Dienstverlening
45
45
Totaal
125
130
*Afgerond op 5-tallen Bron: SPECTRA
De verschillen tussen de twee scenario’s zijn onderling klein. In vergelijking met het TM-scenario voor de lange termijn (235 ha.) is de autonome ruimtevraag fors lager. Verder valt op dat de clustersamenstelling in de ruimtebehoefte verandert. In deze twee scenario’s is de ruimtebehoefte van de lokale en regionale verzorgende werkgelegenheid veel belangrijker dan in het TM-scenario, waar logistiek en industrie domineren. Deze verzorgende bedrijven zullen vooral belangstelling hebben voor gemengde terreinen in de eigen gemeente.
- 49 -
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013
Bijlage 2
Actualisatie ruimtevraag natte terreinen tot 2040 (Ecorys, 2013)
We baseren de marktvraag naar ruimte voor natte terreinen (bestemd voor kadegebonden en watergerelateerde bedrijven) in de regio Twente op de prognose voor de goederenoverslag en de ruimteproductiviteit. Deze methode biedt naar onze mening de meest betrouwbare raming voor dit type bedrijvigheid. Voor de goederenoverslag zijn landelijke groeiscenario’s beschikbaar die wij vertaald hebben naar de regio Twente en in eerdere studies getoetst zijn bij marktpartijen. Onder ruimteproductiviteit verstaan we de feitelijk geproduceerde of vervoerde eenheden per hectare per jaar. Op basis van ruimteproductiviteit vertalen we de groei van bulkgoederen in tonnage in een groei in hectares. De vraag naar natte bedrijventerreinen komt van bedrijven die voor het transport van goederen (mede) afhankelijk zijn van vervoer over water. Deze bedrijven hebben behoefte aan een eigen kavel, direct aan het water en worden kadegebonden genoemd. Het vervoer van deze bedrijven over water betreft voornamelijk bulkgoederen. Andere kadegebonden bedrijven zijn overslagbedrijven en terminals. Daarnaast zijn er bedrijven die wel gebruik maken van goederenvervoer over water, maar niet zelf een kade nodig hebben. Dit betreft vooral bedrijven die goederen per container vervoeren of stukgoederen, zoals grote constructies. Deze bedrijven vestigen zicht het liefst nabij een kade of bij een (container)terminal. Dit zijn haven- of kadegerelateerde bedrijven die zich ook op natte bedrijventerreinen vestigen. Aanbod van natte terreinen in Twente
Onderstaande tabel geeft een overzicht van de beschikbare terreinen voor kadegebonden bedrijven binnen Twente. Daarnaast zijn er laad- en loskades in Vroomshoop, maar deze wordt niet meer gebruikt voor goederenoverslag. Tabel 1. Gemeente
Overzicht beschikbare terreinen voor kadegebonden bedrijven in regio Twente Terrein Kade (openbaar) m. Netto oppervlak
Nog uitgeefbaar
Hengelo
Twentekanaal
2200 (700)
306,3
24,46
Almelo
Buitenhaven
400 (400)
17,37
1,92
1410 (1000)
40,44
4,62
330 (80)
174,11
1,56
380 (380) in aanleg
10 (nat terrein)
10
Dollegoor Bedrijvenpark Twente XL Businesspark Enschede
Havengebied
1100 (300)
133,8
1,4
Hof van
Schneiderbos I II (Delden)
300 (155)
17,3
0
Haven Twentekanaal (Goor)
800 (800)
30
0,3
310 + insteek (310)
14
0
Twente
Twentekanaal (Markelo)
Bron: cijfers gemeentes, Binnenhavenvisie Twente (Ecorys, 2008), Havenatlas Twente (BCI, 2010), IBIS (2012),
- 50 -
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013
In totaal is er momenteel nog ruim 44 hectare terrein uitgeefbaar, voornamelijk in Hengelo en op het XL Businesspark (Almelo). Ruimtevraag kadegebonden kavels
Voor kadegebonden bedrijven hebben we o.b.v. de prognose van de (bulk)goederen de ruimtebehoefte bepaald. Hierbij is een update gemaakt van de prognoses die Ecorys eerder voor de Binnenhavenvisie Twente (2008) en de Landelijke Capaciteitsanalyse Binnenhavens (2010) heeft opgesteld. Deze update is in lijn met de analyse die in 2012 voor XL Businesspark is opgesteld. In deze visie en capaciteitsanalyse is, zoals gebruikelijk bij goederenstroomramingen, gebruik gemaakt van de lange termijn scenario’s Global Economy (GE) en Strong Europe (SE). Voor goederenstromenramingen bestaat geen TM- en RC-scenario zoals het CPB heeft opgesteld voor de ontwikkeling van werkgelegenheid en toegevoegde waarde.
Overslag in mln. ton
Figuur 1.
Overslag van bulkgoederen per binnenvaart in Twente (mln. ton) 2001-2009 en prognoses 2020 (GE en SE scenario)
10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0 2000
2005
2010
2015
jaar
2020 SE
GE
Bron: Ecorys.
De overslag van bulkgoederen in Twente is de afgelopen jaren verder doorgegroeid, zoals uit bovenstaande figuur blijkt. De gerealiseerde overslag is binnen de bandbreedte van beide prognoses (SE- en GEscenario), maar benadert (tot en met 2009) het groeipad van het scenario met de hoogste groei, GE. De huidige crisis zorgt voor een afzwakking van de groei, maar er is geen aanleiding om de prognoses voor 2020 aan te passen.
De huidige prognose voor 2020 is een verwachte overslag van 6,2 tot 6,8 miljoen ton bulkgoederen en stukgoed (dus exclusief containers). Dit is iets lager dan de bedrijven in 2008 verwachte 7 miljoen ton, maar nog in lijn met de prognose uit - 51 -
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013
de Binnenhavenvisie Twente (2008) en Landelijke Capaciteitsanalyse Binnenhavens (2010). Tabel 2.
2010 2020 SE 2030 SE 2040 SE 2020 GE 2030 GE 2040 GE
Extra ruimtevraag natte terreinen o.b.v. ruimteproductiviteit Overslag Groei t.o.v. 2010 Ruimteproductiviteit (mln.ton) (mln. ton)* (ton/ha.) 5,4 26.600 6,2 0,8 29.383 6,4 1,0 30.886 6,7 1,2 32.465 6,8 1,4 35.748 7,6 2,2 37.576 8,5 3,0 43.620
Extra ruimtevraag (ha) 26 32 38 39 59 70
* door afrondingsverschillen kan dit getal iets afwijken van het verschil uit de 2e kolom. Bron: Ecorys.
Vertaling van de verwachte groei in goederenoverslag tot 2020 (o.b.v. de WLOscenario’s) in hectares levert een nieuwe ruimtevraag op van 26 tot 39 hectare tot 2020. Na 2020 blijft er extra ruimtevraag, maar het tempo neemt af in vergelijking met de periode tot 2020. Deze vertaling is gemaakt door gebruik te maken van de ruimteproductiviteit, de goederenoverslag /verwerking (in tonnen) per uitgegeven natte hectare. Deze ruimteproductiviteit op watergebonden bedrijventerreinen neem toe in de toekomst. De intensivering van het ruimtegebruik op de Twentse natte terreinen verschilt per toekomstscenario en is sterk afhankelijk van het type bedrijvigheid. Basis is de Twentse ruimteproductiviteit in 2010. Ruimtevraag haven-/ kadegerelateerde kavels Havengerelateerde bedrijven maken vooral gebruik van containervervoer over water. De gerealiseerde containeroverslag in Twente (bij CTT in Hengelo) overtreft de eerdere prognose uit de Landelijke Capaciteitsanalyse Binnenhavens (2010), zie onderstaande figuur. De groei van de containeroverslag was de afgelopen jaren hoger dan het groeipad van de twee scenario’s aangeeft (voor 2020 65 tot 109 duizend TEU). Naar onze mening is verdere groei mogelijk, gezien de recente uitbreiding van kade en faciliteiten van CTT in Hengelo en de afspraken van Havenbedrijf Rotterdam met de containerterminals op Maasvlakte 1 en 2 over (veel) meer vervoer per binnenvaart. Dit vormt een goede basis voor verdere ontwikkeling. Bovendien maakt een hoge frequentie van aangeboden diensten de regio aantrekkelijk. De meest recente prognoses uit de studie Multimodaal internationaal containernetwerk (NEA/TNO, 2012) gaan uit van 0,34 tot 0,54 mln. TEU aan overgeslagen containers in 2040.
- 52 -
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013
Figuur 2
Overslag van containers per binnenvaart in Twente (10.000 TEU) 2001-2009 en prognoses 2020 (GE en SE scenario)
Overslag in TEU
250.000 200.000 150.000 100.000 50.000 0 2000
2005
2010
2015
2020
jaar SE oud
GE oud
SE nieuw
GE nieuw
Bron: Ecorys.
Voor havengerelateerde bedrijven is geen rechtstreekse vertaling van de overslag in containers naar de ruimtevraag te maken. Deze vraag betreft vooral vestigende bedrijven van buiten de regio, in het bijzonder grote logistieke dienstverleners en Europese distributiecentra. De regio kent een belangrijk concurrentievoordeel voor de goederenstromen vanuit de mainports richting Noord-Duitsland (Bremen, Hamburg) en Scandinavië. De uitbreiding van voorzieningen zoals de containerterminal is daar mede debet aan. Het is belangrijk om te beseffen dat de belangrijkste logistieke hot spot in Nederland, West-Brabant, ook nog maar recent die status heeft verworven door de combinatie van een gunstige ligging, een goede bereikbaarheid, ruimte voor logistieke activiteiten en een actief acquisitiebeleid. Voor grootschalige distributiecentra en logistieke dienstverleners is het XL Businesspark een logische vestigingsplaats binnen Twente. Conclusie Vertaling van de verwachte groei in goederenoverslag tot 2020 (o.b.v. de WLO-scenario’s) in hectares levert een nieuwe ruimtevraag op van 26 tot 39 hectare tot 2020. Na 2020 blijft er extra ruimtevraag, maar het tempo neemt af in vergelijking met de periode tot 2020. Een deel van de extra overgeslagen goederen zal terechtkomen bij de bestaande bedrijven. Met deze groei van de ruimteproductiviteit hebben we in de prognoses rekening gehouden. De overige groei komt van nieuwe vestigers of eventueel verplaatsing van bedrijven die voorheen nog niet aan een kade zaten en nu van plan zijn aan een kade te vestigen om goederen over water te vervoeren. Wij gaan er vanuit dat de aangegeven ruimtevraag additioneel is ten opzichte van de autonome ruimtevraag.
- 53 -
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013
De terreinen in Hof van Twente (Overig regio Twente) zijn bijna volledig uitgegeven. Wij gaan er daarom vanuit dat de groei terecht komt op de beschikbare kavels in vooral Hengelo en op het XL Businesspark (dus in Netwerkstad Twente). Tabel 3 Overzicht ruimtelijke opgave voor natte bedrijventerreinen in Netwerkstad Twente (in netto hectares) Netwerkstad Twente 2011-2020 Additionele vraag natte kavels 26 tot 39 ha Totaal 26 – 39 ha.
- 54 -
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013
Bijlage 3
CPB-scenario’s nader toegelicht
Hieronder volgt een korte toelichting op de vier vergezichten. Voor meer informatie raden we aan om de studie: “Welvaart en Leefomgeving, een scenariostudie voor Nederland in 2040” uit 2006 te raadplegen. In onderstaande toelichting is gekeken naar de kenmerken van elk van deze scenario’s tegen de achtergrond van de twee sleutelonzekerheden: 1) soevereiniteit versus samenwerking, en 2) publieke versus private aanpak van problemen. Global Economy In het scenario Global Economy breidt de EU zich nog verder naar het oosten uit. Naast Turkije worden ook landen als Oekraïne lid. De WTO-onderhandelingen zijn succesvol, en daar vaart de internationale handel wel bij. De deelnemende landen integreren echter niet in politiek opzicht. Internationale samenwerking op andere gebieden dan handelsvraagstukken mislukt. Net als in Transatlantic Market benadrukt de overheid in dit scenario de eigen verantwoordelijkheid van burgers. Vergeleken met Transatlantic Market groeit de arbeidsproductiviteit in dit scenario nog extra door de sterke wereldwijde economische integratie. De groei van zowel de materiële welvaart als van de bevolking (vooral door immigratie) is in dit scenario dan ook het hoogst. Net als in Transatlantic Market komt er geen overeenkomst om grensoverschrijdende milieuvraagstukken aan te pakken. Dit en de wereldwijde hoge economische groei leiden tot forse milieuvervuiling. Wel leidt de hoge groei tot lokale milieu-initiatieven. Strong Europe In het scenario Strong Europe is er veel aandacht voor internationale samenwerking. De Europese instituties worden succesvol hervormd en landen geven een deel van hun soevereiniteit op. Daarmee wordt Europa een invloedrijke speler op het economische en politieke wereldtoneel, en internationale milieuvraagstukken kunnen gecoördineerd aangepakt worden. Europa doet enige concessies aan de Verenigde Staten, die daarna het Kyotoverdrag ratificeren. Turkije treedt toe tot de Europese Unie. Het sociaal-economisch beleid is net als in het scenario Regional Communities gericht op solidariteit en op een gelijkmatige inkomensverdeling, al vinden er wel enige hervormingen plaats. Door deze hervormingen, door hogere investeringen in onderwijs en onderzoek, en door de grotere markt groeit de arbeidsproductiviteit meer dan in Regional Communities. Ook de economische groei en de bevolkingsgroei, vooral door immigratie, zijn in dit scenario hoger. Transatlantic Market In het scenario Transatlantic Market wordt de uitbreiding van de Europese Unie geen politiek succes. Daarvoor hechten landen te veel aan hun soevereiniteit: ze lossen problemen liever op nationaal niveau op. Wel wordt de handel tussen de Verenigde Staten en Europa vérgaand geliberaliseerd, waardoor op termijn een nieuwe interne markt ontstaat. Dit scenario kenmerkt zich door een overheid die de eigen verantwoordelijkheid van burgers benadrukt. De verzorgingsstaat wordt ingeperkt en publieke voorzieningen worden versoberd. Hierdoor neemt de inkomensongelijkheid toe. Doordat de macht van vakbonden afneemt, wordt de arbeidsmarkt flexibeler. Door de versobering van de sociale zekerheid groeit de arbeidsparticipatie, de internationale concurrentie verhoogt de prikkel om te innoveren, en de grotere inkomensverschillen maken studeren aantrekkelijk. De groei van de arbeidsproductiviteit en de economische groei zijn hoger dan in het scenario Strong Europe, terwijl de bevolking slechts matig toeneemt. Grensoverschrijdende milieuvraagstukken worden in dit scenario niet opgepakt. Lokale milieu-initiatieven gericht op bijvoorbeeld geluid- en stankoverlast kunnen zich wel voordoen.
- 55 -
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013
Regional Communities In het scenario Regional Communities hechten landen sterk aan hun eigen soevereiniteit. Daardoor slaagt de Europese Unie er niet in om institutionele hervormingen door te voeren. Ook mondiale handelsliberalisatie komt niet van de grond, waardoor de wereld uiteenvalt in een aantal handelsblokken. Internationale milieuvraagstukken worden niet aangepakt. Toch is de milieudruk relatief laag, omdat de bevolkingsgroei en de economische groei bescheiden zijn. De collectieve sector wordt in dit scenario nauwelijks hervormd. Collectieve regelingen blijven in stand, waarbij de nadruk erop ligt de inkomens gelijkmatig te verdelen en solidair te zijn. Door geringere prikkels in de sociale zekerheid en de hoge belasting- en premietarieven is de arbeidsparticipatie relatief laag en de werkloosheid hoog. Minder concurrentie remt de noodzaak voor bedrijven om te innoveren. De verbrokkelde markten belemmeren dat kennis zich snel verspreidt, en door de kleine inkomensverschillen is de stimulans om te investeren in onderwijs beperkt. De arbeidsproductiviteit stijgt jaarlijks maar weinig en de economische groei is gering. Belangrijkste uitkomsten vier scenario’s. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de belangrijkste macro-economische uitkomsten in de vier scenario’s. Macro-economische uitkomsten vier scenario’s:
Bron: CPB, Welvaart en Leefomgeving, 2006
- 56 -
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013
Bijlage 4
Toedelingsschema gezamenlijk programmeren voor de korte en middellange termijn (apart bijgevoegd)
- 57 -
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013
- 58 -
Herijking bedrijventerreinenvisie Netwerkstad Twente 2013
Bijlage 5
Analyse vraag en aanbod door Ecorys
- 59 -