Ruimtelijke visie bedrijventerreinen De Haansberg en Broekakkers
Gemeente Gilze en Rijen Postbus 73 5120 AB Rijen T 14 0161 I www.gilzerijen.nl
INHOUDSOPGAVE INLEIDING ........................................................................................................................................................ 3 AANLEIDING ........................................................................................................................................................... 3 RUIMTELIJKE VISIE NOODZAKELIJK................................................................................................................................ 3 BESTEMMINGSPLANPROCEDURE ................................................................................................................................. 4 LEESWIJZER ............................................................................................................................................................ 4 PROCES ............................................................................................................................................................ 5 RUIMTEBEHOEFTEONDERZOEK.................................................................................................................................... 5 ONDERZOEK MILIEUZONERING.................................................................................................................................... 6 ECOLOGIE............................................................................................................................................................... 6 HUIDIGE PLANOLOGISCHE EN STEDENBOUWKUNDIGE OPZET ......................................................................... 7 VIGERENDE BESTEMMINGSPLANNEN DE HAANSBERG, RIJEN ............................................................................................ 7 VIGERENDE BESTEMMINGSPLANNEN BROEKAKKERS, GILZE............................................................................................... 8 WELSTAND ............................................................................................................................................................. 8 BEELDKWALITEIT.................................................................................................................................................... 10 FUNCTIONEEL DOEL ................................................................................................................................................ 10 STEDENBOUWKUNDIGE OPZET DE HAANSBERG ............................................................................................................ 11 STEDENBOUWKUNDIGE OPZET BROEKAKKERS .............................................................................................................. 12 MILIEUZONERING .................................................................................................................................................. 13 MILIEUZONES BUITEN HET BEDRIJVENTERREIN ............................................................................................................. 13 REVITALISERING/HERSTRUCTURERING ........................................................................................................................ 13 FUNCTIONELE INVENTARISATIE ................................................................................................................................. 14 UITGEEFBARE VOORRAAD EN LEEGSTAAND VASTGOED ................................................................................................... 14 RUIMTELIJKE VISIE.......................................................................................................................................... 15 COALITIEPROGRAMMA 2010-2014.......................................................................................................................... 15 TOEKOMSTVISIE GILZE EN RIJEN 2025....................................................................................................................... 15 RUIMTELIJKE CONTEXT ............................................................................................................................................ 16 ONDERNEMERSDYNAMIEK ....................................................................................................................................... 17 ALGEMENE UITGANGSPUNTEN.................................................................................................................................. 18 UITGANGSPUNTEN DE HAANSBERG ........................................................................................................................... 18 AANDACHTSPUNTEN BROEKAKKERS ........................................................................................................................... 19 HERGEBRUIK LEEGSTAAND VASTGOED ........................................................................................................................ 19 BEELDKWALITEIT.................................................................................................................................................... 19 MILIEUZONERING .................................................................................................................................................. 20 TOELATEN VAN SPECIFIEKE FUNCTIES.......................................................................................................................... 23 GROENSTRUCTUUR EN ECOLOGIE .............................................................................................................................. 25 DUURZAAMHEID.................................................................................................................................................... 26 BRONVERMELDING ........................................................................................................................................ 30 BIJLAGEN........................................................................................................................................................ 31 OPLEGNOTITIE ACTUALISATIE BEDRIJVENTERREINEN (BRO ADVISEURS, JUNI 2012) ........................................................... 31 NOTULEN ONDERNEMINGSBIJEENKOMST BEDRIJVENTERREINEN EN ENQUÊTERESULTATEN (BRO ADVISEURS, JUNI 2012) .......... 31 KAARTEN MILIEUZONERING (ORANJEWOUD, SEPTEMBER 2012) ..................................................................................... 31 COLOFON ....................................................................................................................................................... 32
2
Inleiding Aanleiding Het college van burgemeester en wethouders op 14 oktober 2003 besloten om op basis van de pilot “actualisatie van het bestemmingsplan van de kern van Molenschot” de resterende bestemmingsplannen te actualiseren. Het doel daarbij was om het grote aantal geldende plannen sterk terug te brengen en waar mogelijk te uniformeren en te digitaliseren. Ingenieursbureau Oranjewoud heeft de opdracht gekregen de bestemmingsplannen op te stellen. Daarnaast is per 1 juli 2008 is de ‘nieuwe’ Wro in werking getreden. Hierin is opgenomen dat per 1 juli 2013 alle bestemmingsplannen ouder dan 10 jaar geactualiseerd moeten zijn en daarnaast digitaal vastgesteld en raadpleegbaar zijn via www.ruimtelijkeplannen.nl. Als we hier niet aan voldoen, mogen we na deze datum geen leges meer heffen op aanvragen om omgevingsvergunningen die verleend worden binnen de gebieden waarvoor deze bestemmingsplannen gelden. De actualisering leidt tot de volgende bestemmingsplannen: • Bestemmingsplan Woongebied Gilze; • Bestemmingsplan Broekakkers Gilze; • Bestemmingsplan Centrumgebied Gilze; • Bestemmingsplan Woongebied Rijen; • Bestemmingsplan Centrumgebied Rijen; • Bestemmingsplan De Haansberg Rijen; • Bestemmingsplan Kern Molenschot (gereed); • Bestemmingsplan Kern Hulten (gereed). Sinds 2010 zijn de werkzaamheden voor het project Actualisatie bestemmingsplannen 2010 geïntensiveerd en verspreid over de afdeling RO opgepakt. Ruimtelijke visie noodzakelijk In beginsel zullen we voor de bedrijventerreinen conserverende bestemmingsplannen opstellen. Echter, de vigerende bestemmingsplannen zijn enkele tientallen jaren oud en voldoen niet meer aan de eisen van nu en aan de huidige ruimtelijke behoeften. Er hebben diverse (economische) ontwikkelingen plaatsgevonden, die een nieuwe ruimtelijke visie noodzakelijk maken. Op meerdere vlakken moeten beleidsmatige keuzes gemaakt worden. Op dit moment wordt hier ook niet of onvoldoende in voorzien in de gemeentelijke structuurvisies. De voorliggende visie voorziet hier in en wordt ter vaststelling aangeboden aan het college van burgemeester en wethouders. In de ruimtelijke visie wordt niet ingegaan op de ontwikkeling rondom het aerospace & maintenance park op De Haansberg. Hier wordt separaat een visie en bestemmingsplan voor opgesteld. In de visie is uiteraard wel rekening gehouden met deze ontwikkeling. Toekomstvisie Gilze en Rijen 2025: “Wij zijn Gilze en Rijen” De gemeenteraad heeft op 23 april 2012 de Toekomstvisie Gilze en Rijen 2025 vastgesteld, Het thema van de visie is: “Wij zijn Gilze en Rijen”. We willen als gemeente verbindingen leggen met inwoners, bedrijven en maatschappelijke organisaties en met de ons omringende gemeenten. Ook willen we ruimte bieden voor bedrijvigheid. Het moet voor ondernemers in Gilze en Rijen goed en prettig ondernemen zijn. De gemeente wil dit waar mogelijk stimuleren en faciliteren.
3
De gemeente heeft de ambitie gesteld om in een vroegtijdig stadium van processen de samenwerking aan te gaan met burgers en verenigingen om gezamenlijk vorm te geven aan gemeentelijk beleid. Geheel in de coöperatieve geest van de Toekomstvisie, hebben we deze ruimtelijke visie intensief voorbereid met de diverse ondernemers, ondernemersverenigingen en de Natuur- en Landschapsvereniging Gilze en Rijen. Bestemmingsplanprocedure Aan de hand van de ruimtelijke visie stelt Oranjewoud twee voorontwerpbestemmingsplannen op: een voor bedrijventerrein De Haansberg en een voor bedrijventerrein Broekakkers. Om tot uniformering te komen, worden de bestemmingsplannen qua planmethodiek en -systematiek opgesteld aan de hand van het bestemmingsplan Midden-Brabant Poort. De voorontwerpbestemmingsplannen worden vervolgens na ambtelijke en bestuurlijke goedkeuring voor inspraak ter inzage gelegd. Daarna worden de ontwerpbestemmingsplannen voorbereid, welke door het college van burgemeester en wethouders worden vastgesteld. Ten slotte wordt de gemeenteraad voorgesteld de definitieve bestemmingsplannen vast te stellen. Volgens de planning die we hanteren binnen de projectgroep moeten de bestemmingsplannen De Haansberg en Broekakkers in het voorjaar van 2013 zijn vastgesteld. Leeswijzer In deze visie gaan we in op de ruimtelijke, planologische en stedenbouwkundige opzet van de bedrijventerreinen. Vervolgens benoemen we de van belang zijnde aspecten binnen de fysieke leefomgeving van de betreffende gebieden. Daar waar beleidsmatige keuzes gemaakt moeten worden, benoemen we deze specifiek. Het eerste hoofdstuk na deze inleiding beschrijft hoe de ruimtelijke visie tot stand is gekomen. In het daaropvolgende hoofdstuk beschrijven we de huidige planologische en stedenbouwkundige opzet van beide bedrijventerreinen. Vervolgens beschrijven we de ruimtelijke visie op de beide bedrijventerreinen.
4
Proces Bij de totstandkoming van deze ruimtelijke visie, is een integrale en interactieve werkwijze gehanteerd. In de eerste maanden van 2012 is door de afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling een eerste aanzet tot een ruimtelijke visie verwoord in de notitie ‘Actualisering bedrijventerrein De Haansberg en Broekakkers’. Deze is inhoudelijk met de betrokken wethouders Lau Lavooij (RO) en Rolph Dols (Economische Zaken) besproken. Vervolgens is deze notitie voorgelegd aan een ambtelijke werkgroep, bestaande uit medewerkers van de afdelingen Ruimtelijke Ontwikkeling, Ingenieursbureau en Veiligheid, Vergunningen en Handhaving. Vanuit hun specifieke deskundigheid hebben zij de notitie beoordeeld. Bij het opstellen van deze visie zijn de reacties op de notitie in acht genomen. Het concept van de ruimtelijke visie is vervolgens besproken met de betreffende portefeuillehouders en de ambtelijke werkgroep. Dit heeft geleid tot de versie zoals deze door het college van burgemeester en wethouders is vastgesteld. De ruimtelijke visie wordt ter informatie aan de raadscommissie Ruimte aangeboden. Ruimtebehoefteonderzoek Om een inzicht te krijgen in de ruimtebehoefte van de ondernemers op de bedrijventerreinen hebben we het bureau BRO uit Boxtel ingeschakeld om een ruimtebehoefteonderzoek uit te voeren. Onder ruim 1500 ondernemers binnen de gemeente Gilze en Rijen is een enquête uitgezet. In aanvulling hierop hebben we op 3 mei 2012 in Gilze, in samenwerking met BRO en de Kamer van Koophandel, een ‘workshopbijeenkomst Actualisatie bestemmingsplan bedrijventerreinen’ georganiseerd voor de besturen van de ondernemersverenigingen Haansberg, Broekakkers en het GRIC. Daarbij was ook een vertegenwoordiging van Oranjewoud aanwezig, evenals wethouder L. Lavooij en ambtenaren van de gemeente Gilze en Rijen. ‘Samen’ met de ondernemers zijn de huidige belemmeringen en kansen van beide bedrijventerreinen besproken. Daarbij is gekeken wat een nieuw bestemmingsplan daar aan kan bijdragen. De uitkomsten van het onderzoek en de reacties en wensen van de ondernemersverenigingen hebben we betrokken in de totstandkoming van deze visie.
Figuur 2: Impressie workshop 3 mei 2012
Figuur 1: Impressie workshop 3 mei 2012
5
Onderzoek milieuzonering Om een beeld te krijgen van de bestaande milieuzoneringen van de bedrijventerreinen heeft Oranjewoud een milieuzoneringsonderzoek uitgevoerd. Aan de hand daarvan moeten beleidsmatige keuzes gemaakt worden hoe om te gaan met bestaande en toekomstige belemmeringen als gevolg van milieugerelateerde zoneringen op de bedrijventerreinen. Ecologie In het kader van de toekomstvisie Gilze en Rijen 2025 draagt de gemeente de ambitie uit om in samenwerking met burgers en verenigingen gezamenlijk vorm te geven aan gemeentelijk beleid. Geheel in de lijn van deze ambitie is, om een beeld te krijgen van de ecologische behoeften en mogelijkheden van de gebieden, aan de Natuur- en Landschapsvereniging Gilze en Rijen (NLGR) gevraagd de ecologische kansen in beeld te brengen. Haar reactie is betrokken in de totstandkoming van deze visie.
6
Huidige planologische en stedenbouwkundige opzet In dit hoofdstuk geven we een overzicht van de huidige planologische en stedenbouwkundige opzet van de bedrijventerreinen. Vigerende bestemmingsplannen De Haansberg, Rijen Binnen het plangebied van bedrijventerrein De Haansberg vigeren er drie bestemmingsplannen, te weten: 1. Bestemmingsplan Industrieterrein De Haansberg (vastgesteld op 23 januari 1978); 2. Bestemmingsplan Bedrijventerrein De Haansberg-Europalaan (vastgesteld op 19 juli 1993); 3. Bestemmingsplan Bedrijventerrein Haansberg Oost 1e fase (vastgesteld op 28 juni 1999).
Figuur 3: Contouren vigerende bestemmingsplannen De Haansberg, Rijen
7
Vigerende bestemmingsplannen Broekakkers, Gilze Binnen het plangebied van bedrijventerrein Broekakkers vigeren er vier bestemmingsplannen, te weten: 1. Bestemmingsplan Industrieterrein Broekakkers (vastgesteld op 18 mei 1981); 2. Partiële herziening Industrieterrein Broekakkers (vastgesteld op 18 februari 1984); 3. Bestemmingsplan Bedrijventerrein Broekakkers zuid (vastgesteld op 21 september 1992); 4. Bestemmingsplan Industrieterrein Broekakkers, locatie Audax (vastgesteld op 12 oktober 2004).
Figuur 4: Contouren vigerende bestemmingsplan Broekakkers, Gilze
Deze bestemmingsplannen hebben gemeen dat de verbeeldingen globaal zijn. Op de verbeelding zijn namelijk de primaire ontsluitingswegen aangegeven en de rooilijn die de afstand van bebouwing ten opzichte van deze wegen bepaalt. De regels geven een begrenzing aan van de bedrijfskavels (een minimale en maximale oppervlakte) en er zijn verder stedenbouwkundige randvoorwaarden gegeven in de vorm van goot- en bouwhoogte, frontbreedte, de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens en de afstand tot secundaire ontsluitingswegen. Welstand De gemeente Gilze en Rijen hanteert sinds 1 januari 2011 een welstandstoezichtbeleid voor zijn gehele grondgebied. Het welstandstoezichtbeleid is verbeeld op een ambitiekaart waarop het gehele grondgebied is verdeeld in groene, gele en rode gebieden. Voor de groene gebieden geldt geen voorafgaand toezicht, alleen nog een ‘vangnetregeling’ achteraf voor bijzondere gevallen. Voor de gele gebieden geldt een beperkt aantal algemene voorschriften en wordt het welstandsadvies gevraagd aan een stadsbouwmeester. Voor de rode gebieden geldt de Welstandsnota Gilze en Rijen en wordt het welstandsadvies gevraagd aan de commissie van Welstand en Monumenten.
8
Beide bedrijventerreinen zijn gelegen in de gele gebieden. Langs beeldbepalende infrastructuur geldt het ‘rode’ regime. Op De Haansberg is dat concreet langs de N282 (Oude Rijksweg), Europalaan en Parallelweg. Op Broekakkers geldt dit regime voor de zone aan de Lange Wagenstraat, Tilburgsebaan, Akkerstraat en Langenbergseweg. In de onderstaande figuren is dit visueel weergegeven
Figuur 5: Welstandstoezicht Ambitiekaart De Haansberg, Rijen
Figuur 6: Welstandstoezicht Ambitiekaart Broekakkers, Gilze
9
Beeldkwaliteit De entree van het bedrijventerrein De Haansberg moet als de oostelijke entree van Rijen een representatief karakter hebben. Dit is van toepassing langs de hoofdinfrastructuren (Europalaan en Provinciënbaan). Gevolg van deze eisen is dat het straatbeeld er verzorgd en hoogwaardig uitziet. In de bestemmingsplannen De Haansberg Europalaan en Haansberg-Oost 1e fase zijn uitgangspunten benoemd en vastgelegd in de regels hoe dit representatief karakter wordt bewerkstelligd. De bedrijfsbebouwing dient een hoogwaardige uitstraling te hebben. Dit kan worden bereikt door een hogere bouwhoogte toe te wijzen en door de voor representatieve functies meest geschikte bebouwing zoals kantoorruimte, toonzaal/showroom of kantine met de voorgevel naar de weg te keren en daarachter de overige bedrijfsbebouwing zoals productie-, magazijn- en opslagruimte zoveel mogelijk aan het zicht te onttrekken. Daarnaast moet het onbebouwde voorterrein ook een positieve bijdrage leveren door de inrichting, naast noodzakelijke parkeergelegenheid, hoofdzakelijk te laten bestaan uit groenaankleding. Hekwerken en soortgelijke constructies als terreinafscheiding dienen bij voorkeur te worden vermeden, tenzij dat uit veiligheidsoverwegingen juist gewenst is. Hierbij wordt extra gelet op vormgeving en materiaalgebruik. In de zogenaamde binnengebieden gelden minder strenge kwaliteitseisen (geel gebied conform de Welstandstoezicht ambitiekaart van 2010). Voor bedrijventerrein Broekakkers is geen sprake van een representatief karakter. Wel geldt voor de zichtlocaties aan de Lange Wagenstraat, Tilburgsebaan, Akkerstraat en de Langenbergseweg een rode zone conform het welstandstoezichtsbeleid. Functioneel doel Genoemde bestemmingsplannen regelen de vestigingsmogelijkheden van bedrijven. Daaronder wordt algemeen verstaan productiebedrijven, handelsbedrijven, opslag- en transportbedrijven, groothandel, dienstverlenende bedrijven (bv. installatiebedrijf). Voor de aard van bedrijvigheid wordt veelal verwezen naar een bij de plannen behorende staat van bedrijven. Deze staat van bedrijven is weer gerelateerd aan de Staat van bedrijfsactiviteiten uit de Brochure Bedrijven en Milieuzonering (het ‘groene’ boekje) van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). Detailhandel is in beginsel uitgesloten. Daarvan kan worden afgeweken middels een omgevingsvergunning voor het afwijken van het bestemmingsplan, ten behoeve van voorzieningen voor volumineuze goederen zoals auto’s, boten, grove bouwmaterialen enz. Er zijn in het verleden diverse vrijstellingen/gedoogbeschikkingen verleend aan bedrijven om af te wijken van het toegestaan functioneel gebruik op de bedrijventerreinen. Het gaat te ver om deze hier allemaal te benoemen. Enkele voorbeelden zijn: − Een gedoogbeschikking voor Wildkamp (Europalaan in Rijen) voor de verkoop van materialen voor vijvers, installatie enz.; − Vrijstelling voor een sportschool aan de Parallelweg in Rijen (door brand verwoest op 26 december 2011); − Magazijnverkoop Woonsquare aan de Europalaan in Rijen (enkele malen per jaar); − Garagebedrijf Van Dorst aan de Parallelweg in Rijen; − Brandweerkazerne aan de Burgemeester Krollaan in Gilze; − Uitvaartcentrum aan de Broekakkerweg in Gilze.
10
Stedenbouwkundige opzet De Haansberg De bebouwing staat op ruime afstand van de weg. Dit geeft een ruim beeld aan de Haansbergseweg. Een bomenstructuur aan een zijde van de weg begeleidt deze weg en geeft daaraan een groen karakter. Het gedeelte van de Ericssonsstraat vanaf de Julianastraat tot de Haansbergseweg geeft eenzelfde beeld als de Haansbergseweg.
Figuur 7: Nijverheidslaan, Rijen
Figuur 8: Parallelweg, Rijen
Hierna verandert het beeld sterk doordat het profiel overgaat van een begeleidende groenstrook aan de zuidzijde van de rijbaan en een steenachtige noordzijde ervan. De Europalaan vormt de toegang vanaf de Rijksweg (N282) naar het bedrijventerrein. Aan de bebouwing en de openbare ruimte langs deze weg zijn kwaliteitseisen gesteld. Naast kwaliteit geeft dit een duurzaam straatbeeld.
Figuur 10: Toegang Bedrijventerrein De Haansberg gezien vanaf de N282
Figuur 9: Europalaan, Rijen
De Dorpenbaan, Provinciënbaan, Beneluxlaan, Kempenbaan en Markiezenbaan zijn vrij jong ontwikkelde bedrijfspercelen met kwalitatieve bebouwing. Aan de bebouwing langs de Provinciënbaan en een deel van de Ericssonstraat zijn kwaliteitseisen gesteld.
11
Figuur 11: Provinciënbaan, Rijen
Stedenbouwkundige opzet Broekakkers De Burgemeester Krollaan kent bij de aansluiting op de Tilburgsebaan/Lange Wagenstraat een breed profiel. Tussen de bedrijven ligt aan de westzijde van de Burgemeester Krollaan een brede groenstrook, een vrijliggend voetpad en de rijbaan. Deze opbouw geeft een groen karakter aan dit weggedeelte.
Figuur 12: Burgemeester Krollaan, Gilze
Ter hoogte van Meplax versmalt de groenstrook en daardoor ook het wegprofiel. De bebouwing staat hier ook wat dichter op de weg. Het stedenbouwkundig karakter is hier wat “harder”dan bij de aansluiting op de Tilburgsebaan. Den Bulk doet op sommige plekken rommelig aan. Dit straatbeeld wordt veroorzaakt door opslag van materialen op het voorterrein. Het Vloeiveld en de Broekakkerweg kenmerken zich door wat kleinschaligere bebouwing met hier en daar een bedrijfswoning. Het straatbeeld is erg divers en soms ook rommelig. Dit wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door de diversiteit van inrichting van de voorterreinen. Soms is het een harde, steenachtige invulling, soms is er sprake van een groene invulling. De noordzijde van het bedrijventerrein sluit aan op de A58 en de oostzijde sluit aan op de Provinciale weg (Langenbergseweg). Tussen de A58 en de provinciale weg en het bedrijventerrein ligt een brede groenzone waarmee een landschappelijk inpassing is vormgegeven.
12
De westzijde van dit bedrijventerrein grenst aan achtertuinen van de woningen aan de Nieuwstraat. De grens wordt gevormd door een voet-fietsverbinding (Hippelpad) en een smalle groenstrook. Deze groenstrook bestaat uit een bomenrij met dichte onderbeplanting. Milieuzonering De bedrijventerreinen kennen geen milieuzonering als zodanig, maar er worden wel milieuhygiënische beperkingen opgelegd. Het bestemmingsplan Industrieterrein De Haansberg stelt geen milieuhygiënische grenzen. Dit betekent dat er binnen de grenzen van dit plan zware bedrijven een vestigingsmogelijkheid hebben. Dat zijn concreet categorie 5-bedrijven en zelfs A-inrichtingen (grote geluidmakers) op grond van de Wet geluidhinder. De bestemmingsplannen Industrieterrein Broekakkers en De Haansberg-Europalaan kennen een begrenzing tot milieucategorie 4 bedrijven. Langs de Parallelweg beperkt De Haansberg-Europalaan bedrijfsvestigingsmogelijkheden tot categorie 3 bedrijven om milieuhinder buiten het plangebied te beperken. Dit is voornamelijk gedaan ter bescherming van het woonmilieu van het plangebied Vliegende Vennen. Categorie 1 en 2 bedrijven zijn uitgesloten omdat deze bedrijven algemeen elders vestigingsmogelijkheden hebben (bijvoorbeeld in de woongebieden of in de rand daarvan). Er is een vrijstellingsmogelijkheid voor categorie 1 en 2 bedrijven mits het bedrijven betreft die elders geen ruimte hebben of toeleveringen verzorgen voor ter plaatse gevestigde bedrijven. Het bestemmingsplan Haansberg Oost 1ste fase bepaalt dat in de buitenranden (grens met Hulten) van het plan bedrijven zich mogen vestigen met beperkte milieuhinderlijke activiteiten (categorie 1 en 2 zoals bedoeld in de Brochure Bedrijven en Milieuzonering). Milieuzones buiten het bedrijventerrein Op de bedrijventerreinen zijn bedrijven actief die indicatieve milieucirkels hebben waarvan de begrenzing buiten het bedrijventerrein ligt. De invloed vanuit het bedrijventerrein op de aangrenzende omgeving is afhankelijk van aard en omvang van de gevestigde bedrijven en het omgevingstype en kan in vele gevallen in gunstige zin afwijken van de indicatieve cirkels. Bepalend voor de daadwerkelijke cirkels zijn de feitelijke werkzaamheden, in relatie met verleende milieuvergunningen of meldingen op grond van de Wabo in het kader van het Activiteitenbesluit en de daaraan gestelde technische randvoorwaarden. Revitalisering/herstructurering Het openbaar gebied (wegen, bermen, groenvoorzieningen) van de bedrijventerreinen heeft de laatste jaren een intensieve opknapbeurt ondergaan. Een revitalisering van dit onderdeel is inmiddels afgerond. Er is sprake van leegstand op beide bedrijventerreinen. De bestaande bebouwing wordt in het algemeen goed onderhouden en ook de voorterreinen geven algemeen een verzorgd beeld.
13
Een uitzondering is de locatie aan de noordwestelijke hoek van bedrijventerrein De Haansberg, ter hoogte van de Parallelweg. Hier is sprake van leegstand, achterstallig onderhoud aan vastgoed en verrommelde voorterreinen. Dit is geen fraai beeld; een zware revitalisering1 2 of een herprofilering3 is wenselijk. De gemeente heeft echter geen grondpositie in deze. De benodigde gronden zullen daartoe verworven moeten worden.
Figuur 13: Verrommeling Parallelweg
Functionele inventarisatie Er is een inventarisatie gemaakt van alle bedrijven die gehuisvest zijn op de bedrijventerreinen. Deze is gebaseerd op basis van het inrichtingen- en bedrijvenbestand van de afdeling Veiligheid, Vergunningen en Handhaving (VV&H) samen met een overzicht vanuit de Kamer van Koophandel. Aanvullend daarop is ook een fysieke inventarisatie van de bedrijven uitgevoerd. Deze actuele inventarisatie is als bijlage aan dit document toegevoegd. Uitgeefbare voorraad en leegstaand vastgoed Op bedrijventerrein De Haansberg is nog een uitgeefbare voorraad aanwezig van 39340 m² ofwel bijna 4 ha. Binnen het plangebied Broekakkers is geen grond meer beschikbaar. Het bedrijventerrein Midden-Brabant Poort biedt mogelijkheden voor nieuwe bedrijven om zich te vestigen.
1
Revitalisering is het treffen van maatregelen in het openbaar gebied om de oudere delen van het bedrijventerrein up-todate te houden. De infrastructuur en de groenstructuur worden ingrijpend verbeterd. 2 Een zware revitalisering is een verdergaande vorm, waarbij naast maatregelen in de openbare ruimte ook verwerving en sloop van gebouwen plaatsvindt. Het bedrijventerrein behoudt de functie die het al heeft. 3 Bij herprofilering is er sprake van een economische functiewijziging. Het vastgoed wordt gesloopt, de infrastructuur rigoureus aangepakt. Er komen economische functies terug die een hogere grondprijs kunnen betalen, zoals kantoren en detailhandel.
14
Ruimtelijke visie De bedrijventerreinen zijn van groot belang voor de economie en werkgelegenheid van de gemeente. Om de bedrijven ook in de toekomst te kunnen laten ondernemen in een prettig klimaat, hechten we er waarde aan om in het nieuwe bestemmingsplan de wensen van de ondernemers centraal te stellen. Adviesbureau BRO uit Boxtel heeft de gemeente ondersteund bij het in beeld brengen van de wensen van de ondernemers. Daarvoor is de door het bureau ontwikkelde Ruimtebehoeftepeiler ingezet. Aan de hand van een online enquête en een ondernemersbijeenkomst zijn de belangrijkste aandachtspunten verzameld. Bij het opstellen van de bestemmingsplannen moeten we verder rekening houden met de invloed van nationaal, provinciaal (regionaal) en lokaal beleid. Aangezien we hier in de verdere uitwerking van de bestemmingsplannen concreet op in gaan, beperken we ons in deze visie tot de ruimtelijke uitgangspunten die noodzakelijk zijn te stellen voor de nadere uitwerking van de bestemmingsplannen. Ruimtelijk is het verder relevant hoe om te gaan met de milieuzonering. Wat is milieuhygiënisch het wenselijke beeld en hoe gaan we dan om met de huidige milieuzonering en mogelijke knelpunten? Vervolgens wordt een beeld gegeven hoe specifiek omgegaan moet worden met (niet) gewenste functies op de bedrijventerreinen. Ten slotte geven we aan hoe om te gaan met de ecologie op de bedrijventerreinen. In kaders beschrijven we de randopgaven voor de op te stellen bestemmingsplannen. De opgaven zijn niet altijd direct van invloed op het bestemmingsplan voor De Haansberg en Broekakkers, maar kennen wel een sterke samenhang met het toekomstig functioneren van deze terreinen. Coalitieprogramma 2010-2014 In het coalitieprogramma 2010-2014 van de coalitiepartijen Kern ’75, PvdA en CDA zijn geen specifieke ruimtelijke uitgangspunten opgenomen ten aanzien van de bestaande bedrijventerreinen. Wel is aangegeven dat de economische activiteiten indirect gestimuleerd kunnen worden door het aanbieden van bedrijfskavels en het stimuleren van parkmanagement. Het aanbieden van bedrijfskavels is enkel mogelijk op De Haansberg en het verder in ontwikkeling genomen bedrijventerrein Midden-Brabant Poort. Toekomstvisie Gilze en Rijen 2025 Op 23 april 2012 stelde de gemeenteraad de Toekomstvisie Gilze en Rijen 2025 vast. De daarin genoemde ruimtelijke en economische uitgangspunten die betrekking hebben op de bedrijventerreinen De Haansberg en Broekakkers, zijn waar nodig vertaald in de ruimtelijke visie. Samengevat wil de gemeente blijven inzetten op versterking van de bedrijvigheid op de drie bedrijventerreinen, zowel door het revitaliseren van bestaande bedrijventerreinen en het tegengaan van leegstand van bedrijfspanden, als door het voeren van een actieve acquisitie voor MiddenBrabant Poort. De gemeente werkt aan de economische ontwikkeling van de regio in het 'Midpoint Brabant' project. Dit is een samenwerking van overheden, ondernemers en onderwijs- en onderzoeksinstellingen. 'Midpoint' concentreert zich op het realiseren van innovatieve verbindingen in vier sectoren: − logistiek ('logistics'); − toerisme & recreatie ('leisure boulevard'); − zorg & wellness ('life sciences'); − luchtvaart & industrieel onderhoud ('aerospace & maintenance').
15
De kracht van de lokale economie wordt gezien als een afgeleide van (inter-)nationale en regionale ontwikkelingen. Met name het laatste speerpunt van de Midpoint-agenda biedt aanknopingspunten voor de ontwikkeling van de lokale economie van Gilze en Rijen. De werving van bedrijven die nu al plaatsvindt, wordt de komende jaren met prioriteit doorgezet. Daarnaast blijft de gemeente inzetten op het aantrekken van een diversiteit aan bedrijvigheid. De gemeente wil de ontwikkeling van knooppunt Nerhoven/MBP nabij de A58 mogelijk maken. De ontwikkeling van het knooppunt Nerhoven /MBP wordt gezien als een strategische opgave die een economische impuls kan geven aan de hele regio. Naast de 20 hectare aan direct uitgeefbare bedrijfslocaties op het bedrijventerrein Midden-Brabant Poort (MBP) richt de gemeente zich op revitalisering van bedrijventerreinen Broekakkers en De Haansberg. MBP heeft een regionale werkgelegenheidsfunctie. De locaties Broekakkers en De Haansberg komen primair tegemoet aan de lokale behoeften. Verbetering van de verkeersontsluiting van de Europalaan op de N282 (Rijksweg) is noodzakelijk om de bereikbaarheid van De Haansberg rondom de spitsuren te verbeteren. Aan de oostelijke zijde van het bedrijventerrein De Haansberg is de Lage Haansberg gelegen. Dit gebied is in het verleden gereserveerd voor verdere ontwikkeling van het bedrijventerrein De Haansberg. Echter wordt hieraan de korte eb middellange termijn geen prioriteit aangegeven. Ontwikkeling van dit gebied is dus vooralsnog niet aan de orde. Ruimtelijke context De bedrijventerreinen Broekakkers (inclusief Broekakkers-Zuid) en Haansberg zijn de twee grootste terreinen van de gemeente. De terreinen zorgen ook voor de meeste bedrijven en arbeidsplaatsen. In totaal is er 185 ha bruto en 150 ha netto ruimte aan bedrijventerrein in Gilze en Rijen. Daarvan is nog 20 ha beschikbaar, waarvan 1,5 ha op de Paarse Strook, 4 ha op De Haansberg en 13 ha op Midden-Brabant Poort. Op een deel van het voormalige Ericsson terrein op Haansberg ontwikkelt de gemeente Gilze en Rijen het Aeropspace en maintenance park en wordt voorzien in een campusontwikkeling rond de clusters ‘aerospace’ en ‘maintenance’. Ten slotte is het plangebied Nerhoven (4 ha) opgenomen in het Regionaal programma te ontwikkelen bedrijventerreinen regio Midden-Brabant 2011-2022. Het terrein is beoogd voor het speerpunt maintenance met hoogwaardige beeldkwaliteit. Broekakkers en Haansberg kenmerken zich als ruim opgezette terreinen. De wegen hebben over het algemeen een breed profiel, er is nauwelijks tot geen sprake van parkeerproblemen en de kwaliteit van de groenvoorzieningen is overwegend op orde. De kavels zijn ruim van opzet. De kavels zijn niet zeer intensief bebouwd en hebben veelal ruime voorterreinen, waardoor het parkeren en de expeditie op de eigen kavel worden opgelost. Daarmee is er op veel kavels ook nog uitbreidingsruimte voor de gevestigde bedrijven beschikbaar. Dit geldt vooral voor Broekakkers en Broekakkers Zuid. De Haansberg is ook ruim van opzet, maar het terrein heeft een wat traditionelere uitstraling en de voorterreinen zijn in vergelijking met Broekakkers wat minder ruim. Mochten ondernemers niet op de eigen locatie kunnen groeien, dan is er ook ruimte beschikbaar op leegstaande locaties. Gesteld kan worden dat er in de gemeente veel ruimte is voor bedrijven om zich te ontwikkelen. Op de eigen kavels, in bestaande leegstaande objecten, op nog uitgeefbare ruimte op de bestaande terreinen en op het nieuwe terrein Midden-Brabant Poort. Dat biedt ruime mogelijkheden voor bestaande en nieuwe bedrijven om te groeien of te verhuizen.
16
Maar ruimte op nieuwe terreinen zorgt er tegelijk voor dat investeringen al snel op de onbebouwde kavels terecht komen. Daar zijn de mogelijkheden het grootst omdat er nog geen fysieke belemmeringen zijn. Tevens zijn de kosten aantrekkelijk omdat er geen bestaand vastgoed verworven hoeft te worden. Overigens zijn er nog andere economische overwegingen te noemen welke de vestigingskeuze van een bedrijf bepaald. Denk hierbij ontwikkelfase waarin een bedrijf zich bevindt, de financiële risico’s die een bedrijf wil en kan nemen en de geschiktheid van de locatie (strategische vestiging en bereikbaarheid). Het is zeer aannemelijk dat door de ruime mogelijkheden om op nieuwe locaties te vestigen, de investeringen in bestaand vastgoed niet worden gedaan. Dat zorgt voor structurele leegstand en verloedering van bestaand vastgoed. Bijvoorbeeld ter hoogte van de hoek Parallelweg en de Nijverheidslaan in de noordwestelijke hoek op De Haansberg is de kwaliteit van het vastgoed zeer matig. Het verdient aanbeveling hier investeringen te stimuleren. De nieuwe locatie Midden-Brabant Poort, de Paarse Strook en op termijn het nog te ontwikkelen bedrijventerrein Nerhoven bieden in de huidige en toekomstige vorm ruime vestigingsmogelijkheden voor ondernemers die willen uitbreiden. Deze mogelijkheden maken het verleidelijk om investeringen op nieuwe locaties te realiseren, in plaats van te kijken naar hergebruik van bestaande bedrijfsgebouwen. Ontwikkelen op nieuwe locaties is over het algemeen namelijk financieel aantrekkelijker dan het herontwikkelen van bestaand vastgoed. Daarmee concurreren nieuwe locaties en nog nieuw uit te geven gebied met het hergebruik van de bestaande locaties. Door de bestaande en nieuwe terreinen qua segmentering en profilering op elkaar af te stemmen, kunnen investeringen gericht worden geaccommodeerd. Bijvoorbeeld door activiteiten die financieel draagkrachtig genoeg zijn om te kunnen investeren in hergebruik van bestaande locaties te faciliteren op bestaande terreinen. En die mogelijkheden door te vertalen naar het bestemmingsplan. Mogelijk kunnen we ander gebruik ook een plaats geven in afwijkingmogelijkheden. Dat betekent tegelijk dat de nieuwe terreinen zich niet ook op diezelfde vormen van gebruik moeten richten. Dit soort accenten kunnen vastgelegd worden in een (sociaal) economisch beleid of thematische strategie, bijvoorbeeld in de Structuurvisie stedelijk gebied. 1. De belangrijkste aandachtspunten voor het voeren van de regie op bedrijfsinvesteringen en bedrijventerreinbeleid, is het komen tot een afgestemde terreinvoorraad. We adviseren om hier in het nog nader vorm te geven Actieplan Economisch Beleid (voortvloeiende uit de Toekomstvisie Gilze en Rijen 2025 aandacht aan te besteden.
Ondernemersdynamiek Ongeveer 40% van de ondernemers op de bedrijventerreinen heeft aangegeven een toekomstige uitbreidingsbehoefte te hebben. Dat is duidelijk meer dan de ondernemers die niet op een bedrijventerrein zijn gevestigd. Vooral de ondernemers op De Haansberg denken te gaan groeien in de toekomst. Met name De Haansberg en Midden-Brabant Poort zijn in trek als vestigingslocatie. De gewenste kavelomvang varieert. Van kleine kavels onder de 1.000 m2 tot kavels groter dan 10.000 m2. Dit vraagt om voldoende flexibiliteit in het toekomstige bestemmingsplan. Naast de kavelomvang is ook het gewenste vastgoedtype divers. Het accent ligt op traditioneel en functioneel vastgoed in de productie- en opslagsfeer. Ook trends die leiden tot een ‘nieuwe’ soort behoefte zoals kleinschalige opslag in bedrijfsverzamelgebouwen (BVG), productie met kantoor en vestiging aan huis zijn terug te vinden in de behoefte van de ondernemers.
17
2. Samengevat is er vooral behoefte in vestiging op De Haansberg en Midden-Brabant Poort. De gewenste pand- en kavelomvang zijn net als de vastgoedtypering divers. Dat pleit voor flexibiliteit in het bestemmingsplan.
Algemene uitgangspunten Het doel van de ondernemersconsultatie was om dynamiek op de bedrijventerreinen mogelijk te maken en verbeterpunten te benoemen die in het bestemmingsplan kunnen worden opgenomen. Uit de consultatie is een aantal algemene aandachtspunten genoemd: − − −
− − −
Mogelijkheden voor uitbreiding bieden aan bedrijven door het verhogen van de bebouwingspercentages en de maximale bouwhoogte, waar juridisch planologisch mogelijk. Benoem deelgebieden waar nieuwe bedrijfsmatige activiteiten zijn toegestaan die nu nog niet in het bestemmingsplan mogelijk zijn. Neem een standpunt in over de toelaatbaarheid van nieuwe activiteiten zoals internetwinkels, solitaire kantoren of een maximaal percentage aan kantoorhoudendheid, handel in volumineuze goederen, dansscholen, fitness, leisure et cetera. Benoem in ieder geval de activiteiten die niet wenselijk zijn, zodat deze altijd uitgesloten kunnen worden. Behouden van milieuruimte. Bedrijven geven aan hier veel waarde aan te hechten. Actualisatie van de CROW 4 normen en herijking in geval van opsplitsing of onderhuur van kavels en gebouwen.
Uitgangspunten De Haansberg Uit de enquête is gebleken dat de interesse voor vestiging op de Haansberg het grootst is van heel de gemeente. Tegelijk is leegstand uitgedrukt in aantal objecten/panden hier ook het grootst. De onderstaande ruimtelijke uitgangspunten zijn van toepassing: 3. Gerichte maximale bouwhoogte tot circa 12 meter toelaten; 4. Gerichte maximale hoogte van objecten (zoals silo’s) toestaan (specifiek Jardin); 5. Flexibel omgaan met ruimte: gerichte verhoging bebouwingspercentage, zo min mogelijk beperking in bouwruimte en beperking afstand zijdelingse perceelsgrenzen toestaan waar ruimtelijk en planologisch mogelijk; 6. Nieuwe activiteiten toestaan in de zone Parallelweg – Haansbergseweg. Te denken valt aan kantoorachtige en kantoorhoudende bedrijvigheid, IT & ontwerpstudio’s, handel in volumineuze goederen. Een nadere specificering is gewenst; 7. In de zone Parallelweg – Haansbergseweg alleen intensieve verkeersaantrekkende activiteiten indien parkeren en expeditie op eigen kavel plaatsvindt; 8. Behoud van de huidige milieuruimte, in ieder geval in de zone tussen de Rijksweg en de Ericssonstraat / Kempenbaan; 9. Nieuwe (bedrijfs)woningen niet toelaten. 4
CROW, afkorting van "Centrum voor Regelgeving en Onderzoek in de Grond-, Water- en Wegenbouw en de Verkeerstechniek", is een Nederlandse organisatie die kennis over verkeer en vervoer bundelt. CROW werkt daarbij met werkgroepen van deskundigen uit de verschillende vakgebieden, die samen aanbevelingen en richtlijnen opstellen over bijvoorbeeld vormgeving en maatvoering van verkeersinfrastructuur. De CROW-richtlijnen hebben geen wettelijke status. CROW geeft alleen adviezen voor bijvoorbeeld de wegbeheerder. Over het algemeen geldt wel dat een wegbeheerder in Nederland goed moet kunnen motiveren waarom van de richtlijnen is afgeweken.
18
Aandachtspunten Broekakkers De ruimtebehoefte van ondernemers op Broekakkers en Broekakkers-Zuid en behoefte aan vestiging op Broekakkers en Broekakkers-Zuid is beperkt. Het terrein is ook overwegend op orde. Toch zijn er verschillende aandachts- en verbeterpunten. 10. Gerichte maximale bouwhoogte tot circa 12 meter toelaten; 11. Flexibel omgaan met ruimte: gerichte verhoging bebouwingspercentage, zo min mogelijk beperking in bouwruimte en beperking afstand zijdelingse perceelsgrenzen toestaan waar ruimtelijk en planologisch mogelijk; 12. Behoud van de huidige milieuruimte; 13. Gericht nieuwe activiteiten toestaan in leegstaande panden. Te denken valt aan het splitsen van percelen of kleinere units, bijvoorbeeld een bedrijfsverzamelcomplex voor ambachten of dienstverlening, waardoor meer aan de ruimtevraag van lichte en kleine bedrijvigheid kan worden voldaan. 14. Ook de mogelijkheden van kantoorachtige en kantoorhoudende bedrijvigheid, IT & ontwerpstudio’s, PDV kunnen worden overwogen. Nadere specificering bij uitwerking bestemmingsplan is gewenst. 15. Voor alle nieuwe activiteiten dient te gelden dat parkeren en expeditie op eigen kavel plaatsvindt. 16. Nieuwe (bedrijfs)woningen niet toelaten.
Hergebruik leegstaand vastgoed Specifieke aandacht vraagt het hergebruik van het leegstaande vastgoed. De leegstand vraagt per gebouw/locatie om een aanpak op maat. Het bieden van planologische ruimte voor nieuwe activiteiten die waarde toevoegen aan de locatie kan een oplossing bieden. Ten opzichte van De Haansberg is schaalomvang van de panden op Broekakkers dermate groot, dat het stimuleren van splitsing van panden tot kleinere units mogelijkheden kan bieden. Evenals op De Haansberg is het op Broekakkers niet aan te bevelen de nieuwe functieruimte direct voor het hele terrein te bieden. Ook hier bestaat dan het risico dat deze courante locaties ongewenst transformeren. We willen hier in de bestemmingsplannen flexibel mee omgaan, maar stedenbouwkundige randvoorwaarden zoals bebouwingsdichtheid, maximale bebouwingshoogte, afstand zijdelingse perceelsgrens zullen we op moeten nemen in het belang van de beeldkwaliteit en openheid/brandveiligheid. Ten aanzien van de kavelgroottes bieden we flexibiliteit door afwijkingsbevoegdheden ten aanzien van kavelgrootte op te nemen. Het afwijken van de grootte van de huidige kavels willen we mogelijk maken, mits dit ruimtelijk en planologisch aanvaardbaar is op die betreffende locaties. Samengevat gelden ten aanzien van het hergebruik leegstaand vastgoed de volgende uitgangspunten: 17. Splitsing van kavels en panden mogelijk maken door het opnemen van afwijkingsmogelijkheden, mits dit per situatie ruimtelijk en planologisch aanvaardbaar is; 18. Flexibiliteit bieden, echter met stedenbouwkundige randvoorwaarden ten aanzien van zoals bebouwingsdichtheid, maximale bebouwingshoogte, afstand zijdelingse perceelsgrens e.d.; Beeldkwaliteit In een aantal van de vigerende bestemmingsplannen is al ingezet op kwaliteit langs de hoofdroutes van met name bedrijventerrein De Haansberg. In de ambitiekaarten van het Welstandstoezichtbeleid hebben de belangrijkste hoofdstructuren reeds een ‘rode’ status (Welstandsnota is van toepassing, beoordeling wordt gedaan door welstands- en monumentencommissie.)
19
We willen deze kwaliteit behouden en waar nodig versterken. De op te stellen bestemmingsplannen blijven daarom oog houden voor de beeldkwaliteit. Dat doen we door in de regels specifieke bepalingen rondom beeldkwaliteit op te nemen in de representatieve zone’s. Milieuzonering Inzichtelijk is gemaakt welke bedrijven op dit moment op de terreinen aanwezig zijn en welke zonering vanuit de omliggende woonbebouwing wenselijk is. Vertrekpunt Voor beide bedrijventerreinen is het uitgangspunt om de bestaande ruimtelijk-juridische regeling zoveel mogelijk over te nemen om bedrijven niet te frustreren in toekomstige uitbreidingen. Wel zal uit het oogpunt van een goede ruimtelijke ordening het woon- en leefklimaat moeten worden geregeld. Onderzoek Met behulp van de publicatie 'bedrijven en milieuzonering' editie 2009 van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) is op basis van de SBI-code van een bedrijf een indicatieve zone bepaald op basis van de grootste maatgevende afstand. Het aspect 'geluid' is het meest voorkomende criterium voor het bepalen van de afstand tot gevoelige bestemmingen (zoals woningen). Indien een ander aspect maatgevend is (de andere aspecten zijn gevaar, stof en geur), is dat toegepast als maatgevende afstand. Richtafstanden De Staat van Bedrijfsactiviteiten onderscheidt een tiental milieucategorieën. De onderstaande tabel geeft voor de omgevingstypen (rustige woonwijk en gemengd gebied) per milieucategorie inzicht in de gewenste richtafstanden. De richtafstand geldt tussen de grens van de bestemming die bedrijven toelaat en de uiterste situering van de gevel van een woning die volgens het bestemmingsplan (of via omgevingsvergunningvrij bouwen) mogelijk is. Daarbij gaat het nadrukkelijk om een richtafstand. Kleinere afwijkingen ten opzichte van deze afstand zijn mogelijk zonder dat hierdoor knelpunten hoeven te ontstaan. In de onderstaande tabel hebben wij de richtafstanden opgenomen. milieucategorie gebiedstype 1 2 3.1 3.2 4.1 4.2 5.1 5.2
richtafstand in meters Rustige woonwijk Gemengd gebied 10 0 30 10 50 30 100 50 200 100 300 200 500 300 700 500
20
Gebiedstypen Voor een rustige woonomgeving gelden andere afstanden (strengere eisen) dan voor andere gebieden, zoals drukke woonwijken, gemengde en landelijke gebieden. Kenmerkend voor een gemengd gebied is dat sprake is van gemengde functies (bijvoorbeeld gevestigde bedrijven tussen woonbebouwing)en dus van een relevant andere omgevingskwaliteit dan in een rustig woongebied. Een overschrijding van de wettelijke norm (qua geluidsbelasting, stof, geur en gevaar) is echter niet toelaatbaar. Voor beide bedrijventerreinen is bepaald of het aangrenzende gebied een rustige woonwijk of gemengd gebied is. De huidige milieuzonering is verbeeld in een kaart voor zowel De Haansberg als Broekakkers en is terug te vinden in de bijlage behorende bij deze visie. De gebiedstypering is hierop aangegeven. Contour per bedrijf Per bedrijfsperceel is op basis van de aangeleverde milieu-informatie voor de terreinen in Gilze en in Rijen bepaald wat de milieuzone is per bedrijf. Voor alle bedrijven uit de lijst is de categorie op de kaart aangegeven. De meeste aandacht, ook voor het bestemmingsplan, zal worden gericht op bedrijven die op basis van de bestaande milieu-informatie op een plek zijn gehuisvest die een nadelige invloed heeft op de woonkwaliteit van de aangrenzende (woon)omgeving. Ook belemmert dit mogelijke ontwikkelingen van de betreffende bedrijven zelf (bijvoorbeeld uitbreiding of productiewijziging). Deze bedrijven zijn op de kaart voorzien van een gestippelde hindercontour die op basis van de categorie om het bedrijfsperceel is weergegeven. Daarmee is inzichtelijk gemaakt voor welke woningen/gevoelige bestemmingen de bedrijfsvoering hinder oplevert en welke woningen en gevoelige bestemmingen ontwikkelingen van bedrijven belemmeren. Als een bedrijf dat feitelijk een lagere milieucategorie heeft dan maximaal is toegestaan, dan is sprake van een bepaalde groeipotentie dan wel de mogelijkheid om een ander bedrijf op de locatie te vestigen met een hogere milieucategorie. Een bedrijf dat feitelijk een hogere milieucategorie heeft dan maximaal is toegestaan betekent voor ons een overweging voor het opnemen van een maatbestemming waarbij het bedrijf wordt toegestaan. Er is dan in wezen sprake van een overgangssituatie. Bij vertrek mag er een bedrijf met dezelfde bedrijfsactiviteiten zich vestigen of moet er een bedrijf met een lagere milieucategorie terug komen. We nemen een bevoegdheid voor het college van burgemeester en wethouders op om bij vertrek de maatbestemming te laten vervallen. Een concreet voorbeeld is dat bijvoorbeeld een galvanisatiebedrijf (milieucategorie 4) is gevestigd op een plek waar een bedrijf met een maximale milieucategorie 3 toelaatbaar is. Bij een eventueel vertrek van dat bedrijf mag er wederom een galvanisatiebedrijf met een gelijkwaardige bedrijfsactiviteiten zich vestigen, maar niet een ander milieucategorie 4-bedrijf. Een vervolgfunctie die past binnen de ter plaatse geldende maximale milieucategorie is wel toegestaan. Gewenste zonering Vestiging van categorie 1 en 2 bedrijven is in beginsel niet wenselijk. Dit soort bedrijven heeft veelal elders binnen het stedelijk gebied vestigingsruimte omdat de mate van hinder erg beperkt is. Daarvoor zijn er mogelijkheden binnen het woongebied zoals de paarse strook in Rijen. Wenselijk is om aan de buitenranden van de bedrijventerreinen toch een schil te reserveren voor lichte bedrijfsactiviteiten. Dit zijn bedrijven in maximaal milieucategorie 3. Verder naar binnen is er dan ruimte voor zwaardere bedrijven (tot en met categorie 4). De buitenrand kan dan ook ingezet worden voor andersoortige bedrijven zoals bouwmarkten, groothandelbedrijven en opslag en
21
verkoop van volumineuze goederen, waarvoor het stedelijk gebied vanwege de omvang, ondanks de lichte bedrijfsactiviteiten, geen passende vestigingsruimte biedt. Knelpunten binnen de milieuzonering Uit de huidige milieuzonering blijkt dat er een aantal knelpunten zijn. Dat wil zeggen dat er bedrijven zijn die feitelijk een zwaardere milieubelasting op de omgeving hebben dan wenselijk is. In de bijgevoegde kaarten zijn deze percelen gearceerd aangegeven. In beginsel is uitgegaan van een indicatieve afstand vanuit de brochure bedrijven en milieuzonering van de VNG. Vervolgens is voor potentiële knelpunten gekeken naar de feitelijke milieubelasting. Die kan namelijk in specifieke gevallen minder zijn dan de indicatieve belasting zoals genoemd in de brochure. Bedrijven die in de feitelijke bedrijfsvoering een grotere milieubelasting veroorzaken dan gewenst, vormen de uiteindelijke knelpunten. Op de percelen van deze bedrijven wordt een maatbestemming gelegd waarbij het bedrijf in de toekomst wordt toegestaan, maar bij vertrek er een bedrijf met een lagere milieucategorie dient terug te komen én er een bevoegdheid is voor het college van burgemeester en wethouders om bij vertrek de maatbestemming te laten vervallen. Beperking milieuruimte De vigerende bestemmingsplannen maken het in een aantal gevallen rechtens mogelijk om bedrijven toe te staan met een zwaardere milieucategorie dan 4.2. Dat is niet wenselijk: ruimtelijk passen dergelijke bedrijven niet op terreinen met deze omvang. Daarnaast past dit niet binnen de omgevingstypering van de bedrijventerreinen gezien de nabije ligging op de kernen en woongebieden. Daarnaast bieden andere bedrijventerreinen in de regio (o.a. de bedrijventerreinen in Moerdijk en de bedrijventerreinen Kraaiven, Vossenberg, Vossenberg West II en Loven in Tilburg) de gewenste ruimte voor zware bedrijvigheid. In de nieuwe bestemmingsplannen nemen we daarom een begrenzing op door maximaal milieucategorie 4.2 op beide bedrijventerreinen toe te laten. Aangezien er op dit moment geen bedrijven op De Haansberg en Broekakkers gevestigd zijn die een grotere milieucategorie kennen en de bestaande bedrijven waarschijnlijk geen wensen en potentie hebben naar een grotere milieuruimte toe te groeien, achten we deze beperking ten opzichte van de vigerende situatie legitiem en ruimtelijk noodzakelijk. Wonen op bedrijventerreinen Wonen op bedrijventerreinen is op dit moment nog toegestaan binnen de grenzen van het bestemmingsplan Industrieterrein De Haansberg, Broekakkers en Broekakkers zuid. Dit geldt niet voor de overige vigerende bestemmingsplannen. Voorwaarde is wel dat het gaat om woningen die noodzakelijk zijn voor de bedrijfsvoering. Die noodzaak is in de huidige tijd feitelijk niet meer aan te tonen. In sommige gevallen is de bedrijvigheid gestopt en wordt alleen nog maar gewoond. Gevolg is dat er sprake is van een woning met gevolgen voor de milieuhygiënische beoordeling van omliggende bedrijven. Dit geeft aanzienlijke beperkingen voor de ontwikkeling van de bedrijven en stagneert daarbij beweging naar de gewenste zonering op de bedrijventerreinen. Op grond van het vorenstaande wordt voorgesteld om bij de herziening van de bestemmingsplannen voor de bedrijventerreinen de mogelijkheid tot vestiging c.q. bouw van nieuwe (bedrijfs)woningen binnen die gebieden niet meer toe te staan. Dit is ook de nadrukkelijke wens van de ondernemers, wat blijkt uit de ondernemersconsultatie.
22
Samengevat gelden als gevolg van de milieuzonering de volgende uitgangspunten voor de bestemmingsplannen:
19. Zonering door lichte bedrijvigheid in de randen van de bedrijventerreinen toe te staan en ruimte te bieden voor zwaardere milieuactiviteiten verder naar binnen op de bedrijventerreinen; 20. Maatbestemming opleggen op percelen die een milieuhygiënisch knelpunt veroorzaken op de bedrijventerreinen, inclusief bevoegdheid voor college van burgemeester en wethouders om deze maatbestemming na vertrek te verwijderen; 21. Een beperking opleggen van de milieuruimte op beide bedrijventerreinen met een maximale milieucategorie van 4.2; 22. Nieuwe (bedrijfs)woningen niet toestaan;
Toelaten van specifieke functies In de vigerende bestemmingsplannen wordt onvoldoende antwoord gegeven op de vraag hoe om te gaan met specifieke functies/bedrijvigheid op de bedrijventerreinen. Hieronder geven we aan hoe we met deze specifieke functies omgaan. Bedrijfsverzamelgebouwen Verschillende bedrijven onder één dak. Dat is het principe van een bedrijfsverzamelgebouw. Samen kunnen kleinschalige bedrijven makkelijker voor goede en betaalbare huisvesting zorgen. Maar ook doordat je diensten met elkaar deelt, zoals een kantine of een kopieermachine. Zo blijven de kosten laag. Zeker voor startende ondernemers is een bedrijfsverzamelgebouw vaak een uitkomst. Vestigingsmogelijkheden voor bedrijfsverzamelgebouwen zijn de zoneringen voor milieubeperkt hinderlijke bedrijven (milieucategorie 1 en 2). Kantoorvesting Kantoorvestiging wordt binnen de bestaande plannen uitgesloten tenzij het kantoorfuncties zijn die ondersteunend zijn aan de bedrijfsproductie. Reden daarvan is dat kantoorpanden sec aangemerkt worden als milieugevoelige objecten en daarom een negatieve invloed kunnen hebben op bedrijfsontwikkelingen. Gebouwen met enkel kantoorfuncties zijn op zich milieugevoelige gebouwen en hebben een beperkende invloed op de ontwikkeling van een bedrijventerrein. Daarom zijn we van mening dat kantoorgebouwen er niet thuis horen. Aerospace & Maintenance Op het terrein van Ericsson op bedrijventerrein De Haansberg in Rijen vindt de ontwikkeling plaats van de aerospace&maintenance ambities van Gilze en Rijen (Gate2). Een separaat bestemmingsplan zal op termijn worden opgesteld om verder invulling te geven aan de ontwikkelingen op deze locatie. Tot die tijd willen we binnen de nieuwe bestemmingsplannen pragmatisch omgaan met de mogelijkheden van het voormalige Ericsson-terrein. Niet binnen centrum- of stedelijk gebied passende bedrijvigheid Voor bedrijvigheid die geen of onvoldoende ruimte heeft in het centrum- of stedelijk gebied, biedt de rand van een bedrijventerrein vaak uitkomst. Denk hierbij bijvoorbeeld aan bedrijven die leisureactiviteiten aanbieden zoals overdekte kartbanen, sport-en fitnessscholen, indoorspeeltuinen en vakgericht onderwijs. Deze bedrijfsactiviteiten kennen een sterk verkeersaantrekkende werking en hebben een grote behoefte aan parkeerruimte, waar bij de opzet van de bedrijventerreinen niet
23
altijd in is voorzien. Afhankelijk van de capaciteitsvraag is niet elke plek daarvoor geschikt. Om deze bedrijvigheid niet uit te sluiten, brengen we in de regels van de bestemmingsplannen flexibiliteit of nemen we afwijkingsbevoegdheden op voor het college van burgemeester en wethouders op grond van artikel 3.6, 1e lid, sub d. van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, 1e lid, sub a, onder 1 en 2 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Daaraan gekoppeld stellen we randvoorwaarden aan de gevolgen voor verkeer, parkeren en bereikbaarheid. Hieronder geven we nadere uitwerking voor enkele concrete functies. Productiegebonden detailhandel Onder “Productiegebonden detailhandel” en “Detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit van handel of ambacht” wordt verstaan: detailhandel als activiteit die in ruimtelijk, functioneel en inkomensverwervend opzicht duidelijk ondergeschikt is aan de op grond van het bestemmingsplan toegestane hoofdfunctie “Bedrijven”. De detailhandelsactiviteit is van zulke beperkte bedrijfsmatige en/of ruimtelijke omvang dat de functie waaraan zij wordt toegevoegd (productie, ambachtelijke en/of groothandelsactiviteit) qua aard, omvang en verschijningsvorm, overwegend of nagenoeg geheel als hoofdfunctie duidelijk herkenbaar blijft. Bedrijven mogen consumenten een heel- of halfproduct leveren vanuit de werkplaats. Het inrichten van een beperkte showroom, dan wel het op beperkte schaal presenteren van producten is in beginsel niet onwenselijk. Een winkel voor de consument is echter niet toegestaan. Webwinkels Webwinkels zijn online etalages waarbij diensten en producten kunnen worden aangeschaft via het internet. Vaak zijn de prijzen in een webwinkel lager dan reguliere winkels. De redenen hiervoor zijn: − minder personeel nodig − niet altijd winkelruimte nodig (of enkel een magazijn) − geautomatiseerde betalingen − zekerheid bij ontvangen betalingen van klanten − lagere startkosten dan een traditionele winkel − rechtstreekse levering door toeleveranciers (zogenaamde drop-shipments) − hoge automatiseringsgraad Webwinkels functioneren feitelijk als groothandelbedrijven en zijn daarom toegestaan binnen de bestemming “Bedrijven”. Van belang is wel dat de webwinkels ook als zodanig functioneren. Dit betekent dat het showen van de producten, maar ook de transactie, volledig online geschiedt. Producten afhalen mag, een showroom e.d. is niet toegestaan. Kringloopwinkels Kringloopwinkels bestaan over het algemeen uit drie delen: opslag, reparatie en winkel. Het winkeloppervlak is over het algemeen het grootste. In de praktijk worden kringloopwinkels toegestaan op bedrijventerreinen omdat deze in de reguliere winkelgebieden niet passen c.q. ongewenst zijn. De ervaring heeft geleerd dat grote kringloopwinkels op bedrijventerreinen veel parkeeroverlast veroorzaken. Voorgesteld wordt om alleen kringloopwinkels toe te staan middels de eerder genoemde afwijkingsbevoegdheden. Daarbij moet worden gekeken naar de gevolgen voor verkeer, bereikbaarheid en parkeren, zodat parkeerproblemen en een te grote aanzuigende werking wordt voorkomen. Horeca/ feestzalen Zo nu en dan komen er verzoeken om een feestruimte te mogen vestigen op een bedrijventerrein. Op bedrijventerreinen is dit niet toegestaan. In principe kan de vraag worden gefaciliteerd door bestaande horecagelegenheden. Er is vooralsnog geen reden om voor dit soort activiteiten een uitzondering te maken.
24
Vakgericht/ ambachtelijk beroepsonderwijs Vakgericht onderwijs betreft meestal een combinatie van praktijk en theorie. In de praktijklokalen wordt gewerkt met machines of wordt proefgedraaid met gerepareerde motoren. Veelal zijn dat activiteiten die hinder veroorzaken en daarom moeilijk inpasbaar zijn in een woonomgeving. De randen van een bedrijventerrein zijn een aanvaardbare vestigingslocatie en kunnen als zodanig voor een geleidelijke overgang van lichte naar zware bedrijfsactiviteiten zorgen. Voorwaarden zijn dan wel dat de locatie goed bereikbaar is en er in voldoende mate parkeerruimte aanwezig is. Samengevat gelden voor het toelaten van specifieke functies op de bedrijventerrein de volgende uitgangspunten voor de bestemmingsplannen:
23. Vestigen van bedrijfsverzamelgebouwen slechts toelaten in de gebieden waar lichte bedrijvigheid is toegestaan (milieucategorie 1, 2 en 3); 24. Niet toestaan van specifieke kantoorfuncties vanwege de gevolgen voor de milieuzonering op de bedrijventerreinen; 25. Leisure-functies alleen mogelijk maken middels een afwijkingsbevoegdheid voor het college van burgemeester en wethouders, mits dit aanvaardbare gevolgen heeft voor de bereikbaarheid, verkeer en parkeren; 26. Productiegebonden detailhandel enkel toestaan indien ondergeschikt aan de hoofdfunctie; 27. Webwinkels enkel toestaan indien verkoop enkel online geschiedt en er slechts sprake is van een opslag- en afhaalfunctie. Een showroom is niet toegestaan; 28. Kringloopwinkels enkel toestaan middels een afwijkingsbevoegdheid, mits dit aanvaardbare gevolgen heeft voor de bereikbaarheid, verkeer en parkeren; 29. Horecabedrijven niet toestaan op de bedrijventerreinen; 30. Vakgericht/ambachtelijk beroeps onderwijs vanwege zijn lichte status toestaan in de randgebieden, mits aanvaardbare gevolgen voor bereikbaarheid, verkeer en parkeren.
Groenstructuur en ecologie Groenbeleving is belangrijk voor de aantrekkende werking op bedrijven en werknemers. Dit werd op de bijeenkomst op 3 mei 2012 ook benadrukt door de plaatselijke ondernemers en in de presentatie van de Kamer van Koophandel. De wens is dan ook om de huidige groenbeleving te behouden en waar mogelijk te verbeteren. In de bestemmingsplannen gaan we flexibel met de mogelijkheden die de bestemming groen biedt. Verbeteringen zullen uit een separaat initiatief genomen moeten worden. De bestemmingsplannen zijn hierin slechts faciliterend. Groenstructuurplan In het groenstructuurplan van de gemeente Gilze en Rijen uit 2011 zijn beleidsdoelen gesteld ten aanzien van de gewenste groenstructuren binnen de gemeenten. Ook voor de bedrijventerreinen zijn specifieke beleidsdoelen gesteld. De randen van de bedrijventerreinen moeten groen ingericht worden, om zodoende zichtlocaties te ondersteunen en onaantrekkelijke bedrijfsgebouwen af te schermen. Door op gerichte plaatsen groenbestemmingen op te nemen worden deze beleidsdoelstellingen juridisch planologisch gefaciliteerd. Bij de uitwerking van de bestemmingsplannen wordt dit voor de betreffende locaties geconcretiseerd. Om echter in zijn geheel aan de beleidsdoelstellingen te kunnen voldoen, zal de gemeente buiten de nieuwe bestemmingsplannen om een verdergaande en actievere rol moeten spelen naast enkel het planologisch toestaan van de groenfuncties.
25
Ecologie Aan de Natuur- en Landschapsvereniging Gilze en Rijen (NLGR) is gevraagd aan te geven welke mogelijke kansen er voor ecologie liggen waarbij we binnen de kaders van de op te stellen bestemmingsplannen rekening mee kunnen houden. De vereniging heeft aangegeven dat met betrekking tot haar wensen qua invulling voor natuur en milieu in het bestemmingsplan niets vastgelegd hoeft te worden, tenzij het gaat over de beeldkwaliteit van de bebouwing en de maximale percentages van bebouwing op de kavels. De omschrijvingen zouden zodanig moeten zijn, dat groene daken en gevels niet op voorhand worden uitgesloten. De lege ruimten die ontstaan door het beperken van de maximale bebouwing, worden veelal vanzelf ingenomen door diverse dier- en plantensoorten. De vereniging geeft aan dat natuur en industrie zeker wel samen kunnen gaan, als er maar genoeg inventiviteit en wil is om het te realiseren. Verder zou het mogelijk moeten worden om kleine bouwwerken, die worden aangebracht ter bevordering van biodiversiteit of natuureducatie (bijvoorbeeld een insectenhotel op een rotonde of een zwaluwtil op een stukje braak liggende grond of buiten de rooilijn), toe te staan. De wens van de NLGR is ook dat er meer water komt in de betreffende gebieden. Als voorbeeld is het Minervum in Breda genoemd: brede lanen met centraal water en flauwe oevers. De vereniging begrijpt dat dit nu nog moeilijk te realiseren is en dat daarbij meer komt kijken dan een bestemmingsplanwijziging. De NLGR vraagt verder of het mogelijk is om grote kavels met volumineuze bebouwing in de toekomst te verkleinen, waardoor er mogelijk meer ruimte is voor groen. De wensen van de vereniging kunnen we waar mogelijk faciliteren door flexibele bestemmingen voor groen- en natuurfuncties op te nemen in de bestemmingsplannen. Dit bekijken we bij de nadere uitwerking hiervan. Nieuwe ontwikkelingen gaan verder dan het opstellen van de bestemmingsplannen en zijn gezien het kostenaspect op dit moment niet realistisch. Indien er ontwikkelingen mogelijk zijn en wenselijk worden geacht, zal dit middels een separaat traject opgepakt moeten worden. Samengevat kunnen we ten aanzien van de gewenste groenstructuur en ecologie de volgende uitgangspunten hanteren: 31. Gericht opleggen van groenbestemmingen aan de randen van de bedrijventerreinen ter versterking van de zichtlocaties en het afschermen van onaantrekkelijke bedrijfsgebouwen; 32. Waar mogelijk flexibel bestemmingen opnemen voor mogelijke kansrijke ontwikkelingen voor groen- en natuurfuncties;
Duurzaamheid De gemeente Gilze en Rijen heeft voor haar oudere bedrijventerreinen, Broekakkers en Haansberg, geen ambities benoemd op het gebied van duurzaamheid. Echter voor het nieuwe bedrijventerrein ‘Midden-Brabant Poort’ zijn wel specifieke ambities benoemd op het gebied van duurzaamheid. Zo geldt voor het gehele bedrijventerrein parkmanagement en is er een gezamenlijke duurzame energie voorziening in de vorm van warmte-koude opslag. Gezien de maatschappelijke ontwikkelingen op dit gebied noemen we een aantal ambities op het gebied van duurzaamheid die bij het uitwerken van de op te stellen bestemmingsplannen en initiatieven van ondernemers van toepassing kan worden verklaard.
26
Herstructureren Het actuele overheidsbeleid is er op gericht om – waar mogelijk - bestaande bedrijventerreinen te herstructureren en te intensiveren om lege ruimten optimaal te gebruiken. Zo voorkomen we dat nieuwe terreinen worden aangelegd, terwijl bestaande terreinen onvoldoende benut worden. Het herstructureringsproces kan gelijk opgaan met het verduurzamen van bedrijventerreinen. Een duurzaam bedrijventerrein is een terrein, dat: het ruimtebeslag optimaal benut, de milieueffecten minimaliseert en waar het voor de lange termijn goed ondernemen en werken is. Deze aspecten moeten in gezamenlijkheid worden gezien. Het hangt vervolgens af van de locatie, de context en het type bedrijven, welke mix van duurzaamheidsmaatregelen tot een optimale situatie leidt. Verduurzamen is een ambitie die hoog op de maatschappelijke agenda staat. De aanpak van verouderde bedrijventerreinen en de ontwikkeling van nieuwe terreinen, bieden mogelijkheden om die ambitie te realiseren. Eenvoudig is deze opgave niet. Het noodzaakt lokale en regionale overheden en andere betrokken partijen op meerdere borden tegelijk te schaken. Schaalniveau’s Duurzaamheid op bedrijventerreinen speelt zich af op verschillende schaalniveaus. Wij onderscheiden drie niveaus: 1. Regionaal niveau; 2. Gebiedsniveau; 3. Gebouwniveau. 1. Regionaal niveau Het is van belang de (her)ontwikkeling van het bedrijventerrein niet op zichzelf te beschouwen, maar in de regionale en stedelijke context. Zo kan voorkomen worden dat bedrijventerreinen elkaar in regionaal verband beconcurreren. Het zorgt er bovendien voor dat bedrijventerreinontwikkelingen worden afgestemd op toekomstige stedelijke transformatieprocessen. Deze kunnen van invloed zijn op de locatiekeuze, de omvang en de thematisering van het bedrijventerrein. 2 en 3. Gebieds- en gebouwniveau De grenzen tussen de verschillende schaalniveaus en duurzaamheidsthema’s zijn niet strak af te bakenen en niet los van elkaar te zien. Duurzaamheidsaspecten kunnen elkaar soms versterken. Een groene en waterrijke omgeving draagt bijvoorbeeld bij aan een gezond leefklimaat. Duurzaamheidsaspecten kunnen soms echter ook tegenstrijdig aan elkaar zijn. Slecht uitgevoerde energiebesparingmaatregelen kunnen bijvoorbeeld comfort en gezondheid schaden. Het gaat erom de kansen benutten die de lokale omgeving biedt. En te zoeken naar een optimale mix van duurzaamheidsmaatregelen op basis waarvan ambities waargemaakt kunnen worden. Naar een balans tussen sociale, ecologische en economische belangen. Cradle to cradle Als gemeente is er de behoefte het goede voor het milieu te doen, niet het minder slechte. Cradle to cradle kan hierbij een leidend principe zijn. Het gaat uit van volledig hergebruik van grondstoffen zodat producten honderd procent herbruikbaar zijn. Materiaal input en output worden gezien als technische of biologische voedingstoffen. Afval is voedsel. Het is een uitdaging om met dit gedachtegoed te ontwerpen. Bij het (her)ontwikkelen van bedrijventerreinen kan worden gezocht naar effectieve maatregelen, waarbij door het sluiten van de kringloop geen afvalstoffen meer vrijkomen. Op deze manier werken we aan een duurzaam resultaat.
27
Intensief ruimtegebruik Nederland behoort tot de dichtst bevolkte en dichtst bebouwde landen ter wereld. Vrijwel iedere vierkante meter grond heeft zijn eigen functie; landbouw, recreatie, natuur, wonen of werken. De ontwikkeling van een nieuw bedrijventerrein zal vrijwel altijd ten koste gaan van een schaars stukje open ruimte. De meeste bedrijven op bestaande bedrijventerreinen bestaan uit één bouwlaag, met daaromheen parkeerruimte, een stuk groen en ruimte voor eventuele latere uitbreidingen. Op deze manier wordt vaak nog niet de helft van de oppervlakte van een bedrijfskavel effectief gebruikt voor de eigenlijke bedrijfsactiviteiten. Door eerst deze onbenutte ruimtes te gebruiken en/of bestaande ruimtes verder te intensiveren wordt voorkomen dat nieuwe bedrijfskavels direct nodig zijn. Ook de functiemenging van wonen en werken biedt mogelijkheden. Voorkomen en aanpakken van verrommeling Het aantal bedrijventerreinen in de regio groeit snel. Met een toenemend aantal nieuwe bedrijventerreinen groeit ook het aantal verpauperende bedrijventerreinen. Overaanbod van bedrijventerreinen leidt tot een lage grondprijs en leegloop van bestaande terreinen. Doordat grond op bedrijventerreinen relatief goedkoop is worden bedrijven niet gestimuleerd om zuinig met ruimte om te gaan. Een groot aantal van de bedrijven dat zich op nieuwe bedrijventerreinen vestigt, komt van een bestaande locatie op korte afstand van de nieuwe. Door deze verhuisbewegingen van veelal gezonde bedrijven naar nieuwe terreinen, wordt het verpauperingsproces op bestaande terreinen versneld doorgezet. Als uitdaging moet worden gezien om van een verrommelende omgeving een prachtige omgeving te maken en van probleemterreinen, prachtterreinen. Door een goede herstructurering en een duurzame transformatie van bestaande bedrijventerreinen kan er een belangrijke stap worden gemaakt. Duurzame energie De Nederlandse energievoorziening zal in de komende decennia fundamenteel moeten veranderen om op lange termijn betaalbaar, betrouwbaar en schoon te zijn. Diversificatie van fossiele energiebronnen en een groter aandeel duurzame energie zullen veel schaarse ruimte claimen. Ruimtegebrek hoort tot de grootste knelpunten bij het realiseren van nieuwe energievoorzieningen. De kunst is om te zoeken naar lokaal aanwezige energiebronnen met een beperkt ruimtebeslag. Denk aan warmte-koude opslag, geothermie, mijnwater, biomassa, mestvergisting, zonnepanelen, zonneboilers en koudewinning uit zandwinputten. Om onze energietransitie te versnellen moeten nieuwe energieprojecten terdege rekening houden met dit intensieve ruimtegebruik. Duurzame gebouwen Bij het ontwerpen van een gebouw is het van belang niet alleen te kijken naar de omgeving waarin het komt te staan, maar ook naar de door de opdrachtgever gewenste uitstraling, de wensen van gebruikers en last but not least naar duurzaamheidsaspecten. Anno 21e eeuw zijn duurzame gebouwen een must, niet alleen ‘ethisch’ maar in toenemende mate ook economisch. Daarom werk op verschillende schaalniveaus en terreinen aan duurzame gebouwen: van strategisch voorraadbeheer tot interieurontwerp. Ontwerp gebouwen die rendabel zijn op sociaal, economisch en milieugebied. In het belang van people, profit en planet. Maak integrale, duurzame ontwerpen voor gebouwen, met daarin onder meer aandacht voor efficiënt gebruik van energie, innovatieve technieken voor energieopslag en –opwekking, hergebruik van verouderde gebouwen en de mogelijkheid van veranderend gebruik om functionele veroudering te voorkomen (levensduurverlenging). Parkmanagement Hoe zorgt men ervoor dat het bedrijventerrein waarvoor de gemeente de verantwoordelijk heeft voor een representatieve uitstraling en houdt? Parkmanagement kan vroegtijdige veroudering van een bedrijventerrein tegengaan. Door een duurzame aanpak wordt de levensduur van een bedrijventerrein verlengd en ontstaat een hoger rendement van particuliere en 28
overheidsinvesteringen: er is immers een langere levenscyclus van terrein en vastgoed. Bij parkmanagement gaat het om beheer van de publieke en private domeinen binnen het bedrijventerrein. Ondernemers en gemeente kunnen hierdoor rekenen op een duurzame kwaliteit en waardebehoud.
29
Bronvermelding − − − − − − − − − − −
BRO Adviseurs (juni 2012); Oplegnotitie Actualisatie bedrijventerreinen BRO Adviseurs (juni 2012); Notulen ondernemingsbijeenkomst bedrijventerreinen en enquêteresulaten Gemeente Gilze en Rijen (2010); Coalitieprogramma Gilze en Rijen 2010-2014 Kern’75-PvdACDA Gemeente Gilze en Rijen (2010); Welstandstoezichtbeleid Gemeente Gilze en Rijen, afdeling RO (januari 2012); Notitie Actualisatie bedrijventerrein De Haansberg en Broekakkers Gemeente Gilze en Rijen (april 2012); Toekomstvisie Gilze en Rijen 2025: “Wij zijn Gilze en Rijen” NVM Business (maart 2012); Herstructurering bedrijventerreinen: Op weg naar een marktgerichte benadering NLGR; Email d.d. 20 mei 2012: RE: Actualisatie bestemmingsplannen bedrijventerreinen (inzake ecologie in bestemmingsplannen) Oranjewoud (april 2012); Memo inventarisatie bedrijventerreinen en milieuzonering VNG (2009); Bedrijven en milieuzonering: Handreiking voor maatwerk in de gemeentelijke ruimtelijke ordeningspraktijk Arcadis; publicatie Duurzame bedrijventerreinen
30
Bijlagen Oplegnotitie Actualisatie bedrijventerreinen (BRO Adviseurs, juni 2012) Notulen ondernemingsbijeenkomst bedrijventerreinen en enquêteresultaten (BRO Adviseurs, juni 2012) Kaarten milieuzonering (Oranjewoud, september 2012)
31
Colofon
Bestuurlijke opdrachtgever College van burgemeester en wethouders van Gilze en Rijen Ambtelijke werkgroep ruimtelijke visie/kennisnetwerk Actualisatie bestemmingsplannen bedrijventerreinen Jack Simons afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling Peter Rutgers afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling Jeroen Tolboom afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling Sjaak van Raak afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling Ad van de Groes afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling Johan Huijben afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling Johan Stabel afdeling Ingenieursbureau Alette Barel afdeling Ingenieursbureau Henk Berk afdeling Ingenieursbureau Marius Tichgelaar afdeling Ingenieursbureau Nicole van der Steen afdeling Ingenieursbureau Gertjan Smit afdeling Ingenieursbureau Patricia Roos afdeling Ingenieursbureau Mari-an Smolders afdeling Veiligheid, Vergunningen en Handhaving Joyce de Koning afdeling Veiligheid, Vergunningen en Handhaving Conrad Kanters afdeling Veiligheid, Vergunningen en Handhaving Bas van ’t Hullenaar afdeling Veiligheid, Vergunningen en Handhaving Frank Boomaerts afdeling PRISMA Eric van Mierlo afdeling Financiën, Planning & Control Jeroen Leemans afdeling Bedrijfsondersteuning Reinier van Trigt Oranjewoud Mike Fransen Oranjewoud Kernteam actualisatie bestemmingsplannen bedrijventerreinen en tekst visie Eun-Joo Buter afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling Toon Capel afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling Kaartmateriaal Frank Boomaerts Oranjewoud Fotografie Toon Capel
afdeling PRISMA
afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling
Met dank aan: Gilze en Rijens Industrieel Contact (GRIC) Ondernemersvereniging Broekakkers Ondernemersvereniging De Haansberg Natuur-, en landschapsvereniging Gilze en Rijen (NLGR)
Rijen, september 2012
32