Tentoonstelling
Henry van de Velde – Passie Functie Schoonheid Jubelparkmuseum, Brussel 13 september 2013 – 12 januari 2014 Inleiding Henry van de Velde (1863-1957) is ongetwijfeld een van de belangrijkste kunstenaars van de twintigste eeuw. Het artistieke traject dat de man heeft afgelegd is indrukwekkend. Van de schilderkunst is hij geëvolueerd naar de decoratieve kunsten, hij was ook architect en hij heeft een belangrijke evolutie in het kunstonderwijs bewerkstelligd. Hij is de geestelijke vader van het legendarische Bauhaus en speelde een hoofdrol in de geschiedenis van het design. Op 3 april 2013 zal het 150 jaar geleden zijn dat Henry van de Velde werd geboren. Deze verjaardag is de perfecte gelegenheid om een grote retrospectieve over deze kunstenaar te organiseren. Ze zal niet alleen de grootste overzichtstentoonstelling zijn die ooit liep, ze is tevens de eerste die in Brussel zal plaatsvinden. Het spreekt voor zich dat dit een unieke en niet te missen evenement is! De Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis werken voor deze expositie samen met de Klassik Stiftung Weimar. De grootste Van de Veldespecialisten van Duitsland dragen dit project. De tentoonstelling zal in het Neues Museum in Weimar lopen van 24 maart tot 23 juni 2013. In het najaar, van 13 september tot 12 januari 2014, wordt zij georganiseerd in het Jubelparkmuseum in Brussel. Ofschoon de tentoonstelling een gemeenschappelijk project is, zullen er in de Brusselse venue eigen accenten worden gelegd. De tentoonstelling Van weinig kunstenaars is de levensloop zo bekend als van Henry van de Velde. De man liet bijzonder uitgebreide memoires na. Die maken het de onderzoekers niet alleen mogelijk om diens leven gedetailleerd te reconstrueren, zij werpen ook een licht op het creatieve denkproces dat aan de basis van de kunstwerken ligt. Het is bijgevolg evident dat zijn memoires de rode draad van de tentoonstelling zijn. Het leven en het werk van Henry van de Velde worden aan de hand van meer dan vijfhonderd objecten chronologisch belicht. Schilderijen, meubilair, zilverwerk, juwelen, ceramiek, boekbanden, architectuurontwerpen…, ze zijn alle getuigen van de uitzonderlijke veelzijdigheid van de kunstenaar. De kunstwerken worden niet alleen uitgeleend door de belangrijkste internationale musea, maar ook talrijke privéverzamelaars hebben de bruikleen van kunstwerken toegezegd. De tentoonstelling beperkt zich niet alleen tot werk van Henry van de Velde zelf, ook kunstwerken van artiesten die een relatie tot Van de Velde hadden, worden getoond om zo de intellectueel-artistieke context aan de bezoekers aan te reiken. België – Duitsland – Nederland – België Henry van de Velde begon zijn artistieke loopbaan in België aan het einde van de 19de eeuw. In 1900 vertrok hij naar Duitsland. Daar verbleef hij eerst in Berlijn om zich in 1902 op vraag
van groothertog Willem Ernst van Saksen-Weimar-Eisenach in Weimar te vestigen. Na een passage in Zwitserland van 1917 tot 1919 trok hij naar Nederland waar hij in opdracht van de familie Kröller-Müller werkte. Einde 1925 keerde hij naar België terug. Na de Tweede Wereldoorlog verhuisde hij definitief naar Zwitserland. De tentoonstelling focust op vier stadia: de eerste Belgische periode (1883-1900), de Duitse periode (1900-1917), de Nederlandse periode (1919-1927) en de tweede Belgische periode (1925-1939). De eerste Belgische periode (Kalmthout – Brussel) Het laatste decennium van de 19de eeuw was cruciaal voor de artistieke ontwikkeling van Henry van de Velde. De kunstenaar evolueerde in die periode van de schilderkunst naar de toegepaste kunsten. In een korte periode kon hij in de laatstgenoemde discipline een belangrijke plaats verwerven. Een van de belangrijkste werken in deze sectie is het monumentale borduurwerk Engelenwake (1892-93). Het is het werk dat Van de Velde zelf beschouwde als zijn sleutelwerk in de overgang naar de decoratieve kunsten. Aan de hand van schilderijen en tekeningen zal de bezoeker de artistieke weg kunnen volgen die Van de Velde in die jaren doormaakte en waarvan de essentie vervat ligt in dat textielwerk: de evolutie van het impressionisme naar het pointillisme en zijn aandacht voor de lijn die werd opgewekt toen hij het werk van Vincent van Gogh ontdekte bij de kunstenaarsgroep Les XX. Het tweede kernpunt van deze sectie is de eigen woning Bloemenwerf die Van de Velde als een totaalkunstwerk ontwierp en met zijn gezin betrok in 1896. Uitzonderlijk zal het volledige eetkamerameublement te zien zijn in combinatie met werk van kunstenaars die hij tot zijn kennisenkring kon rekenen en die in zijn eigen verzameling waren vertegenwoordigd zoals Henri de Toulouse-Lautrec, Théo Van Rysselberghe, William Finch, Paul Gauguin, Auguste Delaherche… Duitsland (Berlijn – Weimar) De art-nouveaucreaties van Henry van de Velde konden nog vóór 1900 op veel belangstelling rekenen vanuit Duitsland. Hij was ook een opgemerkte gast op kunsttentoonstellingen zoals op de felbesproken Münchner Secession in 1899, waarvan Van de Veldes inzending grotendeels in zijn oorspronkelijke setting zal kunnen worden getoond. Die buitenlandse aandacht en de steeds toenemende bestellingen brachten hem ertoe met zijn gezin te verhuizen naar Berlijn. Van zijn creatieve periode in de Duitse hoofdstad is de blikvanger een interieurelement – een kaptafel en een stoel - van de kapperszaak van François Haby die volledig door Van de Velde werd ingericht en die ophef maakte door het feit dat de waterleidingen ook een decoratieve functie hadden. Het is een typevoorbeeld van het nagestreefde doel: de symbiose tussen ornament en functie. Van zijn jaren in Weimar wordt naast zijn belangrijke opdrachten voor interieurontwerpen en objecten zoals het geroemde porseleinen tafelservies, ook veel aandacht besteed aan de kunstschool die hij er in opdracht van de groothertog uitbouwde. Van de Veldes werk wordt erin geconfronteerd met creaties van zijn leerlingen. Nederland (Wassenaar – Otterloo)
De Nederlandse periode wordt gekenmerkt door het werk voor de kunstverzamelaars KröllerMüller en zijn ontwerpen voor hun museum in Otterloo. De tweede Belgische periode (Brussel) De tweede Belgische periode wordt gekenmerkt door de oprichting van de school van Ter Kameren, het Belgische Bauhaus. Daarmee introduceerde Van de Velde zijn onderwijssysteem uit Weimar met succes in België. De prachtige foto’s die Willy Kessels van de diverse ateliers maakte, evenals het werk van leerlingen maken deze belangrijke ontwikkeling duidelijk. Daarnaast zal een volledige treincoupé worden tentoongesteld, wat zijn belangrijke rol van artistiek adviseur van de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen belicht. Naast aandacht voor zijn inbreng als architect van de paviljoenen voor de internationale tentoonstellingen van Parijs (1937) en New York (1939) en zijn werk voor de Rijksuniversiteit Gent - de befaamde Boekentoren - hoopt het Jubelparkmuseum in absolute primeur het bureauensemble te kunnen tonen dat de designer in 1935 ontwierp voor koning Leopold III. Architectuur Henry van de Velde heeft in vier huizen gewoond die hijzelf had ontworpen: Bloemenwerf (Ukkel, 1895), Hohe Papeln (Weimar, 1907), De Tent (Wassenaar, 1920-21) en La Nouvelle Maison (Tervuren, 1927-28). Van elk van deze huizen zal de maquette worden getoond. Deze schaalmodellen zijn de uitgangspunten om zijn architectonische oeuvre toe te lichten. Dat gebeurt aan de hand van originele plannen en foto’s. De scenografie Henry van de Velde besteedde bijzondere aandacht aan het design van zijn ontwerpen. Daarom werd geopteerd voor een uitmuntende scenografie. Het basisconcept is geïnspireerd op de lijn van de kroonlijst van het huis Gut Lauterbach in Crimmitschau dat Van de Velde in 1907 inrichtte. Die lijn is de basis voor alle sokkels en vitrines die als verwijzing naar een bepaalde meubelproductie van Van de Velde na 1900, in witte lak werden uitgevoerd. Blowups van de historische foto’s zullen wezenlijk deel uitmaken van de presentatie. Meesterwerken Van de meer dan vijfhonderd kunstwerken zijn er verschillende die absolute meesterwerken zijn omdat zij functionaliteit en schoonheid op perfecte wijze combineren en icoonstatus hebben verworven. Daartoe behoort zeker het paar kandelaars uit de verzameling van het Jubelparkmuseum. In 1900, vlak voor Henry van de Velde naar Duitsland vertrok, kocht dit museum het paar kandelaars dat de kunstenaar had geëxposeerd op de beroemde Brusselse salon van La Libre esthétique. Met de aankoopprijs van 850 frank betaalde de Belgische staat een klein fortuin en het was meteen ook de duurste aankoop van de pas opgerichte sectie Arts décoratifs modernes. Maar, meer dan honderd jaar later kunnen de kandelaars nog steeds worden gerekend tot de belangrijkste collectiestukken van de art-nouveauverzameling. De kandelaars, die omstreeks 1898-99, tot stand kwamen zijn immers exemplarische getuigen van zijn gevleugelde uitspraak ‘Een lijn is een kracht […]’.
Van de Veldes concept Het gegeven dat et een kracht uitgaat van een lijn was het uitgangspunt en de constante van het gehele artistieke oeuvre van Van de Velde. De dynamiek van de lijn bepaalt in dezelfde mate het patroon van een stof of een behangselpapier als de geledingen van de gevel van een huis of de constructie van een meubel. De lijn beweegt zich in de ruimte en ondersteunt de creatie in essentiële mate. Van de Velde ging ervan uit dat de lijnen onderling net zo logisch en consequent in verhouding staan als getallen en muzieknoten. De aandacht voor de lijn was al latent aanwezig in zijn schilderijen en transformeerde begin jaren 1890 tot abstracte grafische ornamenten. Uiteindelijk slaagde Van de Velde erin de typische dynamische lijnenstructuur naar de derde dimensie over te brengen. De kandelaars zijn louter lineaire ruimtelijke skeletten geworden die een bewegingspatroon volgen. Hiermee bereikte hij een perfecte symbiose tussen de functie en het ornament. Vanaf het ogenblik dat hij dit theoretische systeem beheerste, paste de gepassioneerde Van de Velde het toe op quasi al zijn creaties waardoor de lineaire bewegingsimpuls en de ruimtelijkheid van de lijn de essentie van zijn decoratieve objecten en architectuur uit de art-nouveauperiode vervat. Andere projecten rond Henry van de Velde -
Henry van de Velde Awards & Labels 2012, 16/01/2013 – 02/03/2013, wedstrijd, www.designvlaanderen.be Peter Behrens – Van Jugendstil tot industriële vormgeving, Design Museum Gent, tentoonstelling, www.design.museum.gent.be Art nouveau en art deco 2013 biënnale, 05/10/2013 – 27/10/2013, rondleidingen en bezoeken aan gebouwen, www.voiretdirebruxelles.be In het spoor van Henry van de Velde - 1994-2013, 20 jaar Henry van de Velde Awards & Labels, 15/11/2013 – 12/01/2014, tentoonstelling, www.designvlaanderen.be In het kader van het Henry van de Veldejaar 2013 geeft De Post twee postzegels uit.
Organisatie Commissarissen Dr. Thomas Föhl, hoofdcommissaris (Klassik Stiftung Weimar) Sabine Walter, commissaris (Klassik Stiftung Weimar) Prof. Dr. Werner Adriaenssens, commissaris (Jubelparkmuseum, Brussel) Coördinatie Karin Theunis, hoofd Tijdelijke Tentoonstellingen Meer informatie voor journalisten Bart Suys, hoofd Communicatie +32 (0)2 741 73 00 –
[email protected] Praktisch Henry van de Velde – Passie Functie Schoonheid 13 september 2013 – 12 januari 2014 Jubelparkmuseum Jubelpark 10 B-1000 Brussel
www.kmkg.be
[email protected] Openingtijden Di – zo, 10:00 – 17:00 (de kassa sluit om 16:00 Gesloten op maandag, 1/11, 11/11, 25/12 en 1/01 Toegangsprijzen € 10, € 7, € 4 Rondleidingen Informatie en reserveringen: +32 (0)2 741 72 14,
[email protected]