HENRY VAN DE VELDE AWARDS LABELS 15
WOORD VOORAF
FOREWORD
De Henry van de Velde Awards & Labels onderstrepen de overvloed aan goed design in Vlaanderen en brengen rolmodellen uit de designsector onder de aandacht. Een Henry van de Velde Award of Label winnen betekent veel voor de ontwerper of het bedrijf in kwestie. Het is niet zomaar een bekroning van hun concurrentiekracht, maar bovenal een officiële erkenning en waardering voor hun werk. Het is een bevestiging dat ze creatief zijn, dat ze durven te experimenteren en risico’s te nemen, en bestaande zaken voortdurend in vraag stellen. Nieuwe concepten worden gelanceerd en conflicten opgelost. Samen met anderen levert de ontwerper op zijn manier een bijdrage aan de vooruitgang van de wereld en het welzijn van haar bewoners. De Henry van de Velde Awards & Labels zijn niet alleen een erkenning van wat is. Ze signaleren nieuwe ontwikkelingen en zijn voor de hele designgemeenschap vooral een stimulans om door te zetten, te inspireren en te verrassen. Om te blijven geloven in het belang van design en de maatschappelijke rol die de designers vervullen. Tot in het buitenland dragen de Henry van de Velde Awards & Labels het Vlaamse creatieve potentieel uit. Als overheid is het onze taak om de positie van design in onze economie en samenleving te garanderen door het blijvend te ondersteunen en te stimuleren.
The Henry van de Velde Awards & Labels showcase the abundance of good design in Flanders and promote role models from the design sector. Winning a Henry van de Velde Award or Label means a lot to the designer or firm in question. It is not just an acknowledgment of their competitiveness, but above all an official recognition and appreciation of their work. It is a confirmation that they are creative, that they dare to experiment and take risks and continually call into question the existing state of affairs. New concepts are launched and conflicts resolved. Along with others, the designer makes a distinctive contribution to progress in the world and the well-being of its residents. The Henry van de Velde Awards & Labels are not only a recognition of what is. They also signal new developments and serve as a stimulus to encourage, inspire and surprise the entire design community. The aim is to continue believing in the importance of design and the social role that designers fulfil. The Henry van de Velde Awards & Labels spread Flemish creative potential far and wide internationally. As the Flemish government, it is our duty to safeguard the position of design in our economy and society by continuing to support and promote it.
Philippe Muyters Vlaams minister van Werk, Economie, Innovatie en Sport
Philippe Muyters Flemish minister for Work, Economy, Innovation and Sport
03
HENRY VAN DE VELDE AWARDS LABELS 15
Trofee • Trophy (15 × 7,5 × 5 cm), Rembrandt Jordan Foto • Photo Johan Blommaert
04
13 januari 2016. De Vlaamse ministers Philippe Muyters en Joke Schauvliege reiken respectievelijk de Henry van de Velde Awards & Labels 2015 en de OVAM Ecodesign Awards PRO uit in de Henry Le Boeuf-zaal van BOZAR in Brussel. Dit is alweer de 22ste editie. We hebben de zichtbaarheid van de Henry van de Velde Awards & Labels verder verbeterd en het evenement continu aan belang zien winnen. De uitreiking bereikt een alsmaar groter publiek. De avond van de uitreiking zelf vormt voor de designsector het hoogtepunt bij uitstek en zonder twijfel ook het belangrijkste netwerkmoment van het jaar. Net geen 1 500 ontwerpers, ondernemers, betrokken politici en beleidsmensen, designkenners en -critici, studenten, liefhebbers en andere supporters vinden er elkaar om samen het succes en de toekomst van design te vieren. Dat op zich is al de moeite waard. Uiteraard reikt het belang van de Henry van de Velde Awards & Labels veel verder. Gelauwerd worden met een Henry van de Velde Award of een Henry van de Velde Label blijft de (stille) hoop van iedere ontwerper of elk designbedrijf. De enthousiaste reacties van de ontwerpers en de bedrijven die voor hun product een Label krijgen, kunnen dat alleen maar bevestigen. Deze editie waren er maar liefst 206 inzendingen en 65 nominaties. Een groep experts selecteerde 19 winnaars. Uiteraard willen we er ook deze editie het brede publiek bij betrekken en bieden we hen de kans om op hun favoriete product of dienst te stemmen tijdens de tentoonstelling in BOZAR in Brussel. Designprijzen en -labels dienen niet alleen om personen of producten in de bloemetjes te zetten, maar vooral ook om fundamentele ontwikkelingen en verschuivingen te detecteren en te signaleren. Design was lang een onderbenut instrument en werd alleen ingezet voor esthetische of vormgevingsaspecten. De 19 producten met een Label laten zien hoe breed design en zijn verschillende methodieken tegenwoordig worden ingezet. Dat gaat van productdesign, grafisch ontwerp, illustratie en het vormgeven van de corporate identity van een bedrijf of organisatie, consumer en professional goods over interactieve producten tot service design, en andere designmethodieken en denkwijzen. In vele gevallen werkt de designer niet meer als individu of als lid van een designteam, maar zoekt hij naar complementariteit en kruisbestuiving met experts uit eigen maar ook andere sectoren. De ontwerper denkt en ontwikkelt nieuwe visies, modellen, projecten en producten, samen met sociologen, psychologen, biologen, ingenieurs, bedrijfsleiders, marketeers, kunstenaars en andere creatieven, en last but not least met de consument zelf. Voor de laureaat die de Henry van de Velde Award voor Loopbaan krijgt, betekent deze prijs een bevestiging, en tegelijk vervult hij de rol van inspirator en bezieler voor de jongere ontwerpers en bedrijven. Paul Verhaert, laureaat 2015, is daar het perfecte voorbeeld van. Daarom beslisten we om zijn loopbaan in een documentaire in beeld te brengen met de focus op zijn impact als toekomstgericht denker op economie, wetenschap, onderwijs en uiteraard de designsector. We zijn ervan overtuigd dat deze film inspirerend zal zijn voor menig (jong) designer. Met de keuze voor Materialise als laureaat in de categorie Bedrijf bewandelt de jury een nieuwe bredere piste. Materialise viert dit jaar zijn 25ste verjaardag en is vooral bekend om zijn activiteiten rond snelle industriële en medische prototyping. De jury koos duidelijk voor een hoogtechnologisch bedrijf waarvan de verdienste van zijn oprichter en CEO Fried Vancraen zoveel verder reikt dan alleen het op de markt brengen van unieke designs. Hier wordt een bedrijf gelauwerd dat productontwikkelaars en bedrijven actief binnen het totale spectrum
13 January 2016. The Flemish ministers Philippe Muyters and Joke Schauvliege will distribute the Henry van de Velde Awards & Labels 2015 and the OVAM Ecodesign Awards PRO respectively, at a ceremony in the Henry Le Bœuf Hall of BOZAR in Brussels. This year’s is the 22nd edition of the awards. We have further enhanced the visibility of the Henry van de Velde Awards & Labels, and the event has gained increasing attention. The award ceremony draws an ever larger audience, and the evening itself is the networking high point of the year for the design sector. Close to 1 500 designers, entrepreneurs, relevant politicians and policymakers, design experts and critics, students, amateurs and other supporters come together to celebrate the success and the future of design. That in itself is a worthwhile goal. The importance of the Henry van de Velde Awards & Labels goes much further, of course. Obtaining a Henry van de Velde Award or a Henry van de Velde Label remains the (unspoken) hope of every designer or design firm. The enthusiastic reaction of the designers and firms that have received a Label for their product certainly confirms this. This edition saw more than 206 submissions and 65 nominations. A group of experts selected 19 winners. Once again, we wanted of course to involve the wider public and offer them a chance to vote for their favourite product or service during the exhibition at BOZAR in Brussels. Design prizes and labels are intended not only to celebrate people or products, but above all to identify and signal fundamental developments and shifts. Design was for long an under-used instrument and was utilized only for aesthetic or formal aspects. The 19 products that have received a Label indicate how broadly design and its various methods are applied nowadays. They range from product design, graphic design, illustration, the development of the corporate identity of a company or organization, consumer and professional goods through interactive products to service design, as well as other design methods and ways of thinking. In many cases the designer no longer works as an individual or member of a design team, but seeks complementarity and cross-fertilization with experts from their own as well as other sectors. The designer conceives and develops new visions, models, projects and products together with sociologists, psychologists, biologists, engineers, business leaders, marketers, artists and other creative types, and last but not least with the consumer him- or herself. For a Henry van de Velde Career Award winner, the prize serves as a confirmation, but the winner in turn is a source of inspiration and encouragement to younger designers and firms. Paul Verhaert, the 2015 laureate, is a perfect example of this. Therefore we decided to produce a documentary illustrating his career with a focus on his impact as a future-oriented thinker about the economy, science, education and of course the design sector. We are convinced that this film will be inspiring for many (young) designers. With the selection of Materialise as the winner in the Company category, the jury is blazing a new and broader trail. Materialise celebrates its 25th birthday this year, and is known principally for its work with quick industrial and medical prototyping. The jury clearly opted for a high-tech company where the merit of its founder and CEO Fried Vancraen goes much further than simply bringing unique designs to the market. The company being recognized here is one that offers innovative software solutions and services to product developers and companies across the entire spectrum of industry. Materialise offers them the opportunity to respond quickly to problems and needs, and thus to achieve a stronger competitive position.
05
van de industrie, innovatieve softwareoplossingen en diensten aanbiedt. Materialise biedt hen de kansen om snel antwoorden te bieden op problemen en behoeftes, en daardoor een sterkere concurrentiële positie in te nemen. Simon de Smet en Timothy Macken (Made) behoorden tot de laatste lichting studenten productontwikkeling in Antwerpen die zich gelukkig prijzen Paul Verhaert als docent te hebben gekend. In tien jaar tijd groeide hun bureau Made uit tot een ploeg van twaalf man en ontwikkelden zij een brede expertise gaande van product- over digital tot service design. Zij kapen dit jaar helemaal verdiend de Award voor Jong Talent weg. Met deze laureaten heeft de jury dit jaar duidelijk gefocust op de link van design met industrie en innovatie. Om de milieu-inspanningen van onze Vlaamse ontwerpers en bedrijven te belonen, reikt OVAM jaarlijks de Ecodesign Award PRO uit voor professionele ontwerpers. Ook dit jaar vallen er boeiende ontwerpen in de prijzen. De OVAM Ecodesign Award PRO is al sinds acht edities opgenomen als extra categorie van de Henry van de Velde Awards & Labels. Bernard De Potter, administrateur-generaal van het Agentschap Ondernemen & Innoveren, en het hele Design Vlaanderen-team, feliciteren alle laureaten.
De jury voor de Henry van de Velde Awards was samengesteld uit Vic Cautereels (designer en expert designmanagement, docent Design Academy Eindhoven), Katja Craeghs (matchmaker, coördinator IDE), Kris Dekeyzer (projectmanager Designregio Kortrijk, lector Howest, partner The Opportunity Factory), Christophe De Schauvre (freelancejournalist, copywriter, medewerker Cultuurplatform Design), Axel Enthoven (designer en stichter Enthoven Associates, laureaat Henry van de Velde Award voor Loopbaan 2004), Marc Huls (CEO Jongform, laureaat Henry van de Velde Award voor Bedrijf 2013), Karen Sprengers (innovation manager Wood.be, coördinator MateriO Belgium), Dieter Van Den Storm (freelancejournalist, coördinator creatieve industrie BOZAR, pr-verantwoordelijke Vitra België, medewerker Interieur Foundation) en Dries Verbruggen (Unfold, ontwerper, laureaat Henry van de Velde Award voor Jong Talent 2014).
Simon de Smet and Timothy Macken (Made) belonged to the last cohort of students in product development in Antwerp to have had the good fortune of studying with Paul Verhaert. In ten years’ time, they have developed their own firm, Made, into a team of twelve people and have gained ample expertise ranging from product through digital to service design. This year they have carried off the entirely deserved Young Talent Award. With this group of laureates, the jury has this year clearly focused on the link between design on the one hand and industry and innovation on the other. In order to reward the environmental efforts of our Flemish designers and companies, OVAM (the Public Waste Agency of Flanders) gives out an annual Ecodesign Award PRO to professional designers. Once again this year, the prize-winners have come up with exciting designs. The OVAM Ecodesign Award PRO has for the past eight years been included as one of the categories of the Henry van de Velde Awards & Labels. Bernard De Potter, administrator-general of the Enterprise Flanders agency, and the entire Design Flanders team wish to congratulate all the laureates. Inge Vranken
The jury for the Henry van de Velde Awards was made up of Vic Cautereels (designer and design management expert, lecturer at the Design Academy Eindhoven), Katja Craeghs (business matcher, IDE coordinator), Kris Dekeyzer (project manager at Designregio Kortrijk, lecturer at Howest, partner of The Opportunity Factory), Christophe De Schauvre (freelance journalist, copywriter, Cultuurplatform Design staff member), Axel Enthoven (designer and founder of Enthoven Associates, winner of Henry van de Velde Career Award 2004), Marc Huls (CEO of Jongform, winner of Henry van de Velde Company Award 2013), Karen Sprengers (innovation manager Wood.be, coordinator at MateriO Belgium), Dieter Van Den Storm (freelance journalist, creative industry coordinator with BOZAR, responsible for PR at Vitra Belgium, Interieur Foundation staff member) and Dries Verbruggen (Unfold, designer, winner of Henry van de Velde Young Talent Award 2014).
06
7
HENRY VAN DE VELDE AWARD 15
PAUL VERHAERT
09
LOOPBAAN CAREER
1969. In dat revolutionaire jaar richtte Paul Verhaert (°1945) zijn bedrijf Verhaert Company op. De ontwerper, afgestudeerd aan de Design Academy van Eindhoven in 1968, is een servicedesigner pur sang. Ten dienste staan van andere bedrijven om innovatieve producten of services te bedenken, is altijd zijn missie geweest. Die insteek leidde tot meer dan 500 innovatieve producten. En tot samenwerkingen met industriële sectoren, tot in de ruimtevaart toe. Verhaert was bestuurder van Agoria, lector aan de UAMS (University Antwerp Management School) en hoogleraar aan de Hogeschool Antwerpen. JURY “Hij is een icoon, had 160 mensen in dienst en pionierde in engineering in veel verschillende domeinen. Hij heeft zeer markante projecten neergezet en was innovation researcher lang voor iemand anders dat was. Opvallend is dat hij nooit uitsluitend met esthetica bezig is geweest, maar altijd koppig naar de meest vernieuwende oplossing zocht. Hij ligt aan de basis van zoveel technische ontwikkelingen: in de ruimtevaart, maar bijvoorbeeld ook in de meubelsector. Hij is de uitvinder van de mechanismen achter de relaxzetel zoals die nu nog altijd bestaat. Niemand in België heeft ooit zijn niveau gehaald en toch bleef hij altijd op de achtergrond. Het is tijd dat hij uit de schaduw treedt. Het bedrijf Verhaert kreeg in 2002 een Henry van de Velde Award voor Bedrijf. Toch staat de jury erop om deze Henry van de Velde Award voor Loopbaan aan Paul op te dragen, vanwege zijn persoonlijke inzet in onderwijs- en industriële instellingen.”
1969. The revolutionary year in which Paul Verhaert (°1945) set up Verhaert Company. The designer, who graduated from Eindhoven Design Academy in 1968, is a service designer through and through. It has always been his mission to think up innovative new products and services for other companies. This particular mind-set has resulted in more than 500 innovative products as well as partnerships in all kinds of industries, even space exploration. Verhaert has been a non-executive director at Agoria, a lecturer at UAMS (University of Antwerp Management School) and a professor at Antwerp University College. JURY “He is an icon, has employed more than 160 people and was a pioneer in many areas of engineering. He has led several outstanding projects and was an innovation researcher long before anyone else. What sets him apart is that he has never been a slave to aesthetics, but has doggedly sought the solutions that yield the greatest innovation. He is behind numerous technical developments, for example in space exploration, but furniture as well. He is the inventor of the mechanism in the modern-day reclining chair. No one in Belgium has ever attained his level of achievement, yet he has always remained in the background. It is time that he stepped out from the shadows. In 2002 Verhaert received a Henry van de Velde Company Award, but the jury is now presenting Paul with this Henry van de Velde Career Award for all his work in educational and industrial installations.”
Teams Verhaert aan het werk aan ruimtevaartprogramma’s Verhaert teams working on space programs
10
Het was rond mei 1968 dat de jonge Paul Verhaert in Parijs het met een spuitbus op een muur aangebrachte opschrift L’homme fait l’amour avec les choses tegenkwam. Die slogan verwoordde exact wat toen diep in hem zat en waarmee hij heel zijn verdere carrière is blijven navigeren. Ontwerpen is voor hem het genereren van toegevoegde waarde waardoor een voorwerp niet een onderdeel van de werkelijkheid is, maar het die werkelijkheid preformeert. Bij het ontwerpen van nieuwe producten had hij altijd de gebruiker voor ogen, zodat het resultaat voor de gebruiker een optimale wisselwerking met de omgeving garandeerde. De naam Paul Verhaert doet bij een breed publiek niet meteen een belletje rinkelen, ook al is hij veruit de productiefste productdesigner in Vlaanderen. Je krijgt eerder opgetrokken wenkbrauwen of vragende blikken. Paul Verhaert heeft er nooit naar gestreefd om een household name te worden. Hij is geen tafelspringer en gaat nooit nodeloos zijn opinie van het dak staan schreeuwen. Al van bij de opstart van zijn bedrijf koos hij resoluut voor een organisatie die los van hem kon bestaan. Het leek hem economisch contraproductief als zijn bedrijf verstrengeld zou moeten zijn met zijn publieke status als ontwerper. Daardoor kregen de mensen in zijn bedrijf de plek die ze verdienden en hebben ze altijd de ruimte gekregen om te groeien en om zich te ontwikkelen. Voor Paul Verhaert is creativiteit een teer plantje waaraan je het best niet gaat trekken, want dan trek je de wortels los. Paul Verhaert is zijn hele loopbaan op zoek gegaan naar het creëren van meerwaarde vanuit die generositeit, gekoppeld aan een kritisch inlevingsvermogen en een grote dadendrang met een scherp oog voor opportuniteiten. Hij is discreet en geëngageerd, hij laat weinig aan het toeval over en incorporeert kritische (zelf)reflectie. Op zich is hij nooit alleen maar designer geweest.
Paul Verhaert © Cnocspot
Teams Verhaert aan het werk aan ruimtevaartprogramma’s Verhaert teams working on space programs
11
L’HOMME FAIT L’AMOUR AVEC LES CHOSES Kurt Vanbelleghem
BOUWEND Al van bij het begin wilde Paul Verhaert voor zijn bedrijf een entiteit die op zichzelf stond, zo onafhankelijk mogelijk opererend. Om het zich daarbij gemakkelijk te maken, had hij zich voorgenomen om alles te weren wat in de weg zou staan om het ooit over te laten. Hij heeft in zijn opstartjaren geëxperimenteerd met een associatiemodel, maar al snel kon hij zich niet van de indruk ontdoen dat ze altijd elkaars handje gingen vasthouden. Toen hij na twee jaar die associatie weer uit elkaar wilde halen, leek het wel alsof hij een soort huwelijk aan het ontbinden was. Een organisatie van de grond af uitbouwen tot een onderneming met meer dan 150 werknemers, met afdelingen in verschillende landen en die pionier is in tal van disciplines zoals ruimtevaart en onderwijs, kan alleen maar als je heel hard gefocust blijft. Verhaert is over de decennia heen altijd die focus blijven bijstellen, gebaseerd op een scherpe analyse van potentiële groeimarkten. Tijdens de jaren 70 heeft hij zich grotendeels toegelegd op het ontwerpen van medische instrumenten, terwijl hij in de jaren 80 meegegaan is in de eerste golf van digitalisering, met inbegrip van het designproces zelf. Tijdens het laatste decennium van de vorige eeuw heeft hij die kennis verder aangevuld, onder invloed van de toenmalige opkomst van software en elektronica, om tot een overkoepelende systeemkennis te komen. De sector bij uitstek om die kennis in te ontwikkelen was de markt voor instrumenten in microzwaartekracht-
It was around May 1968 when the young Paul Verhaert came across the slogan L’homme fait l’amour avec les choses graffitied on a wall in Paris. It encapsulated something he felt deep inside and would spend the rest of his career exploring. For him, design is about giving an object a sort of added value that separates it from the surrounding reality and allows it to enact that reality. When designing new products he always saw things from the user’s perspective so that the final object guaranteed the user optimum interplay with reality. Paul Verhaert’s name won’t ring many bells with the general public, though he is by far Flanders’s most prolific product designer. It might raise an eyebrow or cause a quizzical look. Paul Verhaert has never striven to become a household name. He never seeks the limelight and never shouts his opinions from the rooftops. He founded his business on the idea that it should be capable of operating without him. He thought it would be counter-productive, economically, if his business were entwined with his public designer status. This has given the people in his organisation the stature they deserve and they have always had room to grow and develop. Paul Verhaert has always seen creativity as a delicate flower, which shouldn’t be teased too hard or you might uproot it. Paul Verhaert has spent the whole of his career looking to create added value from that generosity, based on critical empathy coupled with a strong drive and a keen sense of opportunity. He is discreet and committed, leaves little to chance and employs critical (self) reflection. In other words, he has always been more than just a designer. BUILDING From the outset Paul Verhaert wanted his business to be a standalone entity, one that would operate as independently as possible. To make it easy he had intended to reject anything that might get in the way of his passing it on. In the initial years after starting the business he explored an associative model, but it soon became clear that this was always going to involve very deep ties. When, after two years, he decided to break the association up it felt like he was ending a marriage. It is not possible to take an enterprise from nothing to more than 150 employees, to set up departments in other countries and push the boundaries in all kinds of industries, like space and education, if you don’t keep your focus. Over the decades Verhaert has always readjusted that focus in line with his keen analysis of markets with the potential for growth. In the 70s he concentrated on the design of medical instruments and in the 80s he caught the first wave of digitalisation, which actually washed over the design process itself. In the closing decade of the last century he took that knowledge further, inspired by the rise of software and electronics, to gain an overall knowledge of systems. The ideal market for this knowhow was in microgravity research instruments for the space industry. In the opening decade of this century he went all out for the space industry and began designing and supplying satellites. In 2005 he hived off the space exploration department and sold it to QinetiQ. Since then his innovative visions for new product management and technology transfer have been the source of many new products.
onderzoek in de ruimtevaart. In het eerste decennium van deze eeuw heeft hij volop de kaart van de ruimtevaart getrokken en deze jaren zijn dan ook gekenmerkt door het ontwerp en de levering van satellieten. In 2005 heeft hij de ruimtevaartafdeling verzelfstandigd en verkocht aan QinetiQ. Vanaf dan vormden innovatieve visies op new product management en technologietransfer de bronnen voor het ontstaan van veel nieuwe producten. In al dat vele werk is Paul Verhaert er zich zeker van bewust dat dit soms onaangenaam was voor zijn directe omgeving. Net als vele andere bedrijfsleiders heeft hij best wel frustraties over het feit dat hij weinig met zijn kinderen is bezig geweest toen ze naar school gingen. Maar Paul Verhaert is niet iemand die met spijt achteromkijkt. In die drukke periode van expansie op alle terreinen had hij ook niet opgemerkt dat zijn zoon Koen al vanaf zijn twaalfde een soort schaduwbureau bij hem thuis had opgericht, waar hij de opdrachten waarmee zijn vader bezig was op zijn eigen manier ging verwerken. Het stond dus al min of meer in de sterren geschreven dat hij zijn vader zou opvolgen. Dat Koen Verhaert in Antwerpen de opleiding productontwikkeling zou gaan volgen, waar zijn vader lesgaf, bleek te veel van het goede te zijn. Na een paar maanden had hij zich al, zonder medeweten van zijn vader, ingeschreven in de Design Academy in Eindhoven. Daarna raadde zijn vader hem aan om een MBA te halen voordat hij volwaardig in het bedrijf kon komen. Die begeleiding van zijn zoon in het combineren van een zakelijke en een ontwerpopleiding was gebaseerd op een reflectie over de rol van zijn zoon als zijn toekomstige opvolger. Als hij dan toch de toekomst van het bedrijf representeerde, dan diende hij in de eerste plaats morele autoriteit te verwerven bij de werknemers. Dat kon niet louter omdat hij ‘de zoon was van’, maar alleen op basis van zijn eigen gecombineerde inzichten op industriële productontwikkeling en managementvaardigheden. Ook Koens tweelingzus Judith gaf op een bepaald moment aan dat ze graag in het bedrijf wilde stappen. Paul Verhaert voelde zich daar als vader tegelijkertijd ontroerd en verwonderd over, omdat hij aanvoelde dat ze haar talenten op een heel ander vlak tot uiting zou brengen. Dat ze beter in een coachende dan zakelijke omgeving zou gedijen, besefte Judith Verhaert ook, zodat ze zelf besliste een andere weg in te slaan. Met dergelijke vragen juist leren omgaan, die vanuit alle perspectieven bekijken, was voor vader Verhaert de meest uitdagende test. ONTWERPEND Voor Paul Verhaert gaat design gewoon over ontwerpen tout court. De echte vraag zit hem in wat je wilt ontwerpen en nog scherper gesteld gaat het over welk resultaat je wilt in élk ontwerp. Het antwoord daarop ligt in zijn verhaal over toegevoegde waarde. Die toegevoegde waarde gaat in de eerste plaats over een balans vinden tussen enerzijds de nieuwe kwaliteiten die je aan een product wilt meegeven en anderzijds de ongewenste effecten die deze nieuwe kwaliteiten veroorzaken. Het product wordt door de toegevoegde functies bijvoorbeeld duurder of zwaarder en als die verhoudingen tijdens het ontwerpen gelijk op blijven lopen, dan creëer je geen toegevoegde waarde. Pas wanneer je in het ontwerp de toegenomen kwaliteit kunt loskoppelen van de negatieve effecten verkrijg je een meerwaarde. Die kan in de prijs zitten, maar ook aan de kant van de gebruiker liggen; de strategieën verschillen per product. Voor Paul Verhaert ligt de ideale balans die het meest toegevoegde waarde garandeert in innovatie. Die innovatie kan uit drie hoeken komen. Door te putten uit vernieuwde technologische inzichten, door te vertrek-
13
Though he immersed himself in these projects Paul Verhaert knew that it may have been difficult for his nearest and dearest at times. He felt frustrated, as many entrepreneurs do, about getting such little time with his children when they attended school. But Paul Verhaert isn’t one to look back with regret. During that busy all-round expansion he hadn’t noticed that his twelve-year-old son Koen had set up a sort of shadow office at home, where he worked on his father’s projects in his own way. In other words, he was more or less fated to follow in his father’s footsteps. Koen Verhaert’s decision to study product development in Antwerp, where his father taught, seemed too good to be true. Within a few months he applied to the Design Academy in Eindhoven, without his father’s knowledge. His father then advised him to get an MBA before taking up a position in the company. His advice to combine business studies with design had a lot to do with his thoughts on his son’s role as his successor. If he was indeed the future of the company, his first job would be to gain moral acceptance and respect from the employees. This he couldn’t do by being ‘the boss’s son’, but by having management skills of his own combined with a sound understanding of industrial product development. At one point Koen’s twin sister, Judith, said she wanted to join the business. As a father, Paul Verhaert was both touched and amazed, because he thought she would employ her talents in an entirely different field. Realising that she would do better in a coaching environment than in business, Judith finally decided to follow another career. Learning to deal with issues like this, which have an impact on all kinds of levels, was Paul’s most challenging test as a father. DESIGNING As Paul Verhaert sees it, design means designing, period. The real question is what you want to design, more pertinently the result you want for the design. The answer lies in Paul’s ideas of added value. This added value usually comes through a balance between the new qualities you want to invest in a product and the unwanted effects these qualities cause. For example, additional functions make the product so much more expensive or heavier. If these proportions persist through the design process they prevent the creation of added value. It is only when design disentangles the added quality from the negative effects that the added value comes into play. It might be in the price, but it might equally be something on the user’s side; strategies differ from product to product. The balance that guarantees the greatest added value lies in innovation, as Paul Verhaert sees it. Innovation can come from three directions: drawing on new insights in technology, seeing things from the user’s viewpoint or adapting the business model. If added value is to hit home right along the product chain, then all three components must stay in optimal proportion to each other through the process. That is exactly what Paul Verhaert has been saying all this time and the very thing that has allowed him to make a difference. The added value of a manufactured product must survive the industrial value chain from supplier to distributor and ultimately consumer. The products must have enough added value in themselves to survive distribution across that chain, yet still be of benefit to the buyer. This approach to design requires constant monitoring throughout the process. Teams Verhaert aan het werk aan ruimtevaartprogramma’s Verhaert teams working on space programs
14
ken vanuit de gebruiker of door het zakelijke model aan te passen. Als de toegevoegde waarde een impact wil hebben op de hele keten waarin het product optreedt, is het belangrijk dat alle drie deze componenten altijd in een optimale verhouding tot elkaar blijven staan. Dat laatste is juist waarop Paul Verhaert is blijven hameren en waar hij het verschil heeft gemaakt. Die toegevoegde waarde bij industrieel te vervaardigen producten moet de hele waardeketen van industrie over leverancier, distributeur en eindverkoper overleven. Het moeten producten zijn die op zich voldoende toegevoegde waarde meekrijgen om dan over heel die ketting te kunnen worden verdeeld en waarbij er uiteindelijk ook een voordeel voor de koper dient in te zitten. Deze designbenadering vraagt dus om een continue monitoring tijdens het volledige proces. ONDERNEMEND Paul Verhaert heeft zelf nooit een businessopleiding gevolgd, maar hij heeft zich van in het begin als ontwerper verbonden met het management van de bedrijven waarvoor hij werkte en hij heeft daarbij veel geleerd. Iets waarvoor hij zijn klanten nog altijd heel dankbaar is. Daarnaast werd hij ook gevoed door de dingen die hij gewoon tegenkwam en waarbij hij dan alleen op zijn eigen intuïtie kon afgaan. Ruimtevaart was zo’n opportuniteit die veel ondernemende inspanningen heeft gevraagd zonder dat hij kon terugvallen op bestaande modellen. Het zakelijke model dat Paul Verhaert heeft uitgebouwd, is gebaseerd op het ‘verschil makend voordeel’ dat hij kon geven door die toegevoegde waarde te creëren. Die waarde die hij telkens aan een product meegaf, diende er niet alleen voor dat zijn bedrijf de kost kon gaan verdienen, maar dat de hele keten die via dat product verbonden was er financieel beter van werd. De finaliteit van die bijdrage situeert hij tot op het niveau van het bruto nationaal product. Het is Paul Verhaerts meest stellige visie dat als iets een toegevoegde waarde heeft, het vroeg of laat impact heeft op het bnp en het is dit bruto nationaal product dat instaat voor sociale zekerheid, onderwijs, enzoverder. Dat lijkt heel ambitieus, maar het zit wel zo in elkaar. De mooiste erkenning voor die visie kwam er in 1998 toen zijn bedrijf de Oscar voor de Export kreeg van de toenmalige Belgische Dienst voor Buitenlandse Handel. Die Oscars werden gegeven aan bedrijven die uitzonderlijk gegroeid waren op het vlak van export. Dat was nu exact het tegenovergestelde van wat zijn bedrijf deed. Twintig jaar geleden waren al hun klanten Vlaams en op zich deden zij helemaal geen export. Wel vormden hun producten door die toegevoegde waarde de basis van een belangrijk deel van de Vlaamse export. Via de toegevoegde waarde die ze aan hun ontwerp meegaven, verkreeg de producent een soort exclusief argument ten opzichte van de concurrentie. Op hun beurt konden de producenten dat dus vertalen in een nieuwe toegevoegde waarde. De bottomline was geld verdienen door goederen te maken waar anderen dan weer geld mee konden verdienen. DOCEREND
Teams Verhaert aan het werk aan front-end innovatieprojecten Verhaert teams working on front-end innovation projects
Opportuniteiten aanpakken en een fundamenteel verschil betekenen, is iets waar Paul Verhaert symbool voor staat. Dat was zo met de ruimtevaart en is ook zo met het onderwijs. Zijn interesse in onderwijs werd getriggerd door het feit dat onderwijs dwingt om na te denken. Het gaat over het waarom en het hoe van de dingen, en hoe je dat kunt overbrengen.
ENTERPRISING Although he didn’t study business, Paul Verhaert has been interested in how the businesses that employed him were managed and has learned much since starting out as a designer. This is something for which he is very grateful to his clients. He has also learned much from the things he has happened upon and that have forced him to trust his intuition. Space exploration was just such an opportunity and one that called for a huge effort of enterprise with no existing models to fall back on. For this, Paul Verhaert developed a business model based on the ‘difference-making benefit’ that he could deliver by creating added value. The value he always invested in a product was not just to make his company money, but to create financial benefit for the whole chain dependent on that product. He sees this contribution as finding its ultimate expression in gross national product. Paul Verhaert’s most positive assertion is that if something has added value it will affect GNP sooner or later, and it is gross national product that supports social security, education, and so on. It might appear ambitious, but it makes sense. The finest recognition of this vision came in 1998 when his company won the Oscar for Export awarded by the former Belgian Department of Foreign Trade. These Oscars were awarded to companies that had very significantly grown their exports, but his company had done nothing of the sort. Twenty years ago all his customers were in Flanders and nothing was exported at all. However, the added value of these products did account for a significant slice of Flemish exports. Via the added value invested in their design manufacturers acquired a sales argument that made them distinct from the competition. In turn, the producers turned that into new added value. The bottom line was to make money by creating goods on which others could make money. TEACHING Paul Verhaert essentially symbolises the drive to grasp opportunities and make a fundamental difference. This was the case in the space industry, and it was also true in education. His interest in education was triggered by the fact that education gets you thinking: it is about what and how things are, and how you can convey that. On the product development course in Antwerp he ran into a lot of preconceived ideas to begin with. For example, he had to demand greater focus on the role of and interactions between user, technology, engineering and business – a matrix which he took as the basis for his own business when searching for a new product. When Paul Verhaert entered higher education he came up against a Bauhaus approach, with everything divided into departments, such as wood, metal and plastics. An important component joined the fold in the meantime, i.e. electronics and software, but it hadn’t quite broken through to the existing, somewhat stayed curriculum. A whole generation of product developers had graduated with no real knowledge of the latest developments. To incorporate it properly in the different departments it was necessary to come up with a holistic vision based on integration. To start with, product developers would have to learn to work in teams, thereby integrating various disciplines. In other words they had to specialise in integration, which isn’t possible without a sound knowledge of the basics in all subjects. In the product development course Verhaert also had to show that design also involves management. In this integrated approach the designer brings all the professionals, who are working in their own fields, across the
15
Binnen de Antwerpse opleiding productontwikkeling heeft hij in het begin tegen heel wat vooroordelen moeten vechten. Bijvoorbeeld om meer aandacht op te eisen voor de rol van en de wisselwerking tussen de gebruiker, technologie, engineering en het zakelijke – een matrix van waaruit hij ook binnen zijn eigen bedrijf vertrok in de zoektocht naar een nieuw product. Op het moment dat Paul Verhaert in het hoger onderwijs stapte, trof hij er nog een Bauhaus-aanpak aan. Alles was opgedeeld in verschillende afdelingen, zoals hout, metaal, kunststof. Er was al een tijdje een belangrijke component bij gekomen, namelijk elektronica en software, maar die had nog geen ingang gevonden in het bestaande, ietwat vastgeroeste curriculum. Een hele generatie productontwikkelaars studeerde af zonder kennis van die nieuwste ontwikkelingen. Om dat op een juiste manier te integreren binnen al die verschillende afdelingen, diende er een holistische visie te worden ontwikkeld vanuit een integratiegedachte. Productontwikkelaars moesten in de eerste plaats leren om in teams te werken, waarbij ze verschillende disciplines lieten integreren. Ze moesten dus specialist worden in de integratie, maar dat kan natuurlijk niet zonder overal de nodige basiskennis over te hebben. Verhaert moest binnen de opleiding productontwikkeling ook aantonen dat ontwerpen tegelijkertijd managen is. Binnen een geïntegreerde aanpak dient een ontwerper al die professionals die in hun eigen discipline bezig zijn in een soort gezamenlijk ritme mee naar de eindstreep te brengen. Een speciale klus waarvan Paul Verhaert overtuigd was dat die perfect in een opleiding productontwikkeling kon worden aangeleerd. PARTICIPEREND ‘Als je veel hebt gekregen, dan mag je ook eens iets terugdoen.’ Zo spreekt Paul Verhaert niet alleen over zijn rol binnen het onderwijs, zo onderschrijft hij ook zijn maatschappelijk geëngageerde visie. Vanuit zijn persoonlijke invulling van sociaal engagement dient maatschappelijke participatie vóór alles te resulteren in een bijdrage tot een zelfscheppende industrie die noodzakelijk is om ons sociaal model te ondersteunen. Voor sociale initiatieven in de zijlijn van het bedrijf ging hij liever navigeren op basis van opportuniteiten. Een van de meest spraakmakende is het Baladharshan-project in India. Paul Verhaert had, met heel veel lef, beloofd dat hij zijn eerste satelliet niet op de grond maar in orbit zou afleveren, dus moest hij zelf voor een lancering zorgen. Daarvoor sloot hij een contract af met de Indiase ruimtevaartorganisatie. De medewerkers die later in India de lancering aan het voorbereiden waren, vonden op een nabijgelegen terrein van het lanceerplatform een gemeenschap van volwassenen en heel veel kinderen die daar in putten in de grond leefden. In relatie met Robert, een lokale persoon die zich het lot van die gemeenschap aantrok, is er hulpverlening op touw gezet. Die was van in het begin zeer open, iedereen mocht daaraan meewerken en heeft dat ook gedaan. Het initiatief, inclusief regelmatige bezoeken ter plekke, berustte bij één van de werknemers van zijn bedrijf. Nu zijn we vijftien jaar verder en op dat terrein leeft een goed geordende gemeenschap, met huizen, een school voor driehonderd kinderen, een schoolbus en een aantal werkplaatsen. Dit project is afgerond. Robert, de lokale coördinator, heeft aangegeven dat ze nu op eigen benen kunnen staan. Zo is het bij alle professionele en onderwijsprojecten waarvan Paul Verhaert de initiatiefnemer is.
17
finishing line in unison. This is a special job, and Paul Verhaert was convinced that a production development course was the perfect place to learn it. PARTICIPATING ‘If life holds rich rewards for you, give something back.’ If this is Paul Verhaert’s view of his role in education, it is also his definition of social commitment. His personal interpretation of social commitment says that, above all else, social participation must contribute to the selfgenerating industry we need to support our social model. When it came to social initiatives on the company’s side-lines he preferred to look at opportunities as and when they arose. One of the most talked about has been the Baladharshan project in India. Paul Verhaert had promised, with quite some nerve, that he would deliver his first satellite not on the ground but in orbit, so he was left arranging the launch himself. To make it happen he made a deal with the Indian space organisation. The staff who later prepared the Indian launch discovered a community of adults and lots of children living in holes in the ground near the launch pad. Assistance was provided through Robert, a local who was worried about this community’s fate. Right from the beginning the project was very open, and everyone was free to get involved and actually did. The initiative, which included regular visits to the site, was entrusted to one of his company’s employees. Fifteen years later and the land is home to a well-ordered community with houses, as well as a school for three hundred children, a school bus and several workshops. The project has come to an end and Robert, the local coordinator, has said that the community is now able to live independently. This is typical of every professional and educational project that Paul Verhaert has initiated. Teams Verhaert aan het werk aan front-end innovatieprojecten Verhaert teams working on front-end innovation projects
www.verhaert.com
HENRY VAN DE VELDE AWARD 15
MATERIALISE
19
BEDRIJF COMPANY
25 jaar geleden opgericht door Wilfried Vancraen, is Materialise uitgegroeid tot internationale hoofdrolspeler in additive manufacturing of 3D-printing, in de software om die printers te bedienen en in onderzoek naar toepassingen ervan in de biomedische sector.
Founded 25 years ago by Wilfried Vancraen, Materialise has since grown into a leading international player in additive manufacturing (also known as 3D printing), the software needed to drive 3D printers and research into applications in the biomedical sector.
JURY
JURY
“3D-printen werd lange tijd enkel gebruikt voor het maken van prototypes in bijvoorbeeld de autowereld, maar Materialise uit Leuven was een van de eersten om de techniek breder in te zetten”, aldus de jury. “Materialise heeft de wereld én de designers een tool gegeven om via 3D-printen objecten vorm te geven, te realiseren en te gebruiken. En om het dus als een volwaardige productietechniek te zien. Niet alleen aan professionelen geven ze de mogelijkheden om zeer specifieke onderdelen aan te leveren, maar ook aan het grote publiek dat zélf kan experimenteren. Hun ‘.MGX by Materialise’-collectie van lampen is een hands-on manier om de potentie van de techniek te bewijzen en hun i.materialise-website van 2009 één van de vroegste mogelijkheden om als consument zélf aan het ontwerpen en produceren te gaan. Materialise is geen klassieke fabrikant maar een platform, dat de eigen knowhow zo breed en hedendaags mogelijk inzet. Kortom: Materialise combineert industrie met innovatie maar ook met emotie en poëzie. En dat allemaal op internationaal topniveau. Daar mogen Vlaanderen en België fier op zijn.”
“For quite some time, 3D printers were used exclusively to make prototypes for such sectors as the automotive industry, but Materialise was one of the first to use this technology within a broader field of application,” proclaimed the jury. “Materialise has given the world and its designers a tool to transform 3D-printed designs into concrete objects and to use these, meaning 3D printing can now be considered a fully-fledged production technique. Not only does this technology enable professionals to supply highly specific parts and components, it also enables the public at large to experiment with this independently. The ‘.MGX by Materialise’ collection of lamps is handson proof of the potential of this technology and the 2009 i.materialise website was one of the first tools allowing consumers to independently design and make products. Materialise is not a manufacturer in the traditional sense, but a platform that deploys its own expertise in the broadest and most contemporary way possible. In short, Materialise not only combines industrial manufacturing with innovation, but also with emotion and poetry. And it does all this at an international, cutting-edge level. Flanders and Belgium can justly take pride in this accomplishment.”
Fractal.MGX, WertelOberfell & Matthias Bär © Stéphane Briolant Paris
20
Wilfried Vancraen, CEO Materialise
VAN PIONIER TOT DE RUGGENGRAAT VAN EEN HELE SECTOR In juli 1990 richtte Wilfried Vancraen Materialise nv op, waarvan hij nog steeds CEO is. De afgelopen 20 jaar is hij erin geslaagd om Materialise uit te bouwen tot een innoverend bedrijf met een uitstekende reputatie en meer dan 1 300 werknemers wereldwijd. Materialise, het eerste dienstverlenende bedrijf voor rapid prototyping in de Benelux, is nu de grootste autonome fabriek voor 3D-printing in Europa. Van bij de start legde het bedrijf zich toe op onderzoek en ontwikkeling in verband met de overdracht van gegevens naar apparatuur voor rapid prototyping. Als resultaat kwamen Magics en Mimics op de markt, innovatieve softwareoplossingen die de leiderspositie van Materialise in de huidige markt van design automation, product customizing en tal van andere domeinen mee hebben geconsolideerd. Sinds de lancering van Magics kunnen 3D-printingprofessionals hiermee het maximum uit hun projecten halen. De Mimics Innovation Suite is dan weer de beste keuze voor biomechanische engineering op basis van medische beeldvorming. Met een reeks softwareoplossingen die een brug slaan tussen nuttige toepassingen en systemen voor 3D-printing vormt Materialise Magics de ruggengraat van de 3D-printing-industrie. Aan de hand van wat verwezenlijkt werd met Mimics ontdekte Vancraen een nieuwe mogelijkheid voor additive manufacturing: toepassingen om patiëntspecifieke gezondheidszorg te bevorderen. De afgelopen 25 jaar leidde dit tot een groot aanbod oplossingen voor chirurgen, ziekenhuizen, producenten van implantaten en medische hulpmiddelen alsook voor biomedische onderzoekers en instellingen. Dankzij de medische softwareoplossingen van Materialise kunnen chirurgen en onderzoekers gegevens van medische beeldvorming in een nauwkeurig virtueel 3D-model omzetten dat ze dan kunnen gebruiken om hun analyses, ontwerpen en modellering te verfijnen. SurgiCase CMF en SurgiCase Orthopaedics verleenden samen met lasergesinterde chirurgische handleidingen en anatomische modellen een nieuwe dimensie aan patiëntspecifieke behandelingen. Via de oplossingen van Materialise kunnen chirurgen en clinici samenwerken met experts binnen het bedrijf om chirurgische boormallen te vervaardigen en aan te passen, creatieve oplossingen te bedenken voor moeilijke gevallen en de boormallen toe te passen in de operatiekamer. Die mogelijkheden leidden in 2005 tot een boeiend project: Vancraen lanceerde RP4Baghdad, een filantropische missie waardoor burgerslachtoffers van de oorlog in Irak konden profiteren van de voordelen van deze oplossingen. De overname van OBL in 2007 ten slotte stelde Materialise in staat zijn aanbod uit te breiden met implantaten in titaan voor craniomaxillofaciale chirurgie, neurochirurgie en plastische chirurgie. Met Materialise heeft Vancraen de voordelen van 3D-printing ook tot bij de privéconsumenten gebracht, meer bepaald via i.materialise, een online dienst waarmee mensen hun ideeën tot leven kunnen wekken via 3D-printing. i.materialise werd opgericht in 2009 en kende het afgelopen jaar een sterke groei, zowel wat de aangeboden diensten betreft als op het vlak van aandacht in de pers. Vancraen beschouwt i.materialise als een belangrijke schakel in de evolutie van Materialise en hij is dan ook van plan om de volgende jaren sterk te focussen op deze dienst. De industrie en de geneeskunde kunnen al lang gebruikmaken van 3D-printing; nu is het tijd dat ook de individuele consument deze technologie ontdekt en kan uitproberen.
FROM A PIONEER TO THE BACKBONE OF AN INDUSTRY In July 1990, Wilfried Vancraen founded Materialise NV where he remains the CEO to this day. Over the past 20 years, he has succeeded in turning Materialise into a highly respected organization with a reputation for innovation and over 1 300 employees in offices worldwide. Established as the first rapid prototyping service bureau in the Benelux region, Materialise is now Europe’s largest single-site factory for 3D printing. Immediately following its conception, the company concentrated on researching and developing solutions for the transfer of data to rapid prototyping machines. This resulted in the commercialization of Magics and Mimics, innovative software solutions which helped cement Materialise’s leading position in the market today for design automation, product customization and much more. Since its release, 3D printing professionals have been able to turn to Magics in order to get the most out of their projects. Likewise, the Mimics Innovation Suite has become the solution of choice for medical-image-based biomechanical engineering. With a range of software solutions to bridge the gap between meaningful applications and 3D printing systems, Materialise Magics is the backbone of the 3D printing industry. Through the work being done with Mimics, Mr. Vancraen identified the potential to use additive manufacturing to further patient-specific healthcare. Over the course of the past 25 years, this has resulted in a large variety of solutions for surgeons, hospitals, implant and medical device companies, as well as biomedical researchers and institutes. Materialise medical software solutions allow surgeons or researchers to convert medical image data into an accurate, virtual 3D model, which they can use to augment their analyses, designs and modeling. SurgiCase CMF and SurgiCase Orthopaedics, along with laser sintered surgical guides and anatomical models brought patient-specific treatment to new levels. Through the solutions offered by Materialise, surgeons and clinicians are able to collaborate with experts in the company to create and adapt surgical plans, find creative solutions to difficult cases, and put the plans into action in the operating room. These capabilities led to an exciting project in 2005 when Mr. Vancraen launched RP4Baghdad, a philanthropic mission which brought the advantages of these solutions to civilian victims of the Iraq war. Eventually, the acquisition of OBL in 2007 broadened expanded Materialise’s repertoire to include titanium implants for cranio-maxillofacial surgery, neurosurgery and plastic surgery. Through Materialise, Mr. Vancraen has also brought the advantages of 3D printing to individual consumers through i.materialise, an online service offering individuals the opportunity to bring their ideas to life through 3D printing. Launched in late 2009, i.materialise has grown considerably over the past year in terms of both the services it provides and the coverage it gets in the press. Mr. Vancraen sees i.materialise as an important step in the evolution of Materialise and much attention will be given to the service in the coming years. Industry and medicine have long benefited from 3D printing, and it is time for individual consumers to discover and try this technology themselves. In addition, Materialise pioneered the use of 3D printing for consumer goods through .MGX by Materialise, a celebrated line of high-end design products created in collaboration with some of the greatest names in design today. .MGX creations have featured in top design
Daarnaast baande Materialise de weg voor de toepassing van 3D-printing voor consumptiegoederen via .MGX by Materialise, een befaamde lijn luxedesignproducten die ontworpen zijn in samenwerking met enkele grote namen van het hedendaagse design. De creaties van .MGX kregen aandacht in vooraanstaande designtijdschriften, belandden in de permanente collectie van wereldbefaamde musea zoals het MoMA in New York en Centre Pompidou in Parijs, en worden overladen met prestigieuze prijzen. Kort nadat Materialise in juni 2014 de kaap van 1 000 medewerkers had overschreden, kondigde het bedrijf aan naar de beurs te gaan. Binnen het jaar realiseerde het een opmerkelijke groei in de drie bedrijfstakken: engineering, medische toepassingen en consumententoepassingen. Dit kwam enerzijds door de overname van het vooraanstaande Poolse centrum voor prototyping, e-Prototypy, en van OrthoView, marktleider in 2D-digitale preoperatieve boormallen voor orthopedische chirurgie, en anderzijds door de lancering van ‘Ideas Worth Making’, een initiatief om educatieve toepassingen van 3D-printing te promoten. Voor zijn 25ste verjaardag in 2015, leverde Materialise ge-3D-printe stukken voor een installatie met de naam Making a Difference/A Difference in Making in BOZAR in Brussel. 15 000 bezoekers kwamen ervaren welke impact 3D-printing heeft op de wereld rondom ons en op onze manier van creëren. In oktober 2015 opende Materialise een fabriek voor metaalprinting in Bremen. Die vormt de volgende stap in het plan om de meest complete fabriek voor 3D-printing te worden. Datzelfde jaar betekende ook een stap voorwaarts in de samenwerking tussen Materialise en de Brugse brillenspecialist Hoet designstudio, voor de ge-3D-printe Cabrio-collectie. Hoet en Materialise werkten al eerder samen tijdens een project met SEIKO Optical Europe voor de collectie sportieve brillen Xchanger van SEIKO. Toen sleepten ze de prestigieuze Silmo d’Or, een prijs voor uitstekende prestaties op het vlak van optische innovatie, in de wacht voor de toegevoegde waarde van 3D-printing voor de brillenindustrie. Als erkenning voor de grote bijdrage die Vancraen en Materialise leverden aan de 3D-printing-industrie en aan andere sectoren, mocht Vancraen in de loop der jaren verschillende prijzen in ontvangst nemen. In mei 2011 kreeg Vancraen de prestigieuze RTAM/SME Industry Achievement Award. De prijs werd in het leven geroepen om een persoon, een team of een bedrijf te lauweren voor uitzonderlijke verwezenlijkingen die een grote impact hebben gehad op de additive manufacturingsector of op andere industrietakken door de toepassing van 3D-printing-technologieën. Deze prijs vormt een erkenning van zijn voortrekkersrol in de AM-sector. Dit stimuleert Vancraen nog meer om de voordelen van 3D-printing-technologie op grotere schaal beschikbaar te maken om een betere en gezondere wereld te creëren. In juni 2012 gaf TCT Magazine hem de eerste plaats in zijn Top 20 People in AM/3D Printing − nogmaals het bewijs van zijn voortrekkersrol in de AM-sector. Bovendien nomineerde The Financial Times hem op 15 juni 2012 als een van de vijf meest toonaangevende figuren van de industrie en in 2013 kreeg hij een Visionaries! Award van het Museum of Art and Design in New York. Verder werd hij in 2015 gelauwerd met het Ereteken van de Vlaamse Gemeenschap voor zijn bijdrage aan het positieve imago van Vlaanderen. En nu de Henry van de Velde Award 2015 voor Bedrijf!
publications, have made their way into the permanent collections of world-class museums including the MoMA in New York and the Centre Pompidou in Paris, and have an ever expanding collection of prestigious awards to their credit. Soon after growing into a company of over 1 000 employees in June 2014, Materialise announced its initial public offering. Within the year, the company made strides of growth in all three business areas — engineering, medical and consumer applications — with the acquisition of leading Polish prototyping center e-Prototypy, the acquisition of OrthoView, market-leading 2D digital pre-operative planning provider for orthopaedic surgeons, and the launch of the initiative ‘Ideas Worth Making’ to encourage educational applications of 3D printing. On the occasion of its 25th anniversary in 2015, Materialise provided 3D-printed exhibits for an installation titled Making a Difference/A Difference in Making, hosted at BOZAR in Brussels. 15 000 visitors came to experience how 3D printing is changing the world around us as well as changing the manner in which we create. In October 2015, Materialise opened a metal printing factory in Bremen, marking the company’s next step in becoming the most complete factory for 3D printing. The same year also marked a step forward for Materialise’s collaboration with Bruges-based eyewear specialist Hoet design studio, for the 3D-printed Cabrio Collection. When Hoet and Materialise worked with SEIKO Optical Europe for the SEIKO Xchanger collection of sports eyewear, the partnership won the prestigious Silmo d’Or award for excellence in optical innovation, in acknowledgement of the added value which 3D printing brings to the eyewear industry. In recognition of Mr. Vancraen’s and Materialise’s many contributions to the 3D printing industry as well as others, Mr. Vancraen has received a number of awards over the years. In May 2011, Mr. Vancraen received the prestigious RTAM/SME Industry Achievement Award. The award was developed to recognize an individual, team or company for outstanding accomplishments that have had significant impact within the additive manufacturing industry or in any industry through the application of 3D printing technologies. This award confirmed Mr. Vancraen’s role as a game changer in the AM industry. Furthermore, with this extra encouragement, he is more committed than ever to spreading the benefits of 3D printing technology, creating a truly better and healthier world. He was again recognized as a leader in the additive manufacturing industry in June 2012 when TCT Magazine placed him in the top position for their list of the Top 20 People in AM/3D Printing. Likewise, the Financial Times listed him as one of the 5 leading players in the industry on 15 June 2012. He was also the recipient of a 2013 Visionaries! Award from the Museum of Art and Design in New York, and of a sign of honor from the Flemish government in 2015 in recognition of his contribution to the image of Flanders. And now the Henry van de Velde Company Award 2015!
23
Foto • Photo Arthur Los © Flanders Investment & Trade
Foto • Photo Arthur Los © Flanders Investment & Trade
www.materialise.com
One_Shot.MGX, Patrick Jouin © Thomas Duval
24
25
Volume.MGX, Dror Benshetrit © .MGX by Materialise
Materialise voor • for Samsonite
3D-model van een schedel met titaniumimplantaat 3D model of a crane with titanium implantate © OBL
Hearing Aids, Phonak © Phonak
Cabrio collection, Hoet design Foto • Photo Negin Sadeghi
SlotCar lightweight © Paolo Vergalito
HENRY VAN DE VELDE AWARD 15
MADE
27
JONG TALENT YOUNG TALENT
Made is een design- en innovatiestudio uit Antwerpen. Een team van twaalf design thinkers en researchers helpt zijn klanten innoveren door inzichten van de gebruiker te vertalen naar inspirerende producten, diensten en digitale interfaces.
Made is a design and innovation studio in Antwerp. A team of twelve design thinkers and researchers help its clients innovate by translating the user’s insights into inspiring products, services and digital interfaces.
JURY
JURY
“Dat Made een dergelijk grote diversiteit aandurft, is erg positief. Bovendien denken ze internationaal en hebben ze in korte tijd een uiterst professionele geloofwaardigheid opgebouwd ten dienste van de industrie. Made is het bewijs dat de mix van talentvolle service- en productdesigners wel degelijk toelaat om een duurzame carrière op te bouwen in Vlaanderen. We kijken uit naar wat het volgende decennium voor Made brengt. Onze verwachtingen zijn hooggespannen.”
“That Made has boldly taken on such great diversity is very positive. Furthermore, they think internationally and have in a short time built up a highly professional reputation at the service of the industry. Made is the proof that the mix of talented product and service designers truly does make it possible to build a sustainable career in Flanders. We look forward to what the next decade at Made will bring. We have high expectations.”
Foto • Photo Frederik Vercruysse © Bringme
28
Timothy Macken & Simon de Smet Foto • Photo Bart Kiggen
GROEIEN DANKZIJ DESIGN EN INNOVATIE Vernieuwende producten, diensten en digitale interfaces, dat is waar het bij Made om draait, daar boven op het dak van hun oude fabrieksgebouw in Antwerpen. Elke dag werken zaakvoerders Simon de Smet en Timothy Macken er met hun team van design thinkers en researchers aan innovatieve oplossingen voor zowel kmo’s als internationale spelers zoals Bayer, Bringme, Coca-Cola, Ecover en Televic. De basis voor hun huidige succes legden ze al een hele tijd geleden. “Van productontwikkeling en ondernemerschap heb ik nooit gedroomd, maar als ik terugkijk zie ik wel hoe ik erin ben beland.” Simon, wiens grootvader architect was, stond als kleine jongen vaak naast de tekentafel en leerde zo van jongs af aan tekenen en creëren. En terwijl Timothy eerder dacht om architectuur te gaan studeren in Gent, verzeilde hij uiteindelijk in Antwerpen in de richting productontwikkeling, waar hij Simon tegen het lijf liep. Toen Philips de beide kompanen telkens terugvroeg na hun stage, zagen ze de kans om zelf iets uit de grond te stampen. Het begin van Made was stormachtig, rock’n-roll en ambitieus. Dagen en nachten werkten ze door om zich te bewijzen. Het resultaat? Een snelle groei aan klanten met een eerder technologisch profiel, voor wie Made zich voornamelijk richtte op het ontwerp en de ontwikkeling van fysieke producten. Net op dat gebied maakte Made een grote evolutie mee de afgelopen jaren. Omdat ze steeds vroeger in het denkproces werden betrokken, werd het doel niet om meteen oplossingen aan te bieden, maar vooral om vooraf de juiste vragen te stellen. Vragen vanuit het oogpunt van de eindgebruiker. Vragen waarop het antwoord uiteindelijk zou leiden tot niet zomaar een vernieuwd eindproduct, maar een oplossing met een fel verbeterde gebruikerservaring en verhoogde levenskwaliteit. Deze evolutie van een productontwikkelingsstudio pur sang naar een design- en innovatiestudio bleek een natuurlijke stap. Vandaag de dag vertrekken al hun designs, concepten en projecten vanuit de gebruiker. Daarbij werken ze aan innoverende producten en diensten, maar door de digitalisering ook steeds meer aan interfaces. Deze eigen manier van werken ligt aan de basis van elke oplossing. Ze starten dus met grondig onderzoek vooraleer ze zich richten op nieuwe ideeën, en gaan dan pas ontwerpen. Daarbij prijzen klanten vooral hun sterkte in het betrekken van alle partijen in het denkproces, om zo tot een innoverend resultaat te komen dat beantwoordt aan de verwachtingen van de klant, de markt en de eindgebruiker. Een krachtig proces dat hun klanten keer op keer helpt groeien. Goede samenwerkingen worden beloond. Made heeft de afgelopen jaren het geluk gehad om tal van nationale en internationale awards te ontvangen. “Absoluut geen doel op zich, maar altijd fijn om te krijgen. Ze zijn niet alleen goed voor het zelfvertrouwen, maar ook voor onze klanten die ons vertrouwden om met hun project naar Made te stappen”, vertelt Simon. Made is niet alleen in staat om vernieuwende ideeën te genereren, maar ook om deze ideeën daadwerkelijk te vertalen naar verfrissende designs en die samen met de klant om te zetten tot productieklare producten. Ondanks de snelle groei blijft Made een hecht, ambitieus team dat streeft naar nieuwe uitdagingen. Ze kijken uit naar de toekomst en zijn enthousiast om er samen met hun klanten aan te bouwen.
GROWTH THROUGH DESIGN AND INNOVATION Innovative products, services and digital interfaces, that is what Made is all about, up there on the roof of their old factory building in Antwerp. Every day, business managers Simon de Smet and Timothy Macken and their team of design thinkers and researchers work on innovative solutions for both SMEs and multinational companies such as Bayer, Bringme, Coca-Cola, Ecover and Televic. The foundations for their success today were laid quite some time ago. “I never dreamt of product development and entrepreneurship, but if I look back I can see how I ended up here”, reflects Simon, whose grandfather was an architect and who as a small boy often stood beside the drafting table and so learned at a young age to draw and create. And while Timothy initially planned to study architecture at Ghent, he ultimately wound up in Antwerp studying product development, and there he met Simon. When Philips kept on asking the two friends back after their internship was over, they saw an opportunity to start something from the ground up. Made’s beginnings were like a storm, rock-‘n-roll and ambitious. They worked day and night to prove themselves. The result? A rapid growth in clients, mainly with a technological profile, for whom Made focused primarily on the design and development of physical products. It was precisely in that area that Made has undergone major change in recent years. Because they were involved at an earlier stage of the thought process, the aim was not in the first instance to offer solutions, but above all to begin by asking the right questions. Questions from the perspective of the end user. Questions to which the answer wouldn’t ultimately lead to an innovative end product, but to a solution with a much better user experience and higher quality of life. This evolution from a pure product development studio to a design and innovation studio seemed a natural step. Nowadays, their designs, concepts and projects take the user as their starting point. From there, they work on innovative products and services, but thanks to the digital revolution also increasingly on interfaces. Their own working method lies at the basis of every solution they develop. So they begin first with thorough research before embarking on the quest for new ideas, and only after that do they begin to design. Clients value in particular their strength in involving all parties in the thought process, in order to achieve an innovative result that meets all the expectations of their client, the market and the end user. A powerful process that time and again helps their clients to grow. Good collaboration is rewarded. Made has been fortunate in recent years to receive a number of national and international awards. “It was absolutely not a goal in itself, but always nice to have. They not only help increase self-confidence, but are also good for our clients, who trusted Made enough to come to us with their projects”, says Simon. Made is not only able to generate innovative ideas but also effectively to translate those ideas into refreshing designs which they, together with the client, turn into production-ready products. Despite their rapid growth, Made remains a solid, ambitious team that strives for new challenges. They look forward to the future and are enthusiastic about working with their clients to build it. www.haveitmade.be
29
BARCO Superieure medische beeldschermen Uniti is het jongste lid van Barco’s productfamilie van diagnostische en klinische beeldschermen gericht op een flexibelere en productievere werkervaring. Made stond in voor het concept en design van de Uniti, maar nam ook de hele beeldschermenfamilie van Barco onder handen. Vanuit marketingoverwegingen besloten ze om de strategie te vertalen in een uniform productportfolio. Net zoals bij het gros van hun projecten vertrok Made ook hier vanuit het verzamelen van inzichten, meer bepaald door observatie in ziekenhuizen, interviews met dokters en een gedetailleerde behoefteanalyse. Deze inzichten lagen niet alleen aan de basis van de concepten die Made uitwerkte, ze lieten Barco ook toe om een aantal unieke en innovatieve features te integreren. Het resultaat is een serie knap ogende professionele schermen, even krachtig als gebruiksvriendelijk, die elke dag opnieuw klinische professionals helpen bij de uitvoering van hun job. Voor het eerst in Barco’s geschiedenis vormen de schermen een heel kenmerkende en consistente productfamilie die onderling naadloos te combineren zijn.
© Barco & Gafas
BARCO Superior medical monitors Uniti is the newest member of Barco’s product range of diagnostic and clinical monitors designed to provide a more flexible and productive working environment. Made provided the concept and design for Uniti, while also taking charge of the entire range of Barco’s monitors. From a marketing perspective, they decided to translate the chosen strategy into a uniform product portfolio. As with the bulk of their projects, Made started out here, too, by gathering insights, and in particular by conducting observations in hospitals, interviewing doctors and carrying out a detailed needs analysis. These insights not only served as the basis for the concepts developed by Made, but they also enabled Barco to include a number of unique and innovative features. The result is a series of fine-looking professional monitors, as powerful as they are user-friendly. They help clinicians each day to do their jobs. The monitors make up, for the first time in Barco’s history, a very distinctive and consistent product line that can be combined seamlessly with each other.
BRINGME De slimme bus voor brieven en pakketjes Met Bringme ontvang je pakketjes en andere thuisleveringen zoals bijvoorbeeld boodschappen, bloemen en droogkuis op om het even welk moment, ook al ben je niet aanwezig. Een innovatief idee dat alleen nog een fris ogend product en een vlotte interface nodig had om er een succesverhaal van te maken. Daarvoor klopte de Leuvense start-up aan bij Made. Made vertaalde het concept van Bringme naar alle facetten waarmee de gebruiker in aanmerking komt, waaronder de mobiele applicatie, de interactieve kiosk en de intelligente kast an sich. Uniformiteit doorheen de hele gebruikerscyclus was een must. Daardoor speelt de app perfect in op de kast en omgekeerd, wat Bringme met zijn eersteklas gebruikservaring uniek maakt in zijn sector. Daarenboven heeft de start-up in nog geen jaar tijd al meer dan 19 000 mensen toegang tot de diensten van een Bringme Box mogen schenken.
Foto • Photo Frederik Vercruysse © Bringme
BRINGME The smart box for letters and packages With Bringme, you can receive packages and home deliveries such as shopping, flowers or dry cleaning at any time of day or night, even if you are not home. An innovative idea that simply needed a fresh view of a product and a smooth interface in order to turn it into a success story. To do this, the Leuven-based start-up called upon Made. Made translated the concept of Bringme into all the facets that affect the user, including the mobile application, the interactive kiosk and the smart box itself. Uniformity across the entire user cycle was essential. To this end, the app works smoothly with the box and vice versa, making Bringme and its first-class user experience unique in its sector. Moreover, the start-up has in less than a year succeeded in giving more than 19 000 people access to the services of a Bringme Box.
31
LENNIK Het gemeentehuis van de toekomst Hoewel de gemeente Lennik in het verleden met succes investeerde in vooruitstrevende digitale dienstverlening, botst ze vandaag toch op de ouderdomsverschijnselen van haar digitale servicemodel. Made begeleidde Lennik bij de modernisering van de diensten en interne structuur op het gemeentehuis. Daarbij zorgden ze ervoor dat er één duidelijke visie doorheen zowel infrastructuur, website en processen werd getrokken, met als uitkomst een uniforme visie, strategie en actieplan op korte en lange termijn. Aan de basis van dit project: tal van uiteenlopende ontwerp- en onderzoeksmethodes, waaronder observaties van de huidige werking, interviews met medewerkers, overleg met burgers, infrastructuurworkshops, bezoeken aan andere gemeentes, een rollenspel en een websiteanalyse. Ook voor dit project vertrok Made vanuit zijn befaamde user-centered approach. Alle mogelijke partijen (burgemeester, ambtenaren, …) werden in het proces betrokken, waardoor iedereen met veel inzet zijn of haar steentje kon bijdragen aan het gemeentehuis van morgen. Alleen een dergelijk servicedesigntraject maakt het mogelijk om de verschillende afdelingen bij elkaar te brengen en op dezelfde golflengte te krijgen. De beste garantie op één duidelijk geïntegreerde visie doorheen alle taken van de gemeente.
Foto • Photo Anthony Lamont
LENNIK The town hall of the future Although Lennik invested succesfully in strong digital provision in the past, the town is suffering from a somewhat aging digital service model. Made guided Lennik through the modernization of its services and its internal structure at the town hall. They took care of one clear line through the infrastructure, website and processes, with a view to achieving a uniform vision, strategy and action plan for the short and the long term. Underlying this project: many diverse design and research methods, including observations of its current operations, interviews with staff members, consultation with citizens, infrastructure workshops, visits to other municipalities, a role play and a website analysis. For this project as well, Made started with its renowned user-centered approach. All the potential parties (mayor, municipal employees, etc.) were involved in the process, so that everyone could to make a significant contribution to the town hall of the future. This service design process helps make it possible to bring together various departments and get them on the same wavelength. That is the best guarantee of a single integrated vision across all units of the town administration.
TELEVIC Een tolkpost gebouwd door tolken voor tolken Een tolkpost is een toestel dat professionele tolken gebruiken om live en in real time gesprekken te vertalen naar een andere taal. Een veeleisende handeling die een uiterst gebruiksvriendelijk product vereist. Intuïtief gebruik van het toestel was dus een absolute must. De basis was dan ook om Televic te leren kijken door de ogen van hun eindgebruikers, wat Made letterlijk deed. Ze brachten het West-Vlaamse bedrijf en een aantal tolken samen om in een workshop niet alleen van elkaar te leren, maar ook collectief nieuwe concepten uit te werken. De observaties tijdens de workshop en de leefwereld van de tolken gaven Made een schat aan inzichten om een disruptief innovatief product te ontwerpen dat ondertussen al werd bekroond met een prestigieuze iF Design Award. Dat Televics tolkpost vandaag als dé referentie wordt aanzien binnen deze markt, uit zich in het feit dat het al lustig wordt gekopieerd door de concurrenten. Een compliment bij uitstek. Dit product ontving een Henry van de Velde Label 2015 (zie p. 58).
Foto • Photo Jonas Burm
TELEVIC An interpreter desk built by interpreters for interpreters An interpreter desk is a device used by professional interpreters to translate conversations into another language live and in real time. A demanding process that requires a highly user-friendly product. Intuitive use of the device was thus an absolute must. The first step was thus for Televic to learn to see through the eyes of their end users. That is something Made did, literally. They brought the West Flemish firm and a number of interpreters together in a workshop, not only so that they could all learn from each other but also to develop new concepts together. The observations from the workshop and from the interpreters’ experience provided Made with a wealth of insights that enabled them to design a disruptively innovative product that has since been rewarded with a prestigious iF Design Award. The fact that Televic’s interpreter desk is today the reference point on this market can be seen from the fact that it is now merrily being copied by the competition. Imitation is the sincerest compliment. This product received a Henry van de Velde Label 2015 (see p. 58).
33
OVAM ECODES IGN AWARD PRO 15
De OVAM Ecodesign Award PRO van de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij is een vast onderdeel geworden van de Henry van de Velde Awards & Labels. Met deze prijs wil de OVAM ontwerpers en bedrijven belonen voor hun inspanningen om hun producten en diensten te verduurzamen. Naast bedrijven en professionele ontwerpers ondersteunt de OVAM studenten om de nodige competenties inzake ecodesign te ontwikkelen. Daarvoor worden workshops georganiseerd en reikt de OVAM jaarlijks de Ecodesign Award voor studenten uit. De OVAM Ecodesign Award PRO kent twee categorieën: ‘product op de markt’ en ‘product in ontwikkeling’. Die laatste categorie bevat producten die productierijp zijn, maar om bepaalde redenen nog geen marktintroductie kenden. Binnen de categorie ‘product op de markt’ reikt de jury van experts een aantal nominaties uit. Daaruit wordt een winnaar gekozen die een geldprijs van 4 000 euro ontvangt en een trofee. Binnen de categorie ‘product in ontwikkeling’ wordt één winnaar aangeduid die een geldprijs van 2 000 euro wint. Bij de beoordeling van de inzendingen houdt de jury vooral rekening met de mate waarin ecodesign werd toegepast, maar ook met de algemene kwaliteit en vormgeving, het verspreidingspotentieel, het innovatiegehalte en het vernieuwende karakter van het product of de dienst. Op www.ecodesignlink.be staat een overzicht van alle winnaars van de vorige edities van de OVAM Ecodesign Award PRO en studenten. Deze website biedt informatie voor iedereen met interesse in duurzame innovatie en ecodesign, en alles wat de OVAM daarrond te bieden heeft.
The OVAM Ecodesign Award PRO by the Public Waste Agency of Flanders (OVAM) has become a regular component of the Henry van de Velde Awards & Labels. With this prize, the OVAM seeks to reward designers and firms for their efforts to render their products and services sustainable. In addition to firms and professional designers, students also receive support from the OVAM to help them acquire the necessary skills to develop ecodesigns. Workshops are organized for the purpose, and the OVAM grants the annual Ecodesign Award to students. The OVAM Ecodesign Award PRO has two categories: ‘product on the market’ and ‘product under development’. The latter category covers products that are ready for production but that for various reasons are still awaiting their entry onto the market. In the category of ‘product on the market’, a jury of experts makes a number of nominations. The winner is selected from among the nominees, and receives a monetary prize of 4 000 euros and a trophy. In the ‘product under development’ category, one winner is designated and receives a 2 000 euro prize. In judging the submissions, the jury takes into account primarily the degree to which ecodesign is used, but also the overall quality and design, the marketing potential, innovativeness and novelty of the product or service. The website www.ecodesignlink.be has a list of all the winners of past editions of the OVAM Ecodesign Award PRO and the ecodesign award for students. This website offers useful information to everyone interested in sustainable innovation and ecodesign, as well as about everything that the OVAM has to offer in that area.
LAUREAAT • WINNER
PRODUCT OP DE MARKT PRODUCT ON THE MARKET
BUGGYBOOKER Verhuurservice van buggy’s in de stad • Buggy rental service in the city Ontwerp • Design buggy Boonen Design Studio Concept dienst • Service concept Buggybooker Bedrijf • Company Buggybooker Stalen buizen, stalen plaatwerk, polyethyleen, kunststof, alucomposiet, rvs-kabel • Steel tubes, steel plates, polyethylene, synthetics, alu-composite, RVS cable 114 × 57 × 77 cm www.boonendesignstudio.be www.buggybooker.com
© Buggybooker
35
Duurzame mobiliteit en jonge gezinnen, gaat dat wel samen? Tijd is schaars, we hollen van hier naar daar of rijden het liefst ... ieder met de eigen auto. Buggybooker biedt aan jonge gezinnen, maar evengoed aan oma’s en opa’s, de optie om te kiezen voor een duurzame verplaatsing met het openbaar vervoer of de fiets. Je eigen buggy meezeulen op uitstap is verleden tijd met de verhuurservice die Buggybooker aanbiedt, nu al in tien steden. Boonen Design Studio heeft de kinderwagen van Buggybooker ontworpen en ontwikkeld voor de verhuursector. Naast bestaande normen stelden ze daarom andere vereisten voorop zoals een hogere draagkracht, extra veiligheid, hygiëne en stootvastheid. De kinderwagen werd ontworpen zonder matrijzen en voldoet aan de principes van lean manufacturing. Ontwerpbureau Boonen Design Studio ontvangt een geldprijs van 4 000 euro en een trofee. JURY “Samen met een groep ouders met jonge kinderen fietsten we naar Leuven voor een stadsspel. Gelegen aan de fietsenparking, vormde Buggybooker dé perfecte oplossing voor de kleinsten van de bende. De buggy’s zijn stevig, veilig, praktisch en worden goed onderhouden door de medewerkers van Fietspunt.” Jan Aerts (Futureproofed, Community Manager DuWoBo)
Sustainabile mobility and young families, do they go together? Time is a scarce commodity, we dash from place to place or preferably drive … each in his or her own car. Buggybooker offers young families, or equally to grandparents, the option of sustainable travel by public transit or bike. Dragging your own baby buggy along on an trip is now a thing of the past with the rental service offered by Buggybooker, now available in ten cities. Boonen Design Studio designed and developed the Buggybooker pram for the rental market. In addition to the existing standards, they emphasized additional requirements such as higher capacity, extra safety, hygiene and sturdiness. The buggy was designed without moulds and is in line with the principles of lean manufacturing. Boonen Design Studio receives a monetary prize of 4 000 euros as well as a trophy. JURY “Together with a group of parents of young children, we cycled to Leuven for an urban game. Located at the bike parking lot, Buggybooker offered the perfect solution for the youngest ones of the group. The buggies are sturdy, safe, practical and well maintained by the staff of the ‘Fietspunt’ bike parking.” Jan Aerts (Futureproofed, Community Manager of DuWoBo)
LAUREAAT • WINNER
PRODUCT IN ONTWIKKELING PRODUCT IN DEVELOPMENT
RUBBISH 2.0 Parketvloer gemaakt van restmaterialen • Parquet floor made of wood scraps Bedrijf • Company Nobel Flooring resthout • remaining wood www.houtambacht.be
36
Hout is een natuurlijk product en een hernieuwbare grondstof. Toch hebben we er in deze consumptiemaatschappij alle belang bij om zo weinig mogelijk grondstoffen te gebruiken. In Vlaanderen zijn er tal van bedrijven die houten parketvloeren produceren. Vaak wordt daarvoor virgin-materiaal gebruikt. Houtresten van deze productie worden afgevoerd om te verbranden, weliswaar met energierecuperatie. Maar het kan ook anders. Rubbish 2.0 is een duurzame parketvloer gemaakt van restmaterialen. Nobel Flooring ging op zoek naar een oplossing voor de restplanken die bij de productie ontstaan. Ze zagen die op maat, schuren de bestaande afwerking weg, en in een pers met houtlijm op waterbasis worden de planken verlijmd tot balken. Deze balken worden een kwartslag gedraaid en opnieuw verzaagd tot dunne toplagen. De toplagen die een heel typisch lijnenspel geven, worden dan opnieuw op multiplex gelijmd en tot een duurzame vloer herwerkt. Nobel Flooring ontvangt een geldprijs van 2 000 euro.
Wood is a natural product and a renewable resource. And yet in our consumer society, we would gain much by using as few resources as possible. In Flanders, there are several companies that produce wooden parquet flooring. These often use virgin materials. Wood scraps resulting from this kind of production are generally taken away to be burned, although using energy recovery. But other approaches are possible. Rubbish 2.0 is a sustainable parquet floor made of wood scraps. Nobel Flooring went in search of a solution for the leftover planks that resulted from production. They sawed them down to size, sanded off the existing varnish, and then in a press with water-soluble wood glue they glued them together to form beams. The resulting beams were given a quarter turn and sawed once again into thin top layers. These top layers, with a characteristic pattern of lines, are then glued to plywood and made into sustainable flooring. Nobel Flooring receives a monetary prize of 2 000 euros.
NOMINATIE • NOMINATION
PRODUCT OP DE MARKT PRODUCT ON THE MARKET
HOET COUTURE Op maat gemaakte bril met lasertechniek • Eyewear made-to-measure with laser technology Ontwerp • Design Patrick Hoet Bedrijf • Company Hoet design titanium www.hoet.eu
Foto • Photo Hilde Van Daele
37
Vlaanderen is ambitieus als het gaat om additive manufacturing: pioniersbedrijven hebben heel wat knowhow opgebouwd of zijn uitgegroeid tot wereldspelers op de markt. Voor de brillencollectie Hoet Couture maakt Patrick Hoet gebruik van de Selective Laser Sintering (SLS)-techniek waarbij een product laagsgewijs wordt opgebouwd door poederdeeltjes aan elkaar te smelten met een laserstraal. Hoet gebruikt daarvoor titanium. Daardoor wordt maatwerk mogelijk, en zijn vormen en structuren mogelijk die je niet met traditionele technieken kunt maken. Bovendien is er nagenoeg geen afval en zijn voorraden niet langer nodig. Bij de traditionele brillenproductie blijft gemiddeld 30 à 40 procent onverkocht, wat een aanzienlijk verlies aan grondstoffen en energie betekent.
Flanders is ambitious when it comes to ‘additive manufacturing’: pioneering companies have built up considerable know-how and some have grown into world players on the market. For the Hoet Couture eyewear collection, Patrick Hoet uses the Selective Laser Sintering (SLS) technique which consists in creating a product layer by layer by smelting powder particles together using a laser beam. Hoet uses titanium for the purpose. This makes it possible to do customized work and to create his shapes and structures that could not be done with traditional techniques. Moreover, the process produces almost no waste, and large stocks are no longer necessary. In traditional eyewear manufacture, some 30 to 40 per cent remain unsold, representing a significant loss in resource materials and energy.
NOMINATIE • NOMINATION
PRODUCT OP DE MARKT PRODUCT ON THE MARKET
MÖBEL-TAFEL • TABLE Uittrekbare eettafel uit gerecycleerd hout • Extendable dining room table made of recycled wood Ontwerp • Design JIJ’S Bedrijf • Company ResourceLab Gerecycleerd hout • Recycled wood 77 × 150 × 95 cm www.jijs.be www.resourcelab.be
© Kristof Vrancken
38
Initiatiefnemer ResourceLab combineert in het MÖBEL-project bekende ontwerpers en sociale economie in Turnhout. De tafel, van de hand van het Belgische architectencollectief JIJ’S (architecten de vylder vinck taillieu en Serge Vandenhove), bestaat uit eenvoudige multiplex-plaat die wordt voorzien van een nieuw ‘tafelkleed’ en ‘tafelsokken’. Hiervoor wordt aan de slag gegaan met het veellagige gerecycleerde materiaal ‘layercake’, een vertrouwde grondstof voor ResourceLab. De JIJ’S willen aan de tafel een generositeit toevoegen die ontstaat vanuit dit specifieke, gerecycleerde materiaal. Het ensemble van poten en tafelkleed kan als geheel gekocht worden maar de poten en tafelkleed zijn evenzeer afzonderlijk te koop.
The innovative ResourceLab has, in the MÖBEL project, brought together wellknown designers and the social economy in Turnhout. The table, the work of the Belgian architects’ collective JIJ’S (architects de vylder vinck taillieu and Serge Vandenhove), consists of simple plywood layers fitted with a new table covering and ‘table socks’. They went to work with the multi-layered recycled material known as ‘layercake’, a tried and tested material used by ResourceLab. JIJ’S wanted to endow the table with the generosity that is typical of this particular recycled material. The legs and table top can be sold as a set but may also be purchased separately.
NOMINATIE • NOMINATION
PRODUCT OP DE MARKT PRODUCT ON THE MARKET
SHOPCONTROLLER Slim en gebruiksvriendelijk beheersysteem om verwarming, airco, enz. voor winkelketens centraal te monitoren • Smart and user-friendly central management system to monitor heating, air conditioning etc. in chain stores Ontwerp • Design Studio Dott Bedrijf • Company Domotic Lounge www.shopcontroller.be www.domotic-lounge.be www.studiodott.be
39
Uw medewerker vergeet het licht uit te schakelen? De verwarming blijft warmte geven op een warme zonnige dag? De airco staat te koelen vlak voor sluitingstijd, als er bijna geen klanten meer aanwezig zijn? Met de Shopcontroller behoort dat allemaal definitief tot het verleden. Domotic Lounge en ontwerpbureau Studio Dott vonden elkaar in het 5x5-project van Designregio Kortrijk. Samen ontwikkelden zij dit slimme en gebruiksvriendelijke beheersysteem dat retailers in staat stelt om door middel van één enkel geïntegreerde toepassing technieken zoals verwarming, verlichting, airco, veiligheid, toegang ... centraal te monitoren en te sturen voor alle vestigingen. De Shopcontroller maakt gebruik van externe data, zoals het weerbericht en historische data van de vestiging, en vergelijkt verschillende vestigingen onderling. Op die manier kan continu worden bijgestuurd en worden eventuele defecten of abnormale verbruiken onmiddellijk gemeld. De retailer bespaart zo op energieverbruik en onderhoudskosten. Een aantal grote winkelketens in Vlaanderen gebruikt de Shopcontroller al en zij bespaarden tot zelfs 30 procent op hun energiekosten. Er is ook al interesse van scholengroepen, sociale woningbouw en de zorgsector.
Did your employee forget to switch off the lights? Does your heating system continue to exude heat on a warm and sunny day? Is your air conditioner continuing to cool your space just before closing time, even when there are hardly any customers left? With the Shopcontroller, all that is definitely in the past. Domotic Lounge and the design firm Studio Dott met each other at the 5x5 project of Designregio Kortrijk. Together they developed this smart and user-friendly management system that enables retailers to monitor and adjust central technical facilities such as heating, lighting, air conditioning, security, access, etc. using a single integrated application. The Shopcontroller uses external data such as the weather report and historical data from the establishment itself, and compares various establishments to each other. This allows for continuous adjustment and the detection and reporting of any malfunctions or abnormal usage. As a result, the retailer saves energy and maintenance costs. A number of large chain stores in Flanders are already using the Shopcontroller and have saved as much as 30 per cent in energy costs. Schools, social housing and the care sector have also expressed an interest.
HENRY VAN DE VELDE LABELS 15
Het Henry van de Velde Label is een kwaliteitslabel voor Vlaams design. Het erkent de zin, authenticiteit, vernieuwing, creativiteit, afwerking en meerwaarde van het product en garandeert zijn kwaliteit naar het grote publiek toe. Het Henry van de Velde Label is gegeerd bij de bedrijven en ontwerpers uit Vlaanderen. Aan de toekenning is geen geldprijs verbonden, maar zij beschouwen het als een bekroning van de creativiteit en visie van de ontwerper en producent die dit nu met trots kunnen uitdragen. Allen pakken er actief mee uit en erkennen volmondig de economische en mediatieke impact ervan. 206 producten dongen dit jaar mee naar de Henry van de Velde Labels 2015. Dat zijn er meer dan ooit tevoren. In een eerste ronde werden meer dan 70 producten en diensten geselecteerd. De jury was al in de eerste ronde opgetogen over het hoge niveau van de inzendingen. In de tweede ronde werden de inzendingen getest en gekeurd. De taak van de jury was dan ook niet eenvoudig. Uiteindelijk beslisten ze om deze 19 producten het Henry van de Velde Label toe te kennen. In de jury zetelden Gijs Bakker (Nederlands ontwerper, docent en medeoprichter Droog Design), Eveline Borgermans (coördinator Ikinnoveer @ Het Innovatiecentrum), Katja Craeghs (CEO Greenpoint.be, designinnovation & business developer), Siegrid Demyttenaere (partner/ uitgever en art director DAMN° magazine), Veerle Helsen (journalist Knack Weekend, Roularta Media Group), Frank Huygens (wetenschappelijk onderzoeker Design museum Gent), Evelyn Lafond (beleidsadviseur Ecodesign OVAM), Giovanna Massoni (CEO DesignStreams, curator, art director Reciprocity Liège), Tom Suykerbuyk (project manager ondernemingscreativiteit Flanders DC), Kurt Vanbelleghem (CEO PresentFuture, freelance curator, uitgever en journalist, communicatieverantwoordelijke St Lucas Antwerpen), Ellen Van den Bulcke (projectcoördinator Handmade in Brugge, tapis plein vzw) en Dieter Van Den Storm (freelance journalist, coördinator creatieve industrie BOZAR, pr-verantwoordelijke Vitra België, medewerker Interieur Foundation). Eén product uit de selectie zal door het publiek bekroond worden met de Publieksprijs, ten bedrage van 2 500 euro. Vorig jaar koos het publiek voor Daily-Needs van Studio Segers (zie p. 62).
The Henry van de Velde Label is a quality label for Flemish design. It recognises the significance, authenticity, innovation, creativity, finish and added value of the product and guarantees its quality for the general public. The Henry van de Velde Label is much sought after by companies and designers in Flanders. There is no cash prize attached to the granting of this label, but it is seen as a reward for the creativity and vision of the designer and the manufacturer who can now display it with pride. Everyone goes to town with it and fully recognises its economic and media impact. 206 products competed this year for the Henry van de Velde Labels 2015. That figure is higher than ever before. In the first round, more than 70 products and services were selected. The jury was impressed by the high quality of submissions already in the first round. In the second round, the submissions were tested and approved. The task of a jury in such a case is far from simple. They ultimately chose 19 products to which they awarded the Henry van de Velde Label. The jury consisted of Gijs Bakker (Dutch designer, teacher and cofounder Droog Design), Eveline Borgermans (coordinator Ikinnoveer @ Het Innovatiecentrum), Katja Craeghs (CEO Greenpoint.be, designinnovation & business developer), Siegrid Demyttenaere (co-owner/editor and art director DAMN° magazine), Veerle Helsen (journalist Knack Weekend, Roularta Media Group), Frank Huygens (research scientist Design museum Gent), Evelyn Lafond (policy advisor Ecodesign OVAM), Giovanna Massoni (CEO DesignStreams, curator, art director Reciprocity Liège), Tom Suykerbuyk (project manager entrepreneurial creativity at Flanders DC), Kurt Vanbelleghem (CEO PresentFuture, freelance curator, editor and journalist, communication manager St Lucas University Antwerp), Ellen Van den Bulcke (project coordinator Handmade in Bruges, tapis plein vzw) and Dieter Van Den Storm (freelance journalist, creative industry coordinator with BOZAR, responsible for PR at Vitra Belgium, Interieur Foundation staff member). One product from that selection will be the recipient of the Public Award, of a value of 2 500 euros. Last year, the public chose Daily-Needs from Studio Segers (see p. 62).
ALBATROS XL Tram Ontwerp • Design Yellow Window Enthoven Design Bedrijf • Company De Lijn
Diverse materialen Various materials 43 m
www.yellowwindow.com www.delijn.be www.bombardier.com
© stadsfotograaf Gent
42
Deze tram van 43 meter biedt plaats aan meer dan 300 reizigers per tram. Er zijn 250 staanplaatsen en 67 zitplaatsen. Hij heeft een lage instap en is tot 35 % zuiniger omdat hij niet alleen méér mensen kan vervoeren dan een andere tram, maar ook tot 35 % minder stroom verbruikt. De tram heeft een aangenaam ruim gevoel met korte gangen en grote ramen, en voorziet reizigers van airco en van informatie via schermen. Door de inrichting met opklapbare zetels, handgrepen, handlussen en halteknoppen, kan hij zichzelf optimaal aanpassen aan verschillende aantallen gebruikers doorheen de dag. De tram is vernieuwend, tijdloos en sluit aan bij het huidige trampark. Het is een imponerend voertuig waarin de soft front de veiligheid van de verkeersdeelnemers garandeert, zowel door de vorm van de snuit als door het bijzonder grote raam voor de bestuurder. De Albatros XL rijdt sinds deze zomer rond in Gent; Antwerpen volgde in september. Medeontwerper Axel Enthoven bouwde in de loop der jaren een stevige reputatie op als het op openbaar vervoer aankomt. Een van zijn bekendste ontwerpen is de zogenoemde duikbriltrein, die zijn bijnaam dankt aan de voorruit die lijkt op een duikbril.
This 43-metre long tram offers space to more than 300 passengers per tram. There is standing room for 250 and 67 seats. It has a low floor and is up to 35 % more efficient not only because it can transport more people than other trams, but also uses up to 35 % less power. The tram has a pleasant, spacious feel to it with short aisles and large windows, and offers passengers air conditioning and information on screens. Fitted with fold-up seats, handrails, straps and stop request buttons, it can easily be adjusted to various numbers of users over the course of the day. The tram is innovative, timeless and fits well with the current fleet of trams. It is an impressive vehicle whose ‘soft front’ guarantees the safety of passengers, both thanks to the shape of the nose and the particularly large windscreen for the driver. The Albatros XL has been in operation since this past summer in Ghent, and in Antwerp since September. Co-designer Axel Enthoven has over the years built up a strong reputation in the area of public transport. One of his best-known designs is the so-called ‘diving goggle train’, which owes its nickname to the shape of the windscreen.
AUSTERE-T Bureaulamp • Desk lamp Ontwerp • Design Hans Verstuyft Bedrijf • Company Trizo21 Messing, messing gepatineerd, gepoederlakt • Brass, brass with patina finish, powder lacquer 120 × 5 × 40 cm www.hansverstuyftarchitecten.be www.trizo21.com
© Hans Verstuyft
43
De Austere-T-bureaulamp met ledverlichting is een sober ontwerp, of zoals de ontwerper het zelf omschrijft: “Een klokje licht dat herinnert aan een lampion of een lantaarn. Het lijkt zich overal thuis te voelen. Door de kracht van de eenvoud wordt het een vanzelfsprekend object, maar met een mysterieuze gelaagdheid. De opbouw van de armatuur is subtiel en functioneel. Met een beperkt aantal onderdelen worden alternatieve modellen voorgesteld voor wand, vloer en plafond.” De Austere-familie zit in collectie bij de specialist in architecturale verlichting Trizo21. Deze Belgische firma bestaat al ruim vijftien jaar en verkoopt sobere, goed gemaakte ontwerpen ‘met een vrolijke optimistische toets’, zoals oprichter Bruno Van Meenen het graag omschrijft. Hans Verstuyft werkt sinds 1992 als architect en vindt dat een sobere vormgeving essentieel is in deze tijden van overvloed. Over de naamkeuze van zijn ontwerp: “Ik wilde een woord dat ‘kalm, ontdaan van alle franje, subtiel’ betekende. Zo kwam ik op ‘austere’, wat zowel in het Engels als het Frans werkt. Ik vond het woord heel toepasselijk, bijna vanzelfsprekend zegt het wat de lamp is.”
The Austere-T desk lamp with LED lighting is a sober design, or as the designer himself describes it; “A little bell-shaped light that is reminiscent of a lantern or streetlight. It appears to feel at home anywhere. The power of its simplicity makes it a straightforward object but with a mysterious lamination. The structure of the bracket is subtle and functional. With its limited number of parts, alternative models can be developed for a wall, floor or ceiling.” The Austere family is part of a collection by Trizo21, a specialist in architectural lighting. This Belgian company has been in existence for more than fifteen years and sells sober, well-made designs ‘with a light-hearted, optimistic touch’, as its founder Bruno Van Meenen likes to say. Hans Verstuyft has been working as an architect since 1992 and finds that a sober design is essential in these days of excess. Regarding the choice of name for his design: “I wanted a word that suggests ‘calm, no-frill, subtle’. So I came upon the term ‘austere’, which works in English and French as well. I found the word very appropriate, almost evident and expresses in a straightforward manner what the lamp is.”
BRINGME BOX Slimme brievenbus Smart mailbox Ontwerp • Design Made Bedrijf • Company Bringme
Volkern materiaal met een capacitief touch • Solid core material with a capacitive touch 209,6 × 153,7 × 58 cm
www.haveitmade.be www.bringme.com
Foto • Photo Frederik Vercruysse © Bringme
44
De Bringme Box is een slimme kast met twintig of meer vakken waarin een koerier zijn pakketjes kan achterlaten, of je er nu bent of niet. Zo’n Bringme Box op je werk bijvoorbeeld is superhandig: je hoeft nooit meer thuis te zitten wachten op een levering, of bij de buren te bellen om je pakje op te vragen, of aan een loket staan aanschuiven om iets terug te sturen. Je neemt het gewoon uit de box voor je naar huis vertrekt. Je kunt er ook zelf iets mee terugsturen of verzenden. Bringme doet trouwens veel meer dan pakketjes. Zo kunnen niet alleen koeriers in de box, maar evengoed de strijkdienst, schoenmaker, vrienden, familie of lokale handelaars waar je anders niet raakt voor sluitingstijd. Made vertaalde het revolutionaire concept van Bringme naar alle facetten waarmee de gebruiker in aanmerking komt, waaronder de mobiele applicatie, de interactieve kiosk en de intelligente kast. Uniformiteit doorheen de hele gebruikerscyclus was een must. Daardoor speelt de Bringme App perfect in op de Bringme Box en omgekeerd, wat Bringme met zijn superieure gebruikservaring uniek maakt in zijn sector. Vandaag vind je de Bringme Box vooral bij bedrijven en appartementsgebouwen, waardoor ze in tegenstelling tot de concurrentie veel dichter bij de mensen staan. Niet onbelangrijk: de Bringme Box heeft een gunstig effect op milieu en mobiliteit. Koeriers sparen tot 50 % ritten uit omdat ze leveringen en ophalingen kunnen combineren, en er altijd kan worden geleverd. Een koerier hoeft niet op een ander moment nóg eens terug te komen. Minder chaos op de weg en minder CO2 in de lucht dus.
The Bringme Box is a smart box with twenty or more compartments in which a courier can deposit packages whether you are there or not. A Bringme Box at work, for example, is very handy; and you don’t have to sit at home waiting for a delivery or ring your neighbour’s doorbell to collect your package or line up at a post office to send something back. You just take it out of the box before leave for home. And you can also use it to send or return something. Bringme can handle a lot more than parcels. Not only can couriers access the box, but also your ironing service, shoemaker, friends, family or local merchants that you would otherwise not be able to get to before they close. Made has translated the revolutionary concept of Bringme to all facets for which a user may wish to use it, including the mobile application, interactive kiosk and smart box. Uniformity across the entire user cycle was a must. For this purpose, the Bringme App fits in perfectly with the Bringme Box and vice versa, making Bringme and its superior user experience unique in the sector. At present you can find the Bringme Box in use mainly at businesses and apartment buildings, for which the product, by comparison with its competitors, is much closer to the consumer. A not insignificant point: the Bringme Box has a beneficial effect on the environment and mobility. Couriers save up to 50 % in journeys since they can combine pick-ups and drop-offs, and items can be delivered at any time. Nor does the courier have to return a second time. All in all, less chaos on the road and less CO2 in the atmosphere.
B-AND-BEE Pop-uphotel • Pop-up hotel Ontwerp • Design Achilles Design Roestvrij staal, hout, EPS sandwichpaneel, PVC zeildoek Stainless steel, wood, EPS plywood, PVC sailcloth 166 × 191 × 250 m www.achilles.be www.b-and-bee.com
© Hannes Geipel
45
B-AND-BEE is een innovatieve overnachtingsmogelijkheid met een hoge dichtheid per vierkante meter. Het modulaire systeem kan tot vier lagen boven elkaar worden gestapeld. B-AND-BEE heeft de vorm van een honingraat en biedt een unieke ervaring aan de gebruikers. Bovendien speelt het in op de stijgende behoefte aan luxe op de festivalcampings. In elke module is opslagruimte voor bagage, een locker, en licht en stroom voorzien. Het bed kan heel eenvoudig worden omgevormd tot een comfortabele zetel. De slaapcellen kunnen worden verhuurd of aangeboden aan festivalgangers en -organisatoren; occasionele gebruikers zoals event- en wedstrijdorganisatoren; groepen en hulpverleners (natuurrampen, opvang daklozen en vluchtelingen). De cellen zijn eenvoudig en compact te stapelen voor transport, waardoor er een minimum aan lucht wordt getransporteerd. In tegenstelling tot een tent kunnen ze eenvoudig op verharde ondergrond worden geplaatst. Daardoor blijft de benodigde oppervlakte beperkt en kan er ook worden gekampeerd op verharde ondergronden en niet alleen op grasland. De productie gebeurt volledig in België, voornamelijk in sociale werkplaatsen. B-AND-BEE is ontstaan vanuit een maatschappelijke doelstelling: meer tewerkstelling creëren voor de participerende, sociale werkplaatsen en hun aanverwante vzw’s. De productie, commerciële exploitatie en recuperatie van het hotel creëren extra werkgelegenheid voor mensen uit kansengroepen. Er wordt gewerkt met duurzame materialen.
B-AND-BEE is an innovative overnight option with high density per square metre. The modules can be piled on top of each other up to four levels. B-ANDBEE is shaped like a honeycomb and offers users a unique experience. It also suits the growing need for a degree of luxury at festival campgrounds. Each module has storage space for luggage, a locker, lights and electricity. The bed can be transformed very easily into a comfortable armchair. The sleeping cells can be rented or offered to festival-goers and organisers, occasional users such as event and competition organisers, groups and aid workers (natural disasters, housing for homeless people and refugees). The cells are simple and compact and can be piled up for transport, so as to contain a minimum of air. Unlike a tent, you can even place these simply on the hard ground. This limits the surface area needed and makes it possible to camp even on paved surfaces, not only on grassland. Manufacturing is done entirely in Belgium, mainly in sheltered workshops. B-AND-BEE came about with a social objective: create more work for the participants, sheltered workshops and their affiliated non-profits. The production, operation and recovery of the hotel create extra jobs for people from disadvantaged backgrounds. The components are made of sustainable materials.
CARBON BLACK LINE Armatuur • Lighting Ontwerp • Design Jan Mahieu Bedrijf • Company LIGHTperMETER
Aluminium, reflector, PMMa, verlichtingsonderdelen • Aluminium, reflector, PMMA, lighting elements Ongelimiteerde lengte • Unlimited length × 8,4 × 4,4 cm
www.lightpermeter.com
46
De Carbon Black Line is een zwarte ledlichtlijn in aluminium. Je kunt dit verlichtingselement zo lang maken als je maar wenst. De lichtbron is onder andere voorzien van de EU-gepatenteerde cooLED-technologie. Ontwerper Jan Mahieu: “Bij ledlampen wordt vaak witte opaal gebruikt als diffusor. Maar dat neemt ongeveer 30 % licht weg om een mooi gespreid licht te bekomen. Ik had een zwarte kunststof gevonden die minder licht wegneemt, en bovendien unieke en mooie lens- en lichteffecten opleverde. De Carbon Black Line is eigenlijk begonnen als een experiment. De combinatie van zwart én lichtarmatuur was origineel, en het boeide me om een lichtlijn te ontwikkelen die pekzwart zou zijn als ze is uitgeschakeld en die, ingeschakeld, minstens zo goed als een andere zou presteren, met een mooi en esthetisch effect én een goede lichtweergave.” Het idee en de verrassende effecten van de Carbon Black Line fascineerden ook anderen en de armatuur won snel een aantal internationale nominaties en designprijzen zoals de iF Award in Duitsland en de Green Good Design Award 2015 in de VS. Op dit moment worden de eerste installaties uitgevoerd. Zo komt er een grote pendelconstructie in het hoofdkwartier van Deutsche Telekom en wordt er gewerkt aan een kleine variant voor inbouwlichtlijnen.
The Carbon Black Line is a black linear LED light made of aluminium. You can extend this lighting element as long as you wish. The light source uses EU-patented cooLED technology, among other components. Designer Jan Mahieu notes: “For bed lamps, opalescent white is often used as a diffusor. But that removes around 30 % of the light in order to produce a nice light effect. I found a black synthetic that removes less of the light, and yet provides lovely and unique lens and lighting effects. The Carbon Black Line started out actually as an experiment. The combination of black and a light frame was original and I found it exciting to develop a light line that could be jet black when it’s turned off, and that once switched on gives as much light as any other lamp, with a fine aesthetic effect as well as good light throw.” The idea and the surprising effects of the Carbon Black Line have also fascinated others, and the light frame soon received a number of international nominations and design prizes, such as the iF Award in Germany and the Green Good Design Award 2015 in the United States. At this moment, the first installations are being carried out. A large pendulum structure will be installed in the head office of Deutsche Telekom, and they are working on a variant for recessed lighting.
COPPER(II)CHLORIDE Vochtsensitief behangpapier Moisture-sensitive wallpaper Ontwerp • Design Salvatore Caltabellotta Glasvezel, koper(II)chloride, water • Fibreglass, copper(II) chloride, water www.salvatorecaltabellotta.com
47
Sommige mensen hebben het moeilijk om te ademen in omgevingen met een hoge vochtigheidsgraad, vaak omdat ze al lijden aan astma. Anderen krijgen het benauwd en beginnen te hyperventileren met als resultaat dat ze zich zwak voelen en zich niet meer kunnen concentreren. De juiste vochtigheidsgraad is heel belangrijk in ons leven, maar in de meeste gevallen zijn we er ons niet van bewust. Er bestaan meters, maar niemand gebruikt ze. Door het vochtigheidsniveau in kleur te laten zien, zijn we ons meer bewust van de verandering van vochtigheid in onze omgeving. Zo kunnen we sneller ingrijpen. We vertrouwen onze perceptie meer dan cijfers en meetinstrumenten. Salvatore Caltabellotta creëerde een behangpapier van glasvezel waar een laagje koper(II)chloride op zit. Als het papier vochtig wordt, veranderen de kleurpigmenten en verandert het papier van kleur. Het materiaal kan in verschillende toepassingen worden gebruikt: behangpapier is de meest voor de hand liggende, maar het kan ook dienen als kamerscherm. Koper(II)chloride is het chemische onderdeel met de formule CuCl2. Het is een lichtbruine oplossing die langzaam vocht opslorpt om een blauwgroen dihydraat te vormen. Koper(II)chloride is het meest voorkomende koperonderdeel, na kopersulfaat. Als het vochtiger wordt, verandert de koper(II)chloride naar een lichtblauwe kleur. Als de vochtigheidsgraad afneemt, wordt het weer geel/bruin.
Some people find it difficult to breathe in environments with a high level of humidity, for instance because they suffer from asthma. Others feel short of breath and begin to hyperventilate, with the result that they feel weak and can no longer concentrate. The right humidity level is very important in our lives, but in most cases we are not even aware of it. There are meters, of course, but no one uses them. By showing the humidity level in colour, we become more aware of changes in the moisture in our surroundings. This enables us to take action sooner. We trust our perception more than we do figures and measuring instruments. Salvatore Caltabellotta created a wallpaper made of fibreglass that incorporates a layer of copper(II) chloride. If the paper becomes moist, the colour pigments in it change and the wallpaper changes colour. The material can be used in various forms: wallpaper is the most obvious, but it can also be used as a folding screen. Copper(II) chloride is a chemical compound with the chemical formula CuCl2. It is a light brown solid that gradually absorbs moisture to form a bluegreen dihydrate. Copper(II) chloride is the most common copper compound, after copper sulphate. As humidity rises, the copper(II) chloride turns a light-blue colour. As the humidity falls, it returns to its yellow/brown tint.
GENT XTRA BOLD Boek ter promotie van de Stad Gent • Promotional book for the City of Ghent Ontwerp • Design Sanny Winters Klant • Client Stad Gent • City of Ghent Uitgeverij • Publisher Lannoo Papier: Munken Polar Rough, hard board cover, zwart wit kapitaalbandje, rood leeslint • Paper: Munken Polar Rough, hard board cover, black and white headband, red bookmark ribbon 240 × 170 × 19 mm www.winterswonderland.be www.lannoo.be
© Koen Broos
48
Sanny Winters brengt een positief en kleurrijk boek met de Arteveldestad in de hoofdrol. In honderd typografische prenten zet ze de iconen van Gent in de kijker. Op basis van het alfabet ontleedt ze in haar kenmerkende stijl de essentie van de stad en haar inwoners. Zaken waar Gentenaars trots op zijn, kantelmomenten in de geschiedenis, typische gebruiken, de boeiendste plekken en de markantste helden. Teksten van bekende Gentenaars als Herman Brusselmans en Kadir Balci prijzen de stad aan. Ook Pascale Platel hielp mee om de sfeer van Gent te vatten. Winters woont zelf in Antwerpen, maar houdt van de positieve vibe die uitgaat van Gent. Toen ze aan dit boek werkte, ging ze meermaals naar Gent, gewoon om de sfeer op te snuiven. In haar werk als vormgever en illustrator vertrekt Winters graag van heldere typografische beelden. Naar eigen zeggen is een lezer of kijker altijd eerst aangetrokken door een vorm of door helder kleurgebruik, dat zijn de letterlijke blikvangers. Ze dwingt zichzelf om een beeld tot de essentie uit te puren. Sinds 1997 vormt Sanny samen met Tim Oeyen het ontwerpduo Oeyen en Winters. In 2004 ontvingen zij de Henry van de Velde Award voor Jong Talent.
Sanny Winters has produced a cheery, colourful book that places the city of the Arteveldes in the limelight. Via hundreds of typographical prints, she zooms in on the icons of the city of Ghent. Organized according to the alphabet, she has in her own distinctive style captured the essence of the city and its residents. Things that the people of Ghent are proud of, turning points in the city’s history, typical customs, the most exciting spots and its principal heroes. Texts by famous Ghent residents such as Herman Brusselmans and Kadir Balci sing the city’s praises. Pascale Platel also lent a hand to capturing the mood of the city. Winters herself lives in Antwerp, but loves the positive vibe that Ghent exudes. While working on this book, she often visited Ghent just to soak in the atmosphere. In her work as designer and illustrator, Winters likes to start out with clear typographical images. As she herself puts it, a reader or viewer is always attracted first by a shape or a clear use of colour – those are literally the eye-catchers. She then forces herself to strip down an image to its purest essence. Since 1997, Sanny and Tim Oeyen work as the designer duo ‘Oeyen en Winters’. In 2004 they won the Henry van de Velde Young Talent Award.
IN VEIN Tafel annex spiegel Table with mirror Ontwerp • Design Ben Storms Marmer, inox, gietijzer, tuigleder, carbon, epoxy, styrofoam / Marble, stainless steel, cast iron, saddle leather, carbon, epoxy, styrofoam 74 × 200 × 100 cm www.benstorms.be
© Isabel Rottiers
49
In Vein kan als spiegel tegen een muur worden geplaatst. Zodra het blad op de schragen ligt, heb je een marmeren schraagtafel. De tafel annex spiegel van Ben Storms kwam tot stand met een mix van oude en nieuwe technieken. Voor de leder- en natuursteenbewerking viel hij terug op traditionele ambachten, maar voor het blazen van de inox spiegel gebruikte hij de techniek van hydroforming waarbij de spiegel wordt geblazen met waterdruk in een vrije mal. De uiteindelijke vorm is daardoor altijd uniek. De spiegel is de verbindende kracht die ervoor zorgt dat een lichtgewicht marmeren tafelblad van 35 kg op schragen kan liggen zonder dat het marmer breekt. Ben Storms maakt sculpturale objecten die niemand onberoerd laten en al op internationale bijval konden rekenen. Zo zit zijn werk onder andere in de collectie van de Franse avant-gardistische mode- en designtempel L’Eclaireur en staat zijn laatste werk In Hale te pronken bij Alexander Wangs Flagship Store in Londen.
In Vein can be placed as a mirror against a wall. But when you put the sheet on its trestles, you have a marble trestle table. The table with mirror designed by Ben Storms came about through a mix of old and new techniques. For the leather and stonework he drew upon traditional crafts, while for blowing the stainless steel mirror, he used the technique of hydroforming, in which the mirror is blown with water pressure in a free mold. The final shape is therefore always unique. The mirror is the binding force that ensures that a lightweight marble table top weighing 35 kg can rest on trestles without the marble breaking. Ben Storms makes sculptured objects that leave no one indifferent and that have received international acclaim. His work is to be found among other places in the collection of the French avant-garde fashion and design temple L’Eclaireur, and his most recent work, In Hale, is on display at Alexander Wang’s Flagship Store in London.
MOMU COLLECTION WALL Interactieve videomuur Interactive video wall Ontwerp • Design David Dos Santos Bedrijf • Company MoMu 2×5×1m www.dossantos.be www.momu.be
50
Elk museum kan maar een fractie van zijn volledige collectie tonen. De rest wordt veilig achter de schermen bewaard. Daarnaast zijn er vaak boeiende achtergrondverhalen bij tentoonstellingsstukken. Voor het Antwerpse ModeMuseum bedacht Studio Dos Santos daarom een digitale oplossing: een interactieve ‘touchscreen’-videomuur die ook zichtbaar en bedienbaar is buiten, als het museum dicht is. De muur bestaat uit 8 schermen van 55 inch die in totaal 10 vierkante meter innemen. Omdat de schermen buiten staan, konden de ontwerpers geen gebruik maken van de courante optische touch-technologie, maar moest er een technisch complexer aanraakscherm worden gebruikt. Bezoekers kunnen onder meer foto’s en video’s bekijken, in vijf verschillende talen. De videowall bevat niet alleen informatie over het MoMu, maar ook over de andere ‘bewoners’ van het gebouw: de Antwerpse modeacademie en Flanders Fashion Institute. Het MoMu is met dit project een van de pioniers op het gebied van de digitale ontsluiting van hun archief. De technische uitwerking was in handen van Lab101. Het project kreeg steun van Toerisme Vlaanderen.
Every museum can exhibit only a fraction of its entire collection. The rest is stored safely behind the scenes. There are often fascinating background stories about exhibition pieces. For the Antwerp Fashion Museum (MoMu), Studio Dos Santos devised a digital solution: an interactive touchscreen video wall that is visible and accessible even when the museum is closed. The wall consists of eight 55-inch screens that cover a total of 10 square metres. Because the screens are outside, the designers could not use the usual optical touch technology, but had to develop a more complex touchscreen. Visitors can view photos and videos in five different lanuages. The video wall provides information not only about the MoMu but the other ‘residents’ of the building as well: the Antwerp fashion academy and Flanders Fashion Institute. With this project, the MoMu is a pioneer in the field of digital opening of its archives. The technical solution was entrusted to Lab101. The project received the support of Tourism Flanders.
NUÉE SHADOWS Linnencollectie • Linen collection Ontwerp • Design Liv Mathilde Méchin & Côme Touvay Bedrijf • Company Verilin Vlas, katoen, mohair, kasjmier Flax, cotton, mohair, cashmere 240 × 240 cm www.nuee.be www.verilin.be
© Virginie Perochaux
51
De collectie Nuée SHADOWS van Verilin is een poging om effecten uit de natuur te benaderen met linnen. Voor dit ontwerp haalden beeldend kunstenaar Liv Mathilde Méchin en textielontwerper Côme Touvay inspiratie uit de lichtschakeringen aan de hemel die telkens duiden op de komst van een nieuw seizoen. Dit ontwerp hield een researchprogramma in om met nieuwe vezels, garens, bindingen en weeftechnieken de gewenste effecten te ontwikkelen. Het terugkerende patroon komt voort uit een draad per draad uitgewerkte weefformule. De grote innovatieve factor van Nuée SHADOWS is de verfijning van kleur- en materiaalnuances (dégradé) op weefkundig vlak. Elke getekende pixel wordt mee opgenomen in een geselecteerde binding. Alle bindingen in het weefsel moeten compatibel zijn om de gewenste stabiliteit te kunnen garanderen. Het is een duurzaam product, dat ‘mooi oud’ wordt. De collectie bestaat uit drie varianten. De Summer Sheet: een dubbele satijnen doek met een gladde gekleurde buitenlaag en aan de andere kant pluizig katoen voor een comfortabel gevoel. De Night Voile: een lichte doek waarbij het linnen geleidelijk wordt vervangen door kasjmier. Een weefsel dat discreet verandert van de ene kant naar de andere: linnen wordt kasjmier, koelte wordt warmte. Tot slot is er de Winter Sheet, een deken van zuiver linnen satijn gecombineerd met fijne mohair. De kleurovergangen zijn ook terug te vinden in de gordijnstoffen, het bed- en tafellinnen, en de decoratiestoffen.
The Nuée SHADOWS collection by Verilin is an attempt to achieve effects from nature using linen. For this design, the visual artist Liv Mathilde Méchin and the textile designer Côme Touvay drew inspiration from the chiaroscuro effects in the sky that appear with the arrival of each new season. This design was based on a research programme to develop new fibres, yarns, weaves and textile techniques that could produce the desired effects. The recurring pattern comes from a weaving formula worked out thread by thread. The most innovative aspect of Nuée SHADOWS is the refined colour and fabric nuances (dégradé) within the weaving technique. Each pixel of the drawing is included in a selected weave. All weaves in the textile must be compatible with each other in order to ensure the requisite stability. It is a durable product that ‘ages well’. The collection consists of three variants. The Summer Sheet: a double satin sheet with a smooth, coloured external layer and on the other side a fluffy cotton for a comfortable feel. The Night Voile: a light sheet in which linen is gradually replaced by cashmere. A textile that discretely changes from the one side to the other: linen becomes cashmere, cool becomes warm. Finally, there is the Winter Sheet, a cover made of pure linen satin combined with fine mohair. The colour transitions can be found as well in the curtain fabric, bed and table linens and decorative fabrics.
ONCE UPON A TIME Notebook Ontwerp • Design Oeyen en Winters Bedrijf • Company Igepa Papier • Paper: Z-Offset Rough, Malmero, Multiloft 220 × 165 × 18 mm www.winterswonderland.be www.igepa.be
© Koen Broos
52
Tim Oeyen en Sanny Winters over het ontwerp: “Voor dit boekje, dat wordt gebruikt door Igepa om vanuit commercieel oogpunt hun papier te promoten, kregen we carte blanche qua thema en uitvoering binnen een bepaald budget. Ons uitgangspunt: in tijden van crisis en negativisme is er nood om terug te grijpen naar eenvoud, puurheid, schoonheid, dromen, ... Zo groeide het idee om het notitieboek op te bouwen rond sprookjes. Sprookjes zijn actueel, universeel, in elke taal verstaanbaar en voor elke doelgroep. Ze zitten in ons collectieve geheugen gegrift. Eén beeld triggert meestal al een herkenning.” Oeyen en Winters bedachten het concept en de grafische vormgeving van het notitieboekje. Bij tien sprookjes maakte Winters hedendaagse illustraties die werden verweven doorheen het te promoten papier. Muziektekstfragmenten geven de sprookjes extra kracht. Het boekje is als een echt ‘notebook’ opgevat en er is dus op de witte pagina’s ruimte om eigen verhalen, ideëen en sprookjes te noteren. Tim Oeyen en Sanny Winters werken sinds 1997 samen als ontwerpduo. In 2004 ontvingen zij de Henry van de Velde Award voor Jong Talent.
Tim Oeyen and Sanny Winters about the design: “For this book, used by Igepa to promote their paper for commercial purposes, we were given carte blanche as regards the subject and execution within a given budget. Our starting point was: in times of crisis and negativism, one needs to reach back to simplicity, purity, beauty, dreams, … So the idea was born to design a notebook around fairy tales. Fairy tales are current, universal, comprehensible in every language and by every target group. They are engraved in our collective memory. It often takes just one image to trigger recognition.” Oeyen and Winters developed the concept and the graphic design of the notebook. Winters produced illustrations around ten faily tales and these were woven into the paper to be promoted. Fragments of musical text give the fairy tales extra power. The book is conceived as a real ‘notebook’ and hence there is space on the white pages to record one’s own stories, ideas and tales. Tim Oeyen and Sanny Winters have been working together since 1997 as a designer duo. In 2004 they received the Henry van de Velde Young Talent Award.
RON KNIFE SERIES Keukenmessen • Kitchen knives Ontwerp • Design Pieter Roex Bedrijf • Company BergHOFF Staal met zwarte tweelagige titanium anti-kleeflaag, essenhout Steel with black dual layer non-stick titanium, ashwood 8,5 - 23 cm www.berghoffworldwide.com
53
RON knife series bestaat uit negen van de meest gebruikte messen. De messen vallen op door hun donkere lemmeten, in combinatie met een zachte houten handgreep of een zwarte greep. Elk mes heeft zijn eigen houten messenhouder, dat met sterke magneten aan de andere messenhouders kan worden gekoppeld. Zo kunnen de messen veilig op het aanrecht of in de schuif worden opgeborgen. Over het ontwerp: “Eerder dan revolutionair te willen zijn, hebben we met RON een productfamilie ontworpen die vertrouwd aanvoelt. Een product dat uitblinkt in soberheid en daardoor goed past bij andere objecten in huis. De producten zijn ontworpen vanuit de tradities en de verfijnde kookcultuur die in België heerst. Daarbij zoeken we naar een evenwicht tussen functionaliteit en esthetiek. Met RON willen we neutraal zijn en passen in elk interieur. We proberen iconen te ontwerpen die de tand des tijds zullen doorstaan. Door ons bewust te richten tot essentiële, betaalbare tools, producten zo weinig mogelijk te verpakken en tijdloos vorm te geven, willen we met RON een duurzaam statement maken.” Als ontwerper streeft Pieter Roex ernaar om producten te ontwerpen die hij zelf zou willen, producten die je elke dag kunt gebruiken en die te combineren zijn.
RON knife series consists of nine of the most widely used knives. They are remarkable for their dark blades, in combination with a soft wooden or black handle. Each knife has its own wooden knife block that can be linked to the others with strong magnets. This way the knives can be stored safely on the countertop or in a drawer. About the design: “Rather than try to be revolutionary, we have tried with the RON collection to design a family of products that feels familiar. A product that stands out for its sobriety and therefore fits well with the other objects in the home. The products are designed from the traditional and refined food culture that Belgium is known for. For this reason we were looking for a balance of functionality and aesthetics. With RON we wanted to be neutral and fit into every interior. We try to design icons that will withstand the test of time. By deliberately focusing on essential, affordable tools, products with a timeless form and a minimum of packaging, we sought with RON to make a sustainable statement.” As a designer, Pieter Roex strives to create products that he himself would want to have, products that you can use on a daily basis and can combine them with each other.
RON TEAPOT Theepot • Teapot Ontwerp • Design Pieter Roex Bedrijf • Company BergHOFF RVS met een satijnen afwerking of met een witte coating • RVS with a satin finish or a white coating 22 × 19 cm www.berghoffworldwide.com
54
De theepot uit de RON-collectie is tegelijk waterketel en theepot, en kan dus rechtstreeks van het vuur op tafel worden gezet. Als de houder voor losse thee eruit is, kan het deksel goed worden vastgezet, wat handig is bij het schenken. Over het ontwerp: “Eerder dan revolutionair te willen zijn, trachten we met RON een productfamilie te ontwerpen die aanvoelt alsof het altijd zo had moeten zijn. Producten die uitblinken in soberheid en daardoor goed integreren met bestaande objecten in huis. De producten zijn ontworpen vanuit tradities en vanuit de verfijnde kookcultuur die in België heerst. Daarbij zoeken we altijd weer naar een evenwicht tussen functionaliteit en esthetiek. Met RON willen we neutraal zijn en zo passen in elke interieurstijl. We proberen iconen te ontwerpen die de tand des tijds zullen doorstaan. Door ons bewust te richten tot essentiële, betaalbare tools, producten zo weinig mogelijk te verpakken en tijdloos vorm te geven, willen we met RON een duurzaam statement maken.” Als ontwerper streeft Pieter Roex ernaar om producten te ontwerpen die hij zelf echt zou willen, producten die je elke dag kunt gebruiken en die te combineren zijn.
The teapot from the RON collection is at one and the same time a kettle and a teapot, and so can go directly from the stove to the table. If you remove the holder for loose tea, the cover can be placed on tightly, a feature useful for pouring. About the design: “Rather than try to be revolutionary, we have tried with the RON collection to design a family of products that feels like it must have always been there. Products that stand out for its sobriety and therefore fit well with the other objects in the home. The products are designed from the traditional and refined food culture that Belgium is known for. For this reason we always look for a balance of functionality and aesthetics. With RON we wanted to be neutral and fit into every interior. We try to design icons that will withstand the test of time. By deliberately focusing on essential, affordable tools, products with a timeless form and a minimum of packaging, we sought with RON to make a sustainable statement.” As a designer, Pieter Roex strives to create products that he himself would really want to have, products that you can use on a daily basis and can combine them with each other.
SOME THING, SOME THINGS, SOME THINKINGS ABOUT DMVA Monografie • Monography Ontwerp • Design Ronny Duquenne Klant • Client dmvA Uitgeverij • Publisher Stichting Kunstboek Auteur • Author Dominique Pieters Papier • Paper: Maxisilk Igepa, Maxioffset Igepa UPM; Cover: Rognerat 210 × 170 × 20 mm www.ronnyenjohny.be www.dmva-architecten.be www.pureprint.be www.stichtingkunstboek.com
55
Some thing, Some things, Some thinkings about dmvA is een monografie over het architectuurbureau dmvA (door middel van architectuur), uitgegeven door Stichting Kunstboek en gedrukt door Pureprint. In ‘Some things…’ slaagt Ronny Duquenne erin om de denkwijze van het jonge architectuurbureau grafisch te vertalen. Omdat dmvA zijn projecten neerzet als dragers van taferelen, creëert het interactieve ontwerp een podium voor het theater van het leven. Bij de beschrijvingen over gerealiseerde, binnenkort te realiseren en nooit te realiseren architectuurprojecten duiken in de marges gekantelde en mentaliteitskantelende gedachten en verwijzingen op. Zowel creator als lezer treden samen op als scenarioschrijvers waarbij ze de gebouwen toelaten om telkens een ander verhaal te vertellen op de witte pagina’s binnen de overwegend gele publicatie. Het boek heeft de look-and-feel van een echt collector’s item, en overstijgt qua vorm en inhoud de traditionele architectuurmonografie. DmvA over het ontwerp: “Je zintuigen. Meer heb je niet nodig om Some thing, Some things, Some thinkings about dmvA te ervaren en te lezen. De drieledige inhoud en interactieve marges geven de lezer de vrijheid om een eigen traject uit te stippelen om te voelen wat architectuur ‘schrijft’. Dankzij grafisch ontwerper Ronny Duquenne, die het concept van bij aanvang van het samenwerkingsproces stuurde, is een uniek product ontstaan, anders dan de eenduidige monografieën die vandaag de dag de winkelrekken vullen.”
Some thing, Some things, Some thinkings about dmvA is a monograph about the architectural firm dmvA (by means of architecture), published by Stichting Kunstboek and printed by Pureprint. In Some things…, Ronny Duquenne succeeds in translating into graphic form the young architectural firm’s way of thinking. Because dmvA approaches its projects as media for telling a story, the interactive design offers a stage for the theatre of life. In the descriptions of completed, soon to be completed or never to be realized architectural projects, the margins are filled with shifting and mentality-changing ideas and references. Both the creator and the reader serve as scriptwriters, allowing the buildings to tell a different story time after time on the white pages within the predominantly yellow publication. The book has the look-and-feel of a true collector’s item, and its form and content go far beyond traditional architectural monographs. DmvA about the design: “Your senses. You don’t need anything more in order to experience and read Some thing, Some things, Some thinkings about dmvA. The three parts into which the content is divided, and the interactive margins, give the reader the freedom to trace his or her own trajectory in order to grasp what architecture ‘writes’. Thanks to graphic designer Ronny Duquenne, who has guided the concept from the very beginning of the collaborative process, this is a unique product that is quite different from the straighforward monographs that fill the shelves of today’s bookstores.”
STULENS MANIFEST Publicatie • Publication Ontwerp • Design Pablo Hannon (Hectica) Bedrijf • Company Stulens Papier • Paper: Munken Lynx Rough, Curious Matter 210 × 180 × 5 mm www.hectica.com www.stulens.be
56
Het Stulens Manifest ontstond tijdens brainstorms ter voorbereiding van de herinrichting van de conceptstore en het herbekijken van de identiteit. Home to Offices Stulens doet al sinds 1953 aan (kantoor)inrichting. Het manifest verwoordt de nieuwe richting die Stulens wil uitgaan: die van doordachte duurzaamheid wat productie en logistiek betreft. Naast die waarden wil Stulens een baken en broeihaard zijn op het vlak van design, kunst en cultuur. Het boek is symbolisch voor de nieuwe weg, en een tool om intern en extern mensen op sleeptouw te nemen. Het boek heeft de titel in het midden, de essentie op de cover en de voorbeeldmerken omarmen de spreuken. Verschillende lettertypes zijn de gids doorheen het inspiratielandschap. Papier en productie zijn met zorg uitgekozen, het concept van sustainability in gedachte. De cover werd in drie verschillende kleuren van het coverpapier bedrukt. De kleuren heten ‘Curious Matter’, ‘Adiron Blue’, ‘Desirée Red’ en ‘Andina Grey’. Voor het binnenwerk werd Munken Lynx Rough gebruikt. Groen bindgaren zorgt voor een tikje frisheid.
The Stulens Manifesto came into existence during brainstorming sessions preparing the redesign of the concept store and a re-examination of its identity. Home to Offices Stulens has been designing (office) interiors since 1953. The manifesto expresses the new direction that Stulens wishes to go in: that of a well-thought out sustainability as regards production and logistics. Besides those values, Stulens seeks to be a beacon and a hothouse in design, art and culture. The book is symbolic of the new path, and a tool with which to carry along people both inside and outside the firm. The book has placed the title in the middle – the essence on the cover and sample brands embrace the stories. Various typefaces serve as a guide through the inspirational landscape. Paper and production are chosen carefully, with the concept of sustainability in mind. The cover was printed in three different colours, known as ‘Curious Matter’, ‘Adiron Blue’, ‘Desirée Red’ and ‘Andina Grey’. For the inside, Munken Lynx Rough paper was used. Green binding threads give it a fresh touch.
STRUCTURE SOFA Sofa Ontwerp • Design Alain Gilles Bedrijf • Company Bonaldo (IT) Multiplex, staal, schuim, dons, bekleding • Plywood, steel, foam, duvet, upholstering 72 × 250 × 86 cm www.alaingilles.com www.bonaldo.it
57
Met de Structure Sofa wilde Alain Gilles een comfortabele en ergonomische sofa ontwerpen met een lichte belijning en dynamische, grafische looks, ook op de rugzijde. De collectie beantwoordt aan de noden van zowel particuliere klanten als interieurspecialisten. Alain Gilles over het ontwerp: “Voor het concept van Structure Sofa wilde ik spelen met de architecturale structuur van een standaardzitbank. Ik wilde de zachte binnenkant van de bank laten zien, en een dynamische beweging tussen de kussens en de rug creëren. Een ‘klassieke’ zitbank is grosso modo zoals een doos die bovenaan en aan de voorzijde open is. Voor Structure Sofa was het alsof ik een kartonnen doos had genomen, die had opengesneden aan de zijkanten, en de rug en zijkanten naar achteren had geslagen om een comfortabele hoek voor de rug te hebben. De armleuningen zijn opengewerkt in een warme en verwelkomende hoek. De sofa rust op een metalen structuur en daarom heb ik verder gespeeld met de metalen structuur van de poten en een kleurenpalet dat ton sur ton is.”
With the Structure Sofa, Alain Gilles sought to design a comfortable and ergonomic sofa with a light lineation and dynamic, graphic looks on the back. The collection meets the needs of both individual clients and interior design specialists. Alain Gilles says about the design: “The concept behind the Structure Sofa was to play with the architectural structure of a standard sofa, to open it up in order to expose its soft inner side and to create a dynamic movement between the seat cushions and the backrest. In general, a sofa is very much a box opened on the top and front. In the case of the Structure Sofa, it was like taking a cardboard box, cutting the sides, and tilting the back and sides together towards the back to create a comfortable angle for the backrest. The armrests are also opened at an angle, creating a warmer and more welcoming impression. Since the sofa is resting on a metal structure, we further played with the metal structure of the supporting legs and chose a tone on tone colour palette.”
TELEVIC INTERPRETER DESK Tolkpost • Interpreter Desk Ontwerp • Design Made Bedrijf • Company Televic PC/ABS, zamak, PMMA 8,2 × 29,7 × 15,9 cm www.haveitmade.be www.televic.com
© Televic
58
Made herdefinieerde de norm bij het ontwerp van Televics nieuwe tolkpost. Daarbij stonden gebruiksvriendelijkheid en ergonomie centraal. Bij het ontwerpproces ging Made uitvoerig samenwerken met verschillende gebruikersgroepen, onder wie de tolken van de Europese Unie, blinde tolken en vele anderen. Door de hechte gebruikersgerichte samenwerking is een rijkdom aan inzichten verworven. Het resultaat is een toestel dat het complexe proces van tolken aangenamer, ergonomischer en intuïtiever maakt. De Televic Interpreter Desk won in 2015 al een prestigieuze iF Design Award en wordt vandaag als dé referentie beschouwd binnen de markt.
Made has redefined the norm in its design for Televic’s new interpreter desk. User-friendliness and ergonomics were the central considerations. In the design process, Made worked extensively with various user groups, including interpreters from the European Union, blind interpreters and many others. Thanks to this highly user-centered cooperation, we gleaned a wealth of insights. The result is a device that makes the complex process of interpreting more pleasant, ergonomic and intuitive. The Televic Interpreter Desk has already won a prestigious iF Design Award in 2015 and is regarded as the reference point on the market today.
TUMBLE Kast met nieuw openingssysteem • Cupboard with a new opening system Ontwerp • Design Koen Devos (studiovosk) mdf gelakt, mdf met fineereik MDF lacquered, MDF with oak veneer 65 × 65 × 40 cm www.studiovosk.com
59
Interieurontwerper Koen Devos ontwierp een kastje dat op een verrassend nieuwe manier opent. “Deuren kun je niet openen zonder greep, je moet ze naar je toe trekken. Je kunt de greep verstoppen of stileren, maar ze blijft aanwezig. Dat inspireerde mij om een kastdeurtje te maken waarbij je zelf niet het werk doet, maar de zwaartekracht het openen voor zijn rekening neemt. Door middel van een simpele beweging mobiliseer je de as van de deur. Het geheel wordt daardoor verrassend en poëtisch. Je verwacht niet dat het deurtje opent, laat staan met een gracieuze en trage zwaai. Er zijn geen scharnieren, bouten of vijzen aanwezig. De deur draait op haar eigen as door middel van een spil.”
Interior designer Koen Devos designed a box that opens in a surprisingly new manner. “You can’t open a door without a handle, you have to be able to pull it towards you. You can hide or stylize the handles, but they are still there. That inspired me to make a cupboard door where you don’t do the work yourself but let the force of gravity open it for you. By means of a simple movement, you activate the axis of the door. The total effect is surprising and poetic. You don’t expect the door to open, let alone with such a slow, graceful sway. There are no hinges, bolts or screws. The door turns on its own axis as if on a pivot.”
VAEDER Lichtarmatuur • Light Ontwerp • Design Gerd Couckhuyt Bedrijf • Company Modular Lighting Instruments Aluminium, kunststof (ABS) Aluminium, synthetics (ABS) 5 × 20 × 126 cm www.bhoom.eu www.supermodular.com
60
Modular Lighting Instruments vond dat het kantoor vandaag qua design een oppepper kon gebruiken. Gerd Couckhuyt ontwierp daarom de ledverlichting Vaeder, afgeleid van het Engelse to evade (ontsnappen). Typisch voor kantoorverlichting zijn tl-lampen die worden gedempt met lamellen (BAP) of een diffuser (van polycarbonaat). Voor Vaeder zocht Gerd Couckhuyt een functioneel alternatief en kwam zo op een honingraatstructuur. In combinatie met een dunne diffuser zorgt die structuur voor een lage verblindingsgraad, terwijl de ledverlichting van Vaeder een energiezuinige en performante kantoorarmatuur maakt. De nieuwe armatuur voelt zich zowel thuis in een energie-efficiënte en ergonomische kantooromgeving als in een home office met gevoel voor design. Waar in de kantoormarkt strakke en rechte lijnen overheersen, toont Vaeder een creatief lijnenspel. Gerd Couckhuyt over het ontwerp: “Voor Vaeder liet ik de oersymbolen voor man (/\) en vrouw (\/) samensmelten. Je ziet dat op de kopse kant van de armatuur. Ze omarmen elkaar en vormen tegelijk ook een spanningsveld tussen man-vrouw, dominant-elegant. Samen zorgen ze voor een eindeloze armatuur.”
Modular Lighting Instruments found that today’s offices could use a little boost nowadays. Gerd Couckhuyt therefore designed the LED light he dubbed Vaeder, form the English verb ‘to evade’. Office lighting typically uses TL fluorescent lighting muted by slats (BAP) or a diffuser (made of polycarbonate). For Vaeder, Gerd Couckhuyt looked for a functional alternative and so came up with a honeycomb structure. In combination with a thin diffuser, the structure offers low dazzle, while the LED lights used in Vaeder make for energy-efficient and high performance office lighting. The new lighting fits equally well in an energy-efficient and ergonomic office environment and in a home office with a taste for design. Where the office market is dominated by rigid, straight lines, Vaeder provides a creative interplay of lines. Gerd Couckhuyt says about the design: “For Vaeder the traditional symbols for man (/\) and woman (\/) appear to blend together. You see that on the end of the light. They embrace each other and form a field of tension between man-woman, dominant-elegant. Together they make for an endless source of light.”
HENRY VAN DE VELDE AWARD 14 PUBLIEK PUBLIC
DAILY-NEEDS Een modulair programma om te tuinieren en kleinvee te houden (kippenhok, groentenbak, tuinberging) • A modular programme for gardening and keeping smaller livestock (chicken coop, vegetable beds, garden storage)
Daily-Needs is een modulair project om te tuinieren en kleinvee te houden. Het programma omvat tools om groenten te telen, tuingereedschap op te bergen, kippen te houden, enz. Vormelijk refereert Daily-Needs aan het archetypische huis. Het is gemaakt uit Thermowood, thermisch behandeld dennenhout uit Europese bossen dat een natuurlijke uitstraling geeft en langzaam vergrijst met een mooie patina. Zwarte betonplex is de constructieve drager. Die laat toe om de Daily-Needs te plaatsen in elke natuurlijke omgeving zoals stadstuinen, terrassen, openbare plaatsen, maar ook rust- en verzorgingstehuizen. Daily-Needs heeft een belangrijke sociale, ecologische en economische relevantie. Het project kwam tot stand binnen het innovatietraject DoDesign in samenwerking met MAD-faculty (KHLim/ PXL), Cultuurplatform Design (Provincie Limburg), IDE, Leuven-MRC en REcentre en met de steun van Stad Genk en de Vlaamse overheid. Daily-Needs werd twee jaar geleden gelauwerd met de OVAM Ecodesign Award PRO in de categorie ‘product in ontwikkeling’ en vorig jaar ontving het een Henry van de Velde Label.
Ontwerp • Design Wim & Bob Segers (Studio Segers) Bedrijf • Company Daily-Needs
Thermowood en zwarte betonplex Thermowood and black concrete plex
www.daily-needs.be www.studiosegers.be
kippenhok chicken coop
Foto • Photo Steven Massart
63
ren run
shelter shelter
kruidenbak garden storage
berging / bank storage room / bench
Daily-Needs is a modular product for gardening and keeping smaller livestock. The programme provides tools for growing vegetables, storing garden equipment, keeping chickens, etc. The physical form of Daily-Needs references the archetypal house and is made of Thermowood: thermally treated pine from European forests that provides a natural appearance and ages gradually with a beautiful patina. The substructure is made of black concrete plex. This allows Daily-Needs to be placed in any natural surroundings, like city gardens, terraces and public spaces, as well as in care or nursing homes. Daily-Needs has key social, environmental and economic relevance. The project had its beginnings in the DoDesign innovation project, in collaboration with MAD-faculty (Khlim/PXL), Design Culture Platform (Province of Limburg), IDE, Leuven-MRC and REcentre, and also with the support of the City of Genk and the Flemish Government. Daily-Needs was honoured two years ago with the OVAM Ecodesign Award PRO as a ‘product in development’ and last year it received a Henry van de Velde Label.
groentenbak vegetable beds
64
HENRY VAN DE VELDE AWARDS & LABELS 2015
TENTOONSTELLING EXHIBITION
14.01.2016 — 20.03.2016 BOZAR - FOYERS
Een initiatief van Design Vlaanderen in samenwerking met de OVAM en BOZAR • An initiative of Design Flanders in cooperation with the OVAM and BOZAR
DESIGN VLAANDEREN Kanselarijstraat 19 1000 Brussel T +32 (0)2 227 60 60
[email protected] www.designvlaanderen.be OVAM Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij Stationsstraat 110 2800 Mechelen T +32 (0)15 28 42 84
[email protected] www.ovam.be BOZAR Paleis voor Schone Kunsten Ravensteinstraat 23 1000 Brussel T +32 (0)2 507 82 00
[email protected] www.bozar.be Coördinatie • Coordination Inge Vranken Pers en communicatie • Press and communication Bie Luyssaert, Jan Verheyen Grafisch ontwerp • Graphic design Geoffrey Brusatto Trofee • Trophy Rembrandt Jordan Secretariaat • Administration Vincent De Pauw, Greta Laermans
Scenografie • Scenography Lien Wauters & Unfold Productie • Production Etoile Mécanique Tentoonstellingsgrafiek • Exhibition’s graphic design Geoffrey Brusatto Technische assistentie • Technical support Eddy Lemmens (Vlaams Ministerie • Departement EWI) CATALOGUS CATALOGUE Coördinatie • Coordination Mies Van Roy Grafisch ontwerp • Graphic design Geoffrey Brusatto Redactie • Editors Soetkin Bulcke, Miranda Geusens, Evelyn Lafond, Kurt Vanbelleghem Tekstcorrectie • Editing Schrijf.be Vertaling • Translation Data Translations IGTV Druk • Printing New Goff DOCUMENTAIRE DOCUMENTARY Paul Verhaert Auteur • Author Kurt Vanbelleghem Regie en camera • Direction and camera Cnocspot creative agency Een productie van • A production of Design Vlaanderen
Deze catalogus werd gedrukt op milieuvriendelijk papier • This catalogue has been printed on environmentally friendly paper. ISBN 9789074886512 D/2015/10987/4