Help, moeilijke vragen!!! “Wat als ze me moeilijke vragen gaan stellen...?” Het is één van de meest gehoorde obstakels bij geloofsverkondiging. Dit bleek ook uit een enquête die ik onlangs hield in een studentengroep van Ichtus. Op de vraag: ‘Wat lijkt je moeilijk aan Bijbel lezen met geïnteresseerden?’ was de meest gehoorde reactie: “Moeilijke vragen krijgen waar je geen antwoord op weet”. Toen ik zo'n tien jaar geleden christen werd, wilde ik graag met anderen over mijn geloof spreken. Helaas voelde ik me na elke kritische vraag uitgedaagd om het hele evangelie van Genesis tot en met Openbaring te ‘preken’ waardoor ik vriendschappen ben verloren. Langzamerhand ben ik echter waardering gaan krijgen voor de vaak erg boeiende vragen die andersgelovigen me stellen! “Het antwoord is Jezus”, maar... Wat is de vraag ook al weer??? Angst voor kritische vragen is volgens mij een gevolg van een kortzichtige visie (in onze evangelicale wereld) op evangelisatie als ‘zieltjes winnen voor Jezus’. Eenmalige evangelisatieacties worden dan geacht om ‘een rijke oogst’ binnen te halen. Niet moeilijk dat het woord evangelisatie weerzin opwekt vanwege de ‘hoge verwachtingen’ en we bij voorbaat bang zijn voor de reacties en kritische vragen van onze gesprekspartners. Houden we wel van de mensen om ons heen? Geloofsverkondiging is niet preken en mensen bekeren, maar met je medemens samen op weg gaan , samen antwoorden zoeken en zo samen Christus vinden. Hoe denkt je gesprekspartner zelf over de geloofsvraag die hij of zij je stelt? We voelen ons verplicht om op moeilijke vragen meteen een pasklaar antwoord te geven, maar... hebben we goed naar de vraag zelf geluisterd? Zelf heb ik ervaren dat het belangrijk is om eerder te luisteren naar vragen dan te antwoorden. Het is erg boeiend om door te vragen naar de achtergrond van de vraag die je gesteld werd en zo je gesprekspartner beter te leren kennen. Waarom stelt hij of zij deze sceptische vraag? Is hij of zij ooit in aanraking geweest met wantoestanden in een kerk of zo? Dan is de vraag wellicht terecht! We mogen niet uit het oog verliezen dat veel sceptische vragen gesteld worden om te ontdekken of de christelijke gesprekspartner wel te vertrouwen is. Vaak zit er achter zulke vragen een terechte diepere vraag. Neem bijvoorbeeld de veelgehoorde vraag: “Maar neem jij de Bijbel dan letterlijk???” Het getuigt eerder van diepgang als een Vlaming je hierover uithoort. Mensen willen terecht ontdekken of je wel te vertrouwen bent. We moeten toegeven dat er in de geschiedenis helaas mensen zijn geweest die Bijbelteksten uit hun context hebben gehaald om praktijken of leerstellingen goed te keuren die eigenlijk erg on-Bijbels zijn. Dit kan je aangrijpen voor een boeiend gesprek over de literaire genres in de Schrift. Ik vertel altijd dat ik de Bijbel niet letterlijk lees, ook niet figuurlijk, maar in zijn sociale, historische en literaire context. Een wettekst uit Deuteronomium lees je immers anders dan een psalm of het Marcusevangelie. De Schrift alleen??? De Reformatie heeft de focus op de Schrift als bron van het christelijk geloof gelegd. Het zestiende eeuwse ‘Sola Scriptura’ heeft impact gehad op veel kerkelijke domeinen, behalve... op evangelisatie! Met allerlei argumenten willen we vaak de mening van andersgelovigen onderuit halen, maar... zelden laten we de Schrift zelf aan het woord. Als we willen dat mensen het christelijke geloof leren kennen, dan moeten we hen ook uitnodigen om samen met hen Bijbel te lezen. Mensen worden niet geraakt door (pseudo-)wetenschappelijke argumenten, maar wel door het verhaal dat ze in de Bijbel lezen. Misschien vindt je kennis het wel boeiend om eens het Evangelie te lezen?
De Ifesbeweging (dat is de wereldwijde koepel van christelijke studentenvereniging) heeft een nieuw concept ontwikkeld: ‘Open Kringen’. In plaats van dat de christen het Evangelie gaat uitleggen, gaat men geïnteresseerden uitnodigen om Bijbel te lezen in kringverband. Het Bijbel lezen gebeurt in een kringgroep met een viertal geïnteresseerden en maximaal twee christenen. Er wordt gedurende een achttal avonden telkens een Bijbelpassage gelezen en die wordt dan met elkaar besproken. De christen mag geen antwoorden geven op vragen (zoals bijv. bij een alfacursus gebeurt), maar antwoorden worden samen als kringgroep gezocht in de Bijbeltekst. Samen met andersgelovigen Bijbel lezen? Van Sola Scriptura gesproken! Ben Va n Acker Lera a r PEGO
Maria‟s navelstreng als getuige van Gods liefde
Ds. M. J. Kater We naderen Christus’ geboortefeest. Voor ons mensen is onze geboorte het begin van ons leven. Was de Vader dan toch eerst zonder eniggeboren Zoon, zoals Maria ook eerst zonder haar eerstgeboren zoon was?
Door de eeuwen heen is altijd geworsteld met het spreken over de eeuwige Zoon van God. Hij is „geboren uit de Vader vóór alle eeuwen”, zo zegt de geloofsbelijdenis van Nicea. Is Hij dan al een keer eerder geboren, ver voor onze christelijke jaartelling, zelfs voor het begin van onze wereldgeschiedenis? Nadenken hierover doen we met een horloge aan onze pols in het jaar 2010. Wanneer we vanuit dat beperkte perspectief nadenken over ”eeuwigheid”, dan gaat het heel gemakkelijk mis. Allereerst enkele voorbeelden om aan te tonen dat een bepaalde visie op wat eeuwig is van beslissende betekenis is. „In den beginne was het Woord”, zo zet het evangelie van Johannes is. Met dit Woord wordt de Zoon van God bedoeld (zie Joh. 1:18). Wanneer je denkt aan een spreker, dan kun je zeggen dat die het woord dat hij spreekt ”genereert” of ”voortbrengt”. Daarvóór was nog geen woord. Wat er wel was, is de gedachte die aan dit woord voorafging. De spreker is er vóór het woord dat hij spreekt. Wanneer we deze logica hanteren, dan is duidelijk dat de Vader (spreker) er eerder was dan Zijn Zoon (het Woord). Je zou alleen kunnen veronderstellen dat deze Zoon in de Vader was, zoals de gedachte in de spreker. Ook het woord ”geboorte” roept een dergelijke logica wakker. „Als de gedachte zou bestaan dat Christus exact zolang als de Eeuwige zou bestaan, dan zou er toch van de aanduiding
”geboorte” geen sprake zijn. Alleen al de aanduiding ”voortgekomen uit” wijst op een Voortbrenger die ooit het voortgebrachte ”nog niet” had voortgebracht. Want, laten we eerlijk zijn, als dat verschil zou wegvallen, was het spreken over ”geboren worden” en ”voortgekomen uit” betekenisloos”, zo schrijft dr. A. F. Troost in zijn recent gepubliceerde boek ”Engel naast God”. Schepper en schepsel Theologisch zijn er twee zaken die deze logische redeneringen onderbreken en zo ongeldig verklaren. 1. In deze redeneringen worden aanduidingen zoals ”eerder”, ”vooraf” en ”later”, die betrekking hebben op onze tijdsindeling, toegepast op de eeuwigheid van God. Dat leidt tot de opvatting dat ”geboren uit de Vader” zou wijzen op een ”later” van de Zoon. Eeuwigheid wordt dan opgevat als eindeloze tijd, zoals je een lijn vanuit 2010 eindeloos kunt doortrekken naar links (verleden) en naar rechts (toekomst). Wie langs deze lijn denkt, loopt het gevaar ook ten opzichte van de schepping te spreken over ”eerder” of ”later”, terwijl de tijd behoort tot de geschapen werkelijkheid. In een van zijn kerstpreken zegt Augustinus: „Wanneer Hij uit de Vader geboren werd? Je vraagt naar een ”wanneer”, daar, waar geen tijd te vinden is? Daar dien je niet te vragen naar een ”wanneer”. (...) Hij werd zonder tijd geboren, als de Eeuwige uit de Eeuwige (...). Waarover verwonder je jezelf? Hij is God!” 2. Hiermee hangt het wezenlijke onderscheid samen tussen Schepper en schepsel. Wie aanduidingen als ”geboorte” of ”voortbrengen” (generatie) vanuit onze denkkaders toepast op God, roept bovengenoemde misverstanden op. Het roept ook allerlei associaties op die niet van toepassing zijn op de eeuwige geboorte van de Zoon. Immers, Hij is geboren uit de Vader zonder moeder. Een menselijke geboorte heeft –al is de praktijk nog wel eens anders– te maken met de wil van een vader en een moeder. Maar nergens in de Schrift kom je de gedachte tegen dat de Zoon er is dankzij de wil van de Vader. De schepping daarentegen blijkt wel een gevolg te zijn van de wil van de Vader. Als het gaat om iets wat God gewild heeft, kunnen we altijd zeggen: het is zo, maar het zou ook anders gekund hebben of het had er ook niet kunnen zijn. Uit de gereedschapskist van de filosofie kunnen de termen ”noodzakelijk” en ”contingent” hierbij gebruikt worden. De Zoon is er noodzakelijk, de schepping is er contingent. Het geboortekaartje van onze kinderen had er ook niet kunnen zijn – er zijn er die de pijn daarvan kennen. Maar het „geboortekaartje‟ van de eeuwige Zoon van God is gegeven met het God-zijn van God. De Vader was nooit zonder de Zoon. De Bijbel gebruikt verschillende uitdrukkingen voor dit er-reeds-zijn van de Zoon ”voordat” Hij geboren werd uit de maagd Maria. Wanneer hier het woord ”voordat” gebruikt wordt, denken we dus binnen de tijd. Zo spreken we over eeuwen voor en na Christus. Enkele bekende typeringen die aangeven dat de Zoon reeds Zijn bestaan had ”voordat” Hij naar deze wereld kwam, zijn: „in de gestaltenis Gods” en „Gode evengelijk” (Fil. 2:6), „zijn in de schoot van de Vader” (Joh. 1:18), en „daar Hij rijk was” (2 Kor. 8:9). Geen gynaecologie De geboorte van Jezus uit de maagd Maria mogen wij niet bestempelen als noodzakelijk. Theologisch houden we vast aan het wonder dat God dit gewild heeft. Hij is niet noodzakelijk
de Zoon van Maria in de tijd, zoals Hij de Zoon van de Vader in eeuwigheid is. Het had immers ook anders kunnen zijn! Het geboortekaartje van Maria‟s eerstgeboren Zoon is een daad van de genade van de Vader en de liefde van de Zoon Zelf. Deze bijzondere geboorte als een schepping van God wordt onderstreept door het werk van de Geest bij deze verwekking. Terecht merkt iemand op dat het hierbij niet om gynaecologie gaat, maar om pneumatologie. Het is van wezenlijk belang de relatie tussen beide geboorten van de Zoon vast te houden. Wie ”geboren uit de maagd Maria” losmaakt van ”geboren uit de Vader voor alle eeuwen”, snijdt de band door tussen Schepper en schepping, tussen God en de geschiedenis, tussen eeuwigheid en tijd. Dan blijft de wereld een gesloten container. Wie omgekeerd de geboorte uit de Vader wil begrijpen los van de geboorte uit de maagd Maria, loopt het gevaar om de tijd de eeuwigheid in te gaan lezen en de geschiedenis te verplaatsen naar een ”voormaals”. Daarom is de navelstreng tussen moeder Maria en haar eerstgeboren Zoon de getuige in de geschiedenis van de eeuwige liefde tussen de Vader en Zijn eniggeboren Zoon, van de verbinding tussen eeuwigheid en tijd. Tegelijk is deze navelstreng de getuige van de liefde van God voor ons. In één woord: Immanuël. Ds. M . J. Kater, christelijk gereformeerd predikant en docent apologet iek aan de Theologische Universiteit Apeldoorn.
Zuid- Soedan in verwachting van een „nieuw land‟ Kerstmis, een tijd van verwachten. Het verwachten van nieuw leven, de komst van de Messias. Christenen in Zuid-Soedan doen dat ook, maar zij kijken ook gespannen verder. Naar het begin van het nieuwe jaar. Gaan het islamitische noorden en christelijke zuiden verder als één land of scheidt het zuiden zich af? “Op 9 januari wordt er een nieuw land geboren.” “Het hele land is in de ban van het referendum. Onderweg,langs de lange zand- en modderwegen zie je op heel veel plekken registratiecentra”, zegt Open Doors-woordvoerder Klaas Muurling. Hij reisde onlangs door het grootste land van Afrika om een aantal projecten van Open Doors in Zuid-Soedan te bezoeken en de stemming onder de bevolking te peilen. Kans op vrijheid “De Zuid-Soedanezen zien dit als dé kans naar vrijheid. Een kerkleider zei tegen me: „Op 9 januari, om 18.00 uur, heeft Afrika er een nieuw land bij‟.” Er wordt onderling nog niet veel gesproken over hoe die toekomst er dan uit moet zien, merkte Muurling. Maar de tendens die hij bespeurde, was dat het gewoon anders moet, anders dan vroeger.
Continue angst en verzet Anders dan in de tijd van de 22 jaar durende burgeroorlog, van continue angst en verzet van het christelijke en animistische zuiden tegen het islamitische, Arabische noorden. “Die sfeer is er eigenlijk meer dan 60 jaar geweest. Met een soort van pauze tussen 1972 en 1983 is het oorlog geweest. De Zuid-Soedanezen zien nu de deur naar vrijheid op een kier staan en willen die volledig open gooien”, zegt Muurling.
Zuiden op ramkoers Een spannende tijd, want het noorden zal zich niet zonder slag of stoot gewonnen geven, is de verwachting. De eerste tekenen dat het islamitische noorden van Soedan in de gaten heeft dat het zuiden op ramkoers ligt en van plan is een onafhankelijk land te worden, dienen zich aan, weet Muurling. Fraude met stempassen “Er wordt grof geld geboden voor stempassen. Bedragen die oplopen tot 1500 euro. Voor dat bedrag moeten Soedanezen veertig maanden werken. Het misbruik van stempassen wordt met harde hand aangepakt. Wie wordt opgepakt, kan rekenen op een lange gevangenisstraf. Alle olie-inkomsten komen uit het zuiden, het lijkt of het noorden zich alleen daar om heeft bekommerd en het zuiden verder altijd heeft laten aanmodderen. Ook letterlijk”, concludeert Muurling met een lach. Hij heeft het met eigen ogen gezien. “Kijk alleen maar naar de infrastructuur, het zijn modderwegen die de grote steden met elkaar moeten verbinden. Het zuiden is straatarm. Wat ik merkte in de gesprekken, is dat de inwoners van ZuidSoedan af willen van de invloed van de islam uit het noorden. Zuid-Soedan wil verder met zijn eigen identiteit.” Zwaardere vervolging in noorden Zuid-Soedan lijkt met afscheiding van het noorden van de invloed van de islam af te kunnen. Maar de christelijke minderheid in het noorden zal het vermoedelijk alleen maar zw aarder gaan krijgen als Noorden Zuid-Soedan verdergaan als zelfstandige staten. Noord-Soedan staat nu op de Ranglijst Christenvervolging op plaats 30. “Nu al hebben christenen uit het noorden moeite om naar het zuiden af te reizen. De verwachting is dat dat verkeer straks helemaal moeilijk gaat worden”, zegt Muurling. Kerk versterken Regelmatig reizen jonge christenen naar een van de trainingscentra in Zuid-Soedan om daar een theologische opleiding te volgen. Zo versterkt Open Doors de Kerk in Soedan met bijbels, training en ook praktische hulpprojecten. Op dit moment liggen de opleidingen even stil. “Ze houden op dit moment een lange vakantie. De directeur van de trainingscentra wil pas in februari weer studenten ontvangen. Ze willen geen risico lopen met de dreiging van een oorlog. Begin februari zijn er bovendien ook verkiezingen in het aangrenzende Oeganda.” Gebedsactie Begin deze maand hebben christenen in Zuid-Soedan een gebedsperiode van 40 dagen ingeluid. Drie gebedspunten staan daarin centraal:
Bid voor een eerlijk verloop van het referendum. Bid dat iedereen die wil stemmen ook de gelegenheid benut om zich uit te spreken. Bid dat de vrede standhoudt en verder uitgebouwd kan worden. Bid dat zowel Noord- als Zuid-Soedan de uitslag van het referendum zullen respecteren en verder zullen uitwerken.
“Het worden spannende weken voor het land”, zegt Muurling tot slot. “We vragen onze achterban om mee te bidden. De christenen in Zuid-Soedan noemen de verkiezingen de „Final walk to freedom‟, maar het kan wel eens een hobbelige weg worden…”
Een waar gebeurd kerstverhaal door Margreet Brink
Tweede kerstdag 1997. Het is lang geleden, in de tijd dat ik nog voltijds werkte als maatschappelijk assistente in de onthaalsector. Op dat moment was ik crisishulpverleenster in het COK, (crisisopvang Korte duur), waar we mensen die tijdelijk thuis- of dakloos waren opvingen, en binnen de drie weken naar een structurele oplossing probeerden te begeleiden. Soms konden ze na een korte pauze weer naar hun eigen huis, hun ouders, partner, met wie ze een crisis hadden gehad. Soms konden we een appartement vinden waarin iemand een nieuwe start kon maken. Meestal werden mensen na een kortdurende intensieve begeleiding doorgesluisd naar een opvangplaats voor langere duur, omdat 3 weken te kort was om echt iets aan de problemen te doen. Toch waren die drie weken vaak wel het moment waarin de mensen de meest ingrijpende beslissingen namen, waardoor ze hun leven weer op de rails konden krijgen. Het COK was toen nog gevestigd op de Sint-Niklaasplaats. Het adres was geheim, omdat sommige cliënten op de vlucht waren voor hun gewelddadige omgeving. De Sint-Niklaasplaats is de laatste plaats in Antwerpen waar je een opvangcentrum zou verwachten. De toeristische en culturele sector in de omgeving hebben het uiteindelijk voor elkaar gekregen dat het COK daar wegging. Zij ondervonden te veel overlast van de cliënten van het COK. Op tweede kerstdag 1997 had ik dagdienst. Alleen... want met de feestdagen werd er zo weinig mogelijk personeel ingezet. Ik had mezelf opgegeven, zodat ik met eerste kerstdag zeker vrij zou kunnen hebben. Het hulpverleningsbureau, de leefruimte en de keuken waren op het gelijkvloers en voor de hele breedte van het huis was een kleine tuin, die uitkwam op de historische Sint-Niklaasplaats. Hoewel er een voordeur was, klopte bijna iedereen op het raam van het bureau, als ze zich aanmelden om binnen te komen. Die middag stond er een jongen voor het raam. Ik denk een jaar of 18. Na een kort praatje door het raam, liet ik hem binnen in het bureau. Ik vroeg me af wat hij kwam doen. 'Hebt u nog plaats?' We hadden nog net één plaats. Dat is best bijzonder midden in de winter, want meestal zijn die centra dan vol. Opeens zat ik in een intake (aanmeldingsgesprek), op de dag na kerst.... Zijn aanmeldingsverhaal weet ik niet meer. Wel herinner ik me nog mijn eigen gedachten: Hoe kan een Antwerpse jongen van 18 met kerst op zoek zijn naar een slaapplaats, een dak boven zijn hoofd?? Vanuit mijn eigen achtergrond dacht ik: Hoort hij nu niet met zijn net gekregen kerstboek lekker bij zijn ouders thuis op de bank bij de open haard te zitten, naast de kerstboom tussen zijn broers en zussen, warme chocomelk, vrede op aarde? ....
Tijdens de intake werd er weer op het raam geklopt. Deze keer stond daar een chique geklede dame met Noord-Nederlands accent. Achter haar twee mensen met grote schalen vol eten. Ik deed deze keer niet het raam, maar de deur open. Mevrouw vertelde dat ze in Brasschaat woont. En ze had zoveel restjes van het kerstdiner. "Zonde om weg te gooien, mag ik het aan jullie geven?"
Ik liet haar met haar mensen doorlopen naar de keuken. Toen we de schalen van dichtbij zagen, kon ik me nauwelijks voorstellen dat dat de restjes waren. "Restjes" was een woord totaal naast de kwestie. Dit was een chique, van alles voorzien, erg duur en lekker uitziend kerstdiner. Stiekem verdacht ik haar ervan dat ze dit bewust teveel had besteld of klaargemaakt. Gewoon omdat haar hart op de juiste plaats zit en ze niet kan leven met de gedachte dat zij in haar rijkdom zoveel moois en lekkers heeft met kerst en andere mensen met een beetje geluk een bed krijgen in een opvanghuis. Na veel dank van mij en de gasten die allemaal meegelopen waren naar de keuken, ging de dame met haar gevolg weer weg. De schalen mochten we houden. De jongen die bij mij op intake was, was ook meegelopen naar de keuken. Na een blik op het lekkere kerstdiner deed hij in de rest van het gesprek nog beter zijn best een goede indruk te maken, om zeker binnen te mogen. Hoefde niet, ik had al lang besloten dat een jongen van 18 die zelf hulp zoekt, niet geweigerd mag worden. Mits enkele duidelijke afspraken, mocht hij drie weken in het COK verblijven. Ik weet niet hoe het afgelopen is. Of ik weet het niet meer. Ik hoop eigenlijk dat het contact met zijn ouders hersteld is en dat hij de kerst erna een heerlijk kerstdiner bij zijn ouders mocht genieten en dat hij nu zelf vader is, die met kerst zorgt dat zijn kinderen een fijne, veilige, echte kerst mogen beleven. Zelf heb ik niet geproefd van het diner van de Brasschaatse dame. Voor het avondeten werd ik afgelost door een collega. Zelf heb ik die avond geloof ik wat restjes van ons familie-kerstdiner gegeten, in goed gezelschap en dat was ook goed. Maar die ene mevrouw leek me wel een engel in de kerstperiode. Die jongen op zo‟n bedelaar uit de tijd van Jezus, waar iedereen om heenliep, maar bij wie Jezus zou blijven stilstaan. Wie ze ook zijn, allebei.... hebben ze Jezus nodig. Ik hoop dat ze die boodschap ook allebei met kerst hebben gekregen. Voor mij was dit echt kerst! Vaak denk ik terug aan juist die job. Hoewel ik in meerdere opvangcentra en initiatieven voor daklozen gewerkt heb, en later bij Bethesda in een andere rol met ander soort problematieken, die job bij het COK zal ik nooit vergeten. Het was niet altijd gemakkelijk, maar op de plaats waar God je zet, krijg je het meeste voldoening. Een kleine tip voor de kerstvakantie. De Sint-Niklaasplaats in Antwerpen is in de kerstperiode een prachtige toeristische attractie. U komt er w.s. geen daklozen meer tegen, maar het is de moeite er eens te kijken. Het ligt achter Poppentheater van Campen aan de Lange Nieuwstraat.