held zo nder gew eld 3
Held zonder geweld deel 3 Behandeling van seksueel gewelddadig gedrag : Cognitieve vervormingen ruud h. j. hornsveld & thijs kanters
Challenger Press
© 2013 Challenger Press, Rijswijk : Ruud H. J. Hornsveld
Deze uitgave mag in haar geheel zonder toestemming van de auteurs worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt (elektronisch of mechanisch door fotokopieën). Delen van de tekst mogen echter niet door derden worden gebruikt zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de eerste auteur.
r.hornsveld @ tiscali.nl
Ontwerp omslag & typografische verzorging René van der Vooren, Amsterdam isbn 978 90 7148 106 2
inhoud Voorwoord 7 Richtlijnen voor gebruikers 9 Theorie, wetenschappelijk onderzoek & praktijk 11 Theoretische achtergrond 11 Wetenschappelijk onderzoek 15 Behandelprogramma’s 16 Opzet en werkwijze 18 Tot slot 19 Handleiding Bijeenkomst 1 23 Bijeenkomst 2 25 Bijeenkomst 3 30 Bijeenkomst 4 35 Bijeenkomst 5 38 Bijeenkomst 6 43 Bijeenkomst 7 48 Bijeenkomst 8 51 Bijeenkomst 9 56 Bijeenkomst 10 59 Bijeenkomst 11 64 Bijeenkomst 12 67 Bijeenkomst 13 72 Bijeenkomst 14 75 Bijeenkomst 15 80
[ 5 ]
inhoud
Bijeenkomst 16 83 Bijeenkomst 17 85 Bijeenkomst 18 87 Bijeenkomst 19 89 Bijeenkomst 20 92
Literatuur 95 Over de auteurs 98
Voorwoord
Held zonder geweld 3 is een handleiding voor de groepsbehandeling van cognitieve vervormingen bij seksuele geweldplegers. Deze behandeling is bedoeld voor zowel verkrachters als kindmisbruikers. Uitgangspunt bij de ontwikkeling van de behandeling waren recente wetenschappelijke publicaties, eigen wetenschappelijk onderzoek en ervaring met de klinische praktijk. De gedetailleerdheid en concreetheid van de handleiding maakt het behandelaars mogelijk de behandeling in hun eigen setting te introduceren. Per bijeenkomst zijn de doelstellingen en inter venties uitgewerkt in voorbeelden en oefeningen. Voordeel van een uniforme werkwijze is dat op langere termijn meer kennis over het effect van de behandeling wordt verkregen en dat instellingen zo aan derden het profijt van de behandeling voor de deelnemers kunnen tonen.
[ 7 ]
Richtlijnen voor gebruikers
Deel 3 van Held zonder geweld is een handleiding voor de behande ling van cognitieve vervormingen bij seksuele geweldplegers. Cognitieve vervormingen worden verondersteld seksueel geweld te initiëren of te rechtvaardigen. De behandeling omvat 20 bijeen komsten voor maximaal acht deelnemers (verkrachters en kind misbruikers). Deel 3 van Held zonder geweld is ontwikkeld voor opgenomen forensisch psychiatrische patiënten die veroordeeld zijn voor een seksueel geweldsdelict, maar kan ook toegepast worden bij seksuele geweldplegers in andere settings. De behandeling dient bij seksueel gewelddadige delinquenten of forensisch psychiatrisch patiënten te worden uitgevoerd door gekwalificeerde behandelaars met groepservaring. Daarvan is er minstens één ervaren klinisch psycholoog die lid is van de Vereniging van Gedragstherapie en Cognitieve therapie ( VGCt). In het draaiboek worden de verschillende disciplines niet meer genoemd, maar wordt steeds gesproken van ‘behandelaar’. In ambulante settings moet de behandeling gegeven worden in een verplicht kader, zodat de kans op voortijdig afhaken tot een minimum beperkt blijft. Behandelaars moeten zich erop voorbereiden dat de behande ling moeizaam verloopt. Alvorens cognitieve vervormingen te kunnen veranderen zullen de deelnemers moeten leren om ze te identificeren en te verbaliseren. De praktijk heeft geleerd dat dit nogal eens verzet oproept. Seksuele geweldplegers beseffen vaak niet welke cognitieve vervormingen een bijdrage hebben geleverd aan hun delict of ze vinden dat er helemaal geen sprake is van cognitieve vervormingen. Zo zijn kindmisbruikers er soms oprecht
[ 9 ]
richtlijnen voor gebruikers [ 1 0 ]
van overtuigd dat seksueel contact van een volwassene met een minderjarige goed is voor de emotionele ontwikkeling van de jongere. Dergelijke opvattingen kunnen er soms toe leiden dat er tijdelijk een onaangename sfeer in de groep ontstaat. Behan delaars moeten hun confrontaties dus zodanig kunnen doseren dat de continuïteit van de groep niet in gevaar komt. Bij sommige deelnemers leidt deelname aan de groep dus nauwelijks tot pro bleeminzicht of gedragsverandering, maar resulteert slechts in nader inzicht van de behandelaar in het ernstige probleemgedrag van de betreffende deelnemer. Deze uitgave bestaat uit het onderhavige draaiboek voor instructie en ondersteuning van de behandelaars en een werkboek voor ge bruik door de deelnemers.
Theorie, wetenschappelijk onderzoek & praktijk
Theoretische achtergrond Ward, Polaschek & Beech (2006) noemden vier belangrijke theo rieën over de ontwikkeling en instandhouding van cognitieve vervormingen bij seksuele geweldplegers: [ a ] Abel’s theorie over cognitieve vervormingen (Abel, Becker, & Cunningham-Rathner, 1984), [ b ] de Impliciete Theorieën theorie (Ward, 2000), [ c ] het Schema-Based model of Sexual Assault (Mann & Beech, 2003) en [ d ] het Judgment Model of Cognitive Distortions (Ward, Gannon, & Keown, 2006). Abel, Becker & Cunningham-Rathner (1984) onderscheidden zeven cognitieve vervormingen: [ 1 ] Een kind dat zich niet daadwerkelijk verzet bij seksuele toenaderingen wil zelf ook seks. [2 ] Door seks van een kind met een volwassene leert dat kind op een goede manier over seks. [3 ] Kinderen informeren anderen niet over seks met een ouder, omdat ze echt genieten van seksueel contact en willen dat het voortduurt. [ 4 ] Op een bepaald moment in de toekomst zal onze maatschap pij zich realiseren dat er niets mis is met seksueel contact tussen een kind en een volwassene. [ 5 ] Als een volwassene alleen maar het lichaam van een kind aan raakt of de genitaliën betast, dan is dat eigenlijk geen seksueel contact en loopt het kind geen schade op.
[ 1 1 ]
theorie, wetenschappelijk onderzoek & praktijk [ 1 2 ]
[ 6 ] Als een kind vragen stelt over seksualiteit dan betekent dit dat het kind de geslachtsorganen van de volwassene wil zien of seks met de volwassene wil. [ 7 ] De relatie van een ouder met een dochter, zoon of een ander kind verbetert door seksueel contact met hen te hebben. Deze cognitieve vervormingen refereren volgens Abel, Becker & Cunningham-Rathner (1984) aan interne processen die door de seksuele geweldpleger gebruikt kunnen worden om kinder misbruik te rechtvaardigen. Ze stellen hem in staat om door te gaan met het seksuele misbruik zonder gevoelens van angst, schuld en schaamte, zoals je die zou verwachten bij iemand die maatschappelijk verwerpelijk gedrag vertoont (Abel, Gore, Holland, Camp, Becker & Rathner, 1989). Abel en zijn collega’s baseerden hun theorie op de sociaallerentheorie van Bandura ( 1973 ): door mastur batie zou bij de seksuele geweldpleger de associatie tussen fanta sieën over kindmisbruik en een orgasme versterkt worden, waarbij cognitieve vervormingen een faciliterende rol zouden vervullen. Hoewel de theorievorming en wetenschappelijk onderzoek van Abel c. s. vooral gericht zijn op kindmisbruikers, is volgens Ward, Polaschek & Beech hun theorie van cognitieve vervormingen ook van toepassing vonden op verkrachters. In 2000 introduceerde Ward zijn model over Impliciete Theo rieën, waarin hij veronderstelde dat veel cognitieve vervormingen bij seksuele geweldplegers voortkomen uit grotendeels onbewuste ‘impliciete theorieën’ over zowel hun eigen overtuigingen en wensen als die van mensen uit hun directe omgeving. Cognitieve vervormingen bestaan volgens Ward op verschillende niveaus, variërend van individuele slachtoffers, via bepaalde categorieën (bijvoorbeeld: kinderen of vrouwen) tot functioneren van mensen in het algemeen. Ward & Keenan ( 1999 ) onderscheidden voor kind misbruikers de volgende impliciete theorieën, zoals ze konden wor den gereconstrueerd aan de hand van zelfrapportage vragenlijsten: [ 1 ] Kinderen zijn seksuele wezens : kinderen houden van seks met volwassen en zijn er constant naar op zoek.
Polaschek & Ward (2002) gebruikten eveneens zelfrapportage vragenlijsten als uitgangspunt voor het formuleren van hun impli ciete theorieën voor verkrachters: [ 1 ] Vrouwen zijn onpeilbaar : vrouwen verschillen wezenlijk van mannen, zodat mannen niet altijd hoogte van vrouwen kunnen krijgen. Vrouwen misleiden mannen doorgaans en zeggen niet wat ze eigenlijk willen. [ 2 ] Vrouwen zijn seksuele wezens : vrouwen zijn constant seksueel ontvankelijk voor de behoeften van mannen, al zijn ze zich dat niet altijd bewust. Die ontvankelijkheid is eerder af te leiden uit hun lichaamstaal dan uit wat ze zeggen. [ 3 ] Seksuele drift van mannen is onbeheersbaar : De seksuele behoefte bij mannen kan zo hoog oplopen dat het gevaarlijk wordt voor vrouwen als ze niet in die behoefte voorzien. [ 4 ] Recht op seks : als een vrouw niet direct in de seksuele behoef ten van een man voorziet, heeft deze het recht haar daarvoor te straffen en mag hij haar ertoe dwingen. [ 5 ] Gevaarlijke wereld : de wereld is een bedreigende en vijandige omgeving. Daarom moet je er constant voor zorgen dat ande ren geen misbruik van je maken.
theorie, wetenschappelijk onderzoek & praktijk
[2 ] Slachtoffers lijden geen schade : seksueel contact tussen vol wassenen en kinderen is voor het kind niet schadelijk, tenzij er geweld wordt gebruikt. Maar zelfs dan valt de uiteindelijke schade mee, want kinderen herstellen snel. [ 3 ] Seksuele drift van mannen is onbeheersbaar : sommige mannen hebben zo’n sterke seksuele behoefte dat ze hun gedrag niet altijd onder controle kunnen houden. [ 4 ] Recht op seks: sommige mannen zijn superieur aan anderen en hebben recht op seks met inferieure personen zoals kinde ren. [ 5 ] Gevaarlijke wereld : de wereld is een bedreigende omgeving vol met vijandige personen. Er zijn twee varianten: het is van belang kinderen onder controle te houden of kinderen zijn een veilige haven en daarom te verkiezen als seksuele partner.
[ 1 3 ]
theorie, wetenschappelijk onderzoek & praktijk [ 1 4 ]
Impliciete theorieën van kindmisbruikers werden bevestigd in een onderzoek van Marziano, Ward, Beech & Pattison (2006) en die van verkrachters in studies van Polaschek & Ward (2002) en van Polaschek & Gannon (2004). Mann & Beech (2003) ontwikkelden een model waarbij seksueel geweld het resultaat is van schema’s die interacteren met omge vingsfactoren (bijvoorbeeld: negatieve, ambigue gebeurtenissen) en met andere risicofactoren. Eenmaal geactiveerd zouden de schema’s cognities genereren, gevolgd door affectieve en motiva tionele toestanden, die op hun beurt zouden leiden tot het idee dat het vertonen van seksueel geweld gepast, nodig of aantrekkelijk is. Ward, Polaschek & Beech (2006) beschouwden het schemamodel van Mann & Beech echter als een voorlopig model dat nadere uit werking behoeft. In 2006 publiceerden Ward, Gannon & Keown het Judgment Model of Cognitive Distortions, volgens Gannon, Ward & Collie (2007) een update van het model waarbij impliciete theorieën ten grondslag liggen aan cognitieve vervormingen (Ward, 2000). Dit model behelst dat cognitieve vervormingen geneigd zijn te cluste ren in wat wordt genoemd Thematische Netwerken: oordelen over overtuigingen, waarden en acties. Deze drie groepen van oordelen worden geacht alle verschillende cognitieve vervormingen te bestrijken, inclusief die over inhoud (bijvoorbeeld: houding ten opzichte van mensen) en die over mechanismen (bijvoorbeeld: rationalisaties). Bij overtuigingen gaat het om accurate of mis leidende informatie over de persoon zelf en de sociale wereld om hem heen. Die overtuigingen, permanent of tijdelijk, zijn altijd het gevolg van onjuist redeneren. Kindmisbruikers bijvoorbeeld, veronderstellen dat kinderen seksuele gevoelens en interesses hebben. Waarden vertegenwoordigen ervaringen of kenmerken die voor iemand van bijzondere betekenis zijn en die iemand kun nen motiveren voor actie. Een verkrachting ondersteunende waar de kan bijvoorbeeld zijn dat vrouwen van nature inferieur zijn. Acties kunnen op hun beurt dienen voor de seksuele geweldpleger om de manier te veranderen waarop anderen kijken naar zijn motivatie en gedrag. Door bijvoorbeeld minimalisering of ontken
Wetenschappelijk onderzoek Onderzoek naar cognitieve vervormingen bij seksuele geweld plegers met behulp van zelfrapportage vragenlijsten heeft uiteen lopende resultaten opgeleverd. Zo vond Gannon (2006) dat een vragenlijst in combinatie met een namaak leugendetector bij behandelde kindmisbruikers niet meer cognitieve vervormingen opleverde dan alleen de vragenlijst. Kindmisbruikers zouden dus niet geneigd zijn om hun cognitieve vervormingen te verzwijgen. In een vervolgonderzoek gebruikte Gannon, Keown & Polaschek (2007) de zelfde onderzoeksmethode, maar ditmaal bij onbehan delde kindmisbruikers. Nu was het aantal cognitieve vervormingen in de groep die de vragenlijst moest invullen terwijl ze waren aan gesloten op een namaak leugendetector groter vergeleken met de groep die alleen de vragenlijst hoefde in te vullen. De onder zoekers concludeerden dat onbehandelde kindmisbruikers dus wel degelijk proberen hun cognitieve vervormingen te minimalise ren. Ze noemden echter als alternatieve verklaring voor de onder zoeksresultaten de mogelijkheid dat de overtuigingen van kind misbruikers zo impliciet kunnen zijn dat ze die zich niet volledig bewust zijn. Sinds enkele jaren wordt de ‘Impliciete Associatie Test’ ( i at; Greenwald, McGhee, & Schwartz,1998) gebruikt om de cognitieve vervormingen bij seksuele geweldplegers te onderzoeken. Bij deze test wordt de sterkte van de associatie tussen verschillende concepten gemeten. Gray, Brown, MacCulloch, Smith & Snowden
theorie, wetenschappelijk onderzoek & praktijk
ning probeert de seksuele geweldplegers zijn gedrag te recht vaardigen en kritiek te vermijden. Ward, Gannon & Keown (2006) zien delict ondersteunende uitspraken als een direct gevolg van verschillende combinaties van overtuiging, waarde en actie. Cognitieve vervormingen kunnen dus misleidende kernovertui gingen, tijdelijke opvattingen, problematische waarden of zelf beschermende mechanismen vertegenwoordigen (Gannon, Ward, & Collie, 2007).
[ 1 5 ]
theorie, wetenschappelijk onderzoek & praktijk
(2005) vonden dat een groep kindmisbruikers kinderen met seks en dat een groep niet-pedoseksuele delinquenten volwassen met seks associeerden. Ze concludeerden dat iat op een betrouwbare manier een voor kindmisbruikers kenmerkende kerncognitie kan identificeren. Ook Nunes, Firestone & Baldwin (2007) vonden met behulp van de iat dat kindmisbruikers kinderen veel meer als seksueel aantrekkelijk ervaren dan niet-seksueel gewelddadige delinquenten. Dat de iat ook gebruikt kan worden om subgroepen kindmisbruikers te onderscheiden werd aangetoond door Brown, Gray & Snowden (2009). Zij vonden verschillen in associaties van kinderen met seks tussen pedoseksuele geweldplegers met een voorkeur voor kinderen beneden de 12 jaar en hebeseksuele ge weldplegers met slachtoffers van 12 tot en met 15 jaar. Samengevat lijkt de iat een betrouwbaar instrument om een onderscheid te kunnen maken tussen seksuele en niet-seksuele geweldplegers en tussen subgroepen van seksuele geweldplegers onderling. Of met de iat ook alle bij seksuele geweldplegers ver onderstelde cognitieve vervormingen kunnen worden vastgesteld is tot op heden onvoldoende aangetoond. Tot op heden werden bij kindmisbruikers alleen onaangepaste associaties aangetroffen tussen seks en ‘oncontroleerbaarheid’ ( Mihailides, Devilly & Ward, 2004 ) en tussen kinderen en macht ( Nunes, Firestone & Baldwin, 2007 ).
Behandelprogramma’s
[ 1 6 ]
Cognitief-gedragstherapeutische programma’s worden algemeen geaccepteerd als de meest effectieve behandeling voor seksuele geweldplegers (Mann & Fernandez, 2006). Programma’s voor groepen blijken te verkiezen boven individuele behandeling, o mdat in groepen deelnemers met elkaar nieuwe vaardigheden kunnen oefenen, elkaar kunnen bekrachtigen voor gewenst gedrag, elkaar kunnen aanmoedigen en ondersteunen, en een positieve sfeer kunnen scheppen (Serran, Fernandez, Marshall & Mann, 2003 ). Groepen dienen heterogeen van samenstelling te zijn om de deel
Groep 1 met een combinatie van leven in een gevaarlijke wereld, seksuele drift van mannen is onbeheersbaar en vrouwen zijn seksuele wezens. Deze groep is bijzonder gevaarlijk. Intensieve behandeling is aangewezen, maar zonder empa thie training. Groep 2 met alleen leven in een gevaarlijke wereld en geen seksuele impliciete theorieën. Deze groep komt vooral in aan merking voor een training woedebeheersing. Groep 3 met een combinatie van seksuele drift van mannen is onbeheersbaar en vrouwen zijn seksuele wezens. Voor deze groep zou een cognitief-gedragstherapeutisch programma zoals beschreven door Marshall, Anderson & Fernandez (1999) aangewezen zijn. Bij de behandeling van verkrachters moet er rekening mee worden gehouden dat deze groep geweldplegers meer dan andere seksuele geweldplegers voldoen aan de criteria van een antisociale persoon lijkheidsstoornis en / of over psychopathische trekken beschikken (Eccleston & Owen, 2007). Bijgevolg vertonen verkrachters im pulsief, agressief en provocerend gedrag tijdens de behandeling (Marques, Day, Nelson & West, 1994 ). Ze hebben ook vaker nietseksueel geweld gepleegd (Beyko & Wong, 2005).
theorie, wetenschappelijk onderzoek & praktijk
nemers meer mogelijkheden te bieden tot het kennis nemen van verschillende opvattingen en tot het delen van ervaringen (Marshall, Anderson & Fernandez, 1999). Beech en Mann (2002) pleitten er voor dat deelnemers in een behandeling hun kernschema’s leren herkennen om vervolgens de bijbehorende disfunctionele interne spraak te veranderen. In die behandeling zijn er volgens Dean, Mann, Milner & Maruna (2007) meerdere manieren om delict ondersteunende gedachten aan te pakken: Socratische dialoog, gedragsexperimenten, voor lichting en rollenspelen. Fisher & Beech (2007) onderscheidden voor de behandeling van verkrachters de volgende drie subgroepen:
[ 1 7 ]
theorie, wetenschappelijk onderzoek & praktijk
Opzet en werkwijze
[ 18 ]
Momenteel richt de behandeling van seksueel delictplegers zich voornamelijk op de volgende determinanten van het delictgedrag: [ 1 ] onvoldoende inzicht in de delictroute en de factoren die bij dragen tot het delict [ 2 ] onvoldoende kennis van vriendschap, intimiteit en seksualiteit, [ 3 ] cognitieve vervormingen die seksueel gewelddadig gedrag initiëren of rechtvaardigen en [ 4 ] een tekort aan sociale en coping vaardigheden waardoor niet adequaat kan worden omgegaan met hogerisico situaties. Een behandelpro gramma omvat dan ook de volgende onderdelen: [ 1 ] Opstellen van holistische theorie en delictscenarioprocedure volgens Van Beek en Mulder ( 1991 ; 1992) met een maximum van vijf individuele bijeenkomsten. [ 2 ] Psychoeducatie. Dit onderdeel omvat 14 bijeenkomsten, waarin voorlichting wordt gegeven over de volgende onder werpen: Manvrouwrol, Afstand en nabijheid, Geslachts organen, Soa’s en voorbehoedsmiddelen, Seksuele varianten, Vriendschap, Relaties, Porno en Seksueel geweld. [ 3 ] Correctie van cognitieve vervormingen. Dit onderdeel bestaat uit 20 bijeenkomsten waarin de acht meest voorkomende cognitieve vervormingen (‘goedpraters’) zullen worden be handeld. Vier goedpraters hebben betrekking op verkrachters (bijv. “Vrouwen zijn seksuele wezens”) en vier goedpraters zijn van toepassing op kindmisbruikers (bijv. “Kinderen zijn seksuele wezens”). Aan het eind van dit onderdeel wordt de voortgang van de patiënten geëvalueerd. [ 4 ] Training van zelfregulatie vaardigheden. Dit onderdeel omvat 20 bijeenkomsten en richt zich op het ontwikkelen van zelf regulerende vaardigheden, zodat de patiënten adequaat kun nen reageren zodra zij geneigd zijn terug te vallen in hun oude gewoonten. Daarnaast leren zij hoe toekomstige risicosituaties voorkomen kunnen worden. Een viertal thema’s komen aan de orde, te weten: Prosociaal netwerk, Relaties en seksualiteit,
De programmaonderdelen 2 tot en met 4 worden gegeven aan groepen van zes tot acht patiënten. Groepen zijn gemengd, dat wil zeggen dat de deelnemers zowel verkrachters als kindmisbruikers zijn. Patiënten moeten alle drie de onderdelen volgen, maar kunnen tussen de onderdelen door instromen.
Tot slot Seksueel gewelddadig gedrag is buitengewoon hardnekkig en seksuele geweldplegers vinden een behandeling vaak overbodig. Het is daarom noodzakelijk deelname aan Held zonder geweld 3 verplicht te stellen. Die verplichting moet ook gelden voor de wekelijks huiswerkbijeenkomsten die geleid worden door één van de behandelaars. Nogal wat deelnemers hebben moeite met het maken van de huiswerkopdrachten. Idealiter werken deelnemers dus tweemaal per week aan hun behandeling: eenmaal per week tijdens de groepsbehandeling en eenmaal per week tijdens de huiswerkbegeleiding. Op deze manier wordt het effect van de behandeling vergroot.
theorie, wetenschappelijk onderzoek & praktijk
Werk & vrije tijd en Omgaan met crisissituaties. Ook aan het eind van dit onderdeel wordt de voortgang van de patiënten geëvalueerd.
[ 1 9 ]
handleiding
Ö bijeenkomst 1 Doelen x Aankondigen onderdeel Cognitieve vervormingen
(Goedpraters); x Kennismaking met reden van verblijf in instelling.
Agenda
0 : 00 uur Opening ; 0 : 05 Afspraken over rechten en plichten ; 0 : 15 Uitleg onderdeel Cognitieve vervormingen ; 0 : 25 Kennismaking en korte delictpresentatie ; 1 : 25 Evaluatie van de bijeenkomst ; 1 : 30 Sluiting.
Verloop Opening x Verwelkoming van de deelnemers; x Bespreking van het zittingsplan.
Afspraken over rechten en plichten x Bevestigen van afspraken over geheimhoudingsplicht van deelnemers en over rapportage door de behandelaars.
Uitleg doel onderdeel Cognitieve vervormingen (Goedpraters) x Behandelaar legt uit wat het doel is van het onderdeel Cognitieve vervormingen, namelijk gedachten die kunnen leiden tot seksueel grensoverschrijdend gedrag leren om-
[ 2 3 ]
bijeenkomst
1
zetten in gedachten die leiden tot prosociaal seksueel gedrag. Aan de orde komen de volgende thema’s: Vrouwen zijn seksuele wezens, Kinderen zijn seksuele wezens, Vrouwen zijn onpeilbaar, Kinderen zijn geïnteresseerd in seks met volwassenen, Seksuele drift van mannen is onbeheersbaar, Slachtoffers lijden geen schade, Leven in een gevaarlijk wereld en Recht op seks.
Kennismaking en korte delictpresentatie x Elke deelnemer stelt zich voor, verschaft informatie over het delict waarvoor hij is opgenomen en vertelt over de belangrijk ste gebeurtenissen uit zijn voorgeschiedenis.
Evaluatie van de bijeenkomst x Behandelaar vraagt aan elke deelnemer hoe hij terugkijkt op afgelopen bijeenkomst.
[ 2 4 ]
Ö bijeenkomst 2 Doelen x Thema: Vrouwen zijn seksuele wezens ; x Oefenen met probleemsituatie ; x Huiswerk toelichten.
Agenda
0 : 00 uur Opening ; 0 : 05 Thema: Vrouwen zijn seksuele wezens ; 0 : 15 Peters probleemsituatie ; 1 : 20 Opgave huiswerk ; 1 : 25 Evaluatie van de bijeenkomst ; 1 : 30 Sluiting.
Verloop Opening x Bespreking van het zittingsplan.
Thema: Vrouwen zijn seksuele wezens x Behandelaar vraagt alle deelnemers Peters probleemsituatie te lezen. Daarna worden de verschillende vragen besproken, waarbij de deelnemers seksueel antisociale gedachten moeten omzetten in seksueel prosociale gedachten. Huiswerk x Beschrijf een situatie waarin je dacht: ‘Die vrouw heeft zin in seks.’
[ 2 5 ]
bijeenkomst
2
[ 2 6 ]
Evaluatie x Behandelaar vraagt aan elke deelnemer hoe hij terugkijkt op afgelopen bijeenkomst.
bijeenkomst
2
oefening Peter is een man van 38 jaar. Hij is geboren in Suriname, maar moeder en zoon komen naar Nederland als hij 15 jaar oud is. Al gauw krijgt Peter een (seksuele) relatie met zijn buurmeisje. Die relatie duurt een jaar. Op een dag vindt Peter zijn moeder op gruwelijke wijze vermoord in haar eigen huis. Vanaf dat moment gaat Peter op kamers wonen, verbreekt hij het contact met zijn familie en gaat hij drinken. Hij gedraagt zich steeds stoerder en heeft regelmatig eenmalige, seksuele contacten. Niet alleen vrouwen maar ook mannen kan hij steeds gemakkelijker bedriegen en dat bezorgt hem een prettig gevoel van macht. Als Peter in de dertig is heeft een langer durende relatie met Caroline. Al snel gaat hij zich in toenemende mate (huiselijk) agressief gedragen, maar zij doet geen aangifte. Tijdens de relatie met Caroline heeft Peter regelmatig kortdurende seksuele contacten met andere vrouwen, bijvoorbeeld met Joke. Hij heeft een paar keer seksueel contact met haar en als de relatie met Caroline verbroken is, blijft ze ook regel matig bij Peter slapen. Naarmate Joke langer bij Peter blijft, slaat hij haar vaker of dwingt hij haar tot seksueel contact. Meestal gebeurt dit als hij zich geïrriteerd voelt, bijvoorbeeld omdat Joke geld vraagt voor drugs. Tenslotte doet Joke aangifte vanwege fysiek en seksueel geweld. Toch zegt Peter veel van Joke te houden. 1 Wat zie je als het belangrijkste probleem van Peter? 2 Wat vind je ervan dat Peter naast zijn vaste relatie allerlei losse contacten heeft?
[ 2 7 ] 3 Als een relatie niet goed loopt, vind je dan dat een man vreemd kan gaan? 4 Hoe komt het volgens jou dat als Peter geïrriteerd raakt hij ook zin in seks heeft? 5 Denk je dat Peter door de alcohol meer zin in seks krijgt?
Ga verder op de volgende bladzijde }
bijeenkomst
2
oefening [vervolg] 6 Wat vind je van de manier waarop Peter contacten legt? 7 Denk je dat ‘macht’ een rol kan spelen in een relatie? 8 Hoe zou Peter uit de problemen kunnen blijven?
[ 2 8 ]
bijeenkomst
Huiswerk
Voornaam x
2
Beschrijf een situatie waarin je dacht: ‘Die vrouw heeft zin in seks.’
De situatie was: x
Om wie ging het? x Waar was je? x Wat zei / deed de ander? x
Wat dacht je en / of hoe voelde je je? x
Wat zei / deed je? x
Hoe reageerde de ander daarop? x
Hoe kijk je achteraf terug op je gedrag? x
Wat had je ook kunnen zeggen en / of doen? x
[ 2 9 ]
Ö bijeenkomst 3 Doelen x Thema: Kinderen zijn seksuele wezens; x Oefenen met probleemsituatie; x Huiswerk toelichten.
Agenda
0 : 00 uur Opening; 0 : 05 Bespreken van huiswerk; 0 : 20 Thema: Kinderen zijn seksuele wezens; 0 : 25 Lars’ probleemsituatie; 1 : 20 Opgave nieuw huiswerk; 1 : 25 Evaluatie van de bijeenkomst; 1 : 30 Sluiting.
Verloop Opening x Bespreking van het zittingsplan. [ 3 0 ]
Huiswerk x Behandelaar vraagt enkele deelnemers verslag te doen van hun huiswerk.
Thema: Kinderen zijn seksuele wezens x Behandelaar vraagt alle deelnemers Lars’ probleemsituatie te lezen. Daarna worden de verschillende vragen besproken, waarbij de deelnemers seksueel antisociale gedachten moeten omzetten in seksueel prosociale gedachten.
bijeenkomst
Huiswerk x Beschrijf een situatie waarin je dacht: ‘Dat meisje / die jongen heeft zin in seks’ of ‘Die vrouw heeft zin in seks’.
3
Evaluatie x Behandelaar vraagt aan elke deelnemer hoe hij terugkijkt op afgelopen bijeenkomst.
[ 3 1 ]
bijeenkomst
3
oefening Lars is een alleenstaande man van 36 jaar. Hij is vaak depressief en onzeker in sociale contacten. Lars heeft geen vrienden en alleen contact met familieleden. Alleen in het gezelschap van minder jarige jongens voelt Lars zich op zijn gemak. Lars werkt op vrij willige basis als ICT-assistent op een basisschool en komt zo veel in contact met minderjarige jongens. Lars merkt steeds vaker dat hij zich tot enkele jongens seksueel aangetrokken voelt en aan hen denkt als hij thuis masturbeert. Op het schoolplein raakt Lars in gesprek met de 10-jarige Raymond. Ze blijken een gezamenlijke interesse te hebben, namelijk het spelen van computerspelletjes. Lars heeft zojuist een splinter nieuwe spelcomputer gekocht en hij nodigt Raymond uit om bij hem thuis te komen gamen. Wanneer Raymond aan het com puteren is, vraagt Lars aan Raymond of hij hem in ruil voor het computerspel met de hand wil bevredigen. Raymond wil het spel graag hebben en stemt in met het verzoek. Geleidelijk aan komen steeds vaker minderjarige jongens bij Lars over de vloer. Lars weet dan regelmatig te bereiken dat de jongens hem bevredigen of dat hij met hen ontucht mag plegen in ruil voor de computerspellen. 1 Wat zie je als het belangrijkste probleem van Lars? 2 Wat vind je ervan dat Lars zich alleen prettig voelt in het gezelschap van jonge jongens?
[ 3 2 ]
3 Hoe denk je dat de jongens zich voelden als Lars vroeg hem te bevredigen? 4 Is het volgens jou toeval dat Lars als vrijwilliger op een basis school ging werken en dan nog wel als ICT-assistent? 5 Denk je dat de jongens het fijn vonden om seks met Lars te hebben?
Ga verder op de volgende bladzijde }
bijeenkomst
oefening [vervolg]
3
6 Als een jongen zelf laat blijken in seks geïnteresseerd te zijn, kan Lars daar dan op ingaan? 7 Denk je dat Lars echt in de jongens geïnteresseerd is of dat hij hen alleen gebruikt voor seks? 8 Vind je dat Lars de school voor zijn aanstelling als vrijwilliger had moeten informeren over zijn pedoseksuele geaardheid? 9 Maakt het verschil of Lars de jongens alleen betast of ook gemeenschap met hen heeft?
[ 3 3 ]
bijeenkomst
3
huiswerk
Voornaam x
Beschrijf een situatie waarin je dacht: ‘Dat meisje / die jongen heeft zin in seks’ of ‘Die vrouw heeft zin in seks’.
De situatie was: x
Om wie ging het? x Waar was je? x Wat zei / deed de ander? x
Wat dacht je en / of hoe voelde je je? x
Wat zei / deed je? x
Hoe reageerde de ander daarop? x
[ 3 4 ]
Hoe kijk je achteraf terug op je gedrag? x
Wat had je ook kunnen zeggen en / of doen? x
Ö bijeenkomst 4 Doelen x Thema: Vrouwen en/of kinderen zijn seksuele wezens; x Discussie door deelnemers; x Huiswerk toelichten.
Agenda
0:00 uur Opening; 0:05 Thema: Vrouwen en/of kinderen zijn seksuele wezens; 0:10 Huiswerk en discussie; 1:20 Opgave huiswerk; 1:25 Evaluatie van de bijeenkomst; 1:30 Sluiting.
Verloop Opening x Bespreking van het zittingsplan.
Huiswerk en discussie x Deelnemers vertellen aan de hand van de huiswerkopdracht in hoeverre het thema ‘Vrouwen en / of kinderen zijn seksuele wezens’ een rol heeft gespeeld in hun delict en bediscussiëren hun huidige opvattingen met de andere deelnemers.
[ 3 5 ]
bijeenkomst
4
Huiswerk x Beschrijf een tweede situatie waarin je dacht: ‘Die vrouw heeft zin in seks’ of ‘Dat meisje / die jongen heeft zin in seks’. Evaluatie x Behandelaar vraagt aan elke deelnemer hoe hij terugkijkt op afgelopen bijeenkomst.
[ 3 6 ]
bijeenkomst
huiswerk
Voornaam x
4
Beschrijf opnieuw een situatie waarin je dacht: ‘Dat meisje / die jongen heeft zin in seks’ of ‘Die vrouw heeft zin in seks’.
De situatie was: x
Om wie ging het? x Waar was je? x Wat zei / deed de ander? x
Wat dacht je en / of hoe voelde je je? x
Wat zei / deed je? x
Hoe reageerde de ander daarop? x
Hoe kijk je achteraf terug op je gedrag? x
Wat had je ook kunnen zeggen en / of doen? x
[ 3 7 ]
Ö bijeenkomst 5 Doelen x Thema: Vrouwen zijn onpeilbaar; x Oefenen met probleemsituatie; x Huiswerk toelichten.
Agenda
0 : 00 uur Opening ; 0 : 05 Bespreken van huiswerk ; 0 : 20 Thema: Vrouwen zijn onpeilbaar ; 0 : 25 Roys probleemsituatie ; 1 : 20 Opgave huiswerk ; 1 : 25 Evaluatie van de bijeenkomst ; 1 : 30 Sluiting.
Verloop Opening x Bespreking van het zittingsplan. [ 3 8 ]
Huiswerk x Behandelaar vraagt enkele deelnemers verslag te doen van hun huiswerk.
Thema: Vrouwen zijn onpeilbaar x Behandelaar vraagt alle deelnemers Roys probleemsituatie te lezen. Daarna worden de verschillende vragen besproken, waarbij de deelnemers seksueel antisociale gedachten moeten omzetten in seksueel prosociale gedachten.
bijeenkomst
Huiswerk x Beschrijf een situatie waarin je dacht: ‘Ik kan van die vrouw geen hoogte krijgen.’
5
Evaluatie x Behandelaar vraagt aan elke deelnemer hoe hij terugkijkt op afgelopen bijeenkomst.
[ 3 9 ]
bijeenkomst
5
oefening Roy is een Hindoestaanse man van 23 jaar. Roy spreekt slecht Nederlands en werd hier als kind veelvuldig mee gepest. Door deze pesterijen heeft Roy zijn school niet afgerond. Roy heeft geen werk en verdient zijn geld met het dealen van drugs. De ouders van Roy zijn gescheiden. De vader van Roy is een alcoholist met een kwade dronk. Tijdens zijn dronken buien reageert de vader van Roy zijn agressie veelvuldig af op Roy door hem met een riem te slaan. Roy heeft een relatie met Jolanda. Roy heeft meer behoefte aan seks dan Jolanda. Op de momenten dat Jolanda seks met Roy weigert, dwingt Roy haar tot seks. Na enkele maanden doet Jolanda aangifte van de verkrachtingen en belandt Roy in de gevangenis. Tijdens zijn detentie krijgt Roy te horen dat zijn vader is overleden. Wanneer Roy vrij komt uit de gevangenis besluit hij zijn vrijlating te vieren door veel alcohol en drugs te gebruiken. Hierna brengt Roy een bezoek aan een prostituee. Ondanks dat Roy erg opge wonden is, lukt het hem niet om tijdens de seks met de prostituee klaar te komen. Dit geeft Roy een beschamend gevoel. Op weg naar huis verkracht Roy een toevallig passerende vrouw. 1 Wat zie je als het belangrijkste probleem van Roy? 2 Wat zijn de gevolgen voor Roy van de regelmatige mishandeling door zijn vader?
[ 4 0 ]
3 Wat vind je ervan dat Roy zijn vrouw dwingt tot seks? 4 Hoe zie je het verband tussen de mishandeling van Roy door zijn vader en het verkrachten van vriendin Jolanda? 5 Wat vind je ervan dat Jolanda een relatie is begonnen met een man die zijn geld verdient met het dealen van drugs?
Ga verder op de volgende bladzijde }
bijeenkomst
oefening [vervolg]
5
6 Wat vind je ervan dat Roy na gebruik van alcohol en drugs naar een prostituee gaat? 7 Wat zijn Roy zijn opvattingen over vrouwen in het algemeen, denk je? 8 Wat moet Roy doen om zijn leven weer op orde te krijgen?
[ 4 1 ]
bijeenkomst
5
huiswerk
Voornaam x
Beschrijf een situatie waarin je dacht: ‘Ik kan van die vrouw geen hoogte krijgen.’
De situatie was: x
Om wie ging het? x Waar was je? x Wat zei / deed de ander? x
Wat dacht je en / of hoe voelde je je? x
Wat zei / deed je? x
Hoe reageerde de ander daarop? x
[ 4 2 ]
Hoe kijk je achteraf terug op je gedrag? x
Wat had je ook kunnen zeggen en / of doen? x
Ö bijeenkomst 6 Doelen x Thema: Kinderen zijn geïnteresseerd in seks met volwassenen; x Oefenen met probleemsituatie; x Huiswerk toelichten.
Agenda
0 : 00 uur Opening; 0 : 05 Bespreken van huiswerk; 0 : 20 Thema: Kinderen zijn geïnteresseerd in seks met volwassenen; 0 : 25 Dave’s probleemsituatie; 1 : 20 Opgave huiswerk; 1 : 25 Evaluatie van de bijeenkomst; 1 : 30 Sluiting.
Verloop Opening x Bespreking van het zittingsplan.
[ 4 3 ] Huiswerk x Behandelaar vraagt enkele deelnemers verslag te doen van hun huiswerk.
Thema: Kinderen zijn geïnteresseerd in seks met volwassenen x Behandelaar vraagt alle deelnemers Dave’s probleemsituatie te lezen. Daarna worden de verschillende vragen besproken,
bijeenkomst
6
waarbij de deelnemers seksueel antisociale gedachten moeten omzetten in seksueel prosociale gedachten. Huiswerk x Beschrijf een situatie waarin je dacht: ‘Dat meisje / die jongen is geïnteresseerd in seks met volwassenen’ of ‘Ik kan van die vrouw geen hoogte krijgen’. Evaluatie x Behandelaar vraagt aan elke deelnemer hoe hij terugkijkt op afgelopen bijeenkomst.
[ 4 4 ]
bijeenkomst
6
oefening Dave is een man van 48 jaar. Als kind had Dave een goede band met zijn ouders en ook op school had hij veel vrienden. Tijdens zijn eerste jaar op de middelbare school wordt Dave tot tweemaal toe seksueel misbruikt door verschillende mannen. Dave heeft naar eigen zeggen geen vervelende herinneringen aan het seksueel misbruik overgehouden. Op 14-jarige leeftijd krijgt Dave voor de eerste keer een relatie. Dave voelt zich niet seksueel aangetrokken tot zijn vriendin, maar merkt dat hij opgewonden raakt van zijn mannelijke leeftijdsgenoten. Om zijn seksuele behoeften te bevre digen gaat Dave seksueel getinte spelletjes spelen met zijn manne lijke leeftijdsgenoten. Naar mate Dave ouder wordt blijft hij zich alleen seksueel aangetrokken voelen tot minderjarige jongens. Door middel van geld of cadeaus probeert Dave de jongens over te halen om seksuele spelletjes met hem te spelen. Zodra de jongens echter aangeven niet verder te willen, worden zij met veel geweld gedwongen. Dave verkracht de jongens en dwingt hen tot orale seks. Het seksuele contact met de minderjarige jongens wordt door Dave op video opgenomen. Uiteindelijk doen zes jongens aangifte van verkrachting. De andere jongens weigeren aangifte te doen omdat zij vrijwillig seks hadden met Dave. 1 Wat zie je als het belangrijkste probleem van Dave? 2 Wat waren de gevolgen voor Dave van het seksuele misbruik door verschillende mannen, denk je? 3 Vind je het niet vreemd dat Dave een relatie begint met een meisje terwijl hij zich aangetrokken voelt tot jongens? 4 Wat vind je dat Dave aan zijn vriendin had moeten vertellen? 5 Wat vind je ervan dat de jongens aanvankelijk op Dave’s toenaderingen in lijken te gaan?
Ga verder op de volgende bladzijde }
[ 4 5 ]
bijeenkomst
6
oefening [vervolg] 6 Hoe denk je dat het voor de jongens is om Dave oraal te moeten bevredigen? 7 Wat vind je ervan dat Dave video opnamen maakt van de seks met de jongens? 8 Wat vind je ervan dat sommige jongens geen aangifte doen?
[ 4 6 ]
bijeenkomst
huiswerk
Voornaam x
6
Beschrijf een situatie waarin je dacht: ‘Dat meisje / die jongen is geïnteresseerd in seks met volwassenen’ of ‘Ik kan van die vrouw geen hoogte krijgen’.
De situatie was: x
Om wie ging het? x Waar was je? x Wat zei / deed de ander? x
Wat dacht je en / of hoe voelde je je? x
Wat zei / deed je? x
Hoe reageerde de ander daarop? x [ 4 7 ] Hoe kijk je achteraf terug op je gedrag? x
Wat had je ook kunnen zeggen en / of doen? x
Ö bijeenkomst 7 Doelen x Thema: Vrouwen zijn onpeilbaar en kinderen zijn
geïnteresseerd in seks met volwassenen; x Discussie door deelnemers; x Huiswerk toelichten.
Agenda
0 : 00 uur Opening; 0 : 05 Thema: Vrouwen zijn onpeilbaar en kinderen zijn geïnteresseerd in seks met volwassenen; 0 : 10 Huiswerk en discussie; 1 : 20 Opgave huiswerk; 1 : 25 Evaluatie van de bijeenkomst; 1 : 30 Sluiting.
Verloop Opening x Bespreking van het zittingsplan.
[ 4 8 ]
Huiswerk en discussie x Deelnemers vertellen aan de hand van de huiswerkopdracht in hoeverre het thema ‘Vrouwen zijn onpeilbaar’ en ‘kinderen zijn geïnteresseerd in seks met volwassenen’ een rol heeft gespeeld in hun delict en bediscussiëren hun opvattingen met de andere deelnemers.
bijeenkomst
Huiswerk x Beschrijf een tweede situatie waarin je dacht: ‘Ik kan van die vrouw geen hoogte krijgen’ of ‘Kinderen zijn geïnteresseerd in seks met volwassenen’.
7
Evaluatie x Behandelaar vraagt aan elke deelnemer hoe hij terugkijkt op afgelopen bijeenkomst.
[ 4 9 ]
bijeenkomst
7
huiswerk
Voornaam x
Beschrijf opnieuw een situatie waarin je dacht: ‘Ik kan van die vrouw geen hoogte krijgen’ of ‘Kinderen zijn geïnteresseerd in seks met volwassenen’.
De situatie was: x
Om wie ging het? x Waar was je? x Wat zei / deed de ander? x
Wat dacht je en / of hoe voelde je je? x
Wat zei / deed je? x
Hoe reageerde de ander daarop? x [ 5 0 ] Hoe kijk je achteraf terug op je gedrag? x
Wat had je ook kunnen zeggen en / of doen? x
Ö bijeenkomst 8 Doelen x Thema: Seksuele drift van mannen is onbeheersbaar ; x Oefenen met probleemsituatie ; x Huiswerk toelichten.
Agenda
0 : 00 uur Opening; 0 : 05 Bespreken van huiswerk; 0 : 20 Thema: Seksuele drift van mannen is onbeheersbaar; 0 : 25 Eriks probleemsituatie; 1 : 20 Opgave huiswerk; 1 : 25 Evaluatie van de bijeenkomst; 1 : 30 Sluiting.
Verloop Opening x Bespreking van het zittingsplan.
[ 5 1 ] Huiswerk x Behandelaar vraagt enkele deelnemers verslag te doen van hun huiswerk.
Thema: Seksuele drift van mannen is onbeheersbaar x Behandelaar vraagt alle deelnemers Eriks probleemsituatie te lezen. Daarna worden de verschillende vragen besproken,
bijeenkomst
8
waarbij de deelnemers seksueel antisociale gedachten moeten omzetten in seksueel prosociale gedachten. Huiswerk x Beschrijf een situatie waarin je dacht: ‘Ik ben zo geil, ik moet seks hebben.’ Evaluatie x Behandelaar vraagt aan elke deelnemer hoe hij terugkijkt op afgelopen bijeenkomst.
[ 5 2 ]
bijeenkomst
8
oefening Erik is een man van 24 jaar. In zijn kindertijd werd Erik verwaar loosd door beide ouders. Als puber had Erik vaak fantasieën over het verkrachten van vrouwen. Deze fantasieën kwamen vooral opzetten tijdens masturbatie. Erik heeft gedurende zijn leven geen vaste relaties gehad omdat hij het enorm lastig vindt om met vrouwen te praten. Erik heeft wel enkele vrienden en hij gaat regelmatig met hen op stap. Tijdens een avondje stappen heeft Erik geen geld en leent hij 100 euro van zijn vrienden. Om het ge leende geld snel terug te betalen pleegt Erik de volgende nacht een inbraak. Terwijl Erik de woonkamer inloopt ziet hij een slapen de vrouw op de bank. De vrouw is slechts gekleed in een onder broek en Erik raakt hier erg opgewonden van. Erik verkracht de vrouw en vlucht weg. Erik gaat vaker inbraken plegen in de hoop opnieuw slapende vrouwen aan te treffen. Uiteindelijk verkracht Erik op deze manier drie vrouwen. 1 Wat zie je als het belangrijkste probleem van Erik? 2 Wat vind je ervan dat Erik tijdens het masturberen fantaseert over het verkrachten van vrouwen? 3 Hoe zou het komen dat Erik moeite heeft om met vrouwen contact te maken? 4 Hoe denk je dat Erik denkt over vrouwen in het algemeen? 5 Wat vind je ervan dat Erik een inbraak pleegt om aan geld te komen? 6 Wat zou het kunnen betekenen dat Erik opgewonden wordt een slapende vrouw in ondergoed? 7 Denk je dat de vrouwen echt lagen te slapen?
Ga verder op de volgende bladzijde }
[ 5 3 ]
bijeenkomst
8
oefening [vervolg] 8 Waarom voeren sommige mannen een heel gesprek met de vrouw die ze eerst verkracht hebben? 9 Wat zou die vrouw daarvan vinden, denk je? 10 Wat zou Erik moeten doen om uit de problemen te blijven?
[ 5 4 ]
bijeenkomst
huiswerk
Voornaam x
8
Beschrijf een situatie waarin je dacht: ‘Ik ben zo geil, ik moet seks hebben.’
De situatie was: x
Om wie ging het? x Waar was je? x Wat zei / deed de ander? x
Wat dacht je en / of hoe voelde je je? x
Wat zei / deed je? x
Hoe reageerde de ander daarop? x
Hoe kijk je achteraf terug op je gedrag? x
Wat had je ook kunnen zeggen en / of doen? x
[ 5 5 ]
Ö bijeenkomst 9 Doelen x Thema: Seksuele drift van mannen is onbeheersbaar; x Discussie door deelnemers; x Huiswerk toelichten.
Agenda 0 : 00 uur Opening; 0 : 05 Thema: Seksuele drift van mannen is onbeheersbaar; 0 : 10 Huiswerk en discussie; 1 : 20 Opgave huiswerk; 1 : 25 Evaluatie van de bijeenkomst; 1 : 30 Sluiting. Verloop Opening x Bespreking van het zittingsplan. [ 5 6 ]
Huiswerk en discussie x Deelnemers vertellen aan de hand van de huiswerkopdracht in hoeverre het thema ‘Seksuele drift van mannen is onbeheers baar’ een rol heeft gespeeld in hun delict en bediscussiëren hun opvattingen met de andere deelnemers.
bijeenkomst
Huiswerk x Beschrijf een tweede situatie waarin je dacht: ‘Ik ben zo geil, ik moet seks hebben.’
9
Evaluatie x Behandelaar vraagt aan elke deelnemer hoe hij terugkijkt op afgelopen bijeenkomst.
[ 5 7 ]
bijeenkomst
9
huiswerk
Voornaam x
Beschrijf een tweede situatie waarin je dacht: ‘Ik ben zo geil, ik moet seks hebben.’
De situatie was: x
Om wie ging het? x Waar was je? x Wat zei / deed de ander? x
Wat dacht je en / of hoe voelde je je? x
Wat zei / deed je? x
Hoe reageerde de ander daarop? x
[ 5 8 ]
Hoe kijk je achteraf terug op je gedrag? x
Wat had je ook kunnen zeggen en / of doen? x
Ö bijeenkomst 10 Doelen x Thema: Slachtoffers lijden geen schade; x Oefenen met probleemsituatie ; x Huiswerk toelichten.
Agenda
0 : 00 uur Opening; 0 : 05 Bespreken van huiswerk; 0 : 20 Thema: Slachtoffers lijden geen schade; 0 : 25 Sanders probleemsituatie; 1 : 20 Opgave huiswerk; 1 : 25 Evaluatie van de bijeenkomst; 1 : 30 Sluiting.
Verloop Opening x Bespreking van het zittingsplan. Huiswerk x Behandelaar vraagt enkele deelnemers verslag te doen van hun huiswerk.
Thema: Slachtoffers lijden geen schade x Behandelaar vraagt alle deelnemers Sanders probleemsituatie te lezen. Daarna worden de verschillende vragen besproken,
[ 5 9 ]
bijeenkomst
10
waarbij de deelnemers seksueel antisociale gedachten moeten omzetten in seksueel prosociale gedachten. Huiswerk x Beschrijf een situatie waarin je dacht: ‘Slachtoffers lijden geen schade.’ Evaluatie x Behandelaar vraagt aan elke deelnemer hoe hij terugkijkt op afgelopen bijeenkomst.
[ 6 0 ]
bijeenkomst
10
oefening Sander is een Nederlandse man van 30 jaar. Al vanaf zijn kindertijd voelt Sander zich aangetrokken tot veel jongere meisjes. Op 14-jarige leeftijd speelt Sander seksueel getinte spelletjes met meisjes van ongeveer 8 jaar, waarbij hij de vagina van hen betast. Op 18-jarige leeftijd wordt Sander veroordeeld wegens ontuchtige handelingen bij minderjarige meisjes. Wanneer Sander uit de gevangenis komt begint hij, op aanraden van zijn moeder, een relatie met Tanja. Tanja is een volwassen vrouw met een dochtertje van 6 jaar, genaamd Yvonne. Sander is niet verliefd op Tanja, maar trouwt toch met haar. Enkele maanden na het huwelijk start Sander met het betasten van Yvonne. Tanja ontdekt dit en Sander wordt opnieuw veroordeeld. Sander en Tanja blijven bij elkaar en Sander belooft dat hij voortaan van Yvonne afblijft. Sander houdt zich aan zijn woord en zoekt geen seksuele toenadering meer bij Yvonne of andere meisjes. Enkele jaren later sterft Tanja aan de gevolgen van kanker. Sander valt terug in zijn oude gewoonte. Hij lokt minderjarige meisjes met een smoes de bosjes in om hen daar te betasten. Uiteindelijk verkracht Sander een meisje van 8 jaar. 1 Wat zie je als het belangrijkste probleem van Sander? 2 Wat vind je ervan dat Sander een relatie begint met een volwassen vrouw? 3 Vind je het niet opmerkelijk dat die vrouw een 6-jarig dochtertje heeft?
[ 6 1 ] 4 Waarom zet Tanja de relatie met Sander voort als hij uit de gevangenis komt? 5 Is het te prijzen dat Sander geen contact met jonge meisjes heeft zolang Tanja leeft? 6 Hoe verklaar je de terugval van Sander na de dood van Tanja?
Ga verder op de volgende bladzijde }
bijeenkomst
10
oefening [vervolg] 7 Zouden jonge meisjes betasting of verkrachting verschillend ervaren, denk je? 8 Is een relatie met een volwassen vrouw een probaat middel voor een pedoseksueel om uit de problemen te blijven? 9 Wat zou Sander moeten doen om voortaan uit de problemen te blijven?
[ 6 2 ]
bijeenkomst
huiswerk
Voornaam x
10
Beschrijf een situatie waarin je dacht: ‘Slachtoffers lijden geen schade.’
De situatie was: x
Om wie ging het? x Waar was je? x Wat zei / deed de ander? x
Wat dacht je en / of hoe voelde je je? x
Wat zei / deed je? x
Hoe reageerde de ander daarop? x
Hoe kijk je achteraf terug op je gedrag? x
Wat had je ook kunnen zeggen en / of doen? x
[ 6 3 ]
Ö bijeenkomst 11 Doelen x Thema: Slachtoffers lijden geen schade; x Discussie door deelnemers; x Huiswerk toelichten.
Agenda
0 : 00 uur Opening; 0 : 05 Thema: Slachtoffers lijden geen schade; 0 : 10 Huiswerk en discussie; 1 : 20 Opgave huiswerk; 1 : 25 Evaluatie van de bijeenkomst; 1 : 30 Sluiting.
Verloop Opening x Bespreking van het zittingsplan.
[ 6 4 ]
Huiswerk en discussie x Deelnemers vertellen aan de hand van de huiswerkopdracht in hoeverre het thema ‘Slachtoffers lijden geen schade’ een rol heeft gespeeld in hun delict en bediscussiëren hun opvattingen met de andere deelnemers.
bijeenkomst
Huiswerk x Beschrijf een tweede situatie waarin je dacht: ‘Slachtoffers lijden geen schade.’
11
Evaluatie x Behandelaar vraagt aan elke deelnemer hoe hij terugkijkt op afgelopen bijeenkomst.
[ 6 5 ]
bijeenkomst
11
huiswerk Beschrijf een tweede situatie waarin je dacht: ‘Slachtoffers lijden geen schade.’
De situatie was: x
Om wie ging het? x Waar was je? x Wat zei / deed de ander? x
Wat dacht je en / of hoe voelde je je? x
Wat zei / deed je? x
Hoe reageerde de ander daarop? x
[ 6 6 ]
Hoe kijk je achteraf terug op je gedrag? x
Wat had je ook kunnen zeggen en / of doen? x
Ö bijeenkomst 12 Doelen x Thema: Leven in een gevaarlijke wereld; x Oefenen met probleemsituatie; x Huiswerk toelichten.
Agenda
0 : 00 uur Opening; 0 : 05 Bespreken van huiswerk; 0 : 20 Thema: Leven in een gevaarlijke wereld; 0 : 25 Barts probleemsituatie; 1 : 20 Opgave huiswerk; 1 : 25 Evaluatie van de bijeenkomst; 1 : 30 Sluiting.
Verloop Opening x Bespreking van het zittingsplan. Huiswerk x Behandelaar vraagt enkele deelnemers verslag te doen van hun huiswerk.
Thema: Leven in een gevaarlijke wereld x Behandelaar vraagt alle deelnemers Barts probleemsituatie te lezen. Daarna worden de verschillende vragen besproken, waarbij de deelnemers seksueel antisociale gedachten moeten omzetten in seksueel prosociale gedachten.
[ 6 7 ]
bijeenkomst
12
Huiswerk x Beschrijf een situatie waarin je dacht: ‘Iedereen is tegen me, ik pak wat ik pakken kan.’ Evaluatie x Behandelaar vraagt aan elke deelnemer hoe hij terugkijkt op afgelopen bijeenkomst.
[ 6 8 ]
bijeenkomst
12
oefening Bart is een Nederlandse man van 26 jaar. Bart komt uit een gebro ken gezin en heeft 2 jongere zussen. Na de scheiding van zijn ouders ontdekt Bart dat zijn vader niet zijn biologische vader is. Als kind was Bart een brutale jongen en ging hij om met veel oude re jongens. Op 7-jarige leeftijd pleegt Bart zijn eerste inbraak en vanaf zijn 14de gebruikt Bart dagelijks alcohol. Bart verdient zijn geld met het dealen van harddrugs. Dit levert hem veel geld en een gevoel van macht op. Bart raakt gokverslaafd en is vrijwel dagelijks in de kroeg te vinden. Hier ontmoet hij zijn 10 jaar oudere vriendin Natasja. Natasja is een ex-prostituee en verslaafd aan alcohol. Om zijn gokverslaving te kunnen bekostigen pleegt Bart inbraken. Bart plant deze inbraken zorgvuldig en de slachtoffers zijn altijd jonge, vrijgezelle vrouwen. Op een avond ontmoet Bart tijdens het stappen Jessica. Samen drinken zij wat en aan het eind van de avond probeert Bart Jessica te zoenen. Jessica is hier niet van gediend en vertrekt naar huis. Bart achtervolgt Jessica on gezien naar huis. Wanneer Jessica de voordeur opent dringt Bart zich naar binnen. Bart trekt de kleren van Jessica kapot en ver kracht haar. Na de verkrachting vlucht Bart weg met de handtas van Jessica. 1 Wat zie je als het belangrijkste probleem van Bart? 2 Hoe verklaar je dat Bart in zijn jeugd vooral omgaat met oudere jongens? 3 Wat vind je ervan dat Bart op zijn veertiende jaar al ernstig verslaafd is? 4 Wat vind je ervan dat Bart een relatie begint met een tien jaar oudere vrouw, die ook verslaafd is? 5 Wat vind je ervan dat Bart zijn geld verdient door het dealen van drugs en het plegen van inbraken?
Ga verder op de volgende bladzijde }
[ 6 9 ]
bijeenkomst
12
oefening [vervolg]
6 Waarom pleegt Bart inbraken bij jonge, alleenstaande vrouwen, denk je? 7 Waarom zou Jessica niet door Bart gezoend willen worden, denk je? 8 Hoe beïnvloedt bij veel mannen de behoefte aan macht de opvattingen over vrouwen?
[ 7 0 ]
bijeenkomst
huiswerk
Voornaam x
12
Beschrijf een situatie waarin je dacht: ‘Iedereen is tegen me, ik pak wat ik pakken kan.’
De situatie was: x
Om wie ging het? x Waar was je? x Wat zei / deed de ander? x
Wat dacht je en / of hoe voelde je je? x
Wat zei / deed je? x
Hoe reageerde de ander daarop? x
Hoe kijk je achteraf terug op je gedrag? x
Wat had je ook kunnen zeggen en / of doen? x
[ 7 1 ]
Ö bijeenkomst 13 Doelen x Thema: Leven in een gevaarlijke wereld; x Discussie door deelnemers; x Huiswerk toelichten.
Agenda
0 : 00 uur Opening; 0 : 05 Thema: Leven in een gevaarlijke wereld; 0 : 10 Huiswerk en discussie; 1 : 20 Opgave huiswerk; 1 : 25 Evaluatie van de bijeenkomst; 1 : 30 Sluiting.
Verloop Opening x Bespreking van het zittingsplan.
[ 7 2 ]
Huiswerk en discussie x Deelnemers vertellen aan de hand van de huiswerkopdracht in hoeverre het thema ‘Leven in een gevaarlijke wereld’ een rol heeft gespeeld in hun delict en bediscussiëren hun opvattingen met de andere deelnemers.
bijeenkomst
Huiswerk x Beschrijf een tweede situatie waarin je dacht: ‘Iedereen is tegen me, ik pak wat ik pakken kan.’
13
Evaluatie x Behandelaar vraagt aan elke deelnemer hoe hij terugkijkt op afgelopen bijeenkomst.
[ 7 3 ]
bijeenkomst
13
huiswerk Beschrijf een tweede situatie waarin je dacht: ‘Iedereen is tegen me, ik pak wat ik pakken kan.’
De situatie was: x
Om wie ging het? x Waar was je? x Wat zei / deed de ander? x
Wat dacht je en / of hoe voelde je je? x
Wat zei / deed je? x
Hoe reageerde de ander daarop? x
[ 74 ]
Hoe kijk je achteraf terug op je gedrag? x
Wat had je ook kunnen zeggen en / of doen? x
Ö bijeenkomst 14 Doelen x Thema: Recht op seks; x Oefenen met probleemsituatie; x Huiswerk toelichten.
Agenda
0 : 00 uur Opening; 0 : 05 Bespreken van huiswerk; 0 : 20 Thema: Recht op seks; 0 : 25 Johns probleemsituatie; 1 : 20 Opgave huiswerk; 1 : 25 Evaluatie van de bijeenkomst; 1 : 30 Sluiting.
Verloop Opening x Bespreking van het zittingsplan. Huiswerk x Behandelaar vraagt enkele deelnemers verslag te doen van hun huiswerk.
Thema: Recht op seks x Behandelaar vraagt alle deelnemers Johns probleemsituatie te lezen. Daarna worden de verschillende vragen besproken,
[ 7 5 ]
bijeenkomst
14
waarbij de deelnemers seksueel antisociale gedachten moeten omzetten in seksueel prosociale gedachten. Huiswerk x Beschrijf een situatie waarin je dacht: ‘Ze kunnen me wat, ik pak haar / hem gewoon.’ Evaluatie x Behandelaar vraagt aan elke deelnemer hoe hij terugkijkt op afgelopen bijeenkomst.
[ 7 6 ]
bijeenkomst
14
oefening John is een Nederlandse man van 54 jaar. Als kind had John veel vuldig ruzie met zijn ouders. Op 16-jarige leeftijd emigreert John naar Spanje. John krijgt een Spaanse vriendin, maar hij deelt vrijwel ieder weekend met andere vrouwen het bed. Na 7 jaar ontdekt de vriendin van John de ontrouw en verbreekt zij de relatie. Na de breuk ontmoet John een meisje van 11 jaar dat thuis verwaar loosd wordt. John neemt het meisje, zonder medeweten van haar ouders, mee naar zijn huis waar zij enkele dagen logeert. Het meisje wordt als vermist opgegeven en John krijgt 6 jaar gevangenisstraf wegens ontvoering. Wanneer John zijn straf heeft uitgezeten keert hij terug naar Nederland. John merkt dat hij zich aangetrokken begint te voelen tot kinderen. Desondanks start John een fotostudio welke gespecialiseerd is in het fotografe ren van kinderen. Via deze fotostudio komt John in contact met verschillende pedoseksuelen. John fantaseert met hen over seks met kinderen en er wordt onderling kinderporno uitgewisseld. John verlangt naar seks met kinderen. Om dit voor elkaar te krijgen probeert hij tijdens de fotosessies het vertrouwen van de kinderen te winnen. Na enkele fotosessies dwingt John de kinderen om hem zowel met de hand of in de mond te bevredigen. Hierbij dreigt John met fysiek geweld als het seksueel misbruik doorverteld wordt. Op deze manier heeft John seks met 9 meisjes en 2 jongens. 1 Wat zie je als het belangrijkste probleem van John? 2 Wat vind je ervan dat John naast zijn vaste relatie steeds met andere vrouwen naar bed gaat? 3 Wat zou het betekenen dat Johns vriendin pas na een relatie van zeven jaar in de gaten heeft dat hij vreemd gaat? 4 Waarom heeft John een 11-jarig meisje in huis genomen, denk je?
Ga verder op de volgende bladzijde }
[ 7 7 ]
bijeenkomst
14
oefening [vervolg] 5 Is het logisch om een fotostudio te beginnen als je je aan getrokken voelt tot kinderen? 6 Hoe zou het komen dat de kinderen aanvankelijk op Johns toenaderingen ingaan? 7 Wat vind je ervan dat John de kinderen bedreigt? 8 Wordt John opgewonden van het bedreigen van de kinderen, denk je?
[ 7 8 ]
bijeenkomst
huiswerk
Voornaam x
14
Beschrijf een situatie waarin je dacht: ‘Ze kunnen me wat, ik pak haar / hem gewoon.’
De situatie was: x
Om wie ging het? x Waar was je? x Wat zei / deed de ander? x
Wat dacht je en / of hoe voelde je je? x
Wat zei / deed je? x
Hoe reageerde de ander daarop? x
Hoe kijk je achteraf terug op je gedrag? x
Wat had je ook kunnen zeggen en / of doen? x
[ 7 9 ]
Ö bijeenkomst 15 Doelen x x x x
Thema: Recht op seks; Discussie door deelnemers; Huiswerk toelichten; Presentaties voorbereiden.
Agenda 0 : 00 uur Opening; 0 : 05 Thema: Recht op seks; 0 : 10 Discussie door deelnemers; 1 : 15 Opgave huiswerk; 1 : 20 Afspraken over presentatie met samenvatting van delict (en); 1 : 25 Evaluatie van de bijeenkomst; 1 : 30 Sluiting. Verloop
[ 8 0 ]
Opening x Bespreking van het zittingsplan.
Huiswerk en discussie
x Deelnemers vertellen aan de hand van de huiswerkopdracht
in hoeverre het thema ‘Recht op seks’ een rol heeft gespeeld in hun delict en bediscussiëren hun opvattingen met de andere deelnemers.
bijeenkomst
Huiswerk x Beschrijf een tweede situatie waarin je dacht: ‘Ze kunnen me wat, ik pak haar / hem gewoon.’
15
Presentatie x Afgesproken wordt welke twee deelnemers de volgende bijeenkomst een samenvatting van hun delict(en) zullen presenteren aan de hand van de acht cognitieve vervormingen. Evaluatie x Behandelaar vraagt aan elke deelnemer hoe hij terugkijkt op afgelopen bijeenkomst.
[ 8 1 ]
bijeenkomst
15
huiswerk Beschrijf een tweede situatie waarin je dacht: ‘Ze kunnen me wat, ik pak haar / hem gewoon.’
De situatie was: x
Om wie ging het? x Waar was je? x Wat zei / deed de ander? x
Wat dacht je en / of hoe voelde je je? x
Wat zei / deed je? x
Hoe reageerde de ander daarop? x
[ 8 2 ]
Hoe kijk je achteraf terug op je gedrag? x
Wat had je ook kunnen zeggen en / of doen? x
Ö bijeenkomst 16 Doelen x Thema: Samenvatting; x Memoreren van acht cognitieve vervormingen; x Presentaties van delict(en).
Agenda
0 : 00 uur Opening; 0 : 05 Bespreken van huiswerk; 0 : 20 Opnieuw de acht cognitieve vervormingen; 0 : 25 Presentatie van hun delict(en) door twee deelnemers; 1 : 25 Evaluatie; 1 : 30 Sluiting.
Verloop Opening x Bespreking van het zittingsplan. Huiswerk x Behandelaar vraagt enkele deelnemers verslag te doen van hun huiswerk.
Cognitieve vervormingen x Behandelaar schrijft alle acht cognitieve vervormingen op een bord of flap-over.
[ 8 3 ]
bijeenkomst
16
Samenvatting x Twee deelnemers geven een samenvatting van hun delict (en) aan de hand van de acht cognitieve vervormingen. Presentatie x Afgesproken wordt welke drie deelnemers de volgende bijeen komst een samenvatting van hun delict(en) zullen presenteren aan de hand van de acht cognitieve vervormingen. Evaluatie x Behandelaar vraagt aan elke deelnemer hoe hij terugkijkt op afgelopen bijeenkomst.
[ 8 4 ]
Ö bijeenkomst 17 Doelen x Thema: Samenvatting; x Memoreren van acht cognitieve vervormingen; x Presentaties van delict(en).
Agenda
0 : 00 uur Opening; 0 : 05 Opnieuw de acht cognitieve vervormingen; 0 : 10 Presentatie van hun delict(en) door drie deelnemers; 1 : 25 Evaluatie; 1 : 30 Sluiting.
Verloop Opening x Bespreking van het zittingsplan.
Cognitieve vervormingen
x Behandelaar schrijft alle acht cognitieve vervormingen op
een bord of flap-over. Samenvatting x Drie deelnemers geven een samenvatting van hun delict (en)
aan de hand van de acht cognitieve vervormingen.
[ 8 5 ]
bijeenkomst
17
Presentatie x Afgesproken wordt dat de resterende drie deelnemers de volgende bijeenkomst een samenvatting van hun delict(en) zullen presenteren aan de hand van de acht cognitieve vervormingen. Evaluatie x Behandelaar vraagt aan elke deelnemer hoe hij terugkijkt
op afgelopen bijeenkomst.
[ 8 6 ]
Ö bijeenkomst 18 Doelen x Thema: Samenvatting x Memoreren van acht cognitieve vervormingen; x Presentaties van delict(en).
Agenda 0 : 00 uur Opening; 0 : 05 Opnieuw de acht cognitieve vervormingen; 0 : 10 Presentatie van hun delict(en) door resterende deelnemers; 1 : 25 Evaluatie; 1 : 30 Sluiting. Verloop Opening x Bespreking van het zittingsplan.
Cognitieve vervormingen x Behandelaar schrijft alle acht cognitieve vervormingen op een bord of flap-over. Samenvatting x Resterende drie deelnemers geven een samenvatting van hun delict(en) aan de hand van de acht cognitieve ver vormingen.
[ 8 7 ]
bijeenkomst
18
[ 8 8 ]
Evaluatie x Behandelaar vraagt aan elke deelnemer hoe hij terugkijkt op afgelopen bijeenkomst.
Ö bijeenkomst 19 Doelen x Evaluatie van de werkwijze.
Agenda
0 : 00 uur Opening; 0 : 05 Evaluatie van de werkwijze door de deelnemers; 1 : 30 Sluiting.
Verloop Opening x Bespreking van het zittingsplan.
Evaluatie van de werkwijze
x Deelnemers vullen de evaluatieformulieren in. Als iedereen
klaar is met invullen worden de reacties van elke deelnemer op een flap-over met items aangevinkt. Als de reactie van alle deelnemers op de flap-over staan, worden opvallende uit komsten besproken. [ 8 9 ] Sluiting x Nadat de behandelaar hun conclusies naar aanleiding van de evaluatie aan de deelnemers hebben voorgelegd wordt de bijeenkomst afgesloten.
bijeenkomst
19
Evaluatie werkwijze Cognitieve vervormingen 1 Geheel mee eens 2 Tamelijk mee eens 3 Beetje mee eens
4 Beetje mee oneens 5 Tamelijk mee oneens 6 Geheel mee oneens
1 Ik heb actief aan het zorg programma deelgenomen
1 2 3 4 5 6
2 Ik vind de informatie in het werkboek duidelijk
1 2 3 4 5 6
3 Ik heb door het zelf oefenen een beter inzicht in mijn gedrag gekregen
1 2 3 4 5 6
4 Ik heb van de behandelaars goede adviezen over mijn gedrag gekregen
1 2 3 4 5 6
5 Ik heb nu beter door wat het effect van mijn gedrag is op korte en op lange termijn
1 2 3 4 5 6
6 Ik ben vooraf ingelicht over wat in het zorgprogramma gebeurt
1 2 3 4 5 6
[ 9 0 ]
Ga verder op de volgende bladzijde }
bijeenkomst
Evaluatie werkwijze Cognitieve vervormingen [vervolg]
7 Ik vind dat de onderwerpen die in het zorgprogramma aan de orde komen bruikbaar
1 2 3 4 5 6
8 De behandelaars hebben rekening gehouden met mijn wensen en voorkeuren
1 2 3 4 5 6
9 De behandelaars kunnen om advies gevraagd worden
1 2 3 4 5 6
10 Ik vind de lengte van het zorgprogramma precies goed
1 2 3 4 5 6
11 Ik heb inspraak gehad in het verslag over mijn deelname aan het hoofd Behandeling
1 2 3 4 5 6
19
[ 9 1 ]
Ö bijeenkomst 20 Doelen x Bespreking van de rapportage.
Agenda
0 : 00 uur Opening; 0 : 05 Rapportage over de deelnemers, 1 : 30 Sluiting.
Verloop Opening x Bespreking van het zittingsplan. Rapportage x De conceptrapportage wordt per deelnemer besproken.
Sluiting x De onderdeel Cognitieve vervormingen wordt afgesloten en de module Zelfregulatie vaardigheden wordt aangekondigd. [ 9 2 ]
literatuur Abel, G. G., Becker, J. V., & Cunningham-Rathner, J. (1984). Compli cations, consent, and cognitions in sex between children and adults. Interntional Journal of Law and Psychiatry, 7, 89-103. Abel, G. G., Gore, D. K., Holland, C. L., Camp, N., Becker, J. V., & Rathner, J. (1989). The measurement of the cognitive distortions of child molester. Annals of Sex Research Beech, A., & Mann, R. (2002). Recent developments in the assess ment and treatment of sexual offenders. In J. McGuire (Ed.), Offender rehabilitation and treatment: Effective programmes and policies to reduce reoffending (pp. 259-288). Beek, D. van, & Mulder, J. (1991). De plaats van het delictscenario in de behandeling van seksueel agressieve delinquenten. Directieve Therapie, 11, 4-18. Beek, D. van, & Mulder, J. (1992). Ervaringen met het opstellen van het delictscenario bij seksueel-agressieve delinquenten. Directieve Therapie, 12, 347-360. Beyko, M. J., & Wong, S. C. P. (2005). Predictors of treatment attrition as indicators for program improvement not offender short comings: A study of sex offender treatment attrition. Sexual Abuse : A Journal of Research and Treatment, 17, 375-389. Brown, A. S., Gray, N. S., & Snowden, R. J. (2009). Implicit measure ment of sexual associations in child abusers: Role of victim type and denial. Sexual Abuse: A Journal of Research and Treatment, 21, 166-180. Dean, C., Mann, R. E., Milner, R., & Maruna, S. (2007). Changing child sexual abusers’ cognition. In T. A. Gannon, Ward, T., Beech, A. R., & Fisher, D. (Eds.), Aggressive offenders’ cognition: Theory, research and practice (pp. 117-134). Chichester, UK: Wiley.
[ 9 5 ]
literatuur [ 9 6 ]
Eccleston, L., & Owen, K. (2007). Cognitive treatment “Just for rapists”: Recent developements. In T. A. Gannon, Ward, T., Beech, A. R., & Fisher, D. (Eds.), Aggressive offenders’ cognition: Theory, research and practice (pp. 135-153). Chichester, UK: Wiley. Fisher, D., & Beech, A. R. (2007). The implicit theories of rapists and sexual murderers. In T. A. Gannon, Ward, T., Beech, A. R., & Fisher, D. (Eds.), Aggressive offenders’ cognition: Theory, research and practice (pp. 31-52). Chichester, UK: Wiley. Gannon, T. A. (2006). Increasing honest responding on cognitive distortions in child molesters: The bogus pipeline procedure. Journal of Interpersonal Violence, 21, 1-18. Gannon, T. A., Keown, K., & Polaschek, D. L. L. (2007). Increasing honest responding on cognitive distortions in child molesters: The bogus pipeline revisited. Sexual Abuse: A Journal of Research and Treatment, 19, 5-22. Gannon, T. A., Ward, T., & Collie (2007). Cognitive distortions in child molesters: Theoretical and research developments over the past decades. Aggression and Violent Behavior, 12, 402-416. Gray, N. S., Brown, A. S., MacCulloch, M. J., Smith, J., & Snowden, R. J. (2005). An implicit test of the associations between children and sex in pedophiles. Journal of Abnormal Psychology, 114, 304308. Greenwald, A. G., McGhee, D. E., & Schwartz, J. L. K. (1998). Measuring individual differences in implicit cognition: The Implicit Asso ciation Test. Journal of Personality and Social Psychology, 74, 1464-1480. Mann, R. E., & Fernandez, Y. M. (2006). Sex offender programmes: concept, theory, and practice. In C. R. Hollin (Ed.), Offending behaviour programmes: Development, application, and controversies (pp. 155-177). Marques, J. K., Day, D. M., Nelson, C., & West, M. A. (1994). Effects of cognitive-behavioral treatment on sex offender recidivism: Preliminary results of a longitudinal study. Criminal Justice and Behavior, 21, 28-54. Marshall, W. L., Anderson, D., & Fernandez, Y. (1999). Cognitive behavioural treatment of sexual offenders. Chichester, UK: Wiley.
literatuur
Marziano, V., Ward, T., Beech, A. R., & Pattison, P. (2006). Identifica tion of five fundamental implicit theories underlying cognitive distortions in child abusers: A preliminary study. Psycholgy, Crime and Law, 12, 97-105. Mihailides, S., Devilly, G. J., & Ward, T. (2004). Implicit cognitive distortions and sexual offending. Sexual Abuse: A Journal of Research and Treatment, 16, 333-350. Nunes, K. L., Firestone, P., & Baldwin, M. W. (2007). Indirect assess ment of cognitions of child abusers with the Implicit Association Test. Criminal Justice and Behavior, 34, 454-475. Polaschek, D. L. L., & Gannon, T. A. (2004). The implicit theories of rapists: What convicted offenders tell us. Sexual Abuse: A Journal of Research and Treatment, 16, 299-314. Polaschek, D. L. L., & Ward, T. (2002). The implicit theories of poten tial rapists: What our questionnaires tell us. Aggression and Violent Behavior, 7, 385-406. Serran, G., Fernandez, Y., Marshall, W. L., & Mann, R. E. (2003). Process issues in treatment: Application to sexual offender programs. Professional Psychology: Research and Practice, 34, 368-374. Ward, T. (2000). Sexual offenders’ cognitive distortions as implicit theories. Agression and Violent Behavior, 5, 491-507. Ward, T., & Keenan, T. (1999). Child molesters’ Implicit Theories. Journal of Interpersonal Violence, 14, 821-838. Ward, T., Polaschek, D. L. L., Beech, A. R. (2006). Theories of sexual offending. Chichester, UK: Wiley.
[ 9 7 ]
over de auteurs ruud h.j. hornsveld is klinisch psycholoog / wetenschappelijk onderzoeker en verbonden aan Universitair Medisch Centrum Rotterdam. Hij is supervisor van de Vereniging voor Gedragstherapie en Cognitieve therapie (VGCt). Voor zijn dissertatie over de ontwikkeling en evaluatie van de Agressiehanteringstherapie ontving hij in 2008 de prof. dr. P. E. Boekeprijs. Deze studie werd van 2002 tot 2005 gesubsidieerd door het Wetenschappelijk Onderzoek en Documentatie Centrum (wodc) van het Ministerie van Justitie. Ruud publiceert in (inter)nationale vaktijdschriften, verzorgt regelmatig presentaties op (inter)nationale conferenties en maakt deel uit van de editorial board van het Journal of Forensic Psychiatry and Psychology. E: r.hornsveld @ tiscali.nl Website: www.Agressiehanteringstherapie.nl
[ 98 ]
.
thijs kanters is als psycholoog / onderzoeker verbonden aan FPC de Kijvelanden en aan Universitair Medisch Centrum Rotterdam. Hij werkt op dit moment aan een dissertatie over (risk)assessment en behandeling van seksueel gewelddadige terbeschikkinggestelden. Hij presenteert regelmatig op (inter )nationale conferenties over zijn promotieonderzoek. E:
[email protected]
.