HAZELMUIS NIEUWS BRIEF 2011
DRIELANDEN PARK INTERREG IV-A Euregio Maas - Rijn
Beste lezer, Met deze nieuwsbrief willen wij iedereen op de hoogte brengen en houden van de ontwikkelingen omtrent het ‘Herstelplan voor de hazelmuis in het Drielandenpark’. Dit beschermingsproject in de Euregio is in 2011 van start gegaan en loopt door tot en met 2013. Om bekendheid te geven aan alle acties en onderzoeksresultaten ontvangt u bij deze de eerste nieuwsbrief. Hierin leest u meer over de
HABITAT EUREGIO De hazelmuis komt voor in het grensgebied van Nederland, België en Duitsland. In deze landen krijgt de hazelmuis steeds meer aandacht, vooral
HAZELMUIS DRIELANDENPARK Nieuwsbrief 2011
hazelmuis en hoe het gesteld is met haar bescherming. Daarna volgt een beschrijving van de achtergronden en inhoud van het project. Tot slot blikken we alvast vooruit naar de toekomst van het project en natuurlijk ook naar de volgende nieuwsbrief. Wij wensen u veel leesplezier toe!
ook als ambassadeur van het kleinschalige landschap. Bundeling van kennis en gezamenlijke uitvoering van maatregelen zal het herstel van hazelmuispopulaties ten goede komen in het Drielandenpark. Met steun uit het programma INTERREG IV-A "Europese Territoriale Samenwerking" Euregio Maas-Rijn is het project HABITAT Euregio Kwaliteitsimpuls voor Leefgebieden in de Euregio Maas-Rijn (EMR) opgezet. Binnen dit project werken 13 natuurorganisaties uit België, Duitsland en Nederland, onder leiding van Dienst Landelijk Gebied, samen aan een ecologisch netwerk over de grenzen heen. Doel is de migratie en overleving van kenmerkende soorten te bevorderen tussen belangrijke natuurgebieden als Eifel, Ardennen, Maasdal en Hoge Kempen. Het herstelplan voor de hazelmuis is opgenomen onder de koepel van kwaliteitsverbetering kleinschalig cultuurlandschap. Tevens werkt de HABITAT Euregio aan een Euregionaal overlegplatform.
1
HERSTELPLAN VOOR DE HAZELMUIS IN HET DRIELANDENPARK De Nederlandse instanties bureau NatuurbalansLimes Divergens en Zoogdiervereniging (NL) en het Vlaamse Natuurpunt Studie (B) werken samen aan het Herstelplan voor de hazelmuis in het Drielandenpark. De coördinatie is in handen van
Dienst Landelijk Gebied (DLG). Tevens is de stichting Instandhouding Kleine Landschapselementen in Limburg (IKL) bij het project betrokken. Binnen het herstelplan zijn vijf deelprojecten opgenomen die het gehele spectrum van de bescherming van hazelmuis omvatten. Hieronder volgt een korte beschrijving van deze deelprojecten.
De hazelmuis De hazelmuis (Muscardinus avellanarius) behoort tot de slaapmuizen, de enige muizenfamilie die een winterslaap houdt. Loofbossen in heuvellandschappen genieten haar voorkeur. In de dichte struwelen in de bosrand bouwt ze haar nesten en in de strooisellaag brengt de slaapmuis haar vijf maanden durende winterslaap door. Om deze periode goed door te komen, eet ze zich vol met hazelnoten, bessen en zaden. Kort na de winterslaap begint in mei de voortplantingsperiode die duurt tot en met september. De hazelmuis vindt steeds minder geschikt leefgebied vanwege de intensivering van het grondgebruik, versnippering van overgebleven leefgebieden en steeds scherpere overgangen van bos naar open terrein. En daar komt bij dat ze slechts korte afstanden afleggen en zich alleen via aaneengesloten bosranden en landschapselementen kan verplaatsen. In het huidige, versnipperde landschap kan ze moeilijk gebieden (her)koloniseren.
MONITOR BEHEEREXPERIMENT MERGELLAND-OOST
INVENTARISATIE IN DE KERNGEBIEDEN VAN HET DRIELANDENPARK
Coördinatie: Zoogdiervereniging. Binnen de herinrichting Mergelland-Oost zijn door DLG landschapselementen aangelegd en worden natuurterreinen ingericht. Op diverse plekken is of zal bij de inrichting rekening gehouden worden met de hazelmuis. Deze plekken worden gemonitord op hun effect voor de hazelmuis. Dit voorbeeldproject beoogt de uitbreiding van het verspreidingsareaal van hazelmuis in de Euregio tot buiten de huidige populatiekernen. Om de aanwezigheid van hazelmuizen vast te stellen en zo de effecten van de inrichtingsmaatregelen te volgen, worden nestbuizen ingezet. Dit levert informatie op over het dispersiegedrag van de hazelmuis en het landschapsgebruik in de nieuw aangelegde verbindingszones.
Coördinatie: Natuurpunt Studie. In het Nederlandse Mergelland en de Vlaamse Voerstreek zijn de kernpopulaties van hazelmuis goed bekend, maar in de aangrenzende Duitse en Waalse gebieden nog niet. Een veldinventarisatie zal uitwijzen of hier nog onbekende kernpopulaties aanwezig zijn die een belangrijk onderdeel vormen in het Euregionale netwerk.
2011 In 2011 wordt hard gewerkt aan de monitoring in de Vijlenerbossen en het Gulpdal. Inmiddels zijn in juli 150 nestbuizen opgehangen. Met de inzet van enthousiaste vrijwilligers worden de buizen in de nazomer en herfst drie keer gecontroleerd.
HAZELMUIS DRIELANDENPARK Nieuwsbrief 2011
De veldinventarisatie is gericht op de volgende gebieden en het aansluitende landelijk gebied: Preusswald, Bois de Hees, Buchenbosch, Aachenerwald en Gippenhaagerbusch. 2011 Hazelmuisdeskundigen zoeken in de kerngebieden in het najaar van 2011 naar nesten en vraatsporen van hazelmuizen. Ook inventariseren zij de geschiktheid van de bosrandvegetatie. Deze gegevens kunnen in een latere fase gebruikt worden voor de uitwerking van het bosrandennetwerk.
2
Bij de inventarisaties is het een kwestie van goed zoeken en speuren in bosranden en struwelen. Ervaring van jarenlange monitoring draagt bij aan het succes.
EVALUATIE EN SYNTHESE BOSRANDENBEHEER Coördinatie: Natuurbalans-Limes Divergens. De afgelopen jaren zijn in de Nederlandse en Vlaamse leefgebieden van de hazelmuis diverse maatregelen uitgevoerd om de kwaliteit van bosranden te verbeteren. Het beheer is echter nooit systematisch geëvalueerd of gerelateerd aan ontwikkelingen van hazelmuispopulaties. Gegevens over de aanwezigheid van de soort zijn wel voorhanden, afkomstig uit de jaarlijkse monitoringsrondes. Die gegevens bieden interessante mogelijkheden om de effectiviteit van de verschillende maatregelen te evalueren. Met het analyseren van de gezamenlijke gegevens van het gevoerde beheer, populatieverloop van de hazelmuis én de vegetatieontwikkelingen zijn richtlijnen te geven voor een ideaal bosrandenbeheer. Deze richtlijnen zullen antwoord geven op vragen
van beheerders als: "Wat zijn de meest effectieve en efficiënte maatregelen om tot een ideaal bosrandenbeheer te komen?", "Hoeveel jaar na een beheersmaatregel treedt herstel op van de hazelmuispopulatie?" en "Wanneer dient er opnieuw ingegrepen te worden?". 2011 Bosranden en struwelen zijn vegetatiekundig beoordeeld. Daarbij zijn diverse aspecten meegenomen die van invloed kunnen zijn op de structuur van de bosranden, zoals expositie, dichtheid en samenstelling van kruid-, struik- en boomlaag en afmetingen. Ook is begonnen met het analyseren van de beheermaatregelen die zijn uitgevoerd voor de hazelmuis. Uiteindelijk kan de trendontwikkeling van het aantal hazelmuisnesten gerelateerd worden aan het gevoerde beheer en de vegetatiestructuur.
Door te zoeken naar hazelnoten en pitten van vruchten kan snel de aanwezigheid van hazelmuizen worden aangetoond. Het vraatspoor is kenmerkend voor de soort.
KENNISUITWISSELING EN VOORLICHTING Uitwisseling van kennis vormt een belangrijk onderdeel van het project. Daarvoor is allereerst het Platform Hazelmuis opgericht, waarin onderzoekers, beheerders, vrijwilligers en beleidsmakers gezamenlijk de kansen voor de hazelmuis bekijken. Verder verschijnt er jaarlijks een drietalige, digitale nieuwsbrief om bekendheid te geven aan acties en onderzoeksresultaten van het herstelplan. Tot slot geven een voorlichtingsfilm en website meer bekendheid aan de hazelmuis en inzicht in de ver-
HAZELMUIS DRIELANDENPARK Nieuwsbrief 2011
schillende maatregelen voor een hazelmuisvriendelijk beheer. 2011 Aangezien kennisuitwisseling en voorlichting belangrijk zijn voor het grensoverschrijdende herstelplan, is hiermee een voortvarende start gemaakt. Een eerste resultaat is de nieuwsbrief die u op dit moment leest. Daarnaast is het Platform Hazelmuis nieuw leven ingeblazen en worden de eerste voorbereidingen getroffen voor een voorlichtingsfilm en website.
3
CONCRETE MAATREGELEN IKL Limburg voert in Nederland concrete maatregelen uit voor de hazelmuis. Zoals het afsluiten van beheerpakketten met agrariërs voor behoud van hazelmuishabitat en het uitvoeren van bosrandenbeheer in actueel leefgebied van de hazelmuis. BOSRANDEN ECONET Coördinatie: Natuurbalans-Limes Divergens. In het Drielandenpark komt de hazelmuis voor in meerdere kerngebieden. Het uiteindelijke doel van het herstelplan is het verbinden van deze kerngebieden via een ecologisch netwerk. In het
Bosranden Econet wordt aangegeven hoe kernleefgebieden t.o.v. elkaar liggen, wat hun mate van isolatie is, waar de meest kansrijke verbindingszones liggen en hoe die ingericht moeten worden. Het vormt de basis voor een kleinschalig verbonden cultuurlandschap op Euregionaal niveau met ruimte voor overige bijzondere soorten en natuurgerichte recreatie. De hazelmuis is vanwege haar verspreiding, leefwijze en habitateisen, een prima gidssoort voor dit netwerk. Ook andere soorten, zoals levendbarende hagedis, grauwe klauwier, diverse vleermuizen, purperorchis en kleine ijsvogelvlinder, worden betrokken bij het opstellen van het Bosranden Econet.
Het zoeken naar hazelmuizen is de laatste jaren ´makkelijker´ geworden door het gebruik van nestbuizen. Deze kunstmatige schuilplaatsen hangen in de vegetatie en de hazelmuis (en andere muizen) gebruiken ze graag als nestlocatie.
EEN BLIK NAAR DE TOEKOMST Het uiteindelijke hoofddoel van het Herstelplan voor de hazelmuis in het Drielandenpark is natuurlijk de uitbouw van duurzame hazelmuispopulaties die verbonden zijn in een netwerk van geschikte leefgebieden. Hiervoor zullen in 2012 alle deelprojecten in volle gang zijn.
In het Mergelland-Oost spannen de vrijwilligers zich hard in om de ontwikkelingen nauwgezet te volgen met nestbuiscontroles. Dit onderzoek, met drie controles per jaar, loopt nog tot 2013. De inventarisatie in de regio tussen Voeren en Aken gaat volgend jaar de tweede fase in. In alle gebieden waar dit jaar geen tekenen van hazelmuizen (in de vorm van nesten of vraatsporen) zijn aangetroffen, worden in 2012 nestbuizen opgehangen om nog intensiever te onderzoeken of er toch geen hazelmuizen aanwezig zijn. Vrijwilligers spelen hierbij een belangrijke rol. De evaluatie en synthese van het bosrandenbeheer zullen vanaf volgend jaar de eerste spannende resultaten opleveren. Wat zijn belangrijke aspecten van het beheer voor hazelmuis? Waar reageren de dieren goed op? En wat kunnen we beter niet doen? Allemaal vragen waarop we vanaf volgend jaar voorzichtig de antwoorden kunnen geven. Uiteindelijk wordt alle kennis in 2012 en 2013 gebundeld tot het Bosranden Econet om de toekomst van de hazelmuis in de kerngebieden van het Drielandenpark veilig te stellen en de nodige verbindingen tussen bestaande leefgebieden gestalte te geven.
HAZELMUIS DRIELANDENPARK Nieuwsbrief 2011
4
Hazelmuizen slapen gedurende de dag veelal in hun zelfgemaakte nest. Soms verlaten ze overdag het nest en zijn ze klimmend in het omliggende struweel te zien.
VOORBEREIDEND ONDERZOEK HERINTRODUCTIE
dat alle lijnvormige elementen hersteld zijn om verbindingszones te vormen. Daarom is herintroductie van hazelmuis een interessant alternatief.
Naast de bestaande deelprojecten uit het herstelplan, wordt gewerkt aan een ander onderdeel van de bescherming van hazelmuizen in het Limburgse Mergelland. Op verzoek van Provincie Limburg wordt door Natuurbalans-Limes Divergens en de Zoogdiervereniging een voorbereidend onderzoek uitgevoerd naar de mogelijkheden van een fokprogramma en eventuele herintroductie van hazelmuis. De achtergrond is daarbij dat de huidige Limburgse populaties dusdanig geïsoleerd liggen, dat de kans op een natuurlijk herstel van de metapopulatiestructuur zeer gering is. De onderlinge afstand tussen de populaties is groot en het duurt lang voor-
Bovendien is Natuurpunt Studie al enkele jaren bezig om haren van hazelmuizen te verzamelen in Voeren. De eerste resultaten wijzen daar al op sterke isolatie van sommige van de deelpopulaties. Om de noodzaak en haalbaarheid van herintroductie te onderzoeken, richt het onderzoek zich op: * Analyseren van de huidige genetische toestand van hazelmuispopulaties. De verzamelde haren van Nederlandse en Belgische deelpopulaties worden geanalyseerd door de onderzoeksgroep Conservation Genetics Laboratory, Department of Botany van de Universiteit van Luik. * Onderzoek naar de habitatkwaliteit van potentiële uitzetlocaties om te garanderen dat de oorzaken waardoor de hazelmuis hier verdween niet meer bestaan op het moment van herintroductie. * Analyse van de voors en tegens van een fokprogramma (wettelijke verplichtingen, logistieke zaken), maar ook overleg met Engelse onderzoekers die al een fokprogramma uitvoeren. Het opstarten van het fokprogramma en daadwerkelijk herintroduceren van hazelmuizen is nu nog niet aan de orde.
Braamstruwelen zijn belangrijk voor de hazelmuis. Maar ook in soorten als bosrank, rode kornoelje, es, brem en hulst maken hazelmuizen hun nest.
HAZELMUIS DRIELANDENPARK Nieuwsbrief 2011
5
MONITORING EN ALERT IN VELD
TOT SLOT
Jaarlijks worden in het kader van het Netwerk Ecologische Monitoring door vrijwilligers de nesten van hazelmuizen geteld (Zoogdiervereniging). Daarmee is te volgen hoe het met de hazelmuizenpopulatie in Nederland gaat. Het aantal nesten in 2010 is ten opzichte van 2009 weer wat lager. Dit is een intussen bekend patroon: over de hele telperiode is een sterke toename te zien, maar met goede en minder goede jaren. Seizoen 2010 was minder, 2009 was goed, en 2011 lijkt een uitstekend hazelmuizenjaar te worden.
De volgende nieuwsbrief verschijnt in de loop van 2012. Hierin leest u meer over alle verschillende deelprojecten in het kader van het Herstelplan voor de hazelmuis in het Drielandenpark. Hoe verloopt de monitoring van het beheerexperiment in Mergelland-Oost? Werden er al nieuwe populaties gevonden in de regio tussen Voeren en Aken? Wat kunnen we nog meer leren over het bosrandenbeheer? Waar liggen de mogelijkheden tot ontwikkeling van een verbonden netwerk van hazelmuispopulaties? En hoe zullen de ambities voor een herintroductieproject vorm krijgen? Dit alles, en nog veel meer interessant nieuws, leest u in onze volgende nieuwsbrief.
Kortom, de Nederlandse hazelmuizen nemen de laatste 20 jaar gestaag toe. Dit komt ongetwijfeld doordat de hazelmuis steeds bekender is bij beheerders en uitvoerders; bij het bosrandenbeheer houden zij rekening met de hazelmuis, door pas ná de voortplantingstijd te maaien en gefaseerd te maaien. Blijkbaar is de brochure ‘Hazelmuis: leven op de grens’ goed gelezen (www.zoogdiervereniging.nl/node/253). In Vlaanderen vinden deze activiteiten ook plaats, door Natuurpunt Studie. Meer info daarover is te vinden op www.zoogdierenwerkgroep.be/studie/onderzoeksprojecten/hazelmuis.
Heeft u verder nog vragen? We hopen met deze nieuwsbrief iedereen die geïnteresseerd is in en betrokken bij dit project voldoende te informeren. Mochten er nog vragen zijn dan kunt u bij ons terecht.
MEER INFO Dienst Landelijk Gebied Ludy Verheggen
+31 (0)475 776 200
Bureau Natuurbalans - Limes Divergens René Krekels +31 (0)24 352 88 01 Martijn Dorenbosch +31 (0)24 352 88 90 Natuurpunt Studie Goedele Verbeylen +32 (0)15 297 244
Alert blijven in het veld is echter ook nog steeds nodig. Zo bemerkte Ruud Foppen tijdens de monitoring van zijn traject dat er een berm te ver gemaaid was bij de Epenerbaan. Na tussenkomst van Dienst Landelijk Gebied is direct in het veld een overleg belegd met de gemeente Vaals. Tijdens deze informatieve bijeenkomst (zie foto’s) zorgde Ruud ervoor dat het draagvlak voor bescherming van de hazelmuis verder gestalte kreeg. In een vervolgafspraak zal ook de direct uitvoerende aannemer geïnformeerd worden door IKL. Ergo: monitoring is meer dan tellen alleen.
HAZELMUIS DRIELANDENPARK Nieuwsbrief 2011
Zoogdiervereniging Jasja Dekker Ruud Foppen
+31 (0)24 741 05 00 +31 (0)6 493 905 14
IKL Limburg Rob Geraeds
+31 (0)475 386 430
COLOFON Redactie: René Krekels en Sander van de Koppel (bureau Natuurbalans-Limes Divergens BV) Vormgeving: René Krekels Fotografie: Goedele Verbeylen, Griet Nijs, Dominique Verbelen, Rian Pulles, Ruud Foppen, Jip Ramakers, René Krekels.
6